DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Radiorede van Eden.
Warschau nog in Poolsche handen.
Weinig verandering aan het
Westelijk front.
De economische toestand van Duitschland.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VER TENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 215
Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 12 September 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Een radiorede van Eden.
D® algemeene toestand
Dat is een
Een boodschap van Smuts
aan het Z.-Afrikaansche
volk.
De strijd op het Westfront.
De oorlog in woord en daad.
i
Minister Eden heeft gisteravond een radiorede gehouden waarin hij een
uitvoerig overzicht van de Engelsch-Fransch-Duitsche onderhandelingen
heeft gegeven en heeft laten uitkomen dat Duitschland uitsluitend voor dezen
oorlog aansprakelijk is te achten.
In Polen woedt de strijd voort en het is wel duidelijk dat er van een Duitschc
bezetting van Warschau nog geen sprake is.
De geheele bevolking neemt aan den strijd deel.
Verhalen van ooggetuigen doen duidelijk uitkomen aan welke verwoesting
Polen van de zijde der Duitsche krijgsmacht bloot staat.
De Fransche legercommuniqués doen uitkomen dat zelfs de operaties op
groote schaal langen tijd het kenmerk van een reusachtige fortificatieoorlog
behouden.
Van Britsche en Fransche zijde wordt uitvoerig toegelicht dat Duitschland den
oorlog op economisch gebied zal moeten verliezen.
de ?e,ZWarte Pijlen geven den Duitschen opmarsch weer naar de Poolsche hoofdstad;
s Modlin ten Westen van Warschau wordt thans eveneens sterk bedreigd.
Minister Eden heeft gisteravond een ra
diorede uitgesproken, die uitgezonden is
o.m. naar de Ver. Staten en naar het ge
heele Britsche rijk.
In deze rede zeide Eden o.m. het volgen:
de: Een week is voorbijgegaan sedert dit
land zichzelf in oorlog bevond met de nat.-
soc. heerschappij in Duitschland en thans
zijn wij een eensgezind volk, dat nauwer
onderling verbonden is. Eensgezinder, zoo-
dpt mogelijk ware en zeker niet minder
vastberaden dan toen wij ons 25 jaar gele
den verbonden om voor de goede zaak te
strijden. In de eerste plaats hebben wij een
goed geweten, omdat het boven iederen
twijfel duidelijk is, dat de regeering er niet
alleen naar heeft gestreefd cm den vrede te
bewaren, maar ten behoeve van den vrede
groote risico's op zich heeft genomen. Wij
deden voor de oorlog uitbrak, alles wat
woorden konden doen om onze houding on
dubbelzinnig duidelijk te maken, opdat er
geen „tragische dubbelzinnigheid" zou kun
nen best Aan.
Alle beweegredenen zijn Hitier aangeboden
om den weg te betreden van vreedzame on
derhandelingen en de Poolsche regeering
had dit beginsel aanvaard. Maar Hitier ver
koos zich te begeven in een oorlog van
naakte agressie en dit land en Frankrijk
hebben bijgevolg hun beloften aan Polen
nagekomen. De Duitsche rijkskanselier ging
zoover met zijn cynisch veinzen, dat hij ein
delijk Polen binnenviel omdat Polen in ge
breke bleef de vredesvoorstellen te aanvaar
den die het zelfs nooit van de Duitsche re
geering had ontvangen.
Hitier verkoos geweld. Voor ons is er
thans geen terugkeer. Wij hebben geen
twist met het Duitsche volk, maar er kan
geen blijvende vrede zijn voor het natio-
naal-socialisme en alles wat het vertegen
woordigt aan onderdrukking, geweld en ge
broken trouw, van de aarde is verbannen.
Dit is een zaak, die geen compromis toe
laat
Na vervolgens de reeks van Hitiers ge
broken beloften en ter zijde geschoven ver
bintenissen te hebben opgesomd, vroeg Eden
hoe het mogelijk was aan de conclusie te
ontkomen, dat het verdrag van Versailles
geen grief was die herstel behoefde, maar
een voorwendsel voor het gebruik van ge
weld.
Hitier en zijn nat.-soc. deelgenooten wilde
niets te maken hebben met vreedzame be
sprekingen. Zij verkozen nog eens den weg
der wetteloosheid, ellende en bloedvergie-
ting en den weg der anarchie en van het
gebrek.
