Sisrsssr v
De nieuwe ministers.
Motortrein op stootblok
gebotst.
S3?i. e.n tT g-a-ïM
het transport van den
electrischen driewagentrein
in amsterdam.
Centrale
landbouworganisaties.
Verschillende wenschen.
TWEEDE BLAD
Jhr. mr. D. J. de Geer.
Minister van Staat, jhr. mr. D. J. d e G e e r,
wien de koningin opdracht gaf tot vorming
van een kabinet, is een van de meest voor
aanstaande politici in ons land. Driemaal
was hij minister en is tot nu toe lid van de
Tweede Kamer, in welk college zijn woord
groot gezag heeft.
Bij is 14 Dec. 1870 te Groningen geboren.
Na gymnasiaal onderwijs te Rotterdam en
te Arnhem werd hij in 1899 als juridisch
student aan de Utrechtsche universiteit inge
schreven. In 1895 promoveerde hij op een
proefschrift getiteld: „De grenslijn tusschen
opzet en schuld".
In 1901 werd hy lid van den Rotterdam-
schen gemeenteraad, nadat hij reeds eerder
op verzoek van Lohman juridisch redacteur
van De Nederlander was geworden. Al spoe
dig deed hij zijn intrede in de Provinciale
Staten van Zuidholland, waarvan hij gedepu
teerde werd.
In 1907 werd de heer de» Geer tot lid van
de Tweede Kamer gekozen. Hij bleef Ka
merlid tot 1921, toen hy de portefeuille van
financiën in het kabinet-Ruys de Beeren-
brouck kreeg. Tevoren was hy korten tijd
burgemeester van Arnhem geweest. Na zijn
ministerschap trad hy in 1925 weer in de
Kamer, om spoedig daarop minister van bin-
nenlandsche zaken en landbouw in het kabi-
net-Colijn tg worden.
In Maart 1926 het kabinet-Colyn was
gevallen op de kwestie van het gezantschap
by den paus en daarna was er een lange
kabinetscrisis geweest droeg de koningin
den heer de Geer de formatie van een extra
parlementair kabinet op. De heer de Geer
slaagde en werd minister-president en voor
de tweede maal minister van financiën.
In 1933 trad het kabinet af en de Geer
werd toen tot minister van Staat benoemd.
Voor de derde maal werd hij lid "van de
Tweede Kamer. Sinds 1933 is hij voorzitter
van de Chr.Hist. Unie en leider van de
fractie dier partij in de Kamer.
De heer de Geer was lid van verschillende
staatscommissies en is verder curator van de
Groningsche universiteit en van het fonds
ten behoeve van Indologische studies van de
Utrechtsche universiteit.
Mr. E. N. van Kleffens.
Mr. E. N. van Kleffens, minister van
buitenlandsche zaken (vrijz.-dem.), werd
geboren te Heerenveen op 17 Nov. 1894. Hij
bezocht de gymnasia te Groningen en 's-
Gravenhage, waarna hij aan de rijksuniver
siteit te Leiden rechten studeerde. In 1918
promoveerde hij op een proefschrift over
„De internationaal-rechterlijke betrekkin
gen tusschen Nederland en Japan van 1605
tot den huidigen tijd".
Van 1919 tot 1920 was hy verbonden aan
het Volkenbondssecretariaat, van 1921-1922
bij het secretariaat van de directie van de
Koninklijke Shell-groep te Londen. Sinds
1922 is hij werkzaam bij het departement
van buitenlandsche zaken, eerst als sous
chef van de afdeeling juridische zaken,
daarna sinds 1927, als souschef van de afd.
diplomatieke zaken; sinds 1929 is hy admi
nistratief chef van de afdeeling diploma
tieke zaken, welke functie hij verwisselde
voor die van administrateur.
