DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Oudejaarsavond. I sis m Een heldenbruiloft in Finsche kerk. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 30 December 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 14le Jaarc ang nam Het dappere werk van de Finsche vrouwen, die ook aan het front onontbeerlijk zijn. <xx>ooo<x>o<><><>o<><>ooo<>c><><><><><>o<><x>o DE ALKMAARSCHE COURANT ZAL OP MAANDAG (NIEUWJAARSDAG) NIET VERSCHIJNEN. Op suikerbon no. 11 1 k.g. suiker, 3 weken geldig. ALKMAARSCHE CQURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door bet gebeele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk- kerij v/h. KERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 307 Dit nummer bestaat uit zes bladen. Er ligt een jaar achter ons, welks rang cijfer met vet gedrukte letters in de schoolboekjes zal voorkomen. 1939: Oorlog tusschen Engeland, Frank- rijk en Duitschland. De schoolkinderen van den komenden tijd zullen ook het jaartal weten waarop die oorlog is afgeloopen en zij zullen het verloop van den strij'd kennen. In de geschiedenisboeken van alle lan- den zullen de namen voorkomen van mannen en vrouwen van dezen tijd en naarmate men die boeken in Engeland, in Frankrijk of in Duitschland zal lezen, zullen zij een geheel verschillend beeld van de wording, de beteekenis en het verloop van den oorlog geven. Ook Nederland heeft in het verleden zijn oorlogen gehad en alle kinderen in ons vaderland kunnen de liederen zingen waarin onze groote helden met roem over laden worden. Men heeft er zich wel eens over be- klaagd, dat er in onze geschiedenisboeken meer aandacht aan allerlei oorlogsdaden dan aan de groote werken van den vrede wordt geschonken en het daaruit ver- klaard, dat men den oorlog nog te vaak ziet als een tijdperk waarin dappere va- derlanders zich door daden van persoon lijken moed hebben onderscheiden en daarom verdienen, dat hun namen voor het nageslacht niet verloren zullen gaan De groote voldoening waarmede men algemeen op gewonnen veldslagen terug- ziet, wekken, volgens veler oordeel, den schijn, dat de tijden waarin het recht van den sterkste de hoogste wet was, voor land en volk van de grootste beteekenis zijn geweest. Wanneer men een toekomstigen oorlog in zijn werkelijke gedaante wil zien, zal er een andere mentaliteit moeten komen. Dan zal de naam van den man door wiens optreden honderden van zijn medemen- schen, waaronder vrouwen en kinderen, den dood vonden, niet meer als die van een held in de geschiedenis blijven voort- leven. Dan zullen wij onze blikken naar andere heldendaden moeten richten, naar het werk van hen, die vrijwillig hun leven waagden om dat van anderen te behouden. •Eerst dan zal de sfeer worden gescha- pen waarin wij den oorlog meer als een miskenning der menschelijke beschaving en der christelijke naastenliefde, dan als een roemvol tijdperk uit onze historie zullen beschouwen. Wij moeten erkennen, dat langzaam, heel langzaam de mentaliteit der volkeren zich in deze richting ontwikkelt, dat men getracht heeft de geschillen der staten langs vredelievenden weg tot een oplos- sing te brengen. Maar het feit, dat juist dit instituut van vrede door recht op de groote momenten gefaald heeft, bewijst wel hoe uiterst moeilijk het is de massa tot het besef te brengen, dat vechten en dooden het volgen van de dierlijke in- stincten in den mensch is. Iedere oorlog, zoo zegt men, brengt de volkeren sterker tot het besef, dat 'swe- relds zaken anders en beter geregeld moeten worden, dat er een dieper gevoel van saamhoorieheid, een sterker vertrou- wen in elkaars goede bedoelingen zal moeten komen. Taal en geloof, rassen en grenzen heb ben de. menschen te lang gescheiden ge- houden. De beteekenis van het Christen dom, als bron van zelfopoffering en naas tenliefde, zal dieper in de hoofden en harten moeten doordringen, opdat men gemeenschappelijk aan de groote werken des vredes kan bouwen. Op dezen Oudejaarsavond staan milli- oenen mannen in Europa in vestingwer- ken van beton en staal gereed hun moor- dende wapenen te hanteeren en menschen te dooden, die zij niet kennen en tegen wie zij geen enkelen wrok koesteren. Dat is het beeld van dezen tijd. Het verstand, dat God den mensch als het meest begaafde wezen heeft geschonken, heeft de wapenen bedacht waarmee men in den kortst mogelijken tijd zooveel mogelijk levens kan