JxuiUeton AKKERTJE EEN VEELBEWOGEN VACANTIE Hoofdpijn GEMENGD NIEUWS. Nederlands houding tegenover de oorlogvoerende mogendheden. Neutralen niet verplicht geweld- maatregelen met geweld te keeren. Wat Berlijn verlangt en zelf niet lean. Omzetten in het winkel- bedrijf worden weer normaal. Neem PAKKETPOSTVERVOER NAAR BUITENLAND. HET BIOSCOOPBEDRIJF EN DE OORLOGSTOESTAND. TWEEDE BLAD Men schrijft ons van gezagheb- bende zijde: Een officieus Duitsch bericht spreekt er verwondering over uit dat de neutralen waar- om in dit verband alleen Neder- land met name wordt genoemd en niet ook andere onzijdige zeevarende landen, zooals bijvoorbeeld Italie, Japan en Noorwegen, is onduidelijk geen daadwerkelijk verweer stellen tegenover de Britsche en Fransche maatregelen ter zee, door koopvaarders te bewapenen of eigen konvooien samen te stellen. Indien men deze uiting niet als een po- lemische wending, doch als een naar de let ter te nemen, weloverwogen uitspraak zou moeten opvatten, zouden dus Italiaansche, Japansche, Noorsche en Nederlandsche sche- pen naar Duitsche opvatting zich tegen Britsche en Fransche geweldmaatregelen met geweld moeten verzetten. Wat hiervan het eind zou zijn, is niet twij- felachtig: oorlog met Engeland en Frank- rijk. Of dit aan Duitschland welgevallig zou zijn, is een vraag, die hier niet behoeft te worden beantwoord. Wei moet een antwoord worden gegeven op een andere vraag, die door het Duitsche bericht rijst, en wel deze: legt de onzijdigheid aan Italie, Japan, Noorwegen en Neder- land en zoovele andere neutrale sta- ten de verplichting op, het hier be- doelde geweld met geweld te ripos- teeren? Antwoord: Zulk een verplichting bestaat hoegenaamd niet, evenmin als er een verplichting bestaat om met geweld te antwoorden op actie van Duitsche onderzeebooten of het onredelijk lang vasthouden door de Duitsche autoriteiten van talrijke Nederlandsche houtbooten afkom- stig uit de Oostzee. Men wete in Duitschland, dat geen enkel onzijdig land overmacht gelaten ondergaat. Het is kwetsend voor den nationalen trots, in die positie te worden geplaatst. Zoo on- dervond het ook Bismarck in 1870, toen het onzijdige Engeland oorlogsmateriaal leverde aan Frankrijk. Maar was dat een reden voor den ijzeren kanselier om, wat hij on- neutraal achtte, met geweld te beantwoor- den? Geenszins, hij bepaalde zich to; ver- toogen tegenover de Britsche regeering. omdat de archieven spreken ten dezen onmiskenbare taal hij niet in staat was, zich met goeden uitslag tegen de Britsche overmacht ter zee te keeren. Het officieuze Duitsche bericht, waarop hiernaast het officieele Nederlandsche com- mentaar wordt gegeven, luidt als volgt: ,Nadat de Britsche en Fransche oorlogs- schepen opdracht had gekregen de door Chamberlain aangekondigde inbeslagneming van Duitsche exportgoederen ook inderdaad uit te voeren, meende men in politieke kringen te Berlijn te kunnen verwachten, dat de achter de neutrale scheepvaart staan- de regeeringen zich niet langer met papieren protesten tevreden zouden stellen, welke voor een deel zelfs niet eens waardig wer- den gekeurd voor een Britsch antwoord. In- tegendeel moest men aannemen, zooals te Berlijn verscheidene malen naar voren is ge- bracht, dat de neutralen van hun zijde een eigen hulp tegen het optreden van Engeland, dat tegen het volkenrecht indruischt, zouden organiseeren en hun koopvaardijschepen ac- tief zouden beschermen. Des te grooter is de verwondering, dat b.v. de Nederlandsche regeering op het oogenblik niet voornemens is haar