De spaarbanken in 1938. IJsbruUoft op Marken. VEELBEWOGEN VACANTE TWEEDE BLAD 2 Spaargelden met 92 millioen gestegen. De statistiek der spaarbanken over 1938, welke jaarlijks door het centraal bureau voor de statistiek wordt opgesteld, is dezer dagen verschenen. Het totale bedrag der spaargelden is blijkens deze publi catie van 1.695 millioen tot 1.787 millioen gestegen. Meer dan 95 van dit enorme bedrag wordt door de spaarders toevertrouwd aan de rijkspostspaarbank, de bijzondere spaar banken en de boerenleenbanken, de rest wordt beheerd door instellingen als perso- neelsspaarbanken, spaar- ,;en voorschotban ken en algemeens banken. De toeneming van het totale saldo-tegoed met 92 millioen is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de stijging bij de K.P.S. met 76 mil lioen, waardoor het tegoed bij deze instel ling in 1838 tot rond 679 millioen steeg. Deze stroom van oneigenlijke spaargelden naar de R.P.S. bleef aanhouden, d.w.z. van gelden die niet op de kapitaalmarkt doch bij de spaarbanken „belegd'' worden. Het saldo-tegoed bij de 268 bijzondere spaar banken bedroeg 562 millioen, bij de 1315 boerenleenbanken 480 millioen. Anders dan bij de R.P.S. is de toeneming van het te goed bij deze instellingen, o.a. als gevolg van de verlaging der rentevergoeding, in 1938 niet zoo groot als in vorige jaren ge weest. Het aantal boekjes in omloop bij de R.P. S. en de bijzondere spaarbanken bedroeg rond 3.704.000, d.w.z. dat einde 1938 424 spaarbankboekjes op de 1000 inwoners in omloop waren, waarbij de 578.000 boekjes bij de boerenleenbanken en de bijna 100.000 boekjes bij de overige instellingen nog bui ten beschouwing zijn gelaten. Het gemiddel de saldo-tegoed per boekje bij de R.P.S. en de bijzondere spaarbanken bedroeg einde 1938 330 tegen 319 einde 1937. Bovenstaande gegevens zijn enkele grepen Uit het door het centraal bureau voor de sta tistiek verzamelde omvangrijke cijfermate riaal over de spaarbanken in Nederland. Vier paren treden in het huwelijk. Marken moge zijn karakter als visschers eiland verliezen, de tradities blijven er be staan. Dit bewees de bruiloft, welke er gis termiddag op het havenijs werd gehouden. De oorsprong van deze traditie ligt eeuwen terug en de laatste maal vond een derge lijk ijsfeest in 1917 plaats. Nu men in de gelegenheid was dit nog maals te doen werd daartoe zonder schroom door de Marker ijsclub besloten. Men vreest, dat dit de laatste maal zal zijn, dat een bruiloft op het ijs gehouden kan worden. De Markerkleeding raakt meer en meer uit de mode en wanneer over en kele jaren het eiland ingepolderd zal zijn. is zij misschien geheel verdwenen. Met dat voor oogen wilde de bevolking nog een maal haar erfkleeding voor den dag halen en toonen aan de massa wat een Marken bruiloft is. Duizenden vreemdelingen heb ben gisteren genoten van het schouwspel, dat men ook kan zien als een modeshow van bijzondere soort. Niet een waarop nieuwe modellen getoond worden, doch een show uit de oudheid. Immers op deze brui loft droegen de gasten een keur van klee- dingstukken, opgehaald uit de „bouwekist" waarin voorouders 200 k 300 jaar geleden hun bruiloftskleeding bewaarden, deze klee- dingstukken werden van vader op zoon en van moeder op dochter zorgvuldig bewaard. De generatie van thans demonstreerde gis termiddag op levendige wijze deze kleeding De vier bruidsparen droegen de vier ty pische bruilofts-costuums. Ze zaten te mid den van de gasten aan de welvoorziene ta fels, waaraan de dranken en het gebak werden rondgediend. Iedere bediende had zijn eigen taak en welke deze was konden de kenners zien aan de kleeding, welke ge dragen werd. Typische dansen vormden het slot van het feest, althans voor het publiek want vanavond verzamelden de gasten zich weer, om het restant van de boerenjongens met suiker en den rooden wijn, de traditio- neele Marker bruiloftsdranken, op te maken. EenuwpsjweM P Neem jtemUetm Naar t Enjeisch van Maxwell March. 