TEGEN DE WET
JeuiUetw
Het Duitsche vliegtuig boven
Gelderland.
Stappen te Berlijn.
Centralisatie van den bloed
transfusiedienst.
Plannen van het Ned.
Roode Kru.s.
Drijvende mijnen voor
onze kust.
Inschrijvingsbeschikkingen
uitgevaardigd.
Aanwijzingen als vervoer
middel.
Richtlijnen voor de
bodemproductie.
TWEEDE BLAD.
De regecringspersdienst meldt:
Naar aanleiding van het gister
vermelde feit, dat Zondagmiddag
een Duitsch vliegtuig boven een
deel van Gelderland is verschenen,
heeft onze regeering aan H.Ms. ge
zant te Berlijn opgedragen, bij de
Duitsche regeering ter zake de noo-
digc stappen te doen.
Het Nederlandsche Roode Kruis
heeft op zich genomen de centra
lisatie in het uitbreiden van de
bestaande bloedtransfusie diensten
tot een apparaat, dat, wanneer ons
land onverhoopt in een oorlog zou
worden gewikkeld, het benoodigde
bloed in voldoende mate in alle
deelen van het land kan verschaf
fen.
Dr. Eykel, die het voorzitterschap van de
door het Roode Kruis uitgebreide centrale
bloedtransfusiecommissie op zich heeft ge
nomen, heeft over de plannen op dit gebied
enkele mededeelingen gedaan.
Het is in de toekomst de taak van de
commissie uit het Roode Kruis zelfstandig
de bloedtransfusiediensten te regelen over
het geheele land, in vredestijd zoowel als in
oorlogstijd, voor militairen zoowel als voor
burgers, al zal de commissie uiteindelijk
verantwoordelijk zijn aan het dagelijksch
bestuur van het Nederlandsche Roode
Kruis.
Zij, die zich bereid verklaren van hun
bloed een gedeelte af te staan, worden als
„donor" ingeschreven. In het belang van
bloedgever en patiënt worden de dohor ge
keurd, hun bloed wordt onderzocht en de
groep, waartoe het behoort, wordt bepaald.
Berekend is, dat in ons land ongeveer
100.000 donors noodig zijn om volledig in de
behoefte in oorlogstijd te kunnen voorzien.
De bloedafgifte geschiedt geheel gratis, niet
meer dan zesmaal per jaar en ten hogste
een halven liter per keer. Binnen veertien
dagen zal volkomen regeneratie van het
bloed zijn verkregen. De leeftijdsgrenzen
liggen tusschen 15 en 50 jaar.
De centrale commissie zal als volgt te
werk gaan: het geheele land wordt ver
deeld in pl.m. 50 rayons, waarvan het mid
delpunt wordt gevormd door een ziekenhuis
waaraan een specialist-internist verbonden
is. Dit ziekenhuis zal als medisch centrum
worden beschouwd. Hieraan wordt een ad
ministratief centrum toegevoegd met een
administrateur.
In iedere gemeente, groot en klein, zal een
werfcommissie worden opgericht, samenge
steld zoo mogelijk uit den burgemeester, een
vertegenwoordiger van het Roode Kruis,
Groene Kruis, Wit-Gele Kruis en vereeni-
ging voor luchtbescherming. Deze werf
commissie zal de donors aanwerven ondei
de plaatselijke bevolking.
Naast de gevallen, waarin de overbrenging
op den patiënt onmiddelijk kan geschieden
is een inrichting noodig, waarin het bloed
kan worden geconserveerd. In twee plaatsen
waarschijnlijk Amsterdam en Rotterdam
zal zulk een inrichting worden totstand-
gebracht, van waar ten behoeve van de
weermacht het bloed in speciale flesschen
naar het gevechtsterrein kan worden ver
voerd.
De centrale commissie heeft aan de mi
nisters van defensie en binnenlandsche za
ken een belangrijke subsidie gevraagd en
er bestaat een gegronde verwachting, dat
deze niet zal worden geweigerd. Ook het
particulier initiatief dient het hare te doen.
De centrale commissie vraagt den steun
van alle Nederlanders.