koopvaardijschepen te bewapenen of eigen korvooier. samen te stellen. Ook wekt het bevreemding, wanneer dit eigenaardige afstand doer van de vrijheid der zeeen wordt gebaseerd op de neutraliteit van Ne- derland, een neutraliteit, welke aan de eene zijde buitengewone gevoeligheid aan den dag legt en aan de andere zijde de zwaarste overtredingen van het volkenrecht in het aigemeen en het recht van de neutralen in het bijzonder aanvaardt. Dat de neutralen zeer goed recht en on- recht weten te onderscheiden, heeft nog on- langs de bekende professor in het volken recht, prof. dr. Verzyl bewezen, toen hij de b'okkade-verscherping van Engeland en Frankrijk, wegens haar natuur, welke tegen het volkenrecht is, voor het Haagsche ge- rechtshof wilde brengen". De bedryvigheid in den kleinhandel, welke, naar aanleiding van het uitbreken van den oorlog, zoo sterk was toegenomen, is blijkens de gegevens, welke het centraal bureau voor de statistiek en het economisch irstituut voor den middenstand verstrek- ten, tot een meer normaal niveau terugge- keerd. Terwijl de omzet naar de waarde gerekend in een aantal grootwinkelbedrijven en midden- standszaken (geen levensmiddelen- bedrijven) in de drie grootste ge- meenten des lands in October ge- middeld nog 20 pCt. hooger was dan in October van het vorige jaar, is het overeenkomstige percentage voor November gedaald tot 8. In het winkelbedrijf in kruidenierswaren was de geldomzet in October j.l. nog 9.4 pCt. hooger dan in October 1938. Voor de grootwinkelbedrijven luidt dit percentage 14.4, voor de cooperatieve verbruiksvereeni- gmgen 6.2 en voor de middenstandszaken 8.8. Gegevens over November j.l. zijn hier van nog niet beschikbaar. Aangezien deze percentages gebaseerd zijn op de omzetten in geld, dient men te bedenken dat de stijging ten opzichte van 1938 voor een deel door verhooging van het prijsniveau veroorzaakt is. HET Zoo gaat het ook den onzijdigen, althans den kleinere onder hen, de grootere heb- ben andere motieven om zich bij de Brit sche actie neer te leggen, doch verliezer daarom hun onzijdigheid evenmin als wij. Het is een kwestie van maat. Is de maat vol, dan zal ook de kleine neutrale geweld met geweld beantwoorden, van welke zijde het ook moge komen. Wat tenslotte de insinuatie betreft dat Nederland tegenover de eene partij anders zou optreden dan te genover de andere, dit zal niemand gelooven die Nederland kent en onze neutraliteitshandhaving gade- slaat met den ernstigen wil om haar het recht te doen wederyaren dat haar toekomt. DE WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS. De verkoop loopt goed Hoewel de verkoop der weldadigheids- zegels eerst eenige dagen aan den gang is, mag thans reeds van uitstekende resultaten worden gesproken. Het is een verheugend teeken, dat in een moeilijken tijd, die een ieder tot bezuiniging dwingt, de kleine weldaad, welke het koopen van deze kinderpostzegels beteekent, niet ach- terwege blijft. Een gelukkige omstandigheid daarbij is, dat ,afgezien van het goede doei, de fijne. door den kunstschilder Sierk Schroder ontworpen zegels, met het sierlijke kind- je, dat zoo gelukkig den hoorn des over- vloeds draagt, genoeg tot koopen lokken Zooals men weet, verschijnen ook in Ned.-Indie in dezen tijd weldrdigheidsze- gels. Deze zijn ontworpen door den kunst schilder Wybbo Hartman. De opbrengst der Indische zegels komt ditmaal het so- ciaal-bureau voor Ned.