vernietigen, waarmee men rouw en vertwijfeling kan brengen in tallooze gezinnen, waarmee men kan neerhalen, wat in jaren van vrede aan cultureelen arbeid is geschapen. Uit alle oorlogscommunique's klinkt het besef van eigen superioriteit, van de ze- kerheid der overwinning, van de voldoe ning over eigen vernietigingsactie. En de vermanende stem, die van zelfopoffering en naastenliefde spreekt, gaat in het kriigsgeweld voor millioenen menschen- ooien verloren. En toch ziet men ook in dezen oorlog, dat men zich in verontwaardiging een- drachtig keert tegen den overweldiger, die met zijn zwaar gelaarsden voet den zwakke wil vertrappen. Dat gevoelt men overal als een onrecht, ook in de staten, die millioenen mannen op de been brachten om na afloop van den strijd zelf op het recht van den sterk ste te kunnen steunen. De vrede van Versailles was niet de basis waarop men een betere wereld kon bouwen en met bezorgdheid vraagt men zich af of een volgend vredesdictaat niet weer de kiem van een toekomstigen oor log in zich zal dragen. Men zal de mentaliteit der massa slechts kunnen veranderen en verbeteren wanneer ieder individueel naar een die per besef van de christelijke moraal streeft. Op dezen Oudejaarsavond, nu de ge- heele wereld in angstige spanning op de losbarsting van het geweld wacht, nu er in duizenden woningen getreurd wordt om een geliefde doode, nu er in millioe nen gezinnen voor het behoud van den zoon of vader wordt gebeden, zal men, als ieder jaar, een blik in het verleden slaan en zich voornemen in de toekomst een beter christen te zijn dan men ge weest is. Moge dan in alle menschenharten het beeld van het heden den afschuw wekken, dien het verdient, moge alom de wil groeien om samen te werken voor een betere toekomst, opdat wat thans de wereld bedreigt, door hen, die na ons komen, niet meer gekend zal worden. I Onze medewerkster, „ergens in Fin land", schreeft ons in de week voor Kerstmis het volgende over een militaire bruiloft in een van Finlands oudste kerken: Vandaag wil ik jullie op mijn bruiloft vragen!" Deze woorden gaven mij een schok. Ik had het gevoel, alsof ik stond te droomen. Het leek mij ongeloofelijk, dat een Finsche officier van gezondheid (van het ouderwet- sche „houw-af" type, zwijgzaam en tot nu toe zoo koud als steen) plotseling op een grijzen Decemberdag in sneeuw en vorst zijn kennissen verraste door hen op zijn bruiloft te nooden „ergens in Finland". Want zoo geheimzinnig is onze overste deze geheele week geweest, terwijl hij lei- der was van onze kleine troep van Finsche en buitenlandsche geneeskundigen, (wiens opdracht het was inspectie te houden over alle afdeelingen en instellingen van den ge neeskundigen dienst) dat de meesten van ons er zeker van waren, dat hij ons stilletjes daarheen wenschte, waar de peper groeit. Nog een half uur tevoren had ik een paar humeurige collega's elkaar hooren toever- trouwen, dat het slechts chicane was, als de overste ons in de donkerte uit bed jaagde op den eersten Zondagochtend van ons „veld- leven". Maar het is nu merkwaardig met ons „moderne" menschen: al praten wij veel over „persoonlijke vrijheid", zoo vinden wij het toch erg prettig om onder commando te zijn. Maar dan toch alleen maar, wanneer de man, die het commando voert, van het type is, tegen wien men op kan zien. En dit was het geval met onzen overste. Wij trachtten na zijn verrassende mede- deeling net te doen, alsof wij het reeds be- grepen hadden, maar de overste, die ons doorzag, lachte zoo hartelijk en aanstekelijk. dat al onze verlegenheid ineens verdween. Op waarnemingspost 15 ureo achter- een in een kogelregen. Over dit en over vele andere onderwer- pen werd er gepraat van het oogenblik af, dat het ons bij de ontbijttafel duidelijk werd, dat onze Zondag zou beginnen met een brui loft en zelfs een bruiloft, die voor de meesten van ons een van de eigenaardigste en mooiste herinneringen van ons leven zou worden. Om te beginnen drong het tot ons door, in welke merkwaardige bruiloftkleeren wij ons moesten vertoonen! Mijn plus-four had ik al dagen niet meer uitgetrokken; ook mijn lamsbontjasje vertoonde kale plekken, terwijl mijn vroeger zoo witte lamsbont- muts, die mijn trots was geweest, zoolang hij nog wit was, en zijn vlotte Mannerheimsche cachet had, reeds lang zijn vorm verloren had. Maar alle bezwaren verdwenen, toen wij' te weten kregen, wie de