Sisrsssr v De nieuwe ministers. Motortrein op stootblok gebotst. S3?i. e.n tT g-a-ïM het transport van den electrischen driewagentrein in amsterdam. Centrale landbouworganisaties. Verschillende wenschen. TWEEDE BLAD Jhr. mr. D. J. de Geer. Minister van Staat, jhr. mr. D. J. d e G e e r, wien de koningin opdracht gaf tot vorming van een kabinet, is een van de meest voor aanstaande politici in ons land. Driemaal was hij minister en is tot nu toe lid van de Tweede Kamer, in welk college zijn woord groot gezag heeft. Bij is 14 Dec. 1870 te Groningen geboren. Na gymnasiaal onderwijs te Rotterdam en te Arnhem werd hij in 1899 als juridisch student aan de Utrechtsche universiteit inge schreven. In 1895 promoveerde hij op een proefschrift getiteld: „De grenslijn tusschen opzet en schuld". In 1901 werd hy lid van den Rotterdam- schen gemeenteraad, nadat hij reeds eerder op verzoek van Lohman juridisch redacteur van De Nederlander was geworden. Al spoe dig deed hij zijn intrede in de Provinciale Staten van Zuidholland, waarvan hij gedepu teerde werd. In 1907 werd de heer de» Geer tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Hij bleef Ka merlid tot 1921, toen hy de portefeuille van financiën in het kabinet-Ruys de Beeren- brouck kreeg. Tevoren was hy korten tijd burgemeester van Arnhem geweest. Na zijn ministerschap trad hy in 1925 weer in de Kamer, om spoedig daarop minister van bin- nenlandsche zaken en landbouw in het kabi- net-Colijn tg worden. In Maart 1926 het kabinet-Colyn was gevallen op de kwestie van het gezantschap by den paus en daarna was er een lange kabinetscrisis geweest droeg de koningin den heer de Geer de formatie van een extra parlementair kabinet op. De heer de Geer slaagde en werd minister-president en voor de tweede maal minister van financiën. In 1933 trad het kabinet af en de Geer werd toen tot minister van Staat benoemd. Voor de derde maal werd hij lid "van de Tweede Kamer. Sinds 1933 is hij voorzitter van de Chr.Hist. Unie en leider van de fractie dier partij in de Kamer. De heer de Geer was lid van verschillende staatscommissies en is verder curator van de Groningsche universiteit en van het fonds ten behoeve van Indologische studies van de Utrechtsche universiteit. Mr. E. N. van Kleffens. Mr. E. N. van Kleffens, minister van buitenlandsche zaken (vrijz.-dem.), werd geboren te Heerenveen op 17 Nov. 1894. Hij bezocht de gymnasia te Groningen en 's- Gravenhage, waarna hij aan de rijksuniver siteit te Leiden rechten studeerde. In 1918 promoveerde hij op een proefschrift over „De internationaal-rechterlijke betrekkin gen tusschen Nederland en Japan van 1605 tot den huidigen tijd". Van 1919 tot 1920 was hy verbonden aan het Volkenbondssecretariaat, van 1921-1922 bij het secretariaat van de directie van de Koninklijke Shell-groep te Londen. Sinds 1922 is hij werkzaam bij het departement van buitenlandsche zaken, eerst als sous chef van de afdeeling juridische zaken, daarna sinds 1927, als souschef van de afd. diplomatieke zaken; sinds 1929 is hy admi nistratief chef van de afdeeling diploma tieke zaken, welke functie hij verwisselde voor die van administrateur. In dit jaar werd mr. van Kleffens be noemd tot gezant te Bern. Hij was voorts griffier van het scheidsgerecht voor de in terpretatie van het Dawes- en Youngplan, en was adjunct-secretaris-generaal en later secretaris-generaal van het curatorium van de academie voor internationaal recht in het Vredespaleis te 's-Gravenhage. Mr. van Kleffens is ridder in de Orde van den Nederlandschen leeuw, commandeur in de Orde van burgerlijke en militaire ver diensten van Adolf van Nassau van Luxem burg, drager van het kruis van verdienste eerste klasse van de Orde van den Duit- schen Adelaar, commandeur