De Dïeren-Jamboree.
jJyFK UW LEVER-GAL OP
Halifax spreekt over het oorlogsdoel
van Engeland.
tweede blad.
ï'er-*fL?t iï voelt u opgeblazen, u raakt verstopt,
het 6e<Ler,m is vergiftigd, u voelt u beroerd en
mr »cWf, ziet alles zwart.
"t^vting tegen pokken en
typhus gewenscht.
het exploitatie tekort van
„veertig jaren".
Een nieuwe wereld van samenwerking op den
grondslag van wederzijdsch vertrouwen.
landbouw EN MAATSCHAPPIJ
ADRESSEERT.
PERSSTEMMEN OVER
HET INITIATIEF.
-fi
zweedsche vakbonden tegen het
communisme.
Glimlachje.
„It 's morgens uit bed springen,
frö u reed om bergen te verzetten.
moet uw lever een liter lever-gal In uw
fe<jeren aas vloeien. Wanneer deze stroom van
in»e*4n. „„voldoende is, verteert uw voedsel niet,
onvo nno,0hln'/»n ll ran Irt voralnnt
,.ieod'8' laxeermiddelen z«n slecnts lapi
ne n>ees!eraRTER'S LEVER-PILLETJES
len. m0 Uter lever-gal vrü te doen vloeien en u
i» "«'.'"reheel an der mensch voelen, ünschade-
,ult u,®®"afrdlg. zacht, onovertroffen om de lever-
l»l t» •joSJrtér's'ïèver-Pllletjes oy apothekers en
pe voorzitter van den gezond
heidsraad wenscht, in overleg met
den geneeskundig hoofdinspecteur
van de volksgezondheid, nogmaals
en met klem er op te wijzen, dat het
raden is de kinderen beneden de
2 jaar, bij wie zulks nog niet ge
schied' is, tegen pokken te laten
inenten.
Ofschoon er op het oogenblik nog geen di-
t gevaar bestaat voor pokken in ons land,
f uet toch geraden zich tegen een mogelijke
'nsluipin* dezer ziekte te waarborgen.
De ervaring heeft geleerd, dat kinderen
oo dien leeftijd de inenting goed verdragen.
Het is gewenscht te voren een arts te raad-
legen of mogelijk medische bezwaren aan
wezig kunnen zijn.
Wat de buiktyphus betreft, zoo mag als
bekend worden aangenomen dat deze ziek
te in de meeste gevallen door ondeugdelijk
drinkwater wordt veroorzaakt. Nu kan het
voorkomen, dat op enkele plaatsen van ons
land de omstandigheden op dit gebied tijde-
jjjk minder gunstig zijn en daar waar deze
omstandigheden zich voordoen, is het gera
den het drinkwater en ook de melk te ko
ken.
Van groot belang is het eveneens zich
tegen deze ziekte te laten inenten, waartoe
onder de algemeene leiding van de deskun
dige inspectie voor de volksgezondheid ge
legenheid bestaat. Te minder is hiertegen
bezwaar omdat deze inenting goed wordt
verdragen en geen gevaren met zich mede
brengt.
De ervaring uit den oorlog van 19141918
wijst er op, dat van deze voorbehoevende
maatregelen zeer veel nut is gezien.
In een nota aan de Tweede Kamer schrijft
de minister van algemeene zaken over het
belangrijke exploitatie-tekort van de fiim
„veertig jaren" o.m., dat, ondanks de terecht
gekoesterde verwachting, dat voor deze film
een groote belangstelling zou bestaan, een
samenloop van verschillende ongunstige om
standigheden het tekort hebben veroor
zaakt. Reeds van den aanvang werd de ex
ploitatie van de film ongunstig beïnvloed
doordat een week voor de vertooning daar
van twee andere jubiieumfilms waarvan
treen zelfs ongeveer denzelfden naam droeg
als de nationale film in omloop werden
gèracht. Deze films hebben een groot deel
van de publieke belangstelling ter gelegen
heid van de feestviering opgevangen, ter
wijl, naar is gebleken, velen meenden hier
mede de nationale film te hebben gezien.
