De spaarbanken in 1938.
IJsbruUoft op Marken.
VEELBEWOGEN
VACANTE
TWEEDE BLAD
2
Spaargelden met 92 millioen
gestegen.
De statistiek der spaarbanken
over 1938, welke jaarlijks door het
centraal bureau voor de statistiek
wordt opgesteld, is dezer dagen
verschenen. Het totale bedrag der
spaargelden is blijkens deze publi
catie van 1.695 millioen tot 1.787
millioen gestegen.
Meer dan 95 van dit enorme bedrag
wordt door de spaarders toevertrouwd aan
de rijkspostspaarbank, de bijzondere spaar
banken en de boerenleenbanken, de rest
wordt beheerd door instellingen als perso-
neelsspaarbanken, spaar- ,;en voorschotban
ken en algemeens banken. De toeneming van
het totale saldo-tegoed met 92 millioen
is voor een belangrijk deel toe te schrijven
aan de stijging bij de K.P.S. met 76 mil
lioen, waardoor het tegoed bij deze instel
ling in 1838 tot rond 679 millioen steeg.
Deze stroom van oneigenlijke spaargelden
naar de R.P.S. bleef aanhouden, d.w.z. van
gelden die niet op de kapitaalmarkt doch
bij de spaarbanken „belegd'' worden. Het
saldo-tegoed bij de 268 bijzondere spaar
banken bedroeg 562 millioen, bij de 1315
boerenleenbanken 480 millioen. Anders
dan bij de R.P.S. is de toeneming van het te
goed bij deze instellingen, o.a. als gevolg
van de verlaging der rentevergoeding, in
1938 niet zoo groot als in vorige jaren ge
weest.
Het aantal boekjes in omloop bij de R.P.
S. en de bijzondere spaarbanken bedroeg
rond 3.704.000, d.w.z. dat einde 1938 424
spaarbankboekjes op de 1000 inwoners in
omloop waren, waarbij de 578.000 boekjes bij
de boerenleenbanken en de bijna 100.000
boekjes bij de overige instellingen nog bui
ten beschouwing zijn gelaten. Het gemiddel
de saldo-tegoed per boekje bij de R.P.S. en
de bijzondere spaarbanken bedroeg einde
1938 330 tegen 319 einde 1937.
Bovenstaande gegevens zijn enkele grepen
Uit het door het centraal bureau voor de sta
tistiek verzamelde omvangrijke cijfermate
riaal over de spaarbanken in Nederland.
Vier paren treden
in het huwelijk.
Marken moge zijn karakter als visschers
eiland verliezen, de tradities blijven er be
staan. Dit bewees de bruiloft, welke er gis
termiddag op het havenijs werd gehouden.
De oorsprong van deze traditie ligt eeuwen
terug en de laatste maal vond een derge
lijk ijsfeest in 1917 plaats.
Nu men in de gelegenheid was dit nog
maals te doen werd daartoe zonder schroom
door de Marker ijsclub besloten.
Men vreest, dat dit de laatste maal zal
zijn, dat een bruiloft op het ijs gehouden
kan worden. De Markerkleeding raakt meer
en meer uit de mode en wanneer over en
kele jaren het eiland ingepolderd zal zijn.
is zij misschien geheel verdwenen. Met dat
voor oogen wilde de bevolking nog een
maal haar erfkleeding voor den dag halen
en toonen aan de massa wat een Marken
bruiloft is. Duizenden vreemdelingen heb
ben gisteren genoten van het schouwspel,
dat men ook kan zien als een modeshow
van bijzondere soort. Niet een waarop
nieuwe modellen getoond worden, doch een
show uit de oudheid. Immers op deze brui
loft droegen de gasten een keur van klee-
dingstukken, opgehaald uit de „bouwekist"
waarin voorouders 200 k 300 jaar geleden
hun bruiloftskleeding bewaarden, deze klee-
dingstukken werden van vader op zoon en
van moeder op dochter zorgvuldig bewaard.
