HeuiMetw VACANTIE EEN VEELBEWOGEN Mijnhardtje Haagsche N.S.B.ers overtraden de wet op de weerkorpsen. 27 jongelieden in voorioopige bewaring gesteld. Politie-inval in kelder te Den Ha~g. De mcmtreaelen voor de voedselvoorziening. 23 koeien en een paard bij een brand omgekomen Nederlandsche vrachtboot aangevaren door een Britsch schio. Geen persoon'ijke onge'ukken. Dieseltrein op vrachtauto gereden. Twee inzittenden ernstig gewond. Verhooging crediet voor werkverruiming met f 30 millioen. MEVROUW HOOGSTRATEN—SCHOCH GEHULDIGD. GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 12 DECEMBER 1939. De Haagsche politie heeft van- avond omstreeks negen uur een in- val gedaan in het perceel de Mient 158, waarin is gevestigd een zaak in grafzerken en grafmonumenten. De inval geschiedde, omdat de politie vermoedde, dat in den kelder van dit perceel handelingen gebeurden, welke in. strijd zijn met de wet op weerkorpsen. Een gezelschap van 27 .ionge niannen, alien leden van de N.S.B. werd aangetroffen en in ver- zekerde bewaring gesteld. Omstreeks 9 uur gisteravond verzamel- den zich onder leiding van commissairs W Hoi in de omceving van het huis eenige in- specteurs en rechercheurs. Toen men het oogenblik gekomen achtte een onderzoek in te stellen werd eerst eenmaal en vervol- gens nog een tweede keer op de winkeldeur geklopt Toen deze werd geopend stormden de politiemannen naar binnen, zij renden onmiddellijk het trapje af, dat naar de kel der leidt en toen zij de kelderdeur openden, zagen zij in de onderaardsehe ruimte ver scheidene jongemannen, die in twee groe- pen vrije- en orde-oefeningen uitvoerden. De kelderroosters waren afgedekt met matten, zoodat geen liehtschijnsei naar bui- ten kon doordringen. Met het doel het geluid te dem- pen, lagen ook op den grond mat- ten. Het gezelschap bestond uit 27 jongemannen tusschen de 18 en-25 jaar. De oefeningen stonden onder leiding van een 20-jarigen jongen W. A. S. Zij alien zijn lid van de N. S.B. De politie vond in den kelder, welke geheel onder den winkel doorloopt, enkele florets, bokshand- schoenen, aan den muur een portret van Mussert, een N.S.B.- vlag, benevens eenige N.S.B.-emble- men. Ook werd een gramofoon in beslag genomen. Het gezelschap is met eenige arrestanten- wagens naar het hoofdbureau van politie vervoerd en in voorioopige poiltiebewaring gesteld. De eigenaar van de zaak is op het oogen blik in militairen dienst. Zijn vrouw was thuis en is eveneens naar het hoofdbureau van politie opgebracht. De zaak wordt thans tijdelijk beheerd door den sehoonvader van den eigenaar, den heer C., wonende op het Newtonplein. Ook hij is in den loop van den avond aangehouden en naar het hoofdbu reau van politie overgebracnt. De hoofdcommissaris van politie. de heer N. G. van der Mey, was bij den inval tegen- woordig. In een nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag nopens het ont- werp tot verlenging van den geldigheids- duur van de wet van 30 Sept. 1938 zegt de minister o.m.: Overeenkomstig zijn aanvankelijk voor- nemen is spoedig na de gebeurtenissen van September 1938 de voorbereiding van een definitief ontwerp ter vervanging van de tijdelijke bevoegdheden ten behoeve van de voedselvoorziening ter hand genomen Tel- kens bleek echter. dat de nieuwe wet or veel punten een doublure zou worden van de landbouw-crisiswet 1933. Bovendien trad telkenmale naar voren de vraaf of het niet zeer moeilijk zou zijn in de te nemen maatregelen (o.a. bij de financie ring) te onderscheiden of deze ten behoeve van de voedselvoorziening zouden dienen of wel geheel of ten deele mede tot steun aan den landbouw. Daarom is de minister omtrent nieuwe wettelijke voorzieningen te dezer zaken in overleg met zijn ambtege- noot van financien getreden. Binnenkort zullen nadere voorstellen bij de Kamer aanhangig worden gemaakt. In den afgeloopen nacht is de kapitale boerderij van P. Bolt te Heogemeden, gem. Aduard, door nog niet bekende oorzaak een prooi der vlammen geworden. Een