in de Kroon orde van Italië, commandeur in het Legioen van Eer van Frankrijk, grootofficier in de Orde van St. Sava van Zuidslavië, groot officier in de Orde van den Witten Leeuw van Tsjechoslowakije, ridder vierde klasse in de Orde van den Witten Olifant van Siam. Prof. mr. P. S. Gerbrandy. Prof. mr. Pi et er Sjoerds Gerbran- d y, minister van justitie anti-revolution- nair) werd 13 April 1885 te Goëngamieden, gem. Wymbritseradeel (Friesland) geboren. Hij doorliep de christelijke normaalschool te Sneek en het geref. gymnasium te Zetten, waarna hij zich in 1904 als student aan de vrije universiteit liet inschrijven. In 1911 promoveerde hij in de rechtswetenschappen op een proefschrift, getiteld: „Het Heim- stattenrecht". Van 1911 tot 1914 was hy ge vestigd als advocaat en procureur te Lei den, van 1914 tot 1930 te Sneek. In dat jaar werd hy benoemd tot hoogleeraar in de rechtswetenschappen aan de vrye universi teit. Van 1920 tot 1930 maakte hy deel uit van de Ged. Staten van Friesland. Prof. Gerbrandy is voorzitter van den Radioraad, waarvan hy sinds 1937 lid is; hij is voorts sinds 1937 voorzitter van de Radio-omroep- controle-commissie, van de algemeene pro gramma-commissie, van de Indië-program- ma-commissie, als opvolger van minister van Boeyen. Ook van den Raad van Beheer van de Nozema en van de Bakkerystich- ting, is prof. Gerbrandy voorzitter. Laatst genoemde functie bekleedt hij sinds de op lichting op 28 Oct. 1935. Van zijn hand ver schenen o.m. „De strijd voor nieuwe maat- schappijvormen" en kleine geschriften over den schoolstrijd, de collectieve arbeids overeenkomst, het religicus-socialisme en het radiorecht, alsmede een boek, getiteld Het vraagstuk van den radio-omroep. H. van Boeyen. De heer H. van Boeyen (chr.-hist.), die tot minister van binnenlandsche zaken is benoemd, was dit eveneens in het vierde en vijfde kabinet Colyn en is thans als zoo danig demissionnair. Voordien was hij voor zitter van den Radioraad, de Radio-omroep- controle-commissie, de algemeene radio programma- en de Indië-programma-com- missie. In het jaar 1889 werd de heer van Boeyen te Putten (Geld.) geboren. Zijn ambtelijke l*o$baan ving hij aan op de provinciale HET NIEUWE KABINET. In aansluiting van onze fotoserie in ons nummer van gisteren van een negental nieuwe ministers, geven we hier nog het portret van den tienden minister, den heer G. Bolkestein, onderwijs, kunsten en wetenschappen. G. Bolkestein griffie van Gelderland. In 1915 ging hy over naar het departement van water staat, waar hij in vflf jaar tijds de rangen doorliep van adjunct-commies tot referen daris. Sinds 1919 was hij tevens wethouder van de gemeente Voorburg. Na in 1923 tot lid van de Prov. Staten van Zuidholland te zijn gekozen, werd hij in 1925 tot lid van Ged. Staten in die provincie benoemd. Ook was hij vele jaren voorzitter van het bur gerlijk armbestuur te Voorburg. De heer van Boeyen is jarenlang diaken, daarna ouderling en voorzitter van het col lege van notabelen der herv. gem. te Voor burg en gedurende 15 jaar voorzitter van verschillende schoolbesturen geweest. Destijds was hij lid van de Staatscommis sie inzake de financieele verhouding tus schen rijk en gemeenten. Voorts is de heer van Boeyen lid geweest van tal van andere commissies. Hij was bekend om zijn refe raten, inzonderheid over financieel-econo- mische onderwerpen, de gemeente-politiek rakende. G. Bolkestein. De heer Gerrit Bolkestein werd op 9 October 1871 te Amsterdam geboren. Hij bezocht de kweekschool voor onderwijzers ,.De Klokkenberg" te Nijmegen. Hij haalde de akte Nederlandsche taal M.O. en heeft ook het candidaatsexamen in de Neder landsche letteren afgelegd. In 1890 werd Bolkestein tot onderwijzer te Nijmegen be