Men kan zich daartoe opgeven bij de lei
ders van de plaatselijke Roode Kruis bloed
transfusiediensten of bij het secretariaat
van de centrale bloedtransfusie-commissie,
Prinsessegracht 27, Den Haag.
Bijdragen voor den bloedtransfusiedienst
kunnen gestort worden op den heer J. C.
Baumann, burgemeester van Overschie,
nummer 138132.
Door de kustvisschersvaartuigen Sch 1,
schipper Frans Hoefnagel en de Sch 37,
schipper G. Hartevelt, zijn gistermiddag
op de kust drijvende mijnen waargenomeh.
De Sch. 1 heeft deze waargenomen op
7 mijlen uit de kust vóór Scheveningen en
de Sch 37 op 10 mijlen Noord-Noord-West
van Scheveningen. Voorts berichtte de
nog zooeven binnengekomen schokker no.
40, schipper A .van der Laan, twee drij
vende mijnen te hebben waargenomen
tusschen Scheveningen en Katwijk, vier
mijlen uit de wal. Men verdacht dat wan-
nee- deze wind dezelfde blijft, deze aan de
kust zullen aanspoelen.
Door de vischers is aan de betrokken
autoriteiten van deze waarnemingen ken
nis gegeven.
De minister van waterstaat heeft op grond
van artikel 2, eerste lid, van de wet gebruik
vervoermiddelen 1939 als vervoermiddelen,
waarop het onderstaande betrekking heeft,
aangewezen:
a. motorrijtuigen, opleggers en aanhang
wagens, geheel of gedeeltelijk ingericht tot
vrachtvervoer, alle hieronder verder aange
duid als vrachtauto's,
b. motorrijtuigen, ingericht tot het voort
bewegen van opleggers, hieronder verder
aangeduid als tractoren.
Houders van vrachtauto's of tractoren zijn
verplicht deze binnen acht dagen na het in
werking treden van deze beschikking en
voorts zoodra mogelijk na den aanvang van
hun houderschap te doen inschrijven in een
register, dat wordt gehouden ten kantore
van den inspecteur-generaal van het ver
keer.
Het doen inschrijven geschiedt door in
diening van een ingevuld en onderteekend
inschrijvingsformulier, dat kosteloos ver
krijgbaar is ter secretarie van elke ge
meente, en door bemiddeling van de diverse
vervoers-bonden.
Tot het doen inschrijven behoort mede het
verstrekken van nadere gegevens omtrent de
vrachtauto's of tractoren op eerste aanvraag
van of vanwege den inspecteur-generaal
van het verkeer dan wel van een rijksin
specteur van het verkeer, hoofd van een
district voor het goederenvervoer.
De verplichting tot het doen inschrijven
bestaat niet ten opzichte van de vrachtauto's
of tractoren, welke zijn gevorderd op grond
van de wet op den staat van oorlog en van
beleg, van de inkwartieringswet of van de
wet betreffende bescherming tegen lucht
aanvallen.
Indien een houder de beschikking over een
vrachtauto of tractor verliest, doet hij daar
van onverwijld mededeeling aan den inspec
teur-generaal van het verkeer onder opgaaf
van oorzaak of redenen.
Inschrijvingsbeschikking sleepbooten.
De minister van waterstaat heeft voorts als
vervoermiddelen, waarop het onderstaande
betrekking heeft, aangewezen sleepbooten,
welke dienen tot de vaart op de binnen
wateren van de eene binnenslands gelegen
plaats naar de andere. Houders moeten zich
binnen 10 dagen laten inschrijven.
Dit geschiedt door indiening bij den insp.-
generaal van het verkeer van een ingevuld
en onderteekend inschrijvingsformulier, dat
kosteloos verkrijgbaar is ten kantore van
de bevrachtingscommissies, en haar agent
schappen, en voorts door bemiddeling van
het federatief verbond van vereenigingen van
particuliere sleepbooteigenaren in Neder
land.
Houders van sleepbooten, welke als opduw-
boot behooren bij een bepaald schip, worden
geacht aan de verplichting tot inschrijving
te hebben voldaan, indien voor het schip
voldaan is aan de verplichting tot het in
schrijven van schepen volgens de inschrij
vingsbeschikking binnenschepen met ver
melding op het inschrijvingsformulier van
de bijbehoorende opduwboot.
