DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De oorlogvoerende staten antwoorden op het aanbod van goede Antwoord van en Berlijn Londen, Parijs ontvangen. De Firisch-Russische onderhandelingen. Contact tusschen Nederland en België. No. 268 141e Jaargang De olgemeene toestand. De bemiddeling der neutralen VREDb^miIIATrEF. Frankrijk Alleen een vrede door recht duurzaam. De indrukte Den Haag „Deur geenszins gesloten". Engeland Strijd tegen politiek van agressie. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GFWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060 Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. Maandag 13 November 1939 Hoofdredacteur; Tj. N ADEMA. In Den Haag heeft men thans de antwoorden van Duitschland, Frankrijk en Engeland op het aanbod der goede diensten ontvangen. Duitschland heeft toegezegd het ernstig te zullen bestudeeren. President Lebrun en koning George van Engeland hebben hun sympathie met het aanbod betuigd, maar daarnaast duidelijk laten uitkomen, dat Frankrijk noch Engeland hoe bereid ook om elk vredesvoorstel te bestudeeren kunnen afwyken van het oorlogsdoel, dat zij zich gesteld hebben en dat gebaseerd is op een toekomstig Europa waarin voor agressie of geschonden beloften geen plaats meer zal zyn. De Finsch-Russische onderhandelingen zyn onderbroken en het is niet zeker wanneer zij hervat zullen worden. Rusland blijft de haven Hangö als vlootbasis eischen en de Finnen willen daarvoor desnoods wel een eiland aan het begin van de Finsche golf afstaan, maar niet een belangrijke plaats op het vasteland waardoor hun onafhankelijkheid bedreigd zou worden. Het is aan de Finsche delegatie zelf overgelaten te bepalen of zy al dan niet naar Helsinki terug zal keeren, al zou het eerste niet beteekenen dat men de onderhandelingen als volkomen mislukt gevoelt omdat men ze later weer zou kunnen hervatten. Inmiddels is Finland in militair opzicht op alle gebeurlijkheden voorbereid. In het stadhuis van Breda heeft gisteravond een bespreking plaats gehad tusschen minister Van Kleffens en den Belgischen minister van buiten- landsche zaken, den heer Spaak. Laat in den avond is de Belgische minister naar Brussel teruggekeerd. Van het onderwerp der besprekingen en het verloop daarvan is niets bekend geworden. Wanneer een groote kerel op straat een jongetje afranselt en het kind bont en blauw slaat omdat het hem heeft uitge scholden, dan kan er een verontwaardigde voorbijganger zyn, die zich daarmede gaat bemoeien. Hij kent dat kind en hij kan begrijpen waarom dat jongetje gescholden heeft en als het knaapje vrijwel geen tee- ken van leven meer geeft, grijpt hij den aanvaller beet en verkondigt aan de heele wereld, dat hij hem niet meer zal loslaten eer deze om genade gesmeekt heeft. Hij zal hem net zoo lang door elkaar schudden tot hij belooft, dat hij alles weer zal goedmaken of zooveel mogelijk goed maken en tot hij de verzekering geeft, dat een aanval op zoo'n ongelijkwaardige tegenpartij nimmer meer zal voorkomen. Opdat dan eindelijk de tijd kan aanbre ken, dat er vreede en vriendschap zal zijn en iedereen rustig op straat kan komen zonder vrees een pak slaag op te loopen. Duitschland heeft Oostenrijk ingelijfd en- daarover heeft de wereld zich niet druk gemaakt omdat het alles den schijn bad, dat Oostenrijk daar zelf wel op ge steld was. Het heeft Tsjecho-Slowakije onder den voet geloopen en daarmede de veront waardiging der democratische staten op gewekt, maar de tijd scheen nog niet ge komen om er op andère wijze dan met Prote'stnota's op te reageeren. Toen heeft Duitschland zijn legerkorp- naar Polen gestuurd en daarbij ver- Waard, dat Polen vertrouwende op de