TEGEN DE WET
'Jeuillcloit
tweede blad.
Maximum kostwinners
vergoeding 3 gulden
per dag.
De onderganq van de
„Mark".
Een onderhoud met den
kapitein.
geraffineerde kerkdief
aangehouden.
De regeeringspersdienst meldt
het volgende
Bij de regeering zijn eenige
maatregelen in voorbereiding,
welke strekken om de maatschap
pelijke zorgen van de buitenge-
woor onder de wapenen geroepen
dienstplichtigen zooveel mogelijk
te verlichten. Daartoe zal o.a. het
bedrag, dat ten hoogste aan kost
winnersvergoeding kan worden
toegekend, van 2.50 op 3.per
dag worden gebracht, terwijl in
bijzondere gevallen het bedrag van
3.met machtiging van den
minister van defensie nog eeniger-
mate "al mogen worden over
schreden.
Dit wil niet zeggen, dat alle vergoedin
gen verhooging zullen ondergaan, maar dat
in sommige gevallen, waarin thans reeds
2.50 per dag aan vergoeding wordt ge
noten, doch waarin dit bedrag niet vol
doende blijkt in verband met den achter
uitgang van de gezinsinkomsten, en b.v. in
verband met de grootte van het gezin, de
vergoeding kan worden verhoogd. Verder
zal de verhooging soms noodig blijken ten
aanzien van gezinnen, die .in het buiten
land verblijf houden, daar in verschillende
streken in het buitenland een andere maat
staf voor levensonderhoud moet gelden dan
hier te lande.
Voorts is een regeling te wach
ten, welke beoogt steun te ver-
leenen aan diegenen, die door op
komst in militairen dienst in on
overkomelijke moeilijkheden zijn
geraakt en met toekenning van
kostwinnersvergoeding niet of niet
voldoende geholpen zijn.
De regeering heeft het hoofdbestuur van
de Koninklijke Nationale Vereeniging tot
steun aan miliciens bereid gevonden zich
met de uitvoering van deze regeling te be
lasten. Daar deze vereeniging voor dit doel
niet over voldoende geldmiddelen beschikt,
heeft de regeering haar een zeker bedrag
aan subsidie toegezegd met de bepaling,
dat deze subsidie zal worden verhoogd met
een gelijk bedrag als de vereeniging van
andere zijde aan bijdragen mocht ontvan
gen. Wanneer dus iemand de vereeniging
steunt, hetzij met 100.hetzij met een
kwartje of een dubbeltje, kan hij er op
rekenen, dat het Rijk er evenveel bijlegt.
Het adres van de vereeniging is: Amster
dam-C., Weteringschans 96, terwijl het
nummer van de postrekening is 12459.
Verlofregeling.
Ook is een verlofregeling in
voorbereiding, doch eerst moet
nog worden nagegaan, in hoeverre
de toestand het verleenen van
verlof gedoogt. Voortshands zal
het verlof in elk geval slechts op
beperkte schaal kunnen v-orden
verleend. De regeering hoopt, ge
leidelijk eenige uitbreiding aan
het verlof te kunnen geven.
Het is van belang, dat afgescheiden
van deze regeeringsmaatregelcn ook
van particuliere zijde alles in het werk
wordt gesteld om de moeilijkheden en
zorgen, welke op de schouders van de
gemobiliseerden of van hun gezinnen rus
ten, zooveel mogelijk te helpen verlichten.
Uit maatschappelijk oogpunt is het ge-
wenscht, dat de plaatsen, die als gevolg
van de mobilisatie zijn opengevallen, weder
geheel worden bezet. De regeering heeft in
dit verband met groote waardeering ver
nomen, dat zeer vele werkgevers hun
onder de „apenen geroepen personeel niet
of althans slechts tijdelijk hebben ontsla
gen en de opengevallen plaatsen ook
slechts tijdelijk hebben doen bezetten door
niet-gemobiliseerden, opdat de gemobili
seerden, wanneer zij weder uit dienst
komen ,in hun oude betrekking kunnen
terug keeren.
Bovendien hebben vele werkgevers het
verschil tusschen loon en kostwinnersver
goeding geheel of voor een deel weggeno
men door het toekennen van een toeslag.