De overige bepalingen zijn gelijk aan die
voor vrachtauto's en tractoren.
Inschrijvingsbeschikking binnenschepen.
Voorts als vervoermiddelen aangewezen
schepen, welke geheel of gedeeltelijk tot
vrachtvervoer zijn ingericht en dienen tot
vrachtvervoer op de binnenwateren van de
eene binnenslands gelegen plaats naar de
andere.
Houders van die schepen zijn verplicht
deze binnen tien dagen te doen inschrijven
in registers, die worden gehouden ten kan
tore van de bevrachtingscommissie van het
district waar het schip zich bevindt op het
tijdstip van inschrijving of de houder is ge
vestigd.
Het doen inschrijven geschiedt door in
diening van een ingevuld en onderteekend
inschrijvingsformulier, dat kosteloos ver
krijgbaar is ten kantore van de bevrach
tingscommissie en haar agentschappen, en
voorts door bemiddelen van de stichting
„Nederlandsche Particuliere Rijnvaart
centrale".
Houders van bewijzen van tusschenkomst,
goedkeuring, beurtvaartontheffing of een
verklaring voor vervoer anders dan krach
tens overeenkomst, welke bü het in werking
treden dezer beschikking reeds waren afge-
gevens krachtens de wet van 5 Mei 1933
worden geacht aan de verplichting tot in
schrijving te hebben voldaan.
De overige bepalingen zijn gelijk aan die
voor vrachtauto's en tractoren.
ZELDZAME POSTZEGELS
VERDUISTERD.
Verzameling van Joodschen
emigrant.
De Enschedesche politie heeft aangehou
den een zekeren G. L. T. uit Oldenzaal en
zijn broer H. T. uit Enschede. Zij worden er
van verdacht een verzameling zeldzame
postzegels waarvan de waarde op pl.m.
10.000 gulden wordt geschat, te hebben
verduisterd.
Deze verzameling was het eigendom van
een Joodschen emigrant die via Nederland
en Engeland uit Duitschland naar Palestina
was vertrokken. Hij had de postzegelver
zameling in Duitschland achtergelaten. In
Enschede had hij een kennis opgezocht aan
wien hij vroeg te trachten de verzameling,
welke een cataloguswaarde had van meer
dan 50.000 R.M., over de grens te brengen.
De Enschedeër ging daarop naar den 38-
jarigen G. L. T., die beloofde, de collectie te
smokkelen tegen belooning.
De verzameling werd den man te Gronau
ter hand gesteld, maar nadien hoorde men
er niets meer van.
De Enschedeër die de belangen van den
emigrant behartigde, ging tenslotte naar de
politie. De Oldenzaler deelde echter mede,
dat de verzameling in beslag was genomen
en toonde zelfs het bewijs van de Duitsche
douane. Daar verschillende omstandigheden
verdacht waren, lette de politie er voortdu
rend op, of ook getracht zal worden, zegels,
overeenkomende met de verduisterde van
de hand te doen. Dezer dagen hoorde de re
cherche, dat enkele zeer zeldzame zegels
van de Duitsche koloniën, precies dezelfde
welke zich in het verduisterde album had
den bevonden, ter verkoop waren aangebo
den.
Men stelde bij den verkooper een onder
zoek in en deze deelde mede, ze te hebben
gekregen van H. T. te Enschede met het
doel de zegels te verkoópen. Deze H. T.
bleek een broer van den Oldenzaler
te zijn. Na een nauwgezet onderzoek werden
zestig van de tachtig verdwenen vellen post
zegels in een perceel te Oldenzaal aange
troffen. Het bleek, dat G. L. T. eerst alle ze
gels over de grens had gesmokkeld. Later
had hu twintig vellen met de minst kost
bare zegels naar Duitschland gebracht en ze
daar aan de douane ter hand gesteld, met de
mededeeling dat iemand uit Enschede hem
had willen overhalen deze zegels te smok
kelen. Hiervoor kreeg T. een bewijs van de
Duitsche douane, terwijl de Enschedeër werd
gedagvaard door de Duitsche Justitie, we
gens poging tot deviezensmokkelarij. De
beide broers T. zijn ter beschikking van de
justitie gesteld.