-Indie ten goede. Moge de verkoop dezer Indische zegels even goed zijn als die der Nederlandsche zegels belooft te worden. Uitsluitend op risico van de at- zenders. In verband met ingekomen verzoeken om schadeloosstelling voor pakketten, welke met het s.s. Simon Bolivar verloren zijn gegaan, wordt eraan herinnerd, dat ir.geval van overmacht, waartoe ook scheepsrampen tehooren, welke direct of indirect door een oorlogshandeling zijn ver oorzaakt. geen recht op schadeloosstelling bestaat. Het mogelijke wordt gedaan, om ook in oorlogstijd het pakketvervoer met het bui- tenland, met inbegrip van de Nederland sche overzeesche gewesten, voortgang te doen vinden. Het oorlogsgevaar ter zee en de maatregelen, welke in de oorlogvoe rende landen zijngetroffen, air onderzoek en eventueele inbeslagneming, vormen een bijzondere bron van risico's, waarvoor, overeenkomstig de internationaal vastge- stelde regelen. door den postdienst geener- lei aansprakelijkheid kan worden aan- vaard. Deze bijzondere risico's hebben er trouwens toe geleid, dat sedert 1 Septem ber jl. pakketten voor het buitenland uit sluitend op risico der afzenders ter ver- zending worden aai.genomen. Bij het uitbreken van den oorlog is de filmproductie in Engeland en Frankrijk zoo goed als geheel gestaakt, terwijl de aanvoer van films uit de Ver. Staten de stagnatie ondervindt, waaraan alle overzeesche aan voer ten gevolge van de onveiligheid ter zee ook voor de neutrale scheepvaart onder- hevig is. In sommige kringen heeft men zich afgevraagd, of daardoor de bioscopen in ons land op den duur geen gebrek aan films zullen krijgen en of het bioscoopbedrijf niet emstig door den oorlogstoestand benadeeld zal worden. In een onderhoud heeft de di- recteur van den Nederlandschen Bioscoop- bond medegedeeld, dat in de kringen der ingewijden deze ongerustheid niet bestaat en dat men daar overtuigd is, dat, zelfs wan neer de oorlog onverhoopt eenige jaren zou duren, de bioscopen in ons land niet van films verstoken zullen blijven. In de eerste plaats beschikken de filmimporteurs en -distribuanten in ons land over een vrij groote voorraau films, die nog steeds niet vertoond zijn. In de tweede plaats wordt in de Ver. Staten de filmproductie op den zelf- den voet als voor den oorlog voortgezet, en al ondervindt de aanvoer misschien af en toe vertraging, er blijven genoeg wegen open om films te importeeren. Uit Amerika per vliegtuig en zij het met vertraging per schip. In Frankrijk zijn bovendien verschei dene studio's reeds weer aan het werk ge gaan en in Engeland treft men eveneens voorbereidende maatregelen. Italie tracht de markt te veroveren in de huidige situatie. En tenslotte kan Nederland zelf op be- scheiden wijze in de behoeften van de Ne derlandsche bioscopen bijdragen door jaar- lijks eenige Nederlandsche films te produ- ceeren. Wat de stemming van het publiek betreft, heeft het bioscoopbedrijf niet over een te- kort aan belangstelling te klagen. Slechts dagen van zeer groote spanning, zooals wij eenige weken geleden beleefden, beinvloe- den het bezoek en vinden hun weerslag in een sterke daling van het aantal bezoekers. REGEERINGSSTEUN VOOR SERINGENKWEEKERS. De regeering heeft aan de Aalsmeersche seringenkweekers medegedeeld, aan de se- ringencultuur steun te zullen verleenen nu het grootste afzetgebied Engeland, verloren gegaan is. Van gisteren af wordt voor door- gedraaide seringen een steunbedrag betaald van 5 cent per tak voor de beste kwalitei- ten en van 2% cent per tak voor de minder goede kwaliteiten. DOOR SCHADE EN SCH \NDE NIET WIJZER GEWORDEN. Brutale oplichting. Een 32-jarige inwoonster van de hoofd- stad heeft binner. korten tijd