"•"■yijiresSts
De technische uitvoering der distributie
maatregelen.
Kostwinnersvergoeding
voor gemobiliseerden.
Dr. Soekiman over
Indische problemen,
Hoe de voedselvoorziening in
juiste banen geleid wordt.
Geen wijziging in de
regeling.
De liefde kan niet van
één kant komen.
AVEEDE BLAD.
Wie zich den gang van zaken tijdens de
mobilisatie 19141918 herinnert, toen ge
heel onvoorbereid en op korten termijn een
distributiestelsel moest worden ingevoerd,
dat tengevolge van deze en andere omstan
digheden in vele opzichten niet op volledig
heid aanspraak kon maken, terwijl ook aan
de uitvoering en de controle daarop ver
schillende bezwaren waren verbonden,
heeft Zich in deze tijden wellicht eens afge
vraagd, hoe thans een distributieregeling
zal wérken.
De ervaringen, opgedaan in de
vórige periode, zijn voor het depar
tement van economische zaken aan
leiding geweest thans reeds vroeg
tijdig een regeling voor het geheeie
land voor te bereiden, zoodat, wan
neer het distributie-apparaat in
werking wordt gesteld, alles tot in
de kleinste onderdeelen is geregeld,
zooals uit het volgende overzicht
moge blijken.
Distributie -stamkaart.
De grondslag van het distributie-stelsel
vormt de distributie-stamkaart.
Op grond van de gegevens van deze kaart
kunnen den consument worden uitgereikt:
a. Een bonboekje voor de distributie van
artikelen, waarvan
de verstrekking niet dagelijks behoeft
te geschieden (algemeen distributie
boekje);
b. Een bonboekje voor de distributie van
brood. Aan ieder, die in het bezit is van een
volgens de aan de gemeentebesturen toege
zonden instructie uitgereikte distributie
stamkaart, wordt uitgereikt een algemeen
distributieboekje en een distributiebookje
voor brood.
Het algemeen distributieboekje bevat
plm; 100 genummerde bons.
Het distributieboekje voor brood bevat
eveneens genummerde bons, welke recht
geven op een bepaalde nader aan te geven
hoeveelheid brood, beschuit, enz. Deze bons
bestaan uit 2 coupures, zoodat de gebruiker
zich b.v. desgewenscht hierop beschuit en
kléin brood kan verschaffen. Uiteraard wor
den de hoeveelheden te zijner tijd bekend
gemaakt.
Vóór de uitgifte van het algemeene- en
het brooddistributieboekje wordt bekend
gemaakt welk hokje van de distributiestam
kaart door het distributie' -ntoor gewaar
merkt moet worden.
Worden hiervoor b.v. aangewezen de
hokjes a 1 en a 2, dan wordt hierin door den
ambtenaar belast met de uitgifte van distri
butieboekjes een kruis met inkt gezet. Dit
is voldoende, aangezien de ondergrond van
de distributiestamkaart zoo gekozen is, dat
uitwisschen of radeeren niet mogelijk is,
zonder dat dit met een eersten oogopslag is
te zien.
Zoolang evenwel deze stamkaarten en
bonboekjes nog niet gereed zijn, kan, zooals
reeds gemeld, gebruik worden gemaakt van
een nood-distributiekaart.
Wanneer bekend is hoe groot de voor
raden en de weekomzet van den detaillist
zijn, kan worden bepaald, dat de verkoop en
aflevering van goederen in- het klein verbo
den zal zijn, zonder dat door den consument
een aangewezen distributiebonnetje wordt
ingeleverd. Tevens wordt dan voor de distri
butiegoederen een algemeen vervoerverbod
afgekondigd.
Door middel van de radio en pers
wordt vroegtijdig bekend gemaakt,
dat aan den consument tegen inle
vering van een bepaald bonnetje in
een zekere periode een hoeveelheid
distributiegoederen ter beschikking
wordt gesteld tegen een bepaalden
prijs.
