mdbMèoop
De Finnen zijn goede strategen.
Financieel Overzicht.
Die
bedreigt
NOTITIE-BOEKJE.
derde blad
1KM-
De Pussen graven zich in.
Hoest
Kind
Neem dan slechts
's Werelds beste
Hoestsiroop
AKKER 'S £2} v^ist&ikte
UIT M IJ N
Belangrijke politieke gebeurtenissen
laten conclusies ten aanzien van een
spoedig einde van den oorlog nog niet
toe. Russische economische hulp aan
Duitschland een misrekening. De
fondsenmarkt heeft een kleurloos ver-
loop. De banken in 1939. Jaar
verslag Wyers. De toestand van de
petroleumindustrie. Vooruitzichten
voor tabak en thee. Bedrijvigheid
in Amerika blijft groot.
Hoe hoog de belangstelling voor het poli
tieke gebeuren kort voor het uitbreken van
den oorlog en tijdens de Duitsche overrom
peling van Polen ook was gestegen, de span
ning is er °P het oogenblik nog altijd niet
minder op geworden. Er is wel geen twijfei
meer mogelijk, dat Ribbentrop met de nieu
we richting, die deze aan de buitenlandsche
politiek van Duitschland heeft gegeven, een
groote flater heeft begaan. De psychologische
uitwerking van het samengaan met Sovjet-
Rusland is veel grooter geweest dan men
zich in de Wilhelmstrasze blijkbaar heeft
voorgesteld. Italië kan als As-genoot wel
worden afgeschreven en hetgeen daarvoor
in de plaats is gekomen n.l. de vriendschap
van de heeren in Moskou, is van een twijfel
achtige waarde.
En de economische actiefpost van de over
eenkomst met Rusland, waarvan men in Ber
lijn wonderen had verwacht, n.l. de hulp op
economisch gebied, blijkt niet veel meer dan
een wissel op de toekomst te zijn geweest.
Ten spijt van de krachtige inspanning, die
van Duitsche zijde werd gedaan, om een uit
voering aan de beloofde leveranties te ver
krijgen, komen de benoodigde grondstoffen
Slechts druppelsgewijze door. De harde win
ter en de moeilijkheden van het vervoer zijn
daarvan wel de voornaamste oorzaken. Om
aan de behoefte van plantaardige oliën te
kunnen voldoen, ondanks de blokkade, die
invoer uit de vroegere gebieden onmogelijk
maakt, had men met Rusland geaccordeerd,
dat dit land 2,4 millioen soyaboonen zou
leveren. Volgens een berekening van een
Amerikaanschen professor zouden hiervoor
echter 325 treinen met 16,350 wagons over
een afstand van 43,300 mijlen onafgebroken
moeten rijden. Onnoodig te zeggen, dat het
benoodigde spoorwegmaterieel daarvoor met
beschikbaar is. Met de petroleum is het niet
veel beter. Duitschland heeft hoog opgegeven
over de sythetisehe benzine, doch in oorlogs
tijd heeft het land 12,5 millioen ton olie per
jaar noodig en nu de normale aanvoer is af
gesloten, had Rusland op zich genomen 8
millioen ton te leveren, waarvoor alweer
55,000 tankwagens noodig zouden zijn, het
geen twee maal zoo veel is als Rusland bezit.
Onnoodig te zeggen, dat nu de oorlog tegen
Finland tot nu toe een volkomen mislukking
is gebleken en er zelfs aan dit Russische front
een tekort aan benzine blijkt te bestaan, van
de leveranties aan Duitschland niet veel zal
terecht komen.
In het algemeen is men er ook in beurs-
kringen van overtuigd, dat ten spijt van ver
schillende teekenen, die er op wijzen, dat
Slechts spoedige groote militaire en poli
tieke sucessen, Duitschland op de been zul
len kunnen houden, de oorlog nog geruimer.
tijd kan duren. Op dien grond blijft het pu
bliek zeer gereserveerd ten aanzien van de
markt. De terughouding ten opzichte van
obligaties zou men kunnen verklaren uit de
onzekerheid, hoe zich de koopkracht van
het geld in de toekomst zal ontwikkelen.