tot twee maal aangifte moeten doen, dat zij onder het voorwendsel van trouwbeloften was opge- licht. Eenigen tijd geleden maakte zij kennis met een man. die haar al spoedig van trouwen sprak. Voor het echter zoo- ver kwam, moest een en ander betaald worden en het kapitaaltje van de juffrouw werd met 350 verminderd. De trouw- plannen bleken toen tot het verleden te behooren en er restte de juffrouw niet an ders te doen dan naar de politie te gaan en mede te deelen, dat zij opgelicht was. Een vriend van den spoeclig gearresteer- den oplichter besloot daarna zijn slag te slaan. Ook hij legde de juffrouw een trouwbelofte af en bovendien beloofde hij de vrouw er voor te zorgen. dat zij de 350 terug zou krijgen. Hiervoor was evenwel geld noodig. Bij elkaar 180 gul den. doch ook dit geld bleek voor andere dingen gebruikt te zijn, dan waarvoor het gegeven was. Ten tweeder male begaf de juffrouw zich naar de politie om een aenklacht we gens oplichting t'3 doen. Gister is ook deze man gearresteerd en ingesloten. WEER POST PER LANDMAIL NAAR INDIE. Voor de oorlog uitbrak, kon post op drie manieren naar Indie worden gezon- den: door de lucht (de normale weg voor brieven en briefkaarten) met de landmail en met de zeepost. De verzendingsweg met de landmail. per trein naar een Middel- landsche zeehaven en vandaar met een mailschip, bleef gedurende de eerste maanden van den oorlog gesloten, ook al, omdat de schepen r aar Indie veelal den weg om Kaap de Goede Hoop volgden. Nu echter de directies der n aatschappij „Nederland" en der „Rotterdamsche Lloyd" besloten hebben, de vaart naar Nederlandsch-Indie in Genua te beginnen en daar te eindigen, en de passagiers, voor zoover dit mogelijk zal blijken, weder met een boottrein tusschen Nederland en Genua te vervoeren. zal ook getracht wor den, met deze boottreinen de voor de land- mail aangewezei correspondentie te ver voeren. Zoo neemt de Woensdag 6 Decem ber over Belgie en Frankrijk naar Genua vertrekkende boottrein, welke op het 7 December uit Genua vertrekkende m.s. Christiaa.n Huygens aansluiting heeft, landmail voor Indie mede. De boottrein wacht in Genua op 't m.s. Johan van Ol- denbarnevelt. dat den lOcn daar verwacht wordt en neemt passagiers en landmail :a"r Nederland mede terug. Postpakketter. kunnen voorloopig niet met de landmail worden verzonden. Naar t Engelscb van Maxwell March. 19) „Te veel dingen", zei hij heesch, „te veel dingen zijn er vandaag al verkeerd gegaan. Daar is b.v. die Deane. Hij is niet te ver- trouwen. Ik maakte hem bang, maar je weet het met dat soort knapen nooit. Altijd hangt het boven je hoofd, dat ze hun verstand verliezen en huilend naar de politie loopen. Stel je voor, dat hij het doet en alles ver- telt. Hij weet, dat ik niet alles weet van dat zaakje in het Noorden. Wat heeft hij te ver liezen, als hij de zaak doorzet? Maar met mij is het heel wat anders. Een klein beetje verdenking en ik ben weg" Saxon Marsh gaapte, strekte zijn hand uit en draaide het leeslampje uit, dat hem hinderlijk in de oogen scheen. „Ik denk niet. dat je ooit nog over majcor Johnny Deane hoeft in te zitten", zei hij. „Hij was niet de geschikte persoon, weet je. Je hebt meer aan een man van de wereld, dan aan iemand die al gezeten heeft, als ik het zoo uitdrukken mag. Ik zal zien wat ik doen kan. We hebben nog een maand of twee den tijd". lets in zijn stem liet een rilling langs sir Leo's fhggegraat loopen. Het bloed vloog naar zijn gelaat en trok er meteen weer uit weg. ..Wat bedoel je?" zei hij schor. Hij zat in zijn stoel