De Dieren-Jamboree.
tegen de wet
g^FENTERAAD VAN ALKMAAR.
her05! S aan de orde:
Asfirin
Jnge^onden Stukken
feuilleton
nEflPg
BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 6 OCTOBER 1939.
nin* stelde" de voorzitter
het vol*end ctorten-ovens aan de Gas-
rel° iA1 A IrtimPTAVenS.
Ka
ervs"f 500r horizontale kamerovens.
f«briek d 120 stellen B. en W. voor te
in Mlage
fluiten: retortenovens aan de
f de geleidelijk te vervangen
^horizontale kamerovens:
Jnnr bon* volstaan met d
'twee retorten-ovens, welke
van uwing in aanmerking ko-
doortwee horizontale kamer
door horizo"1 lstaan met de vervan.
voorl°°P,g retorten-ovens, welk.
ging vanrnieuwing in aanmerking ko-
voor vernieuw b .„„„+„1,, kamer-
me11'
ovens; voor de onder b bedoelde
c ons college tQe te staan Van
uitga«nn 1 dit bedrag te putten uit
85-°reserve-fonds van het gasbedrijf,
het reseritgaaf te regelen by supple-
endp beg ooting van het gasbedryf,
toire oeg ontwerp hierbij ter
,Jf Érik» oordeelde, dat in verband
DeJ fmote uitgave de bijlage sober was
net de gm yan de noodzakelijk
st6 L uitgaven moet spr. zich schik-
beldnVaar de deskundigen, doch door de by
ken naai nnndzakeliikheu
kennjet van de noodzakelijkheid
WJZ en hij vroeg daarom den wethou-
overtuig, uitgave noodzakelijk achtte.
dn heer Bonsema zeide, dat dit nog
«nrstel van het oude college is en hy
eenhSe ich er over, dat het nieuwe col-
f S voorstel tot het hare heeft gemaakt.
taf een toelichting en oordeelde, dat
Spr' g retorten noodig zijn, doch vier en
"talHe voor daarvoor het reservefonds groot
J160000 ter beschikking van het college te
S'Weth Keij sper kon zich de meening
n den heer Eriks als nieuw raadslid voor
dellen Zijn vraag was overbodig. De nood
zakelijkheid blijkt reeds uit het voorstel en
Verwees naar de toelichting van den
directeur bij de stukken en wees er op, dat
de commissie spoed in deze noodzakelijk
acht Verschillende buitengemeenten stellen
er prijs op bij Alkmaar aangesloten te zyn
en daarom moet Alkmaar op alle gebeur
lijkheden voorbereid zijn. Het college is
overtuigd van de noodzakelijkheid van het
voorstel. Het voorstel van den heer Bonse
ma achtte spr. niet noodig, omdat reeds in
de bijlage staat, dat binnen vijf jaar ook de
beide andere retorten gebouwd zullen wor
den.
De heer Bonsema wilde de bedragen
vastleggen, waaruit straks moet worden
veranderd. Spr. wilde vastleggen, dat de ge-
heele reserve hiervoor zal worden vastge
legd.
De heer v. d. V a 11 wilde dit niet spe
ciaal vastleggen voor de retorten. Het ver
nieuwings-bedrag is voor alles.
Mr. Leesberg oordeelde het voorstel-
Bonsema ook niet noodig. Wy hebben op
slechts te beschikken over de
85.000.
De heer Bonsema: Maar de consequen
tie is, dat er 85.000 by moet.
Mr. Leesberg beaamde dit.
Het voorstel werd hierop z.h.st. aangeno
men.
Het uurloon in werkverschaffing.
De heer C o e r t s verzocht toestemming
cm de volgende vraag tot het college te mo
gen richten:
„Is het Burgemeester en Wethouders mo
gelijk inlichtingen te geven naar aanleiding
van het adres d.d. 30 Mei 1939 aan uw col
lege verzonden door de vier vakcentrales
Alkm. Bestuurdersbond; afd. Alkmaar v. d.
R.K. Volksbond; Bestuurdersbond Alkmaar
en de Christelijke Bestuurdersbond tenein
de te verkrijgen dan het basisuurloon in de
werkverschaffing wordt gebracht van 36 op
40 cent".
De heer C o e r t s lichtte de vragen toe en
vroeg het college de zaak weder aanhangig
te maken, gezien de moeilijke tijden, die
voor de werkloozen moeilijker zijn gewor
den tengevolge van de stijging der eerste
levensbehoeften.
