JeuUXetoa
VACANTIE
EEN VEELBEWOGEN
Centrale levensmiddelendistributie-raad
geinstalleerd.
Als het
winter wordt
VERSTOPPING
het voorval te Venlo.
De minister van econom. zaken
over de taak van
den raad.
Door het ijs gezakt en
verdronken.
Al weer verschillende
slachtofiers.
De kostwinnersvergoeding
wordt verhoogd met
Kerstgave.
Scheepvaart in het IJseU
meer.
Wordt bemoeilijkt door
het ijs.
FOSTEP's MAAGPILLEN
Regeering heeft volledige
genoegdoening
verlangd.
Ongeluk op onbewaakten
overweg.
Meisje gedood.
Twee dooden door gas-
verstikking.
TWEEDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 19 DECEMBER 1939.
De minister van economische zaken, mr.
M. P. L. Steenberghe, heeft gisteren den
centralen levensmiddelendistributieraad ge-
installeerd.
In zijn rede tot installatie van dezen raad
zeide de minister o.m., dat de beslissing, of
in een bepaald geval tot rantsoeneering zal
moeten worden overgegaan, door de regee-
ring zelf moet worden genomen. De motie-
ven, die tot een dergelijke beslissing voeren,
zijn in het algemeen zoo zeer afhankelijk
van de nationale en internationale economi
sche situatie, dat zij zich uiteraard niet lee-
nen tot een bespreking in dit college.
De taak van den raad.
De minister stelt zich echter voor,
dat, nadat een beslissing in principe
eenmaal genomen is en de alge-
meene gedragslijn, welke in acht
genomen moeten worden, zijn vast-
gelegd, hij zich tot den raad mag
wenden en over de verschillende
probleme, die dan rijzen, zijn oor-
deel mag inroepen.
De minister noemde verder eenige proble-
men die's raads aandacht zullen opeischen.
In de eerste plaats het aanpassen van de
distributieregeling voor een zeker product
aan de bijzonderheden van dit product en
aan de eischen, die de conumenten in hun
verschillende schakeeringen aan dit pro
duct stellen. Hierbij dacht hij ook aan de
onderscheidene bevolkingsgroepen, die uit
den aard van hun arbeid, speciaal wanneer
deze geschiedt, teneinde de vitale behoeften
van ons volk te verzorgen, aanspraak kun-
nen maken op een bijzondere behandeling.
Hiernaast meende de minister, dat de raad
uitmuntend werk zou verrichten, indien hij
de noodzaak en de doeltreffendheid eener
rantsoeneering beter bij het publiek zou
kunnen doen begrijpen.
Een wederzijds vertrouwen en verstaan
is voor een goede werking eener distribu
tieregeling een eerste vereischte.
Niet alleen echter het belang van den
consument ten aanzien van deze maatrege-
len, ook de belangen van distribuant en pro-
ducent kunnen door den raad, die in dit
opzicht over vele bij uitstek deskundigen be-
schikt, behartigd en naar voren gebracht
worden.
Advies aan den minister.
Het is ook de bedoeling van den minister,
dat de raad zich niet slechts bezighoudt met
die vraagstukken, welke hij op zijn uitdruk-
kelijk verzoek zal willen bestudeeren, doch
eveneens zal hij het op prijs stellen, ten
aanzien van die problemen, die naar's raads
meening daarvoor in aanmerking komen,
ongevraagd advies te mogen ontvangen.
Gaarne is de minister bereid
deskundige critiek te aanvaarden,
omdat hij er zeker van is, dat wij
alien werken voor een doel, n.l. het
welzijn van het Nederlandsche volk.