48) David nam de aangeboden krant en las het bericht, dat Bloomer hem triomfantelijk had aangewezen. „De Westbournesche politie", las hij on der de schreeuwende opschriften „heeft he denochtend in een ziekenhuis in Harwich een onderhoud gehad met sir Leo Thyn. Gisterenavond laat had de politie hem nog gesproken, toen hij op het punt stond,, om zich op de Vlissingsche boot in te schepen. Na dit gesprek is sir Leo onwel geworden en in een ziekenhuis in de stad opgenomen Hedenochtend moest het gesprek wegens den toestand van sir Leo onderbroken wor den, maar inspecteur Winn, van de West bournesche recherche, blijft in de stad, in de hoop vanavond het gesprek te kunnen voortzetten". „Daar heb je het!" Aan de stem van Bloomer zou men zeggen, dat hij alles zoo geregeld had. „De zenuwen van sir Leo hebben het niet kunnen bolwerken en zijn oude vriend Saxon Marsh gaat hem een DE STERKE VERBREIDING VAN MILTVUUR IN ONS LAND. Nog geen verbetering in Noord- Holland en N.W. Utrecht. Naar wij vernemen doen zich op vele plaatsen in het district Noord holland en noordwestelijk Utrecht van den veeartsenijkundigen dienst nog eiken dag nieuwe gevallen van miltvuur voor. Tot dusver zijn in totaal 78 gevallen gemeld. Door den dienst is een onderzoek inge steld bij verscheidene veevoederfabrieken, waar een hoeveelheid veevoeder, dat naar men vermoedt met miltvuurbacteriën is be smet, voor den verkoop is geblokkeerd. Voorts zjjn onder toezicht van den dienst een aantal boerderijen, waar zich miltvuur heeft voorgedaan, ontsmet. Van de zieke beesten zijn de meeste gestorven. HET NIET-DOORGEZONDEN TELEGRAM AAN STALIN. Minister Dijxhoorn antwoordt. Op de vragen van den heer Wijnkoop (c.p.n.) in verband met het niet door zenden van een perstelegram, door het persagentschap Inprekorr gericht, heeft de minister van defensie als volgt geant woord: Op 20 December 1939 is door een mili taire autoriteit de verzending verboden van een perstelegram, door het volksdag blad gericht tot het persagentschap In prekorr. De bevoegdheid daartoe berustte op het koninklijke besluit van 15 April 1939, Staatsblad no. 584, waarbij het geheele telegraafverkeer werd geschorst, behou dens verleende opheffing Het telegram bevatte twee resoluties, onderscheidenlijk gericht tot den heer Sta lin, te Moskou, en tot de Finsche volksre- geering, minister-president Kuusjnen, te Terioki. De inhoud dier resoluties in een telegram vervat stemt overeen met een te voren in he' Volksdagblad gepubli ceerd stuk. Bij het ter zake ingesteld onderzoek is niet gebleken, dat het bericht over deze aagelegenheid, voorkomende in het och tendblad van 22 December 1939 van het Algemeen Handelsblad, het gevolg is van een indiscretie, niet gepleegd door civiele ambtenaren. Naar net oordeel van den minister is: a. de verzending van het voor een pers agentschap bestemde telegram door de be voegde militaire autoriteit terecht gewei gerd .aangezien de inhoud krei kend moest worden geacht voor een bevriende mo gendheid en haai door Nederland bij uit sluiting erkende regeerinj; b. van verbindingen tusschen militaLe autoriteiten en journalisten, die het ver strekken van ambtelijke mededeelingen aan onbevoegden tengevolge hebben gehad en alsnog kunnen hebben ,is niet gebleken, ken. In verband met het vorenstaande wordt het instellen van een nader onderzoek niet nood'g geacht. Zoódra er geen bezwaren meer zijn van de niet-verze.rding van een telegram me- dedeeling te doen, wordt de afzender ter zake ingelicht en wordt hem terugbetaling gedaan van de betaalde telegramkosten. In het onderwerpelijke geval werd voor de verzending van het geweigerd telegram door den afzender niets betaald, daar de betaling geschieden zou door den geadres seerde te tloskou. FELLE BRAND TE LEIDEN. Gisteravond is felle brand uitgebroken in de bovenverdieping van het perecel Oude Vest 47 te Leiden. De benedenverdieping van dit perceel wordt bewoond door de