DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Staatshoofden van Nederland en België bieden
Hun goede diensten aan.
Nieuw initiatief tot vredesbemiddeling
van Koningin Wilhelmina en
Koning Leopold.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GFWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No.
264 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 8 November 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Parade in Moskou.
De Finsch-Russische onderhandelingen.
De Finsch-Russische
onderhandelingen.
Fransche legerberichten.
De opinie over het aanbod
van goede diensten.
De positie van Ned.-lndië.
De algemeene toestand.
Vredes~
bemiddeling»
i
ALKMAARSCHE COURANT.
De geheele wereld is verrast door het aanbod, dat koningin Wilhelmina en
koning Leopold aan de oorlogvoerende staten hebben gedaan om bemidde
lend op te treden tot het verkrijgen van den algemeen gewenschten vrede.
Juist vóór dit aanbod bekend werd, waren er in de Duitsche pers, naar aan
leiding van de verschijning van het Oranjeboek, minder aaangename op
merkingen aan het adres van Nederland en ook van België gemaakt, omdat
men dezen neutralen staten verweet, dat zij niet daadwerkelijk tegen den
overvloed der Engelsche contrabande-bepalingen waren opgetreden, In
Engeland had juist minister Halifax een radiorede uitgesproken, waarin
hij in den breede uiteen gezet had wat Engeland thans als zijn oorlogsdoel
beschouwt.
De reactie van het aanbod tot bemiddeling is in diverse staten zeer ver
schillend.
Duitschland levert nog weinig commentaar, Italië en Amerika uiten hun
voldoening en in Engeland en Frankrijk blijft men gereserveerd. Men zal
het voorstel daar onderzoeken maar heeft weinig hoop op eenig resultaat
als het Engelsche oorlogsdoel daardoor niet kan worden verwezenlijkt.
In Rusland is ter gelegenheid van den verjaardag der revolutie een groote
parade gehouden. Maarschalk Worosjilof heeft een legerorder uitgevaar
digd waarin hij o.a. gezegd heeft, dat de bevrijding der Oekraiensche en
Wit-Russsiche broeders een vreugdevolle bladzijde is in de geschiedenis
van het Sovjet-volk.
Uit Helsinki heeft men weer instructies aan de Finsche delegatie te Moskou
verzonden. Men meent te weten, dat men in Moskou een nieuwen grond
slag voor de voortzetting der besprekingen heeft gevonden, waardoor men
in Finland weer wat optimistischer gestemd is.
Nieuwe basis voor de voortzetting
der onderhandelingen.
De Finsche minister van finan
ciën, Tanner, heeft heden uit Moskou
een langdurig telefoongesprek ge
voerd met Helsinki.
Naar verluidt heeft Tanner de Fin
sche regeering er van in kennis ge
steld, dat een nieuwe grondslag is
ontdekt voor de voortzetting der
Sovjet-RussischeFinsche bespre
kingen.
De bevolking, die uit Helsinki was
geëvacueerd, begint naar haar haard
steden terug te keeren en vele scholen
worden Maandag weer geopend. Hel
sinki herkrijgt een normaal uiterlijk.
De zandzakken, de beschermde ruiten
en de verduisterde straten blijven er
echter aan herinneren, dat een rege
ling nog niet tot stand gekomen is.
Finsche regeering bestudeert
rapport.
Naar de Finsche regeeringspersdienst
mededeelt, heeft de Finsche regeering
gistermorgen om elf uur in een plenaire
zitting, waaraan ook de partijleiders
deelnamen, het rapport behandeld van
haar Moskousche onderhandelaars. Hier
bij werden nieuwe instructies voor de
onderhandelaars opgesteld, welke reeds
naar Moskou onderweg zijn.
'sGravenhage, 7 November. De regeeringspersdienst meldt:
H.H.M.M. de Koningin der Nederlanden en de Koning der Belgen hebben
een ontmoeting in Den Haag gehad op 6 en 7 November.
De souvereinen waren vergezeld door de heeren van Kleffens en Spaak,
ministers van buitenlandsche zaken.