De generatie van thans demonstreerde gis
termiddag op levendige wijze deze kleeding
De vier bruidsparen droegen de vier ty
pische bruilofts-costuums. Ze zaten te mid
den van de gasten aan de welvoorziene ta
fels, waaraan de dranken en het gebak
werden rondgediend. Iedere bediende had
zijn eigen taak en welke deze was konden
de kenners zien aan de kleeding, welke ge
dragen werd. Typische dansen vormden het
slot van het feest, althans voor het publiek
want vanavond verzamelden de gasten zich
weer, om het restant van de boerenjongens
met suiker en den rooden wijn, de traditio-
neele Marker bruiloftsdranken, op te maken.
EenuwpsjweM P
Neem
jtemUetm
Naar t Enjeisch
van
Maxwell March.
48)
David nam de aangeboden krant en las
het bericht, dat Bloomer hem triomfantelijk
had aangewezen.
„De Westbournesche politie", las hij on
der de schreeuwende opschriften „heeft he
denochtend in een ziekenhuis in Harwich
een onderhoud gehad met sir Leo Thyn.
Gisterenavond laat had de politie hem nog
gesproken, toen hij op het punt stond,, om
zich op de Vlissingsche boot in te schepen.
Na dit gesprek is sir Leo onwel geworden
en in een ziekenhuis in de stad opgenomen
Hedenochtend moest het gesprek wegens
den toestand van sir Leo onderbroken wor
den, maar inspecteur Winn, van de West
bournesche recherche, blijft in de stad, in de
hoop vanavond het gesprek te kunnen
voortzetten".
„Daar heb je het!" Aan de stem van
Bloomer zou men zeggen, dat hij alles zoo
geregeld had. „De zenuwen van sir Leo
hebben het niet kunnen bolwerken en zijn
oude vriend Saxon Marsh gaat hem een
DE STERKE VERBREIDING VAN
MILTVUUR IN ONS LAND.
Nog geen verbetering in Noord-
Holland en N.W. Utrecht.
Naar wij vernemen doen zich op
vele plaatsen in het district Noord
holland en noordwestelijk Utrecht
van den veeartsenijkundigen dienst
nog eiken dag nieuwe gevallen van
miltvuur voor. Tot dusver zijn in
totaal 78 gevallen gemeld.
Door den dienst is een onderzoek inge
steld bij verscheidene veevoederfabrieken,
waar een hoeveelheid veevoeder, dat naar
men vermoedt met miltvuurbacteriën is be
smet, voor den verkoop is geblokkeerd.
Voorts zjjn onder toezicht van den dienst
een aantal boerderijen, waar zich miltvuur
heeft voorgedaan, ontsmet. Van de zieke
beesten zijn de meeste gestorven.
HET NIET-DOORGEZONDEN
TELEGRAM AAN STALIN.
Minister Dijxhoorn antwoordt.
Op de vragen van den heer Wijnkoop
(c.p.n.) in verband met het niet door
zenden van een perstelegram, door het
persagentschap Inprekorr gericht, heeft de
minister van defensie als volgt geant
woord:
Op 20 December 1939 is door een mili
taire autoriteit de verzending verboden
van een perstelegram, door het volksdag
blad gericht tot het persagentschap In
prekorr.
De bevoegdheid daartoe berustte op
het koninklijke besluit van 15 April 1939,
Staatsblad no. 584, waarbij het geheele
telegraafverkeer werd geschorst, behou
dens verleende opheffing
Het telegram bevatte twee resoluties,
onderscheidenlijk gericht tot den heer Sta
lin, te Moskou, en tot de Finsche volksre-
geering, minister-president Kuusjnen, te
Terioki. De inhoud dier resoluties in
een telegram vervat stemt overeen met
een te voren in he' Volksdagblad gepubli
ceerd stuk.
Bij het ter zake ingesteld onderzoek is
niet gebleken, dat het bericht over deze
aagelegenheid, voorkomende in het och
tendblad van 22 December 1939 van het
Algemeen Handelsblad, het gevolg is van
een indiscretie, niet gepleegd door civiele
ambtenaren.
