mdbMèoop De Finnen zijn goede strategen. Financieel Overzicht. Die bedreigt NOTITIE-BOEKJE. derde blad 1KM- De Pussen graven zich in. Hoest Kind Neem dan slechts 's Werelds beste Hoestsiroop AKKER 'S £2} v^ist&ikte UIT M IJ N Belangrijke politieke gebeurtenissen laten conclusies ten aanzien van een spoedig einde van den oorlog nog niet toe. Russische economische hulp aan Duitschland een misrekening. De fondsenmarkt heeft een kleurloos ver- loop. De banken in 1939. Jaar verslag Wyers. De toestand van de petroleumindustrie. Vooruitzichten voor tabak en thee. Bedrijvigheid in Amerika blijft groot. Hoe hoog de belangstelling voor het poli tieke gebeuren kort voor het uitbreken van den oorlog en tijdens de Duitsche overrom peling van Polen ook was gestegen, de span ning is er °P het oogenblik nog altijd niet minder op geworden. Er is wel geen twijfei meer mogelijk, dat Ribbentrop met de nieu we richting, die deze aan de buitenlandsche politiek van Duitschland heeft gegeven, een groote flater heeft begaan. De psychologische uitwerking van het samengaan met Sovjet- Rusland is veel grooter geweest dan men zich in de Wilhelmstrasze blijkbaar heeft voorgesteld. Italië kan als As-genoot wel worden afgeschreven en hetgeen daarvoor in de plaats is gekomen n.l. de vriendschap van de heeren in Moskou, is van een twijfel achtige waarde. En de economische actiefpost van de over eenkomst met Rusland, waarvan men in Ber lijn wonderen had verwacht, n.l. de hulp op economisch gebied, blijkt niet veel meer dan een wissel op de toekomst te zijn geweest. Ten spijt van de krachtige inspanning, die van Duitsche zijde werd gedaan, om een uit voering aan de beloofde leveranties te ver krijgen, komen de benoodigde grondstoffen Slechts druppelsgewijze door. De harde win ter en de moeilijkheden van het vervoer zijn daarvan wel de voornaamste oorzaken. Om aan de behoefte van plantaardige oliën te kunnen voldoen, ondanks de blokkade, die invoer uit de vroegere gebieden onmogelijk maakt, had men met Rusland geaccordeerd, dat dit land 2,4 millioen soyaboonen zou leveren. Volgens een berekening van een Amerikaanschen professor zouden hiervoor echter 325 treinen met 16,350 wagons over een afstand van 43,300 mijlen onafgebroken moeten rijden. Onnoodig te zeggen, dat het benoodigde spoorwegmaterieel daarvoor met beschikbaar is. Met de petroleum is het niet veel beter. Duitschland heeft hoog opgegeven over de sythetisehe benzine, doch in oorlogs tijd heeft het land 12,5 millioen ton olie per jaar noodig en nu de normale aanvoer is af gesloten, had Rusland op zich genomen 8 millioen ton te leveren, waarvoor alweer 55,000 tankwagens noodig zouden zijn, het geen twee maal zoo veel is als Rusland bezit. Onnoodig te zeggen, dat nu de oorlog tegen Finland tot nu toe een volkomen mislukking is gebleken en er zelfs aan dit Russische front een tekort aan benzine blijkt te bestaan, van de leveranties aan Duitschland niet veel zal terecht komen. In het algemeen is men er ook in beurs- kringen van overtuigd, dat ten spijt van ver schillende teekenen, die er op wijzen, dat Slechts spoedige groote militaire en poli tieke sucessen, Duitschland op de been zul len kunnen houden, de oorlog nog geruimer. tijd kan duren. Op dien grond blijft het pu bliek zeer gereserveerd ten aanzien van de markt. De terughouding ten opzichte van obligaties zou men kunnen verklaren uit de onzekerheid, hoe zich de koopkracht van het geld in de toekomst zal ontwikkelen. Zonder, dat er voor het oogenblik vrees be staat, dat de gulden in verhouding tot de andere valuta's spoedig een verdere depre ciatie zal toonen, beseft men toch wel, nat bij een langen duur van den oorlog de groot- handelsprijzen