aangren- zende schuur werd eveneens door het vuui vemield. De brand, welke ontstaan is in de boer derij, nam spoedig een grcoten om^ang aan. De brandweer uit Aduard bestreed het vuur met alle kracht. Zij kon echter niet verhirtderen, dat de geheele boerderij ver- loren ging. De schuur kon zij evenmin be- houden. Drie-en-twintig kce'°n en een paard kwamen in de vlammen om. In het Kanaal aan de Zuidoost- kust van Engeland heeft zich gis- teren een aanvaring voorgedaan tusscher het Britsche s.s. ..Frances Dawson" en 't Nederlandsche vrachtschip „Snar" uit Rotterdam. Door de kracht van de botsing werd de scheepswand van de Frances Dawson achter het kuildek van het dek tot aan de waterlijn opengereten, waarbij nog verdere averij werd veroorzaakt. Onder meer werden de reddingbooten aan stuurboordzijde stukgeslagen. Het roer van de Spar werd nagenoeg van het schip afgescheurd. De kustreddingboot, welke te hulp was gesneld, bleef verscheidene uren in de na- hijheid, doch keerde naar haar standplaals terug toen de beide schepen veilig voor anker waren gegaan. De Spar behoort toe aan de N. V. Hudig en Pieters, algemeene scheepvaart mij. te Rotterdam en heeft een bruto inhoud van 3616 ton. Het schio was onderweg van New York naar Rotterdam en heeft een lading sojaboonen, bestemd voor de Nederland sche regeering, aan boord. Volgens door de reederij over het ongeval cntvanger. inlichtingen, zou de Spar doer het Britsche schip zijn aangevaren, toen het tijdens mist voor anker lag. De averij van de Spar zou niet van em - stigen aard zijn. Persoonlijke ongelukkeo hebben zich aan boord van het Nederland sche schip niet voorgedaan. Kapitein van de Spar is de heer de Wit. De Frances Dawson is een schip van 3724 bruto ton. Nederlandsch Keukenzout: FOZO 'n waarborg tegen Nederlandsch Tafelzout: Boekelo's Tafelzoutfijn en zuiver. Per bus van 340 gr 15 a. Bus van 200 gr: 1 0 ct. Stro^iT (gpvuk'h 10 ct struma, bevat n met te proeven spoortje jodium Per 8 ct. Naar t Engelsch van Maxwell March. 23) „Kijk eens", zei ze. „Trekt het je niet aan? Daar is het fijnste plekje op aarde, om eens rustig te zitten". Judy lachte haar verlegen toe en keetc over haar schouder naar de kleine oase, die de ander haar had aangeduid. Het was een met gras begroeid plekje, een stukje prachtige natuur, dat door de tuinlieden nog mooier was gemaakt. Het was een twintig voet boven het groote ter ras gelegen en het was eigenlijk een kleine liitholling in de rots, halverwege het terras van het hotel en de tweede promenade. Er groeiden een massa rotsplanten en mid den op het grasveldje stonden twee gemak- kelijke dekstoelen, op een tafeltje lag een stapeltje tijdschriften en er stond een groo te, vroolijk gekleurde parasol, die voor een schaduwrijk plekje in het felle zonlicht zorgde. Het zag er werkelijk aanlokkelijk uit.. Ju dy aarzelde en was verloren. Marguerite was een persoontje, dat ge- wend was haar zin door te drijven. „Kom mee", zei ze. „Je doet net of je bang bent, maar dat is belaehelijk. Kom mee en ga zitten". Judy voelde zich erg aangetrokken door het heerlijke plekje beneden den tuinmuur van het hotel. „Ik ontdekte gisteren dit plaatsje", merk- te juffrouw Ferney op, terwijl ze Judy hie'p met zitten gaan, „en zoodra ik het zag zei ik tot mijzelf: Dat is nu juist een hoekje voor jou om eens rustig te zitten". Ik sprak met den gerant en die heeft het voor mij in orde gemaakt. Nogal sentimenteel van me, vind je niet?" Judy keek haar mooie gezellin met een mengeling van vrees en ontzag aan. Ze voelde zich door de ontmoeting van den vorigen avond niet erg op haar gemak. maar Marguerites persoonlijkheid was zoo meesleepend, dat ze gemakkelijke vertrou- wen inboezemde. Judy vond het erg prettig om naar haar te luisteren en begon van haar te houden. „Ja, het is heerlijk hier", zei ze, terwijl ze diep weggedoken in haar stoel met kus- sens uitkeek over het glinsterende water, waarop de zeilen van de kleine visschers- bootjes blonken als vlindertjes in