fami lie C. R. L., terwijl de bovenverdieping ver huurd is aan studenten, die echter op het oogenblik, dat de brand uitbrak niet' thuis waren. De poCitie-brandweer was spoedig ter plaatse en slaagde erin het vuur te beper ken tot twee vertrekken, welke geheel uit brandden. Naast het brandende huis is de Leidsche schouwburg gelegen, waar het tooneelgezel- schap „Het Masker", onder leiding van den heer Ko Arnoldi, voor een vrijwel uitver kochte zaal een voorstelling van het stuk „Gaslicht" gaf. De voorstelling werd in ver band met het gevaar voor uitbreiding on derbroken. Het publiek kon ordelijk de zaal verlaten. De oorzaak van den brand is waar schijnlijk gelegen in een te hard opgestookte kachel, waardoor de omgeving vlam vatte. Buren hebben het vuur ontdekt en de brand weer gewaarschuwd. VILLA TE ROTTERDAM GEHEEL UITGEBRAND. In den laten middag ontstond te Rotter dam brand in de door mr. H. C. Hintzen bewoonde villa aan de Groene Wetering. In een kamer aan de rechterzijde van het huis, boven de garage, was een radia tor van de centrale verwarming bevroren. Ten emde deze te ontdooien was er een electris.'i kacheltje op gezet. Dit kachel tje verspreidde echter zulk een gloed, dat 1 het houtwerk nabij de radiator vlam vatte. Het vuur vrat verder en deelde zich aldra aan het rieten dak van de villa mede. De dienstbode, die den brand ontdekte, deelde haar bevindingen aan mevrouw Hïntzen mede en deze waarschuwde ijlings de brandweer. Deze tastte het vuur krachtig aan. De vlammen, welke in het rieten dak een gretigen prooi vonden, werd nog aan gewakkerd door den feilen wind, zoodat men vreesde, dat de brand niet te locali- seeren zou zijn. Den bewoners werd daar om aangeraden de villa te verlaten en zooveel mogelijk bezittingen in veiligheid te brengen. Een ziek meisje werd bij bu ren ondergebracht. Met behulp van en kele brandweerlieden werd een gedeelte van het meubilair, o. a. een groot aantal schilderijen, antieke meubelen en andere kostbaarheden, naar buiten gedragen. Een auto werd uit de garage gereden. Het gelukte de brandweer echter uit breiding van den brand te voorkomen. Omstreeks tien uur was men met het blusschingswerk zoover gevorderd, dat tot nablussching kon worden overgegaan. De villa was geheel uitgebrand. NEDERLANDSCHE SCKA/Ü'SENRIJDERS NAAR OSLO. Van Schiphol zijn heden per vliegtuig naar Malmö vertrokken de Nederlandsche schaatsenrijders, die deel zullen nemen aan de wedstrijden te Oslo. Van rechts naar links: J. Langedijk, ir. D. van der Scheer en R. Koops. Geheel links: mevr. van der Scheer. !BuUeahmd MET BAKFIETSEN VAN KAMPEN NAAR URK. Voedselvoorziening biedt moeilijkheden. Na een zeer moeilijke reis zijn gistermid dag om ongeveer half zes vier personen met bakfietsen van Kampen op Urk aangekomen. Het gewezen eiland is door de vorst geheel geïsoleerd en al het voedsel en andere le vensbehoeften moeten over het ijs worden aangevoerd. Tot nog toe geschiedde dat per ijsvlet, hetgeen echter zeer veel tijd vergde. Vandaag heeft men derhalve gebruik ge maakt van bakfietsen in de veronderstelling, dat dit den reisduur aanmerkelijk zou be korten. Het ijs vertoonde echter verschillen de groote scheuren, zoodat de lading, be staande uit drie vaten visch, boter en vleeschwaren, tot drie maal toe moest wor den uitgeladen De reis duurde daardoor van gistermorgen zes uur tot gisteravond half zes. BEGRAFENIS VAN LAU EZERMAN. Onder groote belangstelling is gister middag op de begraafplaats „Zorgvlied" te Amsterdam het stoffelijk overschot van den acteur Lau Ezerman ter aarde be steld. Aan de kist waren kransen gehecht van den stadsschouwburg, van de collega's van het Nederlandsch tooneel, van het gezel schap Bouber, het ensemble Ruys en het gezelschap SaalbornParser. Vele belangstellenden uit tooneelkrin- gen, vrienden en collega's hebben den overledene op de begraafplaats de laatste eer bewezen. Rika Hopper heeft namens de tooneel- groep, waarmee Lau