en de kosten van levenson derhoud een verdere stijging te zien zul en geven en dus aan de munteenheid een ge heel andere waarde zou moeten worden toe gekend. Maar wat betreft de aandeelenmarkt kun nen deze overwegingen niet gelden. De hoogere goederenprijzen zouden immers voor een deel ook tot uitdrukking moeten komen in hoogere koersen der aandeelen. Er zjjn echter blijkbaar andere overwegingen, die den bezitter er tot nu toe van hebben weer houden, om op de tegenwoordige koersen aandeelen te koopen. Wij hebben daarvan S3S reeas eerder melding van gemaakt. Ds voor naamste reden is de onzekerheid op het ge bied van de belastingen en verder ook de mogelijkheid, dat door prijszettingen, be lemmering van den internationalen handel, het verloren gaan van afzetgebieden ver schillende ondernemingen er minder gunstig voor zouden komen te staan. Met dit al mag wel in aanmerking worden genomen, dat de koersen van de meeste locale waarden zich thans op een niveau bewegen, waarop zij, zelfs over een langen termijn gerekend, waarschijn lijk geen groote risico's zouden bieden. Op dien grond lijkt dan ook de kans niet gering, dat er binnen afzienbaren tijd weer wat meer kooplust zal komen, waar bij dan wellicht vooral de aandeelen van groote concerns als Koninklijke, Unilever, H. V. A., Amsterdam Rubber, het meest gezocht zouden zijn, daar de toestand van deze bedrijven, de omstandigheden in aanmerking genomen, alleszins bevredi gend moet zijn. Het door de Koninklijke aangekondig de interim-dividend van 5 pet. tegen v. j. 6 pet. had aanvankelijk eenige te leurstelling gewekt, omdat men hierin een aanwijzing zag, dat ook de totale uit- keering lager zal worden. Dit laatste is ook zeer goed mogelijk, daar het bestuur ongetwijfeld de onzekere omstandigheden en kansen van belastingverzwaring als motief voor een lagere uitkeering zal wil len laten gelden. Hoewel de prijzen voor ruwe olie in Amerika den laatsten tijd zijn verhoogd, mag hierin toch geen aan wijzing worden gezien voor een zeer be vredigenden toestand. De zaak is n.l. dat er veel vraag naar stookolie en smeerolie bestaat, terwijl de voorraadpositie voor benzine nog ongunstig blijft. De productie overtreft het verbruik. Met dit al moet de Koninklijke in het afgeloopen jaar een redelijk goede winst hebben gemaakt. Eenige dagen na de dividendaankondiging zijn aandeelen Koninklijke een paar pro cent opgeloopen, waarop weer eenige reactie volgde. Het blijkt dus wel, dat de positie van de markt een doorzetten van een koersverbetering nog niet gedoogt. Dit laatste geldt ook voor de meeste andere aandeelen, hoewel het rendement op grond van de uitgekeerde en verwach te dividenden in de meeste gevallen niet onbelangrijk hooger is dan voor obliga ties. Industrieele fondsen hadden evenals de meeste andere afdeelingen een kleurloos verloop, doch de ondertoon was niet flauw. Hier en daar kwamen matige koersverbeteringen voor. J. P. Wijters' Industrie en Handelsonderneming heeft kortelings haar jaarverslag gepubliceerd, dat een zeer gunstigen indruk maakte. De bedrijfswinst is n.l. meer dan verdub beld tot 2.738.000 tegen v. j. 1.979.000. De netto winst beliep 858.000 tegen 533.000. Het dividend Wordt echter op 8 pet. gehandhaafd, daar het bestuur er naar streeft om de dividenduitkeeringen zoo veel mogelijk te stabiliseeren. Het be treft hier n.l. een zeer conjunctuurgevoe lig bedrijf en men beoogt nu, om in de magere jaren het üitkeeringen met behulp van de dividendreserve toch op peil te houden. Het bankbedrijf heeft in het afgeloopen jaar onder weinig bevredigende omstan digheden gewerkt. Er waren weinig emis sies, de zaken ter beurze waren gering en ook de credietzaken bleven