bngelsche garanties den Duitschen uurman min of meer had uitgedaagd en at is de bekende druppel geweest welke fn emmer deed overloopen, zoodat er een meuwe EuroPeesche oorlog is uitgebroken. Men heeft in den beginne getracht bei- Partijen te weerhouden, maar noch de „ei}.e' noch de andere heeft daarvan iets willen weten. lo n uU ^bben wij twee maanden oor- g achter den rug, maar een heel vreem- °or °g, omdat men zich over het alge- soi; n tot wat onbeteekenende schermut- iwgenvbepaald beeft. B. en beeft dit een verheugend teeken m oemd omdat er uit zou blijken, dat reVo v3n beide kanten niet tot een onbe- bnnri ren str«d met al de daaraan ver- den u?n,gev°lëen wil komen en wie.be- schp r e.r dagelijks Fransche en Brit- omept g.en boven Duitsch gebied en sluif ®erd vliegen, waarbij men zich uit- viUpL, 1°1 het maken van verkennings- beDa i®n .°1 bet uitstrooien van pamfletten clusj bomt onwillekeurig tot de con- gronfi men wederzijds aarzelt om den toeii,; v. °orl°g te beginnen en het zou ohen als er aan dezen strijd op een bevredigende wijze een einde werd ge maakt. 4 Maar dan komt de groote vraag hoe dat einde zal moeten zijn. Wanneer een oorlog lange jaren de volkeren heeft uitgeput, wanneer een der partijen vrijwel verslagen is en haar regeering door een revolutie is wegge vaagd, wanneer men daar coute que coute den vrede wil, dan is dat alles niet moeilijk. Dan geeft men haar den vrede en dic teert zelf de voorwaarden, zooals dat in 1918 gebeurd is en dan is de overwinnaar zoo onverstandig te veel te eischen en te veel te willen regelen, zoodat er aan den anderen kant haat- en wraakgedachten gaan leven, die eens weer tot uiting zullen komen, zoodat de vrede de kiemen van een nieuwen oorlog in zich draagt. Duitschland heeft zich weer opgericht en het heeft in zijn Führer den man ge vonden, die de vernedering ongedaan wenschte te maken, die terug wilde ne men wat zijns inziens Duitschland toe kwam en een sterke figuur, die revanche voor geleden onrecht belooft, zal in een zich krachtig voelenden staat altijd op het enthousiasme der menigte kunnen reke nen. De Duitsche regeering is daarna tot daden overgegaan om het aan het volk beloofde groote Duitschland in zoo kort mogelijken tijd tot werkelijkheid te bren gen. Zij heeft alle protesten genegeerd is Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije bin nen gerukt en heeft zich daarna tegen Polen gekeerd, met de mededeeling, dat men zich door een kleinen, brutalen staat niet langer liet beleedigen. Toen zijn Engeland en Frankrijk tus- schenbeiden gekomen. Zij hebben den Duitschen aanvaller vast gegrepen en verkondigd, dat zij hem nu niet meer zul len loslaten alvorens zij definitief met hem hebben afgerekend. Zij hebben be loofd, dat zij hem zullen vasthouden tot al het kwaad hersteld is en hem zoo krachtig onderhanden zullen nemen, dat er aan zijn practijken definitief een einde zal komen. Vastbesloten staan de tegenstanders tegenover elkaar en de geheele wereld wacht in onrust en vrees af hoe deze strijd van vrijwel gelijkwaardige partijen zal moeten eindigen. Dan komen er twee kleine staten, wel ker gevechtswaarde vrijwel niet meetelt en zij stellen voor, dat men elkaar nu maar moet loslaten en dat zij gaarne be reid zyn met beide partijen te praten en ze n: 'er tot elkaar te brengen. Dat is niet alleen een sympathieke, maar ook een moedige daad, want geen menschenkind waagt zich graag in een hok om een paar vechtende leeuwen te scheiden. Het is een spontane actie van twee staatshoofden van landen welker onpar tijdigheid en vredelievendheid boven elke verdenking staan en de oorlogvoerende groepen zullen voor het oog van de we reld op deze