DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Minister Göbbels acht de Britsche biokkade- piannen ondoeltreffend. Frankrijk bindt den strijd aan tegen het lage geboortecijfer. Duitsche troepenverplaatsingen behoeven geen reden tot ongerustheid te geven. Senator Borah overleden. Een Code de la Familie in werking getreden. Senator Borah overleden. De algemeene toestand. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. franco doo* bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. KERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060 Telef. 3320, redactie 3330. No. 17 Dit nuramei bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 20 Januari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang In een groote rede te Posen heeft de Duitsche minister voor de propaganda, Göbbeis, betoogd, dat over Engeland en Frankrijk slechts een paar honderd plutocraten regeeren, die de rijkste menschen op aarde zijn en het grootste deel der wereld onder hun controle hebben. Duitschland heeft tot voor naamste doel aan hun plundering van volken een einde te maken. In het laatste jaar is het aantal geboorten in Duitschland 300.000 meer dan in de geallieerde staten tezamen. Duitschland heeft een grootere levensvat baarheid en de Britsche blokkadeplannen zijn tot mislukking gedoemd. Duitschland reageert niet op elk alarmbericht uit Londen en Parijs. Men zal daar wel ervaren wat er gebeurt en hoe Duitschland zal overwinnen. Volgens den militairen medewerker van de Evening Standard is het, om dat de geallieerden voorloopig geen aanvalsplannen hebben, niet noodig dat de Duitsche troepen bij de Siegfriedlinie in diepe massaformatie worden opgesteld. Door zijn troepen van de Alpen tot de Noordzee te verspreiden, wordt de ravitailleering der legers gemakkelijker. Periodiek zijn er dan ook langs de Nederlandsche en Belgische grenzen troepenverplaatsingen en dit schijnt dezer dagen de aanleiding tot bijzondere voorzorgsmaatregelen in Nederland en België te zijn geweest. Amerika heeft een groot verlies geleden door het vrij plotselinge over lijden van senator Borah die meer dan 30 jaar onafgebroken lid van den Senaat is geweest en vele jaren voorzitter van de commissie voor buiten- landsche politiek. Hij was een man met zeer grooten invloed hoewel hij nooit een regeerings- functie heeft bekleed. Borah was ervan overtuigd, dat Amerika in geen enkel opzicht bij den Europeeschen oorlog betrokken zou mogen worden. In 1932 bepleitte hij reeds schrapping der oorlogsschulden om los van Europa te kunnen zijn. Hij is een groote voorstander van het wapen-embargo geweest, waarbij hij zijn tegenstanders evenwel niet heeft kunnen overtuigen. 1- Een der ernstigste problemen voor Frankrijk sinds jaar en dag vormt het steeds dalende geboortecijfer: in 1876 vonden nog 1.022.000 geboorten plaats, in 1930 waren het er nog slechts 750.000, terwijl het jaar 1938 niet meer dan 610.000 kleine Franschen ter wereld bracht; en bij dit voor de autoriteiten zoo onrustbarende verschijnsel, deed zich, speciaal de laatste jaren, een ander feit voor, hetwelk de Fransche moeilijkheden nog accentueerde: de snelle bevolkings toename in Duitschland. Merkwaardig is het, nu te moeten con- stateeren, dat terzelfdertijd met den oor log tegen het Derde Rijk, Frankrijk thans den strijd heeft aangebonden tegen diens bondgenoot: de dénataliteit in eigen land; Frankrijk vecht heden inderdaad op twee fronten ter verdediging van zijn volksbestaan: eenerzijds tegen den bui- tenlandschen vijand, achter zijn Maginot- linie, anderzijds tegen zijn binnenland- schen vijand, het lage geboorteeiifer, ach ter de zoo juist opgetrokken hechte ver dedigingslinie van zijn Code de la Fa milie. Bij decreet-wet van 29 Juli 1939 werd den Franschen een wetgeving in uitzicht gesteld van uitzonderlijke en urgente waarde, en het was partieel dat deze Code de la Familie, zooals de heer Daladier haar doopte, reeds dezer dagen in wer king trad; het tweede en belangrijkste deel van de Code, waarin vervat de bepa lingen betreffende de steungelden aan de groote gezinnen, zal vanaf 