Zonder, dat er voor het oogenblik vrees be
staat, dat de gulden in verhouding tot de
andere valuta's spoedig een verdere depre
ciatie zal toonen, beseft men toch wel, nat
bij een langen duur van den oorlog de groot-
handelsprijzen en de kosten van levenson
derhoud een verdere stijging te zien zul en
geven en dus aan de munteenheid een ge
heel andere waarde zou moeten worden toe
gekend.
Maar wat betreft de aandeelenmarkt kun
nen deze overwegingen niet gelden. De
hoogere goederenprijzen zouden immers voor
een deel ook tot uitdrukking moeten komen
in hoogere koersen der aandeelen. Er zjjn
echter blijkbaar andere overwegingen, die
den bezitter er tot nu toe van hebben weer
houden, om op de tegenwoordige koersen
aandeelen te koopen. Wij hebben daarvan
S3S
reeas eerder melding van gemaakt. Ds voor
naamste reden is de onzekerheid op het ge
bied van de belastingen en verder ook de
mogelijkheid, dat door prijszettingen, be
lemmering van den internationalen handel,
het verloren gaan van afzetgebieden ver
schillende ondernemingen er minder gunstig
voor zouden komen te staan.
Met dit al mag wel in aanmerking
worden genomen, dat de koersen van de
meeste locale waarden zich thans op een
niveau bewegen, waarop zij, zelfs over
een langen termijn gerekend, waarschijn
lijk geen groote risico's zouden bieden.
Op dien grond lijkt dan ook de kans niet
gering, dat er binnen afzienbaren tijd
weer wat meer kooplust zal komen, waar
bij dan wellicht vooral de aandeelen van
groote concerns als Koninklijke, Unilever,
H. V. A., Amsterdam Rubber, het meest
gezocht zouden zijn, daar de toestand van
deze bedrijven, de omstandigheden in
aanmerking genomen, alleszins bevredi
gend moet zijn.
Het door de Koninklijke aangekondig
de interim-dividend van 5 pet. tegen
v. j. 6 pet. had aanvankelijk eenige te
leurstelling gewekt, omdat men hierin
een aanwijzing zag, dat ook de totale uit-
keering lager zal worden. Dit laatste is
ook zeer goed mogelijk, daar het bestuur
ongetwijfeld de onzekere omstandigheden
en kansen van belastingverzwaring als
motief voor een lagere uitkeering zal wil
len laten gelden. Hoewel de prijzen voor
ruwe olie in Amerika den laatsten tijd
zijn verhoogd, mag hierin toch geen aan
wijzing worden gezien voor een zeer be
vredigenden toestand. De zaak is n.l. dat
er veel vraag naar stookolie en smeerolie
bestaat, terwijl de voorraadpositie voor
benzine nog ongunstig blijft. De productie
overtreft het verbruik. Met dit al moet de
Koninklijke in het afgeloopen jaar een
redelijk goede winst hebben gemaakt.
Eenige dagen na de dividendaankondiging
zijn aandeelen Koninklijke een paar pro
cent opgeloopen, waarop weer eenige
reactie volgde. Het blijkt dus wel, dat de
positie van de markt een doorzetten van
een koersverbetering nog niet gedoogt.
Dit laatste geldt ook voor de meeste
andere aandeelen, hoewel het rendement
op grond van de uitgekeerde en verwach
te dividenden in de meeste gevallen niet
onbelangrijk hooger is dan voor obliga
ties.
Industrieele fondsen hadden evenals de
meeste andere afdeelingen een kleurloos
verloop, doch de ondertoon was niet
flauw. Hier en daar kwamen matige
koersverbeteringen voor. J. P. Wijters'
Industrie en Handelsonderneming heeft
kortelings haar jaarverslag gepubliceerd,
dat een zeer gunstigen indruk maakte.
