Een zoon van z'n Vader JieuMetoa Hoe de S. D. A. P. zich hoor functie als regeeringspartij denkt. Ir. Albarda en dr. J. v. d. Tempel voerden het woord. ~angeertrein ontspoord te Amsterdam. GEMENGD NIEUWS. Naar het Engelsch van RIDGWELL CULLUM. Door T. v. d. MADE. TWEEDE BLAD 2 De federatie Amsterdam der S.D. A.P. belegde gisteravond in de groote zaal van het Concertgebouw en in Krasnapolsky vergaderingen ter gelegenheid van de intrede van sociaal-democraten in de regeering. Beide vergaderingen waren zeer druk bezocht. Zoowel in Krasnapolsky als in het Con certgebouw voerden de beide sociaal-demo cratische ministers Z.Exc. ir. J. W. Albarda en Z.Exc. dr. J. van den Tempel het woord. In het Concertgebouw sprak eerst de voorzitter van de S.D.A.P., de heer K. Vor- rink, over „nieuwe perspectieven voor de Nederlandsche politiek". Wij mogen consta- teeren, dat het politieke leven in Nederland onder dr. Colijn is vastgeloopen, aldus spre ker. In ons allen leeft de wensch, dat de coalitiepolitiek nu voor goed begraven moge zijn. De door het ministerie Colijn gevoerde politiek was onnationaal, omdat zij een be letsel was om de nooden van ons volk te lenigen. Als sociaal-democraten zouden wij te kort doen, wanneer wij slechts over de moeilijk heden in dezen tijd weeklaagden, in alle rangen en klassen der maatschappij is het besef groeiende, dat een uitweg gevonden moet worden uit de economische verwar ring, die in de wereld is ontstaan. Een op bouwende welvaartspolitiek moet worden gevoerd. Na den wereldoorlog is de mensch- heid er niet in geslaagd om vrede en wel vaart te organiseeren. Er is echter een ar beidersklasse opgekomen, die weigert het slachtoffer te worden van het gevoerde wanbeheer". Uitvoerig besprak de heer Vorrink de door minister Colijn gevoerde politiek van aanpassing en bezuiniging. Ir. het vierde kabinet Colijn kwam de breuk tengevolge van innerlijke verdeeldheid. Thans heeft onze partij haar plaats ingeno men in het nieuwe ministerie, zij is volko men gereed verantwoordelijkheid te dra gen voor geheel ons Nederlandsche volk. „Partij en vakbeweging waren volkomen één in het besluit om deel te nemen aan de regeering. Wij zijn er aan toe om onze krachten meer in dienst te stellen van het geheele Nederlandsche volk. In de afgeloo- pen weken is Nederland aan een groot ge vaar ontsnapt, n.1. aan dat van het zich breed maken van een bijgeloof: de onmis baarheid van den heer Colijn". Nu is aan dat bijgeloof een einde geko men. De coalitiepolitiek is aan haar eigen onwaarachtigheid ten gronde gegaan. „Moge zij nooit uit haar asch herrijzen", riep spr. uit. Thans, zoo besloot spreker, hebben wij er behoefte aan ons vertrouwen uit te spreken in Albarda en van den Tempel, twee man- ren, die een leven van strijd ten bate van de partij achter zich hebben. (Applaus.) Na de pauze spraken de beide sociaal democratische ministers. Zij werden bij het betreden van de zaal luide en langdurig toegejuicht. Waarna de Internationale werd ingezet. Aan de echtgenooten van de mi nisters werden roode anjers aangeboden, waarna de voorzitter van de federatie de eerste s.d. ministers welkom heette. Dr. van den Tempel spreekt. De minister van sociale zaken, Z.Exc. dr. J. van den Tempel, sprak vervolgens een kort woord „Wij zullen vanavond niet spre ken over het te voeren regeeringsbeleid. Wel wil ik spreken over het aanvaarden van de ministerzetels en de beteekenis daar van. Bij de eerste besprekingen drongen twee punten naar voren. Het aanvaarden was slechts onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Diep