Weth. v. Slingerland zeide, dat B. en
W. het verzoek bij den minister gedaan
hebben. Een antwoord is er nog niet en een
essentieele beslissing voor Alkmaar komt er
niet, omdat het nader bekeken moet worden
in het licht van de algemeene loonpolitiek.
Spr. herinnerde aan het adres van de vak
centrales en het daarop van den minister
gekomen antwoord, waaruit blijkt, dat de
zaak de aandacht van den minister heeft.
De heer C o e r t s wenschte, dat het col
lege zich nogmaals tot den minister wendde.
Er is nu nog meer reden als in Mei om het
loon te verhoogen.
Weth. v. Slingerland: B. en W. ont
vingen vandaag de mededeeling, dat de
vraag bezien moet worden in het licht van
de algemeene loonpolitiek. Meer kan het
college niet doen.
De heer v. d. Va 11 wees op het crediet
van 10.000, toegestaan om artikelen die
gehamsterd worden in beslag te nemen. Wy
hooren niet of er iets in beslag is genomen
en kunstmatig wordt hier wel aan prijsop
drijving gedaan. Er is geen naaigaren te
krijgen. Ook het schoeisel steeg in prijs.
De vo&rzitter: Onderzoekingen zijn
gedaan en leidden tot niets. Heeft de heer
v. d. Vall gevallen dan moet hij ze maar op
geven.
Hierna sluiting.
DE RECHTSPOSITIE IN DE WERK
VERSCHAFFINGEN.
Geachte Redactie,
In Uw blad van heden 3 October is een
sirijven opgenomen, kennelijk van de zijde
rd de Rijksinspectie voor de werkverschaf
fingen toegezonden en da bedoeld is als ant
woord op een ingezonden stuk, opgenomen
in Uw blad van Vrijdag 29 September '39.
Met de kwestie, waarom het gaat, ben ik
niet bekend. Reeds om die reden zal ik mij
niet mengen in een geschil, waarmede ik
niets te maken heb.
Een andere zaak is, dat ter voorlichting
van het publiek het wordt voorgesteld, als
of de arbeiders in de werkverschaffingen
een rechtspositie hebben.
Van een rechtspositie is evenwel geen
sprake. Wat men als zoodanig gelieft voor
te stellen, heeft daar evenveel mee gemeen,
als margarine met natuurboter.
Het is in wezen dezelfde rechtspositie, die
de aannemer van publieke werken had, vóór
m de algemeene voorschriften voor rijks
werken de bepaling werd opgenomen, dat
o geschillen worden beslist door arbitrage.
°k toen besliste de minister in hoogste
instantie. En meermalen heb ik in die dagen
wblad met de feiten aangetoond, dat die
eele rechtspositie in den kern een laag-
bartige leugen was.
00 ook hier. Maar denken wij ons eerst
en de situatie in van een arbeider, die
h00 21^n baas in de werkverschaffing over-
Wegloope. kan hij niet, zooals hij dat kan
in het vrije bedrijf. Immers, hy is in de
werkverschaffing, omdat elders geen werk
is. Loopt hij weg of staakt hij, dan wordt hij
uitgesloten van den steun. Wanneer er dus
geen rechtspositie is, is de man geheel en al
afhankelijk van de willekeur van den baas.
Men heeft dit aan hoogerhand begrepen.
Maar instede hem nu een rechtspositie te
geven, doet men alsof.
Ik zal dat hier duidelijk maken.
Er is een geschil. De arbeider wendt zich
tot zijn organisatie. De bestuurders wenden
zich weer tot den Rijksinspecteur. De rijks
inspecteur laat zich voorlichten door de
Heide-Mij. Resultaat dus, dat de bestuurders
het met den rijksinspecteur niet eens wor
den.
Nu gaat de organisatie in hooger beroep
bij den minister. Deze weet vanzelfsprekend
nergens van en laat zich voorlichten door.
de rijksinspectie natuurlijk. Waar zou de
minister anders moeten zijn? En met deze
rijksinspectie was het geschil, kon men het
niet eens werden.
Wy staan dus voor deze figuur, dat de mi
nister beslist in hoogste instantie op advies
van de rijksinspectie, dus van den baas uit
de verschaffing over wien de klacht loopt.