Naar net oordeel van den minister is:
a. de verzending van het voor een pers
agentschap bestemde telegram door de be
voegde militaire autoriteit terecht gewei
gerd .aangezien de inhoud krei kend moest
worden geacht voor een bevriende mo
gendheid en haai door Nederland bij uit
sluiting erkende regeerinj;
b. van verbindingen tusschen militaLe
autoriteiten en journalisten, die het ver
strekken van ambtelijke mededeelingen
aan onbevoegden tengevolge hebben gehad
en alsnog kunnen hebben ,is niet gebleken,
ken.
In verband met het vorenstaande wordt
het instellen van een nader onderzoek niet
nood'g geacht.
Zoódra er geen bezwaren meer zijn van
de niet-verze.rding van een telegram me-
dedeeling te doen, wordt de afzender ter
zake ingelicht en wordt hem terugbetaling
gedaan van de betaalde telegramkosten.
In het onderwerpelijke geval werd voor
de verzending van het geweigerd telegram
door den afzender niets betaald, daar de
betaling geschieden zou door den geadres
seerde te tloskou.
FELLE BRAND TE LEIDEN.
Gisteravond is felle brand uitgebroken in
de bovenverdieping van het perecel Oude
Vest 47 te Leiden. De benedenverdieping
van dit perceel wordt bewoond door de fami
lie C. R. L., terwijl de bovenverdieping ver
huurd is aan studenten, die echter op het
oogenblik, dat de brand uitbrak niet' thuis
waren.
De poCitie-brandweer was spoedig ter
plaatse en slaagde erin het vuur te beper
ken tot twee vertrekken, welke geheel uit
brandden.
Naast het brandende huis is de Leidsche
schouwburg gelegen, waar het tooneelgezel-
schap „Het Masker", onder leiding van den
heer Ko Arnoldi, voor een vrijwel uitver
kochte zaal een voorstelling van het stuk
„Gaslicht" gaf. De voorstelling werd in ver
band met het gevaar voor uitbreiding on
derbroken. Het publiek kon ordelijk de zaal
verlaten. De oorzaak van den brand is waar
schijnlijk gelegen in een te hard opgestookte
kachel, waardoor de omgeving vlam vatte.
Buren hebben het vuur ontdekt en de brand
weer gewaarschuwd.
VILLA TE ROTTERDAM GEHEEL
UITGEBRAND.
In den laten middag ontstond te Rotter
dam brand in de door mr. H. C. Hintzen
bewoonde villa aan de Groene Wetering.
In een kamer aan de rechterzijde van
het huis, boven de garage, was een radia
tor van de centrale verwarming bevroren.
Ten emde deze te ontdooien was er een
electris.'i kacheltje op gezet. Dit kachel
tje verspreidde echter zulk een gloed, dat
1 het houtwerk nabij de radiator vlam
vatte. Het vuur vrat verder en deelde zich
aldra aan het rieten dak van de villa
mede.
De dienstbode, die den brand ontdekte,
deelde haar bevindingen aan mevrouw
Hïntzen mede en deze waarschuwde ijlings
de brandweer. Deze tastte het vuur
krachtig aan.
De vlammen, welke in het rieten dak
een gretigen prooi vonden, werd nog aan
gewakkerd door den feilen wind, zoodat
men vreesde, dat de brand niet te locali-
seeren zou zijn. Den bewoners werd daar
om aangeraden de villa te verlaten en
zooveel mogelijk bezittingen in veiligheid
te brengen. Een ziek meisje werd bij bu
ren ondergebracht. Met behulp van en
kele brandweerlieden werd een gedeelte
van het meubilair, o. a. een groot aantal
schilderijen, antieke meubelen en andere
kostbaarheden, naar buiten gedragen.
Een auto werd uit de garage gereden.
Het gelukte de brandweer echter uit
breiding van den brand te voorkomen.
Omstreeks tien uur was men met het
blusschingswerk zoover gevorderd, dat tot
nablussching kon worden overgegaan. De
villa was geheel uitgebrand.
