Een nieuw offensief in den Salla-sector. Mr. VAN KLEFFENS MAANT TOT BEZINNING. ZRjuUetitand Eerste Kamer De neutraliteit van ons land een Europeesch belang. Hen voorkome de fouten van 1919. Zweedsche vrijwilligers strijden aan de zijde der Finnen. Fransche legerberichten. Het Duitsche legerbericht. TWEEDE BLAD. 3 Er was groote belangstelling gistermor gen in de fraaie vergaderzaal der Eerste Kamer, toen minister van Kleffens zijn rede ter beantwoording van het debat over de begrooting van buitenlandsche zaken zou houden. Internationale belangstelling zelfs, want te midden van de vele bezoekers der gere serveerde tribune de publieke tribune was geheel bezet zaten de gezanten van Engeland en Zuid-Afrika, resp. sir Nevile Bland en dr. H. D. van Broekhuyzen, de gezant van Zwitserland, tevens deken van het corps diplomatieque, de heer de Pury; de Belgische gezantschapsraad ba ron Ruzette en verder de Nederlandsche gezanten te Kopenhagen, Ankara en Peking, resp. de heeren ridder van Rap- pard, dr. Visser en baron de Vos van Steenwijk, die thans hier te lande vertoe ven. In diepe stilte en met de groot ste aandacht werd de redevoering van minister van Kleffens aan gehoord, welke, wat den inhoud aangaat, een waarlijk groote rede mag worden genoemd, al ontbeerde zij ook rhetorische schittering. Haar strekking leek ons ruimer toe dan die welke door den mi nister in November in de Tweede Kamer is gehouden. Viel toen meer het accent op Nederlands positie temidden van de oor logvoerenden, gisteren vestigde de minister in 't bijzonder d< aan dacht op de rechten der neutrale mogendheden in 't algemeen en dan nog op die van ons land in het bijzonder. Gister heeft de Nederlandsche minister van buitenlandsche zaken voor hen het pleit gevoerd en over de hoofden van de Nederlandsche parlementsleden heen richtte hij zich tot de oorlogvoerende mo gendheden, in eerlijke, kloeke taal, hen als 't ware bezwerend om, wanneer het tot vredesbesprekingen komt, niet weer te vervallen in de fouten van 1919, maar zich liever te spiegelen aan de houding van het Weensch congres van 1815 tegenover het Frankrijk van den overwonnen Napoleon. In voorzichtige termen, die nochtans aan duidelijkheid niets te wenschen overlie ten, reageerde minister van Kleffens al dus op voor de neutralen misprijzende ge luiden, welke in de laatste dagen ter lin ker- en rechterzijde van Nederland hebben weerklonken en verzet hadden opge roepen. Betrekkingen met België. De minister begon met na een woord van dank voor de hem gebrachte hulde" een korte schets van de hartelijke ver standhouding tusschen ons land en Bel gië welke zich in nauwere economische samenwerking kan voortzetten. Beide landen staan bloot aan dezelfde gevaren; „gevaren, waar van het denkbaar is, dat zij die gezamenlijk onder het oog zul len moeten zien, al is voorafgaand militair overleg volgens onze bijzondere politiek niet mogelijk." Ter zake van de mijnversperring in de Wielingen zijn we België zooveel mogelijk tegemoet gekomen. De minister roerde vervolgens de No vember-crisis aan, waarbij hij er op wees ook in verband met de bijzondere maatregelen van de vorige week dat de motieven voor verhoogde militaire bedrij vigheid en waakzaamheid niet altijd kun nen worden blootgelegd. In alle geval moet ons volk er op vertrouwen, dat dergelijke maatregelen niet lichtvaardig worden ge nomen. Handhaving der neutraliteit. Wat de handhaving van de neutraliteit betreft achtte de minister he. op het oogenblik hoofdzaak, „dat Nederland in dezen zorgvollen tijd ten aanzien van de buitenlandsche zaken een mate van spon tane eenheid vertoont die ieder land ons mag benijden, en waaraan de vrijheid van opvatting een meeningsuiting die wij kennen en de rijke geschakeerdheid van ons nationale leven een zeer bijzondere beteekenis geven." Zoodra er voldoende stof is voor een tweede oranjeboek, zal dit verschij nen; de minister vertrouwde dat daaruit opnieuw de indruk zal worden verkregen dat de regeering actief