DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ENGELAND VERTROUWT VERZEKERINGEN NIET. DE DUITSCHE Zitting van het Hoogerhuis. Daladier wil dein oorlog iri broederlijke solidariteit voortzetten. De Rijksdag wordt bijeengeroepen. Een uiteenzetting van minister-president Daladier. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 235 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 5 October 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141e Jaargang De algemeene toestand. ALKMAARSCHE COURANT. In het Britsche Hoogerhuis heeft de minister van Buitenlandsche Zaken, lord Halifax, een rede gehouden waarin hy liet uitkomen, dat Engeland geen genoegen zal kunnen nemen met verzekeringen van de Hitier-regeering. Hij heeft er daarbij zyn voldoening over uitgesproken, dat de goede betrek kingen tusschen Rusland en Turkije gehandhaafd blijven omdat zij geen afbreuk doen aan de nauwe betrekkingen tusschen Turkije met Engeland en Frankrijk. Engeland noch Frankrijk zullen zich door bedreigingen laten bewegen de beginselen op te geven waarvoor zij den strijd begonnen zijn. Daladier, de Fransche minister-president, heeft een rede gehouden voor de Kamercommissie van buitenlandsche zaken waarin hij uiteengezet heeft, dat Frankrijk geen wapenstilstand tusschen twee agressies wenscht, maar een duurzamen vrede welke op volkomen wijze de nationale veiligheid van alle naties garandeert. Vrjjdag om 12.20 (Ned. tijdN zal Hitier in de Kroll-opera voor den Duit- schen Rijksdag een groote rede houden waarin hij waarschijnlijk zal mededeelen welke voorwaarden Duitschland wil stellen om aan den oorlog een einde te maken. De duidelijk uitgesproken onwil van Italië om een dergelijk vredesaanbod aan Engeland en Frankrijk over te brengen zou er op wijzen, dat men in Italië waar men de Duitsche vredesvoorwaarden waarschijnlijk kent geen hoop heeft, dat de door de regeer ingen der democratische staten geac cepteerd zullen worden. In antwoord op de debatten, die gister in het Hoogerhuis zyn gehou den, heeft Lord Halifax, sprekende over mogelijke vredesvoorstellen ver klaard, dat wanneer de Duitsche regeering in plaats van bedreigingen te uiten, „mocht trachten ons tevreden te stellen met verzekeringen, gezegd moet worden, dat verzekeringen van de tegenwoordige Duitsche regeering niet genoeg zijn." Tijdens de debatten had Lord Snell als «erste spreker het woord gevoerd namens de Labouroppositie. Hij zeide: „Wij zien nelaas geen reden om te veronderstellen, at de nazi-regeering van gedachten en doelstelling is veranderd." Verder zeide tl- Wij moeten ervoor zorgen, dat wan neer de vrede komt het een werkelijke rede is en geen wapenstilstand, tijdens eiken ieder, die dat wenscht, zich zou rninen herwapenen en voorbereiden op nieuwe daden van agressie. azi-Duitschland wil vrede of wil dien et maar het is stellig een slechte psy- n,ü0®!,e om ^em aan te biedei met een eelen handschoen aan de eene hand een geladen revolver in de andere. gt>»n*,W1^en n*et voortgaan te ;even in de den -n'en de onÊerustheid, die wij had- r 'n. afgelooper. jaren. Ik hoop, dat de naar nn? nooit za* weigeren te luisteren Voorcf 8r u'tz'et als werkelijke vredes- in de iVOOr het. herstel va den vrede dra?pn^6rej hearbij er alleen zorg voor valcei. 