Agenda het Nederlandsche volkskarakter. Buitenlandsch benoemd. geslaagd. Dr. P. H. Ritter Jr. spreekt voor de militairen. EERSTE BLAD Alkmaar, Woensdag. BEGRAFENIS J. J. KRIJNS. Op eenvoudige wijze en onder belang stelling van vele Alkmaarders werd heden om half één op de Algemeene Be graafplaats het stoffelijk overschot van den heer Johannes Jacobus Krijns ten grave gedragen. Aan de groeve werd niet gesproken en volstaan met een dankwoord, namens de weduwe, voor de belangstelling. De 1 ter Krijns, die in Alkmaar werd geboren, bereikte den leeftijd van 65 jaar. Tal van jaren was hij in Alkmaar een voorvechter van het vrijzinnig godsdien stig leven. Actief heeft hij deel genomen aan den strijd in de herv. kerk alhier om het college in meerderheid vrijzin nig te maken, om een vrijzinnig predikant beroepen te krijgen. Vele oudere Alkmaarders zullen zich nog wel de fabriek van den heer Krijns in de Ridderstraat, met den daaraan ver bonden sigarenwinkel op den hoek her inneren. Steeds vond men daa* den heer Kryns bereid om de belangen van vrij zinnig Alkmaar te dienen. Vóór 12 jaar vestigde hij zich in Am sterdam als inspecteur van een levens verzekering. Alkmaar kon hij echter niet vergeten en de getrouwe Alkmaarders bewezen vandaag, dat ook hij niet tot de vergeten burgers behoort. VLIEGTUIG OVER DEN KOP. Hedenmorgen sloeg bij den start op het militaire vliegveld te Bergen een vliegtuig van de klasse G. I over den kop. De waarnemer wist zich onmiddellijk in veiligheid te stellen, terwijl men den piloot van onder het toestel moest bevrijden. Noch piloot, noch waarnemer bekwam letsel. GIFT VAN DE KONINGIN. Het kinderrijke gezin S. Pols aan den Boterweg te Heerhugowaard, waarin op 31 Augustus j.1. een meisje werd geboren, dat, ter eere van onze landsvrouwe, Wil- helmina werd gedoopt, zag zich dezer da gen verblijd met een gift uit H. M. parti culiere middelen. SCHAPENHOUDERS BIJEEN. Actie voor een loonenden wolprijs. In het café van den heer Sleutel zijn gis termiddag tal van schapenhouders uit geheel Noordholland bijeengekomen om te beraad slagen over den prijs voor de wol, welken de regeering eerlang zal vaststellen en waarvan wordt gevreesd, dat hij te laag zal zijn. De vergadering stond onder leiding van den heer Sijbrand Eelman van Texel, die zich verheugde over de groote opkomst. Hij verklaarde met nadruk, dat deze verga dering uitsluitend was belegd om boeren- belangen te behartigen. De voorzitter hield vervolgens een uit voerige inleiding om de kwestie van den wolprijs uiteen te zetten. De minister van economische zaken stelt zich op het standpunt, en dat zal heel terecht zijn, dat de prijzen van de artikelen niet mogen worden opgedreven. In de practijk is het echter zoo, dat een paar dagen na het uitbreken van den oorlog verschillende prij zen zeer sterk stegen en vaak verdubbelden, terwijl vele artikelen niet meer waren te krijgen. Het standpunt van de regeering zal moeilijk te handhaven zijn. Temidden van die prijzen verandering vragen de boeren ook om een rechtvaardigen prijs, een prijs, die niet te hoog is, maar die in ieder geva' eenigszins loonend moet zijn. Gedurende ver scheidene jaren is de wol voor een vodden- prijs verkocht moeten worden, soms zelfs voor 50 cent per kg. en al dien tijd deed de regeering niets om de boeren op dat punt te beschermen. Thans is het oorlog geworden, met het gevolg, dat de regeering beslag heeft gelegd op de wolvoorraden. Deze maatregel is volkomen begrijpelijk, maar onbegrijpe lijk is, dat, naar het zich laat aanzien, de prijs voor de wol zal worden vastgesteld naar den prijs van kort vóór den oorlog, hetgeen neerkomt op ongeveer 80 cent per kg. Noch met de moeilijkheden der schapen