NEDERLANDSCHE SCKA/Ü'SENRIJDERS NAAR OSLO.
Van Schiphol zijn heden per vliegtuig naar Malmö vertrokken de Nederlandsche
schaatsenrijders, die deel zullen nemen aan de wedstrijden te Oslo. Van rechts
naar links: J. Langedijk, ir. D. van der Scheer en R. Koops. Geheel links:
mevr. van der Scheer.
!BuUeahmd
MET BAKFIETSEN VAN KAMPEN
NAAR URK.
Voedselvoorziening biedt
moeilijkheden.
Na een zeer moeilijke reis zijn gistermid
dag om ongeveer half zes vier personen met
bakfietsen van Kampen op Urk aangekomen.
Het gewezen eiland is door de vorst geheel
geïsoleerd en al het voedsel en andere le
vensbehoeften moeten over het ijs worden
aangevoerd. Tot nog toe geschiedde dat per
ijsvlet, hetgeen echter zeer veel tijd vergde.
Vandaag heeft men derhalve gebruik ge
maakt van bakfietsen in de veronderstelling,
dat dit den reisduur aanmerkelijk zou be
korten. Het ijs vertoonde echter verschillen
de groote scheuren, zoodat de lading, be
staande uit drie vaten visch, boter en
vleeschwaren, tot drie maal toe moest wor
den uitgeladen De reis duurde daardoor van
gistermorgen zes uur tot gisteravond half
zes.
BEGRAFENIS VAN LAU EZERMAN.
Onder groote belangstelling is gister
middag op de begraafplaats „Zorgvlied"
te Amsterdam het stoffelijk overschot van
den acteur Lau Ezerman ter aarde be
steld.
Aan de kist waren kransen gehecht van
den stadsschouwburg, van de collega's van
het Nederlandsch tooneel, van het gezel
schap Bouber, het ensemble Ruys en het
gezelschap SaalbornParser.
Vele belangstellenden uit tooneelkrin-
gen, vrienden en collega's hebben den
overledene op de begraafplaats de laatste
eer bewezen.
Rika Hopper heeft namens de tooneel-
groep, waarmee Lau Ezerman heeft sa
mengewerkt voor de militairen, het woord
gevoerd. Zij memoreerde hoe zij nog
slechts een week geleden met Lau Ezer
man op de planken had gestaan. Zij be
wonderde hem steeds als karakterspeler,
zij hield van den klank van zijn stem,
welke zooveel ontroering kon brengen.
Namens haar collega's bracht zij den
overledene dank voor alles, wat hij tijdens
zijn leven voor hen was geweest.
Nadat nog een tweetal sprekers het
woord gevoerd hadden, dankte de heer
van Zutphen namens de familie voor de
betoonde belangstelling.
Eerste Kamer komt bijeen. - De voor
zitter van de Eerste Kamer is voornemens
de Kamer bijeen te roepen tegen Dinsdag
23 Januari, des avonds te half negen en den
volgenden dag, des voormiddags te elf uur,
een aanvang te maken met de behandeling
van het wetsontwerp tot vaststelling van
hoofdstuk III (departement van buitenland-
sche zaken) der rijksbegrooting voor 1940.
DE VERGADERING VAN HET BUREAU
VAN HET I.V.V.
Het Fransche bureau van het Interna
tionaal Vak Verbond is op 11 en 12 Januari
bijeen geweest te Parijs onder voorzitter
schap van Jouhaux en Citrine.
Het bureau nam de volgende resolutie
aan: Het bureau van het I.V.V., bijeen te
Parijs, stelt er prijs op bij deze gelegenheid
uitdrukking te geven aan zijn diepe sym
pathie en aan zijn algeheele solidariteit met
het Finsche volk, dat zijn onafhankelijkheid
en zijn vrijheden verdedigt op een wijze, die
de bewondering afdwingt van de beschaafde
wereld. Het heldhaftige Finsche volk strijdt
tegen het oneindig talrijker Sovjet-leger, dat
door Stalin tegen hun kleine land in den
strijd geworpen is met schending van het
recht van het Finsche volk om over zich
zelf te beschikken, en zulks met het doel van
ontegenzeggelijke imperialistische agressie.
