De Dieren-Jamboree. tegen de wet g^FENTERAAD VAN ALKMAAR. her05! S aan de orde: Asfirin Jnge^onden Stukken feuilleton nEflPg BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 6 OCTOBER 1939. nin* stelde" de voorzitter het vol*end ctorten-ovens aan de Gas- rel° iA1 A IrtimPTAVenS. Ka ervs"f 500r horizontale kamerovens. f«briek d 120 stellen B. en W. voor te in Mlage fluiten: retortenovens aan de f de geleidelijk te vervangen ^horizontale kamerovens: Jnnr bon* volstaan met d 'twee retorten-ovens, welke van uwing in aanmerking ko- doortwee horizontale kamer door horizo"1 lstaan met de vervan. voorl°°P,g retorten-ovens, welk. ging vanrnieuwing in aanmerking ko- voor vernieuw b .„„„+„1,, kamer- me11' ovens; voor de onder b bedoelde c ons college tQe te staan Van uitga«nn 1 dit bedrag te putten uit 85-°reserve-fonds van het gasbedrijf, het reseritgaaf te regelen by supple- endp beg ooting van het gasbedryf, toire oeg ontwerp hierbij ter ,Jf Érik» oordeelde, dat in verband DeJ fmote uitgave de bijlage sober was net de gm yan de noodzakelijk st6 L uitgaven moet spr. zich schik- beldnVaar de deskundigen, doch door de by ken naai nnndzakeliikheu kennjet van de noodzakelijkheid WJZ en hij vroeg daarom den wethou- overtuig, uitgave noodzakelijk achtte. dn heer Bonsema zeide, dat dit nog «nrstel van het oude college is en hy eenhSe ich er over, dat het nieuwe col- f S voorstel tot het hare heeft gemaakt. taf een toelichting en oordeelde, dat Spr' g retorten noodig zijn, doch vier en "talHe voor daarvoor het reservefonds groot J160000 ter beschikking van het college te S'Weth Keij sper kon zich de meening n den heer Eriks als nieuw raadslid voor dellen Zijn vraag was overbodig. De nood zakelijkheid blijkt reeds uit het voorstel en Verwees naar de toelichting van den directeur bij de stukken en wees er op, dat de commissie spoed in deze noodzakelijk acht Verschillende buitengemeenten stellen er prijs op bij Alkmaar aangesloten te zyn en daarom moet Alkmaar op alle gebeur lijkheden voorbereid zijn. Het college is overtuigd van de noodzakelijkheid van het voorstel. Het voorstel van den heer Bonse ma achtte spr. niet noodig, omdat reeds in de bijlage staat, dat binnen vijf jaar ook de beide andere retorten gebouwd zullen wor den. De heer Bonsema wilde de bedragen vastleggen, waaruit straks moet worden veranderd. Spr. wilde vastleggen, dat de ge- heele reserve hiervoor zal worden vastge legd. De heer v. d. V a 11 wilde dit niet spe ciaal vastleggen voor de retorten. Het ver nieuwings-bedrag is voor alles. Mr. Leesberg oordeelde het voorstel- Bonsema ook niet noodig. Wy hebben op slechts te beschikken over de 85.000. De heer Bonsema: Maar de consequen tie is, dat er 85.000 by moet. Mr. Leesberg beaamde dit. Het voorstel werd hierop z.h.st. aangeno men. Het uurloon in werkverschaffing. De heer C o e r t s verzocht toestemming cm de volgende vraag tot het college te mo gen richten: „Is het Burgemeester en Wethouders mo gelijk inlichtingen te geven naar aanleiding van het adres d.d. 30 Mei 1939 aan uw col lege verzonden door de vier vakcentrales Alkm. Bestuurdersbond; afd. Alkmaar v. d. R.K. Volksbond; Bestuurdersbond Alkmaar en de Christelijke Bestuurdersbond tenein de te verkrijgen dan het basisuurloon in de werkverschaffing wordt gebracht van 36 op 40 cent". De heer C o e r t s lichtte de vragen toe en vroeg het college de zaak weder aanhangig te maken, gezien de moeilijke tijden, die voor de werkloozen moeilijker zijn gewor den tengevolge van de stijging der eerste levensbehoeften. Weth. v. Slingerland zeide, dat B. en W. het verzoek bij den minister gedaan