noemd. Daarna werd hij hoofd van een Ulo-school te Rhenen. In 1901 ging hij als leeraar in de Nederlandsche taal en geschiedenis naar Nijmegen terug, waar hij aan eenige hoo- gere burgerscholen werkzaam was. In 1907 werd hij leeraar in dezelfde vakken aan de derde H.B.S. met 5-jarigen cursus te Am sterdam. In 1912 werd hij directeur van de eerste 3-jarige H.B.S. te Amsterdam, en in 1916 directeur van de vijfde H.B.S. met 3- jarigen cursus aldaar, doch vier maanden later werd hij inspecteur van het middel baar onderwijs, in de inspectie van Noord bolland en Utrecht. Van 1917 tot 1934 is de heer Bolkestein inspecteur van het middel baar onderwijs geweest, terwijl hij van 1934 tot 1937 de functie van inspecteur der gymnasia en van het middelbaar onderwijs in de vierde inspectie heeft vervuld. Van de hand van den heer Bolkesteir verscheen in 1914 een werk getiteld „D voorgeschiedenis van het middelbaar or derwys". In den loop der jaren publicee de de heer Bolkestein, die thans ambtelo- in Amsterdam woont, vele artikelen ovc onderwijs en buitenlandsche politiek in „D Opbouw", „Gezin en school", „Volksont wikkeling", enz. De heer Bolkestein, die de vrjjz-.dem. be ginselen is toegedaan, is ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. A. Q. H. Dijxhoorn. A. Q. H. Dijxhoorn werd in 1889 ge boren en trad, na de Kon. Mil. Academie te hebben doorloopen, op 29 Juli 1911 als tweede luitenant in dienst van het Ned. leger. Hij werd in 1915 bevorderd tot eerste luitenant, in 1927 tot kapitein en in Nov. 1936 tot majoor. Twee jaren later werd de heer Dijxhoorn, die inmiddels was toege voegd aan den chef van den generalen staf, tot den rang van luitenant-kolonel bevor derd en belast met de leiding van het bu reau generale staf aan het departement van defensie. Hij is ridder in de Oranje-Nassau-Orde en in het Legioen van Eer van Frankrijk. Ir. J. W. Albarda. Ir. Johan Willem Albarda werd op 5 Juni 1877 te Leeuwarden geboren. Na de vijfjarige H.B.S. in zijn geboortestad te heben doorloopen, bezocht hij de toenmali ge polytechnische school te Delft, die hij in 1903 als werktuigkundig ingenieur ver liet. In 1911 werd hij benoemd tot directeur van de gemeentelijke arbeidsbeurs te Am sterdam, nadat hij van 1903 tot 1905 leeraar in de wis- en natuurkunde was geweest aan de H.B.S. te Almelo en van 1905 tot 1911 leeraar in de wis- en werktuigkunde te 's- Gravenhage. In het jaar 1913 werd ir. Albarda voor de S D.A.P. gekozen als lid van de Tweede Kamer. Voor dezelfde party had hij van 1915 tot 1927 zitting in den Haagschen ge meenteraad; van 1917 tot 1923 was hij wet houder van onderwijs van die gemeente. Bovendien bekleedde hij het lidmaatschap van de Prov. Staten van Zuidholland van 1916 tot 1919. Sinds 1925 is de heer Albarda voorzitter van de soc.-dem. fractie der Tweede Kamer als opvolger van mr P j Troelstra. Tal van tijdschriften- en dagbladartike len, brochures en praeadviezen zijn van zijn hand verschenen. Mr. M. P. L. Steenberghe. Mr. Maximilien Paul Leon Steenberghe is op 2 Mei 1899 te Leiden geboren. Hij studeerde aan het gymnasium en de rijksuniversiteit te Utrecht in de rech ten, aan welke universiteit hij in 1920 pro moveerde. Op internationaal terrein is mr. Steen berghe zeer dikwijls werkzaam geweest en ook hier werden hem de meest belangrijke opdrachten verleend. In 1923 vaardigde de werkloosheidsraad hem af naar het intern, congres in Luxemburg; in 1925 vertegen woordigde hij de Nederlandsche werkge vers op het int. werkgeverscongres te Stre- sa, in 1927 nam hij als vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering deel aan de economische conferentie te Géneve en in 1928 trad hij op als gedelegeerde der unie van de Volkenbondsvereeniging op 't eco nomisch