De taak, die de raad op zich genomen
heeft, is voorloopig nog niet al te zwaar,
omdat nog slechts twee artikelen gedistri-
buerd zijn. Naarmate echter het aantal dis-
tributie-artikelen toeneemt en de grootte
der rantsoenen afneemt hetgeen naar hij
hoopt niet het geval zal behoeveo te zijn
zal ook zijn taak zwaarder worden. In het
het bijzonder verheugde het den minister
een aantal vertegenwoordigsters van de
Nederlandsche huisvrouwen in dezen raad
te mogen begroeten. Na eenige waardee-
rende woorden tot prof. Romme, den voor-
zitter van den raad te hebben gericht be-
sloot de minister met een voor de installatie
eener commissie misschien wat ongewonen
wensch, n.l. dezen, dat de raad geen inge-
spannen arbeid zal behoeven te verrichten
en weinige moeilijke problemen zal behoe
ven op te lossen, want dan blijkt immers
daaruit, dat de economische toestand in Ne-
derland gunstig is en blijft.
De voorzitter van den raad, prof. mr. C.
P. M. Romme heeft vervolgens op deze rede
1 met een korte toespraak geantwoord.
Uit verschillende plaatsen van
ons land komen weer de berich-
ten van schaatsenrijders, die door
het ijs zakten en verdronken.
Gistermiddag is te Boornzwaag (Fr.) de
25-jarige veehouder.die op de Langstaarten-
poel aan het schaatsenrijden was, in een wak
gereden en verdronken.
Gistermiddag is de 25-jarige landarbeider
J. Raggers uit Steggerda (Fr.) bij het schaat
senrijden op de gekanaliseerde rivier de
Linde door het ijs gezaki en verdronken.
R. laat een vrcuw en twee kinderen
achter.
De dertigjarige arbeider K. Reitsma uit
Oenkerk (Fr.) is gistermiddag bij het
schaatsenrijden in de Ringvaart ter hoogte
van de werkverschaffing Buitenveld onder
Veenwouden in een wak terecht gekomen
en verdronken.
Gistermiddag zijn twee militairen van on-
geveer dertigjarigen leeftija, P. de Winter
en M. de Wilde, beiden wonende te Gaaster-
land en gedetacheerd te Ossesluis, bij het
schaatsenrijden op de Hoogeveenschevaart
aldaar door het ijs gezakt en verdronken.
Onmiddellijk stelde de sluiswachter po-
gingen in het werk om de urenkelingen op
het droge te krijgen, waarbij hij gebruik
maakte van een ladder Na eenigen tijd ge-
lukte het hem de militairen uit het water te
halen, doch de levensgeesten waren toen
reeds geweken. De W. was gehuwd en had
twee kinderen.
De regeeringspersdienst meldt:
De minister van defensie heeft
bepaald, dat de kostwinnersver
goeding, die is vastgesteld op het
steunbedrag, hetwelk een dienst-
plichtige als ondersteunde werk-
looze voor zijn opkomst laatstelijk
genoot. in de week van 1823 Dec.
1939 wordt verhoogd met het bedrag
dat de dienstplichtige dit jaar als
Kestgave vermoedelijk zou hebben
genoten, indien hij niet in werke-
lijken dienst zou zijn geweest.
FELLE BRAND OP URK.
Gisteravond is brand ontstaan in een van
de houten keten van de aannemersfirma van
Marken en Co., die op Urk werkzaamheden
aan de in aanbouw zijnde sluisput uitvoert.
In deze keet waren vijf motoren aan-
wezig, welke gebruikt worden bij het leeg-
pompen van de sluisput, terwijl er voorts
enkele vaten ruwe olie en benzine stonden
opgeslagen.
In deze brandbare materie vonden de
vlammen gretig voedsel. De brandweer van
Urk bond den strijd tegen het vuur aan en
had na twee uur uard werken den brand
onder de knie. Men acht de mogelijkheid
niet uitgesloten, dat het vuur is ontstaan,
doordat een vonk van een der in werking
zijnde motoren is overgeslagen op een der
vaten benzine. De keet is geheel verwoest.
DE KONINGIN NEEMT DEEL IN DE
NIEUWE STAATSLEENING.