Laat de nat.-soc. leiders zich thans afvra-
Popieren bommen
*</n de gevaarlijkste.
dat een oorin eens meer op gewezen,
der moderne alleen met de wapenen
dat er achter e": ek w°rdt gevoerd, maar
Jaals 2ijn e §evechtsterreinen gene-
110S veel "J6., beel andere maar soms
Dat zijn rie - middelen strijden.
Perschefs .™lnisters van propaganda,
"teen ec°nomen en in het alge-
°ph«tmoÏÏT vIer taak het is invloed
Kan men lv, bevolki"g uit te oefenen.
d6* aPanne„lVrrStellen' dat EngeIand
mt welke nerf fgen' nu het er op aan-
?nJal toebrengen 6erSte gevoelige sla-
eds weer Vo i tijd verbeuzelt door
v,Ult?ch gebied "■"^vliegtuigen naar
n lectuur in dpn* e" om de bevolking
^ien? en vorm van strooibiljetten
OD^' ^t is dp^a' °P de Dt,itsche weer-
Por-161 ^P'tsche ïf directe aanval
open eeft moeen larenlang niet zelf-
da^enhet t°egandenken, de oogen te
delinc.eg des verderf5" Z'en boever het op
den aLde bannen te"voi5treden d°°r blin"
EnT°fd voeren. °lgen' die het naar
gen de ch,and kent
d^fgeliit, ckt, de Pnr vroegere oorlo-
'"termai6 Pr°Pagand;i T beteekenis van
^schet511 als het n fat beeft Engeland
vem. ats. het Weet "perf'de Albion" ere-
^ssa^haas zijn'hoe de Britten
ne is het et suggereeren der
1? het hi-ar buitenland 1 duitschland ver-
SbïT0nder naar H 6 radioza"ders en
geweerd ?aar©ni worden
m het Duitsche
volk een anderen kijk op de zaken zou
kunnen krijgen dan door de Rijksregeering
in dezen tijd nuttig en wenschelyk geacht
wordt.
Er gaan, voornamelijk na de groote rede
van Göring, in de democratische staten
stemmen op van hen, die van den econo-
mischen toestand in Duitschland een studie
maakten, die pecies weten wat het land
bezit, wat het voor een langdurigen strijd
noodig heeft en wat het dus zal ontberen.
Die stemmen spreken een ernstige taal
want tegen cijfers valt niet te redeneeren.
Duitschland, zoo zegt men, is wat zijn
voorraden betreft, niet opgewassen tegen
dezen oorlog. Het mag dan het land van de
schitterende organisatie zijn een organi
satie die ook nu op papier wel tot in alle
onderdeelen zal uitgewerkt zijn maar
wat baat ten slotte organisatie als er niets
meer te distribueeren en niets meer te ver-
deelen valt.
Wat baat organisatie als Duitschland
straks ijzer, kolen, petroleum, graan en zeep
tekort komt en zelfs de Erzatzproducten dat
tekort niet kunnen aanvullen.
Geen enkel land en zeker niet Duitsch
land zal zijn binnenlandsche behoeften
uit eigen middelen kunnen dekken. Hoezeer
zal het te kort zich dan doen gevoelen in
oorlogstijd?
Heeft het Duitschland van Hitier dat al
les niet voorzien, mag men zich met ver
wondering afvragen.
Heeft men daar zoo gerekend op een
snellen afloop van den oorlog, dat alle an
dere problemen van weinig beteekenis ge
acht zijn?
Engeland beheerscht de zee, de Engelsche
vloot is grooter en machtiger dan de
Duitsche, die opgesloten wordt en in den
oorlog practisch van weinig beteekenis zal
blijken.
Rekent Duitschland bij de vermeerdering
van zijn voorraden op Rusland en Roemenie,
is het van meening, dat ook het straks ver
overde Poolsche gebied een onuitputtelijke
bron zal zijn van alles waaraan het Duit
sche volk behoefte zal krijgen? Dat zou een
groote misrekening kunnen blijken.
Er is trouwens meer wat een misrekening
zou kunnen zijn en dat is de nog altijd ver
onderstelde liefde en aanhankelijkheid voor
den Führer.
