Een zoon van z'n Vader
JieuMetoa
Hoe de S. D. A. P. zich hoor functie als
regeeringspartij denkt.
Ir. Albarda en dr. J. v. d. Tempel
voerden het woord.
~angeertrein ontspoord te
Amsterdam.
GEMENGD NIEUWS.
Naar het Engelsch van
RIDGWELL CULLUM.
Door T. v. d. MADE.
TWEEDE BLAD
2
De federatie Amsterdam der S.D.
A.P. belegde gisteravond in de
groote zaal van het Concertgebouw
en in Krasnapolsky vergaderingen
ter gelegenheid van de intrede van
sociaal-democraten in de regeering.
Beide vergaderingen waren zeer
druk bezocht.
Zoowel in Krasnapolsky als in het Con
certgebouw voerden de beide sociaal-demo
cratische ministers Z.Exc. ir. J. W. Albarda
en Z.Exc. dr. J. van den Tempel het woord.
In het Concertgebouw sprak eerst de
voorzitter van de S.D.A.P., de heer K. Vor-
rink, over „nieuwe perspectieven voor de
Nederlandsche politiek". Wij mogen consta-
teeren, dat het politieke leven in Nederland
onder dr. Colijn is vastgeloopen, aldus spre
ker. In ons allen leeft de wensch, dat de
coalitiepolitiek nu voor goed begraven moge
zijn. De door het ministerie Colijn gevoerde
politiek was onnationaal, omdat zij een be
letsel was om de nooden van ons volk te
lenigen.
Als sociaal-democraten zouden wij te kort
doen, wanneer wij slechts over de moeilijk
heden in dezen tijd weeklaagden, in alle
rangen en klassen der maatschappij is het
besef groeiende, dat een uitweg gevonden
moet worden uit de economische verwar
ring, die in de wereld is ontstaan. Een op
bouwende welvaartspolitiek moet worden
gevoerd. Na den wereldoorlog is de mensch-
heid er niet in geslaagd om vrede en wel
vaart te organiseeren. Er is echter een ar
beidersklasse opgekomen, die weigert het
slachtoffer te worden van het gevoerde
wanbeheer". Uitvoerig besprak de heer
Vorrink de door minister Colijn gevoerde
politiek van aanpassing en bezuiniging. Ir.
het vierde kabinet Colijn kwam de breuk
tengevolge van innerlijke verdeeldheid.
Thans heeft onze partij haar plaats ingeno
men in het nieuwe ministerie, zij is volko
men gereed verantwoordelijkheid te dra
gen voor geheel ons Nederlandsche volk.
„Partij en vakbeweging waren volkomen
één in het besluit om deel te nemen aan de
regeering. Wij zijn er aan toe om onze
krachten meer in dienst te stellen van het
geheele Nederlandsche volk. In de afgeloo-
pen weken is Nederland aan een groot ge
vaar ontsnapt, n.1. aan dat van het zich
breed maken van een bijgeloof: de onmis
baarheid van den heer Colijn".
Nu is aan dat bijgeloof een einde geko
men. De coalitiepolitiek is aan haar eigen
onwaarachtigheid ten gronde gegaan. „Moge
zij nooit uit haar asch herrijzen", riep spr.
uit.
Thans, zoo besloot spreker, hebben wij er
behoefte aan ons vertrouwen uit te spreken
in Albarda en van den Tempel, twee man-
ren, die een leven van strijd ten bate van
de partij achter zich hebben. (Applaus.)
Na de pauze spraken de beide sociaal
democratische ministers. Zij werden bij het
betreden van de zaal luide en langdurig
toegejuicht. Waarna de Internationale werd
ingezet. Aan de echtgenooten van de mi
nisters werden roode anjers aangeboden,
waarna de voorzitter van de federatie de
eerste s.d. ministers welkom heette.
Dr. van den Tempel spreekt.
De minister van sociale zaken, Z.Exc. dr.
J. van den Tempel, sprak vervolgens een
kort woord „Wij zullen vanavond niet spre
ken over het te voeren regeeringsbeleid.