gevoelden wij de historische beteekenis van het oogenblik en wij zouden tekort zijn geschoten wanneer wij onder re delijke voorwaarden de regeeringszetels niet hadden aanvaard, te meer daar de toe standen in Europa, met een brandend fas cisme voor de poorten, zoo moeilijk zijn. Wij staan voor tot het uiterste gespannen politieke verhoudingen in een gestoord we reldhuishouden. Wij beleven een crisis van alle zedelijke waarden, doch in toenemende mate is in ons volk het besef doorgedron gen wat op het spel staat. Het beseft, dat het zyn weg door de moeilijkheden moet banen en zouden wij dan terzijde gaan staan? Neen, wij zullen onze taak voor het Ne derlandsche volk zoo goed mogelijk vervul len. Wij willen de werkloosheid te lijf. Met behulp van allen in den lande, die van goe den wille zijn, willen wij dat monster be strijden. Uitdrukkelijk constateerde spre ker, dat het niet de schuld van de s.d. is. dat de basis van dit kabinet niet nog bree- der is. Samenwerking van alle vooruitstre- venden is noodzakelijk in deze moeilijke tijden. Spr. besloot met een persoonlijk woord, waarin hij zijn groot vertrouwen in de sociaal-democratie uitsprak. Toespraak van ir. Albarda. De minister van waterstaat, ir. J. W. Al barda zeide in zeker opzicht te zijn geko men om afscheid te nemen, omdat hij niet langer afgevaardigde in het parlement is. Spr. dankte voor het herhaaldelijk ge schonken vertrouwen. Er is thans reden tot blijdschap, de weg tot verdere en betere politieke verhoudin gen is geopend. Het perspectief is schoon. De vernederingen, die de partij de laatste jaren onderging, hebben ons niet gebroken. Eenheid en vastberadenheid zijn de eigen schappen der S.D.A.P. gebleven, kloek heeft zij haar stellingen en program vernieuwd. Onze plaats in het politieke leven van Ne derland is zeer verbeterd. Rechtop en met opgeheven hoofd, met de geheele partij in vol vertrouwen achter ons, hebben wij onze ministerzetels ingeno men. Hulde wil ik brengen, zeide spr., voor de breede opvattingen, waarvan H.M. de ko ningin bewijs heeft gegeven. (Applaus.) Hulde bracht spr. ook aan den formateur van het huidige kabinet. Wij, van den Tem pel en ik, aldus spreker, zullen ons best doen. „Dag en nacht zal het lot van onze werkloozen ons voor oogen staan en wij zullen alles in het werk stellen om dat lot te verbeteren. In geest en ziel van het Neder landsche volk moet iets veranderd worden. Geloof en vertrouwen in eigen kracht moet ons vólk terugkrijgen. Met blijdschap en moed gaan we de nieu we periode van de sociaal-democratie in Nederland tegemoet". Gisteravond even voor acht uur is tenge volge van een ontijdige wisselbediening een z.g. b.c. rijtuig, een spoorwagon tweede en derde klas, deel uitmakende van een rarv- geertrein ontspoord ter hoogte van het Weesperpoort-station te Amsterdam. De derailleerende wagon schoot dwars over een aantal sporen heen, waardoor ongelukkiger wijze de twee hoofdsporen van de drukke lijn AmsterdamUtrecht waren versperd. Onmiddellijk werden twee ongevallen wa gens met het daarbij behoorende personeel gerequireerd, resp. van de Rietlanden en van het Centraal Station. Voorts werden onmiddellijk maatregelen genomen om het reizigersverkeer zoo weinig mogelijk stagnatie te doen ondervinden. Reizigers voor de richting Utrecht en ver der, die op het Centraal Station in den trein stapten, reden via Hilversum. De treinen uit Utrecht konden kort na het ongeval het Weesperpoortstation weer bereiken, omdat men er reeds heel spoedig in was geslaagd één hoofdspoor vrij te krijgen .Deze treinen konden