JxuiUeton
AKKERTJE
EEN VEELBEWOGEN
VACANTIE
Hoofdpijn
GEMENGD NIEUWS.
Nederlands houding tegenover de oorlogvoerende
mogendheden.
Neutralen niet verplicht geweld-
maatregelen met geweld
te keeren.
Wat Berlijn verlangt
en zelf niet lean.
Omzetten in het winkel-
bedrijf worden weer
normaal.
Neem
PAKKETPOSTVERVOER NAAR
BUITENLAND.
HET BIOSCOOPBEDRIJF EN DE
OORLOGSTOESTAND.
TWEEDE BLAD
Men schrijft ons van gezagheb-
bende zijde: Een officieus Duitsch
bericht spreekt er verwondering
over uit dat de neutralen waar-
om in dit verband alleen Neder-
land met name wordt genoemd en
niet ook andere onzijdige zeevarende
landen, zooals bijvoorbeeld Italie,
Japan en Noorwegen, is onduidelijk
geen daadwerkelijk verweer
stellen tegenover de Britsche en
Fransche maatregelen ter zee, door
koopvaarders te bewapenen of eigen
konvooien samen te stellen.
Indien men deze uiting niet als een po-
lemische wending, doch als een naar de let
ter te nemen, weloverwogen uitspraak zou
moeten opvatten, zouden dus Italiaansche,
Japansche, Noorsche en Nederlandsche sche-
pen naar Duitsche opvatting zich tegen
Britsche en Fransche geweldmaatregelen
met geweld moeten verzetten.
Wat hiervan het eind zou zijn, is niet twij-
felachtig: oorlog met Engeland en Frank-
rijk.
Of dit aan Duitschland welgevallig zou
zijn, is een vraag, die hier niet behoeft te
worden beantwoord.
Wei moet een antwoord worden
gegeven op een andere vraag, die
door het Duitsche bericht rijst, en
wel deze: legt de onzijdigheid aan
Italie, Japan, Noorwegen en Neder-
land en zoovele andere neutrale sta-
ten de verplichting op, het hier be-
doelde geweld met geweld te ripos-
teeren?
Antwoord: Zulk een verplichting
bestaat hoegenaamd niet, evenmin
als er een verplichting bestaat om
met geweld te antwoorden op actie
van Duitsche onderzeebooten of het
onredelijk lang vasthouden door de
Duitsche autoriteiten van talrijke
Nederlandsche houtbooten afkom-
stig uit de Oostzee.
Men wete in Duitschland, dat geen enkel
onzijdig land overmacht gelaten ondergaat.
Het is kwetsend voor den nationalen trots,
in die positie te worden geplaatst. Zoo on-
dervond het ook Bismarck in 1870, toen het
onzijdige Engeland oorlogsmateriaal leverde
aan Frankrijk. Maar was dat een reden
voor den ijzeren kanselier om, wat hij on-
neutraal achtte, met geweld te beantwoor-
den? Geenszins, hij bepaalde zich to; ver-
toogen tegenover de Britsche regeering.
omdat de archieven spreken ten dezen
onmiskenbare taal hij niet in staat was,
zich met goeden uitslag tegen de Britsche
overmacht ter zee te keeren.
Het officieuze Duitsche bericht, waarop
hiernaast het officieele Nederlandsche com-
mentaar wordt gegeven, luidt als volgt:
,Nadat de Britsche en Fransche oorlogs-
schepen opdracht had gekregen de door
Chamberlain aangekondigde inbeslagneming
van Duitsche exportgoederen ook inderdaad
uit te voeren, meende men in politieke
kringen te Berlijn te kunnen verwachten,
dat de achter de neutrale scheepvaart staan-
de regeeringen zich niet langer met papieren
protesten tevreden zouden stellen, welke
voor een deel zelfs niet eens waardig wer-
den gekeurd voor een Britsch antwoord. In-
tegendeel moest men aannemen, zooals te
Berlijn verscheidene malen naar voren is ge-
bracht, dat de neutralen van hun zijde een
eigen hulp tegen het optreden van Engeland,
dat tegen het volkenrecht indruischt, zouden
organiseeren en hun koopvaardijschepen ac-
tief zouden beschermen. Des te grooter is de
verwondering, dat b.v. de Nederlandsche
regeering op het oogenblik niet voornemens
is haar koopvaardijschepen te bewapenen of
eigen korvooier. samen te stellen. Ook wekt
het bevreemding, wanneer dit eigenaardige
afstand doer van de vrijheid der zeeen
wordt gebaseerd op de neutraliteit van Ne-
derland, een neutraliteit, welke aan de eene
zijde buitengewone gevoeligheid aan den
dag legt en aan de andere zijde de zwaarste
overtredingen van het volkenrecht in het
aigemeen en het recht van de neutralen in
het bijzonder aanvaardt.
