DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Minister Churchill zal een officieele rede houden. Leven en werken van Lord Haw Haw of Zeesen. .142e Jaargang Men verwacht dat de Russen aan de Finsche fronten zullen terugtrekken. Het buitenland beoordeelt de rede van minister van Kleffens. Engelsche humor versus Duitsche propaganda. Commentaar op de rede van minister van Kleffens. De algemeene toestand. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. KERMS. C-OSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 23 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 27 Januari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.' Churchill, wiens redevoering over de positie der neutralen dezer dagen zooveel beroering verwekte, zal in den namiddag, ditmaal te Manchester, opnieuw een radio-redevoering houden. De vorige maal was het zoogenaamd „een praatje aan den haard", de minister gaf, naar men zeide, zijn persoonlijke meening en men weet, dat in Britsche officieele kringen daarna te kennen werd gegeven, dat men niet mocht aannemen, dat de zienswijze van Churchill in zijn geheel door het Engelsche Kabinet gedeeld werd. De rede welke hij thans zal houden maakt deel uit van een officieele campagne waarin diverse ministers in groote plaatsen de bevolking zullen toespreken. Men kan er dus verzekerd van zijn, dat wat Churchill thans zal verkondigen ook de meening van Chamberlain en lord Halifax weergeeft en het zal interessant zijn om na te gaan in welke mate het algemeene protest der neutralen de Britsche règeering tot een andere beoordeeling van hun internationale positie gebracht heeft. Men begint in Finland te gelooven, dat er weldra een einde zal komen aan de heftige aanvallen der Russen op diverse fronten en dat de Russen noodgedwongen zullen terugtrekken naar de stellingen welke zij einde December bezet hielden. De Finnen hebben een beroep op de hulp van Britsche en Fransche vrijwilligers gedaan, omdat hun succes afhankelijk zal zjjn van de hulp van buitenlandsche troepen en oorlogsmateriaal. Zoowel in België als in Zweden is de rede van minister van Kleffens met groote instemming begroet. In Duitschland staat men er wat gereser veerd tegenover en hoe men er in Engeland over denkt, zal waarschijnlijk wel uit de komende rede van Churchill kunnen blijken. (Van onzen correspondent.) Londen, 25 Januari. Lord Haw Haw of Zeesen werd geboren 18 Sept. 1939. De *blijde gebeurtenis wordt door zijn vader, den radiocorrespondent van de Daily Express, als volgt beschreven: Het gebeurde in een eenzame hut ergens in Surrey, de kortegolf luisterpost van de Dai ly Express. Mijn krant had mij daar bij het uitbreken van den oorlog naar toe gestuurd cm 'n luisterdienst te organiseeren. Ik ver zamelde 'n staf van vertalers en stenografen om de nieuwsbulletins in twaalf verschil lende talen op te nemen. Vier en twintig uur per dag luisterden wij naar de uitbarstin gen van haat, die de volkeren der wereld elkaar toeslingerden. Wij werden er misse lijk van, moe en prikkelbaar. Toen plotse ling kwam er een bekende stem over den aether die zei: This is Germany calling, Ger many calling" en wij begonnen te lachen. Wij zeiden tegen elkaar, „deze vent doet zoo zijn best om gevaarlijk te zijn, dat hij er eigenlijk alleen in slaagt grappig te zijn". Den volgenden dag schreef ik in de Daily Express: „Winnie of Warsaw heeft een op volger, Lord Haw Haw of Zeesen. Zijn ac cent geeft mij te denken dat hij een terug wijkende kin heeft, een haakneus, dun geel naar achteren gekamd haar, een monocle, een wezenloozen blik in zijn oogen en een anjer in zijn knoopsgat. Kortom, een soort van Wodehouse figuur zooals Bertie Woos- ter". Daarna was hij niet meer te houden. In drie weken tijds was Lord Haw Haw een internationale beroemdheid geworden. Tot zoover Lord Haw Haw's vader in de „biografie", die hij zoo juist over zijn be roemd geworden schepping heeft gepubli ceerd. Voor den Nederlandschen lezer zijn de gronden voor zijn beroemdheid, alsook