De bedrijfswinst is n.l. meer dan verdub
beld tot 2.738.000 tegen v. j. 1.979.000.
De netto winst beliep 858.000 tegen
533.000. Het dividend Wordt echter op
8 pet. gehandhaafd, daar het bestuur er
naar streeft om de dividenduitkeeringen
zoo veel mogelijk te stabiliseeren. Het be
treft hier n.l. een zeer conjunctuurgevoe
lig bedrijf en men beoogt nu, om in de
magere jaren het üitkeeringen met behulp
van de dividendreserve toch op peil te
houden.
Het bankbedrijf heeft in het afgeloopen
jaar onder weinig bevredigende omstan
digheden gewerkt. Er waren weinig emis
sies, de zaken ter beurze waren gering en
ook de credietzaken bleven zeer beperkt.
Alleen de rentevoet was hooger en uit
zettingen op korten termijn dus loonen-
der dan te voren. Met dit al schijnen de
financieele resultaten wel te zijn meege
vallen en hoewel de dividenduitkeeringen
lager zullen worden dan verleden jaar,
achtte men de lagere koersen van den
laatsten tijd wel wat overdreven. Voor
de Twentsche Bank wordt met een divi
dend van 4l/9 pet. rekening gehouden,
voor de Robaver met 4 of 4)4 pet. De
koersen van deze beide bankaandeelen,
j die bij den aanvang van het jaar om
streeks 88 a 89 noteerden zijn thans ge
stegen tot resp. 90 en 923/1. Wij hoorden,
dat de Twentsche Bank geen afschrijvin
gen op effecten zal behoeven toe "te pas
sen, daar het oorspronkelijk vrij omvang
rijk obligatiebezit nog is opgeruimd voor
de koersdaling intrad. Voor de Amster-
l'damsche Bank is op de vergadering reeds
een dividend van 4 pet. in het vooruit
zicht gesteld, te betalen uit de reserve.
Dezer dagen werd gemeld, dat de Ro
baver de Loopuyts Bank zal overnemen.
Aandeelhouders ontvingen het aanbod om
de aandeelen tegen 102 'A in te leveren,
terwijl de koers te voren 81 was.
Voor de Indische cultures is men niet
pessimistisch gestemd, allerminst voor
suiker en rubber. De koerSen zijn dan ook
voor deze soorten na de jaarwisseling
meerendeels opgeloopen, hoewel de ver
betering binnen bescheiden grenzen bleef.
Nieuwe feiten deden zich overigens op dit
gebied niet voor. Ten aanzien van de
Sumatra-tabak blijft men gematigd opti
mistisch, hoewel er vele aanwijzingen
zijn, die het optimisme zouden kunnen
dempen. Zooals men weet zullen de Deli
Mij. en de Senembah hun voor Amerika
geschikte partijen in Indië verkoopen.
Het zijn slechts enkele groote concerns,
die hun vertegenwoordigers naar Indië
hebben gestuurd, om zich daar van de ge
schikte partijen te voorzien. Veel mede
dinging zal er dus wel niet zijn en wij
vragen ons af, wat de maatschappijen zul
len doen met de tabak, die niet aan deze
koopers wordt verkocht. De Deli Batavia
en de Arendsburg zullen dan ook den
ouden weg volgen en de tabak hier bij
inschrijving verkoopen. De boot, waarin
de eerste aflading van omstreeks 7000
pakken is geborgen heeft thans bijna Gi
braltar bereikt en binnen korten tijd zul
len wij weten of de verscheping verder
nog vertraging zal ondervinden. Intus-
schen moet wel in aanmerking genomen,
dat de hoogere vrachten en assurante den
kostprijs van de tabak cif. Nederland aan
zienlijk zullen doen stijgen, naar men
meent tot gemiddeld 1.30 per half kg.