De regeering beseft volkomen, dat niet
alle werkgevers aldus kunnen handelen,
met name niet zij, die tengevolge van de
algemeene mobilisatie zelf in min of meer
groote moeilijkheden zijn komen te ver-
keeren. Echter moge de regeering een op
wekking richten tot alle werkgevers, die
tot heden in dit opzicht hun standpunt nog
niet hebben bepaald, om ten behoeve van
onze gemobiliseerden zóó ver te gaan, als
in verband met hun eigen omstandigheden
mogelijk wordt geacht.
Ook het publiek kan onder de huidige
omstandigheden steun aan gemobiliseerden
verleenen. Vele zaken kunnen in stand
worden gehouden, indien men eenige in
schikkelijkheid betoont, bijvoorbeeld door
waren, welke anders aan huis worden be
zorgd, zelf af te halen of te doen afhalen.
In sommige zaken blijft de echtgenoote van
den gemobiliseerde achter, die niet in
staat is het bedrijf gaande te houden, ter
wijl hulp niet is te krijgen of niet kan
worden betaald. Hier kan alleen uitkomst
worden gebracht, wanneer anderen
die over vrijen tijd beschikken belan
geloos de behulpzame hand bieden.
De regeering doet een beroep op
iedereen, die daartoe in staat is,
om te doen wat in zijn vermogen
ligt om de zorgen van de gemobi
liseerden te helpen verlichten.
Een speciale correspondent van
het A. N. P. heeft te Thisted een
onderhoud gehad met den kapi
tein, den heer van Dam, van het
gisteren op een mijn geloopen en
gezonken Nederlandsche stoom
schip „Mark".
De kapitein, die niet ernstig
gewond is, verklaarde, dat de
„Mark" op weg was van Finland
naar Nederland. Zaterdagmiddag
te kwart voor één stootte het
schip op een mijn. Het schip be
vond zich toen op 56 graden 45
minuten noorderbreedte en 4
graden 4 minuten oosterlengte.
In verband met het mijnengevaar be
vonden alle officieren zich voor den uitkijk
op de brug. Geen van hen heeft echter iets
van een mijn gezien.
De mijn trof het schip aan de boeg
stuurboordzijde. De „Mark" maakte on-
middelijk sterk slagzij, zoodat de beman
ning onmiddellijk in de booten moest
gaan.
Dit geschiedde zeer ordelijk, doch er
was geen tijd meer om de scheepspapieren
of persoonlijke eigendommen mee te
nemen.
Verscheidene leden van de bemanning,
die door de ontploffing zeer geschrokken
waren, waren sterk onder den indruk.
De tocht in de reddingsbooten
was zeer vermoeiend. In de red
dingssloepen bevonden zich, zoo
als voorgeschreven, de noodrant
soenen, beschuit en water. Twee
dagen lang hebben de opvarenden
in de booten gezeten en bij slecht
weer getracht naar de kust te
roeien.
De kapitein verklaarde tenslotte, dat de
„Mark" ongetwijfeld op een mijn is ge
loopen en dat er geen sprake is van torpe
deering. De schipbreukelingen zullen zoo
spoedig mogelijk naar Nederland terug
keeren.
H. G. WELLS TE AMSTERDAM.
Met het toestel uit Malmö is gistermiddag
omstreeks twaalf uur de bekende Engelsche
schrijver H. G. Wells op Schiphol aangeko
men.
Het lag in de bedoeling van den schrijver
vandaag met het eerste toestel naar Londen
te vliegen.
COMMISSIE BURGERBEVOLKING
INGESTELD.
De regeeringspersdienst deelt het vol
gende mede
De ministers van binnenlandsche zaken
en van defensie hebben een „commissie
burgerbevolking" ingesteld, v elke belast
is met de algemeene voorbereidingen en,
zoo noodig, met de algemeene leiding van
de huisvesting, de verzorging enz. van de
afgevoerde burgerbevolking.
De commissie ressorteert onder den mi
nister van binnenlandsche zaken.
ECONOMISCHE MAATREGELEN
DER REGEERING.
