HeuiMetw
VACANTIE
EEN VEELBEWOGEN
Mijnhardtje
Haagsche N.S.B.ers overtraden de wet op de
weerkorpsen.
27 jongelieden in voorioopige
bewaring gesteld.
Politie-inval in kelder te
Den Ha~g.
De mcmtreaelen voor de
voedselvoorziening.
23 koeien en een paard
bij een brand
omgekomen
Nederlandsche vrachtboot
aangevaren door een
Britsch schio.
Geen persoon'ijke
onge'ukken.
Dieseltrein op vrachtauto
gereden.
Twee inzittenden ernstig
gewond.
Verhooging crediet voor
werkverruiming met
f 30 millioen.
MEVROUW HOOGSTRATEN—SCHOCH
GEHULDIGD.
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 12 DECEMBER 1939.
De Haagsche politie heeft van-
avond omstreeks negen uur een in-
val gedaan in het perceel de Mient
158, waarin is gevestigd een zaak in
grafzerken en grafmonumenten. De
inval geschiedde, omdat de politie
vermoedde, dat in den kelder van
dit perceel handelingen gebeurden,
welke in. strijd zijn met de wet op
weerkorpsen. Een gezelschap van
27 .ionge niannen, alien leden van de
N.S.B. werd aangetroffen en in ver-
zekerde bewaring gesteld.
Omstreeks 9 uur gisteravond verzamel-
den zich onder leiding van commissairs W
Hoi in de omceving van het huis eenige in-
specteurs en rechercheurs. Toen men het
oogenblik gekomen achtte een onderzoek
in te stellen werd eerst eenmaal en vervol-
gens nog een tweede keer op de winkeldeur
geklopt Toen deze werd geopend stormden
de politiemannen naar binnen, zij renden
onmiddellijk het trapje af, dat naar de kel
der leidt en toen zij de kelderdeur openden,
zagen zij in de onderaardsehe ruimte ver
scheidene jongemannen, die in twee groe-
pen vrije- en orde-oefeningen uitvoerden.
De kelderroosters waren afgedekt met
matten, zoodat geen liehtschijnsei naar bui-
ten kon doordringen.
Met het doel het geluid te dem-
pen, lagen ook op den grond mat-
ten. Het gezelschap bestond uit 27
jongemannen tusschen de 18 en-25
jaar. De oefeningen stonden onder
leiding van een 20-jarigen jongen
W. A. S. Zij alien zijn lid van de N.
S.B. De politie vond in den kelder,
welke geheel onder den winkel
doorloopt, enkele florets, bokshand-
schoenen, aan den muur een
portret van Mussert, een N.S.B.-
vlag, benevens eenige N.S.B.-emble-
men. Ook werd een gramofoon in
beslag genomen.
Het gezelschap is met eenige arrestanten-
wagens naar het hoofdbureau van politie
vervoerd en in voorioopige poiltiebewaring
gesteld.
De eigenaar van de zaak is op het oogen
blik in militairen dienst. Zijn vrouw was
thuis en is eveneens naar het hoofdbureau
van politie opgebracht. De zaak wordt thans
tijdelijk beheerd door den sehoonvader van
den eigenaar, den heer C., wonende op het
Newtonplein. Ook hij is in den loop van den
avond aangehouden en naar het hoofdbu
reau van politie overgebracnt.
De hoofdcommissaris van politie. de heer
N. G. van der Mey, was bij den inval tegen-
woordig.
In een nota aan de Tweede Kamer naar
aanleiding van het verslag nopens het ont-
werp tot verlenging van den geldigheids-
duur van de wet van 30 Sept. 1938 zegt de
minister o.m.:
Overeenkomstig zijn aanvankelijk voor-
nemen is spoedig na de gebeurtenissen van
September 1938 de voorbereiding van een
definitief ontwerp ter vervanging van de
tijdelijke bevoegdheden ten behoeve van de
voedselvoorziening ter hand genomen Tel-
kens bleek echter. dat de nieuwe wet or
veel punten een doublure zou worden van
de landbouw-crisiswet 1933.