6' he' een werkelijke en geen Von Vrede *s' wanneer hij komt." de C;gaande verklaarde Lord Snell, dat dinavischeSiVa? Engeland Jegens de Scan- is. scne landen van eerste-rangs belang namens de liberale oppositie Van ziiv, kamuel: Turkije heeft op grond helanv hffÜ 4kskundi®e een groot het beWnf-M Z.warte zee en Azië, hetgeen schap te m staat zou stellen vriend- zooals w°n houden met den Sovjet, jaren ,er„®?.uaan heeft in de afgeloopen helan'g heJi terzelfdertijd een groot hetgeen het m de Middellandsche zee, bellen 0p fiP" to® zou brengen prijs te d€n bijstad goeden wil en zoo noodig op erken^LVa? Enëelar>d en Frankrijk. eigen kJ Turkije gelijk heeft in houden mei fn®, vriendschap te onder- eonferentie Zun naburen. De vredes- de deeiir„^n einde van den oorlog hord Cerii Va? E°len behandelen. ^orden ontv,Z e: ^-He voorstellen, die u'°°rd Worderfg>ïn' moeten niet beant- vmg' ik hoan in?t €en eenvoudige afwij- ift de gront» ide reSeering den moed Lord r» SeleffeniTiPi/T ae ffrrli ue regeermg Urd Ponsonhgelegeniheid niet I peering ,sPTak over den door de te missen. peering y fPTak over den door de .0?r den oorlnPm«v" ^d yan drie jaren r.twoordejij,g. ,WlJ hebben eenige ver grijen. HUri' Jegens onze neutrale Moeilijkheden gaan ons Lord Halifax aan. Wanneer de oorlog mocht voortduren, zoo voegde Ponsonby hieraan toe, zou hun handel worden1 ontwricht, hun bevolking uitgehongerd, hun schepen tot zinken ge bracht en zij zouden lijden. Antwoordrede van Halifax. In zijn antwoord op de debatten zeide Lord Halifax: Naar mijn weten hebben wij in de afgeloopen weken, maanden, jaren zou nog juister zijn, eenigerlei be slissing genomen of uitspraak gedaan of bestaat er de geringste waarschijnlijkheid, dat wij zulks doen zullen, zonder de meest volledige raadpleging van en gedachten- wisseling met de Fransche regeering. Ik zou ten aanzien van de Russische po litiek niet weten, wat ik met vrucht zou kunnen zeggen. Wat de Russisch-Turksche besprekingen betreft: Wij moeten stellig ons altijd er over verheugen, wanneer de vriendschappelijke betrekkingen worden gehandhaafd tusschen de beide groote na buren Rusland en Turkije, waarvan wij gelooven, dat zij op geenerlei wijze in conflict behoeven te komen met de meest nauwe betrekkingen tusschen ons en Tur kije en tusschen Turkije en Frankrijk. Sprekende over Polen, zeide Halifax het geheel eens te zijn met Lord Snell, de dee ling kan den geest der natie niet vernie tigen. De Britsche regeering zal uiteraard de nieuw gevormde Poolsche regeering erkennen. Voortgaande behandelde Halifax de re denen, waarom Engeland zijn verplichtin gen jegens Polen op zich genomen had. Voortgaande wees Halifax op de onder drukking in Duitschland zelf welke ver volgens naar buiten was gekeerd, naar Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije, zoodat de vrees opkwam, dat een gelijke behande ling Polen was toebedacht. Ieder van deze gevallen was geëindigd met een geweld dadige wjjziging van de kaart van Europa. Frankrijk en Engeland achtten het dan ook verkieselijk te strijden, toer het eenige duidelijke alternatief was toe te zien hoe alle idealen vernield werden. Frankrijk en Engeland zoeken geen voordeel voor zich zelf, evenmin wenschen zij gebiedsuitbrei ding. Zij trachten echter voor zichzelf en anderen de vrijheid te vestigen onder de heerschappij van het recht en tevens het recht der volkeren om vrijelijk te beslissen over eigen lot en te leven zorder vrees. Stellig strijden wij voor 'n vitale zaak, niet alleen voor ons zelt, maar voor hen allen, die de vrijheid lief hebben. Ten opzichte van de mogelijkheid van vredesvoorstellen zeide Halifax, dat hij niet in staat was te voorspellen van welken aard die voorstellen zouden zijn. Wat de verantwoordelijkheid voor den oorlog betreft, is ei- naar ik veronderstel nooit in de historie een geval geweest, waarin de verantwoordelijkheid voor een dompelen van Europa in een oorlog zoo duidelijk rustte op één enkel