"^Akkertje
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
Illegale vluchtelingen worden „gelegaliseerd".
Een nieuwe begrafeniswet thans in het
vooruitzicht.
Tegengaan van inkomsten
cumulatie.
Sche/e hoofdpijn
Een paniekstemming moet
voortaan worden
voorkomen.
Massale overtreding van
het uniformverbod?
parlement
Lof voor de maatregelen
van minister
Steenberghe.
Doelmatige bedrijfordenina
bepleit.
De Duitsche regeering
beschouwt aanbod
als afgedaan.
Regeering in contact
met België.
Aut0
een boom,
Felle brand in conserven-
fabriek.
Schade f 10.000.—.
h" v
«JÏÏS
IzuiMeUm
De moord te Leidschendam.
Vas A. de eenige
dader
Aan de Memorie van Antwoord op het
verslag van de Tweede Kamer over de Be
grooting van Binnenlandsche Zaken voor
1940 is het volgende ontleend:
De minister vertrouwt, dat ten
aanzien van de wijziging van de
Begrafeniswet en de Bioscoopwet
binnenkort de noodige voorstellen
bij de Staten-Generaal kunnen
worden aanhangig gemaakt. De re
geering stelt zich niet op het stand
punt, dat onderwerpen als de her
ziening van de Zondagswet onder
de bestaande omstandigheden zul
len moeten blijven rusten.
De minister acht oplossingen mogelijk,
welke in breeden kring voldoening zullen
schenken, zonder dat men vervallen moe'
in de weinig aanlokkelijke figuur van het
zoeken naar den grootsten gemeenen dee-
ler van alle wenschen.
De resultaten van het door den minister
ten vorigen jare toegezegde onderzoek om
trent het aantal arbeidscontractanten zijn
inmiddels ontvangen. Zij zijn door de re
geering in handen gesteld van den voorzit
ter der Centrale Commissie voor Georgani
seerd Overleg in Ambtenarenzaken
De regeering stelt zich voor, de Kamer
ter zake te zijner tijd nader in te lichten.
Ambtenarenbelangen.
Bezwaarlijk kan erkend worden, dat meer
dan eens aan ambtenaren eervol ontslag
wordt verleend in gevallen, waarin dezen
voor een dusdanig ontslag niet in aanmer
king behooren te komen.
De invoering van een regeling, volgens
welke de wachtgelders ambtenaren in den
zin der Pensioenwet blijven, kan de minis
ter niet bevorderen. Hij acht het niet juist,
dat een actief dienend ambtenaar en een op
wachtgeld gesteld ambtenaar, wat de pen
sioenuitzichten betreft, gelijk zouden wor
den gesteld.
De indiening van een ontwerp van
wet tot uitvoering van cumulatie
van pensioen met andere inkomsten
uit een openbare kas, kan spoedig
tegemoet worden gezien.
Werkloosheidssubsidiefonds.
Wat den afloop van den werkingsduur van
de wet op het Werkloosheidssubsidiefonds
betreft, kan worden medegedeeld, dat een
voorstel tot verlenging van den werkings
duur met één jaar spoedig kan worden ver
wacht Alleen ten aanzien van één onder
deel zal een wijziging van materieelen aard
worden voorgesteld. Deze uitzondering be
treft de laatstelijk in de Millioenennota
1940 aangekondigde ontlasting van het
Werkloosheidssubsidiefonds van de z.g.n.
subjectieve bijdragen.
In afwachting van de voorgenomen, meer
algemeene herziening van de wettelijke re
geling der gemeentefinanciën, zal worden
voorgesteld deze bijdragen voorloopig te
verstrekken ten laste van een afzonderlij
ken post op de begrooting van Binnenland
sche Zaken.
Op dezen post, welke zal worden uitge
trokken naast dien voor de noodlijdende
gemeenten, zal een gelijk bedrag worden
geraamd als tot nog toe werd beschikbaar
gesteld voor bijzondere bijdragen en deze
bijdragen vervangen rentelooze voorschot
ten uit het Werkloosheidssubsidiefonds.