bruid was. Want over haar ging een sage door het geheele land, van Oost naar West, van Zuid naar Noord: Zij was d e „Lotta" van het front, waar zoovele opofferende 6n onvermoeid werkende vrouwelijke „soldaten" reeds van den eersten oorlogsdag af zich gemeld had den als vrijwillige plaatsvervangers voor de mannen. Zij stonden paraat om opdrachten te vervullen, die grooten moed, uithoudings- vermogen en evenwichtigheid vergden. Bijv. op een luisterpost te staan op een van de bouwvallige uitkijkposten, die boven in de boomtoppen aangebracht worden. Deze uit kijkposten moeten zooveel mogelijk verbor- gen zijn, maar toch niet zoover binnen in de takken, dat er geen motorgeronk kan door dringen of het eerste zwakke geluid var. een naderenden vjjandelijken vlieger of van naar voien rukkende vijandelijke reserves. Als regel bestaat de bezetting dezer luis- terposten uit twee mannen, een waarnemer en een telefonist. Het komt voor, dat er op het platvorm van dezen uitkijkpost een van de lichtste stukken afweergeschut aangebracht is, en dat de vijand hierdoor gauw te weten komt, waar het „nest" is. Hoe gevaarlijk het ook was, de „Lotta's" stonden er op juist deze ge- vaarlijkste posten te verkrijgen, maar dan moesten zij ook beschikken over alle eigen- schappen, die een luisterpost onder zulke toestanden dient te bezitten. Wanneer dan een „Lotta" zich grooten roem heeft verwor- ven door haar prestaties op dit gebied, dan kan men gerust zeggen: „Deze vrouw is on- geevenaard!" Zij, die dien dag haar. oorlogs- bruiloft vieren zou, was een van deze held- haftige Lotta's. Een bruiloft in het veldgrijs. Zij is slechts 21 jaar oud, een gelukkig glimlaehend jong meisje met blond haar en met groote, grijsblauwe oogen. Zooals zij daar binnen komt in de donkere kerk met de zorgvuldig verduisterde ramen maar verlicht door twee hooge altaarkaarsen, die hun licht weerkaatsen in de vochtige oogen van haar en vele anderen zou niemand kunnen gelooven, dat het slechts een week geleden is, dat zij het 15 uren uithield op de meest open uitkijkpost in de buitenste front- linie en dat zij de laatste 6 uren de eenige van haar post was, die niet gewond was en daardoor onontbeerlijk. Zij zou door den telefoon hebben gezegd: „Gelukkig voor ons zijn de Russen alleen op onze stelling blijven schieten, waar ik nu alleen overbleef". Naderhand zal zij zich tegenover haar ouders, die haar zachte ver- wijten gedaan hadden, dat zij niet hulp inge- roepen had daarboven van een paar „werke- Hjke soldaten" verontschuldigd hebben, dat hoe meer mannen er waren, des te meer kansen de Russen hadden om ze te treffen! Overigens had zij zich getroost met hetgeen haar vader en ook haar toekomstige echtge- noot altijd gezegd hadden, dat de Russische soldaten er bekend voor stonden veel te schieten, maar weinig te treffen! Dank zij alle door de Russen weggeschoten boomer, werd haar gezichtsveld in zoo hooge mate 1 DE D*RECTIE. 500000000000000000000000000000 Gedurende het tijdvak van Zater dag 30 December 1939 tot en met Vrijdag 19 Januari 1940 geeft de met „11" genummerde bon der rijksdistributiekaart recht op het koopen van een kilogram suiker. verruimd, dat het Finsche geschut zich ge heel naar haar waarnemingen kon richten. Het heldhaftige meisje vond, dat men daar- voor eerder de Russen dankbaar kon zijn dan haar. Even heldhaftig als de bruid is de brui- degom, zooals hij daar naast haar staat in zijn uniform met een bonten streep van vele Finsche en buitenlandsche onderscheidingen op zijn wapenrok. Ondanks zijn frissche jon- gensgezicht is hij een oorlogsveteraan, die op vele slagvelden zijn roem verworven heeft. Zijn naam heeft een klank gekregen, die niet onderdoet voor die van den jongen d'Artagnan uit Dumas, „Drie Musketiers". Maar nog hechter is de band tusschen hem en de oude Finsche helden uit de Finsche sagen. Deze oude helden vindt men uitge- sneden in eikenhout in deze oeroude kerk, die een van de oudste Finsche landskerken is. In schaduwspel teekenen zich hun pro- fielen af tegen de witgekalkte kerkmuren met grafschriften, die vertellen van vroegere geslachtan. Men denkt aan Rembrandt. Dan zet het orgel in het gezang, dat zeer zeker geen bruiloftgezang is, maar in de laatste maanden Finlands nationale hymn geworden is, Luther's krachtige woorden „Een vaste burcht is onze God"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1