Uiteraard moeten nu de detaillisten over
voldoenden voorraad kunnen beschikken
om aan de vraag van de consumenten te
kunnen voldoen. Hiervoor wordt vroegtij
dig door het centraal distributiekantoor aan
de detaillisten een schriftelijke mededeeiing
gedaan hoeveel goederen zij kunnen bestel
len (toewijzing). De berekening van de toe
wijzing geschiedt als volgt:
De gemeentebesturen doen aan het cen
traal distributiekantoor mededeeiing hoe
veel bonboekjes c.q. distributienoodkaarten
zijn uitgegeven. Het centraal distributie
kantoor weet dus precies hoeveel bonnen er
maximum ingeleverd zullen kunnen wor
den. Wordt nu b.v. bepaald (in verband met
de voorraadpositie) dat er in een bepaalde
periode 1 ons thee zal worden gedistri
bueerd, dan kan het centraal distributiekan
toor precies uitrekenen hoeveel onsen thee
er maximaal gevraagd zullen worden.
Alleen is het niet bekend hoe de verdee
ling per leverancier moet zijn, omdat iedere
consument vrij is te koopen waar hij wil.
Om dit nu te berekenen wordt de eerste
maal gebruik gemaakt van de opgaven op
het enquete-formulier. Hierop toch moet de
omzet per week worden opgegeven.
Onjuist opgeven helpt niet.
Uiteraard bestaat de kans, dat deze gege
vens door meerdere detaillisten niet juist
zijn, omdat het schijnbaar hun belang
is dit omzetcijfer hooger op te geven. Inder
daad is dit slechts schijnbaar, want hier
mede wordt afgezien van de ernstige
straffen waaraan men zich blootstelt niets
bereikt en wel om de volgende reden.
De eerste maal zal de toewijzing aan de
detaillist zoodanig zijn, dat hij bestelbilj et-
ten voor 3 distributieperiodes tegelijk krijgt,
d.w.z. iedere winkelier kan voldoende goe
deren bestellen voor drie distributieperio
des. Hij heeft dus een te grooten voorraad.
Daar de verkoop alleen tegen inlevering
van het aangewezen bonnetje mag plaats
vinden is dit echter geen bezwaar, zelfs
noodzakelijk. Immers, komen er nu meer
klanten, dan volgens zijn normale toewij
zing kan worden verwacht, dan kan bij uit
den voorraad dien hij door deze meervou
dige toewijzing heeft gekregen, putten.
Hij krijgt dus in een dergelijk geval meer
bonnen dan op grond van de enquête kan
worden verwacht. Dit komt dan bij de toe
wijzing voor een verdere distributieperiode
tot uitdrukking, omdat deze toewijzing dan
geschiedt op grond van de ingeleverde bon
nen.
Hiertoe moet de detaillist op den op het
kaartje aangewezen dag direct na afloop van
de distributieperiode zijn op opplakvellen
geplakte distributiebonnetjes bij het distri
butie-kantoor inleveren.
De ambtenaar van het distributiekantoor
neemt de opplakvellen in ontvangst en no
teert op een daartoe bestemde lijst het num
mer van den detaillist, het nummer van het
artikel, (alle artikelen hebben een nummer)
en het aantal ingeleverde bonnen.
De winkelier kan gelijktijdig opplakvel
len voor meerdere artikelen inleveren. Hij
mag echter één opplakvel niet voor meer
dan één artikel gebruiken. Bovendien wordt
voor ieder artikel bepaald hoeveel bonnen
minimum moeten worden ingeleverd.
Aangezien voor iedere bestelling een ze
ker bedrag per aantal ingeleverde bonnen
als heffing zal moeten worden betaald, plakt
de ambtenaar van het distributiekantoor, na
dat het verschuldigde bedrag door den
detaillist is betaald, een heffingszegel op het
opplakvel.
Aan het einde van den dag worden de
ontvangen opplakvellen (welke volgens
voorgeschreven model in den handel ver
krijgbaar zullen zijn) en de hierboven be
doelde lijst opgestuurd naar het centraal
distributiekantcor. Deze lijsten worden op
het centraal distributiekantoor gecontroleerd
en bewerkt. Aan iederen detaillist wordt nu
weer een toewijzing gedaan voor de vol
gende distributieperiode, welke precies ge
lijk is aan de blijkens het aantal bons om
gezette hoeveelheid. Aangezien de detaillist
deweerste maal een toewijzing voor drie
distributieperiodes heeft ontvangen is de
situatie als volgt:
le periode, b.v.
twee weken
(toewijzing 3 x te verwachten omzet;
verkoop tegen bons).