houders, van wie velen haast het hoofd niet boven water hebben kunnen houden, noch met de gewijzigde omstandigheden is tot nu toe schijnbaar rekening gehouden. Merk waardig in dit verband is, dat Engeland alle wol van de wereld opkoopt, vaak tegen prij zen, die zeer ver liggen boven de prijzen, die hier te lande thans gelden en in Duitschland kostte de wol reeds vóór den oorlog vier a vijf mark per kg., terwijl de schapen, die slecht van kwaliteit zijn, er wel 45 per stuk kostten. Op Texel hebben de boeren kort geleden de hoofden bij elkaar gestoken om, los van de organisaties, die nagenoeg niets onder namen, tot een beteren wolprijs te komen; Er werd een groote vergadering gehouden, waarin een commissie werd benoemd, waar in spr. ook zitting heeft. Die commissie is naar Den Haag getogen en heeft met ver schillende vertegenwoordigers.van den mi nister overleg gepleegd. Het bleek daarbij, dat men te rechter tijd kwam. Deze ambte naren zeiden, dat het bericht van de wol- federatie, als zou de prijs op ongeveer 90 cent zijn vastgesteld, volkomen uit de lucht gegrepen was. Men bleek in Den Haag be grip te hebben voor de argumenten van de schapenhouders, wier verlangens als recht matig werden erkend. Door de Texelsche deputatie werd naar voren gebracht, dat een prijs van 1,50 per kg. redelijk zou zijn, ondanks het feit, dat bij een vrijen handel de prijs zeker in den kortst mogelijken tijd minstens een rijksdaalder zou worden, terwijl tijdens den vorigen oor log de prijs varieerde van f 2,50 tot 4,00 per kg. Ook wenschen de boeren hun belan gen te zien, los van die der handelaren, wier omstandigheden geheel anders zijn en die, doordat ze kort geleden wol tegen zeer 'agen prijs hadden gekocht, thans een aardig winstje kunnen maken. Spr. had, na het herhaalde overleg, dat hij met het departement had gehad, goede hoop, dat de billijke yvénschen van de Texelsche schapenhouders zullen worden ingewilligd. Texel beschouwt zich echter als één met het vasteland van Noordholland, waarop nog veel meer schapenhouders wonen, die alle maal schapen hebben van zuiver Texelsch ras en wol hebben van minstens dezelfde kwaliteit. Het is daarom goed, dat de Noordholl. boeren en de Texelsche boeren één lijn trekken. Deze vergadering had daarom tot doel om deze eenheid te demonstreeren en de regee ring duidelijk te maken, dat ook de Noord- hollandsche schapenhouders wenschen op te komen voor hun rechtmatige belangen, te zamen met Texel. Tijdens de discussies over deze zaak Bioscopen. Victoria-theater, half 8, hoofdnummer Zee duivels (rom.-sens.); hoofdrollen Howard Bosworth en Jean Carmen. Toegang boven 18 jaar. City-theater, half 8, hoofdnummer Algiers (rom.); hoofdrollen Charles Boyer, Hedy Lamarr en Siegrid Gurie. Toegang boven 18 jaar. Roxy-theater, half 8, hoofdnummer Zuid- zee-idylle (rom.); hoofdrol Movita HulL Toegang boven 14 'aar. Woensdag 18 October. 8.15 uur, Harmonie, tooneeluitvoering voor Covoto. Donderdag 19 October. 8 uur, 't Gulden Vlies, N.R.V.-avond; spreker de heer G. Pilger. Vrijdag 20 October. 8 uur, Oranjehotel te Bergen, lezing met lichtbeelden van Lode van Gent over zijn verblijf in Indo-China. werd door den heer J. Zijp voorgesteld den minister een telegram te sturen, waarin kennis gegeven zou worden van deze vergadering en waarin ook voor Noordholland een wolprijs van minstens 1,50 zou worden gevraagd, indien het beslag door de regeering zou worden gehandhaafd. Indien de regeering toch een lageren prijs zou vaststellen, dien den de boeren onder protest te leveren. Dit standpunt vond algemeene instem ming en besloten werd daarom een dergelijk telegram aan den minister te zenden. Tevens werd op voorstel van den voorzit ter