congres te Praag. Ook heeft mr. Steenberghe een zeer voorname rol ge speeld by de onderhandelingen over 't han delsverdrag Nederland-Duitschland, waar aan hy als regeeringsgedelegeerde heeft deelgenomen. In Juni 1934, toen minister Verschuur af trad, werd mr. Steenberghe diens opvolger als minister van econ. zaken. In September 1935 evenwel trad hij reeds af wegens ver schil van meening inzake het monetaire vraagstuk met dr. Colijn. De heer Steenberghe, die in 1937 voor de R.K. Staatspartij gekozen werd tot lid der Tweede Kamer, had vervolgens zitting in het vierde kabinet-Colijn van 1937-1939 als minister van economische zaken. Dr. J. van den Tempel. Dr. J. v n den T e m p el, geboren 1 Aug. 1877 ie Willemstad (N.Br.), ving zijn loopbaan aan als schildersgezel te Amster dam. In 1906 werd hij secretaris van het Ned. Verbond van Vakvereenigingen, welke functie hij tot 1918 bleef vervullen. Inmid dels had hij in 1911 de akte M.O. staathuis houdkunde en statistiek en in 1913 de akte M.O. staatsinrichting weten te behalen. Tot lid van de Tweede Kamer werd hij als medevertegenwoordiger der S.D.A.P. in Nov. 1915 gekozen en hij is dit tot nu toe onafgebroken gebleven. In 1921 ging de heer van den Tempel de colleges aan de Ned. Handelshoogeschool te Rotterdam volgen, waaraan hij in 1927 cuin laude promoveerde tot doctor in de han delswetenschap, op proefschrift: „Macht en economische wet". Dr. van den Tempel was van 1910-19 en van 1927-'32 lid van den Amsterdamschen gemeenteraad en had tevens een aantal jaren zitting in de Prov. Staten van Noord holland. Voorts is hy lid van den Hoogen Raad van Arbeid. Behalve de genoemde dissertatie versche nen van zijn hand de volgende publicaties: „De Nederlandsche vakbëweging en haar toekomst" (1919); „Kapitaal en volksinko men" (1920) „Problemen der socialisatie" (1925); een roman „Jacqueline. Vrylieff" (1931) en „De wereld in. stormtij. Onder zoek naar oorzaken, zin..en verloop van de economische en maatschappelijke spannin gen" (1939). Ch. J. I. M. Weiter. •JiL. De heer Charles Joseph Ignace Marie Weiter werd 6 April 1880 te den Haag geboren. Na de H.B.S.-jaren volgde de studie aan de Indische instelling te Delft en toen ook deze jaren met goed succes verloopen wa ren, begaf de heer Weiter zich naar Ned.- Indië, waar hij spoedig in dienst van het gouvernement trad. Den 3en Nov. 1924 volgde zijn benoeming tot lid van den Raad van Ned.-Indië, het 'mogste bestuurscollege in Insulinde. Dezen post moest hij echter spoedig weer :rlaten, doordat de heer Weiter op 26 Sep- mber 1925 door de koningin tot minister in koloniën werd benoemd in het mini- erie-Colijn. Zijn ministerschap was echter .an korten duur, doordat het ministerie 8 Maart 1926 aftrad in verband met de aan neming van het amendement-Kersten be treffende de opheffing van het gezantschao bij het Vaticaan. In 1926 werd hij opnieuw benoemd tot lid van den Raad van Ned.- Indië. In September 1929 werd de heer Weiter, als opvolger van den heer K. F. Creutzberg, benoemd tot vice-president van dat college, welk ambt hij bekleedde tot 1931. Hierna repatrieerde hij naar Nederland. Hij bleef zich bewegen in het openbare leven. Hij was voorzitter van de staatscommis sie voor verlaging van de regeeringsuitga- ven (de bezuinigingscommissie-Weiter). In 1933 werd de heer Weiter benoemd tot voorzitter van den Ondernemersraad voor Ned.