Kort na het in omloop brengen van de film
„veertig jaren", welke in de eerste weken
fa de meeste theaters zeer groote belangstel
ling trok, heft vervolgens de opgetreden
kinderverlamming tot gevolg gehad, dat niet
alleen een groot aantal voorstellingen voor
tienduizenden kinderen uit het geheele land
waarvoor de onderhandeling reeds in een
ver gevorderd stadium waren moest wor
den afgelast, maar bovendien ook het be
zoek van het volwassen publiek aan ver
makelijkheden plotseling sterk achteruitliep.
In de laatste week van September 1938 tra
den ten slotte nog de internationale span
ningen op, welke eveneens een zeer ongun-
stigen invloed op het bezoek aan de film
uitoefenden. Van een minder zorgvuldig be
heer mag in geen geval worden gesproken.
Het bestuur van „landbouw en maat
schappij" heeft aan den minister van de
fensie een adres gericht betreffende de
vordering van hooi voor militaire doelein
den. Daartoe zijn in iedere provincie hooi-
commissies ingesteld, die een bepaald
kwantum per hectare grasland hebben
vastgesteld. Het is den bond gebleken, dat
de militairen zich bij de vordering in vele
gevallen niet storen aan de adviezen der
commissies. Het behoeft geen betoog, dat
de boeren door deze handelwijze ten zeer
ste gedupeerd worden.
In verband hiermede verzoekt het be
stuur den minister te willen overwegen
°f het niet mogelijk en gewenscht is hooi
°P de vrije markt te koopen. Indien dit
niet mogelijk is vraagt de bond, de met
hooivordering belaste militairen meer re
kening te doen houden met de adviezen der
etreffende commissies en met de aanvan
kelijke plannen om van ieder bedrijf, dat
daarvoor in aanmerking komt een klein
kwantum per H.A. te vorderen; de voor dit
°oi te betalen prijzen meer in overeen
stemming te doen zijn met die, waarvoor
®P de vrije markt hooi wordt gekocht; de
mogelijkheid open te stellen dat een boer,
].e!J hooüevering is opgelegd, deze ver-
P ichting kan overdragen aan iemand, die
'^daartoe bereid verklaart. Tenslotte zou
bestuur het zeer op prijs stellen, indien
w mmister maatregelen zou willen treffen,
uardoor degenen, die een in verhouding
heKK n kedrijf veel te groot kwantum hooi
reder-1 ge*everd> daarvoor naast een
vano' -n pr^s alsnog compensatie ont-
ln den vorm van een extra toewy-
g van krachtvoer.
SCHEEPVAARTLIJEN.
Salei» ®toomvaart mij. Nederland.
Tosarfo ^r' 6 Nov. van Belawan.
Matin P' 7 Nov. te Soerabaja.
oeran J. p. l. 7 Nov. te Kaapstad.
Tosari t T,Rotterdamsche Lloyd.
Slamat uJ L' 7 Nov- te Soerabaja.
Kedoe rU1m' 7 Nov- 6 u- Maritia gepass.
Kot» p 0v- te Sabang van Durban.
KadJa J. n. L. 8 Nov. v. Kaapstad.
Lord Halifax heeft gisteravond een
radiorede gehouden over het oorlogsdoel
van Engeland.
Hij herinnerde aan de verklaring van
Chamberlain, dat Engeland vocht tegen
„bruut geweld, kwade trouw, ongerechtig
heid, onderdrukking en vervalsching."'
Deze woorden geven sindsdien meer en
meer een antwoord op twee vragen.
De eerste is: Wat is het werkelijke doel
van onzen strijd?
Men verlangt, dat de geallieerde landen
met grootere nauwkeurigheid een defini
tie geven van wat soms de oorlogsdoelein
den worden genoemd. Het antwoord is in
algemeene termen gegeven.