In dit jaar werd mr. van Kleffens be
noemd tot gezant te Bern. Hij was voorts
griffier van het scheidsgerecht voor de in
terpretatie van het Dawes- en Youngplan,
en was adjunct-secretaris-generaal en later
secretaris-generaal van het curatorium van
de academie voor internationaal recht in het
Vredespaleis te 's-Gravenhage.
Mr. van Kleffens is ridder in de Orde van
den Nederlandschen leeuw, commandeur in
de Orde van burgerlijke en militaire ver
diensten van Adolf van Nassau van Luxem
burg, drager van het kruis van verdienste
eerste klasse van de Orde van den Duit-
schen Adelaar, commandeur in de Kroon
orde van Italië, commandeur in het Legioen
van Eer van Frankrijk, grootofficier in de
Orde van St. Sava van Zuidslavië, groot
officier in de Orde van den Witten Leeuw
van Tsjechoslowakije, ridder vierde klasse
in de Orde van den Witten Olifant van
Siam.
Prof. mr. P. S. Gerbrandy.
Prof. mr. Pi et er Sjoerds Gerbran-
d y, minister van justitie anti-revolution-
nair) werd 13 April 1885 te Goëngamieden,
gem. Wymbritseradeel (Friesland) geboren.
Hij doorliep de christelijke normaalschool te
Sneek en het geref. gymnasium te Zetten,
waarna hij zich in 1904 als student aan de
vrije universiteit liet inschrijven. In 1911
promoveerde hij in de rechtswetenschappen
op een proefschrift, getiteld: „Het Heim-
stattenrecht". Van 1911 tot 1914 was hy ge
vestigd als advocaat en procureur te Lei
den, van 1914 tot 1930 te Sneek. In dat jaar
werd hy benoemd tot hoogleeraar in de
rechtswetenschappen aan de vrye universi
teit. Van 1920 tot 1930 maakte hy deel uit
van de Ged. Staten van Friesland. Prof.
Gerbrandy is voorzitter van den Radioraad,
waarvan hy sinds 1937 lid is; hij is voorts
sinds 1937 voorzitter van de Radio-omroep-
controle-commissie, van de algemeene pro
gramma-commissie, van de Indië-program-
ma-commissie, als opvolger van minister
van Boeyen. Ook van den Raad van Beheer
van de Nozema en van de Bakkerystich-
ting, is prof. Gerbrandy voorzitter. Laatst
genoemde functie bekleedt hij sinds de op
lichting op 28 Oct. 1935. Van zijn hand ver
schenen o.m. „De strijd voor nieuwe maat-
schappijvormen" en kleine geschriften over
den schoolstrijd, de collectieve arbeids
overeenkomst, het religicus-socialisme en
het radiorecht, alsmede een boek, getiteld
Het vraagstuk van den radio-omroep.
H. van Boeyen.
De heer H. van Boeyen (chr.-hist.),
die tot minister van binnenlandsche zaken
is benoemd, was dit eveneens in het vierde
en vijfde kabinet Colyn en is thans als zoo
danig demissionnair. Voordien was hij voor
zitter van den Radioraad, de Radio-omroep-
controle-commissie, de algemeene radio
programma- en de Indië-programma-com-
missie.
In het jaar 1889 werd de heer van Boeyen
te Putten (Geld.) geboren. Zijn ambtelijke
l*o$baan ving hij aan op de provinciale
HET NIEUWE KABINET.
In aansluiting van onze fotoserie in ons
nummer van gisteren van een negental
nieuwe ministers, geven we hier nog het
portret van den tienden minister, den
heer G. Bolkestein, onderwijs, kunsten
en wetenschappen.
G. Bolkestein
griffie van Gelderland. In 1915 ging hy
over naar het departement van water
staat, waar hij in vflf jaar tijds de rangen
doorliep van adjunct-commies tot referen
daris. Sinds 1919 was hij tevens wethouder
van de gemeente Voorburg. Na in 1923 tot
lid van de Prov. Staten van Zuidholland te
zijn gekozen, werd hij in 1925 tot lid van
Ged. Staten in die provincie benoemd. Ook
was hij vele jaren voorzitter van het bur
gerlijk armbestuur te Voorburg.