Wat het tempo van de behandeling der
gemeentebegrootingen in het algemeen be
treft, zij er op gewezen, dat het noch voor
het Departement, noch voor de provinciale
griffie mogelijk is. de begrootingen van alle
gemeenten zoo tijdig te behandelen, dat
voor alle noodlijdende gemeenten in den
aanvang van het jaar het onderzoek is be
ëindigd.
Door den minister van Justitie en
den minister van Binnenlandsche
Zaken is overeenstemming bereikt
over de instelling van een commis
sie, die tot taak heeft een onder
zoek in te stellen met betrekking
tot de vraag, of de voorschriften
van de Gemeentewet en andere
wettelijke voorschriften op het stuk
van de handhaving van de openbare
orde nog wel voldoen aan de eischen
welke daaraan dienen te worden ge
steld.
Luchtbescherming.
De regeering blijft vasthouden
aan het standpunt, dat de luchtbe
scherming in de eerste plaats een
gemeentelijke aangelegenheid is.
De voorbereiding van de genees
kundige verzorging van patiënten
tengevolge van luchtaanvallen
wordt thans overal in den lande
intercommunaal geregeld.
De onderscheidene gemeenten zijn tot dit
doel in kringen samengebracht.
Met de militaire autoriteiten is overeen
gekomen, dat, zoodra van militaire zijde een
ziekenhuis wordt gevorderd, het aantal
bedden met 25 pCt. wordt uitgebreid. Van
dit nieuwe totaal aantal bedden wordt 2/3
ter beschikking van de miiltairen gesteld en
1/3 van de burgerbevolking. Daarenboven
wordt in de gemeente, waar de chirurgische
behandeling plaats vindt, een noodzieken-
inrichting voor opname van geopereerde
patiënten in daarvoor in aanmerking ko
mende gebouwen ingericht.
In antwoord op de vragen, gesteld in ver
band met eventueele evacuatie van burger
bevolking, kan de minister mededeelen, dat
de betreffende plannen zich thans in een
zoodanig stadium bevinden, dat verwacht
mag worden, dat zeer binnenkort aan de ge
meenten, die eventueel voor een ontruiming
in aanmerking komen, kon worden mede
gedeeld, naar welke vluchtoorden de bevol
king in dit geval zal worden afgevoerd.
Bij de ondersteuning van behoeftige Ne
derlanders in Duitschland geldt als richt
snoer, dat de betrokkenen worden behan
deld naar hetgeen zij voor hun levensonder
houd aldaar behoeven, met inachtneming
van de in Nederland op het gebied van ar
menzorg geldende algemeene begrippen.
In verschillende gevallen wordt reeds
een toeslag boven den normalen steun ge
geven. De minister zal de steungevallen
nog eens afzonderlijk bezien. In October
j.1. is een extra-steunuitkeering toegekend.
Behandeling van vluchtelingen.
Naar aanleiding van het verzoek aan den
minister, mede te werken aan het opheffen
van het verschil in behandeling tusschen
legale en illegale vluchtelingen, moge hij
opmerken, dat deze aangelegenheid in de
eerste plaats zijn ambtgenoot van justitie
aangaat.
De minister kan intusschen mede
deelen, dat het inderdaad in het
voornemen der regeering ligt, gelei
delijk de reeds hier te lande vertoe
vende illegale vluchtelingen te „le-
galiseeren" en daarmede het ver
schil in behandeling op te heffen.
Het ligt in de bedoeling een aanvang te
maken, zoodra het centrale kamp te Wes-
terbork volledig voor opname van vluchte
lingen kan worden opengesteld.
Plannen voor selectie en scholing van
jeugdige vluchtelingen zijn in gevorderden
staat van voorbereiding. De Amerikaansche
paedagoog prof. Bondy is daarbij inge
schakeld. Er zijn thans ruim 300 kinderen
in gezinnen opgenomen. Vermoedelijk zal
nog een klein aantal kunnen worden ge
plaatst.