Naar het A.N.P. verneemt zal de Koningin
voor een aanmerkelijk bedrag deelnemen
in de nieuwe staatsleening.
De scheepvaart heeft op het IJselmeer
thans reeds met groote moeilijkheden te
kampen. Was het Zondag voor motorschepen
nog wel mogelijk, om, zij het niet zonder
moeite, zich een weg te banen door het ijs
op het Buiten-IJ, thans blijkt dit uitgeslo
ten.
Vijf vaartuigen, voorzien van sterke moto
ren, voeren gisteren de Oranjesluizen te Am
sterdam uit, doch bleven op het Buiten-IJ
steken en moesten terugkeeren. Een dezer
motorschepen had nog de hulp van een sleep-
boot, maar ook dit mocht niet baten. Beide
waren gedwongen ter hoogte van Durgerdam
naar de Oranjesluizen terug te varen. De
schipper van dit vaartuig deelde mede, dat
het ijs op het Buiten-IJ ongeveer 8 c.m. dik
was. Met zijn verrekijker had hij de situatie
nabij Pampus bezien. Zoover hij kon kijken,
ongeveer een uur gaans, was ook daar niets
dan ijs.
Op het oogenblik is het alleen voor stoom-
schepen nog mogelijk om het IJselmeer over
te steken.
VERLIEFDE VARENSGEZEL DOET
DOMME DINGEN.
Foging tot doodslag.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft een 30-jarige varensgezel op het Spui
te Den Haag een revolverschot gelost op de
45-jarige echtgenoote van een cafehouder
en haar dochter. De kogel trof gelukkig
geen doel, hij verbrijzelde alleen een ruit in
de deur van de woning boven het cafe. De
varensgezel is op het hoofdbureau van po
litic in bewaring gesteld en zal wegens po-
ging tot doodslag vervolgd worden.
Tot voor kort woonde de man bij den
cafehouder in. Aangezien hij een bij
zondere sympalhie aan den dag legde voor
een 20-jarige dochter des huizes en de cafe
houder er niets voor voelde den varensge
zel tezijnertijd als schbonzoon aan te ne-
men, wees hij den man de deur. De conflic-
ten, die hieruit voortvloeiden hadden het
bovengenoemde gevolg.
dan vraagt Uw
extra verzorging
lichaam
Wintervoeten.Verkoudheid,
Rheumathitfk! Neem
BADZO-baden en spoel
Uw winterkwalen met het
badwater weg.
I Kg. pakken 20 ct.
Voordeeliger en tevens voor
kuipbaden: 3 Kg. pakken
4 5 ct.
Verkrygbaar by A.poth. en Drogisten
Vraagt brochure I
en alechte epijsvertering veroorzaken
hoofdpijn, luateloosheid. gemelijkhei<£
t haitwater, tnaagpijn enz. Foster's MaagpilleP
zijn het probate laxeermiddel en dragen
zorg voor een volkomen norm ale ondastine,
doordat zij zoo zacht werken. Priis f 0.65
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
de Marchant et d'Ansembourg in verband
met het optreden van gewapende Duitschers
op Nederlandsch grondgebied bij Venlo op
9 November 1939 luidende:
1. Is het waar, dat op 9 Nov. LI. eenige
leden van de Duitsche geheime politie ge-
wapend de Nederlandsche grens bij Venlo
hebben overschreden en op Nederlandsch
territorium onder bedreiging met wapenge-
weld de inzittenden van een auto, waaron-
der een Nederlandsch off icier, overmeesterd
hebben?
2. Is het waar, dat de genoemde Duit
schers een aantal der inzittende personen
evenals de auto met geweld over de grens
naar Duitschland gebracht hebben?
3. Indien de beide voorgaande vragen in
bevestigenden zin worden beantwoord,
heeft de regeering dan van de Duitsche
regeering volledige genoegdoening voor deze
schending van onze souvereiniteit verlang
en daarbij de onmiddellijke invrijheidstel-
ling van de ontvoerden, van welke nationa-
liteit ook, geeischt?