de reis echter niet naar het C.S. voortzetten. Zij bleven op het Weesperpoortstation, van waar ze dan volgens de dienstregeling weer naar Utrecht vertrokken. Als gevolg van de ontsporing was n.1. een aantal wissels defect geraakt, waardoor het treinverkeer tusschen C.S. en W.P. voor- loopig niet meer mogelijk was. Om half elf was deze storing verholpen. DE FILMKEURING IN HET ZUIDEN VAN HET LAND. Ook a- en b-films worden voortaan gekeurd. In het begin van dit jaar zijn te Amster dam besprekingen gevoerd tusschen eener- zijds het hoofdbestuur van den Nederland- schen Bioscoopbond en anderzijds het be stuur van de Vereen, v. Noord-Brabantsche er. Limburgsche gemeenten voor gemeen schappelijke filmkeuring met betrekking tot de eventuëele nakeuring voor het Zuiden van de zoogenaamde a- en b-films. Tot nu toe werden alle zoogenaamde c- films, dat zijn films, die door de centrale commissie voor de filmkeuring zyn toegela ten voor personen boven 18 jaar, nagekeurd. Bioscoopexploitanten in N.-Brabant en Lim burg in gemeenten die bij de Zuidelijke filmkeuringsvereeniging waren aangesloten hebben zich vrijwillig aan deze keuring onderworpen. In 1929 was echter tusschen den Neder- landschen Bioscoopbond en genoemde Zui delijke filmkeuringsvereeniging overeenge komen, dat de zoogenaamde a- en b-films (dat zijn films, die door de centrale commis sie voor de filmkeuring resp. voor alle leef tijden en voor personen boven 14 jaar zijn toegelaten) niet door de katholieke film* centrale zouden worden nagekeurd en vrije lijk door de bioscoopexploitanten in het zui den, die zich onder het bijzonder toezicht van de K.F.C. hadden gesteld, konden wor den vertoond. De gemeentebesturen in het Zuiden, aan gesloten b'i de Zuidelijke Filmkeuringsver., hebben r" den wensch te kennen gegeven, dat ook vir de exploitanten, die onder het bijzonder toezicht der K.F.C. staan, de zoo genaamde a- en b-films in den vervolge worden nagekeurd, waarvoor genoemde ver. de medewerking van den Nederlandschen Bioscoopbond heeft ingeroepen. Als voorloopig resultaat der met betrek king tot deze aangelegenheid gehouden be sprekingen werd besloten een commissie in het leven te roepen, bestaande uit vertegen woordigers van de Zuidelijke Filmkeurings- vereen., bijgestaan door afgevaardigden van de Katholieke F;lm Centrale en der Kath. Film-actie, alsmede vertegenwoordigers van den Nederlandschen Bioscoopbond en deze commissie te belasten met het opstellen van een daartoe strekkend plan. Volgens een door haar samengesteld schema zullen alle hoofdfilms en één- of twee-acters van het zoogenaamde bijwerk, welke door de centrale commissie voor de filmkeuring ziin toegelaten, ongeacht voor welke leeftijdsklasse, een nakeuring van een sub-commissie der keuringscommissie on derworpen zijn. De leiding van het keuringsorgaan wordt opgedragen aan een comité bestaande uit 5 leden, t.w. 2 vertegenwoordigers van de katholieke filmcentrale, 1 vertegenwoordi ger van de katholieke film-actie, 1 vertegen woordiger van de vereeniging van Noord- Brabantsche- en Limburgsche gemeenten voor gemeenschappelijke filmkeuring en 1 vertegenwoordiger van den Nederlandschen bir—oop-bond. Fon tweede schema is opgesteld voor de nakouringsnormen der K. F. C., waarin als algemeene norm voor de ethische beoor deeling van films het volgende is bepaald. Als ethisch ontoelaatbaar moeten beschouwd worden: films wier vertooning gevaar op levert voor het godsdienstige, zedelijke of maatschappelijke leven van de katholieke toeschouwers en of den godsdienst, de ze delijkheid of de