De minister kan de overtuiging van de
verscheidene leden, dat het besluit tot
stichting van het centrale vluchtelingen
kamp te Wcsterbork een fout is geweest,
niet deelen.
In het centrale kamp zal geenszins alleen
Het Eerste Kamerlid Ridder van Rap-
pard (lib.) heeft den voorzitter van den raad
van ministers de volgende vragen gesteld:
Wil de minister mededeelen, waarom Zijne
Excellentie zijn geruststellende radio-rede
naar aanleiding van den internationalen
toestand pas Maandag, den 13 dezer, des na
middags te één ure, heeft uitgesproken?
Ware het, ter voorkoming van de paniek
stemming, welke in de laatste dagen der
vorige week in sommige gedeelten des lands,
met name in Overijsel en Gelderland naar
thans is gebleken volkomen noodeloos
heeft geheerscht, niet beter geweest, zoo
Zijne Excellentie zich, onmiddellijk nadat
de regeering voornemens was, verscherpte
militaire maatregelen te treffen, tot het Ne-
derlandsche volk had gewend?
Is de minister bereid, in den vervolge,
voor zoover zulks noodig mocht blyken, bij
tijds de natie in te lichten?
Het Eerste Kamerlid jhr. de Savornin
Lohman (c.h.) heeft den minister van justitie
de volgende vragen gesteld:
Is de minister bereid te onderzoeken, of
juist is, dat op Zaterdagavond, 28 October
1.1. te ongeveer 8 uur, tijdens de pauze van
een vergadering der nationaal-socialistische
beweging, gehouden in het gebouw „Musis
Sacrum" te Arnhem, een zeer groot aantal
bezoekers dier vergadering, geheel of ten
deele gekleed in de uniform der genoemde
beweging, zich heeft begeven naar het aan
dat gebouw verbonden openbare café en daar
in het publiek eenigen tijd heeft vertoefd?
Indien dit feit zich aldus blijkt te hebben
toegedragen, is de minister dan bereid te be
vorderen, ten eerste, dat tegen de onder de
eerste vraag bedoelde massale overtreders
van het uniformverbod alsnog ten krachtig
ste wordt opgetreden, en ten tweede, dat
maatregelen worden genomen om te voor
komen, dat zich in Arnhem of elders derge-
ijke onwettige demonstraties zouden her
halen?
BLOEMEN VAN DE KONINGIN
VOOR BELGIE'S KONINKLIJKE
FAMILIE.
Naar wij vernemen zijn dezer dagen ter
uitplanting in het Belgische koninklijk park
te Laeken verzonden, een groote hoeveel
heid bloembollen (narcissen, tulpen en hya
cinthen) uitmakende het geschenk, dat de
koningin aan koning Leopold heeft aange
boden bi) haar bezoek aan Brussel in het
afgeloopen voorjaar. Voorts zond zij een
verzameling bloeiende heesters, bestemd
voor koningin Elisabeth.
ontginningsarbeid kunnen worden verricht;
naast land-, tuin- en bor-chbouw wordt een
weloverwogen, door deskundigen geprojec
teerde opleiding in diverse vakken georga
niseerd, waarvoor een aantal werkplaatsen
wordt ingericht en geoutilleerd. In deze
werkplaatsen zullen tevens de in het kamp
benoodigde goederen en gereedschappen
worden vervaardigd; dit geeft aan deze op
leiding juist de onschatbare waarde, dat de
menschen werken in het bewustzijn, voor
de gemeenschap nuttigen arbeid te verrich
ten.
Volkshuisvesting.
Voor de naaste toekomst wenscht de mi
nister, zoo lang dit in de tegenwoordige
omstandigheden mogelijk blijft, den bouw
van volkswoningen zooveel mogelijk op den
thans geldenden voet voort te zetten.