De heer van Boeyen is jarenlang diaken,
daarna ouderling en voorzitter van het col
lege van notabelen der herv. gem. te Voor
burg en gedurende 15 jaar voorzitter van
verschillende schoolbesturen geweest.
Destijds was hij lid van de Staatscommis
sie inzake de financieele verhouding tus
schen rijk en gemeenten. Voorts is de heer
van Boeyen lid geweest van tal van andere
commissies. Hij was bekend om zijn refe
raten, inzonderheid over financieel-econo-
mische onderwerpen, de gemeente-politiek
rakende.
G. Bolkestein.
De heer Gerrit Bolkestein werd op
9 October 1871 te Amsterdam geboren. Hij
bezocht de kweekschool voor onderwijzers
,.De Klokkenberg" te Nijmegen. Hij haalde
de akte Nederlandsche taal M.O. en heeft
ook het candidaatsexamen in de Neder
landsche letteren afgelegd. In 1890 werd
Bolkestein tot onderwijzer te Nijmegen be
noemd.
Daarna werd hij hoofd van een Ulo-school
te Rhenen. In 1901 ging hij als leeraar in de
Nederlandsche taal en geschiedenis naar
Nijmegen terug, waar hij aan eenige hoo-
gere burgerscholen werkzaam was. In 1907
werd hij leeraar in dezelfde vakken aan de
derde H.B.S. met 5-jarigen cursus te Am
sterdam. In 1912 werd hij directeur van de
eerste 3-jarige H.B.S. te Amsterdam, en in
1916 directeur van de vijfde H.B.S. met 3-
jarigen cursus aldaar, doch vier maanden
later werd hij inspecteur van het middel
baar onderwijs, in de inspectie van Noord
bolland en Utrecht. Van 1917 tot 1934 is de
heer Bolkestein inspecteur van het middel
baar onderwijs geweest, terwijl hij van
1934 tot 1937 de functie van inspecteur der
gymnasia en van het middelbaar onderwijs
in de vierde inspectie heeft vervuld.
Van de hand van den heer Bolkesteir
verscheen in 1914 een werk getiteld „D
voorgeschiedenis van het middelbaar or
derwys". In den loop der jaren publicee
de de heer Bolkestein, die thans ambtelo-
in Amsterdam woont, vele artikelen ovc
onderwijs en buitenlandsche politiek in „D
Opbouw", „Gezin en school", „Volksont
wikkeling", enz.
De heer Bolkestein, die de vrjjz-.dem. be
ginselen is toegedaan, is ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw.
A. Q. H. Dijxhoorn.
A. Q. H. Dijxhoorn werd in 1889 ge
boren en trad, na de Kon. Mil. Academie
te hebben doorloopen, op 29 Juli 1911 als
tweede luitenant in dienst van het Ned.
leger. Hij werd in 1915 bevorderd tot eerste
luitenant, in 1927 tot kapitein en in Nov.
1936 tot majoor. Twee jaren later werd de
heer Dijxhoorn, die inmiddels was toege
voegd aan den chef van den generalen staf,
tot den rang van luitenant-kolonel bevor
derd en belast met de leiding van het bu
reau generale staf aan het departement van
defensie.
Hij is ridder in de Oranje-Nassau-Orde en
in het Legioen van Eer van Frankrijk.
Ir. J. W. Albarda.
Ir. Johan Willem Albarda werd
op 5 Juni 1877 te Leeuwarden geboren. Na
de vijfjarige H.B.S. in zijn geboortestad te
heben doorloopen, bezocht hij de toenmali
ge polytechnische school te Delft, die hij
in 1903 als werktuigkundig ingenieur ver
liet. In 1911 werd hij benoemd tot directeur
van de gemeentelijke arbeidsbeurs te Am
sterdam, nadat hij van 1903 tot 1905 leeraar
in de wis- en natuurkunde was geweest aan
de H.B.S. te Almelo en van 1905 tot 1911
leeraar in de wis- en werktuigkunde te 's-
Gravenhage.