Heeft de minister van algemeene zaken
a.i., mede namens den minister van buiten-
lrndsche zaken, als volgt geantwoord:
1. Het is waar, dat op 9 November
j.l. eenige wapende Duitschers de
Nederlandsche grens bij Venlo heb
ben overschreden en op Neder
landsch grondgebied onder bedrei
ging met wapengeweld de inzitten
den van een auto, waaronder een
Nederlandsch officier, hebben over
meesterd. De identiteit der genoemde
Duitschers kon dezerzijds niet wor
den vastgesteld.
2. Het antwoord op deze vraag
luidt bevestigend.
3. De regeering heeft van de Duit
sche regeering volledige genoegdoe
ning verlangd voor deze schending
van ons grondgebied, met inbegrip
van de invrijheidstelling van den
ontvoerden Nederlandschen chauffeur
en het lijk van den Nederlandschen
officier, die bij den overval volgens
de verklaring van ooggetuigen den
dood heeft gevonden.
ALGEMEENE VEREENIGING VOOR
BLOEMBOLLENCULTUUR.
191e Algemeene Vergadering.
In de gisteren te Haarlem gehouden alge
meene vergadering van de algemeene ver-
eeniging van bloembollencultuur werd na
de openingsrede van den voorzitter, den
heer A. J. Verhage, overgegaan tot voorzie-
ning in de vacatures in het hoofdbestuur,
ontstaan door het periodieke aftreden van
de heeren Jac. Bakker en A. J. Braam, die
niet terstond herkiesbaar waren. In hun
plaats werden gekozen de heeren C. Hoebe
te Wognum en W. Jonkheer te Hillegom.
Bij de rondvraag kwamen nog diverse
wenschen naar voren.
De afdeeling Hillegom gaf het bestuur in
overweging een commissie te benoemen,
evt. bijgestaan door een jurist, die van ad
vies zou kunnen dienen en bemiddelen bij
de te verwachten moeilijkheden voor de on-
derhandelingen met de 1 Mei-betalingen. De
afdeeling OverveenBloemendaal was van
meening, evenals het bestuur, dat de ver-
goeding, welke het rijk gaf, bij vernietiging
van 3 ct. per k.g. in elk opzicht onvoldoen-
de was. De afd. Voorhout vroeg of geen
vervroegde betaling in het surplusfonds kon
plaats vinden. De voorzitter achtte dit niet
mogelijk.
Bovenkarspel achtte opheffing van het
snijbloemcontract voor tulpen en gladiolen
wenschelijk. De voorzitter zegde toe, dat
het bestuur, hoewel deze zaak reeds uitvoe-
rig besproken is, de kwestie opnieuw in
studie zal nemen.
Een belangrijk voorstel werd tenslotte ter
sprake gebracht door den heer Rijnveld uit
Hillegom, die het bestuur in overweging
gaf, het initiatief te nemen tot oprichting
van een instituut, waarover alle binnen-
landsche betalingen kunnen loopen op de-
zelfde wijze als door de veilingvereeniging
wordt toegepast. Daardoor zou het crediet-
risico door alien gezamenlijk gedragen wor
den en zou vermeden worden, dat bij beta-
lingsmoeilijkheden elke onderneming afzon-
derlijk een te grooten achterstand bij bank
of hypotheek zou krijgen.
Het bestuur zegde bij monde van den
voorzitter gaarne bestudeering van het
voorstel toe, waarna de vergadering werd
gesloten.
N V. KONINKLIJKE NED. ZOUTINDUSTRIE BOEKELO
Gistermiddag is op den onbewaakten over
weg van den Hoogen Zeedijk te Zevenberg-
schehoek (N.Br.) het twaalfjarig meisje
Marie Kapitein, dat per rijwiel van school
huiswaarts keerde, door den sneltrein uit
Breda gegrepen. Het meisje was op slag
dood. De trein had ruim zeven minuten ver-
traging, daar de geheel verwrongen fiets
tusschen het drijfwerk van de locomotief
was verward geraakt.