De opbrengstprijzen zullen dus vrij be
langrijk hooger moeten zijn dan verleden
jaar, indien er een winstmarge wil over
blijven.
Wat betreft de thee is de toestand vrij
normaal. In planterskringen is men af-
keerig van een sterke nijging van het
prijsniveau, omdat men daardoor markten
zou kunnen verliezen. Zoo is Australië
geleidelijk een goede markt voor dit pro
duct geworden.
Over den toestand in Amerika is de
beurs nog altijd vrij optimistisch. De
verhoogde bedrijvigheid duurt voort en
heeft het hoogtepunt van 1929 zelfs reeds
overschreden. De begrooting heeft geen
slechten indruk gemaakt wegens het uit
blijven van drastische belastingmaatrege
len. De stemming op de New-Yorksche
beurs was intusschen niet uitgesproken
vast. De koersen schommelden zonder be
paalde tendens.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week:
(Van onzen militairen medewerker).
Uit de elkander vaak tegensprekende
berichten zullen we trachten weer een
beeld samen te stellen van den huidigen
oorlogstoestand in Finland. Het is zoo
jammer dat de nieuwsagentschappen geen
deskundigen als oorlogscorrespondenten
uitzenden.
De toestand is met één woord te schet
sen: winter. Een invallend leger, dat over
wegen beschikt als naar Suomussalmi en
Salla leiden, kan bij een temperatuur van
40 graden beneden nul onmogelijk voor
uit komen. En wanneer we dan nog in
aanmerking nemen, dat de Russische
transporten langs die wegen overal op het
onverwachtst worden bestookt door ski-
afdeelingen, die evenals vroeger de cava
lerie, de Russische verbindingen waar zij
maar kans zien aanpakken. We lazen dan
ook reeds, dat de Russen, welke in voorste
lijn strijden, het moeten stellen met uiterst
kleine rantsoenen; geen eten, in zulke
koude, geen wonder dat vele Russen, wier
vaderlandsliefde toch al niet erg groot
schijnt te zijn, desertie naar den vijand
prefereeren. De ellende die th§ns door de
vreeselijke koude geleden wordt blijkt uit
berichten, dat in loopgraven en granaat
trechters geheele groepen Russen met het
geweer in de hand doodgevroren werden
gevonden; in andere gevallen was de
schildwacht, die het kampvuur moest
aanhouden, in slaap gevallen, het vuur
was gedoofd en alle manschappen bevro
ren.
De grootste ellende heerscht natuurlijk
bij de voorste afdeelingen, die in contact
zijn met den vijand, doch de aanblik langs
de aanvoerwe^en moet ook verschrikkelijk
zijn; geheele bespanningen verhongerde of
doodgevroren paarden liggen langs den
weg, afgewisseld met tanks en vrachtauto
mobielen, die zijn blijven steken.
Over het algemeen is aan het front dan
ook stilstand ingetreden.
Op de Karelische landengte graven de
Russen zich in en heeft het er allen schijn
van, dat zij zelf defensief zuller. optreden
tot het weer verbetert. Behalve eenig ar
tillerievuur heerscht hier rust.
Sector Tolvajarvi stilstand.
Bij Suomussalmi hebben de Finnen de
zich verdedigende Russen eene zware ne
derlaag toegebracht en hier is voor de
tweede maal eene divisie ongeveer vernie
tigd met als resultaat vele gevangenen en
zeer veel buit in handen der Finnen.
Bij Salla zijn de Russen nog wakker en
hebben zij getracht den linkervleugel der
Finnen te omtrekken, welke manoeuvre
door een krachtigen tegenaanval der Fin
nen mislukt is.