is gebleven bij de verdediging van 's lands belangen. Z. E. voegde daaraan toe, dat tegenover elke schending van onze onzijdigheid wordt opgetreden in strikte overeenstemming met de eischen van het volkenrecht en dat wij ons niet van den rechten weg zul len laten afbrengen. Waar noodig laat de Nederlandsche regeering haar waarschu wende stem en protesten hooren. In ver band ook met de critiek, welke in het buitenland op de neutrale lar.den wordt geleverd, zeide de minister ook nog, dat het geen dankbare rol voor een staat en zijn burgers is onzijdig te zijn! Gelukkig neemt België eenzelfde hou ding aan. „Een uitbreiding van den oorlog tot onze landen zou den oorlog slechts compliceeren, want nooit zal eenige groote Europee- sche mogendheid in deze streken kunnen dulden dat Nederland of België in de handen van den tegenstander geraakt." Minister Van Kleffens „Een ding is echter Wel te verstaan; wie de wapenen tegen ons opneemt, stoot op ónze wapenen." De sirenen van weerzijden. Het verheugde den minister, deze gele genheid te hebben, „om dat nog eens dui delijk te zeggen met het oog op die sirenen van weerszijden, die, nu eens grof en maar al te doorzichtig, dan weer niet behulp van schoonschijnende, of van ever ingewik kelde als onlogische redeneeringen, ons rechtstreeks of langs een omweg willen drijven in den oorlog, niet omdat het heil van Nederland of van België bun zoozeer ter harte gaat, maar omdat zij denken dat hun eigen ware of vermeende be langen gediend zouden zijn met het be trekken aan hun zijde natuurlijk van de lage landen in den "krijg. Aan Britsche zijde is dezer dagen zelfs een enkele stem opgegaan die een juridische verplichting van de neutralen poneert tot deelneming aan den oorlog: als lid van den Volkenbond zouden wij daartoe gehouden zijn." De minister achtte het niet noodig, vooral ge let op het betoog van prof. Anema, meer te doen dan het bestaan van dien rechts plicht of een moreele plicht voor Neder land scherp te ontkennen. Hij beriep zich nog op andere geleerden tot staving van deze afwijzende houding. Nederland en de Volkenbond. Na te hebben medegedeeld, dat de moeilijke onderhandelingen met Engeland betreffende de bevoorrading van Neder land nog niet tot overeenstemming hebben geleid en te hebben verklaard dat, indien noodig, de oprichting van een bureau voor zee-oorlogsschade zal worden bevorderd, besprak de minister uitvoerig den Volken bond en ons lidmaatschap daarvan. Hij betwistte nadrukkelijk de bewering dat wij, door dat lidmaatschap, min of meer aan de zijde van Engeland en-Frankrijk zouden staan, de eenige groote Europee- sche mogendheden, welke nog lid van den Bond zijn en die daarin den toon zouden aangeven. Weliswaar moet worden erkend, dat de volkenbond een eenzijdig karakter in zijn huidigen vorm gekregen heeft en dat dit op den duur voor de kleine mogendheden het lidmaatschap onmogelijk zou maken. Maar een andere vraag is of nu waarlijk wel het oogenblik is aangebroken, waarop de kleine staten den Volkenbond moeten verlaten. Deze vraag hebben zij, ook Nederland, ontkennend be antwoord. Eerst wanneer zou blijken dat de Volkenbond niet gereorganiseerd kon worden, zou den zij zich eruit moeten terug trekken. En de jongste Volkenbondsvergadering heeft bewezen, dat de zelfstandigheid der kleine naties wordt geëerbiedigd, toen de inval in en de hulp aan Finland is bespro ken en waarlijk niet volgens den wensch van Engeland en Frankrijk, die deze ver gadering niet hebben gewild! Op deze vergadering heeft de wil der kleine mo gendheden gezegevierd. „Wij moeten varen". Belangrijk en behartigenswaardig wa ren de woorden van den minister betref fende de vitaliteit van Nederland en van zijn bewoners. Wij, als het dichtst be volkte land van Europa en een der dichtstbevolkte der wereld, kennen even goed ons „Lebensraumvraagstuk." Ons land moet 83]4 millioen menschen voeden, terwijl onze bodem er slechts vier milli oen in leven kan houden. Dat is een kunststuk dat