zeer beperkt. Alleen de rentevoet was hooger en uit zettingen op korten termijn dus loonen- der dan te voren. Met dit al schijnen de financieele resultaten wel te zijn meege vallen en hoewel de dividenduitkeeringen lager zullen worden dan verleden jaar, achtte men de lagere koersen van den laatsten tijd wel wat overdreven. Voor de Twentsche Bank wordt met een divi dend van 4l/9 pet. rekening gehouden, voor de Robaver met 4 of 4)4 pet. De koersen van deze beide bankaandeelen, j die bij den aanvang van het jaar om streeks 88 a 89 noteerden zijn thans ge stegen tot resp. 90 en 923/1. Wij hoorden, dat de Twentsche Bank geen afschrijvin gen op effecten zal behoeven toe "te pas sen, daar het oorspronkelijk vrij omvang rijk obligatiebezit nog is opgeruimd voor de koersdaling intrad. Voor de Amster- l'damsche Bank is op de vergadering reeds een dividend van 4 pet. in het vooruit zicht gesteld, te betalen uit de reserve. Dezer dagen werd gemeld, dat de Ro baver de Loopuyts Bank zal overnemen. Aandeelhouders ontvingen het aanbod om de aandeelen tegen 102 'A in te leveren, terwijl de koers te voren 81 was. Voor de Indische cultures is men niet pessimistisch gestemd, allerminst voor suiker en rubber. De koerSen zijn dan ook voor deze soorten na de jaarwisseling meerendeels opgeloopen, hoewel de ver betering binnen bescheiden grenzen bleef. Nieuwe feiten deden zich overigens op dit gebied niet voor. Ten aanzien van de Sumatra-tabak blijft men gematigd opti mistisch, hoewel er vele aanwijzingen zijn, die het optimisme zouden kunnen dempen. Zooals men weet zullen de Deli Mij. en de Senembah hun voor Amerika geschikte partijen in Indië verkoopen. Het zijn slechts enkele groote concerns, die hun vertegenwoordigers naar Indië hebben gestuurd, om zich daar van de ge schikte partijen te voorzien. Veel mede dinging zal er dus wel niet zijn en wij vragen ons af, wat de maatschappijen zul len doen met de tabak, die niet aan deze koopers wordt verkocht. De Deli Batavia en de Arendsburg zullen dan ook den ouden weg volgen en de tabak hier bij inschrijving verkoopen. De boot, waarin de eerste aflading van omstreeks 7000 pakken is geborgen heeft thans bijna Gi braltar bereikt en binnen korten tijd zul len wij weten of de verscheping verder nog vertraging zal ondervinden. Intus- schen moet wel in aanmerking genomen, dat de hoogere vrachten en assurante den kostprijs van de tabak cif. Nederland aan zienlijk zullen doen stijgen, naar men meent tot gemiddeld 1.30 per half kg. De opbrengstprijzen zullen dus vrij be langrijk hooger moeten zijn dan verleden jaar, indien er een winstmarge wil over blijven. Wat betreft de thee is de toestand vrij normaal. In planterskringen is men af- keerig van een sterke nijging van het prijsniveau, omdat men daardoor markten zou kunnen verliezen. Zoo is Australië geleidelijk een goede markt voor dit pro duct geworden. Over den toestand in Amerika is de beurs nog altijd vrij optimistisch. De verhoogde bedrijvigheid duurt voort en heeft het hoogtepunt van 1929 zelfs reeds overschreden. De begrooting heeft geen slechten indruk gemaakt wegens het uit blijven van drastische belastingmaatrege len. De stemming op de New-Yorksche beurs was intusschen niet uitgesproken vast. De koersen schommelden zonder be paalde tendens. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week: (Van onzen militairen medewerker). Uit de elkander vaak tegensprekende berichten zullen we trachten weer een beeld samen te stellen van den huidigen oorlogstoestand in Finland. Het is zoo jammer dat de nieuwsagentschappen geen deskundigen als oorlogscorrespondenten uitzenden. De toestand is met één woord te schet sen: winter. Een invallend leger, dat over wegen beschikt als naar Suomussalmi en Salla leiden, kan bij een temperatuur van 40 graden beneden nul onmogelijk voor uit komen. En wanneer we dan nog in aanmerking nemen, dat de Russische transporten langs die wegen overal op het onverwachtst worden bestookt door ski- afdeelingen, die evenals vroeger de cava lerie, de Russische verbindingen waar zij maar kans zien aanpakken. We lazen dan ook reeds, dat de Russen, welke in voorste lijn strijden, het moeten stellen met uiterst kleine rantsoenen; geen eten, in zulke koude, geen wonder dat vele Russen, wier vaderlandsliefde toch al niet erg groot schijnt te zijn, desertie naar den vijand prefereeren. De ellende die th§ns door de vreeselijke koude geleden wordt blijkt uit berichten, dat in loopgraven en granaat trechters geheele groepen Russen met het geweer in de hand doodgevroren werden gevonden; in andere gevallen was de schildwacht, die het kampvuur moest aanhouden, in slaap gevallen, het vuur was gedoofd en alle manschappen bevro ren. De grootste ellende heerscht natuurlijk bij de voorste afdeelingen, die in contact zijn met den vijand, doch de aanblik langs de aanvoerwe^en moet ook verschrikkelijk zijn; geheele bespanningen verhongerde of doodgevroren paarden liggen langs den weg, afgewisseld met tanks en vrachtauto mobielen, die zijn blijven steken. Over het algemeen is aan het front dan ook stilstand ingetreden. Op de Karelische landengte graven de Russen zich in en heeft het er allen schijn van, dat zij zelf defensief zuller. optreden tot het weer verbetert. Behalve eenig ar tillerievuur heerscht hier rust. Sector Tolvajarvi stilstand. Bij Suomussalmi hebben de Finnen de zich verdedigende Russen eene zware ne derlaag toegebracht en hier is voor de tweede maal eene divisie ongeveer vernie tigd met als resultaat vele gevangenen en zeer veel buit in handen der Finnen. Bij Salla zijn de Russen nog wakker en hebben zij getracht den linkervleugel der Finnen te omtrekken, welke manoeuvre door een krachtigen tegenaanval der Fin nen mislukt is. Toen de Russen te kampen kregen met weigerende auto's hebben zij hun hoop gevestigd op sleden, aangedreven door 3-31/2 Nederland 1938 85, 84 9/16, 86; 4 Nederland 1940, 100 1/8, 400, 100 1/6, 100; 3 Ned.-Indië 1937 83i/2, 83, 83 1/4, 84 3/4; Aku 37 3/4, 39 1/4, 38 3/4, *37 7/8, 37 3/4; Lever Bros Unilever 96 7/8, 98, 96V2, 97; Philips 127 1/4, 129, 129 7/8, 129 3/4; U.S. Steel 49 1/8, 48 7/8, 49 1/4, 48 1/8; Koninklijke Petroleum 262y2, 268 3/4, 26414, 265 3/4, 265)4; Amsterdam Rubber 1991/,, 20614, 202 3/4, 203, 203 3/4; Bandar Rubber 151, 15614, 156, 158; Indische Rubber 137, 142 1/4, 142 3/4; Java-China-Japan Lijn 113 3/4, 114 3:4, 115 1/4, 115; Kon. Ned. Stoomboot Mij. 107 5/8, 11114, 112, 111, 11014; Ned. Scheepvaart Unie 106 5/8, 11014, 110 3/4, 109 3/4; H.V.A. 394, 404, 402, 403, 402 3/4; Ned. Ind. Suiker Unie 238, 233, 238; Ver. Vorstenlandsche Cultuur 103 3/4, 106 1/4, 104 3/4, 105, 104 1/8; Deli Batavia Mij. 11814, 123, 12114, 120; Deli Mij. 16214, 165 3/4, 164, 165, 163V2; Senembah Mij. 13914, 142, 14214, 140 3/4. propellers, doch ook dit schijnt eene mis lukking te worden. Met genoegen kan men dus constatee- ren, dat de Finnen op alle gevechtsterrei nen niet alleen hebben kunnen stand houden doch meestal zelfs aan de winnen de hand zijn. Doch voor hoelang? De Fin- sche generalen staf heeft zelf erkend, dat hunne successen meer te danken zijn aan de felle koude, dan aan hunnt wapenen. In dezen winter-veldtocht zijn zij door hunne gehar -heid tegen het klimaat, hun ne tereinkennis en skicapaciteiten dpn te genstanders de baas gebleven. Doch hoe zal het lot zich verder ontwikkelen als zij hun bondgenoot, den