een commissie benoemd, die onmiddellijk naar Den Haag zou gaan om de belangen van de Noordhollandsche schapenhouders te bepleiten. De commissie werd samenge steld uit de heeren Sijbrand Eelman (Texel), C. v. d. Veer (Julianadorp) en J. Zijp (Nieuwe Niedorp). Voor de bestrijding van de onkosten werd bepaald, dat ieder 1 cent per vacht daarvoor zou afstaan, evenals op Texel. Ook werd er o.a. nog de nadruk op gelegd, dat er nog ruimschoots voor ieder de ge legenheid bestaat zich bij de actie aan te sluiten en aan de commissie bericht van in stemming te zenden. Na bespreking van nog enkele bijzonder heden volgde sluiting. OCCULTISME EN PARAPSYCHOLOGIE. Hierover hield Maandagavond mej. C. van Wijngaarden uit Utrecht een voordracht in het vrijm. logegebouw, daartoe uitgenoodigd door de Blavatsky-loge van de Theosofische Vereeniging. Het spiritisme heeft wel den eersten stoot gegiven tot het stelselmatig kennisnemen door de wetenschap van zekere boven-nor- male verschijnselen. Spr. weidde aan de hand van een serie lichtbeelden, uitvoerig uit over de methoden va* parapsychologisch onderzoek, de zeer gecompliceerde con- tróle-voorzorgsmaatregëlen, den aard der te onderzoeken verschijnselen (als hypnotisme, gedachten overbrenging, psychometrie, stig- matisatie), het bewonderenswaardige ge duld, waarmede een enkel feit zóó dikwijls bewezen werd, dat twijfel niet meer moge lijk was. Het groote voordeel van dit alles acht spr., dat velen tot overtuiging gebracht zijn van het belang van de onzichtbare we relden langs voor hen overtuigende lijnen van denken. Een bezwaar noemde spr. het, dat de wetenschappelijke onderzoeker niet zélf waarneemt, nl. media gebruikt, en op- teekent wat het medium, veelal niet ont wikkeld en niet in staat tot bewust waarne men op hoogere niveaux, hem mededeelt. Het is voorloopig minder te doen om te weten hoe de onzichtbare werelden er uit zien, dan wel te bewijzen, dèt ze er zijn en op verscheidene, goed onderscheiden wijzen kunnen worden waargenomen. Zeer veel bewijsgrond werd verzameld, die nochtans voor den leek, die van de onzichtbare werelden op de hoogte wil komen, niet zoo héél interessant is. De weg van den waren occultist is een andere. Het occultisme is in het bezit van een beschouwing van leven en bewustzijn, gegrond op een zeer ruim en overoud on derzoek der natuur. De occultist gaat uit van de leer, dat i n den mensch de vermo gens sluimeren, die noodig zijn om waar te nemen. Wij leven in drie werelden, niet na den dood, zooals de christenen zeggen, maar nu. Drie reusachtige, concentrische bollen van stof van verschillenden graad van dichtheid, waarvan de aardbol de kleinste is. De ijlere werelden doordringen de aarde en strekken zich ver daarbuiten uit. De mensch heeft drie lichamen, waarvan het physiek het kleinst is. De beide andere doordringen het en strekken zich daarbuiten uit. Aan het helderziend gezicht vertoonen zij zich als een kleurige, lichtende, immer bewegende aura. Karaktereigenschappen hebben in deze aura een correspondeerende kleur: toewij ding blauw, verstandelijkheid geel, enz. De aura van den wilde is wolkachtig, los. Die van den beschaafden mensch eivormig en van geordende teekening. De stof van deze ijlere werelden heeft de eigenaardigheid, zich onder den aandrang van gedachte- of gevoelstrillingen ooienblikkelijk te ver dichten tot vormen, die zich na zekeren tijd weer in algemeenen „dampkring" aan stof oplossen. Lang volgehouden gedachten wor den tot bepaalde wezenheden, die om hun schepper zweven, in voortdurende trilling en trachtende de stof van de ijle lichamen in hun trillingssnelheid te doen meetrillen. Een serie lichtbeelden van aura's van ver schillende menschentypen