De souvereinen hebben besloten een telegram te richten tot de staats
hoofden van Duitschland, Frankrijk en Groot-Britannië teneinde even-
tueele onderhandelingen te vergemakkelijken.
Dit initiatief der souvereinen is een nieuw blijk van het gemeenschappe
lijk inzicht en de solidariteit, welke tusschen Nederland en België bestaan.
De tekst van het telegram luidt als volgt:
In een uur van angstige spannnig voor de wereld, voor de oorlog in IV est-
Europa met vol geweld begint, hebben Wy de overtuiging dat het Onze
Plicht is, Onze stem opnieuw te verheffen.
De oorlogvoerende partyen hebben reeds eenigen tyd geleden verklaard
dat zy niet weigerachtig staan tegenover een onderzoek naar redelijke en
vaste grondslagen voor een billijken vrede. Het komt Ons voor dat, in de
tegenwoordige omstandigheden, het voor haar moeilijk is met elkander in
verbinding te treden teneinde haar standputen te preciseeren en dichter by
elkaar te brengen.
Als souvereinen van twee onzydigc staten die goede betrekkingen onder
houden met al hunne naburen, zyn Wy bereid hun Onze goede diensten aan
te bieden. Mocht hun zulks aangenaam zyn, dan zijn Wy bereid hun, met
aanwending van alle middelen die zy Ons in overweging zouden willen
geven en waarover Wy beschikken, en in een geest van vriendschappelijk
hegrip het vinden van factoren voor een te treffen accoord te vergemak
kelijken.
D't schynt Ons de taak te zyn die Wy te vervullen hebben voor het welzijn
°nzer volkeren en in het belang van de geheele wereld. Wij hopen dat
0ns aanbod zal worden aangenomen en dat aldus een eerste schrede zal
Worden gedaan op den weg naar de vestiging van een duurzaincn vrede.
w.g. WILHELMINA. w.g. LEOPOLD.
Het Fransche legerbericht van gister
avond luidt:
Plaatselijke activiteit van patrouilles en
artillerie op verschillende punten van het
front.
Het legerbericht van hedenochtend luidt:
Toegenomen activiteit der verkennings
troepen. Plaatselijke acties der artillerie.
Eerste reactie in Londen.
Men kan verklaren, zoo zegt Reu
ter, dat elke mededeeling van de
koningin der Nederlanden en den
koning der Belgen in Londen natuur
lijk zeer nauwkeurig bestudeerd zou
worden.
Hierbij mag er aan herinnerd wor
den, aldus Reuter, dat Chamberlain
en Daladier zeer duidelijk de positie
hebben bepaald van hun regeeringen
ten aanzien van den oorsprong van
den oorlog en van de omstandigheden
welke, in hun oog, een rechtvaardigen
blyvenden vrede mogelyk zouden
maken.
Wellicht heden een verklaring
van Chamberlain.
Nader wordt gemeld: Daar de minister
president het woord zal voeren op een
Donderdag door den lord mayor van de
City of London te geven noenmaal, zal hij
dien dag in het Lagerhuis geen verklaring
afleggen over den internationalen toe
stand. Thans wordt verwacht, dat Chur-
chill zijn mededeelingen over het werk
van de vloot zal uitstellen tot Donderdag.
Met het oog op deze wijziging is
het mogelijk, dat Chamberiaïn heden
in antwoord op een vraag van de
oppositie, een verklaring zal afleggen
over het aanbod van goede diensten
van koningin Wilhelmina en koning
Leopold.
Uit Tokio wordt gemeld: Tijdens een ge
wone persconferentie op het departement
van buitenlandsche zaken is aan de orde
gekomen een gedachtenwisseling over een
bericht, volgens hetwelk Nederland zich
tot de Vereenigde Staten zou hebben ge
wend om in geval van de uiterste noodzaak
de zorgen op zich te nemen voor Neder-
landschOost-Indië en over berichten in
zake een Duitsche invasie in Nederland.