Wel wil ik spreken over het aanvaarden
van de ministerzetels en de beteekenis daar
van. Bij de eerste besprekingen drongen
twee punten naar voren. Het aanvaarden
was slechts onder bepaalde voorwaarden
mogelijk. Diep gevoelden wij de historische
beteekenis van het oogenblik en wij zouden
tekort zijn geschoten wanneer wij onder re
delijke voorwaarden de regeeringszetels
niet hadden aanvaard, te meer daar de toe
standen in Europa, met een brandend fas
cisme voor de poorten, zoo moeilijk zijn.
Wij staan voor tot het uiterste gespannen
politieke verhoudingen in een gestoord we
reldhuishouden. Wij beleven een crisis van
alle zedelijke waarden, doch in toenemende
mate is in ons volk het besef doorgedron
gen wat op het spel staat. Het beseft, dat
het zyn weg door de moeilijkheden moet
banen en zouden wij dan terzijde gaan
staan?
Neen, wij zullen onze taak voor het Ne
derlandsche volk zoo goed mogelijk vervul
len. Wij willen de werkloosheid te lijf. Met
behulp van allen in den lande, die van goe
den wille zijn, willen wij dat monster be
strijden. Uitdrukkelijk constateerde spre
ker, dat het niet de schuld van de s.d. is.
dat de basis van dit kabinet niet nog bree-
der is. Samenwerking van alle vooruitstre-
venden is noodzakelijk in deze moeilijke
tijden. Spr. besloot met een persoonlijk
woord, waarin hij zijn groot vertrouwen in
de sociaal-democratie uitsprak.
Toespraak van ir. Albarda.
De minister van waterstaat, ir. J. W. Al
barda zeide in zeker opzicht te zijn geko
men om afscheid te nemen, omdat hij niet
langer afgevaardigde in het parlement is.
Spr. dankte voor het herhaaldelijk ge
schonken vertrouwen.
Er is thans reden tot blijdschap, de weg
tot verdere en betere politieke verhoudin
gen is geopend. Het perspectief is schoon.
De vernederingen, die de partij de laatste
jaren onderging, hebben ons niet gebroken.
Eenheid en vastberadenheid zijn de eigen
schappen der S.D.A.P. gebleven, kloek heeft
zij haar stellingen en program vernieuwd.
Onze plaats in het politieke leven van Ne
derland is zeer verbeterd.
Rechtop en met opgeheven hoofd, met de
geheele partij in vol vertrouwen achter
ons, hebben wij onze ministerzetels ingeno
men.
Hulde wil ik brengen, zeide spr., voor de
breede opvattingen, waarvan H.M. de ko
ningin bewijs heeft gegeven. (Applaus.)
Hulde bracht spr. ook aan den formateur
van het huidige kabinet. Wij, van den Tem
pel en ik, aldus spreker, zullen ons best
doen. „Dag en nacht zal het lot van onze
werkloozen ons voor oogen staan en wij
zullen alles in het werk stellen om dat lot te
verbeteren. In geest en ziel van het Neder
landsche volk moet iets veranderd worden.
Geloof en vertrouwen in eigen kracht moet
ons vólk terugkrijgen.
Met blijdschap en moed gaan we de nieu
we periode van de sociaal-democratie in
Nederland tegemoet".
Gisteravond even voor acht uur is tenge
volge van een ontijdige wisselbediening een
z.g. b.c. rijtuig, een spoorwagon tweede en
derde klas, deel uitmakende van een rarv-
geertrein ontspoord ter hoogte van het
Weesperpoort-station te Amsterdam. De
derailleerende wagon schoot dwars over een
aantal sporen heen, waardoor ongelukkiger
wijze de twee hoofdsporen van de drukke
lijn AmsterdamUtrecht waren versperd.
Onmiddellijk werden twee ongevallen wa
gens met het daarbij behoorende personeel
gerequireerd, resp. van de Rietlanden en van
het Centraal Station.
Voorts werden onmiddellijk maatregelen
genomen om het reizigersverkeer zoo weinig
mogelijk stagnatie te doen ondervinden.
Reizigers voor de richting Utrecht en ver
der, die op het Centraal Station in den trein
stapten, reden via Hilversum. De treinen uit
Utrecht konden kort na het ongeval het
Weesperpoortstation weer bereiken, omdat
men er reeds heel spoedig in was geslaagd
één hoofdspoor vrij te krijgen .Deze treinen
konden de reis echter niet naar het C.S.
voortzetten.