Bovendien trad telkenmale naar voren de
vraaf of het niet zeer moeilijk zou zijn in de
te nemen maatregelen (o.a. bij de financie
ring) te onderscheiden of deze ten behoeve
van de voedselvoorziening zouden dienen
of wel geheel of ten deele mede tot steun
aan den landbouw. Daarom is de minister
omtrent nieuwe wettelijke voorzieningen
te dezer zaken in overleg met zijn ambtege-
noot van financien getreden.
Binnenkort zullen nadere voorstellen bij
de Kamer aanhangig worden gemaakt.
In den afgeloopen nacht is de kapitale
boerderij van P. Bolt te Heogemeden, gem.
Aduard, door nog niet bekende oorzaak een
prooi der vlammen geworden. Een aangren-
zende schuur werd eveneens door het vuui
vemield.
De brand, welke ontstaan is in de boer
derij, nam spoedig een grcoten om^ang
aan. De brandweer uit Aduard bestreed het
vuur met alle kracht. Zij kon echter niet
verhirtderen, dat de geheele boerderij ver-
loren ging. De schuur kon zij evenmin be-
houden. Drie-en-twintig kce'°n en een
paard kwamen in de vlammen om.
In het Kanaal aan de Zuidoost-
kust van Engeland heeft zich gis-
teren een aanvaring voorgedaan
tusscher het Britsche s.s. ..Frances
Dawson" en 't Nederlandsche
vrachtschip „Snar" uit Rotterdam.
Door de kracht van de botsing
werd de scheepswand van de
Frances Dawson achter het kuildek
van het dek tot aan de waterlijn
opengereten, waarbij nog verdere
averij werd veroorzaakt. Onder
meer werden de reddingbooten aan
stuurboordzijde stukgeslagen. Het
roer van de Spar werd nagenoeg
van het schip afgescheurd.
De kustreddingboot, welke te hulp was
gesneld, bleef verscheidene uren in de na-
hijheid, doch keerde naar haar standplaals
terug toen de beide schepen veilig voor
anker waren gegaan.
De Spar behoort toe aan de N. V. Hudig
en Pieters, algemeene scheepvaart mij. te
Rotterdam en heeft een bruto inhoud van
3616 ton. Het schio was onderweg van New
York naar Rotterdam en heeft een lading
sojaboonen, bestemd voor de Nederland
sche regeering, aan boord.
Volgens door de reederij over het ongeval
cntvanger. inlichtingen, zou de Spar doer
het Britsche schip zijn aangevaren, toen het
tijdens mist voor anker lag.
De averij van de Spar zou niet van em -
stigen aard zijn. Persoonlijke ongelukkeo
hebben zich aan boord van het Nederland
sche schip niet voorgedaan. Kapitein van de
Spar is de heer de Wit.
De Frances Dawson is een schip van
3724 bruto ton.
Nederlandsch Keukenzout:
FOZO 'n waarborg tegen
Nederlandsch Tafelzout:
Boekelo's Tafelzoutfijn en
zuiver. Per bus van 340 gr
15 a. Bus van 200 gr: 1 0 ct.
Stro^iT (gpvuk'h 10 ct
struma, bevat n met te
proeven spoortje jodium Per
8 ct.
Naar t Engelsch
van
Maxwell March.
23)
„Kijk eens", zei ze. „Trekt het je niet
aan? Daar is het fijnste plekje op aarde, om
eens rustig te zitten".
Judy lachte haar verlegen toe en keetc
over haar schouder naar de kleine oase, die
de ander haar had aangeduid.
Het was een met gras begroeid plekje,
een stukje prachtige natuur, dat door de
tuinlieden nog mooier was gemaakt. Het
was een twintig voet boven het groote ter
ras gelegen en het was eigenlijk een kleine
liitholling in de rots, halverwege het terras
van het hotel en de tweede promenade.
Er groeiden een massa rotsplanten en mid
den op het grasveldje stonden twee gemak-
kelijke dekstoelen, op een tafeltje lag een
stapeltje tijdschriften en er stond een groo
te, vroolijk gekleurde parasol, die voor een
schaduwrijk plekje in het felle zonlicht
zorgde.