winter, verliezen? Gelukkig komt er in velerlei vorm van alle zijden hulp voor hen opdagen, doch dit blijft alles een druppel in de zee vergele ken bij de onuitputtelijke bronnen der Russen. Deze moeten zich natuurlijk wel aan hunne onmetelijke grenzen deuken en kunnen dus altijd maar een klein deel hunner militaire macht tegen Finland af zonderen, doch niets kan hun beletten een leger van twee of drie millioen man, waaraan toegevoegd een onevenredig groote macht aan artillerie, tanks en vliegtuigen, voor dit doel te bestemmen. Wat kan daar tegenover het Finsche leger van 309.000 man met weinig hulpwapens presteeren? De vraag is thans, wat zullen de Russen doen? Blijven waar zij zijn, in afwachting van het voorjaar? Direct hunne weermacht inzetten? Een raad te Moskou gehouden heeft hierover beraadsh <_gd. Velen zullen spoed geëischt hebben om der wille van het politieke prestige. De legerleiding voelt meer voor wachten op stiigende temperatuur. Narr verluidt wenscht Stalin: rust aan het front, ter-vij inmiddels epn emote lucht- overmacht alle verbindingen van Finland met de buitenwereld moet vernielen en asfnijden. Dit laatste moet zoo moeilijk niet zijn; we wezen er reeds eerder op dat het eerste luchtdoel voor de Russen be hoorde te zijn, den spoorweg over Oulu- Tornia-Zweden grondig en blijvend te vernielen, terwijl de marine zich meester moet maken van de Bothnische Golf. Tot onzen zeer grooten spijt moeten we helaas constateeren, dat de toekomst voor het sympathieke Finland zeer duister blijft. Zoo noemt men de bekende AKKER's Abdijsiroop, die reeds zoovele ma len de hevigste hoestbuien overwon, verlichting bracht en de benauwdhe den als't ware wegtooverde bij haar jonge gebruikers. Daarom als Uw kind hoest geeft het dan evenals vele anderen doen een lepel Abdijsiroop voor het naar schoolgaan. Het is een schild voor hun borst. Abdijsiroop verwijdert de met ziektekiemen be zaaide slijm, zuivert en geneest de ontstoken slijmvliezen en verdrijft de ziekten der ademhalingsorganen. Terecht zegt men thans dan ook .,'s-Werelds beste Hoestsiroop" is: Eenige der 20 kruiden tegen hoest, griep, bronchitis, asthma. Flacon 90 ct„ f 1,50, f 2.40, 14.20. Alom verkrijgbaar. H. J. BRUSSE: Mee ter zielenvisscherij. „Toen we er een jaar of wat geleden voor 't eerst zoo op uittrokken" vertelde een van de Jeruëlieten mij „toen waren we lang niet op ons gemak. Met ons tienen man nen en vrouwen gingen we de nachtbuurt in en daar al heel gauw begonnen ze kwaadaar dig om ons op te dringen. Den giftigsten spot, de liederlij kste taal kregen we naar ons hoofd. Dan is 't zoo moeilijk om je woorden te vinden; om zoo gemoedelijk weg met die waardinnen en de meisjes je praatje te ma ken van: „Kom 's met ons mee; of als 't je nou nog te vroeg is voor de klanten, kom dan maar later. Want ons thuis blijft nog lang voor je open staan, vannacht. We gaar: nu straks lekkere koffie zetten en we geven er een versch koekje bij. Weet je wel, dat we óók een band hebben? prima spelers op de instrumenten, hoor! En daar willen we samen heel mooie liedjes bij zingen. Kom je op onze koffie-samenkomst voor vrouwen en meisjes? Om één uur vannacht, als jullie zaakjes van de politie moeten sluiten, dan gaat 't bij ons voor je open. Echt gezellig." We hadden roode uitnoodigingskaarten er- vcor laten drukken. Want, niet waar? een entree-billet maakt een samenkomst begeer lijker, ook al hoeft er niet voor betaald te worden Langzamerhand zijn ze ons beginnen te begrijpen. Of „onze bedoeling begrijpen" is stellig te veel gezegd. Maar ze zijn ons over 't algemeen goed gezind geworden; zoo in dien gemoedelijken gedachtegang van: 'n ieder in z'n vak. Ons „vak", meenden