2e. periode, b.v.
twee weken
(inleveren van de verkregen bons, le
periode, verkoop uit den voorraad).
3e periode, b.v.
twee weken
(inleveren van de verkregen bons 2e
periode, ontvangst toewijzing 4e periode).
Indien nu een winkelier zijn omzet te
hoog heeft opgegeven blijkt dit onmiddellijk
uit de gegevens, welke worden verkregen
uit het aantal verkregen distributiebons. Hij
krijgt dan de eerste maal inderdaad meer
toegewezen, doch dit is alleen verkoopbaar
tegen bons. Immers, het centraal distributie
kantoor kan onmiddellijk zien, welk deel
van den door de toewijzing verkregen voor
raad niet is verkocht en kan hiermede bij de
volgende toewijzingen rekening houden, niet
alleen, doordat nu de toewijzing vermindert
omdat niet voldoende bons worden ingele
verd, doch ook omdat eerst uit den te veel
toegewezen voorraad zal moeten worden
geput.
Als bijzonderheid kan nog worden ge
meld, dat de eerste toewijzing bovendien
eenigszins ruim zal zijn, zoodat de winke
lier, die zijn omzet eerlijk heeft opgegeven,
voldoenden voorraad zal hebben om de aan
geboden distributiebons in te wisselen.
Te laag opgeven van voorraden.
Ook het te laag opgevén van de voorraden
is voor den winkelier van geen belang.
Geeft hy de voorraden te laag op, dan kan
hij het teveel nooit op reglementaire wijze
verkoopen, omdat uit het aantal ingeleverde
bons direct zou blijken, dat hij goederen had
buiten den opgegeven voorraad. Verkoopt
hij zonder bons, dan zal behalve het feit,
dat hij zich aaii een misdrijf, waarop een
maximum gevangenisstraf van 4 jaren staat,
schuldig maakt, hij nooit-' voor de verkochte
goederen een aanvulling krijgen, m.cf.w. hij
verkoopt zijn eigen omzet.
Tenslotte zij nog vermeld, dat steeds de
toegewezen hoeveelheid gelijk zal 'zijn aan
het aantal .ingeleverde bons. Moet het
rantsoen worden verminderd, dan zal dit ge
schieden door de distributieperiode te ver
lengen (b.v. var 2 tot 3 weken).
Het centraal distributie kantoor is geves
tigd aan het Bezuidenhóut te 's-Gravenhage
tegenover het ministerie van economische
zaken.
Het centraal distributiekantoor is gaarne
bereid nadere bijzonderheden aan belang
hebbenden te verstrekken. Men wende zich
daartoe echter niet tot ambtenaren persoon
lijk, doch tot den inlichtingendienst van het
kantoor, Bezuidenhóut 93, telefoon 720060.
Op de vragen van den heer Posthuma
(c. d. u.) betreffende de berekening van het
bedrag der kostwinnersvergoeding voor
gemobiliseerden, die in dé werkverschaf
fingen waren geplaatst, heeft de minister
van defensie geantwoord:
voor hen, die in de werkver
schaffing waren geplaatst, wordt
het daar verdiende loon als grond
slag voor het vaststellen van het
bedrag der kostwinnersvergoeding
genomen. Voor degenen, die wis
selvallige inkomsten genoten
onder welke categorie mede wor
den begrepen zij, die nu eens in
de werkverschaffing waren ge
plaatst en dan weer steun ontvin
gen wordt bedoelde grondslag
zooveel mogelijk gevormd door het
gemiddelde hunner inkomsten.
Dit gemiddelde zal liggen beneden
het loon en böven den steun.
De minister is van oordeel, dat
de bestaande regeling, wat het re
kening houden met de werkver-
schaffingsloonen betreft, geen wij
ziging behoeft.
BRIEVENPOST VAN NEDER
LANDSCHE SCHEPEN.
Controle door Engelsche auto
riteiten.
Naar wij vernemen neeft H. Ms.
gezant te Londen dezer dagen op
dracht ontvangen, aan de Britsche
regeering de bezwaren der Neder-
landsche regeering kenbaar te
maken, welke bij haar gerezen
zijn tegen het weghalen van de
brievenpost aan boord van het
stoomschip „Nieuw-Amsterdam"
en van andere Nederlandsche
schepen door Britsche marine-
autoriteiten.