Meent men nu, dat er een arbeider in de
werkverschaffing is, die zich door één der
gelijke comedie zou laten misleiden en dus
om een luchtspiegeling de kans zou willen
loopen, nog méér door de leiders in de werk
verschaffing te worden „gezocht"!
Als men het publiek wil voorlichten, laat
men het dan doen waarheidgetrouw. De
belastingbetaler heeft daar recht op.
J. BROERSMA.
Bergen (N.H.), 3 October 1939.
wet
TABLETTEN L*
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het stukje loon in
werkverschaffing, dat U toekwam van
bevoegde zijde, wil ik een enkele opmer
king maken. Een aantal uitspraken in
flagranten strijd met de werkelijkheid
komen er niet in voor. Als men practisch
onrecht ondervindt en men komt bij den
inspecteur, en deze bezit de goedheid te
komen en men is (doordat men in het
vrije bedrijf geplaatst is) niet aanwezig,
dan kan men moeilijk bezwaren weerleg
gen, doch dan past het toch zeker den
inspecteur niet, om den niet aanwezigen
persoon een week te schorsen. Wil men
opbouwen (moreele en geestelijke herbe
wapening) dan moet men zich niet een
zijdig laten inlichten en, mochten noch
tans klachten ongegrond zijn, het hooger
beroep aan den tewerkgestelden arbeiders
mededeelen.
Men ontvangt loon naar arbeid, wie
niet werkt, zal ook niet eten. Ik durf U te
zeggen, dat daar arbeiders zijn, die daar
meermalen niet hebben ontvangen, het
geen hun toekwam.
Als een arbeider normaal werkt, ver
dient hij geen droog brood als het ac-
coordwerk betreft.
Hoe wil men bijv. verklaren: als een
arbeider 10 weken gemiddeld 23 tot
24.absoluut verdiend heeft, dat deze
zelfde arbeider de elfde week met ruim
10.naar huis gestuurd wordt?! Niet
omdat deze arbeider de volle 100 pet.
aan zijn wils- en arbeidskracht niet
gegeven had, maar dit komt door het
systeem, per arbeider zooveel en meer
niet. De berekeningen in accoord zijn
meermalen zoodanig, dat men men hard
werken en met uitsloven er onmogelijk
kan komen.
Normaal werk in werkverschaffing is
arbeiden niet in accoord, maar tegen een
normaal loon (een arbeider is zijn loon
waard).
Wanneer dit het geval is, dan mogen
ook gerust bonnen en emolumenten ver
vallen.
Wanneer arbeid wordt verricht onder
bekwame leiding, dan worden de z.g.n.
niet-willenden gerust wel uitgeschakeld.
Doch dit is een feit; en nu spreek ik de
waarheid en dat mag niet. Men laat lie
ver in accoord werken, daar hebben de
aandeelhouders in de Heidemaatschappij
procentsgewijze meer voordeel van.
Nog dit: werken is gezond. Maar wan
neer men nu van dit werken door onge
woonte ziek wordt en dit duurt een week
of vier, vyf, dan zien de huisvaders van
groote gezinnen er vreeselijk tegen op.
Want men ontvangt niet meer en niet
minder dan 13.20, en men behoeft ner
gens aan te kloppen. Wanneer men daar
vijf of meer kleine kinderen van onder
houden moet, dan zullen wij over den
l zieke, die versterkende middelen hebben
moet, om straks zijn zeer zware accoords-
arbeidstaak te verrichten, maar niet spre
ken, en nog minder over de moeder, die
dit Hollandsch welvaren tot welvaart
moet brengen.
Met dank voor de verleende plaats
ruimte.
Een die er eenigen tyd heeft
gearbeid, die een groot gezin
heeft en ook ziekengeld heeft
mogen ontvangen.
EEN WOORD VAN DANK.
M. de Redacteur,
Beleefd verzoek ik u, geachte redactie, mij
een kleine plaatsruimte toe te staan voor het
volgende:
Het comité voor ontwikkeling en ontspan
ning van militairen te Alkmaar (COOMA)
heeft in samenwerking met de 8 October-
Vereeniging den militairen alhier prettige
avonden willen bezorgen.
Een „Bonte avond'' (driemaal te geven)
werd daartoe georganiseerd. De tweede
avond, die ik mocht bijwonen, is wederom
een succes geworden. De zaal van het Gul
den Vlies was tot de laatste plaats bezet. Ik
mag wel zeggen, dat hetgeen ons werd ge
boden, zeer in den smaak viel en onze ver
wachtingen verre overtrof. Dat bleek wel
uit het hartelijk applaus na elk nummer.