1 April a.s. van kracht worden. Met betrekking tot deze steungelden valt op te merken, dat de basis-idée ont leend werd aan zekere maatregelen ge troffen tijdens den vorigen oorlog; destijds namelijk, ten overstaan van de steeds stijgende kosten voor levensonderhoud, namen enkele Fransche groot-industriee- len het initiatief tot ondersteuning hun ner arbeiders; het ging hier toen om extra-bijdragen, buiten het gewone loon om, varieerende volgens het kindertal. We willen hier nu niet in de détails tre den van dit systeem, doch constateeren slechts, dat het succes van dien aard was, dat reeds spoedig alle groote ondernemin gen toetraden; in 1932 werd, voor alle handels- en industrieele ondernemingen, het lidmaatschap verplichtend gesteld, terwijl enkele jaren later hetzelfde ge beurde met de landbouwbedrijven. In de practijk stond het er toen feitelijk zoo voor, dat alle Franschen in loondienst recht hadden op ondersteuning; en aan gezien de ambtenaren van den Staat het hunne kregen, bleven in feite buitenge sloten de kleine ondernemer en de land bouwer, vormende een zeer belangrijk deel van het Fransche volk. Het is nu een van de verdiensten der Code de la Familie, dat in deze leemte wordt voorzien; onder voorbehoud dat zij meerdere kinderen hebben, zullen, vanaf April a.s., inderdaad alle gezinshoofden in Frankrijk recht krijgen op een bijdrage van den Staat. De benoodigde fondsen ter functionneering van het systeem, hoopt men te halen uit de z.g. compensatie-kas sen, waarin allen, arbeiders en kleine ondernemers, hun deel dienen te storten, terwijl de Staat ten behoeve der kassen van de landbouwers een subsidie zal toe kennen. Gelijk we reeds opmerkten, geeft één kind dus geen recht op steun, daarentegen wel recht op een premie, welke varieert, volgens de diverse departementen, van 2.000 tot 3.000 frs.; zijn er meer kinderen, dan worden vanaf het tweede kind de steungelden berekend naar het gemiddel de inkomen in het betrokken departe ment; hierbij onderscheidt men dorpen met meer en minder dan 2.000 inwoners; voor het tweede kind nu, bedraagt het vastgestelde steunbedrag 10 pet. van het aldus berekende gemiddelde inkomen, en voor de volgende kinderen 20 pet. Een voorbeeld, ter toelichting, moge volgen: Een arbeider, al of niet verdienende, met bijvoorbeeld 4 kinderen, toucheert derhalve, indien hij in een dorpje woont 50 pet. van het gemiddelde departemen tale inkomen; zijn collega, in een plaats boven de 2000 inwoners, en onder de zelfde voorwaarden, heeft eveneens recht op 50 pet. van het gemiddelde inkomen in zijn departement; terwijl een arbeider in een stad, onder genoem'de voorwaar den, 60 pet. wordt uitgekeerd van het gemiddelde inkomen in vorengaande klasse. Indien dus deze gezinshoofden verblijf zouden houden op plaatsen met een gemiddeld inkomen van 750 en 1000 francs dan zouden zij per jaar respectie velijk ontvangen: 4500 frs., 6000 frs. en 7200 frs. Of om een ander voorbeeld te geven: een huishouden met 5 kinderen, geboren 1 jaar, 3 jaar, 5 jaar, 7 jaar en 9 jaar na het huwelijk, kan volgens vorenstaande berekening, in twintig jaar tijds, in de drie klassen achtereenvolgens toucheeren: 120.000 frs., 181.200 frs. en 220.800 frs., hetgeen naar waarheid een klein kapitaal beteekent. Het totaal dezer steungelden zou den Staat op 12 milliard francs per jaar zijn gekomen; ingevolge de mobilisatie ech ter, komen thans in de plaats millioenen Franschen in aanmerking voor de mili taire steunuitkeering, waarvoor, op het budget '40, veertien milliard fres. werden uitgetrokken. Een ander aanzicht van de Code de la Famillie ten gunste van den landbouwer, heeft betrekking op de zoons, die niet, zooals hun broers naar de steden trokken, doch op het bedrijf bleven; men heeft nu deze regeling getroffen, dat bij een erfe nis, door den dood der ouders, deze zoons behalve hun erfdeel, mede nog een extra uitkeering krijgen, die correspondeert met het aantal jaren dat zij feitelijk als arbei der zonder verdienste in- het ouderlijk huis doorbrachten. Ook ten aanzien van de successierechten zijn faciliteiten