-Indië. De heer Weiter was minister van koloniën in het vierde kabinet Colyn van 1937-1939 Geen regeeringsverklaring. Op een vraag of het voornemen be staat in de Kamer een regeeringsver klaring af te leggen, heeft de heer de Geer ontkennend geantwoord. Aangaande de plannen voor de toe komst meende hy zich op dit oogenblik te moeten bepalen tot de verklaring, dat de zelfstandigheidspolitiek, zooals die tot dusver door ons land gevoerd is, onder het nieuwe kabinet volledig en onverzwakt zal worden gehandhaafd. AUTO BOTSTE TEGEN EEN BOOM. Twee gewonden. Gisteravond omstreeks kwart over acht is op den straatweg tusschen Beekbergen en Klarenbeek een personenauto uit Arnhem, waarin drie personen, afkomstig uit Arn hem, Doesburg en Nymegen, waren geze ten, door tot dusverre onbekende oorzaak tegen een boom gereden. Spoedig was ge neeskundige hulp aanwezig. De chauffeur liep zeer ernstige verwondingen op en werd met den Nijmegenaar, die eveneens gewond werd, naar een ziekenhuis te Apeldoorn overgebracht. De Doesburger kon, na te zyn verbonden, per auto naar huis terug- keeren. Acht gewonden, dr;e ernstig. Bij het binnenrijden van het stations een motortrein uit Leiden K stcotblok gebotst. Hierbij zyn van veertien reizigers acht gewond, waarva drie min of meer ernstig. By het fremmen38V1a0ndte om 10.32 uur in den motortrein no. 3810, die °m nor- Gouda aankomt, werkten de oorzaak maal, maar door nog niet bëken gleed de trein door, met Jet stoot- met een vaart van ca. 25 km leg waar blok aan het einde van het kopspoo de lyn uit Leiden ejndigt^reed^ g De passagiers hadden allen nu te reeds verlsten en stonden T.kki,iuk stappen. Dit «rkUartJl.. geringe materieele schad letsel kregen. De reizigers werden a^o q{ ver geworpen en kwamen p wagen te- tegen den houten opstand in izi_ recht. Het bleek, dat van de ve«™endam9S gers er acht gewond waren f drie heeren en een jongen. ^pen Bik heeft op het stat^T^uip verleend zij waren gebracht, medische hu p en hen voor ---^«2en gewonden moesten in he opgenomen. naar het Per auto van den z'jn 'J ijn de L itootd en en de 45-jarige meubelfabrikant - Steyn, eveneens uit Waddmxveen, die een hensenschudding heeft gekregen, stand is niet levensgevaar]lyk. kneu. De andere gewonden ^dden 1)i zingen of hoofdwonden. Nadat de dokterhen behandeld had en zij den schrik te b<.ven waren, konden zij naar huis ga genbestuurder J. Toonen te Gouda hadl ge^ letsel en kon normaal zyn dienst "Srtrein is in de rails gebleven en heeft slechts verbogen buffers. Het stootblok gedeeltelijk vernield. De tremenloop onder vond geen enkele vertraging. De politieheef^ voor het onderzoek den motorwagen slag genomen. Was de publieke belangstelling voor den electrischen driewagentrein, die met tal van moeilijkheden naar het J. W. Brouwerplein was vervoerd en gister ter plaatse gestation eerd bleef, in den vooravond reeds groot tegen den tyd - een uur na middernacht dat het verder transport zou plaats heb ben, hadden vele honderden er een malsch regentje voor over om getuige te Zyn van dit ongewoon gebeuren. De politie zorgde er evenwel voor, dat de belangstelling niet al te hinderlyk werd. Even na één uur werd de stoomwals aan gehaakt en vol spanning wachtte men tot er beweging in het gevaarte zou komen. En jawel ditmaal nam het de bocht naar de van Baerlestraat in één ruk en toen scheen het alsof de trein op het asphalt thuisbehoorde, zoo vlot en geregeld verliep de eerste etappe naar de brug over de Ruysdaelkade, na eenige handige manoeuvres tusschen vluchtheuvels en tramrails. Evenwel de moeilijkheden bleven nog niet uit, want eer men het gevaarte over de brug had, moesten er tal van maatregelen worden genomen om alle risico te vermij den, temeer daar de tweede stoomwals de fect geraakt was en men nu met een inmid dels v. Uilenburg gerequireerden zwaar be lasten oplegger moest trachten het doorglij den van de brug te voorkomen. Zonder groote moeilykheden kon de brug over de Ruysdaelkade worden genomen en toen het transport eenmaal de Ceintuurbaan bereikte, had men nog slechts rekening te houden met de bocht naar de