de zon. „Ik vind het heel vriendelijk van u, dat u mij gevraagd hebt hier te komen, juffrouw Ferney". „0, mijn lieve kind, zoo moet je er niet over denken. Ik had behoefte om wat met iemand te praten, en jij zag er net zoo ver- laten uit als ik. Vertel eens, waar zit die knappe neef van je? Je zei toch, dat het een neef van je was, is het niet? Ik bedoel, dien ik gisteravond heb gezien". „Nee, hij fs heelemaal geen familie van me", zei Judy blozend. „Och lieve". Juffrouw Femey zag er be- rouwvol uit. „Ik hoop, dat ik geen apartje in den war gestuurd heb. Maar hij isbuiten- Gisteravond is een dieseltrein, welke op weg was van Gouda naar Utrecht, op den onbewaakten overweg aan den Zwar- teweg, op een uit de richting Reeuwijk komende vrachtauto gereden. De bestuur- der van de auto, de heer Graafland en de mede-inzittende, de heer de Bruyn, bei- den uit Berg-Ambacht, werden ernstig gewond en moesten naar het van Iterson- ziekenhuis te Gouda worden vervoerd. Tengevolge van. de botsing liep de die seltrein, een ledige materiaaltrein, uit de rails. Hierdoor werd het verkeer Gouda- Utrecht op het baanvak Gouda-Oudewater gestagneerd. Alle treinen van en naar Utrecht worden thans over enkel spoor geleid. Omtrent het ongeluk op den onbewaak ten overweg bij Gouda vernemen wij nader het volgende: Toen de vrachtauto, een tractor met op- legger, toebehoorende aan de timmerfa- briek ..Samenwerking" te Berg-Ambacht, giste: end tegen zeven uur uit de rich- ting ..eeuwijk den overweg naderde, kwam een stoomtrein uit de richting Utrecht aan, welke op weg was naar Gouda en den overweg passeerde. Van de andere zijde kwam even later de uit een ledig treinstel van twee rijtuigen bestaande dieseltrein, welke om 18.48 uur het station Gouda had verlaten, met bestemming Utrecht. De 32-jarige bestuurder van de vracht auto, J. Graafland, die den stoomtrein liet passeeren, heeft blijkbaar geen aandacht geschonken aan den naderenden diesel trein, hoewel de wagenbestuurder, de heer Varion uit Utrecht, iuide signalen gaf. De chauffeur reed door met het gevolg, dat de auto midder op de spoorbaan door den dieseltrein werd gegrepen. De autobe- stuurder en zijn metgezel, de negentien- jai.ge fabrieksarbeider A. J de Bruyn, d:e met militair verlof was, werden uit de cabine geslingerd, waardoor zij aan den dood ontkwamen. G. kwam onder aan den spoordijk bij een sloot terecht, waar hij bewuste'oos met hoofdwonden werd gevonden. De B. sloeg op de spoorbaan neer en bleek slechts lichte verwondingen aan hoofd .handen en beenen te hebben oogeloopen. De tractor en de oplegger vlogen tegen een mist van het electrische net, waar zij als een verwrongen massa bleven liggen. In het ziekenhuis vernamen wij bij infor- matie, dat de toestand van G. gisteravond met levensgevaarlijk was. Van den dieseltrein, welke een snelheid van vijftig kilometer had, ontspoorde bij de botsing een der rijtuigen ,dat nog twee- honderd meter naast de rails doorreed. Het gevolg van het deraillement was, dat aPe treinen op he baanvak Gcude-Oude- water op enkel spoor (noesten rijden. waardoor verscheidene treinen mossten uitvallen en de overige in beide richtin- gen een half uur vertraging idden. Een materieeltrein "'it Utrecul arriveer- de spoedig, waarna met het opruimings- werk werd begonnen. Het liet zich aan- zien, dat het tot diep in den nacht zou duren voor de gederailleerde trein weer in het go&de spoor zou staan. EEN DER GEREDDEN VAN DE ..BOLIVAR" VEROORDEELD. Wegens bezit van vervalschte papieren. Alfred Auer, een der geredden van de „Simon Bolivar", is gister in Gildenhal (Eng.) tot gevangenisstraf veroordeeld op grond van overtreding der vreemdelingen- wet. Veertien dagen geleden werd zijn zaak in het openbaar behandeld, doch de zitting van gisteren geschiedde met gesloten deu- ren. Na afloop der zitting werd officieel mede- gedeeld, dat Auer schuldig was bevonden en veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maar.den met dwangarbeid. Hij was er van