Zij bleven op het Weesperpoortstation,
van waar ze dan volgens de dienstregeling
weer naar Utrecht vertrokken.
Als gevolg van de ontsporing was n.1. een
aantal wissels defect geraakt, waardoor het
treinverkeer tusschen C.S. en W.P. voor-
loopig niet meer mogelijk was. Om half elf
was deze storing verholpen.
DE FILMKEURING IN HET ZUIDEN
VAN HET LAND.
Ook a- en b-films worden voortaan
gekeurd.
In het begin van dit jaar zijn te Amster
dam besprekingen gevoerd tusschen eener-
zijds het hoofdbestuur van den Nederland-
schen Bioscoopbond en anderzijds het be
stuur van de Vereen, v. Noord-Brabantsche
er. Limburgsche gemeenten voor gemeen
schappelijke filmkeuring met betrekking tot
de eventuëele nakeuring voor het Zuiden
van de zoogenaamde a- en b-films.
Tot nu toe werden alle zoogenaamde c-
films, dat zijn films, die door de centrale
commissie voor de filmkeuring zyn toegela
ten voor personen boven 18 jaar, nagekeurd.
Bioscoopexploitanten in N.-Brabant en Lim
burg in gemeenten die bij de Zuidelijke
filmkeuringsvereeniging waren aangesloten
hebben zich vrijwillig aan deze keuring
onderworpen.
In 1929 was echter tusschen den Neder-
landschen Bioscoopbond en genoemde Zui
delijke filmkeuringsvereeniging overeenge
komen, dat de zoogenaamde a- en b-films
(dat zijn films, die door de centrale commis
sie voor de filmkeuring resp. voor alle leef
tijden en voor personen boven 14 jaar zijn
toegelaten) niet door de katholieke film*
centrale zouden worden nagekeurd en vrije
lijk door de bioscoopexploitanten in het zui
den, die zich onder het bijzonder toezicht
van de K.F.C. hadden gesteld, konden wor
den vertoond.
De gemeentebesturen in het Zuiden, aan
gesloten b'i de Zuidelijke Filmkeuringsver.,
hebben r" den wensch te kennen gegeven,
dat ook vir de exploitanten, die onder het
bijzonder toezicht der K.F.C. staan, de zoo
genaamde a- en b-films in den vervolge
worden nagekeurd, waarvoor genoemde ver.
de medewerking van den Nederlandschen
Bioscoopbond heeft ingeroepen.
Als voorloopig resultaat der met betrek
king tot deze aangelegenheid gehouden be
sprekingen werd besloten een commissie in
het leven te roepen, bestaande uit vertegen
woordigers van de Zuidelijke Filmkeurings-
vereen., bijgestaan door afgevaardigden van
de Katholieke F;lm Centrale en der Kath.
Film-actie, alsmede vertegenwoordigers van
den Nederlandschen Bioscoopbond en deze
commissie te belasten met het opstellen van
een daartoe strekkend plan.
Volgens een door haar samengesteld
schema zullen alle hoofdfilms en één- of
twee-acters van het zoogenaamde bijwerk,
welke door de centrale commissie voor de
filmkeuring ziin toegelaten, ongeacht voor
welke leeftijdsklasse, een nakeuring van een
sub-commissie der keuringscommissie on
derworpen zijn.
De leiding van het keuringsorgaan wordt
opgedragen aan een comité bestaande uit
5 leden, t.w. 2 vertegenwoordigers van de
katholieke filmcentrale, 1 vertegenwoordi
ger van de katholieke film-actie, 1 vertegen
woordiger van de vereeniging van Noord-
Brabantsche- en Limburgsche gemeenten
voor gemeenschappelijke filmkeuring en 1
vertegenwoordiger van den Nederlandschen
bir—oop-bond.
Fon tweede schema is opgesteld voor de
nakouringsnormen der K. F. C., waarin als
algemeene norm voor de ethische beoor
deeling van films het volgende is bepaald.
Als ethisch ontoelaatbaar moeten beschouwd
worden: films wier vertooning gevaar op
levert voor het godsdienstige, zedelijke of
maatschappelijke leven van de katholieke
toeschouwers en of den godsdienst, de ze
delijkheid of de maatschappij kan ^chaden.
Deze norm is in het schema nader uitge
werkt en toegelicht.