Wy strüde voor de verdediging
van de vryheid, wij vechten voor den
vrede, wy bieden het hoofd aan een
uitdaging ten aanzien van onze veilig
heid en die van anderen, wij verde
digen het recht van alle volken of
het leiden van een eigen leven. Wij
vechten tegen de vervang'ng van het
recht door het brute geweld als
scheidsrechter tusschen de volken,
tegen schending van de heiligheid der
verdragen en verzaking van hzt
plechtig gegeven woord. Wij hebben
ervaren, dat er in Europa geen plaats
kan zqn voor beschaving, kunst en
vrede, zoolang Duitscb'an-" niet ge
dwongen is, in te zien, dat nieuwe
daden van agressie niet geduld zullen
worden. D'enevereenkonistig moet het
ons vaste besluit zijn, niet alleen de
toekomst te sparen voor een herha
ling van de onrechtvaardigheden, die
de Duitsche agressie gedurende de
laatste jaren in Europa heeft veroor
zaakt, maar ook zooveel mogelijk de
•schade te herstellen, die Duitschland
zyii zwakkeren buren heeft aange
daan. Dat doel wordt versterkt door
de wetenschap van de wreede vervol
ging "an beginselen en personen door
meedoogenlooze menschen in Luitsch-
lani.
Wanneer Duitschland den menschen
de elementaire rechten van menschelijk-
heid ontzegt, dan raakt die uitdaging on
middellijk iets instinctiefs diep in het
universeele geweten der menschheid. Wij
strijden dan ook voor de handhaving van
het recht en barmhartigheid in den om
gang tusschen de menschen en in de
groote gemeenschap der beschaafde staten.
Als men tegenover kwade dingen ge
plaatst is. staan, zooals de minister-presi
dent gezegd heeft, slechts twee wegen
opèn. Men moet ze trotseeren of ze tevre
den stellen. En dat laatste beteekent oneer.
Het staat voor mij vast, dat wij inder
daad slechts ten koste van de grootste on
eer een oorlog hadden kunnen afwenden.
Thans rusten de grootste oneer en de
grootste dwaasheid op den aanvallen.Wij en
onze bondgenooten, zijn één in den wil en
het vertrouwen, dat wij in staat zijn ook
de groote dwaasheid aan te toonen, waar
mede de Duitsche regeering haar eigen
vernietiging bewerkstelligde.
De tweede vraag is: Kunnen wij er
zeker van zijn, dat wij, door een overwin
ning in dit conflict van physieke kracht,
ons doel bereiken? Wat zal de betere toe
komst zyn, waarvoor wij offers zullen
kunnen brengen en niet op de kosten zullen
zien? De minister-president heeft ver
klaard, dat wij geen vrede van wraak
willen, dat wij geen territoriale eischen
voor onszelf hebben en moeten inzien, dat
de toekomst weinig hoop biedt, tenzy
langs den weg van onderhandelingen en
overeenstemming een nieuwe vredesrege
ling verkregen zou worden.
Maar wij zijn vastbesloten, er zooveel
als menschelijkerwijze mogelijk is, voor te
zorgen, dat Europa niet het slachtoffer
van een herhaling dezer tragedie zal zijn.
Met dit doel voor oogen zullen wij, wan
neer de tijd komt, al onzen invloed aan
wenden voor den opbouw van een nieuwe
wereld, waarin de volken niet zullen toe-
Wij moeten leering trekken uit de mis
lukkingen en teleurstellingen van het
verleden. Wij weten niet, onder welke
omstandigheden de vijandelijkheden zullen
eindigen en over welke bouwstoffen wjj
de beschikking zullen hebben bij het op
richten Van het vredesgebouw.
Indien men hoopt, uit onafhankelijke
staten te komen tot een hechter internatio
naal systeem, moeten wij dat vernemen
uit den wil der volken. Na den oorlog zul
len wij er zorg voor hebben te dragen, dat
wijsheid en goede wil samenwerken in de
onmetelijke taak, die ons wacht. Niemand
kan zeggen, wanneer en hoe wij tot de
overtuiging zullen komen, dat onze doel
einden bereikt zijn. Doch wanneer wij het
vaste geloof hebben, dat ons besluit en
onze algemeene koers juist zijn, dan be
hoeven wij ons over den afloop niet be
zorgd te maken.