hebben. Een antwoord is er nog niet en een essentieele beslissing voor Alkmaar komt er niet, omdat het nader bekeken moet worden in het licht van de algemeene loonpolitiek. Spr. herinnerde aan het adres van de vak centrales en het daarop van den minister gekomen antwoord, waaruit blijkt, dat de zaak de aandacht van den minister heeft. De heer C o e r t s wenschte, dat het col lege zich nogmaals tot den minister wendde. Er is nu nog meer reden als in Mei om het loon te verhoogen. Weth. v. Slingerland: B. en W. ont vingen vandaag de mededeeling, dat de vraag bezien moet worden in het licht van de algemeene loonpolitiek. Meer kan het college niet doen. De heer v. d. Va 11 wees op het crediet van 10.000, toegestaan om artikelen die gehamsterd worden in beslag te nemen. Wy hooren niet of er iets in beslag is genomen en kunstmatig wordt hier wel aan prijsop drijving gedaan. Er is geen naaigaren te krijgen. Ook het schoeisel steeg in prijs. De vo&rzitter: Onderzoekingen zijn gedaan en leidden tot niets. Heeft de heer v. d. Vall gevallen dan moet hij ze maar op geven. Hierna sluiting. DE RECHTSPOSITIE IN DE WERK VERSCHAFFINGEN. Geachte Redactie, In Uw blad van heden 3 October is een sirijven opgenomen, kennelijk van de zijde rd de Rijksinspectie voor de werkverschaf fingen toegezonden en da bedoeld is als ant woord op een ingezonden stuk, opgenomen in Uw blad van Vrijdag 29 September '39. Met de kwestie, waarom het gaat, ben ik niet bekend. Reeds om die reden zal ik mij niet mengen in een geschil, waarmede ik niets te maken heb. Een andere zaak is, dat ter voorlichting van het publiek het wordt voorgesteld, als of de arbeiders in de werkverschaffingen een rechtspositie hebben. Van een rechtspositie is evenwel geen sprake. Wat men als zoodanig gelieft voor te stellen, heeft daar evenveel mee gemeen, als margarine met natuurboter. Het is in wezen dezelfde rechtspositie, die de aannemer van publieke werken had, vóór m de algemeene voorschriften voor rijks werken de bepaling werd opgenomen, dat o geschillen worden beslist door arbitrage. °k toen besliste de minister in hoogste instantie. En meermalen heb ik in die dagen wblad met de feiten aangetoond, dat die eele rechtspositie in den kern een laag- bartige leugen was. 00 ook hier. Maar denken wij ons eerst en de situatie in van een arbeider, die h00 21^n baas in de werkverschaffing over- Wegloope. kan hij niet, zooals hij dat kan in het vrije bedrijf. Immers, hy is in de werkverschaffing, omdat elders geen werk is. Loopt hij weg of staakt hij, dan wordt hij uitgesloten van den steun. Wanneer er dus geen rechtspositie is, is de man geheel en al afhankelijk van de willekeur van den baas. Men heeft dit aan hoogerhand begrepen. Maar instede hem nu een rechtspositie te geven, doet men alsof. Ik zal dat hier duidelijk maken. Er is een geschil. De arbeider wendt zich tot zijn organisatie. De bestuurders wenden zich weer tot den Rijksinspecteur. De rijks inspecteur laat zich voorlichten door de Heide-Mij. Resultaat dus, dat de bestuurders het met den rijksinspecteur niet eens wor den. Nu gaat de organisatie in hooger beroep bij den minister. Deze weet vanzelfsprekend nergens van en laat zich voorlichten door. de rijksinspectie natuurlijk. Waar zou de minister anders moeten zijn? En met deze rijksinspectie was het geschil, kon men het niet eens werden. Wy staan dus voor deze figuur, dat de mi nister beslist in hoogste instantie op advies van de rijksinspectie, dus van den baas uit de verschaffing over wien de klacht loopt. Meent men nu, dat er een arbeider in de werkverschaffing is, die zich door één der gelijke