beschuldiga onjuiste inlichtingen over zich zelf te hebben verschaft, toen hij een toevlucht zoch in Groot Britannie. Het bleek, dat hij in het bezit was van het paspoort van een Nocrsch advocaat wiens naam hij had opgegeven. Bezwaren tegen cultuur- technische werken weerlegd. Aan de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp tot verhooging van het zeven- ae hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1939 (verhooging crediet voor werkverruiming met f 30 millioen) wordt ontleend: De bezwaren, door enkele leden ontwikkeld tegen de uitvoering van cultuurtechnische werken, inzon- derheid van ontginningen, kunnen de ministers niet onderschrijven. Bij de beoordeeling van het kosten- vraagstuk bij deze werken dient toch niet uit het oog te worden verloren, dat de kosten, welke ten laste van de overheid blijven, slechts weinig meer bedragen, dan de kosten van ondersteuning, indien deze werken onuitgevoerd bleven. Daarenboven dragen, in tegenstel- ling met vele andere werken, juist de cultuurtechnische werken een bij uitstek arbeidsintensief karak- ter, terwijl na de voltooiing van het werk een blijvende werkverruiming wordt verkregen. In dit opzicht verdienen ontginningen naar de meening van de ministers in het clgemeen de voorkeur boven bebosschingen. al wordt daar, waar zulks nuttig en verant- woord is, ook tot bebossching bij wijze van werkverruiming overgegaan. De beteekenis van de beschikking over goeden cultuurgrond is in het huidige tijds- gewricht duidelijker dan ooit gebleken. Tegenover de bezwaren van enkele leden tegen de verzwaring van de lasten van het landbouwcrisisfonds als gevolg van de om- zetting van woesten grond in cultuurgrond. doen de ministers opmerken, dat het hier gaat om een afweging van belangen. waar- van de consequenties moeten worden aan- vaard. Het geringere euvel van verzwaring der lasten van het landbouwcrisisfonds wordt door de ministers aanvaard, omdat hierdoor het grootere goed wordt verkregen van een intensieve bestrijding der werkloosheid, met als gevolg een blijvende werkverruiming. Bovendien zal hier niet uitsluitend acht moeten worden geslagen op de ongunstige omstandieheden van het oogenblik, doch zal ook rekening mogen worden gehouden met de ontwikkeling naar meer gestabili- seerde verhoudingen, waarbij in verband met de toenemende dichtheid van de bevol- king de beschikking over voldoenden cul tuurgrond als levensbelang voor ons volk moet worden aangemerkt. Industrialisatie. Van de beteekenis der industrialisatie als middel tot bestrijding der werkloosheid, met name in de groote centra, zijn ook de ministers ten voile overtuigd. Echter doet zich juist hier, tengevolge van de bijzon- dere tijdsomstandigheden, de werking van remmende factoren krachtig gevoelen. Niettemin blijven de ministers bij voortduring op bevordering der in dustrialisatie bedacht. Zij zullen niet nalaten van mogelijkheden, welke zich voordoen, gebruik te maken, indien zulks economisch verantwoord is. De beduchtheid van enkele leden voor concurrence, welke gesubsidieerde bedrij- ven niet-gesubsidieerden zouden kunnen aandoen, kunnen de ministers niet deelen. Immers, waar hier van geval tot geval een beslissing zal moeten worden genomen, zal deze zijde van het vraagstuk telkens in het onderzoek kunnen worden betrokken. Wanneer de uitbreiding der tewerkstel- ling haar beslag zal hebben verkregen, kan op dit oogenblik nog niet worden medege- deeld. Er wordt met kracht en voortva- rendheid naar opvoering van het aantal tewerkgestelden gestreefd, doch de rem mende invloeden als gevolg van de tijds omstandigheden doen zich hierbij sterk ge voelen. De stelling, dat de aard der te verrichten werkzaamheden beslissend moet zijn voor de vraag, of uitvoering, hetzij in werkver- schaffing, of hetzij als werkfondswerk ge- oorloofd is, kunnen de ministers in haar al- gemeenheid niet onderschrijven. Een der eerste overwegingen toch bij de vraag, of een bepaald werk als vrij werk dan wel op een der