ver leend; indien bijvoorbeeld een erfenis van 90.000 fres. moet worden verdeeld onder vijf kinderen, komen deze rechten zelfs geheel te vervallen. Anderzijds ech ter is een nieuwe progressieve belasting ingesteld op het inkomen, de z.g. com pensatie-heffing; zij dient in normale tij den 400 millioen frs. per jaar op te* bren gen, en treft eiken belastingplichtige zon der kinderen, of hen .die op z'n minst nog niet een hebben opgevoed tot den zes tienjarigen leeftijd. Tenslotte bevat de Code de la Familie nog een zeer belangrijke beschikking, welke voorziet, zooals er staat, in de be scherming van het ras. In groote lijnen komt het neer op een bestrijding van de immoraliteit in het algemeen; zij heeft bijvoorbeeld betrekking op bepaalde pu blicaties, op den handel in verdoovende middelen, en niet in de laatste plaats op het voor Frankrijk zoo belangrijke pro bleem van den abortus provocatus. Het aantal gevallen daarvan wordt voor Frankrijk geschat op 400.000 per jaar. Thans wordt het officieel als misdaad aangeduid, waarop een gevangenisstraf staat van 5 tot 10 jaar; een arts of vroed vrouw, erbij betrokken, riskeert zijn of haar bevoegdheid te verliezen voor minstens vijf jaar; tevens is, teneinde aldus een afdoende controle te kunnen uitoefenen, het medisch beroepsgeheim met betrekking hiertoe opgeheven. Het schijnt wel buiten twijfel, dat de serie drastische maatregelen, vervat in de Code de la Familie, voor Frankrijk van groote beteekenis zullen blijken te zijn; niet slechts wordt hef. lot van een on noemlijk aantal families er in hooge mate draaglijker door gemaakt, hetgeen de materieele zijde van de Code raakt, doch ook in moreel opzicht valt tevens een opvallende zwenking te signaleeren: voor het eerst wordt van overheidswege, vol gens een groot en weloverwogen plan, den strijd aangebonden tegen het alco holisme, tegen de pornographie, tegen den abortus provocatus, tegen al datgene wat een waarlijk groote natie onwaardig moet zijn; de consequenties kunnen slechts zijn: een gezonder ras en een mogelijke redding van het familie-leven. Uit Washington wordt gemeld, dat senator Borah vannacht om 2.05 uur Amsterdam- j schen tijd is overleden. William Edgar Borah, de Amerikaansche politicus, werd op 29 Juni 1865 te Fairfield in Illinois geboren, en is dus 74 jaren oud geworden. Hij heeft gestudeerd aan de uni versiteiten van Enfield (111.) en Kansas. In 1889 begon hij een advocatenpractijk te Lyons (Kansas). Van 1890 tot 1901 heeft hij te Boise (Idaho) gepractiseerd, waar hij ook later tot de balie behoorde. In 1906 werd hij gekozen tot senator van Idaho en sindsdien werd zijn mandaat steeds hernieuwd. In 1912, toen er een scheuring was in de republikeinsche partij, bestreed Borah wel is waar de candidatuur Taft, doch, hoewel hij sympathiek stond tegenover de politiek van Roosevelt, volgde hij dezen niet. Borah was voorstander van vrouwenkiesrecht en bepleitte de onafhankelijkheid der Philippij- nen, doch hij was wel gekant tegen verschei den maatregelen der regeering van presi dent Wilson, terwijl hij steeds een verklaard tegenstander is geweest van den Volken bond. Hij heeft steeds vurig voor ontwape ning gepleit en wenschte onderhandelingen Roemenië en de zorgen van den rijkdom. Het is volkomen begrijpelijk, dat overwe gingen van recht en billijkheid zooais het levensrecht van kleine naties, de opbouw van een ideaal Europa, de strijd om het eigen vrije volksbestaan enz. voor groote staten van zooveel beteekenis zijn, dat zij zich daarvoor de offers en de gevaren van een oorlog getroosten. Maar men bedenke toch ook, dat vech tende staten in wezen niet zoo heel veel van vechtende menschen verschillen. En bij de menschen is het nu eenmaal zoo, dat de aan valler niet altijd uitsluitend voor idealen strijdt al zal hij den strijd voor de toe schouwers dan ook wel in dat teeken stel len maar in zeer vele gevallen ook om iets voor zich zelf te kunnen bereiken. In de menschen wereld gaat dat niet altijd gemakkelijk want allerlei overheidslicha men zorgen er wel voor, dat recht en wet niet geschonden worden