Ezerman heeft sa mengewerkt voor de militairen, het woord gevoerd. Zij memoreerde hoe zij nog slechts een week geleden met Lau Ezer man op de planken had gestaan. Zij be wonderde hem steeds als karakterspeler, zij hield van den klank van zijn stem, welke zooveel ontroering kon brengen. Namens haar collega's bracht zij den overledene dank voor alles, wat hij tijdens zijn leven voor hen was geweest. Nadat nog een tweetal sprekers het woord gevoerd hadden, dankte de heer van Zutphen namens de familie voor de betoonde belangstelling. Eerste Kamer komt bijeen. - De voor zitter van de Eerste Kamer is voornemens de Kamer bijeen te roepen tegen Dinsdag 23 Januari, des avonds te half negen en den volgenden dag, des voormiddags te elf uur, een aanvang te maken met de behandeling van het wetsontwerp tot vaststelling van hoofdstuk III (departement van buitenland- sche zaken) der rijksbegrooting voor 1940. DE VERGADERING VAN HET BUREAU VAN HET I.V.V. Het Fransche bureau van het Interna tionaal Vak Verbond is op 11 en 12 Januari bijeen geweest te Parijs onder voorzitter schap van Jouhaux en Citrine. Het bureau nam de volgende resolutie aan: Het bureau van het I.V.V., bijeen te Parijs, stelt er prijs op bij deze gelegenheid uitdrukking te geven aan zijn diepe sym pathie en aan zijn algeheele solidariteit met het Finsche volk, dat zijn onafhankelijkheid en zijn vrijheden verdedigt op een wijze, die de bewondering afdwingt van de beschaafde wereld. Het heldhaftige Finsche volk strijdt tegen het oneindig talrijker Sovjet-leger, dat door Stalin tegen hun kleine land in den strijd geworpen is met schending van het recht van het Finsche volk om over zich zelf te beschikken, en zulks met het doel van ontegenzeggelijke imperialistische agressie. Het bureau van het I.V.V. richt met aan drang een oproep tot al zijn aangesloten organisaties om dringend alle tot haar be schikking staande middelen te organiseeren voor een doetreffende hulp aan het moedige Finsche volk. Niet alleen is het van belang om zoo snel mogelijk een maximum aan gel den en hulp van allerlei aard te zenden aan onze Finsche kameraden, maar ook moeten stappen gedaan worden bij de regeeringen, opdat deze, in overeenstemming met het recente besluit van den Volkenbond, vol ledig haar plicht tot internationale solidari teit jegens Finland ten uitvoer legge. De secretaris-generaal heeft opdracht gekregen om contact te zoeken met de nationale cen trales, teneinde deze solidariteitsactie een maximum van coördinatie te geven. Het bu reau heeft besloten voor de Finsche vakver- eenigingscentrale 175.000 francs te zenden, bestemd voor de Finsche vakvereenigings- centrale. Het bureau heeft kennis genomen van de rapporten en documenten betreffende de bijeenkomst van het Fransch-Engelsche vak- vereenigingscomité, gehouden op 14 en 15 December j.l. in Parijs. Vervolgens ging het bureau over tot de benoeming van zijn twee vertegenwoordigers in de commissie, die be last is door het congres van Zürich met de bestudeering van de nieuwe zaken en de toekomstige activiteit van het I.V.V. De commissie zal dus zijn samengesteld uit vice-president Jouhaix en den secretaris generaal Schevenals, naast de drie leden, die door het congres weden benoemd, n.l. Hicks (Engeland), Weber (Zwitserland) en Lind- berg (Zweden). De eerstvolgende bijeen komst zal gehouden worden op 14 en 15 Maart a.s. te Parijs. De gladheid op den weg. - Bij 'iet uit wijken voor een auto der P.T.T. te Groes- beek, op den rijksweg GroesbeekNijmegen, is gisteren tengevolge van de gladheid van den weg de heer G. zoo ernstig komen te vallen, dat hij een uur later aan de bekomen hersenschudding is overleden. DE VEREENIGFE STATEN EN JAPAN. Het Russische blad de Iswestija publiceert een hoofdartikel over de „Vlootstrategie der Ver. Staten" en levert daarin het volgend commentaar op de verklaring van de confe rentie van Panama: Onder het mom van sonore phrasen over de solidariteit