REQUEST VAN DEN NEDERLANDSCHEN
GROSSIERSBOND.
Het bestuur van den Nederlandschen
grossiersbond heeft tot den minister van
defensie het verzoek gericht, om, waar ge
durende de eerste mobilisatiedagen ook tal
van vrachtauto's in gebruik bij de levens-
middelenbedrijven in beslag werden geno
men, bij eventueel nog te verwachten vor
deringen van motorrijtuigen geen vracht
auto's in dienst dier bedrüven te requiree-
ren en wel met het oog op een regelmatige
distributie van levensmiddelen, welke door
genoemde vorderingen in ernstige mate
wordt belemmerd.
De minister van economische za
ken vestigt de algemeene aandacht
op het feit, dat de bodemproductie
onder de tegenwoordige omstand-
digheden van vitaal belang is voor
de Nederlandsche volksgemeen
schap. Hü doet daarom een dringend
beroep op den landbouwenden
stand en de eigenaars, die hun grond
verpachten of op andere wüze in
gebruik geven, om al hun krachten
in te spannen en hun volle mede
werking ertoe te verleenen, dat de
Nederlandsche bodem een zoo ruim
mogelüke opbrengst geeft van voed
sel voor mensch en dier in een zoo
goed mogelijke verhouding.
Dit resultaat zal kunnen worden
bereikt indien men zich houdt aan
de volgende richtlynen.
1. Grasland.
Gescheurd dienen te worden die graslan
den, welke door hun ligging, grasbestand en
andere omstandigheden een redelyke zeker
heid geven, dat zü als bouwland een aan-
merkelyke grootere hoeveelheid voedsel
zullen geven.
Aan hen, die grasland scheuren, zal by de
toewüzing van krachtvoer een grootere hoe
veelheid worden toegekend, indien zy op
deze gescheurde gronden granen verbouwen.
Wat zy daarop voor eigen gebruik aan aard
appelen en andere hakvruchten winnen,
zullen zy mogen behouden.
Wordt niet. voldoende grasland gescheurd,
dan zal scheurplicht kunnen worden opge-
gelegd. In dat geval zal by de aanwy zing
van de scheurplichtige perceelen rekening
worden gehouden met de perceelen, die
thans vrijwillig gescheurd worden.
DE NEDERLANDSCH LANDBOUW
HANDELSKAMER VERGADERT.
Onder voorzitterschap van mr. A. G. A.
Ridder van Rappard heeft de Ned. Land-
bouw-Handelskamer gister te Utrecht haar
algemeene vergadering gehouden.
De voorzitter zeide in zyn openings
woord o.m.: Dat de oorlogstoestand ons in
alle opzichten de beteekenis doet gevoelen
van een ongestoord internationaal verkeer
voor het economisch leven. Alle neutrale
landen ondervinden dan ook den terug
slag van het gestokte internationaal ver
keer en van de blokkade, welke in toe
passing wordt gebracht. Zoo heeft Groot-
Britannië niet alleen een uitgebreide blok
kade tegen Duitschland, georganiseerd,
maar het heeft ook den invoer van groen
ten, en vruchten met uitzondering van
uien, aardappels, tomaten, appels en peren
verboden. Óndanks d»ze uitzonderingen is
door dit verbod de geheele uitvoer van
onze tuinproducten naar Engeland onmo
gelijk gemaakt. Voor het Westland, dat
toch al zooveel tegenslag heeft gehad, be-
teekent deze nieuwe beperking van zyn
export een ramp. Voorts is de invoer in
Engeland verboden van afgesneden bloe
men en snygroen, van alle boomen, strui
ken, planten, benevens bloembollen, wor
telstokken, knollen en andere wortelge
wassen. Het is, aldus spreker, te hopen,
dat deze maatregelen een voorloopig ka
rakter dragen in afwachting van een nade
re regeling van den invoer, omdat niet
kan worden aangenomen, dat Engeland
onzen exporthandel zou willen belemme
ren zonder daarvoor een compensatie te
geven door voldoende artikelen en pro
ducten tegen voldoende pryzen van ons
af te nemen.