en probeerde de duis- ternis aan het hoofdeinde van het bed te doorboren. „Ik zeg. dat je je over Deane niet meer bezorgd hoeft te maken" Saxon Marsh' stem was nog matter dan eerst. ..Waarom niet?" Het kwam er zoo zacht uit, dat het in de groote kamer als een diepe zucht klonk. ,Johnny Deane", zei Saxon Marsh gela ten, ,is, dood, arme kerel. Hij kreeg van- avond omstreeks kwart over elf een schot in zijn hoofd. Het is wel ellendig, maar ik ge- loof niet dat hij familie nalaat, om over hem te treuren". „Wat heb je gedaan?" Saxon Marsh ging rechtop zitten. „Een blaadje uit jouw boekje overgeno- men", zei hij. „Imitatie kan altijd als een compliment worden opgevat sir Leo". „Imitatie?" Thyn was meewarig om aan te zien. Hij bevochtigde zijn droge lippen. „Bij die gelegenheid liet de methode niets te wenschen over", murmelde hij. „De plaats was uitstekend. Maar dit dit is moord. Openlijke moord". „Ook al goed", zei Saxon Marsh op de- zelfde, rustige manier. „Maar jij noch ik weet er iets van af, Thyn. Geen spoor van verdenking kan ons raken „Hoe weet je dat?" Alsof hij uit ijs ge- houwen was, zoo stijf zat sir Leo daar en er waren groote zweetdroppels op zijn voor- hoofd. „Dat zul je zien", beloofde Saxon Marsh. „Je zult het zien. En nu, mijn vriend, ga in vredesnaam naar bed". Sir Leo keek met verwilderde oogen in de duisternis. ..Slapen?" mompelde hij ongeloovig. ,.Natuurlijk" zei Saxon Marsh rustig. ..Waarom niet?" HOOFDSTUK VII. De herinneringen van ex-brigadier Bloomer. „Als u dan zoo goed met den dooden man op de hoogte was, kunt u misschien ook wel vertellen, wie hem vermoord heeft. Dan zouden we meteen allemaal naar huis kun nen gaan". Tegen beter weten in, liet inspecteur Winn zich deze woorden ontvallen. Het was drie uur 's morgens en de twee mannen hadden even onderbroken, om een kopje koffie te drinken, dat hun door den verbijsterden, maar nog hoopvollen directeur was laten brengen. Alle nauwkeurige ondervragingen hadden niets aan het licht gebracht. Johnny Deane was het Empress hotel binnengekomen, had zijn sleutel van het bord genomen en was naar zijn kamer gegaan. Klaarblijkelijk had niemand hem daarna meer in leven gezien. Om alles nog erger te maken, liet het hu meri' van inspecteur Winn hem niet eens, maar meerdere malen in den steek, en iederen keer maakte hem dat nog belache- lijker dan tevoren. Na een half uurtje een hekel aan hem ge- had te hebben, kreeg David een beetje me- delijden met hem. De man had wel be- kwaamheden, maar hij was absoluut niet be- rekend voor de groote taak die, hem zoo plotseling op de schouders werd gelegd. Een BUITENLANDERS TE AMSTERDAM AANGEHOUDEN. De afdeeling vreemdelingendienst van de hoofdstedelijke politie zet haar naspo- ringen naar de verblijfplaats van vreem- delingen, die te Amsterdam vertoeven, zonder in het bezit te zijn van een geldig paspoort of een verblijfsvergunning. met kracht voort. Gisteravond zijn wederom een negental personen bij hat hoofdbureau aangebracht, die niet in het bezit van zoo- danige papieren wai-en. OPVARENDEN VAN DE „SPAARNDAM" THUIS. Negen-en-twintig opvarenden van de ..Spaarndam" zijn gisteravond omstreeks 7 uur met den Belgischen trein te Rotterdam aangekomen. Zij waren 's ochtends om 8 uur uit Londen vertrokken en arriveerden 12 uur te Oostende waar zij een half uur later op den trein stapten. Twee opvarenden van de „Spaarndam" zijn thans nog in Engeland, n.l. de stuur- mansleerling Mijnders, die in een ziekenhuis wordt verpleegd, en kapitein F. H. Dobben- ga, die is achtergebleven