Bedenkende, dat wij voor een dergelijken
avond, waarvan de organisatie veel moeite
en zorg vereischte, in andere omstandig
heden gaarne een behoorlijk entrée betalen,
terwijl de toegang hier voor alle militairen
geheel gratis was, dan spijt het mij (en met
mij meerderen) te meer, dat geen der aan
wezige militairen na afloop van dezen
Bonten avond naar het podium stapte om
een welverdiend dankwoord uit te spreken.
Het zij my vergund deze fout of dit mis
verstand hiermede te herstellen.
Namens alle aanwezigen dan hartelijk dank
aan de leden van het COOMA en de leden
van de 8 October Vereeniging voor dezen
buitengewoon prettigen avond.
Met dank voor de opname,
Een Militair.
ONVERANTWOORDELIJK.
Geachte Redactie,
Avonden aaneen, op verschillende uren,
liep in een onzer (nette) volksbuurten een
klein zwart poesje den voorbijgangers on
verwacht voor de voeten, de staart (voor
wie dierentaal verstaat) in een opzwiepend
vraagteeken.
Iedereen begreep, dat het een „zwer
vertje" (lees s.v.p. uitgestootene) was en
men stapte over het opdringerige diertje
heen, dat, hoewel in Sinterklaas-verwach
ting, van niemand kreeg wat het toch zoo
dringend behoefde: een beetje melk en een
paar stukjes brood
Werktuigelijk deed ik als de anderen en
liep links en rechts uitwijkend door; docii
opeens voelde ik de ontzettende leegte van
door niemand geholpen te worden en het
drong positief tot mij door dat „de afhanke
lijkheid hulp behoeft en er zoodoende dienst
baarheid is!"
Ik kon nu onmogelijk tegen de naakte
natuur liegen, ik was er om te helpen en er
kwam blijdschap in me vanzelfsprekend.
Ik was dichtbij myn huis, draaide me om
en riep het dwalende wicht.
Met een schok stoof het wezentje op me af
en begon te drinken en te eten, een lekker
schijfje worst als dessert!
Thans deed ik de deur dicht en liet hem
in het laat-avond-duister gaan ik was
verantwoord, we hebben beiden natuurlijk
gehandeld en waren voldaan.
Dit laatste kan ik helaas niet van velen
mijner medemensohen zeggen in gevallen
van zwervende katten en honden. Want ik
mag hier de „gevolgen" van dierenleed be
streden hebben, de algemeene „oorzaak" kan
ik niet opheffen die ligt by ieder mensch,
die geen orde schept in de ontwikkeling van
ons cultuurleven, d.w.z. die maar onverant
woordelijk dieren houdt, of dieren verstoot!
Met dank voor de plaatsing.
ASTRA.
(Inzender heeft ongetwijfeld een goede
daad verricht, maar hij zou een nog betere
hebben gedaan als hij voor deze zwerveling
niet weer de deur geopend had om het dier
weer een even onzekere toekomst tegemoet
te laten gaan. Eén seintje aan den inspecteur
van Dierenbescherming was voldoende ge
weest om ook voor dit zwervend diertje
een goed tehuis te zoeken, waarmede aan.
alle ellende defin'tief een einde zou zijn
gemaakt. Red. Alkm. Crt.)
„KERSTFEEST OP ZEE".
Mogen wij ook dit jaar weer de aandacht
vragen voor de kerstkisten, die wij reeds
meer dan 30 jaren meegeven voor de beman
ning van de in November en December uit
Amsterdam, Rotterdam en omgeving ver
trekkende zeeschepen, die Kerstmis niet
thuis zijn?
Juist hen, die bij het uitoefenen van hun
beroep in dienst van het vaderland nu reeds
in zoo velerlei gevaar verkeeren, willen wij
toch zeker dit jaar de lectuur en geschen
ken niet onthouden.
Nu reeds wordt alles gaarne in ontvangst
genomen.
Voor Amsterdam: mevr. Jongmanv. d.
Stroom, Oosterpark 50, Amsterdam (O.),
gem.giro J.107.
Pakketten: Waterschoutskantoor, Nieuwe
Vaart 2, Amsterdam.
Voor Rotterdam: Jonkvr. L. Ortt, Claes de
Vrieselaan 167, Rotterdam (W.), postgiro
167895.