Dat de zoo zeer gewijzigde omstandig
heden van invloed op het werk van de
N.L.H.K. zullen zyn, ligt voor de hand.
Toch zal er nog voldoende werk voor deze
instelling blijven te doen. Spr. dacht hier-
by aan het ophouden van den uitvoer uit
landen, die tot dusverre een belangrijken
export van bepaalde producten hadden.
Spr. vestigde hierop de aandacht, omdat
hij meent, dat de N.L.H.K. een voldoende
arbeidsveld zal kunnen vinden om zich
nuttig te maken, zooals zy dit in het af-
geloopen jaar heeft gedaan. Hiervan gaf
spi. een overzicht.
Ten sterkste wordt aangerari*
staande weilanden tot de hoogst de be
een
teit op te voeren, waartoe H1°<lUctivï
voorlichting op dit terrein Wol Int«nsiev;
seerd. ial georgan.
Aanleg van blyvend grasland
weiden zal niet geoorloofd zijn en kun8t
een gelijke oppervlakte blijvend ncernioI
'-instweide wordt gescheurd. grasl«nd of
2 R
Alleen de teelt van die Be °UW'and'
zal worden toegelaten, welke*88**11
de voeding van menschen en T*
onder de gegeven omstandig
het meest gewenscht 2yn Qen
rogge, haver, gerst, aardappel'
suikerbieten, boonen, erwten
koolzaad en voedergewassen)
andere gewassen mogen slechts n
verleende vergunning geteeld
Voor 1940 wordt de thans te velde
karwü toegestaan. st»»nde
Het ligt in de bedoeling, den have*
op de landbouwbedrüven te benert w
1/5 der oppervlakte bouwland Deze" tet
regel beoogt meer gronden in benaai,.mHt"
bieden beschikbaar te krygen voor dé W"
bouw van die gewassen, welke m.J Ver"
deel geven. Hy zal dan weinig of ««„T
vloed hebben op de hoeveelheid haver i
den handel, omdat deze hoofdzaken^ ü1
komstig is van de bedrüven in die strek!!'
waar de haververbouw reeds thans rJL
dan 1/5 van het bouwland bedraagt
Men brenge het zaaiplan 1940, wat H
verhouding der verschillende gewassen
derling betreft, zooveel mogelük in overee!"
stemming met de in 1937-1938 uitgevoerd
zaaiplannen, behalve ten aanzien van tarw»
rogge, en aardappelen, waarvan de verbeuw
behoort te worden uitgebreid. Men bestem
me Jaartoe bü voorkeur de vrijkomend!
oppervlakte.
ACHTJARIG MEISJE ONDER
MILITAIRE VRACHTAUTO.
Ernstig gewond.
Gisteren is op den Goorscheweg bij
Lochem het achtjarige meisje E. Lantink
uit Verwolde met de fiets tegen een mili
taire vrachtauto gereden en gevallen. Het
meisje kwam uit de richting van de buurt
schap Nettelhorst terwül de vrachtauto uit
de richting Lochem naderde. De chauffeur
trachtte nog door krachtig te remmen en
naar links uit te wijken een aanry'ding te
voorkomen.
Het meisje kwam echter tegen den zij
kant van de auto terecht en sloeg tegen
den grond. De fiets raakte onder de auto
en werd geheel vernield. Het slachtoffer
is in zeer ernstigen toestand in het zieken
huis te Zutphen opgenomen.
ERNSTIG MOTORONGELUK TE
BLARICUM.
Zaterdag is op den hoek verbindingsweg-
Eemnesserweg te Blaricum een ernstig on
geluk gebeurd. Door onbekende oorzaak
kwam daar de 35-jarige motorryder D. Mol
uit Huizen in botsing met een luxe-auto. De
motorrü'der werd tegen den grond geslin
gerd en bleef hevig bloedend liggen. Het
slachtoffer had een zware hersenschudding,
terwül zün rechterbeen gebroken was. De
man werd naar het St. Jansziekenhuis te
Laren overgebracht. Zü'n toestand is zeer
ernstig. Het motorrüwiel is geheel vernield.
Harmonische Lichaams Ontwikkeling:
Voor lichaam en geest!
VAN DE TRAP GEVALLEN.