In het jaar 1913 werd ir. Albarda voor de
S D.A.P. gekozen als lid van de Tweede
Kamer. Voor dezelfde party had hij van
1915 tot 1927 zitting in den Haagschen ge
meenteraad; van 1917 tot 1923 was hij wet
houder van onderwijs van die gemeente.
Bovendien bekleedde hij het lidmaatschap
van de Prov. Staten van Zuidholland van
1916 tot 1919. Sinds 1925 is de heer Albarda
voorzitter van de soc.-dem. fractie der
Tweede Kamer als opvolger van mr P j
Troelstra.
Tal van tijdschriften- en dagbladartike
len, brochures en praeadviezen zijn van zijn
hand verschenen.
Mr. M. P. L. Steenberghe.
Mr. Maximilien Paul Leon
Steenberghe is op 2 Mei 1899 te Leiden
geboren. Hij studeerde aan het gymnasium
en de rijksuniversiteit te Utrecht in de rech
ten, aan welke universiteit hij in 1920 pro
moveerde.
Op internationaal terrein is mr. Steen
berghe zeer dikwijls werkzaam geweest en
ook hier werden hem de meest belangrijke
opdrachten verleend. In 1923 vaardigde de
werkloosheidsraad hem af naar het intern,
congres in Luxemburg; in 1925 vertegen
woordigde hij de Nederlandsche werkge
vers op het int. werkgeverscongres te Stre-
sa, in 1927 nam hij als vertegenwoordiger
der Nederlandsche regeering deel aan de
economische conferentie te Géneve en in
1928 trad hij op als gedelegeerde der unie
van de Volkenbondsvereeniging op 't eco
nomisch congres te Praag. Ook heeft mr.
Steenberghe een zeer voorname rol ge
speeld by de onderhandelingen over 't han
delsverdrag Nederland-Duitschland, waar
aan hy als regeeringsgedelegeerde heeft
deelgenomen.
In Juni 1934, toen minister Verschuur af
trad, werd mr. Steenberghe diens opvolger
als minister van econ. zaken. In September
1935 evenwel trad hij reeds af wegens ver
schil van meening inzake het monetaire
vraagstuk met dr. Colijn.
De heer Steenberghe, die in 1937 voor de
R.K. Staatspartij gekozen werd tot lid der
Tweede Kamer, had vervolgens zitting in
het vierde kabinet-Colijn van 1937-1939 als
minister van economische zaken.
Dr. J. van den Tempel.
Dr. J. v n den T e m p el, geboren 1
Aug. 1877 ie Willemstad (N.Br.), ving zijn
loopbaan aan als schildersgezel te Amster
dam.
In 1906 werd hij secretaris van het Ned.
Verbond van Vakvereenigingen, welke
functie hij tot 1918 bleef vervullen. Inmid
dels had hij in 1911 de akte M.O. staathuis
houdkunde en statistiek en in 1913 de akte
M.O. staatsinrichting weten te behalen.
Tot lid van de Tweede Kamer werd hij
als medevertegenwoordiger der S.D.A.P. in
Nov. 1915 gekozen en hij is dit tot nu toe
onafgebroken gebleven.
In 1921 ging de heer van den Tempel de
colleges aan de Ned. Handelshoogeschool te
Rotterdam volgen, waaraan hij in 1927 cuin
laude promoveerde tot doctor in de han
delswetenschap, op proefschrift: „Macht en
economische wet".
Dr. van den Tempel was van 1910-19 en
van 1927-'32 lid van den Amsterdamschen
gemeenteraad en had tevens een aantal
jaren zitting in de Prov. Staten van Noord
holland. Voorts is hy lid van den Hoogen
Raad van Arbeid.