Halifax zeide toe te geven, dat de phy
sieke kracht, alleen niet in staat is het
kwaad, dat aan den oorlog ten grondslag
ligt, uit te roeien. „Doch de erkenning van
deze waarheid aldus zeide hij mag
ons nooit blind maken voor het feit, dat
wij, wanneer wij uit vrees voor de oor
logstragedie werkeloos blijven tegenover
het optreden dat wij een kwaad achten, de
uiting van geestelijke waarden, die allen
menschelijken vooruitgang hebben bezield
en geleid, ter vernietiging overgeven.
Wij hebben den tijd om over onze grie
ven te denken en ons voor te stellen, hoe
veel beter wij den arbeid van een ander
zouden hebben gedaan.
Laat ons onze vrijheid behouden, doch
haar gebruiken voor de versterking van
ons doel". Halifax waarschuwde zijn hoor
ders, dat de vijand van ieder teeken van
oneenigheid gebruik zou maken en besloot
met de woorden: „Het is onze plicht eens
gezind en sterk van geest en hart te zijn.
1 Daarvan zal zeker onze kracht in den strijd
afhankelijk zijn, en, wanneer die strijd
voorbij is, ook het vermogen den oproep
tot waardigen arbeid voor de toekomst der
menschheid te beantwoorden."
laten, dat hun hoop op een voller leven
den bodem wordt ingeslagen door een
kiankzinnige gewapende rivaliteit en dat
het vertrouwen op de toekomst zal worden
overschaduwd door een sombere onheils
verwachting.
In de nieuwe wereld, waarnaar wy
streven, zal plaats zijn voor samen
werking van alle volken op den
grondslag van menschelijke geiykheid,
zelfrespect en wederzijdsch vertrou
wen. Wij zullen vele dingen, die aan
het internationale contact ten grond
slag liggen, hebben te overdenken en
middelen moeten vinden om de
noodzakelijkheid van verandering in
een voortdurend veranderende wereld
te verzoenen met beveiliging tegen
verstoring van den vrede door wa
pengeweld. Alle landen zullen hun
bydrage tot de nieuwe orde, waarnaar
wü zoeken, moeten leveren en op ons
volk zal een grjote verantwoordelyk-
heid ten aanzien van de gedachte
zoowel als van de daad, komen te
rusten.
De frontpagina's van alle bladen in En
geland zyn gewyd aan den vredesstap van
koningin Wilhelmina en koning Leopold. De
neweegredenen voor den stap worden ten
zeerste gewaardeerd, doch over de reden
voor dit „plotselinge aanbod" verkeert men
in gissingen.
De Daily Telegraph schryft: De
weg naar de vestigingvan een duurzamen
vrede is er een welken Groot-Britannië en
Frankryk maar al te gaarne zouden wen-
schen te betreden, doch het moet een eer
volle vrede zyn en op het oogenblik wijst
niets er op, dat de voorwaarden daarvoor
kunnen worden verkregen.
Wanneer de overtreder bereidheid toont
zijn agressie prijs te geven en afstand te
doen van de onrechtvaardig verkregen be
looningen daarvan, kan het de tijd zijn met
hem te beraadslagen over de grondlegging
van een duurzamen vrede. Indien Halifax in
liet bezit zou zijn geweest van de boodschap
van koning Leopold en koningin Wilhelmi
na zou hy geen gepaster en overtuigender
antwoord er op hebben kunnen geven. In
dien Groot-Britannië thans zou wankelen
zou niet zijn eigen vrijheid van al die vol
ken ter wereld, die verwachten, dat het den
agressor in den weg zal staan en zal zeg
gen, dat ongebreideld geweld niet zal heer-
schen over het lot van de wereld.
De Daily Mail schrijft, Nederland en
België hebben in de laatste paar weken
groote aantallen nationaal-socialistische
troepen aan hun grenzen gezien.
Hun bemiddelingsaanbod geheel toe te
schrijven aan Duitschen druk zou zijn een
onderschatting van de waardigheid en vast
beslotenheid van deze ernstige volken. Doch
wel zou kunnen zijn, dat het aanbod door
'Hitier werd aangemoedigd, die in hun
wensch naar vrede den uitweg zou kunnen
zien uit zijn eigen dilemma.
Geen bemiddeling kan succes hebben zon
der waarborgen. Zonder deze zullen Neder
land en België nooit vrijheid genieten.