Hij zette uiteen, dat Japan alleen belang
heeft bij een uitbreiding van zijn handel en
van plan is zijn handelsbelangen te waar
borgen.
Wat het bericht over een Duitsche inval
in Nederland betreft, aldus de woordvoer
der, is daarover geen officieele inlichting
ontvangen, hoewel een dergelijk gerucht
reeds veertien dagen geleden in omloop
kwam.
Te bevoegder plaatse, waar deze beschou
wingen uit Tokio werden voorgelegd, heeft
men opgemerkt, dat de bewering, als zou
den Needrland de Vereenigde Staten heb
ben verzocht voor Nederlandsch-Indië te
zorgen indien het moederland het slacht
offer van een aanval werd, zooals vanzelf
spreekt, tot het rijk der fabelen moet wor
den verwezen.
DUITSCHERS SCHIETEN EIGEN
TOESTEL NEER.
Gisteravond is een Duitsch vliegtuig,
dat uit de koers geraakt was en bij ver
gissing in het luchtafweerdistrict van
Hamburg gekomen was, door het lucht
doelgeschut neergehaald. Beide inzitten
den konden zich met hun valscherm red
den en bleven ongedeerd.
MINISTER SPAAK WEER IN ACTIE.
De heer Spaak, minister van buiten
landsche zaken, is gisteravond om kwart
over zes op zijn departement terugge-
keerd.
De kabinetsraad, welke was vastgesteld
op half zes, is terstond na zijn terugkeer
begonnen.
De ministers zijn gistermiddag om half
zes in het ministerie van buitenlandsche
zaken bijeengekomen onder voorzitter
schap van minister Pierlot.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft verslag uitgebracht over den inter
nationalen toestand.
De heer Spaak heeft zijn ambtgenooten
in kennis gesteld van het aanbod van
goede diensten gedaan door den koning
der Belgen en de koningin der Nederlan
den aan de drie staatshoofden van
Duitschland, Frankrijk en Groot-Brit-
tannië.
Zie verder Buitenland pag. 3, 3e blad.
Het is Op het oogenblik, dat wij dit schrij
ven niet duidelijk of de komst van koning
Leopold een spontane daad is geweest dan
wel het gevolg van een reeds eerder geno
men besluit, dat men zoo geheim heeft ge
houden, dat zelfs zij, die in België gewoon
lijk goed geïnformeerd zijn, er niets van
hebben geweten.
In allen gevalle is het voor de bevolking
van beide buurstaten een volkomen ver
rassing geweest en het is geen wonder, dat
men zich gister overal afgevraagd heeft
wat er aan ten grondslag zou liggen.
De besprekingen in het paleis onzer ko
ningin hebben tot laat in den nacht en den
geheelen morgen geduurd, bijna tot het
tijdstip kwart over twee dat de koning
weer per auto naar Brussel is vertrokken.
Het is begrijpelijk, dat men zich zoowel
hier te lande als in België met groote be
langstelling heeft afgevraagd wat het doel
van deze samenkomst der beide staatshoof
den en hunne ministers van Buitenlandsche
Zaken kon zijn en het is thans wel geble
ken, dat men zich in dat doel volkomen
vergist heeft.
Het lag voor de hand, dat men de bevol
kingen van Nederland en België allereerst
zou geruststellen met de mededeeling, dat
de komst van den koning niet het teeken
v/as, dat de situatie voor beide landen of
voor een van hen op dit oogenblik een bij
zonder dreigend karakter had gekregen.
Maar wel liet men uitkomen, dat de alge
meene toestand toch zoo ernstig was, dat
het noodig was gebleken dat verschillende
aspecten van de internationale situatie onder
de oogen werd gezien.
Dat het bezoek verband zou houden met
een eventueele bemiddelingsactie van beide
vorsten werd in België zeer onwaarschijn
lijk geacht en door het blad Belga ten stel
ligste ontkend en uit Brussel werd gemeld,
dat voor de vorstelijke ontmoeting de ver
klaring voor de hand lag, dat de staatshoof
den van beide landen op alle gebeurlijk
heden voorbereid wilden zijn.