ze, was nu eenmaal om de zondaars tot inkeer, tot een eerlijk leven, tot God te brengen. Dat we dit niet zalvende deden, niet deftig, niet in den verwaten preektoon, niet in een toga of ook maar kerkezwart, nee, dat we maar als heel gewone mensohen met hen mee lachten en ook wel grappen verkochten ons geen sikkepit beter of braver voelden dan zij dit bracht ons op den duur hun vertrouwen Op een keer, in dien begintijd, ging ik 's morgens het grootste danshuis van de heele buurt binnen en vroeg er met veel lef aan den waard: „Morgen, patroon, mogen we hier vanavond niet 's een liedje komen zingen?" Wel zeker, waaróm niet? Met plezier. Want ik ken jullie wel en al kan ik daar allemaal van wat je voorhebt niet op ingaan, vanwege me zaak, natuurlijk kwaad doen jullie er niet mee, nee, 'n elkeen mag dat best eens hooren. Dus kom maar gerust". Wonderlijke goedaardigheid hebben som migen van deze menschen over zich. En daar komen we 't avonds binnen, 't Is er vol van opzichtige vrouwen, die daar meest met zeelui en ander volk San 't dansen en stoeien zijn. Van den rook en de dranklucht kreeg je de tranen in je oogen. Over de ketseboem van de muziek en 't gegil kon je onmogelijk heen praten. Zij dansten maar door om' ons heen; som mige paren wilden ons woest meetrekken. Verscheiden joppers vroegen smalend wat we beliefden te drinken, 't Begon er nijpend uit te zien. Toen kwamen de waard en de waardin erbij, en die zeiden doodleuk, dat ze ons met rust hadden te laten. Nieuwsgierig kwam langzamerhand de heele bende om ons heen staan. Daar kon ik zoowaar in een oogen blik, dat de muziek zweeg om de blazers ge legenheid te geven hun instrumenten leeg te gieten, een gemoedelijk woord spreken. Ze luisterden benieuwd. In dien tijd ging ons goed afgestemde kwartet op 't tooneellje staan. De kort-gerokte chanteuses schikten opzij, de speelmannen schoven achteruit en de pianist stond zijn kruk af aan een van de broeders. Een andere broeder nam zijn piston, een paar van de cordaatste zusters waagden zich in 't gewoel om onze liederen- boekjes uit te deelen. Dat werd merkwaardig. Eerst hier en daar een van de kerels, van de dansmeisjes, zoch ten in dezen bundel het lied al eens op, dat wij zouden zingen! Nieuwsgierig begonnen er meer te bladeren. De dansmuziek zweeg nog altijd, 't Publiek begreep maar niet wat er nu toch zou gebeuren. En daar hieven die vier mooie stemmen heel melodieus een wijs aan, die ze allemaal wel kenden, door piano en piston bege leid. Ze zongen uitmuntend, dat kwartet. Toen 't uit was, blééf 't een poos stil in de zaal. De deur van 't danshuis was opengezet op de pret-straat met al die verlokkend fel gekleurde lampen. Een paar honderd nacht buurtbezoekers stonden buiten verrast mee te luisteren. „Nou allemaal meegezongen" waagde een van de broeders 't er op. Maar hij zei 't zóó aardig gemeenzaam En jawel, eerst aarzelend, maar langzamerhand sterker, en werkelijk heel ernstig, kwam daar dat vrome lied uit die volte van mannen en vrouwen. Ja, de dansmuzikanten speelden 't zoo maar wat mee, tot 't volk op straat de populaire melodie overnam, en zonder spotten. Opge togen handen klappend gaven wij op 't ver hoog er de woorden aan: Komt gij alien, komt tot Hem! Zondaars komt! wat zou u hindren? Jezus roept u, hoort zijn stem. Hij maakt zondaars tot God's kindren. De politie was al komen aanloopen. overtuigd dat ze ons kwaad zouden doen. Geen sprake van, hoor. 