Het zag er werkelijk aanlokkelijk uit.. Ju
dy aarzelde en was verloren.
Marguerite was een persoontje, dat ge-
wend was haar zin door te drijven.
„Kom mee", zei ze. „Je doet net of je
bang bent, maar dat is belaehelijk. Kom
mee en ga zitten".
Judy voelde zich erg aangetrokken door
het heerlijke plekje beneden den tuinmuur
van het hotel.
„Ik ontdekte gisteren dit plaatsje", merk-
te juffrouw Ferney op, terwijl ze Judy hie'p
met zitten gaan, „en zoodra ik het zag zei
ik tot mijzelf: Dat is nu juist een hoekje
voor jou om eens rustig te zitten". Ik sprak
met den gerant en die heeft het voor mij
in orde gemaakt. Nogal sentimenteel van
me, vind je niet?"
Judy keek haar mooie gezellin met een
mengeling van vrees en ontzag aan. Ze
voelde zich door de ontmoeting van den
vorigen avond niet erg op haar gemak.
maar Marguerites persoonlijkheid was zoo
meesleepend, dat ze gemakkelijke vertrou-
wen inboezemde. Judy vond het erg prettig
om naar haar te luisteren en begon van
haar te houden.
„Ja, het is heerlijk hier", zei ze, terwijl
ze diep weggedoken in haar stoel met kus-
sens uitkeek over het glinsterende water,
waarop de zeilen van de kleine visschers-
bootjes blonken als vlindertjes in de zon.
„Ik vind het heel vriendelijk van u, dat u
mij gevraagd hebt hier te komen, juffrouw
Ferney".
„0, mijn lieve kind, zoo moet je er niet
over denken. Ik had behoefte om wat met
iemand te praten, en jij zag er net zoo ver-
laten uit als ik. Vertel eens, waar zit die
knappe neef van je? Je zei toch, dat het een
neef van je was, is het niet? Ik bedoel, dien
ik gisteravond heb gezien".
„Nee, hij fs heelemaal geen familie van
me", zei Judy blozend.
„Och lieve". Juffrouw Femey zag er be-
rouwvol uit. „Ik hoop, dat ik geen apartje
in den war gestuurd heb. Maar hij isbuiten-
Gisteravond is een dieseltrein, welke op
weg was van Gouda naar Utrecht, op
den onbewaakten overweg aan den Zwar-
teweg, op een uit de richting Reeuwijk
komende vrachtauto gereden. De bestuur-
der van de auto, de heer Graafland en de
mede-inzittende, de heer de Bruyn, bei-
den uit Berg-Ambacht, werden ernstig
gewond en moesten naar het van Iterson-
ziekenhuis te Gouda worden vervoerd.
Tengevolge van. de botsing liep de die
seltrein, een ledige materiaaltrein, uit de
rails. Hierdoor werd het verkeer Gouda-
Utrecht op het baanvak Gouda-Oudewater
gestagneerd. Alle treinen van en naar
Utrecht worden thans over enkel spoor
geleid.
Omtrent het ongeluk op den onbewaak
ten overweg bij Gouda vernemen wij nader
het volgende:
Toen de vrachtauto, een tractor met op-
legger, toebehoorende aan de timmerfa-
briek ..Samenwerking" te Berg-Ambacht,
giste: end tegen zeven uur uit de rich-
ting ..eeuwijk den overweg naderde,
kwam een stoomtrein uit de richting
Utrecht aan, welke op weg was naar Gouda
en den overweg passeerde. Van de andere
zijde kwam even later de uit een ledig
treinstel van twee rijtuigen bestaande
dieseltrein, welke om 18.48 uur het station
Gouda had verlaten, met bestemming
Utrecht.