slechts met de grootste krachtsinspanning kan worden uitgevoerd. Maar wij willen ons „Lebensraum"- vraagstuk op vreedzame wijze oplossen. Zooals wij in ons land en in onze over-' zeesche gewesten de „politiek van de open deur" huldigen, zoo mogen wij ho pen dat tegenover die open deur de poor ten bij anderen zich weldra zullen openen. Met nadruk verklaarde de minister ech ter: wij moeten varen, wij moeten handel drijven, wij moeten anderen diensten bewijzen, anders kan ons volk niet bestaan. Dat mogen de andere lan den, die ons belemmeringen opleggen, niet voorbijzien. Alle landen moeten oog leeren krijgen voor eikaars moeilijkheden en de lessen der geschiedenis ter harte nemen. In Verband met dit laatste be toogde de minister waarop wij in 't be gin van dit overzicht reeds doelden dat de wereld er anders op het oogenblik aan toe zou zijn geweest, indien men na 1918 zich meer van Duitschland's nooden en problemen had aangetrokken. Nederland was in 1920 het eerste land dat op eenigs- zins groote schaal dit land financieel te hulp kwam en daarvoor was toen nog eenigen moed noodig. Laat Europa verstandig worden, Wordt het nu eindelijk niet eens tijd voor een juiste en verstandige regeling van de zaken in Europa? aldus vroeg mi nister van Kleffens. Wat baat verder vechten als 't tegenstanders betreft, die men op den duur niet vernietigen kan? In een neutraal land, dat geen eigen gewin beoogt, mochten zulke dingen wel eens worden gezegd, meende de minister. „Dat Europa kan vechten, heeft het in den loop der eeuwen meer dan genoeg getoond. Dat het ech ter het eigen continent kan orde nen op zoodanige wijze dat het zijn bijdrage tot de beschaving zal kunnen blijven leveren, dat moet het nog bewijzen". De minister waarschuwde Europa voor het bolsjewistische gevaar. Na op de bereidheid van Nederland en andere neutralen te hebben bewezen, des- gewenscht, hun bemiddeling te verleenen, liet mr. van Kleffens een krachtige waarschuwing hooren tegen het licht vaardig spreken over invallen in de onzij dige landen. Dat stompt op den duur de openbare meening af voor het verachte lijke, het monsterlijke, dat in zulk een handelwijze, had het inderdaad plaats, zou zijn gelegen. Bovendien heeft men niet het recht met een even bedenkelijke als onverantwoordelijke oppervlakkigheid den oorlogvoerenden bedoelingen aan te wrijven, die zóózeer in strijd zijn met elementaire eischen en behoeften van de internationale gemeenschap, waartoe zij zelf van nature behooren. Voor een dergelijken afstand van moeizaam verkregen beschavingsgoederen mag de wereld niet rijp gemaakt worden. „Zelf handelt ons land naar den regel, dat het richtig wil le ven, anderen niet wil deren, en ieder het zijne geven. Blijven wij ook in dit opzicht paraat, en la ten wij ons niet op sleeptouw nemen door den waan van den dag". Dat was 't slot van deze voortreffelijke rede. Algemeen applaus volgde. De begrooting werd daarna z. h. s. goedge keurd, Vele leden kwamen den minister de hand drukken. Zijn rede had precies een uur geduurd. HET BAKRE JAARGETIJDE. Uit Belgrado wordt gemeld. Als gevolg van nieuwe zwaren sneeuwval is het geheele treinverkeer tusschen de kust van de Adriatische zee en het achterland gestagneerd. In een deel van Bosnië en Hér- zegowina, alsmede in het zuiden van Servië dooit het echter, hetgeen reeds tot groote overstroomingen heeft geleid. Talrijke boe renhuizen zijn onder het sneeuwdek inge stort. Aan de universiteit van Belgrado moesten de colleges wegens kolengebrek tot 1 Februari worden gestaakt. Terwijl het geheele noorden van Spanje met sneeuw is bedekt, woeden in het zuiden zware stormen, zoodat het ver keer ook daar gedeeltelijk stilligt. Nabij Mo- tril heeft een stormvloed het land over stroomd en is de weg Malaga-Almeria ver sperd. In Madrid wees de thermometer Woensdag 8 graden vorst aan, hetgeen de laagste temperatuur is sinds vele jaren. Wegens den hoogen sneeuw zijn de wegen naar Madrid onberijdbaar. Ook geheel Noord-Italië