Gisteren bemerkten de bewoners van een
huis aan de Duinkerkschstraat te Den Haag,
dat de medebewoners, de 34-jarige J. B. J.
en zijn 78-jarige huishoudster de weduwe
M. L. op het appel ontbraken. J. was ziek en
werd door zijn huishoudster verpleegd. Deze
laatste is gisternacht bij het ziekbed gaan
zitten en is daar in slaap gevallen. In de ka-
mer brande een niet-goedgekeurde gas-
kachel, die bovendien geen uitlaat in de
buitenlucht had voor verbrandingsgassen en
aan een lekken gasslang stond aangesloten.
Zoodoende heeft een vergiftigingsproces
plaats gehad. Beiden personen bleken over-
leden te zijn.
KERSTCOLLECTE „BIO-VACANTIE-
OORD" IN DE BIOSCOPEN.
Sajnenwerking met Algemeen Steun-
comite.
Zooals bekend is de stichting „Bio-Vacan-
tieoord", welke jaarlijks met Kerstmis en
Paschen in de bioscopen geldinzamelingen
houdt bestemd voor de uitzending van zwak-
ke kinderen uit behoeftige gezinnen naar
het „Russenduin" te Bergen aan Zee, inder-
tijd door het Nederlandsche film- en
bioscoopbedrijf opgericht ter compensatie
van de tevele collecten welke door tal van
liefdadigheidsinstellingen voordien in de
bioscopen werden gehouden.
Op verzoek van het Algemeen Steuncomite
1939 heeft het hoofdbestuur van den Neder
landschen Bioscoopbond zijn bemiddeling
verleend bij het tot stand brengen eener
samenwerking tusschen genoemd comite en
de stichting „Bio-Vacantieoord" met 'tdoel
een zoo groot mogelijke opbrengst te verkrij-
gen van de aanstaande kerstcollecte en deze
opbrengst tusschen beide instellingen gelijde-
lijk te verdeelen.
Dat hiervoor bij wijze van hooge uitzonde-
ring is afgeweken van de algemeen gedrags
lijn, n.l. dat in de bioscopen uitsluitend voor
het Bio-Vacantieoord wordt gecollecteerd,
vindt uitsluitend zijn oorzaak in de buiten-
gewone tijdsomstandigheden. De organisatie
en de leiding der gemeenschappelijke collecte
is in handen van het bestuur der stichting
„Bio-Vacantieoord", dat aanstonds in de
Kerstweek op het bioscoopbezoekend pu-
bliek een beroep zal doen ten bate van beide
genoemde instellingen.
WIJZIGING PENSIOENWET VOOR DE
SPOORWEGAMBTENAREN.
Blijkens het eindverslag van de commissie
van rapporteurs der Eerste Kamer over het
on twerp van wet tot wijziging van de pen-
sioenwet voor de spoorwegambtenaren 1925
werd in de afdeelingen waardeering geuit
voor de door de regeering in haar aanvanke-
lijk voorstel gebracht wijziging, waardoor
de in 1936 ingevoerde korting op spoorweg-
pensioenen niet geleidelijk, doch met ingang
van 1 Januari 1940 volledig zal worden inge-
trokken.
Naar't Engelsch
Van
Maxwell March.
29)
Het uitgemergelde gezicht van Saxon
Marsh deed den jongen man onprettig aan.
Sir Leo was volgens zijn opinie niet wat
.men in de wandeling noemt een misdadig
type. Achter zijn praatjes probeerde hij zijn
lafhartigheid te verbergen, meende David.
Maar deze man in het grijs had een heel
ander voorkomen. Hij was geen type, maar
een individu, en volgens Davids ondervin-
ding waren individuen, of mehschen met
een sterke persoonlijkheid, geenszins ge-
makkelijk te hanteeren.