Donkere olie-beschikking l939- n0- 1'
De minister van economische zaken
heeft, gelet op de artikelen 4 en 8 der
distributiewet 1939, alsmede op het
distributieheffingsbesluit 1939 de „donkere
oliebeschikking 1939, no. 1", vastgesteld,
waarbij donkere olie' wordt aangewezen
als distributiegoed in den zin van artikel 4
der wet.
Artikel 3. Bij de uitvoering van de re
geling treedt de directeur van het rijks
bureau op namens den minister en neemt
daarbij de door een commissie van bij
stand, namens den minister te geven aan-
wijzigingen in acht.
Iedere producent of importeur van of
hapdelaar in donkere olie is verplicht aan
den directeur het verzoek te doen haar bij
het rijksbureau in te schrijven.
De aanvrage bij het rijksbureau van for
mulieren daartoe moet geschieden binnen
4 dagen na den dag van inwerkingtreding
dezer beschikking, terwijl het verzoek tot
inschrijving binnen 4 dagen n? de afgifte
of de verzending door het rijksbureau van
zulk een formulier aan den belanghebben
de moet geschieden.
De kosten, aan de uitvoering van deze
regeling verbonden, zullen, volgens nader
door den directeur in overleg met de com
missie van bijstand vast te stellen regelen,
worden omgeslagen over de ingeschreven
ondernemingen.
Iedere onderneming is verplicht op be
paalde .formulieren aan den directeur
schriitelij' opgave te doen van de hoeveel
heid donkere olie, welke zij op den dag
van inwerkingtreding dei beschikking als
mede op door den directeur te bepalen
tijdstippen voorhanden of in voorraad
heeft.
Petroleumbeschikking 1939, nr. 1.
De minister van economische zaken 'ïeeft
gelet op de artikelen 4 en 8 der distributie-
wet 1939, alsmede op het distributiehef
fingsbesluit 1939 de „petroleumbeschikking
1939, no. 1" vastgesteld waarbij petroleum
wordt aangewezen als distributiegoed in
den zin van artikel 4 der wet, de directeur
van het rijksbureau van aardolieproducten
treedt bij de uitvoering van de regeling op
namens den minister en neemt daarbij de
door een commissie van bijstand, namens
den minister te geven aanwijzingen in acht.
Iedere producent of importeur van of
handelaren in petroleum is verplicht aan
den directeur het verzoek te doen haar bij
het rijksbureau in te schrijven.
Overigens bevat de beschikking bepalin
gen, die geheel analoog zijn met die van
de „donkere olie-beschikking 1939, no. 1"
Benzine en benzol-beschikking
1939, no. 1.
De minister van economische zaken
heeft, gelet op de artikelen 4 en 8 der
distributiewet 1939, alsmede op het distri
butieheffingsbesluit 1939 de „benzine en
benzolbeschikking 1939, no. 1" vastgesteld,
waarbij benzine en benzol worden aange
wezen als distributiegoederen in den zin
van artikel 4 der wet.
Bij de uitvoering van de regeling treedt
de directeur van het rijksbureau voor
aardolieproducten op namens den direc
teur en neemt daarbij de door een com
missie van bijstand, namens den minister
te geven aanwijzingen in acht.
Iedere producent of importeur van of
handelaar in benzine of benzol is verplicht
aan den directeur het verzoek te doen haar
bij het rijksbureau in te schrijven.
Overigens bevat de beschikking bepalin
gen ,die geheel analoog zijn aan die van
de hier bovenstaande beschikkingen.
NIEUWE UITVOERVERBODEN.
De regeering heeft het noodig geoordeeld
de reeds bekend gemaakte verboden van
uitvoer voor bepaalde goederen aan te vul
len met een uitvoerverbod voor asbest en
een uitvoerverbod voor verf- en kleurstof
fen, droog of waterdeegvorm, aangemaakte
verf- en kleurstoffen, zoomede lakken, ver
nissen en vloeibare siccatieven, inkten,
harsen en gomharsen, zoowel natuurlijke als
synthetische en terpetijnolie.
Ook ten aanzien van deze artikelen kun
nen, indien de hier te lande aanwezige
voorraden zulks toelaten, dispensaties wor
den verleend. Ter verkrijging daarvan wen
de men zich tot het Crisis Uitvoerbureau,
Piet Heinplein 6 te 's-Gravenhage.