der Ame- rikaansche republieken, over de noodzake lijkheid haar gemeenschappelijke verdedi ging en neutraliteit te verzekeren, enz, verwezenlijken de Ver. Staten de grootste militaire voorbereiding hunner geschiedenis met het doel hun hegemonie in het Oostelijk deel van den Atlantischen Oceaan en het Westelijk deel van den Stillen Oceaan te verzekeren. Overigens wordt erkend, dat Japan van de Ver. Staten het meerendeel ontvangt van het voor den oorlog onmisbare materiaal: ijzererts en petroleum. Anderzijds zijn de Ver. Staten de grootste importeurs van Japansche zijde, suiker.- en goud. De Prawda op zijn beurt doet uitkomen, dat er voorboden zijn voor een activiteit der Ver. Staten in het Verre Oosten. Dat zijn: 1. De opzegging van het handelsverdrag met Japan, 2. Het feit, dat de Japansche goudreserve uitgeput raakt en de Ver. Staten probeeren voordeel te trekken van de economische moeilijkheden van Japan. De Prawda besluit: „Men moet niet uit het oog verliezen, dat de oorlog in Europa het voor Japan moeilijker maakt, oorlogsmate riaal te verkrijgen, daar de wereldmarkten thans door Frankrijk en Groot-Britannië in beslag genomen zijn. Japan is derhalve min of meer gedwongen zich tot de Ver. Staten te wenden om grondstoffen op te doen, terwijl de belangen der Amerikaansche imperialisten op de Japansche markt tijde lijk hun belang verliezen. GEVAREN VAN DEN VUURTOREN- DIENST. Uit Londen wordt gemeldt: Een officier en zes manschappen van den vuurtorendienst zijn bij den vuurtoren van Eddystone gistermorgen omgekomen, naar officieel wordt medegedeeld. Het af lossingsschip Vestal ging gereedschappen naar den vuurtoren brengen. Men liet een motorboot neer van de Vestal om naar den vuurtoren te varen, aangezien de Vestal op zekeren afstand van de rotsen moest blijven liggen. Terwijl touwen door de vuurtoren wachters werden uitgeworpen eiï vastge legd werden, sloeg onverwachts een zee over de motorboot heen, waardoor de motor afsloeg. Volgende overslaande zeeën deden de motorboot volloopen, zoodat zij zonk, slechts één man kon gered worden. Een of ficier en zes man verdronken. DE CREDIETEN VOOR DE AMERIKAANSCHE DEFENSIE. Het Amerikaansche Huis van afgevaardig den heeft zonder hoofdelijke stemming het wetsontwerp goedgekeurd op de crisiscredie- ten voor de defensie. Deze credieten zijn gioot 264.611.252 dollar. handje helpen. Maar als u het mij vraagt", zei hij met een ondeugend knipoogje in de richting van den inspecteur, „is hij er naar toe, om te zorgen dat zijn oude vriend zijn mond niet voorbijpraat". HOOFDSTUK XVII. Confrontatie. „Beslist niet langer dan een half uur, in specteur, en dan sta ik u eigenlijk al te veel toe. Sir Leo loopt gevaar een totale instor ting te zullen krijgen. Heusch, ik waar schuw u, dat hij doorloopend ontzien moet worden, want zelfs de geringste opwinding kan hem veel kwaad berokkenen". De toon, waarop de dokter sprak, was er op berekend om de woorden goed tot den ander te laten doordringen. Als zoovele outsiders, vond de dokter dat de politie veel te ver ging, door met alle geweld een man als sir Leo Thyn te willen lastig vallen en dan nog wel met een onderzoek in een zaak, waar, zooals iedereen kon voelen, de voorname advocaat niets mee te maken had. Inspecteur Winn wist best, dat die alge- meene opinie in zijn nadeel was, maar nog nooit had zijn besluit zoo vast gestaan. Geen insinuaties, noch de tegenwerking, die hij ondervond, konden hem van zijn voorgeno men plan afbrengen. Het was wel waar, dat het onderzoek den dood van een nu niet bepaald gunstig be kend staand nersoon gold en ook dat de getuige, die hem op dit spoor gebracht had, niet veertien karaats was, maar inspecteur Winn voelde, dat hij dichter bij de waarheid kwam en hoe meer hij van sir Leo zag en hoorde, des te meer was hij ervan over tuigd, dat Niftiy Martin het aan het rechte eind had. Inspecteur Winn had niet zooveel onder vinding met menschen van het