De manier waarop hij zich gedroeg was,
zooals David dadelijk voelde, voor hem
karakteristiek.
„Mijn beste mijnheer", zei hij met zijn af-
gemeten, vlakke stem, „u begrijpt mij ver-
keerd. Ik ben niet tevreden. De steenen van
dit pad zijn ongelijk. Bovendien is hier ner-
gens een schaduwrijk plekje. De manier
waarop hier in dezen tuin de zon op je valt,
is afschuwelijk. Door de warmte bevangen.
struikelde ik over een van die helsche stee
nen en kon maar met de grootste moeite
voorkomen. dat ik over dat belachelijk lage
muurtje naar beneden viel".
De gerant, een flinke man, die er ver-
standig uitzag, wel een heel groot verschil
met den hysterischen Populof van het Em
press hotel, keek hem zeer verwonderd aan.
„Maar mijnheer Marsh", wierp hij tegen,
en David grifte dien naam in zijn geheugen,
„ik denk, dat u er niets van begrijpt. Er is
een gast van dit hotel, bijna gedood. Ik
vind, dat u zich wel mag verontschuldigen
voor den grooten schrik, die zij heeft ge
had. Mijn beste mijnheer, zij had best dood
kunnen zijn. Stelt u zich eens voor, wat er
dan had moeten gebeuren!
Over het gelaat van Saxon Marsh kwam
een onaangenaam lachje.
„Dat vind ik nu juist een bijkomstigheid
waar u eens goed over moet nadenken", zei
hij. „En niet ik. De juffrouw en ik zijn bei
den de onschuldige slachtoffers van uw ver-
regaande zorgeloosheid, doordat u zich ver-
oorlooft er zulke ouderwetsche monster-
achtigheden in uw tuin op na te houden".
De gerant kreeg een kleur en David rea-
lisserde zich, dat de oude man het pleit ge-
wonnen had. Hij wist genoeg van de wetten
af, om te weten dat, als Marguerite Fernev
gedood zou zijn en de zaak voor de recht-
bank kwam de onaangename oude kerel
met behulp van een handig advocaat er niet
veel moeite mee zou gehad hebben om de
schuld op de directie van het hotel te schui-
ven. Als hij niet op zoo toevallige manier
van het voorval getuige was geweest, zou
hij misschien zelf ook geloof aan het ver-
haal hebben gehecht.
„Het spijt mij heel erg voor het meisje",
ging Marsh zalvend verder, terwijl hij er
onbewogen aan toevoegde. „Ik vrees, dat zij
erg gewond is".
„Neen, gelukkig niet", zei een andere
man, klaarblijkelijk ook iemand van de di
rectie, die zich pas bij het groepje had ge-
voegd. „Ik heb den dokter gesproken. 't Is
alleen maar de schrik. De pul heeft haar
heelemaal niet geraakt. Ze was al opge-
staan voor de pul viel en, ofschoon ze bij
het neerploffen op den grond werd gewor-
pen, heeft zij niet meer dan een paar
schrammetjes. U mag van geluk spreken,
mijnheer Marsh".
„Heelemaal niet". Saxon Marshs glimlach
had meer van een grjjns en David zou heb
ben kunnen zweren, dat er iets van teleur-
stelling, ja zelfs kwaadheid in zijn oogen te
zien was. ..Heelemaal niet. Ik ben blij voor
die arme vrouw, dat zij geen letsel van be-
teekenis heeft opgeloopen, maar ik dien
mijn beklag in en meteen. Die tuin is een
gevaar, een bedreiging. Ik zal erover naar
„The Times" schrijven en in ieder geval
aan het gemeentebestuur. U kunt mij mijn
rekening geven".
En zich op zijn hielen omdraaiende.
baande hij zich een weg tusschen de men-
schen door, hen volkomen onthutst achter-
latend. David volgde hem met de oogen en
bemerkte zoodoende meteen sir Leo Thyn,
die hem dwars over het gras heen tegemoet
kwam.