WAT IEDEREEN MOEI WETEN.
Hoe zolders, vlieringen, bovenver
diepingen er uit moeten zien.
De Ned. Ver. voor luchtbescherming
schrijft ons:
In de eerste publicaties betreffende het
geen ieder in eigen huis behoort te doen,
moeten wij thans de aandacht vragen voor
zolders, vlieringen en bovenverdiepingen.
Waarom moeten deze worden ontruimd
of althans grondig worden opgeruimd?
Vooreerst omdat brandbommen omlaag
worden geworpen, en het bovenste gedeelte
van het huis dus het eerst getroffen zal
worden.
Bovendien leert de ervaring van eiken dag
dat orand op zolder het gevaarlijkst is. In
dien de bom door het dak heen slaat, is het
waarschijnlijk dat deze op de zolder of bo
venverdieping terecht komt en daar blijft
branden.
Wat moet men dus doen?
Men moet zorgen dat een brand, die door
welke oorzaken ook ontstaat, zoo min moge
lijk voedsel kan vinden. Daarom:
1. Zolders, vlieringen, bovenverdiepingen
zoo mogelijk geheel ontruimen. Indien dit
niet mogelijk is, omdat men niet weet waar
men de daar bewaarde goederen zou moe
ten laten of wel omdat op de bovenverdie
ping woon- of slaapvertrekken in gebruik
zijn, grondig opruiming houden, d.w.z.:
alle oude rommel, licht brandbare voor
werpen, zooveel mogelijk verwijderen,
kleine voorwerpen in kisten en koffers
opbergen:
kisten en koffers, een eind van de muur,
midden in het vertrek opstellen, zoodat men
er om heen en overal goed bij kan komen.
Hoe ordelijker en ovferzichtelijker, hoe
beter!
2. Zojders, vlieringen en bovenverdiepin
gen zooveel mogelijk brandvrij maken. Lat
werkschotten vervangen door ijzergaas. Be
dekken van vloeren (juist in de verste hoe
ken tegen de wanden) met een gipslaag of
met een mengsel van waterglas en krijt;
asbestpapier tusschen twee lagen linoleum;
platen van onbrandbaar materiaal; hout-
deelen impregneeren met geschikte brand
werende stoffen.
3. Het bluschmateriaal voor de hand ge
reed zetten om snel te kunnen optreden en
de brandhaarden in de '-iem te smoren. In
een vorige mededeeling hebben wij dit ma
teriaal reeds opgesomd. Wij komen daarop
terug als wij de brandbestrijding zelve be
handelen.
Als een twijfelaar zou vragen of dit alles
wel effect heeft, kunnen wij hem antwoor
den dat elke brand in het klein begint, en
als men er snel bij is, met eenvoudige mid
delen te bestrijden is.
Bovendien kan men er niet op rekenen
dat de gemeentelijke brandweer het werk
uit de hand zal nemen, dat men zelf kan
en behoort te doen. Bij een massalen aanval
met brandbommen, wanneer vele branden
tegelijk zijn ontstaan, kan de brandweer nu
eenmaal niet overal tegelij zijn.
Weest daarom paraat en treft Uwe voor
bereidingen!
Bij de zelfbescherming is voorbereiding
meer dan het halve werk!
DOODELIJK ONGELUK IN
STAATSMIJN EMMA.
Gistermorgen is de metselaar J. Leers op
de bovengrondsche werken van staatsmijn
„Emma" van een ongeveer drie meter hooge
steiger gevallen. Hij liep hierbij een sche
delbreuk op en brak twee rugwervels.
Het slachtoffer is naar het ziekenhuis te
Heerleen overgebracht, waar zijn toestand,
welke aanvankelijk niet ongunstig was, in
den loop van den dag verergerde, tengevol
ge van een bloeding in de hersenen. Des
avonds is hij aan de gevolgen overleden.
Leers, die 54 jaar was, was gehuwd en va
der van vier volwassen kinderen.
WIELRIJDSTER BOTST TEGEN
VRACHTAUTO.
Gisteravond wilde de 63-jarige echtge
noote van W. Thijssens, wonende te Val-
kenswaard, zich per rijwiel van haar wo
ning naar den Provincialen weg begeven.