WIELRIJDER OP ONBEWAAKTEN
OVERWEG DOOR TREIN GEGREPEN.
Slachtoffer was op slag dood.
Gistermiddag is de 60-jarige J. de Greef
uit Wouw, toen hij per rijwiel den onbe-
waakten overweg aldaar passeerde, door
den trein uit Vlissii gen welke op weg was
naar Roosendaal, gegrepen.
Het slachtoffer werd omstreeks horfderd
meter meegesleurd er was op slag dood,
Het uitzicht ter plaatse is slecht. Een
wachthuisje, dat niet meer als zoodanig
dienst doet, doch hetwelk wel bewoond
werdt, beperkt het zicht aanzienlijk.
Na enkele oogenllikken vertraging heeft
de trein de reis voortgezet.
DE TOESTAND VAN DE PRINSESSEN
UITSTEKEND.
Men meldt van officieeie zijde, dat het
met den gezondheidstoestand van prinses
Juliana en de jonge prinses Irene steeds
goed blijft gaan. Prinses Juliana heelt
gisteren reeds gedurende korten tyd het
bed mogen verlaten.
POLITIE DREGDE TE VERGEEFS
IN HET MERWEDEKANAAL.
De politie heeft thans haar aandacht
geconcentreerd op het zoeken naar de nog
ontbrekende deelen van het bij Terschuur
gevonden lijk. Zij bestudeert de haar ver
strekte inlichtingen nauwkeurig in de
hoop een spoor te vinden. Zoo vervoegde
zich Zondagmiddag een inwoner van
Weesp by de gemeentepolitie aldaar met
de mededeeling, dat hij op den avond van
24 Juni j.1., toen hij zich per fiets naar
huis begaf en zich ter hoogte van de
nieuwe verkeersbrug over de Merwede bu
Weesperkarspel bevond, een plons in het
water had gehoord. Het bewuste voorwerp
zou naar zijn meening een kist of een kof
fer hebben kunnen zijn, die van de brug
in het water zou zijn gegooid. Het was
vrijwel onmiddellijk gezonken. Door bij
zondere omstandighedenwas hij ir. staat den
juisten datum van dit voorval te hebben
onthouden, evenals het tijdstip, dat tus
schen half tien en tien uur '3 avonds zou
hebben gelegen. In de bladen had hij van
het drama gelezen en het was uit den aard
der zaak opgevallen, dat de datum, waar
op de hofmeester den grooten hutkoffer
heeft vervoerd, overeenkwam met den
dag, waarop hij dien plons in het water
had gehoord.
De Weesper politie stelde de justitie nog
dienzelfden dag met deze mededeeling in
kennis en gister heeft de Amsterdamsche
politie bijra den geheelen dag op de aan
gegeven plaats gedregd. Resultaten heeft
dit dreggen echter niet gehad.
ERNSTIG ONGELUK IN SLAGERIJ TE
BLERICK.
Gistermiddag is een ernstig ongeluk ge
beurd in een slagerij te Blerick. Het 7-
jarig zoontje was met een vriendje, de
8-jarige van Friens uit Venlo, in den win
kel aan het spelen. Op een gegeven oogen
blik maakte het 7-jarig jongetje zich
meester van het veiligheids-slachtapparaat,
dat hij op zijn vriendje richtte. Het wapen
ging af, en verwondde het jongetje ernstig
aan het hoofd. In zorgwekkenden toestand
werd het jongetje naar het ziekenhuis te
Venlo overgebracht, waar onmiddellijk
operatief werd ingegrepen.
NU BEN IK W«R„rir" VOOSTWT
BLIJF IK Bij „FlFTv-t.r, T
ClGABCTTES-20 voos
'SCtNTs
LETLANDSCHE MINISTER TE
ROTTERDAM OVERLEDEN.
De leider der Letlandsche staatskanse-
larij David Rudzits, die den titel van mi
nister voert, is gisteren te Rotterdam
tengevolge van een hartverlamming over
leden
De heer Rudzits was ongeveer een week
geleden in gezelschap van zijn echtgenoote
en zijn zoon per boot uit Liga hier aange
komen om een vacantiereis door Neder
land en België 'e maken.