comedie zou laten misleiden en dus om een luchtspiegeling de kans zou willen loopen, nog méér door de leiders in de werk verschaffing te worden „gezocht"! Als men het publiek wil voorlichten, laat men het dan doen waarheidgetrouw. De belastingbetaler heeft daar recht op. J. BROERSMA. Bergen (N.H.), 3 October 1939. wet TABLETTEN L* Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van het stukje loon in werkverschaffing, dat U toekwam van bevoegde zijde, wil ik een enkele opmer king maken. Een aantal uitspraken in flagranten strijd met de werkelijkheid komen er niet in voor. Als men practisch onrecht ondervindt en men komt bij den inspecteur, en deze bezit de goedheid te komen en men is (doordat men in het vrije bedrijf geplaatst is) niet aanwezig, dan kan men moeilijk bezwaren weerleg gen, doch dan past het toch zeker den inspecteur niet, om den niet aanwezigen persoon een week te schorsen. Wil men opbouwen (moreele en geestelijke herbe wapening) dan moet men zich niet een zijdig laten inlichten en, mochten noch tans klachten ongegrond zijn, het hooger beroep aan den tewerkgestelden arbeiders mededeelen. Men ontvangt loon naar arbeid, wie niet werkt, zal ook niet eten. Ik durf U te zeggen, dat daar arbeiders zijn, die daar meermalen niet hebben ontvangen, het geen hun toekwam. Als een arbeider normaal werkt, ver dient hij geen droog brood als het ac- coordwerk betreft. Hoe wil men bijv. verklaren: als een arbeider 10 weken gemiddeld 23 tot 24.absoluut verdiend heeft, dat deze zelfde arbeider de elfde week met ruim 10.naar huis gestuurd wordt?! Niet omdat deze arbeider de volle 100 pet. aan zijn wils- en arbeidskracht niet gegeven had, maar dit komt door het systeem, per arbeider zooveel en meer niet. De berekeningen in accoord zijn meermalen zoodanig, dat men men hard werken en met uitsloven er onmogelijk kan komen. Normaal werk in werkverschaffing is arbeiden niet in accoord, maar tegen een normaal loon (een arbeider is zijn loon waard). Wanneer dit het geval is, dan mogen ook gerust bonnen en emolumenten ver vallen. Wanneer arbeid wordt verricht onder bekwame leiding, dan worden de z.g.n. niet-willenden gerust wel uitgeschakeld. Doch dit is een feit; en nu spreek ik de waarheid en dat mag niet. Men laat lie ver in accoord werken, daar hebben de aandeelhouders in de Heidemaatschappij procentsgewijze meer voordeel van. Nog dit: werken is gezond. Maar wan neer men nu van dit werken door onge woonte ziek wordt en dit duurt een week of vier, vyf, dan zien de huisvaders van groote gezinnen er vreeselijk tegen op. Want men ontvangt niet meer en niet minder dan 13.20, en men behoeft ner gens aan te kloppen. Wanneer men daar vijf of meer kleine kinderen van onder houden moet, dan zullen wij over den l zieke, die versterkende middelen hebben moet, om straks zijn zeer zware accoords- arbeidstaak te verrichten, maar niet spre ken, en nog minder over de moeder, die dit Hollandsch welvaren tot welvaart moet brengen. Met dank voor de verleende plaats ruimte. Een die er eenigen tyd heeft gearbeid, die een groot gezin heeft en ook ziekengeld heeft mogen ontvangen. EEN WOORD VAN DANK. M. de Redacteur, Beleefd verzoek ik u, geachte redactie, mij een kleine plaatsruimte toe te staan voor het volgende: Het comité voor ontwikkeling en ontspan ning van militairen te Alkmaar (COOMA) heeft in samenwerking met de 8 October- Vereeniging den militairen alhier prettige avonden willen bezorgen. Een „Bonte avond'' (driemaal te geven) werd daartoe georganiseerd. De tweede avond, die ik mocht bijwonen, is wederom een succes geworden. De zaal van het Gul den Vlies was