Behalve de genoemde dissertatie versche
nen van zijn hand de volgende publicaties:
„De Nederlandsche vakbëweging en haar
toekomst" (1919); „Kapitaal en volksinko
men" (1920) „Problemen der socialisatie"
(1925); een roman „Jacqueline. Vrylieff"
(1931) en „De wereld in. stormtij. Onder
zoek naar oorzaken, zin..en verloop van de
economische en maatschappelijke spannin
gen" (1939).
Ch. J. I. M. Weiter.
•JiL.
De heer Charles Joseph Ignace
Marie Weiter werd 6 April 1880 te den
Haag geboren.
Na de H.B.S.-jaren volgde de studie aan
de Indische instelling te Delft en toen ook
deze jaren met goed succes verloopen wa
ren, begaf de heer Weiter zich naar Ned.-
Indië, waar hij spoedig in dienst van het
gouvernement trad.
Den 3en Nov. 1924 volgde zijn benoeming
tot lid van den Raad van Ned.-Indië, het
'mogste bestuurscollege in Insulinde.
Dezen post moest hij echter spoedig weer
:rlaten, doordat de heer Weiter op 26 Sep-
mber 1925 door de koningin tot minister
in koloniën werd benoemd in het mini-
erie-Colijn. Zijn ministerschap was echter
.an korten duur, doordat het ministerie 8
Maart 1926 aftrad in verband met de aan
neming van het amendement-Kersten be
treffende de opheffing van het gezantschao
bij het Vaticaan. In 1926 werd hij opnieuw
benoemd tot lid van den Raad van Ned.-
Indië.
In September 1929 werd de heer Weiter,
als opvolger van den heer K. F. Creutzberg,
benoemd tot vice-president van dat college,
welk ambt hij bekleedde tot 1931. Hierna
repatrieerde hij naar Nederland. Hij bleef
zich bewegen in het openbare leven.
Hij was voorzitter van de staatscommis
sie voor verlaging van de regeeringsuitga-
ven (de bezuinigingscommissie-Weiter). In
1933 werd de heer Weiter benoemd tot
voorzitter van den Ondernemersraad voor
Ned.-Indië.
De heer Weiter was minister van koloniën
in het vierde kabinet Colyn van 1937-1939
Geen regeeringsverklaring.
Op een vraag of het voornemen be
staat in de Kamer een regeeringsver
klaring af te leggen, heeft de heer de
Geer ontkennend geantwoord.
Aangaande de plannen voor de toe
komst meende hy zich op dit oogenblik
te moeten bepalen tot de verklaring,
dat de zelfstandigheidspolitiek, zooals
die tot dusver door ons land gevoerd is,
onder het nieuwe kabinet volledig en
onverzwakt zal worden gehandhaafd.
AUTO BOTSTE TEGEN EEN BOOM.
Twee gewonden.
Gisteravond omstreeks kwart over acht is
op den straatweg tusschen Beekbergen en
Klarenbeek een personenauto uit Arnhem,
waarin drie personen, afkomstig uit Arn
hem, Doesburg en Nymegen, waren geze
ten, door tot dusverre onbekende oorzaak
tegen een boom gereden. Spoedig was ge
neeskundige hulp aanwezig. De chauffeur
liep zeer ernstige verwondingen op en werd
met den Nijmegenaar, die eveneens gewond
werd, naar een ziekenhuis te Apeldoorn
overgebracht. De Doesburger kon, na te
zyn verbonden, per auto naar huis terug-
keeren.
Acht gewonden, dr;e ernstig.
Bij het binnenrijden van het stations
een motortrein uit Leiden K
stcotblok gebotst. Hierbij zyn van
veertien reizigers acht gewond, waarva
drie min of meer ernstig.