De regeering heeft een open oog voor de
moeilijkheden, die kunnen ontstaan met
betrekking tot het niet beschikbaar zijn van
de benoodigde bouwmaterialen. Tot dus
verre is de aanvoer van materialen uit het
buitenland niet onbevredigend, ook voor
wat betreft hout en cement. Getracht wordt,
een overzicht te verkrijgen van de beschik
bare hoeveelheden bouwmaterialen. Eenigs-
zins nauwkeurige gegevens in dit opzicht
kan de regeering nog niet verstrekken.
Binnenkort wordt, na overleg met den
minster van economische zaken, een instan
tie in het leven geroepen, die een urgentie
plan zal samenstellen, opdat de beschikbare
materialen zoo efficiënt mogelijk kunnen
worden verdeeld.
Het aantal sprekers dat in de Tweede
Kamer het woord heeft gevoerd bij de al
gemeene beschouwingen over de begrooting
van economische zaken en van het land-
bouw-crisisfonds voor 1940 is gister met 14
sprekers gestegen tot 26.
Evenals gisteren had men alge
meen lof voor minister Steenberghe
en zijn medewerkers en juichte men
het toe, dat bij de bepaling van de
prijzen der landbouwproducten nu
rekening zal worden gehouden met
de redelijke bestaansmogelijkheid
der landbouwende bevolking.
Enkele sprekers verzochten dit nieuwe
standpunt niet te koppelen aan den huidi-
gen toestand. Ook de steun aan het bloem-
bollenbedrijf en de boomkweekerijen vond
algemeen instemming.
De heer van den Heuvel (a.r.) waar
schuwde evenals enkele andere sprekers
tegen het oploopen van de pachtprijzen; hij
vroeg of de prijsopdrijvingswet hiertegen
geen maatregelen mogelijk maakte. Twee
moties van den heer Wijnkoop (comm.),
De regeeringspersdienst meldde
gisteravond:
„Hedenavond omstreeks half ze
ven hebben de gezanten van Ne
derland en België zich op uitnoodi-
ging van minister von Ribbentrop
naar de Wilhelmsstrasse begeven,
waar de minister hun nameas den
rijkskanselier mededeelde, dat, na
de bruuske weigering van het aan
bod van goede diensten van H.H.
M.M. de koningin en den koning
der Belgen door de Britsche en
Fransche regeeringen de Duitsche
regeering het aanbod daarmede als
afgedaan beschouwt".
Naar aanleiding van het antwoord
van den Duitschen rijkskanselier op
de aanbieding van goede diensten
door onze koningin en den Belgi
schen koning overweegt onze regee
ring thans de situat'e en zal zij zich
daarover met de Belgische regee
ring in verbinding stellen.
I welke slechts
bovendien doorT de
ningen (n.s.b.) heer ser,
;uf 'n behandeling
^trof staatspesiêp? D
lende maatregel J en de tu 6erste rr5
butie. 8elon >n verb*^
Kot christelijw, *etde>'
Weitkamp wees oD 10rische jjd ri'
boerenbevolking 0 et groote h l de h
ordening, terwijl de hWaarschuwd6 V^I
lotsverbeteringva„ he« L0^e t*8
H. ander ft <i
Droesen, kwam on ka>lid U.
Droesen,
[houden van de ,c,epleitte o.m
hjn„„, ■■■-. scheepsrUimt?b®t op
verzekering d°or J
schPn„„mgsPennin« "lt^-
bouw uit de* vS^mte"'dZ'
verloren gegane
Door den heer ir v' v*n
drijfsordening chant JuS (s'd-> w»rri
bepleitte een planmatl gen°emd; d#J
ra'en afgevaardigde ir S i
bres voor de belanp»„sPronB
middenstand, dien hij e Van den klïi
de maatschappij noemdep£v?
ne middenstandsbelanson ,°0T de aleem
Stumpel (r.k.) 0p di» kwam de?