en van gedachte- vormen bij verschillende gelegenheden waargenomen, verduidelijken 't gesprokene. De occultist nu bestudeert de wetten en de samenstelling van zijn eigen wezen. Door een lange, zeer zorgvuldige training van zijn lichamen, dat wil dus tevens zeggen van zijn zedelijken en moreelen aard, maakt hij deze tot een harmonisch gestemd instru ment, dat hij zélf bespeelt, zóó gevoelig, dat het de fijnste indrukken kan beantwoorden en toch zóó sterk evenwichtig, dat hij nim mer uit zijn'evenwicht slaat. Voor onderzoek van geestelijke gebieden is een egocentrische levenshouding onmogelijk, en hij streeft naar eenwording met al wat leeft, volgens de wetten van den Geest, die zijn uitzet tend. offerend, in tegenstelling met de wet ten van de materie, die zijn samentrekkend, behoudend. Zijn waarnemingen zijn niet allereerst bedoeld te bewijzen, dat er een bovenzinnelijke wereld is. De filosofie, die den grondslag van het onderzoek vormt, be wijst dat logisch. Zelfs toont hij zijn vermo gens zelden en heeft weinig belangstelling voor verifiperen. i Spreekster besloot haar boeiénd betoog in de hoop te hebben opgewekt tot het leeren kennen en tot het toepassen in het dage lij ksch leven van die sobere, zuivere prin cipes van het geestelijk leven, die den mensch zijn werkelijken. onvergankelijken daad doen kennen en zijn vermogen tot dienst in den kring, waarin de Wet hem plaatste, versterken en uitbreiden. PUZZLE-RUBRIFK. Verschillende inzenders van oplossingen van onze laatste puzzle zouden wij willen aanraden hun inzending nog eens te con troleeren vnl. die oplossers die als verschil geen getal aangaven van 9 cijfers. Geldig van hedentwnd"^ oostelijke tot noordoost^® ®at£ lig tot betrokken of zwa*"WlHnev* vooral in het zuiden tiideiul olkt «art zuiden iets zachte, in Het gebied van hooge^ noorden verkreeg een groote Si het en bedekt thans het geheele ekthehi Scandinavië en het oostelijk V? n Va* Gebieden van hoogen luchtdruk zelfde intensiteit liggen over iXa da- Balkan en nabij de Azoren 6n de* drie anti-cyclonen ligt de'stSdeza pressie voor de kust van Port,,de- secundaire ten zuiden van ons kn Jf haar kelijk koele luchtmassa's bewcï de Oostzee en over het noorden 0ver land naar het westen. Vermoedelijk 0ns over Frankrijk en langs taZ1 Worden Alpen warmere luchtmassa's naar het^ der gevoerd en ligt tusschen S ±TH een regenfront. Een diepe depressie f teren ten westen van Groenland k» f8*" thans aan de oostzijde te voorschijn den hoogen druk in de Poo£e 2 oceaan ligt op 42 graden noordertreStet 56 graden westerlengte een dinn„ n omringd door zware stormen. 0Ii LICHT OP! Voor rijwielen, motorrijtuigen en anders voertuigen van 17.31 tot 6.01 uur lichUp Op het distributie-bureau te Heerhn gowaard zijn aangesteld de heer A Brou wer aldaar en mejuffrouw van den Bosch uit Alkmaar. De heer J. Buurs, alhier, slaagde, te Den Haag voor het machinisten-diploma B. De dames Elly Jonckbloedt en A.' G Lichtenbeld slaagden te Utrecht voor het examen apothekers-assistente. GEVAARLIJKE BOUWVALLEN. In de Achterstraat staan een drietal pakhuizen die voor de openbare veiligheid ernstig gevaar opleveren. Van het mid delste is de zolder ingestort, waarbij een dermate slechte toestand van het dak ge constateerd werd, dat de 1 meter overhel lende topgevel dreigde in te storten en deze met balken moest worden gestut. De gevel van het aan de noordzijde gren zende pakhuis helt meer dan 1 M. naar achter over en wie van dit pakhuis de binnenmuur beziet kan niet anders dan concludeeren, dat ook deze op instorten staat. De toestand van het pakhuis aan de z'-.idzijde is niet veel beter, zoodat afbraak noodzakelijk is. Met het oog op het gevaar heeft men