Het bureau van het I.V.V. richt met aan
drang een oproep tot al zijn aangesloten
organisaties om dringend alle tot haar be
schikking staande middelen te organiseeren
voor een doetreffende hulp aan het moedige
Finsche volk. Niet alleen is het van belang
om zoo snel mogelijk een maximum aan gel
den en hulp van allerlei aard te zenden aan
onze Finsche kameraden, maar ook moeten
stappen gedaan worden bij de regeeringen,
opdat deze, in overeenstemming met het
recente besluit van den Volkenbond, vol
ledig haar plicht tot internationale solidari
teit jegens Finland ten uitvoer legge. De
secretaris-generaal heeft opdracht gekregen
om contact te zoeken met de nationale cen
trales, teneinde deze solidariteitsactie een
maximum van coördinatie te geven. Het bu
reau heeft besloten voor de Finsche vakver-
eenigingscentrale 175.000 francs te zenden,
bestemd voor de Finsche vakvereenigings-
centrale.
Het bureau heeft kennis genomen van de
rapporten en documenten betreffende de
bijeenkomst van het Fransch-Engelsche vak-
vereenigingscomité, gehouden op 14 en 15
December j.l. in Parijs. Vervolgens ging het
bureau over tot de benoeming van zijn twee
vertegenwoordigers in de commissie, die be
last is door het congres van Zürich met de
bestudeering van de nieuwe zaken en de
toekomstige activiteit van het I.V.V. De
commissie zal dus zijn samengesteld uit
vice-president Jouhaix en den secretaris
generaal Schevenals, naast de drie leden, die
door het congres weden benoemd, n.l. Hicks
(Engeland), Weber (Zwitserland) en Lind-
berg (Zweden). De eerstvolgende bijeen
komst zal gehouden worden op 14 en 15
Maart a.s. te Parijs.
De gladheid op den weg. - Bij 'iet uit
wijken voor een auto der P.T.T. te Groes-
beek, op den rijksweg GroesbeekNijmegen,
is gisteren tengevolge van de gladheid van
den weg de heer G. zoo ernstig komen te
vallen, dat hij een uur later aan de bekomen
hersenschudding is overleden.
DE VEREENIGFE STATEN EN JAPAN.
Het Russische blad de Iswestija publiceert
een hoofdartikel over de „Vlootstrategie der
Ver. Staten" en levert daarin het volgend
commentaar op de verklaring van de confe
rentie van Panama: Onder het mom van
sonore phrasen over de solidariteit der Ame-
rikaansche republieken, over de noodzake
lijkheid haar gemeenschappelijke verdedi
ging en neutraliteit te verzekeren, enz,
verwezenlijken de Ver. Staten de grootste
militaire voorbereiding hunner geschiedenis
met het doel hun hegemonie in het Oostelijk
deel van den Atlantischen Oceaan en het
Westelijk deel van den Stillen Oceaan te
verzekeren.
Overigens wordt erkend, dat Japan van de
Ver. Staten het meerendeel ontvangt van
het voor den oorlog onmisbare materiaal:
ijzererts en petroleum.
Anderzijds zijn de Ver. Staten de grootste
importeurs van Japansche zijde, suiker.- en
goud.
De Prawda op zijn beurt doet uitkomen,
dat er voorboden zijn voor een activiteit der
Ver. Staten in het Verre Oosten. Dat zijn:
1. De opzegging van het handelsverdrag
met Japan,
2. Het feit, dat de Japansche goudreserve
uitgeput raakt en de Ver. Staten probeeren
voordeel te trekken van de economische
moeilijkheden van Japan.
De Prawda besluit: „Men moet niet uit het
oog verliezen, dat de oorlog in Europa het
voor Japan moeilijker maakt, oorlogsmate
riaal te verkrijgen, daar de wereldmarkten
thans door Frankrijk en Groot-Britannië in
beslag genomen zijn. Japan is derhalve
min of meer gedwongen zich tot de Ver.