Dat de neutralen zeer goed recht en on-
recht weten te onderscheiden, heeft nog on-
langs de bekende professor in het volken
recht, prof. dr. Verzyl bewezen, toen hij de
b'okkade-verscherping van Engeland en
Frankrijk, wegens haar natuur, welke tegen
het volkenrecht is, voor het Haagsche ge-
rechtshof wilde brengen".
De bedryvigheid in den kleinhandel,
welke, naar aanleiding van het uitbreken
van den oorlog, zoo sterk was toegenomen,
is blijkens de gegevens, welke het centraal
bureau voor de statistiek en het economisch
irstituut voor den middenstand verstrek-
ten, tot een meer normaal niveau terugge-
keerd.
Terwijl de omzet naar de
waarde gerekend in een aantal
grootwinkelbedrijven en midden-
standszaken (geen levensmiddelen-
bedrijven) in de drie grootste ge-
meenten des lands in October ge-
middeld nog 20 pCt. hooger was dan
in October van het vorige jaar, is
het overeenkomstige percentage
voor November gedaald tot 8.
In het winkelbedrijf in kruidenierswaren
was de geldomzet in October j.l. nog 9.4
pCt. hooger dan in October 1938. Voor de
grootwinkelbedrijven luidt dit percentage
14.4, voor de cooperatieve verbruiksvereeni-
gmgen 6.2 en voor de middenstandszaken
8.8. Gegevens over November j.l. zijn hier
van nog niet beschikbaar.
Aangezien deze percentages gebaseerd
zijn op de omzetten in geld, dient men te
bedenken dat de stijging ten opzichte van
1938 voor een deel door verhooging van het
prijsniveau veroorzaakt is.
HET
Zoo gaat het ook den onzijdigen, althans
den kleinere onder hen, de grootere heb-
ben andere motieven om zich bij de Brit
sche actie neer te leggen, doch verliezer
daarom hun onzijdigheid evenmin als wij.
Het is een kwestie van maat. Is de maat
vol, dan zal ook de kleine neutrale geweld
met geweld beantwoorden, van welke zijde
het ook moge komen.
Wat tenslotte de insinuatie betreft
dat Nederland tegenover de eene
partij anders zou optreden dan te
genover de andere, dit zal niemand
gelooven die Nederland kent en
onze neutraliteitshandhaving gade-
slaat met den ernstigen wil om haar
het recht te doen wederyaren dat
haar toekomt.
DE WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS.
De verkoop loopt goed
Hoewel de verkoop der weldadigheids-
zegels eerst eenige dagen aan den gang
is, mag thans reeds van uitstekende
resultaten worden gesproken. Het is een
verheugend teeken, dat in een moeilijken
tijd, die een ieder tot bezuiniging dwingt,
de kleine weldaad, welke het koopen van
deze kinderpostzegels beteekent, niet ach-
terwege blijft.
Een gelukkige omstandigheid daarbij is,
dat ,afgezien van het goede doei, de fijne.
door den kunstschilder Sierk Schroder
ontworpen zegels, met het sierlijke kind-
je, dat zoo gelukkig den hoorn des over-
vloeds draagt, genoeg tot koopen lokken
Zooals men weet, verschijnen ook in
Ned.-Indie in dezen tijd weldrdigheidsze-
gels. Deze zijn ontworpen door den kunst
schilder Wybbo Hartman. De opbrengst
der Indische zegels komt ditmaal het so-
ciaal-bureau voor Ned.-Indie ten goede.
Moge de verkoop dezer Indische zegels
even goed zijn als die der Nederlandsche
zegels belooft te worden.
Uitsluitend op risico van de at-
zenders.