en hij die met geweld iets zou nemen, dat aan een ander toebehoort, zou een dergelijke agressie on getwijfeld duur moeten betalen. In de statenwereld is er helaas nog geen toeziende en straffende macht en de eenige rem op de uitoefening van het recht van den sterkste is de publieke opinie, waarvan sterke en goed bewapende staten zich in den regel heel weinig aantrekken. Alle kleine staten leven daarom nog in een zekere onrust en moeten er, wat hun zelf standigheid betreft, eigenlijk alleen maar op speculeeren, dat de groote buurman links of rechts niet kan hebben, dat de buurman aan den anderen kant zich met dat gebied ten eigen bate zal verrijken en dat er daar om een soort evenwicht is waartusschen men schijnbaar veilig een eigen zelfstandig bestaan zal kunnen voeren. Dat men op alle mogelijke gebeurtenissen moet voorbereid zijn, geldt voor eiken klei nen staat, maar in het bijzonder natuurlijk voor die naties, welker gebied groote rijk dommen bezit welke de begeerigheid van grootere buurstaten kan opwekken. Roemenië is daarvan een treffend voor beeld. Het ligt heel gevaarlijk in de nabij heid van twee machtige buren, Duitschland en Rusland, buren, die nog maar enkele maanden geleden bewezen hebben, dat zij niet hét minste gewetensbezwaar nebben een kleine natie welker gebied zij voor het een of ander doel kunnen gebruiken, onder den voet te loopen. En nu heeft Roemenië het geluk of de tegenwoordige omstandigheden misschien het ongeluk rijke petrcleumbronnen te hebben en deze grondstof is in den oorlog met gemechaniseerde -wapens met tanks en vliegtuigen een zeer begeerenswaardig bezit gebleken. Men heeft berekend, dat de Russen alleen in Finland dagelijks ongeveer een half mil lioen liter petroleum noodig hebben. Rus land heeft zelf wel petroleumbronnen maar het heeft blijkbaar lang geen benzine ge noeg om in eigen behoefte te kunnen voor zien. Dat blijkt althans uit een mededeeling van den correspondent van de New-Yor* Times te Washington, die bericht heeft, dat de Sovjet-Unie sedert het uitbreken van den oorlog in Europa 1.300.000 Amerikaan- sche barrels benzine heeft gekocht in de Vereenigde Staten. De aankoopen nemen steeds toe en men vermoedt dan ook, dat het grootste deel voor den oorlog in Fin land gebruikt is. De mogelijkheid bestaat, dat men in Ame- met Groot-Britannië en Japan met het doel te onderhandelen over een wederzijdsche vermindering van de vlootbouwprogramma's dezer drie landen. In 1921 heeft het congres de desbetreffende resolutie ten slotte aan genomen. In datzelfde jaar heeft Borah een econo mische wereldconferentie voorgesteld, welke zich bezig moest houden met de kwestie der ontwapening. In November 1921 werd toen te Washington een conferentie gehouden tot be perking der bewapening. Hij is er echter niet in geslaagd den senaat te overtuigen, over te gaan tot erkenning van de Sovjet-regee- ring. In 1922, tijdens de staking in de steen kolenmijnen, was hij voorstander van een exploitatie vanwege de federale regeering. Aangezien het internationale gerechtshof, geallieerd is met den Volkenbond, was hij er tegen. In 1924 werd Borah, die steeds groote be langstelling heeft gehad voor de internatio nale aangelegenheden, voorzitter van de senaatscommissie van buitenlandsche zaken. In 1928 heeft hij minister Kellogg krachtig ter zijde gestaan bij diens bemoeiingen voor het pact van Parijs. In den laatsten tijd heeft Borah nog veel critiek geleverd op de neutraliteitswet- geving. rika de hulpverleening aan Finland ook in toepassing brengt door Rusland datgene te onthouden waarmee het den strijd in Fin land zou kunnen winnen en in dat geval is het de groote vraag of Rusland niet op de gedachte zou komen, dat het toch eigenlijk veel eenvoudiger zou zijn de brandstof voortaan vlak naast de deur uit de rijke petroleumbronnen van Roemenië te halen. Het orgaan van de Komintern heeft in het gister uitgekomen nummer aan Roeme nië voorgesteld of dat land niet verstandig zou doen om met Rusland een pact tot wc- derzijdschen bijstand te sluiten. Dat is na tuurlijk heel vriendelijk, maar Rusland