type en de klasse van sir Leo Thyn en de reputatie van den man maakte, in weerwil van zichzelf, indruk op hem. Maar het bleef een feit, dat sir Leo zich net zoo bevreesd gedroeg, als ieder ander met een slecht geweten en ware het niet zoo buitengewoon onwaar schijnlijk geweest, dan zou inspecteur Winn gaarne gezworen hebben, dat sir Leo in derdaad schuldig was. „Ik begrijp het best, dokter", zei hij zoo toegevend mogelijk. „Ik begrijp het volko men en u kunt er op vertrouwen, dat ik dien ongelukkigen man niet meer dan strikt noodig is, zou lastig vallen. Maar ik heb een getuige bij me, die ik heel graag sir Leo wilde laten zien en als u er niets tegen hebt, wilde ik haar mee naar binnen nemen". De dokter keek langs den inspecteur heen en nam het kleine, slordige figuurtje eens op, dat daar in een hoek van de groote wachtkamer nerveus aan haar smoezelige handschoenen zat te frunniken. Ruth Dartle zag er niet op haar voordeeligst uit als ze zenuwachtig was en op het oogenblik was zij als lam geslagen van opwinding. Inspec teud Winn voelde zich bijna verplicht, voor haar aanwezigheid in dit prachtige gebouw excuus te vragen. De dokter zuchtte eens. „Nu, goed dan. Als u vindt dat het nood zakelijk is, moet ik mij er wel bij neerleg gen. Maar, inspecteur, ik vertrouw erop, dat u in gedachte zult houden, wat ik u gezegd heb en ik verzeker u, dat ik niet overdreven heb. Wilt u hier even wachten, dan zal ik u een zuster sturen, om u bij sir Leo te brengen. Maar maakt u het gesprek zoo kort mogelijk en windt u den patiënt vooral niet te veel op". De dokter ging heen en inspecteur Winn keerde zich tot het meisje. Hij had haar al een dozijn maal onder handen genomen, maar hij was er nooit zeker van, of zij be greep wat hij haar op het hart drukte. „Nu moet je eens goed luisteren", zei hij vriendelijk, want hij had gemerkt, dat de minste strengheid haar heelemaal in de war bracht. „Als straks de zuster ons binnen brengt, had ik graag, dat je eens rondliep en het gezicht van dien mijnheer goed op nam. En als hij spreekt, moet je heel goed op zijn stem letten. Als je hem herken!, hoef je alleen maar even naar me te knik ken. Herken je hem niet, houd je dan kalm en ga rustig met de zuster de kamer weer uit en wacht hier op me. Heb je het begre pen?" „Ja", zei Ruth erg onzeker en inspecteur Winn kookte inwendig van kwaadheid Alle getuigen in deze zaak, dacht hij somber, schijnen zoo te zijn, dat je er niet mee voor den dag kunt komen, of ze zijn volslagen idioot. Hij werd in zijn overpeinzingen gestoord doör 't binnenkomen van 'n nogal trotseh uitziend persoontje in verpleegsterskleeren. Zij ging hem voor, door 'n smalle gang met parketvloer, naar het andere einde van het getouw. Toen liet zij hen, met een gewild rustig gebaar, door een wit geschilderde deur in een zonnige spreekkamer, een van die privé kamers voor herstellende zieken. De kamer deed erg prettig aan en was schitterend en met smaak ingericht. Een van de wanden was heelemaal van glas, waar door men een uitstekend gezicht had op den werkelijk praehtigen bloementuin. Sir Leo, die niet meer dan een schaduw was van wat hij geweest was, lag uitgestrekt op een gemakkelijken stoei en zijn hoofd rustte op een heelen stapel veeren kussens. Toen hij den inspecteur gewaar werd, ging hij wat meer rechtop zitten en zijn gezicht liet duidelijk zijn grooten angst blijken. Inspecteur Winn hield zijn gezellin scherp in het oog. Het meisje staarde verwezen naar den man op den stoel, maar op haar gezicht kwam geen teeken van herkenning en toen zij den inspecteur aankeek, schud de zij haar hoofd. Toen de zuster weer naar buiten ging, volgde zij haar en inspecteur Winn bleef ernstig en teleurgesteld achter. Sir Leo b'eef in zijn ongemakkelijke hou ding zitten Er was niets meer overgebleven van de losse manier, waarmee hij zich vroe ger aan alle omstandigheden kon aanpas sen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6