maatschappij kan ^chaden. Deze norm is in het schema nader uitge werkt en toegelicht. WIELRIJDER OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR TREIN GEGREPEN. Slachtoffer was op slag dood. Gistermiddag is de 60-jarige J. de Greef uit Wouw, toen hij per rijwiel den onbe- waakten overweg aldaar passeerde, door den trein uit Vlissii gen welke op weg was naar Roosendaal, gegrepen. Het slachtoffer werd omstreeks horfderd meter meegesleurd er was op slag dood, Het uitzicht ter plaatse is slecht. Een wachthuisje, dat niet meer als zoodanig dienst doet, doch hetwelk wel bewoond werdt, beperkt het zicht aanzienlijk. Na enkele oogenllikken vertraging heeft de trein de reis voortgezet. DE TOESTAND VAN DE PRINSESSEN UITSTEKEND. Men meldt van officieeie zijde, dat het met den gezondheidstoestand van prinses Juliana en de jonge prinses Irene steeds goed blijft gaan. Prinses Juliana heelt gisteren reeds gedurende korten tyd het bed mogen verlaten. POLITIE DREGDE TE VERGEEFS IN HET MERWEDEKANAAL. De politie heeft thans haar aandacht geconcentreerd op het zoeken naar de nog ontbrekende deelen van het bij Terschuur gevonden lijk. Zij bestudeert de haar ver strekte inlichtingen nauwkeurig in de hoop een spoor te vinden. Zoo vervoegde zich Zondagmiddag een inwoner van Weesp by de gemeentepolitie aldaar met de mededeeling, dat hij op den avond van 24 Juni j.1., toen hij zich per fiets naar huis begaf en zich ter hoogte van de nieuwe verkeersbrug over de Merwede bu Weesperkarspel bevond, een plons in het water had gehoord. Het bewuste voorwerp zou naar zijn meening een kist of een kof fer hebben kunnen zijn, die van de brug in het water zou zijn gegooid. Het was vrijwel onmiddellijk gezonken. Door bij zondere omstandighedenwas hij ir. staat den juisten datum van dit voorval te hebben onthouden, evenals het tijdstip, dat tus schen half tien en tien uur '3 avonds zou hebben gelegen. In de bladen had hij van het drama gelezen en het was uit den aard der zaak opgevallen, dat de datum, waar op de hofmeester den grooten hutkoffer heeft vervoerd, overeenkwam met den dag, waarop hij dien plons in het water had gehoord. De Weesper politie stelde de justitie nog dienzelfden dag met deze mededeeling in kennis en gister heeft de Amsterdamsche politie bijra den geheelen dag op de aan gegeven plaats gedregd. Resultaten heeft dit dreggen echter niet gehad. ERNSTIG ONGELUK IN SLAGERIJ TE BLERICK. Gistermiddag is een ernstig ongeluk ge beurd in een slagerij te Blerick. Het 7- jarig zoontje was met een vriendje, de 8-jarige van Friens uit Venlo, in den win kel aan het spelen. Op een gegeven oogen blik maakte het 7-jarig jongetje zich meester van het veiligheids-slachtapparaat, dat hij op zijn vriendje richtte. Het wapen ging af, en verwondde het jongetje ernstig aan het hoofd. In zorgwekkenden toestand werd het jongetje naar het ziekenhuis te Venlo overgebracht, waar onmiddellijk operatief werd ingegrepen. NU BEN IK W«R„rir" VOOSTWT BLIJF IK Bij „FlFTv-t.r, T ClGABCTTES-20 voos 'SCtNTs LETLANDSCHE MINISTER TE ROTTERDAM OVERLEDEN. De leider der Letlandsche staatskanse- larij David Rudzits, die den titel van mi nister voert, is gisteren te Rotterdam tengevolge van een hartverlamming over leden De heer Rudzits was ongeveer een week geleden in gezelschap van zijn echtgenoote en zijn zoon per boot uit Liga hier aange komen om een vacantiereis door Neder land en België 'e maken. Het stoffelijk overschot van minister Rudzits zal per trein of auto naar Letland worden getransporteerd. De Letlandsche consul-generaal te Rotterdam, de heer