Staten te wenden om grondstoffen op te
doen, terwijl de belangen der Amerikaansche
imperialisten op de Japansche markt tijde
lijk hun belang verliezen.
GEVAREN VAN DEN VUURTOREN-
DIENST.
Uit Londen wordt gemeldt:
Een officier en zes manschappen van
den vuurtorendienst zijn bij den vuurtoren
van Eddystone gistermorgen omgekomen,
naar officieel wordt medegedeeld. Het af
lossingsschip Vestal ging gereedschappen
naar den vuurtoren brengen. Men liet een
motorboot neer van de Vestal om naar den
vuurtoren te varen, aangezien de Vestal op
zekeren afstand van de rotsen moest blijven
liggen. Terwijl touwen door de vuurtoren
wachters werden uitgeworpen eiï vastge
legd werden, sloeg onverwachts een zee
over de motorboot heen, waardoor de motor
afsloeg. Volgende overslaande zeeën deden
de motorboot volloopen, zoodat zij zonk,
slechts één man kon gered worden. Een of
ficier en zes man verdronken.
DE CREDIETEN VOOR DE
AMERIKAANSCHE DEFENSIE.
Het Amerikaansche Huis van afgevaardig
den heeft zonder hoofdelijke stemming het
wetsontwerp goedgekeurd op de crisiscredie-
ten voor de defensie. Deze credieten zijn
gioot 264.611.252 dollar.
handje helpen. Maar als u het mij vraagt",
zei hij met een ondeugend knipoogje in de
richting van den inspecteur, „is hij er naar
toe, om te zorgen dat zijn oude vriend zijn
mond niet voorbijpraat".
HOOFDSTUK XVII.
Confrontatie.
„Beslist niet langer dan een half uur, in
specteur, en dan sta ik u eigenlijk al te veel
toe. Sir Leo loopt gevaar een totale instor
ting te zullen krijgen. Heusch, ik waar
schuw u, dat hij doorloopend ontzien moet
worden, want zelfs de geringste opwinding
kan hem veel kwaad berokkenen".
De toon, waarop de dokter sprak, was er
op berekend om de woorden goed tot den
ander te laten doordringen. Als zoovele
outsiders, vond de dokter dat de politie veel
te ver ging, door met alle geweld een man
als sir Leo Thyn te willen lastig vallen en
dan nog wel met een onderzoek in een
zaak, waar, zooals iedereen kon voelen, de
voorname advocaat niets mee te maken
had.
Inspecteur Winn wist best, dat die alge-
meene opinie in zijn nadeel was, maar nog
nooit had zijn besluit zoo vast gestaan. Geen
insinuaties, noch de tegenwerking, die hij
ondervond, konden hem van zijn voorgeno
men plan afbrengen.
Het was wel waar, dat het onderzoek den
dood van een nu niet bepaald gunstig be
kend staand nersoon gold en ook dat de
getuige, die hem op dit spoor gebracht had,
niet veertien karaats was, maar inspecteur
Winn voelde, dat hij dichter bij de waarheid
kwam en hoe meer hij van sir Leo zag en
hoorde, des te meer was hij ervan over
tuigd, dat Niftiy Martin het aan het rechte
eind had.
Inspecteur Winn had niet zooveel onder
vinding met menschen van het type en de
klasse van sir Leo Thyn en de reputatie van
den man maakte, in weerwil van zichzelf,
indruk op hem. Maar het bleef een feit,
dat sir Leo zich net zoo bevreesd gedroeg,
als ieder ander met een slecht geweten en
ware het niet zoo buitengewoon onwaar
schijnlijk geweest, dan zou inspecteur Winn
gaarne gezworen hebben, dat sir Leo in
derdaad schuldig was.
„Ik begrijp het best, dokter", zei hij zoo
toegevend mogelijk. „Ik begrijp het volko
men en u kunt er op vertrouwen, dat ik
dien ongelukkigen man niet meer dan strikt
noodig is, zou lastig vallen. Maar ik heb een
getuige bij me, die ik heel graag sir Leo
wilde laten zien en als u er niets tegen hebt,
wilde ik haar mee naar binnen nemen".