Gistermiddag is de echtgenoote van den
heer W. Damen in het café „Maurickzicht"
te Vught by het van boven komen uitge
gleden, waarby' zy van de trap viel. ZÜ
kwam zoo ongelukkig terecht, da* ontboden
geneeskundige hulp niet meer mocht bg-
ten. Korten ty'd later is zy overleden.
VAN GROOTE HOOGTE IN HET
WATER GEVALLEN.
4-jarig jongetje verdronken.
Bü het spelen aan de Kromme Nieuwe-
gracht te Utrecht is een vierjarig jonfdtj#
van groote hoogte op een werf gevallen e
vervolgens in het water terecht gekom*1
Een voorbyganger sprong terstond te wa
en bracht het kind in bewustèloozen
stand aan den wal. n
Hoewel twee geneesheeren geruime"
tijd kunstmatige ademhaling toepas
mocht het niet meer gelukken de ie
geesten bij het kind op te wekken.
Naar bat Engelich van
MARTIN PORLOCK.
29)
„Ahi" zei Hector Frensham.
Hü maakte de tweede enveloppe open en
begon te lezen.
„Groote goden!" riep hü uit. „Wat is dat
toch voor een man?"
„Ik weet het niet", zei Jane, die juist de
twee andere velletjes gelezen had.
„Maar wie of wat hü ook is ideeën
heeft hü!" zei Hector Frensham.
Jane wuifde zich wat koelte toe met de
twee blaadjes uit enveloppe nr. 1.
„Is dit alles?" vroeg zy.
„Wqt alles?"
„Alles wat u hebt gedaan?"
„Niet heelemaal. Maar je zei my, dat de
weddenschap was jyf en zeventig procent,
welnu, je vriend heeft het voor ongeveer
vijf en tachtig procent bij het rechte eind".
„En wat behoort u volgens hem te
doen?" Jane stak haar hand uit naar het
andere velletje. Maar Hector Frensham
vouwde dit op en stak het in zün binnen-
Z3lCt
„Pardonl" zei hy.
„Gemeen!" zei Jane.
Om tien minuten voor half elf dien avond
begon Inspecteur Mordaunt, die de leiding
had van het opsporingswerk der F. T. Di
visie, zich af te vragen of het maar niet
beter zou zijn het onderzoek voor vanavond
te staken. Hij had namelük van het hoofd
bureau opdracht gekregen met een stelletje
manschappen het park af te zoeken naar
sporen van Thomas Nutting.
Om half elf besloot hü het verzamelsein
te geven. Maar om één minuut over half
elf struikelde een van de agenten, brigadier
Robert Forbes, die op het fluitsignaal van
zün inspecteur op een holletje aangeloopen
kwam, over iets, dat onder een grooten eik
op het kruispunt van twee ry'paden in een
klein boschje lag.
Om tien minuten over half elf belde In
specteur Maraday van de crimineele re
cherche van Scotland Yard, na een paar
dagelüksche orders gegeven te hebben, nr.
14 Gordon Place op.
Jane, die de telefoon hoorde rinkelen,
snelde uit de huiskamer de trap af. Zü had
Juist Hector Frensham met een zoet lijntje
vroeg in bed gekregen.
„Vader is uit. Nee, ik weet niet waar ik
hem kan bereiken. Kunt u mü ook zeggen
of het dringend is?"
„Dringend is nu niet bepaald het woord
juffrouw Frensham", zei Marraday, die
Jane wel eens ontmoet had. „Doen kan Sir
Hector toch niets. Maar wij hebben strikte
orders, dat
„Ja, ja, dat weet ik", viel Jane hem in de
rede. „Ik zal hem probeeren te vinden, me
neer Marraday. Als mü dat niet lukt laat ik
wel een briefje voor hem achter, zoodat hü
er morgenochtend van weet".
Jane liep langzaam de trap weer op. Na
er lang en breed over nagedacht te hebben,
schreef zü eindelük het briefje, dat zü aan
Porter gaf met de boodschap dit tegelük
met de thee den volgenden ochtend vroeg
naar Sir Hector te brengen.
VI.