In verband met ingekomen verzoeken
om schadeloosstelling voor pakketten,
welke met het s.s. Simon Bolivar verloren
zijn gegaan, wordt eraan herinnerd, dat
ir.geval van overmacht, waartoe ook
scheepsrampen tehooren, welke direct of
indirect door een oorlogshandeling zijn ver
oorzaakt. geen recht op schadeloosstelling
bestaat.
Het mogelijke wordt gedaan, om ook in
oorlogstijd het pakketvervoer met het bui-
tenland, met inbegrip van de Nederland
sche overzeesche gewesten, voortgang te
doen vinden. Het oorlogsgevaar ter zee en
de maatregelen, welke in de oorlogvoe
rende landen zijngetroffen, air onderzoek
en eventueele inbeslagneming, vormen een
bijzondere bron van risico's, waarvoor,
overeenkomstig de internationaal vastge-
stelde regelen. door den postdienst geener-
lei aansprakelijkheid kan worden aan-
vaard. Deze bijzondere risico's hebben er
trouwens toe geleid, dat sedert 1 Septem
ber jl. pakketten voor het buitenland uit
sluitend op risico der afzenders ter ver-
zending worden aai.genomen.
Bij het uitbreken van den oorlog is de
filmproductie in Engeland en Frankrijk zoo
goed als geheel gestaakt, terwijl de aanvoer
van films uit de Ver. Staten de stagnatie
ondervindt, waaraan alle overzeesche aan
voer ten gevolge van de onveiligheid ter zee
ook voor de neutrale scheepvaart onder-
hevig is. In sommige kringen heeft men zich
afgevraagd, of daardoor de bioscopen in
ons land op den duur geen gebrek aan films
zullen krijgen en of het bioscoopbedrijf niet
emstig door den oorlogstoestand benadeeld
zal worden. In een onderhoud heeft de di-
recteur van den Nederlandschen Bioscoop-
bond medegedeeld, dat in de kringen der
ingewijden deze ongerustheid niet bestaat en
dat men daar overtuigd is, dat, zelfs wan
neer de oorlog onverhoopt eenige jaren
zou duren, de bioscopen in ons land niet
van films verstoken zullen blijven. In de
eerste plaats beschikken de filmimporteurs
en -distribuanten in ons land over een vrij
groote voorraau films, die nog steeds niet
vertoond zijn. In de tweede plaats wordt in
de Ver. Staten de filmproductie op den zelf-
den voet als voor den oorlog voortgezet, en
al ondervindt de aanvoer misschien af en toe
vertraging, er blijven genoeg wegen open
om films te importeeren. Uit Amerika per
vliegtuig en zij het met vertraging per
schip. In Frankrijk zijn bovendien verschei
dene studio's reeds weer aan het werk ge
gaan en in Engeland treft men eveneens
voorbereidende maatregelen. Italie tracht de
markt te veroveren in de huidige situatie.
En tenslotte kan Nederland zelf op be-
scheiden wijze in de behoeften van de Ne
derlandsche bioscopen bijdragen door jaar-
lijks eenige Nederlandsche films te produ-
ceeren.
Wat de stemming van het publiek betreft,
heeft het bioscoopbedrijf niet over een te-
kort aan belangstelling te klagen. Slechts
dagen van zeer groote spanning, zooals wij
eenige weken geleden beleefden, beinvloe-
den het bezoek en vinden hun weerslag in
een sterke daling van het aantal bezoekers.
REGEERINGSSTEUN VOOR
SERINGENKWEEKERS.
De regeering heeft aan de Aalsmeersche
seringenkweekers medegedeeld, aan de se-
ringencultuur steun te zullen verleenen nu
het grootste afzetgebied Engeland, verloren
gegaan is. Van gisteren af wordt voor door-
gedraaide seringen een steunbedrag betaald
van 5 cent per tak voor de beste kwalitei-
ten en van 2% cent per tak voor de minder
goede kwaliteiten.
DOOR SCHADE EN SCH \NDE NIET
WIJZER GEWORDEN.
Brutale oplichting.