tot de laatste plaats bezet. Ik mag wel zeggen, dat hetgeen ons werd ge boden, zeer in den smaak viel en onze ver wachtingen verre overtrof. Dat bleek wel uit het hartelijk applaus na elk nummer. Bedenkende, dat wij voor een dergelijken avond, waarvan de organisatie veel moeite en zorg vereischte, in andere omstandig heden gaarne een behoorlijk entrée betalen, terwijl de toegang hier voor alle militairen geheel gratis was, dan spijt het mij (en met mij meerderen) te meer, dat geen der aan wezige militairen na afloop van dezen Bonten avond naar het podium stapte om een welverdiend dankwoord uit te spreken. Het zij my vergund deze fout of dit mis verstand hiermede te herstellen. Namens alle aanwezigen dan hartelijk dank aan de leden van het COOMA en de leden van de 8 October Vereeniging voor dezen buitengewoon prettigen avond. Met dank voor de opname, Een Militair. ONVERANTWOORDELIJK. Geachte Redactie, Avonden aaneen, op verschillende uren, liep in een onzer (nette) volksbuurten een klein zwart poesje den voorbijgangers on verwacht voor de voeten, de staart (voor wie dierentaal verstaat) in een opzwiepend vraagteeken. Iedereen begreep, dat het een „zwer vertje" (lees s.v.p. uitgestootene) was en men stapte over het opdringerige diertje heen, dat, hoewel in Sinterklaas-verwach ting, van niemand kreeg wat het toch zoo dringend behoefde: een beetje melk en een paar stukjes brood Werktuigelijk deed ik als de anderen en liep links en rechts uitwijkend door; docii opeens voelde ik de ontzettende leegte van door niemand geholpen te worden en het drong positief tot mij door dat „de afhanke lijkheid hulp behoeft en er zoodoende dienst baarheid is!" Ik kon nu onmogelijk tegen de naakte natuur liegen, ik was er om te helpen en er kwam blijdschap in me vanzelfsprekend. Ik was dichtbij myn huis, draaide me om en riep het dwalende wicht. Met een schok stoof het wezentje op me af en begon te drinken en te eten, een lekker schijfje worst als dessert! Thans deed ik de deur dicht en liet hem in het laat-avond-duister gaan ik was verantwoord, we hebben beiden natuurlijk gehandeld en waren voldaan. Dit laatste kan ik helaas niet van velen mijner medemensohen zeggen in gevallen van zwervende katten en honden. Want ik mag hier de „gevolgen" van dierenleed be streden hebben, de algemeene „oorzaak" kan ik niet opheffen die ligt by ieder mensch, die geen orde schept in de ontwikkeling van ons cultuurleven, d.w.z. die maar onverant woordelijk dieren houdt, of dieren verstoot! Met dank voor de plaatsing. ASTRA. (Inzender heeft ongetwijfeld een goede daad verricht, maar hij zou een nog betere hebben gedaan als hij voor deze zwerveling niet weer de deur geopend had om het dier weer een even onzekere toekomst tegemoet te laten gaan. Eén seintje aan den inspecteur van Dierenbescherming was voldoende ge weest om ook voor dit zwervend diertje een goed tehuis te zoeken, waarmede aan. alle ellende defin'tief een einde zou zijn gemaakt. Red. Alkm. Crt.) „KERSTFEEST OP ZEE". Mogen wij ook dit jaar weer de aandacht vragen voor de kerstkisten, die wij reeds meer dan 30 jaren meegeven voor de beman ning van de in November en December uit Amsterdam, Rotterdam en omgeving ver trekkende zeeschepen, die Kerstmis niet thuis zijn? Juist hen, die bij het uitoefenen van hun beroep in dienst van het vaderland nu reeds in zoo velerlei gevaar verkeeren, willen wij toch zeker dit jaar de lectuur en geschen ken niet onthouden. Nu reeds wordt alles gaarne in ontvangst genomen. Voor Amsterdam: mevr. Jongmanv. d. Stroom, Oosterpark 50, Amsterdam (O.), gem.giro J.107. Pakketten: Waterschoutskantoor, Nieuwe Vaart 2, Amsterdam. Voor Rotterdam: Jonkvr. L. Ortt, Claes de Vrieselaan 167, Rotterdam (W.), postgiro 167895. Pakketten: uitsluitend Bagageloods, Rott. Lloyd, Lloydkade, Rotterdam. Zes verschillende persen staan altijd klaar voor UW DRUKWERK. DRUKKERIJ N.V. HEKMS. COSTER ZN. ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320. 209. „Ja juffrouw", zei een os met een blauw boeze roen aan en een zijden pet op, „die is er allang vandoor, reken maar. U moet 't maar aangeven, maar of U die dingetjes ooit terug krijgt, betwijfel ik. De dief is na tuurlijk al lang van het terrein af". 210. Er ging een hele stoet naar de tent voor de klach ten. En vijf minuten later klonk door de luidspreker het hele terrein over: „Hallo, hallo, alle Nederlandse pad vinders worden verzocht, zich binnen een kwartier in de arena te bevinden." Naar het Engelich van 38) mARTIN PORLOCK. "Ik wil vr n'et voor por, 3p6n of u kan vertrouwen, °T niet zou l. andar werkje dat ik u al Zwaren van Unnen Beven, maar wat de be- W aangaat?"6n vertrouwehjke mededee- »Oat kimt Connor Upi? 'uZei Christopher Vayle. °P en begon hp i,em aan' »Zo°" Hij stond ®m eindeliik 0t;i amer op en neer te loopen, uitzicht pPf' staan voor een venster, aeerns. Hii c( Embankment en de 2lJn aakken en °t daar met de handen in bristophpr aarde zw'jgend naar buiten. het nam hem hpiann.t.iu-j mé kenmerkte dSCh gezicbb' dat zich door klein» v, an een zekere sluwheid in 51 was pPn "eiangsieuena op ^ouderde man ,^lge',s.tevige> breedge- nieti dej, j Muwneia ui kenrf Vastberadenh°°jen en een behoorlijke Conn°ndeSk Van de vooruitste- eemker nu orn en keek zÜn Uitspreken 1 gezicht- -Laat me dau1 Waar u moT^ voor u kwaad U'ets wat ik me uw woord geven, u vertellen ga den hoofd commissaris ter oore komt. Als de zaak niet zoo verschikkelijk ernstig was, zou ik liever myn tong afbijten, dan u vertellen, wat ik nu vertellen ga." „Gaat u door, meneer Connor" zei Chris topher. „Ik veronderstel, meneer, dat u mejuf frouw Frensham dikwijls ziet, sinds u begon Connor met een eigenaardige aarze ling in zijn stem en woorkeuze, welke zeer ongew on was voor een man als hy. Christopher zat met een ruk overeind. „Sinds ik ontslagen ben? Ja, natuurlijk. Maar wat heeft Ja- mejuffrouw Frensham met deze „Een oogenblik, meneer, een oogenblik!" „Pardon!" „Het is u misschien bekend misschien ook niet ddt mejuffrouw Frensham ken nis gemaakt heeft ja, ik zou wel haast mogen zeggen vriendschap gesloten heeft met den heer, die op een zoo gelukkige wijze u aan een alibi geholpen heeft?" „Revel, bedoelt u?" zei Christopher, ter wijl hy onrustig in zyn stoel zat te draaien. „Ja, dat weet ik. Maar waar wilt u eigenlijk heen?" „Laat me nog even mijn gang gaan, me neer Ik wil u nu een vraag stellen. Wat is uw meening over den heer Nicholas Revel?" Christopher staarde voor zich uit en zei langzaam: „Ik geloof niet, dat ik me een meening over hem gevormd heb." „Ah!" Deze eenlettergrepige uitdrukking scheen voldoening weer te geven, doch liet in het midden of die Christopher's woorden zélf gold, of alleen maar den toon waarop hy ze uitgesproken had. Schud en kijk opnieuw! Een Grieksche kellnerwerd doodgeschotenInspecteur Moly- neuxop wachtgeld gegaan. Frampton Street loopt evenwijdig met Old Compton Street. Op Donderdagavond is de heele weg er vrijwel geblokkeerd door al de venterskarren, waarvan de benzine lantaarns een flikkerend en walmachtig licht verspreiden. Op den Zuid-Oostelyken hoek staat het Café Martinique. Dit etablissement onderscheidt zich uiterlijk van geen der hon derd andere café's in Soho. Voor den toeval- ligen bezoeker, die