Het stoffelijk overschot van minister
Rudzits zal per trein of auto naar Letland
worden getransporteerd. De Letlandsche
consul-generaal te Rotterdam, de heer B.
Pavarsas, zal het transport naar Letland
vergezellen.
VOORLOOPIGE SURSEANCE AAN
MENDELSSOHN VERLEEND.
Lasten 217,8 millioen, baten
212,1 millioen.
De Amsterdamsche rechtbank heeft giste
ren voorloopige surseance van betaling ver
leend aan de firma Mendelssohn en Co. Am
sterdam.
De rechtbank benoemde tot bewindvoer
ders mr. M. van Regteren Altenan, advo
caat en procureur te Amsterdam: P. Pierson
te Baarn, firmant van de firma Pierson en
C., bankiers te Amsterdam en A. W. A.
Meyer, procuratiehouder der firma Hope
en Co. te Amsterdam.
Bij de surseance is overgelegd een staat
van activa en passiva. Deze wijst uit, dat de
baten op papier bedragen 212.173.806,73,
de lasten 217,853.389,34. De voornaamste ba
ten zijn buitenlandsche schatkistbiljetten en
fondsen, die echter bij de huidige situatie van
die markt volkomen illiquide zijn. Een af
wikkeling zou tot ernstige verliezen leiden"
De schuldeischers zullen op Donderdag 3n'
November te twaalf uur in de raadkamer
van de Derde Kamer der rechtbank worden
gehoord, teneinde nader te beslissen over
de definitieve verleening van de surseance
van betaling.
De voorloopige surseance is verleend met
ingang van gister, terwijl publicatie hiervan
werd bevolen in drie Nederlandsche, één
Fransche, één Engelsche, één Amerikaan-
sche, één Belgische, één Zweedsche en
één Duitsche courant
Vroeg op stap. - Twee kleine meisjes,
nauwelijks tien jaar oud, wonende te Am-
sterdam in de Jordaan, konden de verleiding
niet weerstaan om, evenals jongens zulks
plachten te doen, op een vrachtauto te klim-
men, toen deze zich in beweging zette, en
een eindje mee te rijden. De kinderen zagen
evenwel geen kans om er weer tijdig af te
springen en durfden evenmin alarm te ma-
ken, zoodat de rit pas eindigde, toen zy in
Rotterdam aankwamen, waar de chauffeur
zijn jeugdige passagiers ontdekte. De politie
van de Maasstad heeft zich over de jeugdige
avonturiersters ontfermd en ze naar Amster
dam teruggebracht.
Zandscheepje gezonken. Gistermid-
dag is het 100 ton metende motorscheepje
„Avontuur", schipper D. Geerling, bij het
invaren van de Kleine Parksluis te Rotter-
dam, in aanraking gekomen met een steenen
hrugtrapje. Hierdoor werd een huidplaat aan
de bakboordzijde onder de waterlijn open
gescheurd, waardoor het schip veel water
maakte en spoedig zonk. De opvarenden
konden zich op den wal in veiligheid stellen.
Het schip is verzekerd. De lading, die uit
zand bestond, niet.
Brand in een electrische centrale te
Amsterdam. - Een oogenblik heeft het er
gisteravond slecht uitgezien voor de elec
trische centrale aan de Hoogte Kadijk te Am
sterdam en daarmede Voor de geheele elee-
triciteitsvoorziening van de hoofdstad. Er
woedde een brand in een klokkenkamer van
de afdeeling technische controle, waar di
verse meetinstrumenten en andere labora
toriumapparaten zyn opgesteld. De portier
had den brand ontdekt. Een dichte, benau
wende rook kroop langzaam door het trap
penhuis omlaag. Onmiddellijk was de
schuimbluschinstallatie in werking gesteld
en wellicht door deze maatregelen is voor
komen, dat het vuur zich snel kon uit
breiden. Toch sloeg dit over naar het dak
van de centrale hal, dat van hout is opge
trokken en van hier zou het vuur zich ge
makkelijk verder hebben kunnen versprei
den. Doch op dat moment was er wel zoo
veel brandweermateriaal en -personeel aan
wezig, dat uitbreiding voorkomen kon wor
den, zy het dan ook met inspanning van alle
krachten. Met twee stralen, waarvan een
door het trappenhuis en de andere via een
ruim twintig meter lange magirusladdetj
die op de binnenplaats stond opgesteld, werd
het vuur nu bestreden. De schuimbluschin-
stallfttie, waarop ook twee stralen waren
aangesloten en een aantal zoeklichten ver
leenden bovendien goede hulp. De bran
was toen spoedig gelocaliseerd en korten
tyd later geheel gebluscht. De klokken*
kemer en het dak van de centrale hal wer
den vernield.