De Daily Herald schrijft: Door aan
te bieden gezamenlijk als bemiddelaars op
te treden tusschen oorlogvoerende naties er
kennen de Belgische en Nederlandsche sou-
vereinen, dat het lot hunner beide naties
onvermijdelijk is tezamenstand te houden
of te vallen. Hun actie volgt op het bericht,
dat Hitier een agressie tegen der beide lan
den zou overwegen.
Wij zijn niet minder oprecht in hun
wensch naar vrede, doch het moet een vrede
zijn op voorwaarden, welke vereenigbaar
zijn met eer en het einde der agressie ver
zekeren. Indien Duitschland eerst zijn troe
pen uit Polen en Tsjechoslowakye zou
terugtrekken, zouden Groot-Britannië en
Frankrijk bereid zijn te beraadslagen over
de voorwaarden voor een vredesregeling.
„News C h r o n i c 1 e" schrijft: Zoolang
de agressor in het bezit van zijn prooi is,
zoolang hij iedereen behalve zichzelf het
recht ontzegt, zich te bekommeren om de
vrijheid van zyn kleine buurstaten,' is het
eenige antwoord, dat wij kunnen geven op
het bezorgde en goedbedoelde voorstel van
Nederland en België te verwijzen naar onze
oorlogsbedoelingen en stand te houden.
„Time s" zegt, dat de boodschap van
koningin Wilhelmina en koning Leopold de
wereld heeft verrast. In ieder geval zullen
in Groot-Britannië en Frankrijk de voor
stellen met eerbied worden onderzocht.
Het blad brengt evenwel de woorden van
Chamberlain in herinnering, en dat het
zeker is dat onder geen omstandigheden
deze verklaring over de Britsche politiek
mag worden aangetast.
Er wordt niet gezegd of een afschrift van
het aanbod van H.H.M.M. gericht is aan de
regeering van Polen.
De kleine landen van Europa hebben
laatstelijk goede reden gehad zich het axio
ma te herinneren over bezorgdheid, wan
neer het huis van den buurman in brand
staat. Nederland en België zijn vastberaden
hun neutraliteit te handhaven. Beide zullen
zeer zeker zoo noodig strijden om hun onaf
hankelijkheid te bewaren.
Engeland zal
bestudeeren.
de vraagstukken
Reuter meldt, dat de vraagstukken, gere
zen door de boodschap van de koningin der
Nederlanden en den koning der Belgen, na
tuurlijk door het Engelsche kabinet bestu
deerd zullen worden.
De Engelsche koning
van het initiatief.
neemt kennis
De „Daily Herald" en de „Daily Mail"
melden, dat de boodschap van de Belgische
en Nederlandsche souvereinen den koning
heeft bereikt juist voor hij zich in Bucking-
265. En toen ze naar buiten keken, zagen ze in de
verte de professor wandelen en aan de bovenste punt
van zyn gewei bungelde Joko's hoed. Ze proestten het
alle drie uit en gingen hem vlug achterna.
266. De professor bleek gelukkig een erg vriendelijk
man te zijn, alleen een beetje verstrooid. Hij was vol
strekt niet boos, dat ze zijn hoofd als kapstok gebruikt
hadden. Toen de vier van elkaar gingen, waren ze de
beste vrienden.
ham Palace, waar hy zich met Chamberlain
Eden en de ministers der dominions onder
hield, aan tafel begaf.
Het verluidt, dat na het diner de vredes
stap besproken werd tydens een niet for
meel gesprek over den oorlog.
Tot bijna middernacht waren de ministers
ten paleize.
De indruk in Italië.
Het initiatief van koningin Wilhelmina
en koning Leopold ten gunste van een
vrede heeft te Rome levendigen indruk ge
maakt. Men zou er wenschen, dat een com
promis tot stand komt tusschen de geallieer
den en Duitschland.
Men maakt zich evenwel geen illusie
over het resultaat van dezen stap, hoewel
men hier van meening is, dat een vreed
zame oplossing nog mogelyk is, zoolang het
aan den Rijn nog niet tot een hevige botsing
is gekomen.
Hoe Amerika reageert.