v. Woustraat. Dank zij de technische voorzorgen men had o.a. den vluchtheuvel by laatst genoemde straat een eind ingekort, kon ook deze bocht vlot worden gepasseerd. Een klein oponthoud, veroorzaakt door het los raken van eenige wiggen in deze straat, en men stond voor de brug aan de Singel gracht, die men uit voorzorg versterkt had. Zonder stagnatie ging het transport ook hier en weldra was men op het Frederiksplein aangekomen, byna een kwartier vóór den verwachten tyd. Hier moest gezorgd wor den, dat de tramsporen tydig werden vry- gemaakt. Te 3.50 uur stond het gevaarte voor den ingang van het tentoonstellingster rein. Het talryke publiek, dat tot dusver de verschillende manoeuvres had gevolgd, be gon langzamerhand af *e trekken om plaats te maken voor nieuwkomenden, die hun dagtaak aanvingen. De tractors maakten rechtsomkeert en nu kwam de handkracht en weer aan te pas. Met zes man aan de lier trok men het gevaarte naar de voor het em placement aangebrachte rails, welk werk geruimen tyd in beslag nam. In den vroegen ochtend was men daarmede gereed en was de eersteling van de tentoonstelling binnen de hekken gebracht. Tydens het transport in de van Baerle straat weigerde een recalcitrant toeschou wer aan de bevelen van de politie te vol doen en pleegde daarby verzet. Zyn trans port naar den politiepost per motorzijspan, nam slechts enkele minuten in beslag. Men zal nu alleen de nachten ervoor gebru'ken. Als resultaat van het overleg, dat reeds gisternacht en ook gistermorgen heeft plaats gehad tusschen ingenieurs der spoorwegen en van den dienst van publieke werken te Amsterdam betreffende het vervoer door de stad van het voor de spoorwegtentoonstel ling bestemde materiaal, kan worden mee gedeeld, dat besloten is elk transport in het vervolg In twee nachten over te brengen. De moeilykheden by het overbrengen van het zware en in rechthoekige bochten zeer las tig manoeuvreerbare materiaal zyn grooter gebleken dan men oorspronkelyk had Be dacht en om nu te voorkomen, dat het Ver~ keer en vooral het tramverkeer, opnieuw i ~~+-ionrrHiiriÉr gestagneerd Keei e» -fwcUW kans loopt" langdurig gestagneerd te worden heeft men er van moeten afzien om reeds in de avonduren met het transport te begin- Tn het vervolg zal alleen des nachts tus schen 1 en 6 uur, wanneer er geen trams ryden, aan het overbrengen van het mate riaal worden gewerkt. Op zyn vlugst zulien de spoorwagons, alsmede de Jumbo en de daarby behoorende tender, dus in 18 nachten van het Haarlemmermeerstation naar het tentoonstellingsterrein worden overgebracht In den eersten nacht van elk transport hoopt men het Sarphatiepark te bereiken. Daar zal het over te brengen materiaal dan ge- durende den volgenden dag blyven staan kan men zich een mooiere reclame voor de tentoonstelling voorstellen? en in den tweeden nacht wordt de tweede helft van den moeizamen en langen weg naar het Fre deriksplein afgelegd. Door de ervaringen, opgedaan by elk trans- port, hoopt men de overbrenging iederen nacht vlotter te doen geschieden. Vele moei- lykheden, die zich gisteravond openbaar den, zullen nu reeds voorkomen kunnen worden. Ook is het noodig geoordeeld de bevesti ging van de zware gevaarten met de kleine lorries by de volgende transporten nog ste viger te maken en de lorries zelve te ver anderen, waardoor het practisch niet meer mogelyk zal zyn, dat de wagens van de „mosterdpotten" afglyden. De dagelyksche besturen der drie centrale landbouworganisaties, te weten de Christe- lyke Boeren- en Tuindersbond in Neder land, de Katholieke Nederl. Boeren- en Tuindersbond en het Kon. Nederl. Land- bouwcomité, vergaderden Woensdag 26 Juli 1939 te 's-Gravenhage. De vergadering zette de besprekingen voort over de wenschelykheid om de