Toen de Russen te kampen kregen met
weigerende auto's hebben zij hun hoop
gevestigd op sleden, aangedreven door
3-31/2 Nederland 1938 85, 84 9/16, 86;
4 Nederland 1940, 100 1/8, 400, 100 1/6,
100;
3 Ned.-Indië 1937 83i/2, 83, 83 1/4, 84 3/4;
Aku 37 3/4, 39 1/4, 38 3/4, *37 7/8, 37 3/4;
Lever Bros Unilever 96 7/8, 98, 96V2, 97;
Philips 127 1/4, 129, 129 7/8, 129 3/4;
U.S. Steel 49 1/8, 48 7/8, 49 1/4, 48 1/8;
Koninklijke Petroleum 262y2, 268 3/4, 26414,
265 3/4, 265)4;
Amsterdam Rubber 1991/,, 20614, 202 3/4,
203, 203 3/4;
Bandar Rubber 151, 15614, 156, 158;
Indische Rubber 137, 142 1/4, 142 3/4;
Java-China-Japan Lijn 113 3/4, 114 3:4,
115 1/4, 115;
Kon. Ned. Stoomboot Mij. 107 5/8, 11114,
112, 111, 11014;
Ned. Scheepvaart Unie 106 5/8, 11014, 110 3/4,
109 3/4;
H.V.A. 394, 404, 402, 403, 402 3/4;
Ned. Ind. Suiker Unie 238, 233, 238;
Ver. Vorstenlandsche Cultuur 103 3/4, 106 1/4,
104 3/4, 105, 104 1/8;
Deli Batavia Mij. 11814, 123, 12114, 120;
Deli Mij. 16214, 165 3/4, 164, 165, 163V2;
Senembah Mij. 13914, 142, 14214, 140 3/4.
propellers, doch ook dit schijnt eene mis
lukking te worden.
Met genoegen kan men dus constatee-
ren, dat de Finnen op alle gevechtsterrei
nen niet alleen hebben kunnen stand
houden doch meestal zelfs aan de winnen
de hand zijn. Doch voor hoelang? De Fin-
sche generalen staf heeft zelf erkend, dat
hunne successen meer te danken zijn aan
de felle koude, dan aan hunnt wapenen.
In dezen winter-veldtocht zijn zij door
hunne gehar -heid tegen het klimaat, hun
ne tereinkennis en skicapaciteiten dpn te
genstanders de baas gebleven. Doch hoe
zal het lot zich verder ontwikkelen als zij
hun bondgenoot, den winter, verliezen?
Gelukkig komt er in velerlei vorm van alle
zijden hulp voor hen opdagen, doch dit
blijft alles een druppel in de zee vergele
ken bij de onuitputtelijke bronnen der
Russen. Deze moeten zich natuurlijk wel
aan hunne onmetelijke grenzen deuken en
kunnen dus altijd maar een klein deel
hunner militaire macht tegen Finland af
zonderen, doch niets kan hun beletten een
leger van twee of drie millioen man,
waaraan toegevoegd een onevenredig
groote macht aan artillerie, tanks en
vliegtuigen, voor dit doel te bestemmen.
Wat kan daar tegenover het Finsche leger
van 309.000 man met weinig hulpwapens
presteeren?
De vraag is thans, wat zullen de Russen
doen?
Blijven waar zij zijn, in afwachting van
het voorjaar?
Direct hunne weermacht inzetten? Een
raad te Moskou gehouden heeft hierover
beraadsh <_gd. Velen zullen spoed geëischt
hebben om der wille van het politieke
prestige. De legerleiding voelt meer voor
wachten op stiigende temperatuur. Narr
verluidt wenscht Stalin: rust aan het
front, ter-vij inmiddels epn emote lucht-
overmacht alle verbindingen van Finland
met de buitenwereld moet vernielen en
asfnijden. Dit laatste moet zoo moeilijk
niet zijn; we wezen er reeds eerder op dat
het eerste luchtdoel voor de Russen be
hoorde te zijn, den spoorweg over Oulu-
Tornia-Zweden grondig en blijvend te
vernielen, terwijl de marine zich meester
moet maken van de Bothnische Golf.
Tot onzen zeer grooten spijt moeten we
helaas constateeren, dat de toekomst voor
het sympathieke Finland zeer duister
blijft.