heeft nog van den strengen winter te lijden, drie personen zijn doodgevroren, en een nieuwe sneeuwval schijnt op komst te zijn. In Triest waait weer de gure bora met een kracht van 140 kilo meter per uur. Een groot schip is van zijn ankers losgeslagen en de zee opgedreven. Men beschouwt het vaartuig als verloren. Alle autobusdiensten zijn gestaakt. De treinen rijden met groote vertraging. Nabij Ferrara zijn 21 boeren op een ijsschots van het land afgedreven,en pas na 12 uur gelukte het hen in veiligheid te brengen. Heit Finsche legerbericht. Het Finsche legerbericht van gister luidde: Op de landengte Van Karelië was de toe stand betrekkelijk rustig. De actie bleef be perkt tot verkenningen en hinderend artil lerievuur. De vjjand schoot met verdragend geschut op Wiborg, doch zonder resultaat. Ten N. van het Ladogameer zétte de vijand den geheelen dag zijn aanvallen voort, het félst werd gevochten bij Aittojoki. De aanvallen werden met groote verliezen voor den vijand afgeslagen. Woensdagavond heeft de vijand een aan val op Kollanjoki ingezet, deze is gedurende den nacht met korte onderbrekingen voort gezet. Nog voor het aanbreken van den dag was de aanval definitief afgeslagen. Even als in andere gevechten heeft de vijand hier verscheidene honderden mannen verloren. Drie vijandelijke pantserwagens werden vernield. In Lapland heeft de vijand de Finsche stellingen bij Maerkjaervi aangevallen, doch de aanval werd afgeslagen. Bij Petsamo heeft de vijand twee keer zonder succes aangevallen-. De Finsche troe pen hebben hier twee vijandelijke tanks vernield. Ter zee: Niets nieuws te melden. Tengevolge van de sneeuw was er weinig activiteit in de lucht, afgezien van enkele bomaanvallen van weinig belang op Kuusa- mo en op de Aalandseilanden. Deze aanval len hebben geen slachtoffers veroorzaakt. Mislukt Russisch offensief. De Russische troepen vallen op tien pun ten ten N. van het Ladogameer aan, met de bedoeling de Finsche flanken om te trekk'en en de Mannerheimlinie van de achterzijde te bedreigen. De aanvallen waren het hevigst bij Kollanjoki en Aittojoki. Zij zijn echter mislukt; de Russen hebben zware verliezen geleden en de Finnen hebben hun sterke stellingen gehandhaafd. Men zegt, dat Stalin hier zijn beste troepen in het vuur heeft ge bracht. Een Finsch officier deelde mede, dat de roode troepen vrijwel nergens de Finsche vooruitgeschoven stellingen bereikt hebben. Voortzetting van het offensief? Russisch EEN SPIONNAGEGEVAL IN BELGIfc. De recherche en de militaire overheid van Charleroi hebben Woensdagavond tot laat in den nacht een spionnage-geval onder zocht, waarbij zes personen betrokken zijn. Na een langdurig vc 'hoor zijn twee hunner gearresteerd, onder beschuldiging van spion- nage ten behoeve van een vreemde mogend heid. Het zijn een technicus in dienst van een industriebedrijf en zijn handlanger, een voormalig onderofficier in het leger, thans werkeloos. Zij zijn voorloopig in Charleroi opgesloten, doch zullen naar Brussel worden vervoerd. Het onderzoek duurt voort en een derde persoon heeft het verzoek ontvangen zich ter beschikking van de justitie te hou den. Omtrent de spionnage-affaire, welke te Brussel is ontdekt, wordt nog vernomen, dat een der arrestanten van gister een zekere Jean Bero is, die leider van de Rexistische garde van Charleroi is geweest. Hij heeft talrijke reizen naar Duitschland gemaakt. Hij stond in verbinding met een zekeren Joseph Desmet, een Vlaamsch nationalist. De leider van de Rexisten, Degrelle, heeft naar aanleiding van deze zaak een schrijven gepubliceerd, waarin hij verklaart Bero uit de partij te hebben gejaagd en aan de politie te hebben aangewezen als verdacht. Noch Degrelle zelf, noch zijn partij hebben ooit in verbinding gestaan met Desmet. DE BALLONVERSPERRINGEN IN ENGELAND. Press Association schrijft: De uitbreiding der nationale ballonversperring wordt met groote snelheid voortgezet. De versperring dekt reeds ruim 700 mijlen der land- en zee- jönes en