het cadeaustelsel 'bepleK' lfscha"ing vf
mocratische lid do heer Het s°ciaal.rt
Naters gaf enkele rL^ der G°ï v
Voorts hebben nog het wen j
fcl'f" van Houten (c.d.uT
ucuoen nog het
hoeren van Houten (cdut AiB"vuerH
Rut)ter (r.k.) en DieterS'(n'sb^gera H
Voordat vanmiddag de mini.
rl deodelllk gewond
Gistermiddag is een rw*
stuurd door den gemeente arts dr^dS b°'
uit de Wijk (Dr.), tengevolv,n k Kon"k
wegdek, even voorbij de kom v» l glackle
de Wijk geslipt. De auto'Z?T
langs den betonweg staande boomen
op dr. de K. uit de auto werd zeslhl!?
in bewusteloozen toestand op den
liggen. De w.gen kw,„ deÏÏ.TÏ
dere zijde van den weg grenzend» l
sloot terecht. 8 Azende berm-
In zorgwekkenden toestand is dr de
mnk, die alleen in den wagen zat, per
kenauto naar het diaconessenhuis te Mennet
vervoerd. Hier is hij gisteravond aan zife
verwondingen overleden.
AUTOMOBILIST TEGEN BOOM
GEREDEN EN GEDOOD.
Gisteren is een ongeveer 20-jarige auto.
rr.obilist uit Amsterdam, door nog onbeken
de oorzaak met zijn auto tegen een langs
den weg Putten-Ermelo staanden boom ge.
reden. Het slachtoffer werd hierbij op slag
gedood.
Gisternacht heeft een felle uitslaande
brand gewoed in de siroop- en conserven-
fabriek der N.V. „Sicof", gelegen aan de
Stegen te Beek (L.) De brand werd ontdekt
door een der dienstdoende knechts van de
nachtploeg.
De gealarmeerde brandweer rukte in aller
ijl onder leiding van burgemeester van
Sonsbeeck uit. In zeer korten tijd was het
inwendige van den Zuidervleugel der fabriek
een vlammenzee. Het vuur vond hier gretig
voedsel in de fruitdrogerij. Met twee stralen
is deze brandende vuurgloed gedurende ver
scheidene uren bestreden. Doch tegen de
vlammen, die door den storm nog werden
aangewakkerd, was met het voorhanden
zijnde materiral weinig te verrichten, zoodat
mü zich beperkte tot bescherming van de
overige fabrieksdeelen. De Zu.dervleugel
van de fabriek, waarin zich twintig aioee
lingen van de fruitdrogerij bevinden, is dan
ook tot den grond toe afgebran
de belangrijke inventaris en het dnU
legde fruit zijn tevens mach^er'^nv aIIlffien
belendende afdeeling een prooi der v
g8Men vermoedt, dat kortsluiting oorzaak
van den brand is. De totale schade,
tienduizend ^ldenjford Tengevolge van
door verzekering gedek bedrijf vol
den brand is een derde van het bedr.ji
komen stopgezet.
Bassett, dat ik met een paar minute
gaan" f «f ik den inspecteur nog
„Ik weet niet, of ik aen
moet vertellen van gisteravond
heer Ingleton—Graydirect weg. Dat
„Natuurlijk niet. Ga nu belang
is voor den inspecteur v rand van
Overste Bloom scheen qp kwaad was
een beroerte te zyn, ma langzaam
reeds gebeurd. Davi I en,
om en lachte tegen denjo g zei h
„Ongetwijfeld is het Wat weet J
,Ik heb interesse voor mijn iongeh..
van mijnheer de vraag
De jongen die zich overste,
wust was, keek schuw ders op. t,
deze haalde gelaten de scho
„Vooruit ermee y De jongen
meer. dan de waarheid
haast te angstig ta Pom 10 uur'ynheer
Gisteravond, zoow jk mtl
hier op de,gang. r'ge°elschap van ^nheer
Ingleton—Gray m 8 r komen. kIeUr.
deren heer uit een hoogrood
Ingleton—Gray dronken had. eens
Ik denk, dat h l g jujt nog .jeton-"
overwegen Ene- hemel, ih ge-
Gray "N«f,'/"o,
anderen h«« e„ m oo^-
Naar t Engelsch
Van
Maxwell March.