om de loopende zaken te regelen. PROF. DR. H. BRUGMANS. Een veelzijdig historicus. _t prof. Brugmans is een Nederlandsch historicus van grooten naam en uitzonder- lijke kwaliteiten heengegaan. Zijn dood be teekent met name voor de hoofdstad des lands een gevoelig verlies. want aan Am sterdam. tot we Iks bekendste figuren hij be- hoorde, had prof. Brugmans, hoewel Gro ninger van geboorte, zijn hart verpand. De rijke geschiedenis van Neerlands eer ste stad vormde voor hem een onuitputtelij- ke bron van studie. Talrijk zijn dan ook de werken, welke van zijn hand over Amster dam, dat in hem zijn modemen geschied schrijver vond, zijn verschenen. Prof. Brugmans was een zeer veelzijdig historicus. Zijn studie strekte zich over vele perioden van de algemeene en de vaderland sche geschiedenis uit, terwijl hij zich ook met de plaatselijke geschiedenis bezig hield. Zijn arbeid had niei alleen beteekenis voor vakgeleerden, doch bezat, dank zij zijn vele populaire geschriften en artikelen, eveneens een groote aantrekkelijkheid voor niet-ge- studeerden. geheimzinnige moordenaar midden in het seizoen. de hooid-inspecteur zelf ook op het oorlogspad, bovendien was de hulp van Scotland Yard mgeroepen, allemaal facto- ren om van veel ruchtbaarheid verzekerd te zijn. Inspecteur Winn was zich zijn ver- antwoordelijkheid wel bewust. De twee mannen hadden de slaapkamer verlaten en waren nu in een klein kan- toortje op de benedenverdieping, waar zij een vijf en twintig getuigen hadden onder- vraagd, maar geen van hen had iets van werkelijke waarde te vertellen gehad. David stak zijn pijp aan en zette zich, met de a' n over elkaar, op den rand van de tafel. „Er zal toch wel iets voor den dag ko men", zei hij. Inspecteur Winn opende zijn mond om te spreken, maar als om de profetie van Da vid waar te maken, werden de beide man nen opgeschrikt door een bescheiden tikje op de deur. Winn sprong op om open te maken en een figuurtje met verwarde haren en in een ka- merjapon gehuld, stapte de kamer binnen, knipoogende tegen het schelle licht. David herkende direct een van de kamer- meisjes, die zij al ondervraag hadden. Het was een leelijk, grof meisje, dat er niet erg snugger uitzag. „Wat is er", vroeg Winn. ,.U bent juffrouw Dartle, is het niet? Ruth Dartle?" Juffrouw Dartle barstte in tranen uit. „Edith heeft gezegd, dat ik gaan moest", zei ze. „Edith heeft kamers zestig tot tach- tig. Zij zei, dat ik naar u toe moest gaan om alles te vertellen, want dat u mij anders zou arresteeren". David en inspecteur Winn wisselden blik- DE SPIONNAGEZAAK EN DE UNIFORMENAFFAIRE. Namens de justitie is aan de dagbladen dringend verzocht in het belang van het strafrechtelijk onderzoek voorshands geen vsrdere publicaties te doen met betrekking tot de spionnage- en uniformenzaken. DE TWINTIGSTE VOLKENBOND- VERGADERING. Op de twintigste volkenbondsvergade- ring, welke naar aanleiding van een ver- zoek van de Finsche regeering door den secretaris-generaal van den Volkenbond is bijeengeroepen, en welke op Maandag 11 December a.s. zal aanvangen, zal de Nederlandsche regeering vertegenwoor- digd worden door mr. G. W. taron de Vos van Steenwijk, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Peping, met verlof hier te lande, en door prof. mr. dr. J. P. A. Francois, administrateur, chef van de afdeeling Volkenbondszaken van het departement van buitenlandsche zaken, buitengewoon hoogleeraar aan de Neder landsche economische hoogeschool te Rot terdam. Als plaatsvervangend-vertegen- woordiger is voorts aangewezen jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein, tijdelijk zaakge- lastigde der Nederlanden te Bern, en als secretaris mr. dr. A. F. W. Lunsingh Meijer, adjunct-commies aan het departe ment van buitenlandsche zaken. Radiotelefoonverkeer met Indie in No vember. - In November 1939 werden met Ned.