Zoo noemt men de bekende AKKER's
Abdijsiroop, die reeds zoovele ma
len de hevigste hoestbuien overwon,
verlichting bracht en de benauwdhe
den als't ware wegtooverde bij haar
jonge gebruikers. Daarom als Uw
kind hoest geeft het dan evenals vele
anderen doen een lepel Abdijsiroop
voor het naar schoolgaan. Het is een
schild voor hun borst. Abdijsiroop
verwijdert de met ziektekiemen be
zaaide slijm, zuivert en geneest de
ontstoken slijmvliezen en verdrijft
de ziekten der ademhalingsorganen.
Terecht zegt men thans dan ook
.,'s-Werelds beste Hoestsiroop" is:
Eenige der
20 kruiden
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma.
Flacon 90 ct„ f 1,50, f 2.40, 14.20. Alom verkrijgbaar.
H. J. BRUSSE:
Mee ter zielenvisscherij.
„Toen we er een jaar of wat geleden voor
't eerst zoo op uittrokken" vertelde een
van de Jeruëlieten mij „toen waren we
lang niet op ons gemak. Met ons tienen man
nen en vrouwen gingen we de nachtbuurt in
en daar al heel gauw begonnen ze kwaadaar
dig om ons op te dringen. Den giftigsten spot,
de liederlij kste taal kregen we naar ons
hoofd.
Dan is 't zoo moeilijk om je woorden te
vinden; om zoo gemoedelijk weg met die
waardinnen en de meisjes je praatje te ma
ken van: „Kom 's met ons mee; of als 't je
nou nog te vroeg is voor de klanten, kom
dan maar later. Want ons thuis blijft nog
lang voor je open staan, vannacht. We gaar:
nu straks lekkere koffie zetten en we geven
er een versch koekje bij. Weet je wel, dat
we óók een band hebben? prima spelers op
de instrumenten, hoor! En daar willen we
samen heel mooie liedjes bij zingen. Kom je
op onze koffie-samenkomst voor vrouwen
en meisjes? Om één uur vannacht, als jullie
zaakjes van de politie moeten sluiten, dan
gaat 't bij ons voor je open. Echt gezellig."
We hadden roode uitnoodigingskaarten er-
vcor laten drukken. Want, niet waar? een
entree-billet maakt een samenkomst begeer
lijker, ook al hoeft er niet voor betaald te
worden
Langzamerhand zijn ze ons beginnen te
begrijpen. Of „onze bedoeling begrijpen" is
stellig te veel gezegd. Maar ze zijn ons over
't algemeen goed gezind geworden; zoo in
dien gemoedelijken gedachtegang van: 'n
ieder in z'n vak. Ons „vak", meenden ze,
was nu eenmaal om de zondaars tot inkeer,
tot een eerlijk leven, tot God te brengen.
Dat we dit niet zalvende deden, niet deftig,
niet in den verwaten preektoon, niet in een
toga of ook maar kerkezwart, nee, dat we
maar als heel gewone mensohen met hen
mee lachten en ook wel grappen verkochten
ons geen sikkepit beter of braver voelden
dan zij dit bracht ons op den duur hun
vertrouwen
Op een keer, in dien begintijd, ging ik
's morgens het grootste danshuis van de
heele buurt binnen en vroeg er met veel lef
aan den waard: „Morgen, patroon, mogen we
hier vanavond niet 's een liedje komen
zingen?"
Wel zeker, waaróm niet? Met plezier.
Want ik ken jullie wel en al kan ik daar
allemaal van wat je voorhebt niet op ingaan,
vanwege me zaak, natuurlijk kwaad doen
jullie er niet mee, nee, 'n elkeen mag dat
best eens hooren. Dus kom maar gerust".