FNQUETE NAAR DE SUIKERPOSITIE
IN ONS LAND.
De minister van economische zaken deelt
het volgende mede:
Teneinde een beter inzicht te verkrijgen
in de positie van suiker in Nederland, zul
len alle ondernemingen of zelfstandige
ondernemers, die suiker verwerken, zoo
mede alle handelaren en grossiers in
suiker, een enquêteformulier moeten in
vullen. Voorzoover zij dit Zaterdag 30 Sep
tember a.s. niet reeds van de Nederland
sche meelcentrale te 's-Gravenhage,
Riouwstraat 178, afdeeling suiker, hebben
ontvangen, dienen zij dat formulier ten
spoedigste bij genoemde centrale aan te
vragen.
Deze aanvrage behoeft niet te geschie
den door detaillisten, die rechtstreeks aan
het publiek verkoopen, noch ook door
café's, hotels, restaurants, gestichten, zie
kenhuizen, cantines en dergelijke.
Indien belanghebbenden verzuimen de
verplichting tot het invullen en inzenden
van het enquêteformulier welke ver
plichting is opgelegd tijdig na te komen,
maken zij zich schuldig aan een strafbaar
feit en zullen bovendien bij een eventueele
invoering van een suikerdistributierege-
ling in groote moeilijkheden kunnen gera
ken. Het is derhalve voor allen, die suiker
verwerken, dus ook banketbakkers, vee
voederfabrieken, fabrieken van geconden
seerde melk, limonadefabrieker enz., zoo
mede voor alle handelaren en grossiers in
suiker, van het grootste belang er voor
zorg te dragen, dat de van hen verlangde
opgaven tijdig de Nederlandsche meelcen
trale bereiken.
De termijn voor terugzending van het
enquêteformulier sluit op Donderdag 5
October a.s., te 24 uur.
Inbraak te Rotterdam. - Tydens af
wezigheid van de bewoonster, de weduwe
S., is Donderagavond in een pand aan den
Nieuwen Binnenweg te Rotterdam ingebro
ken. Het eerst is een bezoek gebracht aan
de bovenwoning, waar een muurkast werd
opengebroken en andere kasten grondig wer
den doorzocht. Daarna is men naar de in de
benedenverdieping gevestigde kapsalon ge
gaan, waar onder andere de kassa het moest
ontgelden. In totaal wordt een bedrag van
850 vermist.
HET VERBOD VAN BENZINEGEBRUIK
OP ZONDAG.
Enkele uitzonderingen.
By nadere beschikking van den minister
van economische zaken zijn ten aanzien van
het verbod om op Zondagen en algemeen
erkende christelijke feestdagen na des voor
middags vijf uur benzine of Benzol te ver
bruiken tot het doen rijden van motorry-
tuigen onder de uitzondering nog opgeno
men:
Motorrijtuigen, blijkens het kenteeken
thuisbehoorend in het buitenland, echter
met uitzondering van Ned.-Indië, Suriname
en Curagao.
Voorts is de uitzonderingsbepaling voor
motorrijtuigen, in gebruik by geneesheeren,
verloskundigen en verplegers, ten behoeve
van de uitoefening van hun beroep, uitge
breid tot „artsen, veeartsen, verloskundigen,
verplegers en verpleegsters".
Tenslotte zy in herinnering gebracht, dat
het verbod niet het goederenvervoer be
treft.
A.N.W.B. wendt zich tot den minister.
De A.N.W.B. heeft aan den minister van
economische zaken verzocht in geval van
invoering eener benzinedistributie by de
vaststelling van de rantsoenen voor de ver
schillende categorieën weggebruikers, de
organisaties der weggebruikers te willen
raadplegen. De A.N.W.B. heeft daarbij
voorts uiting gegeven aan zijn overtuiging,
dat de thans getroffen regeling, die voor
velen groot nadeel veroorzaakt, zal worden
ingetrokken zoodra de benzinerantsoenee-
ring wordt ingevoerd.
Gemobiliseerde houders van een groote
vischakte. - Van bevoegde zijde deelt men
ons mede, dat voor gemobiliseerde houders
van een groote vischakte a of b, die dit wen-
schen, de gelegenheid wordt opengesteld,
zich voor den verderen duur van het akte
jaar 1939/1940 te doen vervangen door een
door hen aan te wijzen persoon.