er zoo maar eens binnen loopt en dat zijn er maar weinigen is het café Martinique niet erg aantrekke lijk. De kookkunst wordt er zeer slordig be oefend, de bediening is er miserabel en de prijzen zijn er bovendien buiten alle ver houding. Maar voor de stamklanten is café Martinique heel anders. Onder deze vaste bezoekers nam Richard Molyneux een eervolle plaats in. Hij wist absoluut niet of de vettige, dik-buikige Luigi Galoni eenig idee had, wie hij in wer kelijkheid was, of niet. Het kon hem ook niets schelen, want Galoni bediende hem goed en overvroeg niet. De heer Richard Molyneux kwam op een avond om half elf de smalle deur van voor noemde zaak uit. Daar het Vrijdag was, leek Frampton Street zoo goed als uitgestorven. Geen handkarren, geen walmende vlammen en dus heel weinig licht. Nadat meneer Ri chard Molyneux zich een paar passen van het café Matinique verwijderd had bleef hij stilstaan, stak een sigaret op en slenterde vervolgens op zijn gemak in westelijke rich ting. Hij was zoowat halverwege de kron kelende straat toen hij plotseling, vlak onder het licht van een lantaarn op een pas of twintig van hem vandaan de figuur van een agent in het oog kreeg. Hij zag ook nog een andere figuur: iemand die tegen den muur leunde, welke zich vrijwel onmiddellijk achter den agent bevond, doch die zooals hij zien kon door een grooten angst aan gegrepen scheen te worden en zich zenuw achtig uit de voeten probeerde te maken. De heer Richard Molyneux versnelde zijn pas. Hij had echter nog geen tien stappen gedaan ofInspecteur Richard Molyneux van de Crimineele Recherche rukte iets uit zijn achterbroekzak en zette het op een loo pen. Hij schreeuwde. De politieagent draaide zich om. Vlak voor zich zag de agent den knikkebeenenden marionet dansen en met iets in zijn rechterhand zwaaien, dat glin sterde in den gelen schijn van de lantaarn. Inspecteur Molyneux vuurde drie keer achter elkaar. De als een bezetene rond huppelende gestalte sprong nog een keer op en zeeg toen als een half lege zak in elkaar. Schud en kijk opnieuw! Een rechercheur dood gevonden bij de Hust Park racebaan. „Heb ik het niet gezegd?" zei hoofdagent Charlesworth en sloeg op tafel, met een vuist zoo groot als een schapenbout. „Ben je er zeker van, Charlesworth, dat Carlotti's bende hier achter zit?" vroeg de ondercommissaris. Zeker dat het niet „Ze willen ons in den waan brengen, dat het X is", zei Charlesworth. „Maar X heeft zich nooit iets van onze lui in burger aan getrokken en zelfs al doet hij dat wel, dan weet ik nog pertinent, dat de mannen van Carlotti dit gedaan hebben. \Ve zullen ze er wel nooit voor te pakken kunnen nemen, maar ze hebben hierop al zes maanden lang geloerd van het oogenblik af, dat die arme Brent dien boef van een Carlotti voor een langen ruk de doos in heeft laten draaien. Ik wist dat dit vandaag of morgen komen moest. En dit is nog maar het eerste begin van een heelen schep meer... en allemaal op rekening van meneer X...." Schud en kijk opnieuw! De heer Nicholas Revel komt tot de ontdekking, dat, waar hij ook gaat.... In de Albert Hall.... een massabijeen komst gehoudenom te protestee ren De heer Nicholas Revel daalde langzaam de stoep van het Hyde Park Hotel af, sloeg links af en wandelde toen in de richting van Knightsbridge. Hij droeg geen avondklee- ding, wat ongewoon voor het uur van den dag mocht heeten, want het was reeds bij negenen. Toen hij bij de kazerne was aan gekomen, stak hy over naar het andere trot toir. Sinds hy het Hyde Park Hotel verlaten had, had hij geen enkelen keer omgekeken. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9