Trouwens ook de Hollandsche bladen kon
den in hun avondedities den sluier der ge
heimzinnigheid niet opheffen. Men meende
zeker te weten, dat het geen besprekingen
betrof over een mogelijk gemeenschappe
lijke militaire actie, maar zocht de reden
meer in een conferentie op economisch ge
bied, voornamelijk om tot een gemeenschap
pelijk optreden tegen den overlast van En
gelsche zijde voor de Hollandsche en Bel
gische scheepvaart te komen.
Zoo weinig was men van het werkelijke
doel dezer samenkomst gistermiddag op de
hoogte, dat uit Brussel nog geseind werd,
dat zij in geen geval een aanwijzing was
voor een nieuw initiatief tot bevordering
van een algemeene vredesbespreking.
En daarna kwam om zes uur de regee
ringspersdienst met een volkomen onver
wachte verklaring.
H.M. koningin Wilhelmina en Z.K.H.
koning Leopold hebben, nu de oorlog in het
Westen in een verschrikkelijker stadium
dreigt te komen, opnieuw den plicht gevoeld
hun stem te verheffen. Zij houden rekening
met den wensch der oorlogvoerende staten,
dat er een onderzoek wordt ingesteld naar
redelijke en vaste grondslagen voor een
billijker vrede en nu deze, in de tegen
woordige omstandigheden, door verbreking
van het wederzijds diplomatiek contact niet
dichter tot elkaar kunnen komen, zijn de
Souvereinen van Nederland en België op
nieuw bereid Hun goede diensten aan te
bieden. Zij zijn bereid met aanwending van
alle hen in overweging te geven middelen
en de middelen waarover zij zelf beschikken
in den geest van 'vriendschappelijk begrip
het vinden van factoren voor een te treffen
accoord te vergemakkelijken, tot het wel
zijn der volkeren en in het belang van de
geheele wereld en hopen, dat dit aanbod zal
worden aanvaard en men aldus de eerste
schrede zal zetten op den weg naar een
duurzamen vrede.
Het is niet te verwonderen, dat men deze
vorstelijke bemiddelingspogingen niet ver
wacht had nadat een dergelijk aanbod nog
zoo kort geleden op vriendelijke wijze door
de oorlogvoerende staten van de hand was
gewezen
Wij hebben er reeds meermalen op gewe
zen, dat vooral kleine neutrale staten het
tijdstip voor een openlijk bemiddelingsaan
bod nog niet gekomen achten en dat zij er
zelfs eenigszins huiverig voor waren om
dat zij daardoor bij een der oorlogvoerende
groepen den schijn van partijdigheid kon
den wekken Streng vasthouden aan de neu
traliteit zou allereerst vereischen, dat men
zich in geen enkel opzicht met de oorlogs
doelen der strijdende staten zou bemoeien
en men herinnert zich nog, dat bij de confe
rentie der Scandinavische staatshoofden de
Zweedsche koning in het algemeen wel op
bereidwilligheid tot bemiddeling heeft ge
zinspeeld, maar dat er ook toen nog geen
sprake van een rechtstreeksch aanbod aan
de oorlogvoerende partijen geweest is.
Op de vraag waarom men in Nederland
en België thans een stap verder durft gaan,
kan misschien het antwoord zijn, dat men
in deze beide landen op het oogenblik ster
ker tot het besef is gekomen, dat men in de
komende gebeurtenissen meer kans heeft
te worden meegesleurd dan dit bij de Scan
dinavische staten het geval was.
Ieder begrijpt, dat de strijd in het Westen
zich niet tot een voortdurend verblijf van
legermachten in twee vrijwel onneembare
stellingen kan beperken. Nu het wapen
embargo is opgeheven en de krachtsverhou
ding zich ten gunste der geallieerden schijnt
te wijzigen, houdt men meer dan vroeger
rekening met de waarschijnlijkheid, dat
Duitschland het noodgedwongen tot een
snelle beslissing wil laten komen en het is
begrijpelijk, dat men in de gegeven omstan
digheden rekening houdt met de mogelijk
heid, dat Belgisch of Nederlandsch gebied
daardoor kan worden geschonden.