individu. „Vredesvoorstellen, van welken aard ook, zullen overwogen worden in het licht van drieërlei omstandigheden: In de eerste plaats de omstandigheden waarin zij worden aangeboden, ten tweede de regeering, waardoor zy naar voren worden gebracht en ten derde de zekerheid, die men zou kunnen meenen te hechten aan eeni gerlei overeenkomst, die denkbaar bereikt zou kunnen worden." Wat de genoemde omstandigheden be treft zeide Halifax: Er is geen gevaarlij ker werkwijze dan ondarhandelen onder bedreiging met geweld. Wat de regeering van Duitschland betreft, nebben wij zeer bittere ervaringen over haar karakter en methoden. Wat de waarborgen voor de toekorhst betreft, hebben wij gezien, dat deze heerschers in Duitschland achtereen volgens internationale documenten, die zij hadden onderteekend, verwerpen en de meest fundamer.teele beginselen van hun politiek onderstboven keeren. Verzekerin gen van de huidige Duitsche r geering zijn niet genoeg. Als wij voorstellen ontvangen, dan zullen wij ze stellig met zorg bestu- deeren en ze afmeten naar de beginselen waarvoor wij de wapens hebben opge nomen. De Britsche regeering heeft het duidelijk gemaakt, dat, wanneer eenmaal geweld en kwade trouw terzijde gesteld zijn, zij be reid en verlangend is de handen ineen te slaan met de anderen, met ir.begrip van Duitschland, voor het werk van een wer- kelijken wederopbouw van de wereld. Het Is echter onmogelijk te beginnen eenigerlei vordering in die richting te maken, tenzij er in de eerste plaats een Minister-president Daladier heeft gister middag in de commissie van buitenlandsche zaken van de Kamer een ampele uiteen zetting gegeven van de oorzaken van den oorlog en de diplomatieke actie van Frankrijk sedert het uitbreken van de vijandelijkheden. Ten slotte gaf hij een uiteenzetting van het doel van Frankrijk in den oorlog. De minister-president begon met te constateeren, dat, indien de onmiddellijke oorzaak van den oorlog het Duitsch-Pool- sche conflict is geweest, de diepere oor zaak is gelegen in den wil tot overheer- sching, welke Duitschland heeft gekoesterd. Hij herinnerde aan den loop van het imperialisme van Hitier sedert de annexa tie van Oostenrijk, de vernietiging en de onderwerping van Tsjecho-Slowakije en de niet te rechtvaardigen aanval op Polen. Vervolgens zette hij uiteen, welke po gingen Frankrijk en Engeland in nauwe samenwerking, in het bijzonder sedert 22 Augustus, in het werk hebben gesteld om te trachten het Duitsch-Poolsche geschil op vreedzame wijze te regelen. Gedurende verscheidene dagen stieten deze pogingen op systematischen tegenstand en op het laatste oogenblik op een plotseling op treden van de regeering te Berlijn. Daladier bracht hulde aan de pogingen van Mussolini tot het laatste oogenblik om een catastrofe te bezweren en herinnerde vervolgens er aan, hoe de Duitsche regee- ring vasthield aan den wil tot aanval en verovering en het conflict provoceerde waarvoor zij geheel verantwoordelijk blijft. Vervolgens gaf Daladier een overzicht van den diplomatieken toestand, waarbij hij wees op den dapperen tegenstand van de zekerheid bestaat en tenzij de naties be vrijd kunnen worden van de eeuwige vrees voor een aanval van Duuschland en van de nood .akelijkheid van geweldige bewapeningen voor haar defensie. In dit verband verwees spr. nog naar de verklaring van Chamberlain in het Lagerhuis betreffende de positie van het parlement in verband met de vredesvoor stellen en dt gelegenheid om het antwoord van de regeering te vernemen. Hij besloot: Ik zou derhalve willen hopen, dat met die verzekering de Britsche regeering de mee ning