Een 32-jarige inwoonster van de hoofd-
stad heeft binner. korten tijd tot twee maal
aangifte moeten doen, dat zij onder het
voorwendsel van trouwbeloften was opge-
licht. Eenigen tijd geleden maakte zij
kennis met een man. die haar al spoedig
van trouwen sprak. Voor het echter zoo-
ver kwam, moest een en ander betaald
worden en het kapitaaltje van de juffrouw
werd met 350 verminderd. De trouw-
plannen bleken toen tot het verleden te
behooren en er restte de juffrouw niet an
ders te doen dan naar de politie te gaan en
mede te deelen, dat zij opgelicht was.
Een vriend van den spoeclig gearresteer-
den oplichter besloot daarna zijn slag te
slaan. Ook hij legde de juffrouw een
trouwbelofte af en bovendien beloofde hij
de vrouw er voor te zorgen. dat zij de
350 terug zou krijgen. Hiervoor was
evenwel geld noodig. Bij elkaar 180 gul
den. doch ook dit geld bleek voor andere
dingen gebruikt te zijn, dan waarvoor het
gegeven was.
Ten tweeder male begaf de juffrouw
zich naar de politie om een aenklacht we
gens oplichting t'3 doen. Gister is ook deze
man gearresteerd en ingesloten.
WEER POST PER LANDMAIL NAAR
INDIE.
Voor de oorlog uitbrak, kon post op
drie manieren naar Indie worden gezon-
den: door de lucht (de normale weg voor
brieven en briefkaarten) met de landmail
en met de zeepost. De verzendingsweg met
de landmail. per trein naar een Middel-
landsche zeehaven en vandaar met een
mailschip, bleef gedurende de eerste
maanden van den oorlog gesloten, ook al,
omdat de schepen r aar Indie veelal den
weg om Kaap de Goede Hoop volgden.
Nu echter de directies der n aatschappij
„Nederland" en der „Rotterdamsche
Lloyd" besloten hebben, de vaart naar
Nederlandsch-Indie in Genua te beginnen
en daar te eindigen, en de passagiers, voor
zoover dit mogelijk zal blijken, weder met
een boottrein tusschen Nederland en
Genua te vervoeren. zal ook getracht wor
den, met deze boottreinen de voor de land-
mail aangewezei correspondentie te ver
voeren. Zoo neemt de Woensdag 6 Decem
ber over Belgie en Frankrijk naar Genua
vertrekkende boottrein, welke op het 7
December uit Genua vertrekkende m.s.
Christiaa.n Huygens aansluiting heeft,
landmail voor Indie mede. De boottrein
wacht in Genua op 't m.s. Johan van Ol-
denbarnevelt. dat den lOcn daar verwacht
wordt en neemt passagiers en landmail
:a"r Nederland mede terug.
Postpakketter. kunnen voorloopig niet
met de landmail worden verzonden.
Naar t Engelscb
van
Maxwell March.
19)
„Te veel dingen", zei hij heesch, „te veel
dingen zijn er vandaag al verkeerd gegaan.
Daar is b.v. die Deane. Hij is niet te ver-
trouwen. Ik maakte hem bang, maar je weet
het met dat soort knapen nooit. Altijd hangt
het boven je hoofd, dat ze hun verstand
verliezen en huilend naar de politie loopen.
Stel je voor, dat hij het doet en alles ver-
telt. Hij weet, dat ik niet alles weet van dat
zaakje in het Noorden. Wat heeft hij te ver
liezen, als hij de zaak doorzet? Maar met
mij is het heel wat anders. Een klein beetje
verdenking en ik ben weg"
Saxon Marsh gaapte, strekte zijn hand
uit en draaide het leeslampje uit, dat hem
hinderlijk in de oogen scheen.
„Ik denk niet. dat je ooit nog over majcor
Johnny Deane hoeft in te zitten", zei hij.
„Hij was niet de geschikte persoon, weet je.
Je hebt meer aan een man van de wereld,
dan aan iemand die al gezeten heeft, als ik
het zoo uitdrukken mag. Ik zal zien wat ik
doen kan. We hebben nog een maand of
twee den tijd".
lets in zijn stem liet een rilling langs sir
Leo's fhggegraat loopen. Het bloed vloog
naar zijn gelaat en trok er meteen weer uit
weg.
..Wat bedoel je?" zei hij schor.
Hij zat in zijn stoel en probeerde de duis-
ternis aan het hoofdeinde van het bed te
doorboren.