Over het initiatief van koningin Wilhel
mina en koning Leopold, heeft men zich in
Amerikaansche congreskringen uitgelaten in
een goedkeurenden zin, die werd getemperd
door scepticisme ten aanzien van het uit
eindelijke resultaat; de senator Schwellen-
bach zeide te hopen, dat het initiatief suc
ces mocht hebben. Pepper zag weinig kans
op een onmiddellijken vrede. De senator
Clark prees den stap als „zeer opmerkelijk".
Hij voegde hieraan toe: „Ik geloof niet, dat
het initiatief uit een betere bron zou kun
nen komen, en ik hoop, dat deze landen bij
hun pogingen gesteund zullen worden door
de Scandinavische landen en Zwitserland",
Duitschland over het vredesaanbod.
Verschillende Duitsche dagbladen hebben
commentaar geleverd op de reis van koning
Leopold naar den Haag. Deze commentaren
zijn geschreven vóór dat bekend was, dat
H.H.M.M. besloten hadden den oorlogvoe
renden landen hun goede diensten aan te
bieden.
Volgens het D.N.B. worden in deze com
mentaren de volgende opmerkingen ge
maakt:
De verwachtingen van Duitschland ten
aanzien van een activiteit der kleine neu
trale mogendheden tegenover den druk der
Engelsche oorlogvoering zyn nooit zeer hoog
geweest. De mogelijkheden, die de vredes-
redevoering van Hitier ook voor de zaak der
neutralen bood, zijn door hen op geenerlex
wijze aangegrepen. Alleen papieren protes
ten zijn ingediend tegen de Engelsche blok
kadepraktijk.
De Engelsche practyk wordt van week tot
week scherper en gaat reeds over tot nieu
we eischen zonder er rekening mee te hou
den, of die nog in overeenstemming ge
bracht kunnen worden met het begrip der
neutraliteit.
De vraag is of de afhankelijkheid van
deze staten van Engeland reeds zoo ver ge
vorderd is, dat zij zich aan het toezicht vaiï
Engeland onderwerpen.
Geen enkele der betrokkenen heeft het
tot een testcase laten komen. Men gelooft,
dat deze onderwerping onder den Engel-
schen aanval op hun rechten noch hun eigen
belangen, noch den terugkeer van den
vrede zal dienen.
Ook het Hamburger Fremdenblatt wyst
er in een artikel van zyn Berlynschen cor
respondent op, dat de neutralen voor een
bemiddelingsvoorstel gebruik hadden moe
ten maken van de vredesredevoering van
Hitier op 6 October. Het blad wyst op de
groote teleurstelling van Hitier en het Duit
sche volk over de schuchtere en besluit-
looze houding der neutrale mogendheden.
Toen is een niet terug te krijgen kans voor
de neutrale staten van Europa en niet in de
laatste plaats voor Nederland en België
verzuimd.
De Duitsche pers en de radio publiceeren
uitvoerig het bemiddelingsaanbod van de
koningin der Nederlanden en den koning
der Belgen.
Eigen commentaren der bladen op dit be
middelingsaanbod zijn evenwel nog niet
voorhanden.
In Noorwegen.
De Belgisch-Nederlandsche bemiddelings
actie trekt in de Noorsche pers sterk de aan
dacht. Ondanks vele bedenkingen over het
resultaat hiervan, komt in de commentaren
toch overwegend de wensch en de hoop tot
uitdrukking, dat zij moge leiden tot het door
de geheele wereld gewenschte doel.
Alle vakorganisaties in Stockholm hebben
een motie aangenomen, waarin de Zweedsche
communistische party wordt gelaakt, omdat
zy politiek afhankelijk is van de Sovjets,
d.w.z. dat zy blindelings alle instructies van
Moskou volgt, al zijn maatregelen goedkeurt,
dientengevolge het nat. socialisme verdedigt
en de agressie tegen Polen goedkeurt, als
mede de schending van de Baltische landen,
de bedreiging van Finland en de aanvallen
van de „Pravda" op Zweden.
Nu moet ik gaan Elsje, mijn
verloofde, die hier filmoperateur is,
wil me spreken.