Pakketten: uitsluitend Bagageloods, Rott.
Lloyd, Lloydkade, Rotterdam.
Zes verschillende persen staan altijd klaar
voor
UW DRUKWERK.
DRUKKERIJ N.V. HEKMS. COSTER ZN.
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320.
209. „Ja juffrouw", zei een os met een blauw boeze
roen aan en een zijden pet op, „die is er allang vandoor,
reken maar. U moet 't maar aangeven, maar of U die
dingetjes ooit terug krijgt, betwijfel ik. De dief is na
tuurlijk al lang van het terrein af".
210. Er ging een hele stoet naar de tent voor de klach
ten. En vijf minuten later klonk door de luidspreker het
hele terrein over: „Hallo, hallo, alle Nederlandse pad
vinders worden verzocht, zich binnen een kwartier in
de arena te bevinden."
Naar het Engelich van
38) mARTIN PORLOCK.
"Ik wil vr
n'et voor por, 3p6n of u kan vertrouwen,
°T niet zou l. andar werkje dat ik u al
Zwaren van Unnen Beven, maar wat de be-
W aangaat?"6n vertrouwehjke mededee-
»Oat kimt
Connor Upi? 'uZei Christopher Vayle.
°P en begon hp i,em aan' »Zo°" Hij stond
®m eindeliik 0t;i amer op en neer te loopen,
uitzicht pPf' staan voor een venster,
aeerns. Hii c( Embankment en de
2lJn aakken en °t daar met de handen in
bristophpr aarde zw'jgend naar buiten.
het nam hem hpiann.t.iu-j
mé
kenmerkte dSCh gezicbb' dat zich door
klein» v, an een zekere sluwheid in
51 was pPn "eiangsieuena op
^ouderde man ,^lge',s.tevige> breedge-
nieti
dej,
j Muwneia ui
kenrf Vastberadenh°°jen en een behoorlijke
Conn°ndeSk Van de vooruitste-
eemker nu orn en keek zÜn
Uitspreken 1 gezicht- -Laat me
dau1 Waar u moT^ voor u kwaad
U'ets wat ik me uw woord geven,
u vertellen ga den hoofd
commissaris ter oore komt. Als de zaak niet
zoo verschikkelijk ernstig was, zou ik liever
myn tong afbijten, dan u vertellen, wat ik
nu vertellen ga."
„Gaat u door, meneer Connor" zei Chris
topher.
„Ik veronderstel, meneer, dat u mejuf
frouw Frensham dikwijls ziet, sinds u
begon Connor met een eigenaardige aarze
ling in zijn stem en woorkeuze, welke zeer
ongew on was voor een man als hy.
Christopher zat met een ruk overeind.
„Sinds ik ontslagen ben? Ja, natuurlijk.
Maar wat heeft Ja- mejuffrouw Frensham
met deze
„Een oogenblik, meneer, een oogenblik!"
„Pardon!"
„Het is u misschien bekend misschien
ook niet ddt mejuffrouw Frensham ken
nis gemaakt heeft ja, ik zou wel haast
mogen zeggen vriendschap gesloten heeft
met den heer, die op een zoo gelukkige
wijze u aan een alibi geholpen heeft?"
„Revel, bedoelt u?" zei Christopher, ter
wijl hy onrustig in zyn stoel zat te draaien.
„Ja, dat weet ik. Maar waar wilt u eigenlijk
heen?"
„Laat me nog even mijn gang gaan, me
neer Ik wil u nu een vraag stellen.
Wat is uw meening over den heer
Nicholas Revel?"
Christopher staarde voor zich uit en zei
langzaam: „Ik geloof niet, dat ik me een
meening over hem gevormd heb."
„Ah!" Deze eenlettergrepige uitdrukking
scheen voldoening weer te geven, doch liet
in het midden of die Christopher's woorden
zélf gold, of alleen maar den toon waarop
hy ze uitgesproken had.
Schud en kijk opnieuw!
Een Grieksche kellnerwerd
doodgeschotenInspecteur Moly-
neuxop wachtgeld gegaan.