De 32-jarige bestuurder van de vracht
auto, J. Graafland, die den stoomtrein liet
passeeren, heeft blijkbaar geen aandacht
geschonken aan den naderenden diesel
trein, hoewel de wagenbestuurder, de heer
Varion uit Utrecht, iuide signalen gaf. De
chauffeur reed door met het gevolg, dat
de auto midder op de spoorbaan door den
dieseltrein werd gegrepen. De autobe-
stuurder en zijn metgezel, de negentien-
jai.ge fabrieksarbeider A. J de Bruyn,
d:e met militair verlof was, werden uit de
cabine geslingerd, waardoor zij aan den
dood ontkwamen. G. kwam onder aan
den spoordijk bij een sloot terecht, waar
hij bewuste'oos met hoofdwonden werd
gevonden. De B. sloeg op de spoorbaan
neer en bleek slechts lichte verwondingen
aan hoofd .handen en beenen te hebben
oogeloopen.
De tractor en de oplegger vlogen tegen
een mist van het electrische net, waar zij
als een verwrongen massa bleven liggen.
In het ziekenhuis vernamen wij bij infor-
matie, dat de toestand van G. gisteravond
met levensgevaarlijk was.
Van den dieseltrein, welke een snelheid
van vijftig kilometer had, ontspoorde bij
de botsing een der rijtuigen ,dat nog twee-
honderd meter naast de rails doorreed.
Het gevolg van het deraillement was, dat
aPe treinen op he baanvak Gcude-Oude-
water op enkel spoor (noesten rijden.
waardoor verscheidene treinen mossten
uitvallen en de overige in beide richtin-
gen een half uur vertraging idden.
Een materieeltrein "'it Utrecul arriveer-
de spoedig, waarna met het opruimings-
werk werd begonnen. Het liet zich aan-
zien, dat het tot diep in den nacht zou
duren voor de gederailleerde trein weer
in het go&de spoor zou staan.
EEN DER GEREDDEN VAN DE
..BOLIVAR" VEROORDEELD.
Wegens bezit van vervalschte
papieren.
Alfred Auer, een der geredden van de
„Simon Bolivar", is gister in Gildenhal
(Eng.) tot gevangenisstraf veroordeeld op
grond van overtreding der vreemdelingen-
wet. Veertien dagen geleden werd zijn zaak
in het openbaar behandeld, doch de zitting
van gisteren geschiedde met gesloten deu-
ren.
Na afloop der zitting werd officieel mede-
gedeeld, dat Auer schuldig was bevonden
en veroordeeld tot een gevangenisstraf van
zes maar.den met dwangarbeid. Hij was er
van beschuldiga onjuiste inlichtingen over
zich zelf te hebben verschaft, toen hij een
toevlucht zoch in Groot Britannie. Het bleek,
dat hij in het bezit was van het paspoort
van een Nocrsch advocaat wiens naam hij
had opgegeven.
Bezwaren tegen cultuur-
technische werken
weerlegd.
Aan de memorie van antwoord inzake het
wetsontwerp tot verhooging van het zeven-
ae hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1939
(verhooging crediet voor werkverruiming
met f 30 millioen) wordt ontleend:
De bezwaren, door enkele leden
ontwikkeld tegen de uitvoering van
cultuurtechnische werken, inzon-
derheid van ontginningen, kunnen
de ministers niet onderschrijven.
Bij de beoordeeling van het kosten-
vraagstuk bij deze werken dient
toch niet uit het oog te worden
verloren, dat de kosten, welke ten
laste van de overheid blijven,
slechts weinig meer bedragen, dan
de kosten van ondersteuning, indien
deze werken onuitgevoerd bleven.
Daarenboven dragen, in tegenstel-
ling met vele andere werken, juist
de cultuurtechnische werken een
bij uitstek arbeidsintensief karak-
ter, terwijl na de voltooiing van het
werk een blijvende werkverruiming
wordt verkregen.
In dit opzicht verdienen ontginningen
naar de meening van de ministers in het
clgemeen de voorkeur boven bebosschingen.
al wordt daar, waar zulks nuttig en verant-
woord is, ook tot bebossching bij wijze van
werkverruiming overgegaan.
De beteekenis van de beschikking over
goeden cultuurgrond is in het huidige tijds-
gewricht duidelijker dan ooit gebleken.