thans bestaande crisismaatregelen door de belang hebbenden zelf te doen overnemen. Besloten werd aan de hand van de door elk der drie centrale landbouworganisaties ingediende nota en in aanmerking nemende het in de vergadering naar voren gebrachte een nota op te stellen, waarin het gemeen- schappelyk standpunt van de organisaties ten aanzien van de overname van de landbouwcrisismaatregelen is vervat. Besloten werd nogmaals by de regeerings- commissarissen aan te dringen op maatrege len ter verbetering van de vleeschmarkt en de te lage vleeschpryzen en voorts zal er bjj hen op worden aangedrongen, de winter- melkpryzen vroegtydig en geleidelyk te laten ingaan. Aan den minister van economische zaken zal een schryven worden gericht, waarin de teleurstelling der organisaties wordt uitge sproken over het feit, dat de minister zicji niet heeft gehouden aan den door den orga nisaties genoemden richtprys. De thans vastgestelde prys moet te laag worden ge-' acht. Besloten werd er by het college van regee- ringscommissarissen op aan te dringen den richtprys voor de gerst gelyk te stellen aan den richtprys voor de rogge. Het is van groot belang dat de uitkomsten van den gerstverbouw relatief grooter worden, daar er dit jaar veel gerst wordt verbouwd in plaats van de uitgevroren tarwe. Aan de commissie van beheer C.L.O. mengvoerders zal worden medegedeeld, dat de drie centrale landbouworganisaties op het standpunt staan, dat de C.L.O. controle mengvoeders in tact dient te blyven onder rijkstoezicht. Daarnaast kan een controle voor den handel worden opgericht, even eens onder rykstoezicht. Met het samenbrengen van beide con troles onder rykstoezicht kunnen decentrale landbouworganisaties zich niet vereenigen. De drie centrale landbouworganisaties we ren van oordeel, "'ch nog niet te kunnen uit spreken over de overname van de teelt regeling voor de pluimveehoudery alvorens inzake de overname van de landbouwcrisis maatregelen in het algemeen met de regee ring besDrekingen zijn gehouden. Aan den minister van financiën zal wor den verzocht de reductie van het percentage, der huurbelasting te stellen op 25 pCt. en dus te brengen op 1,5 pCt. Wanneer deze wijziging door den rrrnister zou worden aan gebracht, zou de georganiseerde landbouw er zich mede accoord kunnen verklaren dat in den vervolge eerst by het overschrij ven van 40 pCt. van de opbrengst restitutie kan plaats vinden in plaats van by 30 pCt- zooals thans in het wetsontwerp is bepaald- Voorts zal den minister van financiën wor den verzocht het daarheen te willen leiden, dat afschryving op huizen by de afgu van de huurwaarde voor de inkomsten belasting wyordt toegestaan. Een noodzake- ïyke afschryving moet biliyk worden f®^ acht, daar ook huizen vry spoedig ve - ouderen. Besloten werd aan den minister van eco'. nomische zaken een schryven te rich waarin er de aandacht op wordt gevestigd dat het niet gewenscht moet worden 8®ac de vestigingswet kleinbedryf ook 406 passen op de distributie van veevoeders op het malerybedryf. De organisaties wa voorts van oordeel dat diegenen die e® zaakvoederscursus en een landbouwwm cursus met aanteekening hebben doorloop behooren te worden vrygesteld van eischen gesteld in de Vestigingswet. Benoeming Tweede-Kamerlid. - Alsi van de Tweede Kamer is in de vaca,ra. ontstaan dqor het bedanken als Tweed®' merlid van jhr. ir. O. C. A. van Lidtïi Jeude, toen deze minister van waters werd, benoemd de heer C. J. van Kemp* die deze benoeming heeft aangenomen- Te water geraakt en verdronken- Gistermiddag is het negenjarig doe van de familie de Jong te Barwouts^ariiike (Z.-Holl.) by het spelen naby de ou e woning in den Ouden Rijn geraakt en dronken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6