mag hebben, dat in de algemeene houding, welke zij heeft aangenomen en waarmede zij deze problemen benadert, zij beschikt over den overweldigenden steun van de beide Huizen, het volk en het land. Daladier Polen en den wanhopigen toestand van het Poolsche leger na den Russischen inval van 17 September. Hij ontleedde het Duitsch- Russische verdrag en toonde de mogelijke gevolgen voor Noord- en Zuidoost Europa aan. Hierna behandelde hij den loop der be sprekingen met Turkije en wees op den geest van vriendschap en loyaliteit welke het kenmerk zijn van de betrekkingen tus schen Frankrijk en Turkije. Betreffende de houding van Italië herinnerde de minis ter-president aan de verklaring van den Italiaanschen ministerraad op 1 Septem ber en maakte hij melding van de reis van graaf Ciano naar Berlijn. Hij wenschte zich verder geluk met de normaliseering van de betrekkingen tot Spanje en de aanzienlijke verbetering, welke is getreden in de betrekkingen tot Japan. Betreffende de Vereenigde Staten be handelde spreker de wijziging van de neu- tralitfcitswet. In het laatste deel van zijn verklaring zette de minister-president de redenen uit een, waarom het noodzakelijk den oorlog voort te zetten in de meest broederlijke solidariteit met de Britsche bondgenooten. Frankrijk wil niet langer leven in de on zekerheid van de laatste jaren. Frankrijk weigert te bukken voor het geweld en het voldongen feit. Ieder denkbeeld van overwinning en overheersching is haar verre. Zy wil geen wapenstilstand tusrehen twee aanvallen, doch een duurzamen vrede, welke volledig de nationale veiligheid garandeert in het kader van de vei ligheid voor alle mogendheden. Ten slotte bracht de minister-president hulde aan de Fransche soldaten en hun leiders, en gaf hij uiting aan zijn geloof in de overwinning van Frankrijk en zijn bondgenooten. Als een oorlog met woorden kon worden gewonnen zou de strijd nog heftiger zijn dan hij op de Poolsche slagvelden ge weest is. In Engeland spreekt Churchill voor de radio en Chamberlain voor het Lagerhuis en na zijn uitvoerige uiteenzettingen volgen eindelooze debatten. In het Hoogerhuis voert Halifax het woord en het is alles vrijwel een herhaling van wat de minister-president heeft ver klaard. In Frankrijk spreekt Daladier in de com missie voor buitenlandsche zaken en het merkwaardige in zijn rede is, dat zij in den zelfden toon is gehouden als de Britsche. In Duitschland zal Hitier Vrijdag een rede voor den Rijksdag houden en het zal ook daar aan groote woorden niet ontbre ken en in Amerika maakten tal van senato ren zich druk over de wijziging van de neu- traliteitswet. En eigenlijk zijn er maar twee Europee- sche staten die zich niet druk maken. Va dertje Stalin laat het houden van redevoe ringen aan de ministers of dictators van an dere landen over en Mussolini die vóór den oorlog geen gelegenheid ongebruikt liet om op een of ander balcon te verschijnen en zijn landgenooten toe te schreeuwen,, heeft thans ook de waarde van het spreek woord begrepen, dat spreken zilver en zwijgen goud is. „Werken en zwijgen" heeft hij zyn land genooten geboden en hij geeft zelf het goede voorbeeld. Hij praat in dezen bewogen tijd niet meer over Tunis of over andere punten van zijn verlanglijstje. Hij gaat tentoonstel lingen openen en eerste steenen leggen voor groote gebouwen en hij geeft daarmede als het ware symbolisch aan, dat hij voor eigen land slechts denkt aan den opbouw en niet aan de afbraak. En wie de zaken nuchter bekijkt, kan slechts constateeren, dat hij gelijk heeft. Wat schiet de wereld' er mee op als Enge land en Frankrijk om strijd