Tegenover de bezwaren van enkele leden
tegen de verzwaring van de lasten van het
landbouwcrisisfonds als gevolg van de om-
zetting van woesten grond in cultuurgrond.
doen de ministers opmerken, dat het hier
gaat om een afweging van belangen. waar-
van de consequenties moeten worden aan-
vaard.
Het geringere euvel van verzwaring der
lasten van het landbouwcrisisfonds wordt
door de ministers aanvaard, omdat hierdoor
het grootere goed wordt verkregen van een
intensieve bestrijding der werkloosheid, met
als gevolg een blijvende werkverruiming.
Bovendien zal hier niet uitsluitend acht
moeten worden geslagen op de ongunstige
omstandieheden van het oogenblik, doch
zal ook rekening mogen worden gehouden
met de ontwikkeling naar meer gestabili-
seerde verhoudingen, waarbij in verband
met de toenemende dichtheid van de bevol-
king de beschikking over voldoenden cul
tuurgrond als levensbelang voor ons volk
moet worden aangemerkt.
Industrialisatie.
Van de beteekenis der industrialisatie als
middel tot bestrijding der werkloosheid,
met name in de groote centra, zijn ook de
ministers ten voile overtuigd. Echter doet
zich juist hier, tengevolge van de bijzon-
dere tijdsomstandigheden, de werking van
remmende factoren krachtig gevoelen.
Niettemin blijven de ministers bij
voortduring op bevordering der in
dustrialisatie bedacht. Zij zullen
niet nalaten van mogelijkheden,
welke zich voordoen, gebruik te
maken, indien zulks economisch
verantwoord is.
De beduchtheid van enkele leden voor
concurrence, welke gesubsidieerde bedrij-
ven niet-gesubsidieerden zouden kunnen
aandoen, kunnen de ministers niet deelen.
Immers, waar hier van geval tot geval een
beslissing zal moeten worden genomen, zal
deze zijde van het vraagstuk telkens in het
onderzoek kunnen worden betrokken.
Wanneer de uitbreiding der tewerkstel-
ling haar beslag zal hebben verkregen, kan
op dit oogenblik nog niet worden medege-
deeld. Er wordt met kracht en voortva-
rendheid naar opvoering van het aantal
tewerkgestelden gestreefd, doch de rem
mende invloeden als gevolg van de tijds
omstandigheden doen zich hierbij sterk ge
voelen.
De stelling, dat de aard der te verrichten
werkzaamheden beslissend moet zijn voor
de vraag, of uitvoering, hetzij in werkver-
schaffing, of hetzij als werkfondswerk ge-
oorloofd is, kunnen de ministers in haar al-
gemeenheid niet onderschrijven. Een der
eerste overwegingen toch bij de vraag, of
een bepaald werk als vrij werk dan wel op
een der genoemde wijzen zal worden uitge-
voerd, zal moeten zijn, of zonder bijzondere
hulp het werk althans voor geruimen tijd
onuitgevoerd zou blijven. De bijzondere
verm van financiering dient in deze geval-
len om, mede met het oog op het belang van
werkverruiming, vervroegde uitvoering van
het werk mogelijk te maken.
Instelling van commissies van overleg bij
de verschillende werkverschaffingen ligt
niet in het voomemen. De huidige regeling
biedt voldoende gelegenheid tot overleg met
de vakorganisaties. De meerderheid van de
vakorganisaties is trouwens eveneens van
de wenschelijkheid van commissies als hier
bedoeld niet overtuigd.
vlucht direct voor
Dc cchte «ijn niet rond, en' hartvormig.
Op bijzonder hartelijke wijze is gister-
middag de bekende schrijfster mevrouw A.
HoogstratenSchoch uit Zeist in het Jaar-
beursrestaurant te Utrecht gehuldigd door
een groote schare vrienden en belangstel-
lenden in ver band met haar zeventigsten
verjaardag. Tal van autoriteiten luisterden
dezen bijeenkomst door hun aanwezigheid
op. Onder hen bevonden zich o.m. de mi
nister-president, jhr. mr. D. J. de Geer. Hij
deelde de jubilaresse in een toespraak mede,
dat het de koningin heeft behaagd mevr
HoogstratenSchoch te benoemen tot ridder
in de Orde van Oranje-Nassau.