B. Pavarsas, zal het transport naar Letland vergezellen. VOORLOOPIGE SURSEANCE AAN MENDELSSOHN VERLEEND. Lasten 217,8 millioen, baten 212,1 millioen. De Amsterdamsche rechtbank heeft giste ren voorloopige surseance van betaling ver leend aan de firma Mendelssohn en Co. Am sterdam. De rechtbank benoemde tot bewindvoer ders mr. M. van Regteren Altenan, advo caat en procureur te Amsterdam: P. Pierson te Baarn, firmant van de firma Pierson en C., bankiers te Amsterdam en A. W. A. Meyer, procuratiehouder der firma Hope en Co. te Amsterdam. Bij de surseance is overgelegd een staat van activa en passiva. Deze wijst uit, dat de baten op papier bedragen 212.173.806,73, de lasten 217,853.389,34. De voornaamste ba ten zijn buitenlandsche schatkistbiljetten en fondsen, die echter bij de huidige situatie van die markt volkomen illiquide zijn. Een af wikkeling zou tot ernstige verliezen leiden" De schuldeischers zullen op Donderdag 3n' November te twaalf uur in de raadkamer van de Derde Kamer der rechtbank worden gehoord, teneinde nader te beslissen over de definitieve verleening van de surseance van betaling. De voorloopige surseance is verleend met ingang van gister, terwijl publicatie hiervan werd bevolen in drie Nederlandsche, één Fransche, één Engelsche, één Amerikaan- sche, één Belgische, één Zweedsche en één Duitsche courant Vroeg op stap. - Twee kleine meisjes, nauwelijks tien jaar oud, wonende te Am- sterdam in de Jordaan, konden de verleiding niet weerstaan om, evenals jongens zulks plachten te doen, op een vrachtauto te klim- men, toen deze zich in beweging zette, en een eindje mee te rijden. De kinderen zagen evenwel geen kans om er weer tijdig af te springen en durfden evenmin alarm te ma- ken, zoodat de rit pas eindigde, toen zy in Rotterdam aankwamen, waar de chauffeur zijn jeugdige passagiers ontdekte. De politie van de Maasstad heeft zich over de jeugdige avonturiersters ontfermd en ze naar Amster dam teruggebracht. Zandscheepje gezonken. Gistermid- dag is het 100 ton metende motorscheepje „Avontuur", schipper D. Geerling, bij het invaren van de Kleine Parksluis te Rotter- dam, in aanraking gekomen met een steenen hrugtrapje. Hierdoor werd een huidplaat aan de bakboordzijde onder de waterlijn open gescheurd, waardoor het schip veel water maakte en spoedig zonk. De opvarenden konden zich op den wal in veiligheid stellen. Het schip is verzekerd. De lading, die uit zand bestond, niet. Brand in een electrische centrale te Amsterdam. - Een oogenblik heeft het er gisteravond slecht uitgezien voor de elec trische centrale aan de Hoogte Kadijk te Am sterdam en daarmede Voor de geheele elee- triciteitsvoorziening van de hoofdstad. Er woedde een brand in een klokkenkamer van de afdeeling technische controle, waar di verse meetinstrumenten en andere labora toriumapparaten zyn opgesteld. De portier had den brand ontdekt. Een dichte, benau wende rook kroop langzaam door het trap penhuis omlaag. Onmiddellijk was de schuimbluschinstallatie in werking gesteld en wellicht door deze maatregelen is voor komen, dat het vuur zich snel kon uit breiden. Toch sloeg dit over naar het dak van de centrale hal, dat van hout is opge trokken en van hier zou het vuur zich ge makkelijk verder hebben kunnen versprei den. Doch op dat moment was er wel zoo veel brandweermateriaal en -personeel aan wezig, dat uitbreiding voorkomen kon wor den, zy het dan ook met inspanning van alle krachten. Met twee stralen, waarvan een door het trappenhuis en de andere via een ruim twintig meter lange magirusladdetj die op de binnenplaats stond opgesteld, werd het vuur nu bestreden. De schuimbluschin- stallfttie, waarop ook twee stralen waren aangesloten en een aantal zoeklichten ver leenden bovendien goede hulp. De bran was toen spoedig gelocaliseerd en korten tyd later geheel gebluscht. De klokken* kemer en het dak van de centrale hal wer den vernield. 