genoemde wijzen zal worden uitge- voerd, zal moeten zijn, of zonder bijzondere hulp het werk althans voor geruimen tijd onuitgevoerd zou blijven. De bijzondere verm van financiering dient in deze geval- len om, mede met het oog op het belang van werkverruiming, vervroegde uitvoering van het werk mogelijk te maken. Instelling van commissies van overleg bij de verschillende werkverschaffingen ligt niet in het voomemen. De huidige regeling biedt voldoende gelegenheid tot overleg met de vakorganisaties. De meerderheid van de vakorganisaties is trouwens eveneens van de wenschelijkheid van commissies als hier bedoeld niet overtuigd. vlucht direct voor Dc cchte «ijn niet rond, en' hartvormig. Op bijzonder hartelijke wijze is gister- middag de bekende schrijfster mevrouw A. HoogstratenSchoch uit Zeist in het Jaar- beursrestaurant te Utrecht gehuldigd door een groote schare vrienden en belangstel- lenden in ver band met haar zeventigsten verjaardag. Tal van autoriteiten luisterden dezen bijeenkomst door hun aanwezigheid op. Onder hen bevonden zich o.m. de mi nister-president, jhr. mr. D. J. de Geer. Hij deelde de jubilaresse in een toespraak mede, dat het de koningin heeft behaagd mevr HoogstratenSchoch te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ingevolge de invaliditeits- en ouder- domswet. - Op 1 November 1939 werden 44068 weduwenrenten en 14428 weezenrenten krachtens de invaliditeitswet genoten, ter wijl op genoemden datum krachtens art. 373 dier wet 112803 personen in het genot war»r. van een als vrucht hunner verzekering ver kregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 75956 personen een invaliditeitsrente als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens art. 24 der ouderdomswet 1919 waren op vorengenoemden datum 105094 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouder domsrente van drie gulden per week. Door auto gegrepen. - Gisteravond is een 56-jarig wielrijder in de Bilderdijkstraat te Amsterdam door een personenauto ge grepen en tegen den grond geworpn. De mtpi werd ernstig gewond. Hij is in zorgwek- kenden toestand naar het Wilhelmina Gast- huis overgebracht. Bataafsche schenkt nog drie ontspan- ningsgebouwen. - Met groote erkentelijkheid en waardeering geeft het hoofd van de sectie Ontwikkeling en Ontspanning van het alge- ireen hoofdkwartier kennis van het feit, dat de Bataafsche Petroleum Maatschappij, ver- rast door de ontvangst welke aan de door haarg eschonken ontspanningsgebouwen van de zijde der gemobiliseerden in Renswouae en in Langenboom ten deel is gevallen, be- sloten heeftf nog een drietal van soortge- lijke gebouwen ter beschikking van den opperbevelhebber van land- en zeemacht te stellen. 600 uit bureau gestolen. - Vannacht is ingebroken in een villa aan de Haring- vlietstraat te Amsterdam. Men had zich door een raam op te maken toegang tot de wo- ning verschaft. Uit een bureau worden zes- honderd gulden weggenomen. Ontvangsten Nederlandsche Spoorwe- gen. - De ontvangsten van de Nederlandsche Spoorwegen over de maand September 1939 bedroegen: reizigers en bagage 4.615.648 v.j. 4.627.210), brief- en pakketpost f 205.000 (als v.j.), goederen en levende dieren f 4.237.217 (v.j. 3.528.583), diversen f 238.765 (v.j. 142.957). De Nederlanders te Lemberg. - Blijkens een door het departement van buitenlandsche zaken ontvangen bericht van 9 December bevinden alle Nederlanders te Lemberg (Lwow) zich in goeden welstand. gewoon knap, mijn beste kind. Ik ben hee lemaal weg van hem''. Judy vond het niets prettig. Ze had ge- probeerd zoo min mogelijk aan David te denken. maar dat was haar heel moeilijk gevallen. Hun onvergetelijken eersten mid- dag kon zij maar niet uit haar geheugen bannen en aldoor moest ze er met weemoed aan terugdenken. Marguerite Ferney praatte maar door. „Vertel mij eens", zei ze. „Wat voer je hier toch in je eentje uit? Je hebt toch nie- mand hier, is het wel? Ik bedoel, behalve dien buitengewoon knaopen jongen man. Judy wist niet, wat te