By het fremmen38V1a0ndte om 10.32 uur in
den motortrein no. 3810, die °m nor-
Gouda aankomt, werkten de oorzaak
maal, maar door nog niet bëken
gleed de trein door, met Jet stoot-
met een vaart van ca. 25 km leg waar
blok aan het einde van het kopspoo
de lyn uit Leiden ejndigt^reed^ g
De passagiers hadden allen nu te
reeds verlsten en stonden T.kki,iuk
stappen. Dit «rkUartJl..
geringe materieele schad
letsel kregen. De reizigers werden a^o q{
ver geworpen en kwamen p wagen te-
tegen den houten opstand in izi_
recht. Het bleek, dat van de ve«™endam9S
gers er acht gewond waren f
drie heeren en een jongen. ^pen
Bik heeft op het stat^T^uip verleend
zij waren gebracht, medische hu p
en hen voor ---^«2en
gewonden moesten in he
opgenomen. naar het
Per auto van den z'jn 'J ijn de
L itootd en
en de 45-jarige meubelfabrikant -
Steyn, eveneens uit Waddmxveen, die een
hensenschudding heeft gekregen,
stand is niet levensgevaar]lyk. kneu.
De andere gewonden ^dden 1)i
zingen of hoofdwonden. Nadat de dokterhen
behandeld had en zij den schrik te b<.ven
waren, konden zij naar huis ga
genbestuurder J. Toonen te Gouda hadl ge^
letsel en kon normaal zyn dienst
"Srtrein is in de rails gebleven en heeft
slechts verbogen buffers. Het stootblok
gedeeltelijk vernield. De tremenloop onder
vond geen enkele vertraging. De politieheef^
voor het onderzoek den motorwagen
slag genomen.
Was de publieke belangstelling voor den
electrischen driewagentrein, die met tal van
moeilijkheden naar het J. W. Brouwerplein
was vervoerd en gister ter plaatse gestation
eerd bleef, in den vooravond reeds groot
tegen den tyd - een uur na middernacht
dat het verder transport zou plaats heb
ben, hadden vele honderden er een malsch
regentje voor over om getuige te Zyn van
dit ongewoon gebeuren. De politie zorgde er
evenwel voor, dat de belangstelling niet al
te hinderlyk werd.
Even na één uur werd de stoomwals aan
gehaakt en vol spanning wachtte men tot er
beweging in het gevaarte zou komen. En
jawel ditmaal nam het de bocht naar de van
Baerlestraat in één ruk en toen scheen het
alsof de trein op het asphalt thuisbehoorde,
zoo vlot en geregeld verliep de eerste etappe
naar de brug over de Ruysdaelkade, na
eenige handige manoeuvres tusschen
vluchtheuvels en tramrails.
Evenwel de moeilijkheden bleven nog
niet uit, want eer men het gevaarte over de
brug had, moesten er tal van maatregelen
worden genomen om alle risico te vermij
den, temeer daar de tweede stoomwals de
fect geraakt was en men nu met een inmid
dels v. Uilenburg gerequireerden zwaar be
lasten oplegger moest trachten het doorglij
den van de brug te voorkomen.
Zonder groote moeilykheden kon de brug
over de Ruysdaelkade worden genomen en
toen het transport eenmaal de Ceintuurbaan
bereikte, had men nog slechts rekening te
houden met de bocht naar de v. Woustraat.
Dank zij de technische voorzorgen men
had o.a. den vluchtheuvel by laatst
genoemde straat een eind ingekort, kon ook
deze bocht vlot worden gepasseerd. Een
klein oponthoud, veroorzaakt door het los
raken van eenige wiggen in deze straat, en
men stond voor de brug aan de Singel
gracht, die men uit voorzorg versterkt had.