de pannen van het middelste dak ver wijderd. Als er gevaren dreigen komen er in ons volkskarakterkrachten naar voren die men niet heeft kunnen bevroeden. In de onderofficierscantine in Nassau- Bergen te Bergen aan Zee sprak gistermid dag in een door de Commissie voor O. en O. belegde bijeenkomst voor de militairen dr. P. H. Ritter Jr. over het onderwerp: „Het Nederlandsche volkskarakter". Spr. behandelde het onderwerp op enthou siaste wijze, in de hem eigen bloemrijke taal, waardoor het op zichzelf reeds een genot is, naar hem te luisteren. In dezen tijd van mobilisatie, aldus spr.. is de kracht van het .volkskarakter van groote beteekenis, omdat dit bepaalt de keuze van de weermacht en de methode, die door de leiding moet worden aangewend. Men kan een volk niet tot het uiterste offer bereid maken, indien men den aard van het volk miskent. Bij de bepaling van het volks karakter is men licht geneigd, de geweste lijke geschillen van ons volk over het hoofd te zien. Spr. vond het wenschelijk, die ge westelijke geschillen te behandelen en hij deed dit aan de hand van werken van dr. Meertens en Anne de Vries. Den Fries kent men als stijfkoppig, als ge hecht aan een bepaalde aprioristische voor stelling, waarvan hij nimmer afwijkt. De Fries bezit een groot intellect, vooral voor de wetenschap. Hij is een individueel type. De Fries wil baas zijn in eigen land en een speciaal kenmerk van den Fries is, dat hij een groote emotionaliteit bezit. In dit op zicht is hij een diametrale tegenstander van den Groninger, die weinig emotioneel is. In het algemeen kenmerkt ons volk zich door een zekere begrensdheid. In dit op zicht wijken wij af van onze Duitsche buren, een gevolg van het feit, dat in ons land een Romeinsche cultuur is opgebouwd. De emotionaliteit van den Fries is niet te remmen en wanneer hij in een vlammend kermisfeest geplaatst wordt, gaat hij zich ontzaggelijk te buiten. Het complex van eigenschappen der Friezen draagt er veel toe bij, dat ons volk recht van bestaan heeft, te midden van andere volkeren. De Gronin ger is een ander type. Hij is vervuld van den cultus van het heilige centje, spaarzaam in kleinigheden. Spr. stelt deze eigenschap zeer hoog, want daardoor kenmerkt de Groninger zich door een voorzichtige be drijf spolitiek, een eigenschap, die het Neder landsche volk van den Groninger heeft. De Groninger is wel eens een beetje al te nuchter, maar hij is buitengewoon betrouw baar. Z(jn woord is zijn woord. In tegen stelling met den Fries bezit hij weinig fan tasie, zijn intellect is zakelijk en de ethno- logen staan nog vragend voor dit probleem. Den Drent kennen wij uit de werken van Anne de Vries. Hij is ook koppig, maar op een andere manier dan de Fries. Het domi- neerende van den Drent ligt in zijn sterk gemeenschapsgevoel. Hij leeft in gezinsver band. De volksgebruiken, waarbij de Drent, die afwijkt, tot den wil der gemeenschap wordt gedrongen, zijn nog niet verouderd. Gelderland is wel een staatkundig eern heidsbegrip, maar geen ethnologisch. De Opper- en Neder-Betuwe zijn twee gebie den, van elkander verschillend. De Betuw- naar is in het algemeen gemoedelijk, houdt van een grapje en is soepeler van de Veluw- naar, die zich omhoog moet houden op een schralen grond. In het boek van Meertens en De Vries worden als de karaktertrekken van den Veluwnaar zuinigheid en spaar zaamheid genoemd. De Utrechtenaar, zoowel van stad als ge west, is conventioneel en ietwat achterdoch tig. Hij praat het liefst over de zonde van de Utrechtenaren. Hij is een godsdienstig mensch, maar men moet daarbij onderscheid maken tusschen godsdienstige gezindheid èn godsdienstige gezindheid. In Friesland is het een belevenis van een