Het ernstige verlangen dezen vredelieven-
den landen dit lot te besparen kan aanleiding
geweest zijn tot den ongetwijfeld moedigen
stap waartoe men gister in Den Haag heeft
besloten. Bovendien zal men daarbij wel
licht overwogen hebben, dat staten welke
hun goede diensten aanbieden zich veiliger
stellen omdat de geheele wereld ten zeer
ste verontwaardigd zou zijn als in antwoord
daarop juist hun gebied door een der oor
logvoerende mogendheden zou worden ge
schonden.
In allen gevalle is het. een verblijdend
feit, dat de Souvereinen van Nederland en
België, van de twee staten wier neutraliteit,
ontbaatzuchtigheid, eerlijkheid en vredelie
vendheid algemeen erkend worden, openlijk
naar voren zijn getreden om den rampspoed
brengenden oorlog zoo spoedig mogelijk te
beëindigen.
Een andere vraag is of dat nu reeds mo
gelijk zal blijken, of de tijd reeds gekomen
is dat men, voornamelijk van Engelsche en
Fransche zijde, bereid zal blijken den strijd
te staken.
Duitschland heeft reeds vroeger verkon
digd den vrede te verlangen, maar de voor
waarden waarop men dien wil sluiten zijn
voor de geallieerden niet aannemelijk.
In Engeland is de vredesbereidheid waar
schijnlijk grooter dan kort na het uitbreken
van den oorlog. Het is wel duidelijk,
dat, voornamelijk door de Russische actie,
de omschrijving van het oorlogsdoel veran
dering heeft ondergaan.
Men bleek daar de vorige week in parle
mentaire kringen behoefte te hebben aan
een nieuwe omschrijving en het is te be
treuren, dat deze juist gister door Lord Ha
lifax is gegeven, omdat men daar nu moei
lijk weer een minder ver gaand standpunt
zal kunnen innemen.
Lord Halifax heeft gisteravond in een
radiorede het nieuw geformuleerde Britsche
oorlogsdoel omschreven en het blijkt wel
heel lang, maar niet scherp omlijnd te zijn.
Het is in te vage termen gehouden: de ver
dediging van de vrijheid, een vechten voor
den vrede en voor de veiligheid, een ver
dedigen van het recht van alle volken om "n
eigen leven te leiden, een strijd voor de ver
vanging van recht door geweld, tegen de
schending van verdragen en tegen agressie,
en een zooveel mogelijk herstellen van
het door Duitschland gepleegde onrecht
tegenover zwakkere buren.
Engeland streeft naar een nieuwe wereld
waar plaats zal zijn voor samenwerking van
alle volkeren op den grondslag van men-
schelijke gelijkheid, zelfrespect en weder
zij dsch vertrouwen.
Dat alles zijn natuurlijk zeer respectabele
en zeer begrijpelijke wenschen, maar men
verlangt hier tenslotte een zoo idealen
toestand, dat de buitenstaander zich
onwillekeurig afvraagt of dat alles en zoo
ja over hoe langen tijd wel bereikt zal
kunnen worden.
De tijd is de groote bondgenoot der ge
allieerden en de opheffing van het wapen
embargo is zeer zeker een factor welke
dezen staten weer moed tot volhouden en
tot nieuwe actie heeft gegeven, maar het is
de groote vraag of men binnen afzienbaren
tijd werkelijk al de thans genoemde idealen
zal kunnen verwezenlijken.
En zoo niet, of het dan niet verstandiger
is een van neutrale zijde aangeboden be
middeling dankbaar te aanvaarden en ge
zamenlijk te zoeken naar een accoord, dat
niet iedereen zal bevredigen, maar dat tot
gevolg kan hebben, dat Europa niet zal
worden uitgeput of tot een bloedig slag
veld geworden het verlies van alle cul
tuur en beschaving z:l constateeren.