Zy, die daarvan gebruik wenschen te ma
ken, moeten zich met een desbetreffend ver
zoek richten tot het hoofd van plaatselyke
politie in hun woonplaats. De bovenbedoelde
mogelijkheid geldt slechts voor de houders
eener groote vischakte a of b van het akte
jaar 1939-1940. voor zoover dit formulier
vóór 1 September j.L werd uitgereikt.
In een onderhoud heeft dr. Soekiman,
technisch adviseur van de N. V. V. delegatie
tevens als zoodanig aangewezen door de
regeering, by de arbeidsconferentie te Ge-
nève het een en ander gezegd over den toe
stand van de Inheemsche bevolking in Ne-
derlandschIndië en over zyn ervaringen
in Genève.
Zyn bezoek aan die stad en de werk
zaamheden daar tydens de arbeidsconferen
tie verricht, zyn hem deels meegevallen,
deels tegengevallen. Voor hem persoonlijk
was het een voordeel dat hij hierdoor in
nauw contact kwam met verschillende per
sonen, die zich bewegen op het gebied van
arbeidswetgeving, waardoor niet alleen zyn
inizcht in deze materie werd verdiept, maar
waardoor hy ook verschillende waardevol
le relatie aanknoopte, waarvan hij tydens
zyn kort verblijf in Nederland de vruchten
heeft kunnen plukken.
Overigens achttte hy de werkzaamheden
te Genève slechts van propagandistische
beteekenis. Hy meende dit in de volgende
woorden te kunnen samenvatten: Genève is
een laboratorium, waar de praktijk nog
niet aan het woord komt.
Dr. Soekiman ging daarna over tot een
uiteenzetting te geven van den toestand en
de gevoelens in de inheemsche wereld.
Hierbij, zoo zeide hij, dient men uit te
gaan van de absolute zekerheid dat de leuze:
„Los van Holland" in de inlandsehe wereld
niet meer bestaat.
Men voelt zich één met het ko-
ninkrijk der Nederlanden, doch
men heeft in de inheemsche wereld
de meening dat voor haar belangen
dien te worden gewaakt, en dat aan
haar billijke wenschen, zooveel dat
mogelijk is, tegemoet moet worden
gekomen. Zooals dr. Soekiman het
uitdrukte: „De liefde kan niet van
een kant komen".
En hierby speelt het gebaar, de geste,
een groote rol.
De inheemsche massa voelt een dergelijk
gebaar zeer gauw aan. Hierbij, zoo zeide de
heer Soekiman, wil ik nog even terugkomen
op het al veel besproken onderwerp van
de benoeming tot voorzitter van den volks
raad. De benoeming van een inheemschen
rechtsgeleerde tot burgemeester van Ma-
dioen, heeft een veel dieperen indruk ge
maakt dan men van Holland uit kan bezien.
Algemeen vatte men dit op als een hand
reiking, als een stap om dichter naast el
kaar te staan.
De inheemsche leiders weten zeer goed,
dat de huidige voorzitter van den Volksraad
volkomen voor zijn taak is berekend en dat
zijn benoeming op zichzelf een zeer juiste
was. Maar prof. Hoesein Djajadiningrat
stond nummer 1 op de lyst van aanbeveling
van den Volksraad. De functie van voorzit
ter van den Volksraad is geen invloedrijke.
Zij kan meer geacht worden een eervolle te
zijn, een honoreering voor zeer verdienste
lijke ambtenaren voor bewezen diensten.
Waar men nU de gelegenheid had om een
massa van millioenen te onderscheiden in
den persoon van prof. Hoesein Djajadining
rat, zou die benoeming een zeer diepen in
druk gemaakt hebben, terwijl het voor de
leiding van den Volksraad toch practiscn
van geen verschil zou zijn geweest.