overtuiging. De Drent is over het algemeen meer vrijzinnig dan orthodox, de Utrechtenaar is conven tioneel religieus en volgens een gezagheb bende persoonlijkheid is Utrecht het gemak kelijkst te regeeren geweest van geheel Ne derland. Aan het stabiele karakter van het Nederlandsche volk heeft Utrecht veel bij gedragen. De Amsterdamsche psyche, zoo vervolgde spr., is sterk beïnvloed door het Joodsche element. De Amsterdamsche en Joodsche gijn zijn sterk verbonden. De Amsterdam mer voelt zich het gelukkigst als een vrije koopman; de ambtenarengeest is hem vreemd, hij is een man van veel initiatief, vertoont uitersten, maar is in alles autonoom. Hij is aristocraat, strak, sterk en ongenaak baar evenals de Jordaner aristocraat is. Spr. verduidelijkte dit door de typische aristo cratische houding van Vening Meinesz, toen deze als burgemeester bedankte en door te herinneren aan den door Querido getee- kenden „Mooien Karei", een prins op zich zelf. Aan den anderen kant ver toont Amsterdam een kaleidoscoop van ons volkskarakter, in zijn samenstelling van een oneindig aantal factoren. Spr. besprak de wonderlijke bekoring van onze hoofdstad, noemde Amsterdam de stad van het autonome volkskarakter, met een sterk democratischen inslag. In de psycholo gische geaardheid van zijn volk is Amster dam provinciaalsch. Dit demonstreet zich in de bloempotten voor de vensters, de talrijke duivenmelkers en de vischlust van den Am sterdammer. Zijn hoofdtrek is, evenals die van de gemeente, autonoom. Spr. herinnerde aan 't onsterfelijke woord van burgemeester Tellegen, die zeide: „Den Haag is een aan hangsel van een moderne badplaats, maar Amsterdam is Amsterdam". De Rotterdammer is voortvarend en een werkezel, die evenwel zyn vreugde niet verliest. Hij kenmerkt zich door een groote mate van loyaliteit en gehechtheid aan het cultureele leven. Hij kent geen regenten- traditie, maar gaat er prat op, tot de cul- tuurmenschen te worden gerekend. De Zeeuwen, waaronder de bewoners van de Zuidhollandsche eilanden, zijn zwygers en spaarders. Ze zijn krachtig, maar weinig spontaan. In het algemeen hebben zij aan de Nederlandsche volksmentaliteit een godde lijke, verrukkelijke typeering gegeven. De Zeeuw is stijfkoppig en onverzettelijk. Spr. typeerde dit, door het vertellen van een his torische anecdote, waarin wordt weergege ven, dat een bekend staatsman, destijds commissaris der koningin in Zeeland, tever geefs gepoogd had 'n Zeeuwschen gemeente raad van het nut van een waterleiding te overtuigen. Op een vraag, waarom men tegen had gestemd, had de voorzitter van de grootste fractie alleen geantwoord: „We benne teuge, omdat we teuge benne". Het typeerende van den Nederlander is, dat hij, zooals de Amsterdammer dat uit drukt, niet houdt van „kouwe kak", waar mede wordt bedoeld, dat het uiterlijke wei nig kan schelen, maar dat het op het inner lijke aankomt. Uitvoerig schetste spr., dat de Nederlan der niet spontaan reageert, een vraag niet direct beantwoordt, maar er meestal op laat volgen: „Wat zeit U?" Dit, opdat hij nog eens over het antwoord kan nadenken. Dit is een geweldige Kracht van ons volk, want daardoor hebben wij steeds gewonnen. Men vergelijke maar eens het lot van het Neder landsche volk met dat van andere volkeren. Wij zijn een individualistisch volk, maar ons individualisme staat open in tijden van nood voor onze medemenschen. Het Neder landsche volk is igenlijk één groote huis kamer. Vrijheidszin en gemeenschapszin worden in Nederland tezamen beleefd. Wij hebben lak aan militaire stramheid, voelen niets voor den paradepas, handelen niet op bevel, maar wanneer men den Nederland- schen militair laat inzien, dat iets noodig is, dan doet hij dat met