vredesactie een antwoord moeten geven en van hun vredesbereid- heid moeten getuigen. Maar zij zullen eveneens voor het oog van de wereld en voor hun eigen volke ren hun prestige moeten bewaren, zij zul len geen van beiden den schijn van zwak heid of vrees willen wekken en zich dus moeten houden aan de beloften en ver zekeringen, welke zij hun volkeren na het uitbreken van den strijd herhaaldelijk hebben gegeven. Uit Duitschland is thans medegedeeld, dat men het aanbod van goede diensten zorgvuldig zal bestudeeren en dat ziet er heel hoopvcl uif, maar ieder begrijpt wel, dat dit allerminst beteekent, dat Duitsch land bereid zal blijken aan aiie Britsche en Fransche eischen te voldoen en zinder meer te capituleeren. Nog dezer dagen heeft de heer Hitier verkondigd, dat het er niets toe doet al zou de oonog nog vijf jaren moeten duren en dat Duitschland militair en economisch sterk genoeg is om desnoods daarna nóg een glorierijke over winning te behalen. Uit het Fransche antwoord blijkt even eens de noodige sympathie voor de -in- geboden bemiddeling, maar het is van zelfsprekend, dat men zich daar niet al de offers getroost heeft om nu maar weer kalm naar huis te gaan en precies te doen of er niets gebeurd is. Frankrijk, zoo zegt het antwoord, wengcjit een eervollen en duurzamen vrede, maar het moet de zekerheid hebben, dat agressie en schen ding van het gegeven woord niet meer zullen voorkomen. In het Fransche ant woord wordt nog herstel van de on rechtvaardigheden tegenover Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen geëischt en garanties welke de vrijheid van alle vol keren in de toekomst verzekeren. Elke oplossing, welke de overwinning van het onrecht zou wettigen zou aan Europa slechts een hachelijk bestaan schenken en het is dus aan Duitschland en niet aan Frankrijk om zich voor of tegen dien vrede uit te spreken. Het Britsche antwoord is nog veel uit voeriger en het is trouwens opmerkelijk, dat sedert het uitbreken van den oorlog de Engelschen heel wat meer en wat lan ger hebben gesproken dan de Franschen. Het Britsch oorlogsdoel is in verloop van enkele maanden zoo nu en dan wat gewijzigd. Men heeft in den beginne over het noodzakelijke herstel van de omver geloopen kleine staten gesproken en dat later niet meer zoo scherp op den voor grond gesteld. Men heeft zich vager, maar met meer woorden over de Engelsche eischen uitgelaten, zoodat langzamerhand in het Lagerhuis zelf de behoefte gevoeld werd naar een scherp omlijnd oorlogs doel, waarna minister Halifax op 2 No vember een ideaal Europa heeft geschil derd, waarin alles pais en vree zou zijn en waarin niemand ooit meer de behoefte zou gevoelen een ander te bedreigen of onaangenaam te zijn. De Engelsche koning herinnert thans aan vroegere vredespogingen en aan de vredelievendheid van zijn land, dat geen dag langer oorlog wenscht dan volstrekt noodzakelijk is en Z. M. verwijst daarbij naar de reeds vroeger uitgesproken oor logsdoelen zonder deze verder te expli- ceeren. Ten slotte wijst ook Hij op de noodzaak verlost te worden van de Duit sche agressie en tot een toestand te ko men waarin het gebruik van geweld zal moeten wijken voor vreedzame middelen ter beslechting van internationale ge schillen. Mocht H. M. de Koningin mededeeling doen van eenigerlei voorstellen van Duitschland welke een werkelijk uitzicht bieden op verwezenlijking van het Engel sche oorlogsdoel, dan zal de Britsche regeering daaraan de meest ernstige aan dacht schenken. Eigenlijk is dit laatste vanzelfsprekend, maar men begrijpt in Engeland evengoed als men dat hier begrijpt, dat voorstellen in den geest van het Britsche oorlogsdoel van Duitsche zijde op dit oogenblik