Ongetwijfeld is Hitier in de geschiedenis
van Duitschland een der groote figuren en
na het Verdrag van Versailles had men daar
behoefte de stem te hooren van een man,
die beloofde, dat hij alle smaad aan land en
volk zou wreken.
Maar het Hitler-regime heeft zich daar
naast gekenschetst door een dictatorschap
dat alle grenzen van wat het volk op dit ge
bied had meegemaakt verre heeft over
schreden.
Met geweld is dat volk tot het nationaal-
socialisme bekeerd, het heeft niet anders
mogen zijn dan het zich nu voordoet en ge
weld en dwang zijn altijd factoren die zich
later wreken. Voeg daarbij de antipathie der
duizenden vervolgden, van de Tsjechen van
de zeer vele Oostenrijkers, die tegen hun
zin werden ingelijfd en er zijn duizend ver-
zethaarden waarin nu nog slechts vonkjes
smeulen maar waarin de vlam hoog kan
uitslaan als deze oorlog de Duitsche weer
macht niet die successen brengt waarop
men had gerekend.
Ook dit moet men weten in de kringen
van Hitier, van Göring, van een von Ribben-
trop van al die mannen, wier macht en
aanzien afhankelijk is van de Duitsche suc
cessen in dzen strijd.
En daarom is het niet zoo vreemd, dat
Göring reeds voor de radio heeft gesproken
dat hij het zoo vanzelfsprekend heeft ge
noemd, dat Duitschland ook den economi-
schen oorlog zal winnen en dat hij gezegd
heeft, dat Duitschland met Hitier zal
staan of zal vallen.
Eden.
gen naar welk lot zij het Duitsche volk lei
den.
Wij moeten het den nat.-soc. leiders dui
delijk maken, en wanneer wij kunnen ook
het Duitsche volk dat dit land, niet ten oor
log is getrokken om het lot van een veraf
gelegen stad in een vreemd land maar om
te toonen, dat agressie niet loont en dat het
Duitsche volk moest begrijpen dat dit land
van zins is voort te gaan met den strijd tot
dat het doel is bereikt. Een snelle overwin
ning in Polen zal niet gevolgd worden door
onverschilligheid of capitulatie van de wes
telijke democratieën.
Het volk van dit land is bereid een zeer
langen oorlog te voeren tot het bittere einde,
wanneer dat noodig mocht zijn om de we
reld te bevrijden van het Hitlerisme en van
alles wat dit Hitlerisme met zich mede
brengt.
De eerste minister, generaal Smuts, zegt
in een speciale boodschap aan het Zuid-
Afrikaansche volk, dat de beslissing of deel
genomen zou worden aan den oorlog, geno
men is door de meerderheid in het parle
ment iri het belang van Zuid-Afrika. „Ik
heb de. krachtige overtuiging, zoo voegt
Smuts hieraan toe, dat dit geen gelegenheid
is, waarin wij onze afgescheidenheid ten
toon moeten spreiden van het Britsche ge-
meenebest van volkeren. Onze beste vriend
in een gevaarlijke wereld is het Britsche
gemeenebest. Engeland in het bijzonder
heeft gedurende een geperatie aan Zuid-
Afrika de meest opvallende hulpvaardig
heid betoond. Besef van wederzijdsche ge
voelens is ontstaan hetgeen onher
roepelijk verloren zou gaan, wanneer wij
thans in dit uur des gevaars onze afgeschei
denheid naar voren zouden brengen. Los
making van het gemeenebest in het huidig
tijdsgewricht zou een smet brengen op on
zen goeden naam, welken de tijd niet zou
uitwisschen.
In zijn boodschap zegt generaal Smuts
nog, dat de Zuid-Afrikaansche regeering
zich niet voorstelt strijdkrachten op de been
te brengen, welke over zee gezonden zou
den worden, pm in Europa te strijden. De
rol van Zuid-Afrika zal beperkt worden tot
bescherming van de Zuid-Afrikaansche Unie
en haar belangen, met inbegrip van Zuid-
West-Afrika.
Het Fransche communiqué van 11 Sept.
uitgegeven des avonds, luidt als volgt:
Ondanks den vijandelijken weerstand zijn
onze aanvallen voortgegaan belangrijke vor
deringen te verwezenlijken op een front
van ongeveer 20 K.M. ten oosten van de
Saar.