Ingevolge de invaliditeits- en ouder-
domswet. - Op 1 November 1939 werden
44068 weduwenrenten en 14428 weezenrenten
krachtens de invaliditeitswet genoten, ter
wijl op genoemden datum krachtens art. 373
dier wet 112803 personen in het genot war»r.
van een als vrucht hunner verzekering ver
kregen ouderdomsrente van drie gulden per
week. Voorts genoten 75956 personen een
invaliditeitsrente als bedoeld in art. 71 dier
wet. Krachtens art. 24 der ouderdomswet
1919 waren op vorengenoemden datum
105094 personen in het genot van een als
vrucht hunner verzekering verkregen ouder
domsrente van drie gulden per week.
Door auto gegrepen. - Gisteravond is
een 56-jarig wielrijder in de Bilderdijkstraat
te Amsterdam door een personenauto ge
grepen en tegen den grond geworpn. De
mtpi werd ernstig gewond. Hij is in zorgwek-
kenden toestand naar het Wilhelmina Gast-
huis overgebracht.
Bataafsche schenkt nog drie ontspan-
ningsgebouwen. - Met groote erkentelijkheid
en waardeering geeft het hoofd van de sectie
Ontwikkeling en Ontspanning van het alge-
ireen hoofdkwartier kennis van het feit, dat
de Bataafsche Petroleum Maatschappij, ver-
rast door de ontvangst welke aan de door
haarg eschonken ontspanningsgebouwen van
de zijde der gemobiliseerden in Renswouae
en in Langenboom ten deel is gevallen, be-
sloten heeftf nog een drietal van soortge-
lijke gebouwen ter beschikking van den
opperbevelhebber van land- en zeemacht te
stellen.
600 uit bureau gestolen. - Vannacht
is ingebroken in een villa aan de Haring-
vlietstraat te Amsterdam. Men had zich door
een raam op te maken toegang tot de wo-
ning verschaft. Uit een bureau worden zes-
honderd gulden weggenomen.
Ontvangsten Nederlandsche Spoorwe-
gen. - De ontvangsten van de Nederlandsche
Spoorwegen over de maand September 1939
bedroegen: reizigers en bagage 4.615.648
v.j. 4.627.210), brief- en pakketpost f 205.000
(als v.j.), goederen en levende dieren
f 4.237.217 (v.j. 3.528.583), diversen f 238.765
(v.j. 142.957).
De Nederlanders te Lemberg. - Blijkens
een door het departement van buitenlandsche
zaken ontvangen bericht van 9 December
bevinden alle Nederlanders te Lemberg
(Lwow) zich in goeden welstand.
gewoon knap, mijn beste kind. Ik ben hee
lemaal weg van hem''.
Judy vond het niets prettig. Ze had ge-
probeerd zoo min mogelijk aan David te
denken. maar dat was haar heel moeilijk
gevallen. Hun onvergetelijken eersten mid-
dag kon zij maar niet uit haar geheugen
bannen en aldoor moest ze er met weemoed
aan terugdenken.
Marguerite Ferney praatte maar door.
„Vertel mij eens", zei ze. „Wat voer je
hier toch in je eentje uit? Je hebt toch nie-
mand hier, is het wel? Ik bedoel, behalve
dien buitengewoon knaopen jongen man.
Judy wist niet, wat te antwoorden. Ge-
woonlijk was ze niet erg mededeelzaam,
maar ofschoon Marguerite Ferney haar in-
tens irriteerde als ze over David sprak.
vond ze haar niet onsympathiek en het was
zeker heel lief van haar geweest. om haar
mee te nemen naar dit zalige plekje.
„Ja, zeker", zei ze. „Mijn voogd is ook
hier. sir Leo Thyn".
„Is het heusch? Je bent hier voor je ge-
zondheid, veronderstel ik?" De oogen van
de andere vrouw waren strak op haar ge-
laat gericht en Judy voelde. dat ze haar ge-
heim doorgrond had. Ze kreeg een kleur
onder haar make-up.