Het is juist door een der,,.,- ^9
door het uitblijven van Z(J*llJk gebaar
men de inheemsche massa tnt gebaar
afstoot. Zoo zijn er meer 'J
Van de vrijheid van v^r°ahist
irmpn van vpro^i-:.. bcu*eren -
vormen van vereenigingen
overgebleven. al
De persbreidel wordt gevoela
of meer gevaarlijk zwaard als
dat iederen inheemschen journ vDatn°cC
het hoofd hangt. Q
«elcn'<?ie J vrdhrtd var, «.at»,
ven beknotten, welke den inlanS n bij
lig maken. Hy voelt deze maa< te
niet verdiend. Want hij weet da Ten a's
loyaal is. aat de maj5a
Dat dergelijke bepalingen
invloed blijven toont ook ee«; 2°nder
opleving in de laatste jaren vaf?81® de
gieus Islamitisch leven. WH vol? 1 r«li-
zeide de heer Soekiman, als eeB Jh(t' »o
natie dat voor Bociaal-Isiamu., rCrittli-
door de regeering slechts 70 nnn Werl<
wordt gegeven, waar andere reW -S laars
zeer veel hooger bedrag als tegemnM" eetl
ontvangen. Hierdoor is een voedin !ming
geschapen voor een Islamitische m
king, welke zich geuit heeft in na,,„Verster-
eensluiting en ook door gr„„tere
Wij, inheemschen, zouden 200
zien dat er ook voor onze religie :..gaarne
werd gedaan. Zoo behoort een Haa- meer
ingesteld door de overheid, tot een J'"Vaart>
ze liefste wenschen, terwijl voldoen!!",011'
by de oprichting van een' ïslamitS!^
geschool ten zeerste op Prjjs zou
gesteld.
worden
Poenale sanctie uit den
I tijd,
In dit verband noem ik nog de
sanctie. Men begrijpe my wel: ik ben vn!
stander van contractarbeid, want dit t
last overbevolkte streken en maakt het volt
paraat voor geregelden arbeid.
Maar dat een overtreding van de
bepalingen op het gebied van con
tractarbeid door den onwetenden
koelie, vaak overtreden zonder be
grip van wat hij eigenlijk doet, met
gevangenisstraf moet worden ge-
corrigeerd, acht ik, en met mij vele
anderen, op zijn zachtst uitgedrukt,
uit den tijd. -
Dat dit zeer goed mogelijk is en voor on
der nemers geen enkele verandering brengt,
bewijst wel de maatregel eenige jaren ge
leden genomen door tabaksmaatschappijen
op Sumatra (onder druk van Amerika) om
koelies in overtreding in geen geval meer
gevangenisstraf te doen ondergaan. Waar nu
van de geheeie poenale sanctie, in hoofde
lijk aantal, slechts zes en een half procent
is overgebleven, zou het van weinig invloed
zijn op den gang van zaken in cultures en
andere bedrijven, om deze maatregel geheel
en al af te schaffen. De invloed zou wel
groot zijn op den gedachtengang van de in
heemsche bevolking.
Tenslotte gaf dr. Soekiman nog zijn in
druk over sociale wetgeving in NederL-
Indië, speciaal voor inh :emschen. Een .begin
van sociale wetgeving is zeer zeker noöqü'g,
De loonen van inheemsche onderwijzers èji
pandhuisbeambten zijn te laag.
In het algemeen kan ik zeggen, zoo ein
digde de heer Soekiman dat men gaarne in
de inheemsche wereld uitingen zou zien van
het goede hart, dut de regeering ons toe-
draagt. Ik heb reeds enkele voorbeelden ge
noemd. Een teeken van vertrouwen in ons
zou de atmosfeer zeer zeker doen opklaren.
Want dat die atmosfeer volkomen helder is,
kan ik, de inheemsche wereld kennende,
niet onderschrijven. -
ASPHALTINRICHTING AFGEBRAND.
Gisternacht ontdekte een voorbijganger
dat brand was uitgebroken in de asphal-
teerinrichting van de firma de Vos en van
Leeuwen aan den Steekterweg te Alphen
aan den Rijn. Hij waarschuwde onmiddel
lijk de brandweer, maar toen deze ter
plaatse verscheen, waren de vlammen reeds
naar buiten geslagen en bleek, dat aan
blusschen niet meer te denken viel. Een
tweetal aangrenzende perceelen, namelijk
een boerenwoning en een café met stalling,
liepen ernstig gevaar door het vuur te wor
den aangetast. Dank zij het energiek ingrij
pen van de brandweer konden deze panden
echter behouden blijven, al liepen ze vrij
veel waterschade op. Het vuur in de betrek
kelijk kleine fabriek was echter niet te
stuiten. De oude houten gebouwen, waarin
de zaak was ondergebracht, waren weldra
een vuurzee en daar de vlammen ook in di
verse materialen als jute, cokos en mastiek
gretig voedsel vonden, moest men machte
loos toezien hoe alles door het vuur werd
verteerd. De voor de asphaltbereiding be-
noodigde machines gingen eveneens ver
loren. Na ongeveer twee uur was de brand
weer het vuur meester. Naar wij vernemen
waren slechts de gebouwen verzekerd, zoo
dat deze brand voor de firmanten een ern
stige schadepost beteekent.