Wonderlijke goedaardigheid hebben som
migen van deze menschen over zich. En
daar komen we 't avonds binnen, 't Is er vol
van opzichtige vrouwen, die daar meest met
zeelui en ander volk San 't dansen en
stoeien zijn. Van den rook en de dranklucht
kreeg je de tranen in je oogen. Over de
ketseboem van de muziek en 't gegil kon je
onmogelijk heen praten.
Zij dansten maar door om' ons heen; som
mige paren wilden ons woest meetrekken.
Verscheiden joppers vroegen smalend wat
we beliefden te drinken, 't Begon er nijpend
uit te zien.
Toen kwamen de waard en de waardin
erbij, en die zeiden doodleuk, dat ze ons met
rust hadden te laten. Nieuwsgierig kwam
langzamerhand de heele bende om ons heen
staan. Daar kon ik zoowaar in een oogen
blik, dat de muziek zweeg om de blazers ge
legenheid te geven hun instrumenten leeg
te gieten, een gemoedelijk woord spreken.
Ze luisterden benieuwd. In dien tijd ging
ons goed afgestemde kwartet op 't tooneellje
staan. De kort-gerokte chanteuses schikten
opzij, de speelmannen schoven achteruit en
de pianist stond zijn kruk af aan een van de
broeders. Een andere broeder nam zijn
piston, een paar van de cordaatste zusters
waagden zich in 't gewoel om onze liederen-
boekjes uit te deelen.
Dat werd merkwaardig. Eerst hier en daar
een van de kerels, van de dansmeisjes, zoch
ten in dezen bundel het lied al eens op, dat
wij zouden zingen! Nieuwsgierig begonnen
er meer te bladeren. De dansmuziek zweeg
nog altijd, 't Publiek begreep maar niet wat
er nu toch zou gebeuren.
En daar hieven die vier mooie stemmen
heel melodieus een wijs aan, die ze allemaal
wel kenden, door piano en piston bege
leid. Ze zongen uitmuntend, dat kwartet.
Toen 't uit was, blééf 't een poos stil in de
zaal. De deur van 't danshuis was opengezet
op de pret-straat met al die verlokkend fel
gekleurde lampen. Een paar honderd nacht
buurtbezoekers stonden buiten verrast mee
te luisteren.
„Nou allemaal meegezongen" waagde
een van de broeders 't er op. Maar hij zei 't
zóó aardig gemeenzaam En jawel, eerst
aarzelend, maar langzamerhand sterker, en
werkelijk heel ernstig, kwam daar dat vrome
lied uit die volte van mannen en vrouwen.
Ja, de dansmuzikanten speelden 't zoo maar
wat mee, tot 't volk op straat de populaire
melodie overnam, en zonder spotten. Opge
togen handen klappend gaven wij op 't ver
hoog er de woorden aan:
Komt gij alien, komt tot Hem!
Zondaars komt! wat zou u hindren?
Jezus roept u, hoort zijn stem.
Hij maakt zondaars tot God's kindren.
De politie was al komen aanloopen.
overtuigd dat ze ons kwaad zouden doen.
Geen sprake van, hoor. 't Omgekeerde. Na
afloop kwamen er verscheidenen zelfs van
de zóó kort en laag gekleede „chanteuses"
met tranen in hun oogen naar ons toe. En
een enkele kerel drukte ons stevig de hand.
,,'t Is of ik van den bliksem getroffen
ben!" zei een van de dansmeisjes, doods
bleek. Sedert is zij een van onze ijverigste
zusters bij 't werk in de nachtbuurt, die zij
uit eigen practijk zóó door en door kent
maar nu verdient zij eerlijk haar kostje.
„Tegenwoordig zijn we de beste vrinden
met onze buren in den dans-polder. Ze ko
men ons raad vragen over allerlei. Soms
zelfs over zakelijke moeilijkheden in hun
bedrijven! Als er zieken zijn, brengen ze hen
dikwijls hier. En de wanhopende, troosfe-
looze biechten die wij nu telkens van jonge,
maar vooral van oudere vrouwen te hooren
krijgen ja, ja, 't is soms wèl een proef
op de vastheid van je eigen geloof, want an
ders zou je aan alle rechtvaardigheid, aan de
voorzienigheid vooral gaan twijfelen. Zoo
afgrijselijk als toch sommige rampzalige
zielen door de zonde geteisterd worden.