niet te verwachten zijn. En waar Nederland noch Belgie groote en machtige mogendheden zijn, welke hun wensch tot vrede desnoods door een de monstratie van een machtig leger of een sterke vloot kunnen steunen, is het te vreezen, dat het zoo sympathieke aanbod Uit 's-Gravenhage werd gister gemeld; De antwoorden van den president der Fransche republiek en van den Britschen koning op het aanbod van goede diensten van H.H.M.M. de koningin van Nederland en den koning der Belgen \yerden heden door de koningin en den koning ontvangen. Deze antwoorden zijn aan H.M. regeering voorgelegd en wor den thans nauwkeurig onderzocht. Het antwoord van president Lebrun heeft den volgenden inhoud. De regeeering der republiek en het Fransche volk brengen eensgezind hulde aan de gevoelens, waardoor de bood schap, welke Uwe Majesteit tot mij richtte, is bezield. Zij waardeeren er ten volle de hoogheid en den adel van. Geen natie ter wereld is vreedzamer dan de Fransche. Geen enkele natie heeft meer offers voor den Europeeschen vrede ge bracht. Frankrijk heeft reeds menigvul dig tot uitdrukking gebracht en zij herinnert daaraan thans nogmaals dat zij besloten is en blijft om alle moge lijkheden ter verzekering van een eer vollen en duurzamen vrede tusschen de volken te verwelkomen. Een vrede, ge grondvest op recht, is inderdaad alleen duurzaam. Frankrijk heeft de wapenen opgenomen om eens voor al een eind te maken aan daden van geweld en macht, welke sedert twee jaren ten spijt van alle plichtige verbintenissen en met schending van het gegeven woord reeds drie Europeesche naties tot dienstbaar heid heeft gebracht of vernietigd en welke thans de veiligheid van alle vol keren bedreigen. Een duurzame vrede kan dus slechts tot stand worden ge bracht door het herstel der onrechtvaar digheden, welke het geweld aan Oosten rijk, Tsjecho-Slowakije en Polen heeft aangedaan. Zij zal dit ook niet anders kunnen, dan naar mate deugdelijke waarborgen van politieken en econo- mischen aard voor de toekomst den eer bied voor de vrijheid van alle volken verzekeren. De menschheid zal eerst van haar onrust en haar vrees bevrijd wor den, wanneer zij de zekerheid zal heb ben, dat nieuwe aanslagen op het recht voortaan uitgebannen zullen zijn. Elke oplossing, die de overwinning van het onrecht zou wettigen, zou aan Europa slechts een hachelijk bestand schenken, zonder eenig verband met den wettigen en bestendigen vrede, welks komst Uwe Majesteit beoogt. Het staat thans aan Duitschland en niet aan Frankrijk zich uit te spreken voor of tegen dien vrede, waarnaar alle bedreigde landen haken, wier veiligheid en onafhankelijkheid door zijn toedoen bedreigd worden. van goede diensten weinig practisch resultaat zal hebben. Maar men heeft er in allen gevalle mee bereikt, dat niet alleen de oorlogvoerende staten opnieuw en nu scherper omlijnd hun doel en streven moeten uiten, maar ook, dat de oproep tot den vrede reeds weerklank heeft gevonden in de Scandinavische staten, in Roemenië en in Spanje, welker staatshoofden daaraan openlijk hun sympathie hebben betuigd. De wil tot den vrede groeit en daar mede de overtuiging, dat alle neutralen hier een gezamenlijke taak hebben. Wan neer staten als Italië en Amerika openlijk hun sympathie en medewerking aan een dergelijk bemiddelingsaanbod schenken, wanneer niet alleen de moreele, maar ook de werkelijke kracht van hen, die tusschenbeiden komen grooter wordt, dan zal men in de toekomst die waarschu wende en vermanende stem niet langer kunnen negeeren. En daarom is het zoo goed, dat er tus schen al die verzekeringen van volhouden en overwinnen zoo nu en dan van neu trale zijde eens de vraag gesteld wordt hoe lang dit alles nog moet duren en of men aan een conferentietafel, waar alle rnogendheden vertegenwoordigd zijn, niet meer kan bereiken dan met vliegtuigen die elkaar neerschieten en in stellingen van beton en ijzer, die men wederzijds niet kan doorbreken. 