63) Op een ander oogenblik zou ze zelf ge lachen hebben over de onnoozelheid van haar opmerking, maar nu lette ze er in haar emotie niet op. Gordon dreef zijn paard gelijk naast het hare en daarna liet hij het dier stapvoets voortloopen. Hazel volgde zonder protest zijn voorbeeld. Om haar heen heerschte de geurige, zilverige atmosfeer, die aan alles een verleidelijke schoonheid gaf. Gordon was echter niet zeker van Hazel. Had hij vermoed, hoezeer zijn woorden het meisje haddén ontroerd, dan zou al zijn schroom als bij tooverslag zijn verdwenen. Nu dwong hij zich met alle macht tot de groote vraag. „Nog maar een maand. Moet het dan ein digen. Hazel?" Hij greep Hazel's hand en drukte die teeder. ,Moet het? Kunnen we geen partners voor het heele leven blij ven?" Zijn oogen keken haar zacht aan. Hij boog zich naar haar voer en zij trok haar hand niet terug. Gordon vervolgde: ,Ik zou haast willen, dat er nu een dozijn Slossons hier waren, die ik één voor één voor jou een pak slaag moest geven. .Dat zegt je misschien, niet veel, maar mij wel. Het be- teekent, dat ik alle zorgen uit je leven wil bannen en dat ik nergens aan hecht, behal ve aan jou, zelfs niet aan dat spel, dat we nu opvoeren. Ik geloof, dat ik den eersten dag, dat ik je zag, al van je hield en dat is van toen af steeds sterker geworden. Ik verlang niets anders dan je altijd bij me te hebben". De twee paarden waren stil blijven staan en werden ook niet weer voortgedreven. „Altijd, Hazel", zei Gordon nog zachter. „Je zult nooit kunnen begrijpen, hoe ik naar je verlang. Zullen we voor altijd partners zijn?" Het meisje staarde uit over het maan landschap, zoodat Gordon de gelukkige tinteling in haar mooie oogen niet kon zien. Hii voelde slechts haar hand in de zijne trillen. Toen, plotseling, voelde hij de andere zachte, warme, rustige-sterke hand van het meisje op de zijne en een golf van opwinding vloog door hem heen. „Beteekent dit „Ja?" vroeg hy, haar handen stevig drukkend, met schitterende oogen. „Blijven wij by elkaar, ons heele le ven lang?" Het meisje zei niets, ze knikt» slechts en drukte zijn hand zacht tegen haar borst. Toen lag ze gevangen in zijn armen, ter wijl de beide paarden de koppen bij elkaar staken, alsof ze vriendschappelijk het vreemde gedoe van hun berijders bespra ken. Blijkbaar dachten de dieren gunstig over hen. want ze bogen hun koppen voorover en stonden roerloos te wachten. Een half uur later draafden ze weer vol levenslust verder. En de hielen van hun berijders in hun flanken bewezen hun, dat zelfs verliefde menschen toch weer in het gewone practische leven terug moeten. En zoo draafden ze in den koelen nacht ver der. HOOFDSTUK XXIII. In New-York. Mevrouw James Carbhoy had de laat ste weken een verre van gelukkigen tijd doorgemaakt. Ze had geen nieuws van haar geliefkoosden zoon ontvangen. Haar echtgenoot was voor zaken op reis en had geen nauwkeurig bericht van zijn verblijf plaats gestuurd. En zelfs het vermoeiende gezelschap van haar dochter moest ze mis sen, daar ze zich genoodzaakt had gezien dit lastige kind naar hun bezitting in Tuxe- do te zenden, in de hoop, dat haar gouver nantes er in zouden slagen haar wat ge hoorzaamheid bij te brengen. Ze hield zichzelf wel minstens driemaal