is nu eenmaal niet de staat van wie men vriendelijkheden verwacht zonder zich af te vragen wat er eigenlijk achter kan schui len. In het waakzame Italië heeft men er in diplomatieke kringen al aan herinnerd, dat het Russische optreden tegen de Baltische staten met dezelfde vriendelijkheden van de Sovjet-pers is begonnen en men vreest daar al, dat de bedoelingen van Rusland jegens Roemenië geen andere zijn dan het veel- betwiste Bessarabië in handen te krijgen of op zijn minst zich hier en in de Zwarte zee sterke strategische posities te verzekeren, wat een bedreiging van Hongarije zou in houden, waarom het nog noodzakelijker zou zijn, dat er tusschen Boedapest en Boekarest - spoedig een vriendschappelijker verhouding ontstaat om zich tegen het gemeenschap pelijk gevaar te kunnen keeren. Er zijn nog andere dingen welke Roeme nië als het ware slapelooze nachten bezor gen. De Engelschen hebben 400.000 ton petro leum van Roemeensche maatschappijen ge kocht en daardoor wordt het uiterst moei lijk voor Roemenië om Duitschland de over eengekomen 130.000 ton per maand te leve ren, nog afgezien van een extra hoeveelheid van 200.000 ton, waarvan 60.000 ton per maand geleverd moeten worden. In Duitsch land begrijpt men heel goed waarom de Engelschen de petroleum wegkoopen en de vertegenwoordiger der 'Duitsche regeering die economische onderhandelingen in Roe menië voert, is dan ook al weer naar Boeka rest vertrokken om bij da regeering te protesteeren. De petroleummaatschappijen zijn zelf standige lichamen, maar de Roemeensche regeering is allerminst op een vijandig ge stemd Duitschland gesteld en er zal dan ook een soort regeeringscommissaris benoemd worden, die tegen den wil der maatschap pijen een oogje op den verkoop der voor radige petroleum zal houden, terwijl boven dien reeds uitgebreide maatregelen zijn ge nomen om sabotage te kunnen voorkomen. Voor Roemenië is de verkoop van petro leum naar Engeland van zeer groote betee kenis omdat het daarvoor het grootste deel van de grondstoffen voor de Roemeensche industrie kan terug krijgen. Het bezit van rijke petroleumbronnen is op het oogenblik voor Roemenië een groote zorg en zijn geo grafische ligging, zoowel ten opzichte van Rusland als van Duitschland brengt dan ook groote gevaren met zich mede. Intusschen gaan er geruchten, dat Rusland het petroleumgebied ten Z.O. van Lwow bij de Roemeensche grens aan Duitschland zou willen afstaan, in ruil voor Duitsche hulp, hetzij van organisatorischen aard voor het Russische leger, hetzij doo1- een besluit van Duitsche zijde om geen wapenzendingen naar Finalnd meer door te laten. Men vreest dat Rusland de petroleumbronnen van Sta- nislawof en Kolomiya aan Duitschland zal willen „leenen" en men is er ongerust over, dat den laatsten tijd vele Duitsche soldaten en ambtenaren in dat gebied zijn gekomen, die zoogenaamd een onderzoek instellen naar het Poolsche oorlogsmateriaal maar in werkelijkheid de bronnen willen herstellen welke door de Polen bij hun terugtocht ern stig beschadigd zijn. In allen gevalle maakt Roemenië, juist door zijn rijkdommen, een zorgvollen tijd door en wordt het hoog tijd, dat het zich met zijn buurman Hongarije verstaat om tot een vredelievende verhouding te komen en gezamenlijk sterker tegenover eventueele agressiepogingen te staan. In het begin van de volgende maand zal de Balkan Entente te Belgrado bijeenkomen en Roemenië, Joegoslavië, Turkije en Grie kenland zullen dan overleg plegen over de beste wijze om zich gezamenlijk tegen de hooge golven welke op hun niet al te sterke dijken beuken, te beschermen. Italië is voor dat alles ten zeerste geïnte resseerd, het is zeer zeker de machtige fac tor die deze staten en vooral Roemenië tot dusver tegen agressie beschermd heeft en het is terwille van de localiseering van den algemeenen strijd slechts te hopen, dat de Donau-landen en de Balkanstaten zich onder Italiaansch protectoraat nauwer aaneenslui ten om gezamenlijk elke agressiepoging in Oost-Europa door de kracht van hun ver bond te kunnen keeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1