volmaakte trouw en tot het einde. Het is toch wel heel mooi, dat wij Nederlanders het besef in ons hebben, dat onze nationale veiligheid eischt, onze taak te vervullen. Ons volk is een religieus, offervaardig volk, misschien hier en daar te sectarisch, maar aan één tafeltje gevoelen wij ons alle maal Nederlanders. (Applaus). In het tweede gedeelte van zijn betoog be sprak spr. nog, in verband met gestelde vra gen, het verschil L- het, gevoel voor humor by de Groningers en de Friezen, waarbij hij aanstipte, dat het Nederlandsche volk in humoristisch genie ver ten achter staat bu de Franschen, omdat humor spontane reac tie eischt en de karakteristiek van het Ne derlandsche volk is, dat het niet spontaan reageert. Tenslotte gaf spr. nog een typeering van de Brabanders en de Limburgers en de Noordhollandsche West-Friezen, welke ty peering hij, naar hij zeide, voor het laatst had bewaard. Brabant noemde spr. een collectiviteit van nationaliteiten. De Brabander kenmerkt zich door een buitengewone goedmoedigheid In de literatuur vindt men die zeer goed getee- kend door A. M. de Jong en Anton Coolen. Overal ontmoeten wij den Brabander als een kinderlijk, joviaal mensch. Hij is een hard werker en zeer gehecht aan de gezinsge meenschap. De pastoor uit Merijntje Gijzen typeert het samengroeien van het geestelijk gezag met het volksleven, zich aanpassende aan de stamcollectiviteit. De Brabander heeft een zekere lichtheid van leven, het geen zeer merkwaardig is. omdat hij' een moeilijken grond bewerkt en in slechte levensvoorwaarden verkeert. Hetzelfde blijmoedige karakter heeft de Limburger, die echter minder naar het alge meene volkskarakter overgroeit. Het Lim- burgsche volkskarakter is sterk beïnvloed door andere volksgroepen in het Limburg- sche gebied. Hij staat tot den Brabander als de Fries tot den Groninger. Hij is luidruc - tiger dan de Brabander. De meest strakke geesten van Nederlan zyn de Noordhollanders boven het IJ. Dez^ NoordhoHander is een sterke, stugge per soonlijkheid. Hij bezit de zakelijkhei v<r den Groninger, de styfkoppigheid van ae Fries en hy is in zijn karakter ver on aan den eilandbewoner, die sterk bein is door de zee. De eigenschappen 10 Marker visscher tot een sterken ge 0 maken, maken dezen Noordhollander in negatie. Hij is onverzettelijk m aen paalde overtuiging en hy heeft vee dragen tot het karakter van ons vol*, door weet spr., dat, wanneer er dreigt in ons volk, krachten na' roed zullen komen, die men niet had De Nederlander is achterdochtig, kan moeilyk voorsteUen datieman ie één idee. De Nederlander heeft 1 reserve. geprojecteerd, maar hij bezit ai Hij is niet wijsgeerig, maar gff^he De groote waarde van h volks. element in ons volk is, dat n een leven heeft gekleurd. Anti-sem1 nationale bewijs van ongeloof aan e'° Nederlander kracht. Dat ongeloof bezit itisme in niet. Daarom heeft het an - zyn Nederland nooit wortel gesc 0l g bloed- nooit beducht geweest voor zyn menging ook, omdat ons vo zich eigen onbewuste natuur. Een het zoo weinig nationaal accen meest zoo wemig nationaal <•«->- de mees' onze, is toch een volk, a vonjit. Een ideëel denkbare wyze een nau va„ natie leeft niet van propaga doCt he bewustzijn van eigen krach Nederlandsche volk. ApP a „apitein De garnizoenscommandari zijn \e- Waal, bracht dr. Ritter gebrach zing, waarin deze naar v°rc volk is. a dat het Nederlandsche volk jet „eer- er zyn mag. Spr. betreu-de het^ dere menschen in de ge c" lezing bu. e ben kunnen stellen om aa"we t. wonen, maar spr. hoopte, dat v0ori militairen het gesprol hebben 1Icn dragen, opdat dit zijn nu en n0g z degenen, die in garnizoe komen. (Applaus).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 2