63)
Op een ander oogenblik zou ze zelf ge
lachen hebben over de onnoozelheid van
haar opmerking, maar nu lette ze er in
haar emotie niet op.
Gordon dreef zijn paard gelijk naast het
hare en daarna liet hij het dier stapvoets
voortloopen. Hazel volgde zonder protest
zijn voorbeeld. Om haar heen heerschte de
geurige, zilverige atmosfeer, die aan alles
een verleidelijke schoonheid gaf. Gordon
was echter niet zeker van Hazel. Had hij
vermoed, hoezeer zijn woorden het meisje
haddén ontroerd, dan zou al zijn schroom
als bij tooverslag zijn verdwenen. Nu
dwong hij zich met alle macht tot de groote
vraag.
„Nog maar een maand. Moet het dan ein
digen. Hazel?" Hij greep Hazel's hand en
drukte die teeder. ,Moet het? Kunnen we
geen partners voor het heele leven blij
ven?" Zijn oogen keken haar zacht aan. Hij
boog zich naar haar voer en zij trok haar
hand niet terug. Gordon vervolgde: ,Ik zou
haast willen, dat er nu een dozijn Slossons
hier waren, die ik één voor één voor jou
een pak slaag moest geven. .Dat zegt je
misschien, niet veel, maar mij wel. Het be-
teekent, dat ik alle zorgen uit je leven wil
bannen en dat ik nergens aan hecht, behal
ve aan jou, zelfs niet aan dat spel, dat we
nu opvoeren. Ik geloof, dat ik den eersten
dag, dat ik je zag, al van je hield en dat is
van toen af steeds sterker geworden. Ik
verlang niets anders dan je altijd bij me te
hebben".
De twee paarden waren stil blijven staan
en werden ook niet weer voortgedreven.
„Altijd, Hazel", zei Gordon nog zachter.
„Je zult nooit kunnen begrijpen, hoe ik
naar je verlang. Zullen we voor altijd
partners zijn?"
Het meisje staarde uit over het maan
landschap, zoodat Gordon de gelukkige
tinteling in haar mooie oogen niet kon
zien. Hii voelde slechts haar hand in de
zijne trillen. Toen, plotseling, voelde hij de
andere zachte, warme, rustige-sterke hand
van het meisje op de zijne en een golf van
opwinding vloog door hem heen.
„Beteekent dit „Ja?" vroeg hy, haar
handen stevig drukkend, met schitterende
oogen. „Blijven wij by elkaar, ons heele le
ven lang?"
Het meisje zei niets, ze knikt» slechts en
drukte zijn hand zacht tegen haar borst.
Toen lag ze gevangen in zijn armen, ter
wijl de beide paarden de koppen bij elkaar
staken, alsof ze vriendschappelijk het
vreemde gedoe van hun berijders bespra
ken.
Blijkbaar dachten de dieren gunstig over
hen. want ze bogen hun koppen voorover
en stonden roerloos te wachten.
Een half uur later draafden ze weer vol
levenslust verder. En de hielen van hun
berijders in hun flanken bewezen hun, dat
zelfs verliefde menschen toch weer in het
gewone practische leven terug moeten. En
zoo draafden ze in den koelen nacht ver
der.
HOOFDSTUK XXIII.
In New-York.
Mevrouw James Carbhoy had de laat
ste weken een verre van gelukkigen tijd
doorgemaakt. Ze had geen nieuws van
haar geliefkoosden zoon ontvangen. Haar
echtgenoot was voor zaken op reis en had
geen nauwkeurig bericht van zijn verblijf
plaats gestuurd. En zelfs het vermoeiende
gezelschap van haar dochter moest ze mis
sen, daar ze zich genoodzaakt had gezien
dit lastige kind naar hun bezitting in Tuxe-
do te zenden, in de hoop, dat haar gouver
nantes er in zouden slagen haar wat ge
hoorzaamheid bij te brengen.