voor den naam waaronder hij die beroemd heid heeft verworven, wellicht niet zonder meer duidelijk. Ik zal daar nog eenig licht op trachten te werpen. Maar eerst moge ik met enkele bewijzen even aantoonen, hoe werkelijk zijn beroemdheid is en hoe gretig heel Engeland zijn benaming heeft geaccep teerd. Daar is ten eerste de reeds genoemde bio grafie. Het is een boekje ven 125 bladzij den, waarin met gebruikmaking van verba tim-citaten, uit de gestenografeerde versla gen van Haw Haw's voor Engelsche luister aars bestemde nieuwsbulletins een com plete en natuurlijk volkomen dwaze levens geschiedenis van den Duitschen omroeper is spotting van den Duitschen radio-omroeper drijft men tegelijkertijd den spot met zekere eigenaardigheden van het eigen land. Het is de spot van den gewonen man met de affec taties en de deftigheden van hen die den grooten heer willen uithangen en het is derhalve een gezonde spot Men zou zelfs kunnen zeggen: het is door en docr demo cratische spot. Vanzelfsprekend is de identiteit van de stem van Zeesen, die zich in enkele weken zoo'n groote vermaardheid heeft verworven, het onderwerp van tallooze theorieën. Oor spronkelijk was men vrij algemeen van mee ning, dat de eigenaar van deze stem een Engelschman was en hoorde men rond Fleet- street vertellen, dat een aantal menschen de stem hadden geïdentificeerd als behoorende aan luitenant Baillie Stewart, den man die een paar jaar geleden voor spionnage in de gevangenis werd gestopt en zich tijdens het proces vermaardheid verwierf als de „offi cier in de Tower". Verdere studie van zijn accent heeft echter tot de conclusie geleid, dat hij een Duitscher moet zijn die langen tijd in Engeland heeft doorgebracht en som migen beweren nu met zekerheid te weten, dat hij de vroegere perschef van het Bruine Huis te Miinchen is, en Rolf Hoffmann heet. Intusschen is niet iedereen er het hier over eens, dat de spot waarmee de Duitsche radio omroeper wordt begroet een voldoende wa pen is tegen zijn vaak zeer effectieve pro paganda. Zij gaan niet accoord met de mee ning dat zijn propaganda onschadelijk wordt gemaakt door het als een publieke vermake lijkheid voor te stellen. Integendeel, zoo luidt hun redeneering, men speelt hem daarmee in de hand. Hoe meer ophef er van Haw Haw wordt gemaakt en hoe meer hij wordt aan geprezen voor zijn amusementswaarde, hoe meer luisteraars hij bereikt, en dat is juist wat de vijand wenscnt.-Het is een stelling die wel te verdedigen valt,- Want al ver koopt Haw Haw ook vaak enormiteiten, vooral over Churchill, waar een Engelsch man alleen om kan lachen, veel van zijn propaganda die er voornamelijk op gericht is de Engelsche arbeiders tegen hun „kapi- Belgisch commentaar. Men leest in het „Laatste Nieuws": De rede van den heer van Kleffens, Ne- derlandsch minister van buitenlandsche zaken, heeft in België groote belangstelling gewekt. Deze rede is een bewijs van de solidari teit, welke zich tusschen Nederland en België heeft ontwikkeld. In politieke kringen te Brussel verheugt men zich dan ook over het gedeelte van de rede, waarin de goede betrekkingen tusschen beide lan den worden onderlijnd. Wat het vraagstuk van den vrede be treft, wijst men er te Brussel op, dat de vorsten van Nederland en België einde Augustus en later, in November, een aan bod van goede diensten hebben gedaan, zoodat een beslissing feitelijk van de oor logvoerenden afhangt. Zweedsch commentaar. In een hoofdartikel schrijft Aftonbladet o.m.: De redevoering van minister van Kleffens was prachtig. Zij had een Europeesche waarde en vormde een positieve, onbe vreesde verklaring uit naam van de neu trale staten, waarbij zij tegelijkertijd de grondslagen schetste van een rechtvaardi gen, gemeenschappelijken vrede. Het was een geruststellende rede, die de Europee sche staatslieden aan het nadenken moet brengen. In een tijdperk, dat het stempel draagt van bitterheid en chaos, heeft de Nederlandsche minister van buitenlandsche zaken een opvatting uiteengezet, die