„Ja". zei ze onthutst. „Ik ben eigenlijk
nooit goed in orde geweest".
„Altijd ziek? O, lieve kind, wat tragisch!
Je moet me belooven, dat je aldoor hier
zult komen, wanneer je er maar lust toe
voelt. Ik zal het erg prettig vinden, je hier
te hebben, dat is heusch waar. En vertel
me nu alles van jezelf".
Judy begon er meer en meer spijt van te
krijgen, dat ze dadelijk op Marguerites uit-
noodiging was ingegaan, maar niettemin
kon zij het niet helpen, dat zij zich erg tot
de andere vrouw aangetrokken voelde. Ze
keek haar van onder haar half gesloten
oogleden nadenkend aan.
Marguerite Ferney scheen van haar aar-
zeling niets te merken en de uitdrukking
van haar gezicht was onschuldig en vrien
delijk. Toen ze weer doorging met praten,
had ze het over allerlei onbeduidende
dingen en Judy maakte zich verwijten, dat
ze noodsloos achterdochtig was.
Marguerite Ferney was een meesteres in
de kunst om een ander aan het praten te
krijgen en zij paste al haar kunstgrepen op
Judy toe, met een vernuft, dat Judy haar
eigen geslotenheid langzamerhand belaehe
lijk vond.
Toen haar vrees en achterdocht heele
maal weggevaagd waren en Judy aan niets
anders me-'" dacht dan aan de innemend-
heid van haar nieuwe vriendin, speelde
juffrouw Ferney haar troefkaart uit.
„Wat een consternatie gisterenavond in
de stad", zei ze. ..Ik hoop maar, dat al die
arme menschen, die toch op de vacantie-
gangers zijn aangewezen, er niet te veel
schade van zullen hebben. Nu weet ieder-
een het al. De menschen zijn gek, alles
stroomt erheen. Je kunt het je niet voor
stellen. Je hebt het natuurlijk ook gele-
zen?"
Ze zocht in een krant, die op haar schoot
lag, en gaf die plotseling aan het meisje.
Het eerste wat Judy zag, was een politie-
foto van den man, met wien zij had zullen
trouwen en daaronder stond in vette letters
gedrukt:
„Johnny Deane, alias „de Majoor", werd
gisterenavond laat in een klein hotel in
Westbourne doorgeschoten gevonden".
De krant, een extra editie van de Evening
Telegram, ontglipte aan haar handen en
Marguerite Ferney, die haar oplettend had
aangezien, boog zich voorover.
„Mijn lieve kind", zei ze. „Wat heb je?
Kende je hem? Och, arm klein ding, je moet
mij in vertrouwen nemen. Daar sta ik op.
Misschien kan ik iets doen om je te hel
pen".
Judy raapte de krant weer op en deed
zich geweld aan om verder te lezen. Een
vreemd geluid ontsnapte haar, toen zij een
ander bericht onder de oogen kreeg.
„De politie hecht er veel waarde aan, om
een onderhoud te hebben met een man,
Lionel Birch genaamd, die tijdens de mis-
daad in het Empress hotel logeerde. Hij
vertrok direct daarna en zijn verblijfplaats
is tot nu toe niet gevonden".
„Juffrouw Wellington, je bent zoo bleek
als een doek. Je ziet er uit of je flauw zult
vallen. Toe vertel me toch alles. Ik heb veel
invloed bij verschillende hooge heeren. Mis
schien kan ik iets voor je doen. Wil je mij
niet vertrouwen, lieve?"
De woorden stierven op haar lippen. Er
was een schaduw op haar schoot gevallen
en toen zij opkeek werd zij een langen, ma-
geren, ouden man gewaar, die boven aan de
trap stond en haar onderzoekend aankeek.
Saxon Marsh was doorgaans geen pret-
tige persoon om aan te zien, maar om hem
zoo opeens te zien, terwijl hij naar iemand
tuurde, dat zou iedere gewone vrouw ver-
schrikt hebben; maar Marguerite Femey
was heelemaal geen gewone vrouw.
„En wat wilt u?" vroeg zij op zachten
toon.
(Wordt vervolgd).