-Indie in totaal 1569 radiotelefoonge- sprekken gevoerd, waarvan 569 in Nederland en 1000 in Indie werden aangevraagd. Van de Nederland aangevraagde gesprekken waren 474 gewone en 95 goedkoope familie- gesprekken; voor de in Indie aangevraagde gesprekken bedroegen deze aantallen resp. 691 en 309. In totaal werden 67 verzamelgesprekken gevoerd, waarvan in Nederland 15 en in Indie 52 werden aangevraagd. Wielrijder aangereden en gedood. - Gistermiddag is op den ryksweg Enschede— Glanerbrug, even buiten de kom der ge- meente Enschede, de 56-jarige H. Eshuis, die per fiets den voorrangsweg wilde over- steken, door een personenauto aangereden en gedood. Schippersknecht verdronken. - Even buiten de haven van Willemstad is gister avond de 19-jarige schippersknecht J. Geuze uit Oud-Vosmeer verdronken. De jongen, die werkzaam was op het sleepschip „Marinus Willem" van schipper de Korte, raakte bij het aangeven van een touw zijn evenwicht kwijt en sloeg over boord. VERKOCHT U VEEL? Vooruitziende ondernepners laten zich door groote verkoopen van tal van producten in de verstreken weken, niet verblinden. Zij weten, dat er reden is, beducht te zijn voor den trouw van de consumenten aan tal van bekende merken en zaken. De menschen, die a tout prix voorraad wilden vormen, hebben vaak genoe- gen genomen met wat zij maar koo pen konden, zonder zooals anders aan 't favoriete merk of den favo- rieten winkel vast te houden. Dat beteekent dat zij aan andere, dikwijls niet door hen gekende, merken en zaken gaan wennen. Redenen waarom men thans volhar- dender dan ooit moet adverteeren. Misschien moet men het anders doen dan anders: meer een zoogenaamde goodwill-campagne voeren. Maar, hoe dan ook, adverteeren is thans meer geboden dan ooit ken van verstandhouding en voor het eerst zag de jonge man een kleine opleving en iets van medelijden in de oogen van den an der. „Och kom, Edith maakt het wel een beet je te erg, denk ik", zei Winn met een wel- willende, vriendelijke stem, die David hem niet zou hebben kunnen verbeteren. „Wat heb je dan op je kerfstok?" „0, ik heb niets gedaan, mijnheer". Juf frouw Dartle schreide alweer. „Het was niet mijn bedoeling om het voor u te verzwij- gen. Ik heb het alleen vergeten. Net een half uurtje geleden schoot het in mijn ge- dachten en Edith en ik hebben er toen al- door over gesproken. Wij hebben samen een kamer, weet u. Ik had er natuurlijk aan moeten denken, maar 't is zoo iets gewoons, dat iemand komt vragen of ik hem de ka mer van een vriend wil wijzen, dat het to taal door mijn hoofd is gegaan". „Wat zeg je daar?" Beide inspecteurs sprongen op en toonden voor het eerst be langstelling voor het verhaal van juffrouw Dartle en toen zij dat merkte, kreeg ze wat meer zelfvertrouwen en haar gezicht hel- derde op. „Het was die vriendelijke, oude heer van nummer vijftig", zei ze. „Hij kwam pas vandaag, maar ik weet zijn naam heel goed, want toen ik binnenkwam om de sprei van het bed te halen, stond er een geopende koffer en toen ik die dichtmaakte las ik zijn naam op de label. Mr. Lionel Birch". David kwam er tusschen. Laten wij alles nog eens even nagaan zei hij. „Wie vroeg jou den weg en naar wiens kamer?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 5