De dokter keek langs den inspecteur heen
en nam het kleine, slordige figuurtje eens
op, dat daar in een hoek van de groote
wachtkamer nerveus aan haar smoezelige
handschoenen zat te frunniken. Ruth Dartle
zag er niet op haar voordeeligst uit als ze
zenuwachtig was en op het oogenblik was
zij als lam geslagen van opwinding. Inspec
teud Winn voelde zich bijna verplicht, voor
haar aanwezigheid in dit prachtige gebouw
excuus te vragen.
De dokter zuchtte eens.
„Nu, goed dan. Als u vindt dat het nood
zakelijk is, moet ik mij er wel bij neerleg
gen. Maar, inspecteur, ik vertrouw erop,
dat u in gedachte zult houden, wat ik u
gezegd heb en ik verzeker u, dat ik niet
overdreven heb. Wilt u hier even wachten,
dan zal ik u een zuster sturen, om u bij sir
Leo te brengen. Maar maakt u het gesprek
zoo kort mogelijk en windt u den patiënt
vooral niet te veel op".
De dokter ging heen en inspecteur Winn
keerde zich tot het meisje. Hij had haar al
een dozijn maal onder handen genomen,
maar hij was er nooit zeker van, of zij be
greep wat hij haar op het hart drukte.
„Nu moet je eens goed luisteren", zei hij
vriendelijk, want hij had gemerkt, dat de
minste strengheid haar heelemaal in de war
bracht. „Als straks de zuster ons binnen
brengt, had ik graag, dat je eens rondliep
en het gezicht van dien mijnheer goed op
nam. En als hij spreekt, moet je heel goed
op zijn stem letten. Als je hem herken!,
hoef je alleen maar even naar me te knik
ken. Herken je hem niet, houd je dan kalm
en ga rustig met de zuster de kamer weer
uit en wacht hier op me. Heb je het begre
pen?"
„Ja", zei Ruth erg onzeker en inspecteur
Winn kookte inwendig van kwaadheid Alle
getuigen in deze zaak, dacht hij somber,
schijnen zoo te zijn, dat je er niet mee voor
den dag kunt komen, of ze zijn volslagen
idioot.
Hij werd in zijn overpeinzingen gestoord
doör 't binnenkomen van 'n nogal trotseh
uitziend persoontje in verpleegsterskleeren.
Zij ging hem voor, door 'n smalle gang met
parketvloer, naar het andere einde van het
getouw.
Toen liet zij hen, met een gewild rustig
gebaar, door een wit geschilderde deur in
een zonnige spreekkamer, een van die privé
kamers voor herstellende zieken.
De kamer deed erg prettig aan en was
schitterend en met smaak ingericht. Een van
de wanden was heelemaal van glas, waar
door men een uitstekend gezicht had op den
werkelijk praehtigen bloementuin.
Sir Leo, die niet meer dan een schaduw
was van wat hij geweest was, lag uitgestrekt
op een gemakkelijken stoei en zijn hoofd
rustte op een heelen stapel veeren kussens.
Toen hij den inspecteur gewaar werd, ging
hij wat meer rechtop zitten en zijn gezicht
liet duidelijk zijn grooten angst blijken.
Inspecteur Winn hield zijn gezellin scherp
in het oog. Het meisje staarde verwezen
naar den man op den stoel, maar op haar
gezicht kwam geen teeken van herkenning
en toen zij den inspecteur aankeek, schud
de zij haar hoofd. Toen de zuster weer naar
buiten ging, volgde zij haar en inspecteur
Winn bleef ernstig en teleurgesteld achter.
Sir Leo b'eef in zijn ongemakkelijke hou
ding zitten Er was niets meer overgebleven
van de losse manier, waarmee hij zich vroe
ger aan alle omstandigheden kon aanpas
sen.
(Wordt vervolgd)