„Ik zeg. dat je je over Deane niet meer
bezorgd hoeft te maken" Saxon Marsh'
stem was nog matter dan eerst.
..Waarom niet?"
Het kwam er zoo zacht uit, dat het in de
groote kamer als een diepe zucht klonk.
,Johnny Deane", zei Saxon Marsh gela
ten, ,is, dood, arme kerel. Hij kreeg van-
avond omstreeks kwart over elf een schot in
zijn hoofd. Het is wel ellendig, maar ik ge-
loof niet dat hij familie nalaat, om over hem
te treuren".
„Wat heb je gedaan?"
Saxon Marsh ging rechtop zitten.
„Een blaadje uit jouw boekje overgeno-
men", zei hij. „Imitatie kan altijd als een
compliment worden opgevat sir Leo".
„Imitatie?" Thyn was meewarig om aan
te zien. Hij bevochtigde zijn droge lippen.
„Bij die gelegenheid liet de methode niets
te wenschen over", murmelde hij. „De plaats
was uitstekend. Maar dit dit is moord.
Openlijke moord".
„Ook al goed", zei Saxon Marsh op de-
zelfde, rustige manier. „Maar jij noch ik
weet er iets van af, Thyn. Geen spoor van
verdenking kan ons raken
„Hoe weet je dat?" Alsof hij uit ijs ge-
houwen was, zoo stijf zat sir Leo daar en er
waren groote zweetdroppels op zijn voor-
hoofd.
„Dat zul je zien", beloofde Saxon Marsh.
„Je zult het zien. En nu, mijn vriend, ga in
vredesnaam naar bed".
Sir Leo keek met verwilderde oogen in de
duisternis.
..Slapen?" mompelde hij ongeloovig.
,.Natuurlijk" zei Saxon Marsh rustig.
..Waarom niet?"
HOOFDSTUK VII.
De herinneringen van ex-brigadier
Bloomer.
„Als u dan zoo goed met den dooden man
op de hoogte was, kunt u misschien ook wel
vertellen, wie hem vermoord heeft. Dan
zouden we meteen allemaal naar huis kun
nen gaan".
Tegen beter weten in, liet inspecteur Winn
zich deze woorden ontvallen. Het was drie
uur 's morgens en de twee mannen hadden
even onderbroken, om een kopje koffie te
drinken, dat hun door den verbijsterden,
maar nog hoopvollen directeur was laten
brengen.
Alle nauwkeurige ondervragingen hadden
niets aan het licht gebracht. Johnny Deane
was het Empress hotel binnengekomen, had
zijn sleutel van het bord genomen en was
naar zijn kamer gegaan. Klaarblijkelijk had
niemand hem daarna meer in leven gezien.
Om alles nog erger te maken, liet het hu
meri' van inspecteur Winn hem niet eens,
maar meerdere malen in den steek, en
iederen keer maakte hem dat nog belache-
lijker dan tevoren.
Na een half uurtje een hekel aan hem ge-
had te hebben, kreeg David een beetje me-
delijden met hem. De man had wel be-
kwaamheden, maar hij was absoluut niet be-
rekend voor de groote taak die, hem zoo
plotseling op de schouders werd gelegd. Een
BUITENLANDERS TE AMSTERDAM
AANGEHOUDEN.
De afdeeling vreemdelingendienst van
de hoofdstedelijke politie zet haar naspo-
ringen naar de verblijfplaats van vreem-
delingen, die te Amsterdam vertoeven,
zonder in het bezit te zijn van een geldig
paspoort of een verblijfsvergunning. met
kracht voort. Gisteravond zijn wederom
een negental personen bij hat hoofdbureau
aangebracht, die niet in het bezit van zoo-
danige papieren wai-en.
OPVARENDEN VAN DE „SPAARNDAM"
THUIS.
Negen-en-twintig opvarenden van de
..Spaarndam" zijn gisteravond omstreeks 7
uur met den Belgischen trein te Rotterdam
aangekomen. Zij waren 's ochtends om 8 uur
uit Londen vertrokken en arriveerden 12
uur te Oostende waar zij een half uur later
op den trein stapten.
Twee opvarenden van de „Spaarndam"
zijn thans nog in Engeland, n.l. de stuur-
mansleerling Mijnders, die in een ziekenhuis
wordt verpleegd, en kapitein F. H. Dobben-
ga, die is achtergebleven om de loopende
zaken te regelen.