per dag voor, dat ze heelemaal alleen was. En alleen .zijn in het groote huis in Cen tral Park was voor haar de grootst denk bare straf hier op aarde. Ze verafschuwde het. Ze haatte het gloeiende zomerland schap van het park. Het lawaai en het ge toeter van alle auto's op den grooten as- phaltweg hinderde haar. Het paleis van roode en witte steenen, waarin ze woonde, leek haar het toppunt van leelijkheid, ter wijl haar staf personeel haar een kwelling was. Ze zou haar koffer maar pakken of liever gezegd: haar kamermeisje zou dat doen, want zelfs dat genoegen werd haar ontzegd en een tijdje naar Europa gaan. Zoo was de stand van zaken toen er op een morgen twee dingen gebeurden, die den toestand heelemaal veranderden en haar deden besluiten dit droeve monotone leventje nog maar een poos vol te houden. Ten eerste bracht de post een langen brief van haar zoon uit Buffalo Point en ten tweede kwam er een dringend verzoek van den voornaamsten vertegenwoordiger van haar echtgenoot, mr. Harker, om hem te ontvangen, daar hij zeer bemoedigend nieuws van den zoo lang verloren Gordon had en ook over de zaken van haar echt genoot in het algemeen. „Buffalo Point, in de buurt van Snake's Fall". „Liefste Mam. Het lijkt me al heel lang geleden, sinds ik u schreef. Ik heb u zooveel te vertellen en ik ben totaal vergeten, wat ik u al heb geschreven, zoodat ik haast niet weet hoe te beginnen. U zult boven aan den brief hebben gezien, dat ik in Buffalo Point ben en ik ben bly bezoek van mijn goed oud vadertje te hebben gehad, die zoo geluk kig is als een man met zijn liefde voor werk in een vacantie maar zijn kan Zijn bezoek aan mij heeft me in een groote za kelijke vertrouwenspositie hier in den om trek gebracht. Ik voel dat vader hierna la ter nooit zal behoeven te twijfelen of ik in staat ben groote zaken te behandelen HU zal moeten toegeven, dat het zaad van ziin voorbeeld in vruchtbaren bodem is geval len en ik hoop, dat ik een waardig zoon vgn een grooten vader zal blijken te zün Dit roept een probleem in me op dat me den laatsten tyd nogal heeft bezig gehou den, n.1.: het moderne begrip van den kin derplicht tegenover de ouders. Ik denk dat dit begrip verandert, net als alle dingen in den loop der tijden veranderen, in° <jen j.'p goeden ouden voorhistorischen tijd was kinderplicht heel eenvoudig. Een der eer ste plichten van een zoon was, zich zyn vader te laten afranselen, als zijn m®® der, die in dat opzicht den voorrang niet in de buurt was. Later nam de zoon zich een vrouw het spelletje begon van voren af aan. Het „keerpunt" van den kinderpn kom als het kind man is geworden en der en zoon als twee mannen tegenover kaar staan. Dan bestaat, volgens nU)> plicht niet meer. Zoo is het ook in de tuur. In het menschelyke brein ec^1|'ILmite het toch bestaan, als een soort onbe sentimentaliteit. En na dat keerpiznt n de verhoudingen in het practische niet langer die van vader tot zoon o moeder tot dochter. uWj Misschien heb ik u niet al het n verteld, maar ik heb het erg druk m der's zaken en ik hoop later op een ,fl keuring van hem, want dat zegt bU groot man veel. Ik hoop spoedig uv jend gezicht met de vriendelijke oogen SgrSCje en wel terug te zien. Groeten aan jee. en zeg dat de beste manier om yan oet« lijke spillebeenen af te komen, is d° ^ggf oefeningen te doen. Het is een van vele gebreken, die kunnen veT^e. atlt, geduldige en nauwgezette oefening Uw liefhebbende zoon Gordon- hu"- P.S. Uw aanstaande 0- kert naar uw moederlijke toewy*""* (Wordt vervolg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6