Uit vaak niet anders dan 'n momentje van
zwakheid tegen verleiding. En je hebt er
toch ook zulke lieve, goedhartige schepsel
tjes onder aan wie menige zoogenaamd
fatsoenlijke mevrouw een voorbeeld zou
kunnen nemen, zelfs ten opzichte van hun
oprechtheid als 't om eigen zwakheden gaat.
Nee, laat 't nu ook maar geen dronken
slampamper in z'n kop krijgen, om ons aan
te raken, 't Volk zou 'm gerust telijf gaan.
En op onze krant, op de Blijde Boodschap,
zijn ze toch zóó erg gesteld, dat er heel wat
haar nummertje hier zelf komen halen, orn
te lezen in de lange, leege uren van overdac
als er geen klanten zijn
Wanneer de zusters nu binnenkomen in
zoo'n kotje, verandert er niets in de situatie.
Waard, waardin, meisjes en gasten verroe
ren er zich niet voor. Ze zien haar alleen
maar 's aan, de meesten nog wel vriendelijk,
met een tikje goedig medelijden in hun glim
lach. Verlegen maken ze hen óók heelemaal
niet. Nee, als goede bekenden knikken de
huisgenooten haar terloops even toe. „Zijn
jullie daar weer?", zegt de dommelende
dikke waard in de tapkast, als een slak in
z'n huis, erg goedig op haar blijmoedige:
„goeienavond!"
Ja, ja, we komen jullie weer 'n krantje
brengen En hoe staat 't er nou mee? Al eens
nagedacht over 't betere leven? De Heer
zoekt jullie, hoor. Hij wacht bepaald op je,
baas!"
Een vriendelijk gegrinnik borrelt uit zijn
enorme lichaam. „Ja, 'k weet wel. Geeft u
me maar 'n krantje, dan heb ik wat te lezen,
zoo stil toch, vanavond. Anders over 't
geméén slap in den polder, de laatste weken,
zuster?"
„Ik mag er niet over klagen" lacht een
van de zusters. En, tot een van de meisjes:
„Jij, Mina, kom je vannacht nog eens weer
in onze samenkomst? De koffie is lekker
sterk, met oliebollen erbij, meid."
Mina wordt rood verlegen van deze directe
aanspraak. Ze lacht den klant, die naast haar
zit, maar eens vergoelijkend toe. „Doe ze
nog maar eens vol" reikt ze den waard de
leege bierglazen over. En dan, nog wel zake
lijk tot de Jeruel-zusters: ,„Nee, juffrouw,
't kan nou heusch niet. Er is nachtvolk".
„De volgende wtek dan? Je bent toch al
vaker bij ons geweest?"
„Zéker, juffrouw."
„En vond je 't er niet prettig?"
„Ja, werachies-wel, hoor. Nee, dó
mo'k zeggen
„De vólgende keer dan? Want meid, je
hebt 't zoo noodig. En de Heer zou je toch
zoo graag tot zich zien komen
„Eerst ikke dan toch, Mina", grinnikt
de klant en wil met haar klinken. Maar ont
stemd weert ze hem af
Ieder heeft nu z'n krantje èn z'n trac-
taatje. De zusters gaan verder. „Goeien
avond juffrouw, wel bedankt" roepen ze
haar nog 's vrindelijk achterna. En in 't
kroegje ernaast waarschuwt 't volk aan de
toonbank haar gedienstig: „Ze ben hier al
gewéést, me lieve menschen." Ten bewijze
steken ze hun papiertjes op: „U wordt be
dankt
„Ja", beaamt goedig de welig opgekrulde
waardin achter 't buffet: „ze ben mooi om te
lezen, van de week!"
Nadruk verboden.