Zonder stagnatie ging het transport ook hier
en weldra was men op het Frederiksplein
aangekomen, byna een kwartier vóór den
verwachten tyd. Hier moest gezorgd wor
den, dat de tramsporen tydig werden vry-
gemaakt. Te 3.50 uur stond het gevaarte
voor den ingang van het tentoonstellingster
rein. Het talryke publiek, dat tot dusver de
verschillende manoeuvres had gevolgd, be
gon langzamerhand af *e trekken om plaats
te maken voor nieuwkomenden, die hun
dagtaak aanvingen. De tractors maakten
rechtsomkeert en nu kwam de handkracht
en weer aan te pas. Met zes man aan de lier
trok men het gevaarte naar de voor het em
placement aangebrachte rails, welk werk
geruimen tyd in beslag nam. In den vroegen
ochtend was men daarmede gereed en was
de eersteling van de tentoonstelling binnen
de hekken gebracht.
Tydens het transport in de van Baerle
straat weigerde een recalcitrant toeschou
wer aan de bevelen van de politie te vol
doen en pleegde daarby verzet. Zyn trans
port naar den politiepost per motorzijspan,
nam slechts enkele minuten in beslag.
Men zal nu alleen de nachten ervoor
gebru'ken.
Als resultaat van het overleg, dat reeds
gisternacht en ook gistermorgen heeft plaats
gehad tusschen ingenieurs der spoorwegen
en van den dienst van publieke werken te
Amsterdam betreffende het vervoer door de
stad van het voor de spoorwegtentoonstel
ling bestemde materiaal, kan worden mee
gedeeld, dat besloten is elk transport in het
vervolg In twee nachten over te brengen. De
moeilykheden by het overbrengen van het
zware en in rechthoekige bochten zeer las
tig manoeuvreerbare materiaal zyn grooter
gebleken dan men oorspronkelyk had Be
dacht en om nu te voorkomen, dat het Ver~
keer en vooral het tramverkeer, opnieuw
i ~~+-ionrrHiiriÉr gestagneerd
Keei e» -fwcUW
kans loopt" langdurig gestagneerd te worden
heeft men er van moeten afzien om reeds in
de avonduren met het transport te begin-
Tn het vervolg zal alleen des nachts tus
schen 1 en 6 uur, wanneer er geen trams
ryden, aan het overbrengen van het mate
riaal worden gewerkt. Op zyn vlugst zulien
de spoorwagons, alsmede de Jumbo en de
daarby behoorende tender, dus in 18 nachten
van het Haarlemmermeerstation naar het
tentoonstellingsterrein worden overgebracht
In den eersten nacht van elk transport hoopt
men het Sarphatiepark te bereiken. Daar
zal het over te brengen materiaal dan ge-
durende den volgenden dag blyven staan
kan men zich een mooiere reclame voor de
tentoonstelling voorstellen? en in den
tweeden nacht wordt de tweede helft van
den moeizamen en langen weg naar het Fre
deriksplein afgelegd.
Door de ervaringen, opgedaan by elk trans-
port, hoopt men de overbrenging iederen
nacht vlotter te doen geschieden. Vele moei-
lykheden, die zich gisteravond openbaar
den, zullen nu reeds voorkomen kunnen
worden.
Ook is het noodig geoordeeld de bevesti
ging van de zware gevaarten met de kleine
lorries by de volgende transporten nog ste
viger te maken en de lorries zelve te ver
anderen, waardoor het practisch niet meer
mogelyk zal zyn, dat de wagens van de
„mosterdpotten" afglyden.
De dagelyksche besturen der drie centrale
landbouworganisaties, te weten de Christe-
lyke Boeren- en Tuindersbond in Neder
land, de Katholieke Nederl. Boeren- en
Tuindersbond en het Kon. Nederl. Land-
bouwcomité, vergaderden Woensdag 26 Juli
1939 te 's-Gravenhage.
De vergadering zette de besprekingen
voort over de wenschelykheid om de thans
bestaande crisismaatregelen door de belang
hebbenden zelf te doen overnemen.
Besloten werd aan de hand van de door
elk der drie centrale landbouworganisaties
ingediende nota en in aanmerking nemende
het in de vergadering naar voren gebrachte
een nota op te stellen, waarin het gemeen-
schappelyk standpunt van de organisaties
ten aanzien van de overname van de
landbouwcrisismaatregelen is vervat.