antwoorden. Ge- woonlijk was ze niet erg mededeelzaam, maar ofschoon Marguerite Ferney haar in- tens irriteerde als ze over David sprak. vond ze haar niet onsympathiek en het was zeker heel lief van haar geweest. om haar mee te nemen naar dit zalige plekje. „Ja, zeker", zei ze. „Mijn voogd is ook hier. sir Leo Thyn". „Is het heusch? Je bent hier voor je ge- zondheid, veronderstel ik?" De oogen van de andere vrouw waren strak op haar ge- laat gericht en Judy voelde. dat ze haar ge- heim doorgrond had. Ze kreeg een kleur onder haar make-up. „Ja". zei ze onthutst. „Ik ben eigenlijk nooit goed in orde geweest". „Altijd ziek? O, lieve kind, wat tragisch! Je moet me belooven, dat je aldoor hier zult komen, wanneer je er maar lust toe voelt. Ik zal het erg prettig vinden, je hier te hebben, dat is heusch waar. En vertel me nu alles van jezelf". Judy begon er meer en meer spijt van te krijgen, dat ze dadelijk op Marguerites uit- noodiging was ingegaan, maar niettemin kon zij het niet helpen, dat zij zich erg tot de andere vrouw aangetrokken voelde. Ze keek haar van onder haar half gesloten oogleden nadenkend aan. Marguerite Ferney scheen van haar aar- zeling niets te merken en de uitdrukking van haar gezicht was onschuldig en vrien delijk. Toen ze weer doorging met praten, had ze het over allerlei onbeduidende dingen en Judy maakte zich verwijten, dat ze noodsloos achterdochtig was. Marguerite Ferney was een meesteres in de kunst om een ander aan het praten te krijgen en zij paste al haar kunstgrepen op Judy toe, met een vernuft, dat Judy haar eigen geslotenheid langzamerhand belaehe lijk vond. Toen haar vrees en achterdocht heele maal weggevaagd waren en Judy aan niets anders me-'" dacht dan aan de innemend- heid van haar nieuwe vriendin, speelde juffrouw Ferney haar troefkaart uit. „Wat een consternatie gisterenavond in de stad", zei ze. ..Ik hoop maar, dat al die arme menschen, die toch op de vacantie- gangers zijn aangewezen, er niet te veel schade van zullen hebben. Nu weet ieder- een het al. De menschen zijn gek, alles stroomt erheen. Je kunt het je niet voor stellen. Je hebt het natuurlijk ook gele- zen?" Ze zocht in een krant, die op haar schoot lag, en gaf die plotseling aan het meisje. Het eerste wat Judy zag, was een politie- foto van den man, met wien zij had zullen trouwen en daaronder stond in vette letters gedrukt: „Johnny Deane, alias „de Majoor", werd gisterenavond laat in een klein hotel in Westbourne doorgeschoten gevonden". De krant, een extra editie van de Evening Telegram, ontglipte aan haar handen en Marguerite Ferney, die haar oplettend had aangezien, boog zich voorover. „Mijn lieve kind", zei ze. „Wat heb je? Kende je hem? Och, arm klein ding, je moet mij in vertrouwen nemen. Daar sta ik op. Misschien kan ik iets doen om je te hel pen". Judy raapte de krant weer op en deed zich geweld aan om verder te lezen. Een vreemd geluid ontsnapte haar, toen zij een ander bericht onder de oogen kreeg. „De politie hecht er veel waarde aan, om een onderhoud te hebben met een man, Lionel Birch genaamd, die tijdens de mis- daad in het Empress hotel logeerde. Hij vertrok direct daarna en zijn verblijfplaats is tot nu toe niet gevonden". „Juffrouw Wellington, je bent zoo bleek als een doek. Je ziet er uit of je flauw zult vallen. Toe vertel me toch alles. Ik heb veel invloed bij verschillende hooge heeren. Mis schien kan ik iets voor je doen. Wil je mij niet vertrouwen, lieve?" De woorden stierven op haar lippen. Er was een schaduw op haar schoot gevallen en toen zij opkeek werd zij een langen, ma- geren, ouden man gewaar, die boven aan de trap stond en haar onderzoekend aankeek. Saxon Marsh was doorgaans geen pret- tige persoon om aan te zien, maar om hem zoo opeens te zien, terwijl hij naar iemand tuurde, dat zou iedere gewone vrouw ver- schrikt hebben; maar Marguerite Femey was heelemaal geen gewone vrouw. „En wat wilt u?" vroeg zij op zachten toon. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 5