1)
HOOFDSTUK I.
Moord.
„Zeker inspecteur, we hebben hem na
tuurlijk net zoo laten liggen, als we hem ge
vonden hebben".
Zelfs de militaire opvoeding van luite
nant-kolonel Bloom kon niet verhinderen,
dat zijn stem van aandoening trilde. Hij
stond daar, volkomen uit het lood geslagen,
terwijl hij den jongen man voor hem aan
keek.
Het was een stralende Junidag, 's mor
gens om 11 uur; de zon scheen vroolijk door
de smalle Queen Anne vensters van de Se
nior Bluffs Club, in St. James', hetgeen aan
de sobere voornaamheid van ouderwetschen
welstand en deftigheid een weldadige
warmte gaf.
Maar zelfs dit kon de kille atmosfeer, die
reeds in het gebouw hing, niet verdrijven,
ondanks het feit, dat alles in het werk was
gesteld om het gebeurde geheim te houden.
Toch was dat niet zoo buitengewoon, want
een van de leden, oen jongeman van zeer
goede familie, wiens naam al bij zijn ge
boorte in de boeken van de club werd geno
teerd en die als lid werd geïntroduceerd
door twee van de aanzienlijkste namen in
het land, had zijn gemis aan goeden smaak
getoond door te sterven in eer slaapkamer
van de club; en nog wel op een zeer ordi
naire manier: de reten van de vensters
dichtgestopt met. papier en de kraan van
den ouderwetschen gashaard wijd open.
Zelfmoord dus blijkbaar.
Overste Bloom, de secretaris, weigerde
aan de mogelijkheid van iets anders te den
ken.
Dat die mogelijkheid niet uitgesloten was.
bleek door de aanwezigheid van den jongen
man van Scotland Yard, die keek naar het
lichaam op het bed. dat zoo juist door den
dokter met een laken was atgedekt.
Insuecteui David Biest was jong voor zijn
betrekking en bovendien zag hij er nog
jonger uit, dan hij in werkelijkheid was. Zijn
chef duidde hem vaak voor de grap aan als
„het jongetje onder ons". Verstand, vastbe
radenheid en een hoedanigheid, die alleen
beschreven kan worden als de vasthoudend
heid van een hond, hadden hem zoover ge
bracht en ofschoon zijn oogen traag waren,
was er toch iets in, dat aan zijn kennissen,
die iets voor hem verborgen wilden houden,
een zeer onbehaaglijk gevoel gaf. Verder
was hij ongewoon tenger, blond, mager en
niet leelijk.
Op het oogenblik keek hij een beetje
droomerig en overste Bloom, die hem niet
kende, maakte de fout zich opgelucht te
voelen.
„U ziet hoe het gebeurd is, inspecteur",
zei hij met zijn hooge stem, die af en toe
oversloeg. „Een ongeluk. Een groot schan
daal voor de club. Afschuwelijk. Er zal wel
een onderzoek ingesteld moeten worden
der.kt u niet?"
„Zonder twyfel", zei David Biest, en ver
volgde op de rustige, aangename manier,
die een van z(jn innemendste karaktereigen
schappen was: „Laat my de punten nog
even nagaan. De gestorvene is Eric Ingle
ton—Gray, hij had geen bezigheden, was 27
jaar oud en ongehuwd
„Hy was een boemelaar" mompelde de
overste. „Van heel goede familie, inspecteur.
Zyn oom, wrat u
„Goed, goed", zei David zachtjes. „Daar
over behoeven we ons niet druk te maken.
Hij zal niet veel moeite gehad hebben, om
in zijn eerste club te komen, denk ik, over
ste".