Charles Morice schrijft over de operaties
aan het Fransch-Duitsche front:
Op andere gedeelten van de gevechtslinie
duren onze aanvallen voort. Hier is een be
langwekkende plaatselijke voortgang, daar
wordt ernstig voortgang gemaakt aan een
front op 20 K.M. ten oosten van de Saar.
Het betreft een gebied ten noorden van
Saareguemines tusschen de Saar en de bij
rivier Blies. Aldus accentueert de opmarsch
der Fransche troepen naar Saarbrücken
zich meer en meer. Saarbrücken is een
groot industrie- en kolencentrum, de oude
hoofdplaats der provincie, die wij thans aan
weerszijden van de Rosselle, uit zuid-ooste
lijke en zuid-westelijke richting naderen.
Ongetwijfeld, aldus Morice, nadert het
oogenblik, waarop de Duitschers verplicht
zullen zyn hun linie naar de andere zijde
van Saarbrücken over te brengen.
Fransche commentaar op het leger-
be richt.
De gister door het Fransche hoofdkwar
tier gepubliceerde communiqué's bevestigen,
dat sedert twee dagen een belangrijke ope
ratie wordt uitgevoerd „tusschen de Saar
en de kleine Vogezen", d.w.z. in het grens
gebied tusschen de stadjes Sarreguemines
en Bitche van Fransche zijde en Bliekastel
en Zweibrücken aan Duitsche zijde. De
operatie, waarvan reeds gesproken werd in
het communiqué van gisteravond, speelt
zich af over een front van 20 K.M. Het is
dus reeds een belangrijke beweging, die de
afmetingen van een eenvoudig optrekken
der voorhoede overtreft. Het schijnt, dat al
thans op dit deel van het westelijk front de
phaze van slaagsraken is gevolgd op die van
contact en nadering. Opgemerkt moet wor
den, dat de Fransche troepen nog ver van
de eigenlijke Siegfriedlinie verwijderd zijn,
hoewel in dit gebied ten oosten van de
Saar deze linie niet zoo ver van de grens ligt
als in het gedeelte ten westen van de Saar-
streek, waar de afstand tusschen de Fran
sche en Duitsche versterkte linies bijna 20
K.M. bedraagt. Men zou den geografischen
toestand in dit gebied niet beter kunnen
karakteriseeren dan door de Siegfnedlinie
te vergelijken met een soort ringmuur la
Vauban, de Saar en de Blies met een gracht
en de beboschte hellingen, die van Fransche
zijde naar Saar en Blies afdalen, met de
contrescarp van deze gracht. De Fransche
troepen banen zich op het oogenblik een
weg naar de Saar langs de contrescarp. De
vijandelijke tegenaanvallen en de aflei
dingsmanoeuvre, die gisteren in den sector
langs de Moezel werd ondernomen, hebben
ten doel zoo lang mogelijk het moment uit
te stellen, waarop de Fransche troepen in
staat zullen zijn den muur van de eigenlijke
Siegfriedlinie doeltreffend aan te vallen.
Aan het westelijk front zullen dus zelfs de
operaties op groote schaal langen tijd het
kenmerk van een reusachtigen fortificatie
oorlog behouden.
Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad.
De kaart geeft de omgeving van Saarbrücken weer.
De Fransche troepen zijn in den aanval en bedreigen Klarenthal, Fürstenhausen
en Völklingen; men zou dit moeten afleiden uit de Fransche berichten die vermelden,
dat de vijand de bruggen over de Lauterbach heeft vernield. De Fransche troepen
zouden in deze richting belangrijke posities hebben veroverd, waaromtrent men thans
het stilzwijgen wil bezwaren.
Ook in het bosch van Warndt (dat grootendeels op Duitschen bodem ligt) zijn de
Franschen opgerukt; eenige dorpen werden door hen bezet.
De Duitsche verdedigingslinie, die zich vóór de rivier de Saar uitstrekt, bestaat
uit forten welke in '38 zijn gebouwd en zouden behooren tot de Siegfriedlinie; hiervan
maakte Hitier in October '38 gewag, toen hij besloot, ook het gebied van Saarbrücken
te fortificeeren.