verscheidene nieuwe versperringen aan de kust worden in het leven geroepen. Trekkend door de besneeuwde wouden en de bevroren meren ten Noorden van het Ladogameer, zetten de Russische troepen gister het grootste offensief sinds vele weken voort, dat bestemd is de Mannerheimlinie te overvleugelen. Het beste deel van Zuid- Finland hebben zij voor hun aanval gekozen. Het terrein biedt hier niet zooveel moeilijk heden als de Karelische landengte. Toch is het geenszins zeker, dat de Rus sen succes zullen hebben. Hun verliezen zijn in ieder geval reeds Zeer zwaar geweest. Op een terrein, waar het woud overging in een vlakte, welke door een heuvel be- heerscht werd, nam een kleine Finsche af- deeling, met machinegeweren gewapend, een versterkte stelling in. De Russen trokken door het woud en toen zij op de vlakte kwa men, zagen zij van den vijand niets. Toen de Russen dicht bijeen midden op de open vlakte gekomen waren, openden de Finnen plotseling het vuur en maaiden zij de Russen met hun machinegeweren bij tientallen tegelijk weg. Op andere punten aan dit front gebruiken de Russen tanks als dekking voor hun in fanterie. In dezen sector doen Russische vrouwen blijkbaar dienst in de ambulances. Een Finsche dokter, die juist van het front naar Helsinki was teruggekeerd, vertelde aan den Reuter-correspondent, dat hij twee jonge Russische meisjes had behandeld, ge kleed in officiersuniform, die tijdens werk zaamheden in de Russische ambulances dooi kogels gewond waren. Russisch pantserschip gezonken? De speciale correspondent van de Giornale d'Italia te Helsinki meldt, dat volgens een nog niet bevestigd bericht een der vier Rus sische pantserschepen, die de Finsche haven Koivisto hebben gebombardeerd, n.l. de Kattowa, door het Finsche afweergeschut ge troffen en gezonken zou zijn. De correspondent meldt voorts, dat te Salla en in andere sectoren in het Noorden Zweedsche vrijwilligers de Finsche troepen zouden hebben afgelost. Een bataljon dezer vrijwilligers zou ten Oosten van Salla een Russisch autopark bij verrassing vernield hebben. Britsche vakvereenigingsleiders in Finland. Walter Citrine en de andere leden van de commissie van onderzoek, welke naar Finland is gezonden door het Britsche natio nale vakbestuur, zijn Woensdag per vliegtuig uit Stockholm in Abo aangekomen. Zij wer den begroet door den gouverneur van Abo, door twee regeeringsvertegenwoordigers uit Helsinki en den voorzitter van de Finsche vakorganisatie. In een interview zeide Citrine het vol gende: „Wij zijn hier om te zien hoe wij kunnen helpen. Niets zou ons gelukkiger maken dan indien wij een snellen vrede konden bewerk stelligen. De delegatie wil met eigen oogen de levensomstandigheden zien vaij de Fin sche arbeiders, teneinde de door de commu nisten verspreide beweringen tegen te spreken over een zg. „witte terreur" in Fin land". Stalin naar het Finsche front? Uit Moskou wordt gemeld, dat volgens inlichtingen uit diplomatieke kringen, Stalin het voornemen heeft zich eerlang naar het Finsche front te begeven om een bezoek te brengen aan de troepen. In Helsinki wordt gemeld, dat van de 24 Sovjet-vliegtuigen, welke de laatste drie da gen van verschillende bases in Estland zijn opgestegen om verscheidene plaatsen in Fin land te bombardeeren, slechts drie zijn teruggekeerd. Alle overige toestellen zou den zijn neergehaald. Hoe de Finnen aanvallen. De Russen bhjven er alles op zetten om door de Finsche linie ten N. van het Ladoga meer te breken, doch te oordeelen naar het officieele Finsche nieuws hebben zij nog steeds geen succes gehad. Een der voordeelen voor de Finnen in dezen wilden sector is hun geoefendheid in het kaartlezen. Ook zijn de Finnen in het voordeel bij nachtgevechten. Iedere pa trouille van tien of twaalf man heeft een sterke zaklantaarn bij zich. Een man neemt de lantaarn en richt deze op den vijand, ter wijl de overigen in him witte mantels in de sneeuw liggen en zorgvuldig hun doel kie zen. De lantaarndrager heeft een gevaar