Komende uit een zijweg reed zij tegen
de rechterzijde van een juist over den
hoofdweg nabij de brug over de Dommel
passeerende vrachtauto, bestuurd door J.
Schouten uit Vught. Zij werd van haar fiets
geslingerd en bleef met zware verwondin
gen liggen.
Het slachtoffer werd naar haar woning
vervoerd, waar zij in den afgeloopen nacht
is overleden.
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
16)
Het gevolg hiervan was, dat sir Hector
Frensham een donderbui van vloeken en
verwenschingen liet neerdalen op het waar
dige hoofd van Emmanuel Porter, die let
terlijk naar lucht stond te happen en
zooals hem in krachttermen verzocht werd
zijn uiterste best deed om zijn positieven
bij elkaar te houden. Tenslotte drong het
dan toch tot hem door, dat sir Hector
Frensham met zijn dochter wilde spreken
en nog wel dringend,
Porter legde den hoorn neer en rende
weg. Nog geen minuut later was hij al
weer terug, zij het dan ook buiten adem.
„Miss Jane's meisje zegt, dat miss Jane op
het oogenblik slaapt. Miss Jane heeft een
erg onrustigen nacht gehad, meneer, en
haar meisje zegt, dat zij miss Jane er van
ochtend toe heeft kunnen krijgen een on
schadelijk slaapdrankje in te nemen. Miss
Jane 'heeft nadrukkelijk te kennen gege
ven. dat zij niet gewekt mag worden, zoo
zij in slaap mocht vallen Moet ik haar door
het meisje laten roepen om met u te spre
ken, meneer?"
„Nee", zei sr Hector, nu weer met zijn
stem van allen dag. „Nee, dat hoeft niet.
Maar laat miss Jane, zoodra zij wakker
wordt, weten, dat zij mij moet opbellen".
„Goed, meneer", zei Porter en met een
gevoel van groote opluchting hoorde hij
den klik van den hoorn, welke aan den
anderen kant opgehangen werd.
VI.
Het was half drie, toen een gesloten poli-
tie-auto met neergelaten gordijntjes, welke
uit de richting van het Embankment kwam,
Scotland Yard insloeg.
Er stapte een forsche, eenvoudig geklee-
de man uit, onmiddellijk gevolgd door nog
een anderen persoon in een bruin costuum.
Laatstgenoemde, die geen hoed droeg en
blond was, deed zijn metgezel, niettegen
staande diens lengte en robustheid, als een
man van niet veel meer dan middelbare
grootte en nietigen lichaamsbouw schijnen.
Zij gingen snel den ingang binnen, waar
voor zij hun auto hadden laten stilhouden.
Een kwartier later kwam uit de richting
Whitehall een taxi Scotland Yard binnen
gereden. Er zat niemand in buiten den
chauffeur. De dienstdoende agent bij den
ingang liet hem onmiddellijk stoppen. Na
de noodige woorden over en weer mocht
hij op vertoon van een papier, dat hij uit
zijn binnenzak opgediept had, verder rij
den. De chauffeur parkeerde onder geleide
van den agent zijn auto en mocht toen ein
delijk het gebouw binnen gaan.
Een minuut of tien later hield een lange,
grijze coupé voor den Embankment-ingang
stil. De bestuurder, die tevens de gelukkige
eigenaar van dezen luxueuzen wagen
scheen te zijn, haalde een papier voor den
dag, dat hij aan den agent bij den ingang
toonde, en parkeerde zijn auto halverwege
de inrijlaan in een inham, welke zich
rechts van den weg bevond. Na nog aan
een anderen agent zijn papier getoond te
hebben, werd hij door dezen naar dezelfde
deur gestuurd, waardoor zooeven de chauf
feur verdwenen was.
Van drie uur tot tien minuten over drie
was Nicholas Revel in de kamer van com
missaris Connor, met wien hij op zijn ge
mak een sigaret zat te rooken. Om tien mi
nuten over drie kwam er een boodschap
voor commissaris Connor, die daarop met
Nicholas een steenen trap afdaalde, welke
op een lange gang uitkwam. Aan het einde
van deze gang was een vertrek, dat zij bin
nengingen.