't Omgekeerde. Na afloop kwamen er verscheidenen zelfs van de zóó kort en laag gekleede „chanteuses" met tranen in hun oogen naar ons toe. En een enkele kerel drukte ons stevig de hand. ,,'t Is of ik van den bliksem getroffen ben!" zei een van de dansmeisjes, doods bleek. Sedert is zij een van onze ijverigste zusters bij 't werk in de nachtbuurt, die zij uit eigen practijk zóó door en door kent maar nu verdient zij eerlijk haar kostje. „Tegenwoordig zijn we de beste vrinden met onze buren in den dans-polder. Ze ko men ons raad vragen over allerlei. Soms zelfs over zakelijke moeilijkheden in hun bedrijven! Als er zieken zijn, brengen ze hen dikwijls hier. En de wanhopende, troosfe- looze biechten die wij nu telkens van jonge, maar vooral van oudere vrouwen te hooren krijgen ja, ja, 't is soms wèl een proef op de vastheid van je eigen geloof, want an ders zou je aan alle rechtvaardigheid, aan de voorzienigheid vooral gaan twijfelen. Zoo afgrijselijk als toch sommige rampzalige zielen door de zonde geteisterd worden. Uit vaak niet anders dan 'n momentje van zwakheid tegen verleiding. En je hebt er toch ook zulke lieve, goedhartige schepsel tjes onder aan wie menige zoogenaamd fatsoenlijke mevrouw een voorbeeld zou kunnen nemen, zelfs ten opzichte van hun oprechtheid als 't om eigen zwakheden gaat. Nee, laat 't nu ook maar geen dronken slampamper in z'n kop krijgen, om ons aan te raken, 't Volk zou 'm gerust telijf gaan. En op onze krant, op de Blijde Boodschap, zijn ze toch zóó erg gesteld, dat er heel wat haar nummertje hier zelf komen halen, orn te lezen in de lange, leege uren van overdac als er geen klanten zijn Wanneer de zusters nu binnenkomen in zoo'n kotje, verandert er niets in de situatie. Waard, waardin, meisjes en gasten verroe ren er zich niet voor. Ze zien haar alleen maar 's aan, de meesten nog wel vriendelijk, met een tikje goedig medelijden in hun glim lach. Verlegen maken ze hen óók heelemaal niet. Nee, als goede bekenden knikken de huisgenooten haar terloops even toe. „Zijn jullie daar weer?", zegt de dommelende dikke waard in de tapkast, als een slak in z'n huis, erg goedig op haar blijmoedige: „goeienavond!" Ja, ja, we komen jullie weer 'n krantje brengen En hoe staat 't er nou mee? Al eens nagedacht over 't betere leven? De Heer zoekt jullie, hoor. Hij wacht bepaald op je, baas!" Een vriendelijk gegrinnik borrelt uit zijn enorme lichaam. „Ja, 'k weet wel. Geeft u me maar 'n krantje, dan heb ik wat te lezen, zoo stil toch, vanavond. Anders over 't geméén slap in den polder, de laatste weken, zuster?" „Ik mag er niet over klagen" lacht een van de zusters. En, tot een van de meisjes: „Jij, Mina, kom je vannacht nog eens weer in onze samenkomst? De koffie is lekker sterk, met oliebollen erbij, meid." Mina wordt rood verlegen van deze directe aanspraak. Ze lacht den klant, die naast haar zit, maar eens vergoelijkend toe. „Doe ze nog maar eens vol" reikt ze den waard de leege bierglazen over. En dan, nog wel zake lijk tot de Jeruel-zusters: ,„Nee, juffrouw, 't kan nou heusch niet. Er is nachtvolk". „De volgende wtek dan? Je bent toch al vaker bij ons geweest?" „Zéker, juffrouw." „En vond je 't er niet prettig?" „Ja, werachies-wel, hoor. Nee, dó mo'k zeggen „De vólgende keer dan? Want meid, je hebt 't zoo noodig. En de Heer zou je toch zoo graag tot zich zien komen „Eerst ikke dan toch, Mina", grinnikt de klant en wil met haar klinken. Maar ont stemd weert ze hem af Ieder heeft nu z'n krantje èn z'n trac- taatje. De zusters gaan verder. „Goeien avond juffrouw, wel bedankt" roepen ze haar nog 's vrindelijk achterna. En in 't kroegje ernaast waarschuwt 't volk aan de toonbank haar gedienstig: „Ze ben hier al gewéést, me lieve menschen." Ten bewijze steken ze hun papiertjes op: „U wordt be dankt „Ja", beaamt goedig de welig opgekrulde waardin achter 't buffet: „ze ben mooi om te lezen, van de week!" Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9