Ze hield zichzelf wel minstens driemaal
per dag voor, dat ze heelemaal alleen was.
En alleen .zijn in het groote huis in Cen
tral Park was voor haar de grootst denk
bare straf hier op aarde. Ze verafschuwde
het. Ze haatte het gloeiende zomerland
schap van het park. Het lawaai en het ge
toeter van alle auto's op den grooten as-
phaltweg hinderde haar. Het paleis van
roode en witte steenen, waarin ze woonde,
leek haar het toppunt van leelijkheid, ter
wijl haar staf personeel haar een kwelling
was.
Ze zou haar koffer maar pakken of
liever gezegd: haar kamermeisje zou dat
doen, want zelfs dat genoegen werd haar
ontzegd en een tijdje naar Europa gaan.
Zoo was de stand van zaken toen er op
een morgen twee dingen gebeurden, die
den toestand heelemaal veranderden en
haar deden besluiten dit droeve monotone
leventje nog maar een poos vol te houden.
Ten eerste bracht de post een langen
brief van haar zoon uit Buffalo Point en
ten tweede kwam er een dringend verzoek
van den voornaamsten vertegenwoordiger
van haar echtgenoot, mr. Harker, om hem
te ontvangen, daar hij zeer bemoedigend
nieuws van den zoo lang verloren Gordon
had en ook over de zaken van haar echt
genoot in het algemeen.
„Buffalo Point, in de buurt
van Snake's Fall".
„Liefste Mam.
Het lijkt me al heel lang geleden, sinds
ik u schreef. Ik heb u zooveel te vertellen
en ik ben totaal vergeten, wat ik u al heb
geschreven, zoodat ik haast niet weet hoe
te beginnen. U zult boven aan den brief
hebben gezien, dat ik in Buffalo Point ben
en ik ben bly bezoek van mijn goed oud
vadertje te hebben gehad, die zoo geluk
kig is als een man met zijn liefde voor
werk in een vacantie maar zijn kan Zijn
bezoek aan mij heeft me in een groote za
kelijke vertrouwenspositie hier in den om
trek gebracht. Ik voel dat vader hierna la
ter nooit zal behoeven te twijfelen of ik in
staat ben groote zaken te behandelen HU
zal moeten toegeven, dat het zaad van ziin
voorbeeld in vruchtbaren bodem is geval
len en ik hoop, dat ik een waardig zoon
vgn een grooten vader zal blijken te zün
Dit roept een probleem in me op dat me
den laatsten tyd nogal heeft bezig gehou
den, n.1.: het moderne begrip van den kin
derplicht tegenover de ouders. Ik denk dat
dit begrip verandert, net als alle dingen in
den loop der tijden veranderen, in° <jen
j.'p
goeden ouden voorhistorischen tijd was
kinderplicht heel eenvoudig. Een der eer
ste plichten van een zoon was, zich
zyn vader te laten afranselen, als zijn m®®
der, die in dat opzicht den voorrang
niet in de buurt was.
Later nam de zoon zich een vrouw
het spelletje begon van voren af aan.
Het „keerpunt" van den kinderpn
kom als het kind man is geworden en
der en zoon als twee mannen tegenover
kaar staan. Dan bestaat, volgens nU)>
plicht niet meer. Zoo is het ook in de
tuur. In het menschelyke brein ec^1|'ILmite
het toch bestaan, als een soort onbe
sentimentaliteit. En na dat keerpiznt n
de verhoudingen in het practische
niet langer die van vader tot zoon o
moeder tot dochter. uWj
Misschien heb ik u niet al het n
verteld, maar ik heb het erg druk m
der's zaken en ik hoop later op een ,fl
keuring van hem, want dat zegt bU
groot man veel. Ik hoop spoedig uv jend
gezicht met de vriendelijke oogen SgrSCje
en wel terug te zien. Groeten aan jee.
en zeg dat de beste manier om yan oet«
lijke spillebeenen af te komen, is d° ^ggf
oefeningen te doen. Het is een van
vele gebreken, die kunnen veT^e. atlt,
geduldige en nauwgezette oefening
Uw liefhebbende zoon
Gordon-
hu"-
P.S. Uw aanstaande 0-
kert naar uw moederlijke toewy*""*
(Wordt vervolg