verklaren, dat Duitschland begonnen is en dus verant woordelijk is en als Duitschland weer ver zekert dat het precies andersom is. Hoe zal er aan dezen oorlog ooit een eind kunnen komen als men moet doorvechten tot Polen volledig hersteld is en geen strijd voert tegen Rusland dat de helft van dat zelfde Polen geconfisceerd heeft? Wanneer zal die tijd gekomen zijn dat het Duitsche volk zijn leiders in de woestijn jaagt en zich zulke staatslieden kiest dat Engeland en Frankrijk er pacten mee kun nen sluiten? Er zullen wellicht jaren voorbijgaan waarin alle uitgeworpen pamfletten geen doel treffen en slechts een lang doorgevoer de blokkade zou wellicht het volk tot op stand tegen eigen gezag cn onderwerping aan het vreemde kunnen brengen. De Britsche blokkade kan Duitschland zeer zeker verzwakken, het kan zijn handel aan banden leggen, maar welke waarde tenzij op den langen duur heeft een af sluiting van het Westen als in het Oosten de deur tusschen Duitschland en Rusland wijd open blijft staan? De wapenen zullen zoo zegt men het pleit beslissen, maar er is niets dat onwaar schijnlijker is. Want zoowel de Maginot als de Siegfried- linie zijn hecht en sterk en zooals beide par tyen in den vorigen oorlog jarenlang in loopgraven tegenover elkaar lagen, zullen zy nu wellicht voor onoverzienbaren tyd aan de Duitsch-Fransche grenzen wederzijds druk uitoefenen zonder eenig gebied van beteekenis te bezetten. Wat zal dan het gevolg van een voortzet ting van den strijd zijn? Het zal dit zijn, dat eerst wellicht Duitsch land en daarna de andere party den oorlog op andere wijze gaat voeren. Dat er vlieg tuigen boven Londen, Parijs en Berlijn ver schijnen, dat er steden verwoest en millioe- nen onschuldigen gedood zullen worden. En voor de neutralen die zoogenaamd „buiten den oorlog blijven", beteeken t een voortzetting van den strijd onherroepelijk dat ook hun handel zal stil gelegd worden, dat ook zij voor tekorten op elk gebied ko men, nog afgezien van het gevaar, dat zy bij een oorlog van heftiger karakter de kans loopen daarbij daadwerkelijk te worden be trokken. En daarom mag ieder nuchter denkend mensch van ganscher harte hopen, dat er aan dezen waanzinnigen strijd zoo spoedig mogelijk een einde komt. Maaren dat is het groote gevaar van al die redevoeringen voor de parlemen ten en voor de radio: hoe moet het dan met Polen, dat toch hersteld moet worden, hoe moet het met Hitier, die toch zal moeten verdwijnen? Moet men dan Polen herstellen voor zoo ver het nog mogelijk is en moet men aan nemen, dat Hitier, door de ontketening van dezen oorlog, wel een les voor zijn toe komstig leven heeft gekregen? Hoe dat alles moet is op het oogenblik de groote vraag en zij is zoo moeilijk te beant woorden, dat Italië blijkbaar geen zin heeft om met Duitsche vredesvoorstellen in Lon den te verschijnen omdat men wel begrijpt dat de tijd nog niet rijp is om deze vragen te kunnen beantwoorden. Maar anderzijds dreigt het groote gevaar dat bij uitstel de oorlog zoo van karakter zal veranderen dat men wederzijds niet meer terug kan. En dat men dan, als de groote Europee- sche staten elkaar ontwricht en verarmd, vernield en verzwakt hebben, weer de lachende derde ziet komen, de groote Kalf Aziatische staat van Vadertje Stalin, die on bedreigd kan nemen wat hem goeddunkt en die onder de tot wanhoop gebrachte volke ren met breeden armzwaai het zaad van het communisme kan strooien. Er is een Hollandsch spreekwoord dat zegt: „Nederland let op uw saeck". Het zal in dezen tyd meer dan ooit van toepassing op geheel Europa blijken,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1