PROF. DR. H. BRUGMANS.
Een veelzijdig historicus.
_t prof. Brugmans is een Nederlandsch
historicus van grooten naam en uitzonder-
lijke kwaliteiten heengegaan. Zijn dood be
teekent met name voor de hoofdstad des
lands een gevoelig verlies. want aan Am
sterdam. tot we Iks bekendste figuren hij be-
hoorde, had prof. Brugmans, hoewel Gro
ninger van geboorte, zijn hart verpand.
De rijke geschiedenis van Neerlands eer
ste stad vormde voor hem een onuitputtelij-
ke bron van studie. Talrijk zijn dan ook de
werken, welke van zijn hand over Amster
dam, dat in hem zijn modemen geschied
schrijver vond, zijn verschenen.
Prof. Brugmans was een zeer veelzijdig
historicus. Zijn studie strekte zich over vele
perioden van de algemeene en de vaderland
sche geschiedenis uit, terwijl hij zich ook
met de plaatselijke geschiedenis bezig hield.
Zijn arbeid had niei alleen beteekenis voor
vakgeleerden, doch bezat, dank zij zijn vele
populaire geschriften en artikelen, eveneens
een groote aantrekkelijkheid voor niet-ge-
studeerden.
geheimzinnige moordenaar midden in het
seizoen. de hooid-inspecteur zelf ook op het
oorlogspad, bovendien was de hulp van
Scotland Yard mgeroepen, allemaal facto-
ren om van veel ruchtbaarheid verzekerd
te zijn. Inspecteur Winn was zich zijn ver-
antwoordelijkheid wel bewust.
De twee mannen hadden de slaapkamer
verlaten en waren nu in een klein kan-
toortje op de benedenverdieping, waar zij
een vijf en twintig getuigen hadden onder-
vraagd, maar geen van hen had iets van
werkelijke waarde te vertellen gehad.
David stak zijn pijp aan en zette zich, met
de a' n over elkaar, op den rand van de
tafel.
„Er zal toch wel iets voor den dag ko
men", zei hij.
Inspecteur Winn opende zijn mond om te
spreken, maar als om de profetie van Da
vid waar te maken, werden de beide man
nen opgeschrikt door een bescheiden tikje
op de deur.
Winn sprong op om open te maken en een
figuurtje met verwarde haren en in een ka-
merjapon gehuld, stapte de kamer binnen,
knipoogende tegen het schelle licht.
David herkende direct een van de kamer-
meisjes, die zij al ondervraag hadden.
Het was een leelijk, grof meisje, dat er
niet erg snugger uitzag.
„Wat is er", vroeg Winn. ,.U bent juffrouw
Dartle, is het niet? Ruth Dartle?"
Juffrouw Dartle barstte in tranen uit.
„Edith heeft gezegd, dat ik gaan moest",
zei ze. „Edith heeft kamers zestig tot tach-
tig. Zij zei, dat ik naar u toe moest gaan om
alles te vertellen, want dat u mij anders zou
arresteeren".
David en inspecteur Winn wisselden blik-
DE SPIONNAGEZAAK EN DE
UNIFORMENAFFAIRE.
Namens de justitie is aan de dagbladen
dringend verzocht in het belang van het
strafrechtelijk onderzoek voorshands geen
vsrdere publicaties te doen met betrekking
tot de spionnage- en uniformenzaken.
DE TWINTIGSTE VOLKENBOND-
VERGADERING.
Op de twintigste volkenbondsvergade-
ring, welke naar aanleiding van een ver-
zoek van de Finsche regeering door den
secretaris-generaal van den Volkenbond
is bijeengeroepen, en welke op Maandag
11 December a.s. zal aanvangen, zal de
Nederlandsche regeering vertegenwoor-
digd worden door mr. G. W. taron de Vos
van Steenwijk, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister te Peping, met
verlof hier te lande, en door prof. mr. dr.
J. P. A. Francois, administrateur, chef van
de afdeeling Volkenbondszaken van het
departement van buitenlandsche zaken,
buitengewoon hoogleeraar aan de Neder
landsche economische hoogeschool te Rot
terdam. Als plaatsvervangend-vertegen-
woordiger is voorts aangewezen jhr. H. P.