Besloten werd nogmaals by de regeerings-
commissarissen aan te dringen op maatrege
len ter verbetering van de vleeschmarkt en
de te lage vleeschpryzen en voorts zal er bjj
hen op worden aangedrongen, de winter-
melkpryzen vroegtydig en geleidelyk te
laten ingaan.
Aan den minister van economische zaken
zal een schryven worden gericht, waarin de
teleurstelling der organisaties wordt uitge
sproken over het feit, dat de minister zicji
niet heeft gehouden aan den door den orga
nisaties genoemden richtprys. De thans
vastgestelde prys moet te laag worden ge-'
acht.
Besloten werd er by het college van regee-
ringscommissarissen op aan te dringen den
richtprys voor de gerst gelyk te stellen aan
den richtprys voor de rogge. Het is van
groot belang dat de uitkomsten van den
gerstverbouw relatief grooter worden, daar
er dit jaar veel gerst wordt verbouwd in
plaats van de uitgevroren tarwe.
Aan de commissie van beheer C.L.O.
mengvoerders zal worden medegedeeld, dat
de drie centrale landbouworganisaties op het
standpunt staan, dat de C.L.O. controle
mengvoeders in tact dient te blyven onder
rijkstoezicht. Daarnaast kan een controle
voor den handel worden opgericht, even
eens onder rykstoezicht.
Met het samenbrengen van beide con
troles onder rykstoezicht kunnen decentrale
landbouworganisaties zich niet vereenigen.
De drie centrale landbouworganisaties we
ren van oordeel, "'ch nog niet te kunnen uit
spreken over de overname van de teelt
regeling voor de pluimveehoudery alvorens
inzake de overname van de landbouwcrisis
maatregelen in het algemeen met de regee
ring besDrekingen zijn gehouden.
Aan den minister van financiën zal wor
den verzocht de reductie van het percentage,
der huurbelasting te stellen op 25 pCt. en
dus te brengen op 1,5 pCt. Wanneer deze
wijziging door den rrrnister zou worden aan
gebracht, zou de georganiseerde landbouw
er zich mede accoord kunnen verklaren
dat in den vervolge eerst by het overschrij
ven van 40 pCt. van de opbrengst restitutie
kan plaats vinden in plaats van by 30 pCt-
zooals thans in het wetsontwerp is bepaald-
Voorts zal den minister van financiën wor
den verzocht het daarheen te willen leiden,
dat afschryving op huizen by de afgu
van de huurwaarde voor de inkomsten
belasting wyordt toegestaan. Een noodzake-
ïyke afschryving moet biliyk worden f®^
acht, daar ook huizen vry spoedig ve -
ouderen.
Besloten werd aan den minister van eco'.
nomische zaken een schryven te rich
waarin er de aandacht op wordt gevestigd
dat het niet gewenscht moet worden 8®ac
de vestigingswet kleinbedryf ook 406
passen op de distributie van veevoeders
op het malerybedryf. De organisaties wa
voorts van oordeel dat diegenen die e®
zaakvoederscursus en een landbouwwm
cursus met aanteekening hebben doorloop
behooren te worden vrygesteld van
eischen gesteld in de Vestigingswet.
Benoeming Tweede-Kamerlid. - Alsi
van de Tweede Kamer is in de vaca,ra.
ontstaan dqor het bedanken als Tweed®'
merlid van jhr. ir. O. C. A. van Lidtïi
Jeude, toen deze minister van waters
werd, benoemd de heer C. J. van Kemp*
die deze benoeming heeft aangenomen-
Te water geraakt en verdronken-
Gistermiddag is het negenjarig doe
van de familie de Jong te Barwouts^ariiike
(Z.-Holl.) by het spelen naby de ou e
woning in den Ouden Rijn geraakt en
dronken.