Frampton Street loopt evenwijdig met
Old Compton Street. Op Donderdagavond
is de heele weg er vrijwel geblokkeerd door
al de venterskarren, waarvan de benzine
lantaarns een flikkerend en walmachtig licht
verspreiden. Op den Zuid-Oostelyken hoek
staat het Café Martinique. Dit etablissement
onderscheidt zich uiterlijk van geen der hon
derd andere café's in Soho. Voor den toeval-
ligen bezoeker, die er zoo maar eens binnen
loopt en dat zijn er maar weinigen
is het café Martinique niet erg aantrekke
lijk. De kookkunst wordt er zeer slordig be
oefend, de bediening is er miserabel en de
prijzen zijn er bovendien buiten alle ver
houding. Maar voor de stamklanten is café
Martinique heel anders.
Onder deze vaste bezoekers nam Richard
Molyneux een eervolle plaats in. Hij wist
absoluut niet of de vettige, dik-buikige
Luigi Galoni eenig idee had, wie hij in wer
kelijkheid was, of niet. Het kon hem ook
niets schelen, want Galoni bediende hem
goed en overvroeg niet.
De heer Richard Molyneux kwam op een
avond om half elf de smalle deur van voor
noemde zaak uit. Daar het Vrijdag was, leek
Frampton Street zoo goed als uitgestorven.
Geen handkarren, geen walmende vlammen
en dus heel weinig licht. Nadat meneer Ri
chard Molyneux zich een paar passen van
het café Matinique verwijderd had bleef hij
stilstaan, stak een sigaret op en slenterde
vervolgens op zijn gemak in westelijke rich
ting. Hij was zoowat halverwege de kron
kelende straat toen hij plotseling, vlak onder
het licht van een lantaarn op een pas of
twintig van hem vandaan de figuur van een
agent in het oog kreeg. Hij zag ook nog een
andere figuur: iemand die tegen den muur
leunde, welke zich vrijwel onmiddellijk
achter den agent bevond, doch die zooals
hij zien kon door een grooten angst aan
gegrepen scheen te worden en zich zenuw
achtig uit de voeten probeerde te maken.
De heer Richard Molyneux versnelde zijn
pas. Hij had echter nog geen tien stappen
gedaan ofInspecteur Richard Molyneux
van de Crimineele Recherche rukte iets uit
zijn achterbroekzak en zette het op een loo
pen. Hij schreeuwde. De politieagent draaide
zich om. Vlak voor zich zag de agent den
knikkebeenenden marionet dansen en met
iets in zijn rechterhand zwaaien, dat glin
sterde in den gelen schijn van de lantaarn.
Inspecteur Molyneux vuurde drie keer
achter elkaar. De als een bezetene rond
huppelende gestalte sprong nog een keer
op en zeeg toen als een half lege zak in
elkaar.
Schud en kijk opnieuw!
Een rechercheur dood gevonden
bij de Hust Park racebaan.
„Heb ik het niet gezegd?" zei hoofdagent
Charlesworth en sloeg op tafel, met een
vuist zoo groot als een schapenbout.
„Ben je er zeker van, Charlesworth, dat
Carlotti's bende hier achter zit?" vroeg de
ondercommissaris. Zeker dat het niet
„Ze willen ons in den waan brengen, dat
het X is", zei Charlesworth. „Maar X heeft
zich nooit iets van onze lui in burger aan
getrokken en zelfs al doet hij dat wel, dan
weet ik nog pertinent, dat de mannen van
Carlotti dit gedaan hebben. \Ve zullen ze er
wel nooit voor te pakken kunnen nemen,
maar ze hebben hierop al zes maanden
lang geloerd van het oogenblik af, dat die
arme Brent dien boef van een Carlotti voor
een langen ruk de doos in heeft laten
draaien. Ik wist dat dit vandaag of morgen
komen moest. En dit is nog maar het eerste
begin van een heelen schep meer... en
allemaal op rekening van meneer X...."
Schud en kijk opnieuw!
De heer Nicholas Revel komt tot de
ontdekking, dat, waar hij ook gaat....
In de Albert Hall.... een massabijeen
komst gehoudenom te protestee
ren
De heer Nicholas Revel daalde langzaam
de stoep van het Hyde Park Hotel af, sloeg
links af en wandelde toen in de richting van
Knightsbridge. Hij droeg geen avondklee-
ding, wat ongewoon voor het uur van den
dag mocht heeten, want het was reeds bij
negenen. Toen hij bij de kazerne was aan
gekomen, stak hy over naar het andere trot
toir. Sinds hy het Hyde Park Hotel verlaten
had, had hij geen enkelen keer omgekeken.
(Wordt vervolgd).