De deur sloeg achter Nicholas en zijn
metgezel toe. Nicholas keek om zich heen.
Het was een kale ruimte met geel verkleur
de wanden. Er was geen meubelstuk te be
kennen. Langs de vier wanden was een
doorloopende bank van een halven meter
hoogte. Op deze bank of juister gezegd
op twee van de vier zijden ervan zaten
zes personen, die, wat hun grootte betrof,
stuk voor stuk boven de middelmaat uit
kwamen. Het waren allen blonde typen en
geen hunner had een hoed bij zich.
Commissaris Connor fluisterde Nicholas
Revel iets in het oor, waarop deze een staD
naar voren deed en weer zonder zich een
oogenblik te bedenken naar een van de
zes mannen, die in den hoek van de bank
zat een man, die veel grooter was dan
een der anderen en zoo blond als een vi
king. Kortom: het was dezelfde man, die
om half drie uit de politie-auto was ge-
stap.
„Dank u", zei commissaris Connor en
nam den heer Revel weer mee naar zijn
kamer.
„Er was geen twijfel aan", zei Nicholas
Revel. „Ik zou hem uit duizenden herken
nen. Ik hoop maar, dat deze vertooning u
niet te veel last bezorgd heeft".
Commissaris Connor haalde zijn breede
schouders op en mompelde iets over rou
tine. Hij presenteerde zijn bezoeker nog
een sigaret en bedankte hem hartelijk.
Meneer Revel zei, dat hij nu opstappen
moest en vroeg terloops: „De chauffeur, die
mij gereden heeft, is zeker nog niet gevon
den, hè? Maar dat doet er ook eigenlijk niet
veel meer toe".
De hoeken van commissaris Connor's
mond trokken zich tot een lachje samen
„Wij hebben hem al", zei hij bedaard.
Meneer Revel zette groote oogen op Dat
is nog eens vlug werk" zei hy met iets' van
ontzag in zijn stem.
Opnieuw haalde commissaris Connor zijn
schouders op. „Niets bijzonders, meneer
Alledaagsch werk. Als u wilt weten, hoe
hij heet zijn naam is Palmer, ioseph
Palmer. Hij heeft nachtdienst gehad en
gisteren den heelen dag geslapen, dat is de
reden waarom hij niet eerder naar ons toe
gekomen is. Wij vonden hem net toen hij
op het punt stond om naar het Buurt-sta-
tion weg te rijden. Nog maar vijf minuten
geleden was hij beneden in dezelfde kamer
Hij haalde Vayle er met even weinig moei
te uit als u".
„Prachtig!" zei Nicholas. „Het is een ge-
Gedurende meer dan een jaai Wa
recherche op zoek naar een brutalen^^6
die er zijn werk van maakte tijd. n
vroegmis in de katholieke kerken dief de
len te plegen, ten nadeele van bef i!"
sters. Van het oogenblik dat deze h
zitplaats verlieten, en dan haar handt
in de bank lieten liggen, maakte de
gebruik, geld uit de tasch te halen of"^
geheele tasch te stelen, hetgeen hem m
malen gelukte. meer*
Than: is het de recherche gelukt d
man op heeterdaad te betrappen toen vr
Zondagmorgen in de St. MartinusWu
bezig was de handtasch van één der kerk
gangsters te doorsnuffelen. Hij werd
resteerd, doch hij ontkende de vorf"
diefstallen te hebben gepleegd. ge
De man, de 30-jarige bankwerker J m
uit Groningen, is vroeger reeds met dé
justitie in aanraking geweest.
Hij heeft zich zijn arrestatie zoo aanEe
trokken, dat .hij in een onbewaakt oogen
blik een lepelsteel en twee open vdj;
heidsspelden inslikte, zonder hiervan hin
der te ondervinden. Van het hoofdbureau
van politie is M. naar het Academisch zie.
kenhuis overgebracht, waar de voorwerl
pen, welke in den maag liggen, langs
operatieven weg zullen worden verwijderd
Bij het fotografisch onderzoek bleek dé
maag nog een naald te bevatten, welke hij
tien jaar geleden had doorgeslikt.