lijke taak, want hij vormt een prachtig doel wit, doch telkens, wanneer een lantaarndra ger- valt, neemt een ander de lantaarn van hem over. Op een afgesproken signaal wordt dan de lantaarn gedoofd, de patrouille ver andert van positie en begint een nieuwen aanval. Het bombardeeren van Viipuri, dat thans reeds vele weken duurt, geschiedt zonder eenig systeem en het leven in de stad is er dan ook nooit ernstig door belemmerd. Het Russische legerbericht. Het Russische legerbericht van heden luidt: Op 25 Januari heeft zich niets van belang voorgedaan aan het front. Noorsche hulp aan Finland. 31 Belangrijke Noorsche vereenigingen van onderscheiden aard hebben gezamenlijk een oproep gedaan tot inzameling van gelden ten behoeve van Finland. Het Fransche legerbericht van gister avond luidt: Over het algemeen een kalme dag. Eenige actie van de artillerie. Het 1600 ton metende Duitsche vrachtschip „Albert Janus" is door een van onze schepen aange houden en door de eigen bemanning tot zinken gebracht. Een van onze patrouille schepen heeft met succes een vijandeiijken onderzeeër aangevallen. Het legerbericht van hedenochtend luidt: Niets te mélden. Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: in het westen geen gebeurtenissen van belang. Het luchtwapen maakte verkenningsvluch ten aan verschillende deelen van het front. Een Britsch verkenningstoestel van het type Bristol-Blenheim werd bij de poging om van Frankrijk uit het Roergebied binnen te vlie gen, in de omgeving van Duisburg neerge schoten. DE ONDERGANG VAN DEN TORPEDOJAGER GRENVILLE. Betreffende het verlies van den Britschen torpedojager'Grenville op 21 Januari j.l. deelt de admiraliteit mede, dat het aantal vermisten, die als omgekomen beschouwd werden, niet 73 doch 68 bedraagt. Voorts deelt de admiraliteit mede, dat de namen van zeven opvarenden, die eerst als ver mist gemeld waren, thans in veiligheid zijn. WEDEROM CANADEESCHE TROEPEN NAAR EUROPA. Mackenzie King heeft het Lagerhuis me degedeeld, dat een tweede divisie Canadee- sche soldaten zoo spoedig mogelijk overzee gezonden zal worden. REDEVOERING VAN GOEBBELS. Rijksminister dr. Goebbels heeft gister avond te Rheydt een rede uitgesproken, waarin hij o.m. zeide, dat thans de laatste levensbelangen der volkeren in de waag schaal geworpen worden van de groote his torische beslissingen. In dit uur vormen binnenland en front een enkele eenheid. Weermacht en politieke leiding zijn slechts deelen van één volksch levend lichaam, dat om zijn bestaan vecht. Nadat het Duitsche volk in 1918 de overwinning door bedrog af handig was gemaakt, begint het thans een laatsten beslissingsstrijd, die onder veel gun stiger voorwaarden wordt gevoerd. De Führer is uitvoerder van een groote, slechts éénmaal voorkomende historische taak. Wanneer men bedenkt, welke kansen Se tegenwoordige tijd den Duitschers biedt om een wereldvolk te worden, moet men toege ven, dat nog nooit de intelligentie en be kwaamheden der politieke zoowel als mili taire leiding, de aaneengeslotenheid van den nationalen wil tot overwinnen en de supe rioriteit van het Duitsche volk zoo ondub belzinnig zijn bewezen als thans. Wanneer Adolf Hitler twintig jaar gele den'is uitgetrokken en met zeven man een rijk veroverd heeft, een neerliggend land heeft opgeheven uit een verlammende on macht en zijn natie geplaatst heeft onder de eerste volkeren der wereld, wanneer Hitier dan zijn hand opheft voor de laatste bevrij ding van zijn volk, dan is het de plicht der Duitschers te vertrouwen op zijn genius. DE NIEUWE INSCHRIJVINGEN VAN DIENSTPLICHTIGEN. Naar aanleiding van de aangekondigde inschrijving van dienstplichtigen kan nader worden gemeld, dat tegen einde Maart Groot Brittannië naar schatting 1.750.000 man onder de wapenen zal hebben. De drie in 1039 ingeschreven groepen dienstplich tigen, die intusschen onder de wapenen zijn gekomen, de mannen van 20. 21 en 22 jaar, zijn 673.000 man sterk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 7