„Hij kwam gisteravond om half twaalf op
bed. Hiervoor hebben wij de verklaring van
den oudsten bediende. En hij was dronken;
zóó dronken, dat de oude man zeide, hem
naar bed te hebben moeten brengen".
„Dat is het. hem juist", zei de overste op
gewonden. „'t Is tamelijk duidelijk. Ingle
tonGray was een jonge losbol dat geef
ik toe. Hy moet uit bed gevallen zijn en de
gaskraan bij ongeluk geopend hebben, dat
is alles. Arme kerel".
Een fyn lachje kwam op David's gezicht.
„Bent u gewoon de ramen van uw slaap
kamers met kranten dicht te stoppen over
ste?"
„Neen", zei de ander kribbig, „maar dat
kan een toeval zijn".
„Denkt u?" zei inspecteur Biest, en ging
weer door met zijn opsomming. „De deur
was vanmorgen gesloten. Sluiten de leden
in den regel hun deuren af in de club?"
In de moordzaak van Leidschen
dam zyn thans aanwijzingen aan het
licht gekomen, waardoor de stelling
dat de gearresteerde R. A. den
moord alleen zou hebben gepleegd,
iets aan waarschijnlijkheid wint.
De sluismeester en de sluiswachter te
Leidschendam hebben n.L aan de politie
verklaard, dat zy, toen zy de bewuste auto
bij de sluizen hebben gezien, slechts één
persoon zagen, die den wagen bestuurde en
gekleed was in korporaalsuniform. Diens
handen en gezicht, aldus verklaarden zij,
waren met bloed bemorst.
Hieruit volgt nog niet direct, dat er in
den wagen slechts een persoon is geweest,
daar, zooals reeds eerder gemeld, de even
tueele tweede persoon zich onder een plaid
in een achtergedeelte van den wagen kan
hebben bevonden. A. blijft nog steeds bewe
ren, slechts medeplichtig te zijn geweest.
Ondanks de verklaringen van genoemde
twee getuigen blijft de politie nog steeds
zoeken naar het spoor van den eventueelen
tweeden dader.
„Hemel, neen! Wat denkt u dat het hier
is? Een hotel?"
De overste was op het punt om zijn ge
duld te verliezen, maar na een paar oogen-
blikken werd hij weer kalm.
„Misschien hebt u gelijk als u aan zelf
moord denkt", zei hij. „De sleutel is gevon
den op de binnenplaats onder het raam. Hij
moet zich eerst ingesloten hebben, den sleu
tel uit het raam geworpen en daarna de
vensters van papieren hebben voorzien; een
soort voorzorgsmaatregel om te voorkomen
dat hij op het laatste oogenblik in zijn angst
nog naar buiten zou snellen. Arme kerel.
Onder ons gezegd, hij was in een zeer slech
te financieele positie".
David Biest knikte afwezig. Zijn blikken
waren afgecwaald naar den sleutel, die door
een bediende naar boven gebracht en op den
schoorsteen was neergelegd. Het vinden van
dien sleutel had geleid tot de ontdekking
van het drama, maar David overwoog dat
het zeer jammer was, dat zooveel menschen
het kleine instrument in handen hadden ge
had, sinds het oogenblik dat het was opge
raapt.
De overste had zijn mond reeds geopend
om te spreken, doch hield zich nog even in
bij de komst van 'n jeugdigen bediende die
hem een briefje gaf. Na een woord van ver
ontschuldiging las hij het en stopte het in
zijn zak.
De bediende, een kleine jongen van een
jaar of veertien, ging evenwel nog niet weg.
Hij treuzelde en met een onbehaaglijke uit
drukking op zijn mager gezicht richtte hij
zijn oogen als gebiologeerd op het door het
laken bedekte lichaam op het bed.
Overste Bloom zei scherp tot hem: „En
wat is er? Maak dat je wegkomt. Zeg aan
de er verder?"
(Wordt
vervol'