BEWIJZEN VAN VRIJEN DOORTOCHT
VOOR MOTORRIJTUIGEN.
De opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft tot dusverre bewijzen van
vrijen doortocht voor motorrijtuigen ver
strekt, ten einde door burgers bestuurde
motorrijtuigen, welke gebruikt worden
rechtstreeks ten behoeve van de landsver
dediging of de economische verdedigings
voorbereiding, in staat te stellen, hun doel
eventueel ook langs militaire posten te be
reiken.
De opperbevelhebber heeft thans echter
maatregelen doen treffen, dat het verkeer
in het binnenland, in het bijzonder op de
groote verkeerswegen, in de toekomst door
de controle vanwege militaire posten zoo
min mogelijk zal worden gehinderd.
Uiteraard zal in de grensstrooken in het
zuiden en oosten des lands eenige belemme
ring van het verkeer in het belang van de
directe beveiliging der grenzen en van het
toezicht op de binnenkomende en uitgaande
vreemdelingen noodzakelijk blijven.
Het moet aan het beleid van de comman
danten ter plaatse worden overgelaten, te
beslissen hoever deze belemmering zich zal
uitstrekken.
Daar in verband met het vorenstaande
geen moeilijkheden van beteekenis voor het
gebruik van motorrijtuigen zijn te duchten,
zullen de bewijzen van vrijen doortocht
voortaan slechts bij uitzondering worden
verleend.
Mocht in vorenbedoelde grensstrooken
hinder worden ondervonden, dan zou mw
zich kunnen verstaan met de commandanten
ter plaatse.
RIJKSBUREAU
AARDOLIEPRODUCTEN.
Met betrekking tot het kortgeleden in
gestelde rijksbureau voor aardolieproduc
ten maakt de minister van economische
zaken bekend, dat bij zyn beschikkingen
van heden drie commissies van bijstand
zijn ingesteld voor de distributie van
respectievelijk benzine en benzol, van pe
troleum en van donkere oliën. By deze
beschikkingen is voorts bepaald, dat de
producenten en importeurs van deze pro
ducten gehouden zijn zich bij bovenge
noemd rijksbureau te doen inschrijven-
Gelijke verplichting rust op de handela
ren, die bovengenoemde producten aan
wederverkoopers leveren en daarvan hun
normaal bedrijf maken.
Bovendien moeten genoemde groepen
opgave hunner voorraden doen op formu
lieren aan tc vragen bij het Rijksbureau
voer aardolieproducten, gevestigd te
's-Gravenhage, Zeestraat 190/104. Tele
foon 116345. Inlichtingen worden ver
strekt door de afdeeling economisc
voorlichting van het departement va^
economische zaken, Rijnstraat 24
's-Gravenhage, alsmede door de Kam
van Koophandel en Fabrieken.
luk voor Vayle, dat wij hem toevallig
zien hebben, zou ik zoo zeggen".
„Meer dan een geluk!" De stem
commissaris klonk somber. Hij ëa' ,ais,
las een hand en bedankte hem nog
„Tot ziens, meneer Revel!" „jn.lt
„Hoe?" zei Nicholas Revel. „Wat
U?" gf
De commissaris glimlachte. „Ik ben
dat u van dit zaakje nog wel r^tis-
ren zult krijgen, meneer Revel. 1
topher Vayle zal terecht moeten s_
lederen keer, dat hij den naam jjjank-
sprak, kreeg zyn stem een blt "imieagen-
„Wegens aanranding van twee P
ten". ,a1 Na-
„Ah-juist zei Nicholas Reve
tuurlijk!"
VIII.
Om zeven uur dien avond een
Hector Frensham en zijn flr. H
glaasje sherry in de bibliothee
Gordon Place. dochter
Sir Hector Frensham kee,..? lichter °m
aan en voeld zich aanmerke U uit.
het hart. Jane zag er zood°'g ige wrok
dat hij nog maar nauwelijks yayle, <je
kon koesteren tegen ChristoP ellen
voornaamste oorzaak van z° onbe*11®
voor Jane en zij het dan yan ee
- de hulp van den moorden uit ie
der meestbelovende jonge jensche p
geuniformde rijen van de
litiemacht.
<W.rd<