De fabriek, welke vrij veel orders had,
heeft bovendien het nadeel, dat de benoo-
digde materialen voor de aspaltbereiding
op het oogenblik niet te betrekken zijn,
waardoor het bedrijf volkomen is stilgelegd.
Omtrent de oorzaak is niets met zekerheid
bekend.
ZEEVISSCHERIJ EN OORLOGS
RISICO.
Gisteren is te Den Haag overleg ge
pleegd tussehen een commissie uit het
hoofdbestuur van de Reedersvereeniging
voor de Nederlandsche Haringvisscherü en
de besturen van den Centralen bond van
transportarbeiders, den Nederlandschen
christelijken bond van fabriek- en trans
portarbeiders, den Nederlandschen r.-k.
bond van transportarbeiders „St. Bonifa-
cius", in verband met het feit, dat eenige
bemanningen van haringvisscherijschepen
zich bereid hebben verklaard, onder be
paalde voorwaarden, ter visscherij uit
te varen.
De besturen der vakorganisaties hebben
in deze bespreking naar voren gebracht,
wat ter bescherming van de veiligheid en
ten bate van de zeelieden en hun gezinnen
bij oorlogsongevallen dient te worden ge
daan. Ten aanzien van deze verlangens
bestonden bij de reeders geen principieele
bezwaren.
Voorts is den reeders ter kennis ge
bracht, wat de betrokken bemanningen ten
aanzien van de loonvoorwaarden verlan-
gen. v,
Voorop is gesteld, dat eventueel uitvaren
geheel vry willig dient te 6
schieden.
Men was het er over eens, dat over 9
gestelde voorwaarden tot uitvaren ov I
met de regeering noodzakelijk is, yo
een beslissing mogelijk zal zijn. Bes
dan ook het overleg voort te
stig te pogen tot een zoo spoedig
lijke beslissing te komen.
ERNSTIG VERKEERSONGELUK
TE OVERSCHIE.
Gistermiddag is een zeer erns,grgchje.
luk gebeurd op den Kleiweg dingêT.
Mevrouw J. K.o. un den
Ambacht reed, met haar z0°" J. genberg
bagagedrager, per fiets vani H door
naar Overschie. Zy werd gep -•
een auto uit Hillegersberg, u teg«n"
kort daarna moest stoppen egeniigger,
ligger te laten passeeren. Deze b ult
een vrachtauto, bestuurd doo 0p
Overschie. werd door mevrou jangs
gemerkt. Zij reed aan de was
de personenauto, welke a dg n8<je-
gepasseerd. De bestuurder v rem.
rende vrachtauto kon, ond vo0rkoWen'
men, een botsing niet mee den
Mevrouw K. werd gegrepe toeStand 15
weg geslingerd. In ste^Xfn 7;PkenIiuis a*n
zij naar het gemeentelyk crgebracb
den Bergweg te Rotterdam kreeg, w«r
Haar zoontje, dat geen 1^1 Kleiwe«
voorloopig bij bewoners
ondergebracht.
heeft tot den minister 1,4 v
een adres
tot een s
cent te bcsiunc-,
vensmiddelcn door de v;jftig r. c.|,
omstandigheden met c jer.bed«e'cteO
zijn gestegen. De »«Jfenden)
t tot den minister van ocht wor
een adres gericht, waar vijftié pje.
tot een steunverhooging - .jzeD der
cent te besluiten, daar heerst
i,l
proc
m PMP De minderen)
werkloozen en steun rver-
zich dientengevolge Jervind«n
zien: hun kinderen funeste
eerste plaats daarvan de