's-G ravenhage, 13 Novem ber. - Bij informatie naar den indruk in regeeringskringen van de ant woorden, welke de president der Fransche republiek en de Britsche koning op het aanbod van goede diensten van H.H.M.M. koningin Wilhelmina en koning Leopold heb ben gezonden, bleek het A.N.P., dat de regeering door de beide ant woorden de deur geenszins ge sloten acht. Het antwoord van den Engelschen koning luidt: Ik heb met mijn regeeringen van het vereenigd koninkrijk, Canada, het ge- meenebest van Australië, Nieuw Zee land en de unie van Zuid-Afrika het be roep, hetwelk Uwe Majesteit en Zijne Majesteit den koning der Belgen op 7 Novembei tot Mij gericht hebben, aan een zorgvuldig onderzoek onderwerpen. Ik breng in herinnering den oproep, door Z.M. den koning der Belgen op 23 Augustus, uit naam der staatshoofden van de Oslo-groep gedaan, waarin Zijne Majesteit gepleit heeft voor de onder werping van geschillen en eischen aan open onderhandeling, ten uitvoer gelegd in een geest van broederlijke samen werking. Zoowel Mijn regeering van het vereenigd koninkrijk, als de Fransche regeering, hebben gunstige antwoorden op dezen oproep gezonden. Ik breng evenzeer in herinnering het gezamenlijk aanbod van goede diensten door Uwe Majesteit en Z.M. den koning der Belgen aan Mijne regeering van het vereenigd koninkrijk en de Fransche, Duitsche, Italiaansche en Poolsche regeeringen op 28 Augustus gedaan. Dit aanbod werd welkom geheeten door Mijne regeering en door de Fransche, Italiaansche en Poolsche regeeringen. Enkele dagen later heeft de Duitsche regeering een niet uitgelokten aanval op Polen ge daan, hetwelk op de meest ruwe wijze onder den voet is geloopen. Mijne regeeringen waardeeren hooge- lijk den geest van Uwe Majesteits aan bod en zij zullen altijd bereid zyn een redelijken en vasten grondslag voor een billijken vrede aan een onderzoek te onderwerpen Het is en was steeds mijn wensch dat de oorlog geen dag langer dure dan volstrekt noodzakelijk is en Ik kan daarom aanstonds antwoorden op dat gedeelte van Uwer Majesteits be roep, waarin U uwe bereidheid tot uit drukking brengt om het onderzoek naar factoren tot het bereiken van overeen stemming te vergemakkelijken. De essentieele voorwaarden waarop wij be sloten zijn dat een eervolle vrede ver zekerd zal moeten worden, zijn reeds duidelijk bekend gemaakt. De documen ten, welke sedert het uitbreken van den oorlog openbaar zijn gemaakt, verklaren daarvan duidelijk den ooi-sprong en stel len de verantwoordelijkheid voor het uitbreken ervan vast. Mijne volkeren hebben de wapens eerst opgenomen, nadat alle pogingen gedaan waren om den vrede te behouden. De onmiddel lijke aanleiding tot ons besluit om oorlog te voeren is Duitschlands aanval op Polen geweest. Doch deze aanval was slechts een nieuw voorbeeld van de Duitsche politiek tegenover zijne na buren. De ruimere doeleinden, waarvoor Mijne volkeren thans strijden, zyn te waarborgen dat Europa, om de woorden te bezigen van Mijn eersten minister van het vereenigd Koninkrijk, moge wor den verlost van de altijd weer terugkee- rende vrees voor Duitsche agressie, ten einde de volkeren van Europa in staat te stellen hun onafhankelijkheid en hunne vrijheden te bewaren en voor den ver volge te verhoeden het gebruik van ge weld in stede van vreedzame middelen ter beslechting van internationale ge schillen. Deze doeleinden zijn bij ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1