J. Bosch van Drakestein, tijdelijk zaakge-
lastigde der Nederlanden te Bern, en als
secretaris mr. dr. A. F. W. Lunsingh
Meijer, adjunct-commies aan het departe
ment van buitenlandsche zaken.
Radiotelefoonverkeer met Indie in No
vember. - In November 1939 werden met
Ned.-Indie in totaal 1569 radiotelefoonge-
sprekken gevoerd, waarvan 569 in Nederland
en 1000 in Indie werden aangevraagd. Van de
Nederland aangevraagde gesprekken
waren 474 gewone en 95 goedkoope familie-
gesprekken; voor de in Indie aangevraagde
gesprekken bedroegen deze aantallen resp.
691 en 309.
In totaal werden 67 verzamelgesprekken
gevoerd, waarvan in Nederland 15 en in Indie
52 werden aangevraagd.
Wielrijder aangereden en gedood. -
Gistermiddag is op den ryksweg Enschede—
Glanerbrug, even buiten de kom der ge-
meente Enschede, de 56-jarige H. Eshuis,
die per fiets den voorrangsweg wilde over-
steken, door een personenauto aangereden
en gedood.
Schippersknecht verdronken. - Even
buiten de haven van Willemstad is gister
avond de 19-jarige schippersknecht J. Geuze
uit Oud-Vosmeer verdronken. De jongen, die
werkzaam was op het sleepschip „Marinus
Willem" van schipper de Korte, raakte bij
het aangeven van een touw zijn evenwicht
kwijt en sloeg over boord.
VERKOCHT U VEEL?
Vooruitziende ondernepners laten
zich door groote verkoopen van tal
van producten in de verstreken
weken, niet verblinden. Zij weten,
dat er reden is, beducht te zijn voor
den trouw van de consumenten aan
tal van bekende merken en zaken.
De menschen, die a tout prix voorraad
wilden vormen, hebben vaak genoe-
gen genomen met wat zij maar koo
pen konden, zonder zooals anders
aan 't favoriete merk of den favo-
rieten winkel vast te houden. Dat
beteekent dat zij aan andere, dikwijls
niet door hen gekende, merken en
zaken gaan wennen.
Redenen waarom men thans volhar-
dender dan ooit moet adverteeren.
Misschien moet men het anders doen
dan anders: meer een zoogenaamde
goodwill-campagne voeren. Maar,
hoe dan ook, adverteeren is thans meer
geboden dan ooit
ken van verstandhouding en voor het eerst
zag de jonge man een kleine opleving en
iets van medelijden in de oogen van den an
der.
„Och kom, Edith maakt het wel een beet
je te erg, denk ik", zei Winn met een wel-
willende, vriendelijke stem, die David hem
niet zou hebben kunnen verbeteren.
„Wat heb je dan op je kerfstok?"
„0, ik heb niets gedaan, mijnheer". Juf
frouw Dartle schreide alweer. „Het was niet
mijn bedoeling om het voor u te verzwij-
gen. Ik heb het alleen vergeten. Net een
half uurtje geleden schoot het in mijn ge-
dachten en Edith en ik hebben er toen al-
door over gesproken. Wij hebben samen een
kamer, weet u. Ik had er natuurlijk aan
moeten denken, maar 't is zoo iets gewoons,
dat iemand komt vragen of ik hem de ka
mer van een vriend wil wijzen, dat het to
taal door mijn hoofd is gegaan".
„Wat zeg je daar?" Beide inspecteurs
sprongen op en toonden voor het eerst be
langstelling voor het verhaal van juffrouw
Dartle en toen zij dat merkte, kreeg ze wat
meer zelfvertrouwen en haar gezicht hel-
derde op.
„Het was die vriendelijke, oude heer van
nummer vijftig", zei ze. „Hij kwam pas
vandaag, maar ik weet zijn naam heel goed,
want toen ik binnenkwam om de sprei van
het bed te halen, stond er een geopende
koffer en toen ik die dichtmaakte las ik zijn
naam op de label. Mr. Lionel Birch".
David kwam er tusschen.
Laten wij alles nog eens even nagaan
zei hij. „Wie vroeg jou den weg en naar
wiens kamer?"
(Wordt vervolgd).