De twee mannen ontmoetten elkaar op
het midden van de laan, sir Leo keerde zicn
om en ging met zijn vriend samen naar het
hotel terug.
David trok zijn wenkbrauwen op. Sir
Leo en Marsh kenden elkaar dus. Nu was
hij er zeker van, dat hetgeen hij uit zijn
kamerraam had zien gebeuren geen onge
luk was geweest, maar wel degelijk een
weloverwogen poging om Marguerite Fer-
ney op een duivelsche manier uit den weg
te ruimen. David voelde, dat hij eindelijk
een spoor te pakken had.
HOOFDSTUK X.
De Vlucht.
„Absoluut niets".
Inspecteur Winns levendige stem klonk
ontmoedigd door de telefoon.
„Hij is in lucht opgegaan, Blest. Ik dacht
niet, dat je iets te rapporteeren zou heb
ben, maar er werd om inlichtingen ge-
vraagd en ik doe dus mijn best, den chef
zooveel mogelijk tevreden te stellen. Ik heb
alle 1 "ens op de hoogte gebracht en ik
hoop laar, dat wij hem nog te pakken zul
len krijgen. Dank je wel voor je telefoontje.
Bonjour".
David hing den hoorn op den haak en
wandelde de eel uit en de hall van het Ar
cadian hotel in, ging aan een kleine tafel
zitten en bestelde een biertje. Hij zat er ge-
weldig over in, welke houding hij moest
aannemen ten opzichte van Winns zaak.
Op het eerste gezicht hield hij waardevolle
inlichtingen achter om Judy te beschermen,
maar, daar hij die inlichtingen had van
Bloomer en Bloomer er weer op teruggeko-
men was, oordeelde hij zich gerechtigd, er
niet uit eigen beweging mee voor den dag
te komen.
Hij zat nog aan zijn tafeltje, toen Oude
Charley op hem af kwam. De oude man
was in praatgrage stemming.
„Ze komt direct beneden", fluisterde hij
half. „Ze houdt niet van halve maatrege-
len. Je zou bijna denken, dat het heele ho
tel op haar gevallen was, en niet dat een
bosje geraniums haar rakelings gemist
heeft".
„Wie? Juffrouw Ferney?" zei David, die
de bedoelingen van den ouden man heel
goed begreep.
„Precies". De kellner keek eens onder-
zoekend door de hall. „Dokters en ver-
pleegsters en specialisten en een auto en ik
weet niet wat nog meer. Dat soort dingen
doet ons in den regel geen goed. De men-
schen denken er nooit aan, dat wij ons best
doen om hun een menschwaardig bestaan
te verschaffen".
„Dus juffrouw Ferney gaat weg, he?"
merkte David op, begeerig om de conversa-
tie gaande te houden. „Waar naar toe?"
„Dat zou ik niet kunnen zeggen", was
het antwoord. „Naar het ziekenhuis zou ik
denken. Of naar een particuliere inrichting
misschien. Ze heeft niets, mijnheer, ze
mankeert totaal niets. Maar als die bloem-
bak haar geraakt had, dan had het er heel
anders uitgezien, dat is zeker. Hallo", liet
hij hooren, „daar komen ze aan. Natuurlijk
door de hall. Zooveel mogelijk publiek, als-
je-belieft. Zich laten bewonderen, dat is al-
les wat ze te doen heeft".
David keek eens door de zaal, toen de
lift langzaam naar beneden kwam. De deu-
ren zwaaiden open en er kwam een heele
processie uit.
David stond er raar van te kijken. Mar
guerite Ferney had hem niet een van die
personen toegeschenen, die veel drukte om
niets maken, maar daar had hij zich in ver-
gist. Zij had het verzoek van den gerant,
om door een van de zijuitgangen te ver-
trekken, van de hand gewezen en was er
klaarblijkelijk op gesteld, dat zooveel mo
gelijk menschen van haar heengaan getuige
zouden zijn.
(Wordt vervolgd).