Om kwart voor één 's nachts liep Dudley
Garten door Norfolk Street naar het Em-
bankment. Dudley Garten behoorde tot de
vaste redactie-staf van de Evening Clarion,
welk blad, zooals ledereen weet, de jongere
broer van de Morning Herald is.
Dudley Garten (in Fleet Street en Scot
land Yard bekend als „de Paardenvlieg")
was wat men op het witte doek en in
speurderverhalen een misdaad-verslagge
ver noemt. Hü was een klein, schraal man
netje met flodderige kleeren en ruwe on-
hebbelüke manieren, dat bezield was met
een ware liefde voor zün lugubere roeping,
hoegenaamd geen eerbied had voor iemand
uit deze of de andere wereld en een bril
droeg met hoornen montuur. De vingers
van zün beide handen waren heelemaal
bedekt met geel-bruine nicotinevlekken.
Hü had een wanhopige dag gehad, met
andere woorden hij had niets te doen
gehad. Hü was zoo laat, omdat hü op een
bierfüifje geweest was, dat door een man
gegeven was, die hem niet luchten of zien
kon enhem niet uitgenoodigd had!
Hü stak den weg over en wandelde langs
het Embankment naar Westminster. Het
was een füne nacht en warm. Nu en dan
keek hü over de borstwering en kon dan
de Theems zien een traag voortkabbelen
den stroom, waarin op gelüke afstanden
overal het licht van de lantaarns langs het
Embankment weerkaatste.
Over hem en Londen welfde zich de he
mel als een donkerblauwe met sterren be
zaaide koepel. De maan sneed als een gele
sikkel door het fulpen uitspansel. Dudley
Garten voelde zich eenzaam in Londen. De
in elkaar gedoken menschelüke gedaanten
op de banken keurde hü geen blik waar
dig. Even voorbü den ingang van North-
humberland Avenue bleef hij stilstaan. Hü
had al ln geen tien minuten gerookt! Hü
graaide met zün gele vingers in zün zak
ken en diepte een geel pakje op. Hü stak
een sigaret aan, leunde over de borstwe
ring en keek rookend op het water van de
Theems neer.
Londen was in diepe rust als een reus
achtig slapend dier, dacht meneer Garten
in romantische terminologie, Zün sigaret
raakte op. Hü spuwde en volgde aandach
tig het peukje dat met een regen van
vonkjes in het olieachtige water viel. Mat
een kinderlijk genoegen wachtte hij op het
sissen van het in het water vallende vuur.
doch hü kon het niet hooren door een an
der geluid, dat plotseling de stilte ver
stoorde luide, vlugge en, naar het scheen,
onzekere voetstappen.
Zü kwamen uit dezelfde richting als hü
zelf gekomen was en gingen nu ve g
van een mannenstem. De stem leek
naar Garten met zün scherp ge!hocr emde
de te kunnen opmaken In een
taal te zingen. Doch even later,
wandelaar naderbü kwam, ontde \\ti
dat wat hü zooeven gehoord had,
was, maar vloeiend en zangerig .gtyn-
gevloek in een of andere taaJ v
sche origine. Garten draalde zie ^(t
gemak om en leunde nu, ln P
zün rug, met zün ellebogen teg ^g,
nen borstwering. Hü zag nu i wiens
men een kleinen, lenigen tred
vaste, doch eenigszins onrege n| dl*
iets katachtigs had. Dddle?L,nt.lsnta»,ni
vlak onder een der Emban ff
stond, zag dat de voorblfg®"® e iel»»"'
kleed was, een bleeke, oHj!W
ui..... „n A»n zwarten vil ugd.
kleur had en een zwarten --- g[) ni0,
dien hü diep over één oog g«
Eerst toen hü Garten P r alle®
de wandelaar, dat hü nie beW«r'n.jL
was. Zün abracadabrattche z(jde
verstomden plotseling. Hy borstwe'r
lingschen blik op den man versn{'
en liep door, doch thans jgchen-
pas. Garten moest ln zÜn j d«n '"(.(e
wist wat er op dit oogenblikd.#e
die net voorbü was, omfiz£)U k
dat hü, Dudley Garten, wMl
zün. Hü wist dit, omdat ygn
eenzame wandelaar in
anderen eenzamen wan ]f
ken, 's avonds na hal d).
(Wordt v