geken merkt wordt door kalmte en redelijkheid. Zijn houding vormt een voorbeeld voor de ministers van "buitenlandsche zaken van alle kleine, neutrale landen. HET FRANSCHE LEGERBERICHT. Het avond- en ochtend-legerbericht luidt: niets te melden. GEWELDIGE BRAND IN JAPAN. Ruim 150 huizen zij in de asch gelegd bij een brand, die Vrijdag even na middernacht is uitgebroken in Ninomiya nabij Oiso in de prefectuur Kanagawa, zoo wordt telefo nisch uit Oiso gemeld. Zaterdagmorgen om half vier was men den brand practisch meester. De vernielde huizen liggen voor het grootste deel in de amusementswijken. Het spoorwegstation, het gemeentehuis en de lagere scholen zijn behouden. Het bedrag van de schade en het aantal slachtoffers is nog niet bekend. Meer dan 150 menschen hebben het leven verloren bij den brand, die te Ninomije bij Oiso heeft gewoed. Geheele wijken zyn door het vuur verwoest. Het station, de openbare gebouwen en de scholen zijn gespaard geble ven. De omvang van de schade is nog niet bekend. talistische regeering" op te zetten, is handig geconcipieerd. De mogelijkheid mag dan ook niet wórden uitgesloten dat de Engelsche propaganda-instanties het te zijner tijd noo- dig zouden kunnen vinden Lord Haw Haw nog met andere wapenen te bestrijden dan de ridicule waarmee hij tot nu toe zoo rijke lijk overladen wordt. DE BELGISCHE DEFENSIE. Le Peuple meldt, dat, aangezien de toe stand ongewijzigd blijft, de Belgische mili taire autoriteiten besloten hebben zekere elementen, die deel uitmaken van de hulp troepen van het territoriale leger, te laten afzwaaien. Volgens Havas heeft deze maatregel be trekking op elementen, die den allerlaatsten tijd waren opgeroepen en die behooren tot de lichtingen 1921 en 1922. Deze soldaten zullen naar huis gaan met hun volledige uitrusting, uitgezonderd de wapens, zoodat zij bij het minste alarm in zoo kort moge lijken tijd weer naar hun troep kunnen te- rugkeeren. Het betreft Roodekruissoldaten en manschappen van bewakenings- en transportdiensten DE CONFERENTIE DER JAPANSCHE DIPLOMATEN IN BOEDAPEST. De conferentie der Japansche diplomaten met standplaatsen in Europa is gister te Boedapest begonnen. Er werden inlichtin gen uitgewisseld over den internationalen 'toestand. gefabriceerd, verlucht met tal van even dwaze teekeningen. En niet alleen Haw Haw zelf maar ook verschillende van zijn colle ga's worden daarin onder passende namen ten tooneele gevoerd. Hoe zeer de naam Haw Haw ingeburgerd is blijkt verder uit het feit, dat zelfs zoo'n deftig en stijf blad als de Times ook ham geregeld gebruikt en onlangs zelfs zijn ko lommen openstelde voor een lange corres pondentie over de vraag welke geografische en sociale invloeden er te bespeuren zijn in 't accent waaraan Haw Haw zijn naam te danken heeft. Er zijn verder tal van popu laire liederen over dezen nieuwen lieve ling van het Engelsche publiek, er loopt een revue in het Westend, getiteld Lord Haw Haw, er werd onlangs in Londen een noen maal voor zevenhonderd menschen gege ven, ter eere van de stem uit Zeesen, kortom de Duitsche radio-omroeper is voor millioe- nen Engelschen een geliefde publieke ver makelijkheid geworden. Wat is nu de reden van Haw Haw's popu lariteit, waarom vindt men hem zoo gr appig en gaf men hem zijn nu beroemd geworden spotnaam? De voornaamste reden ligt niet zoozeer in dingen die hij zegt, want die zijn niet altijd even gek, maar in zijn manier van spreken en zijn accent. Daarin zit voor den Engelschman iets onweerstaanbaar ko misch. Hij moet er om lachen, evenals de gewone Nederlander lacht om iemand die overdreven Haagsch spreekt. Dat is de eenige manier om het Engelsch accent van den Duitschen omroeper te be schrijven; hij spreekt een soort van Haagsch, vreeselijk deftig en voornaam en met die lichte arrogantie die in het Neder- landsch wel eens spottend gekenmerkt wordt als „pon pon" en die in Engeland tot den naam „Haw Haw" aanleiding heeft ge geven. Hij zegt niet „Mister Churchill arid his Jewish Bankers", maar „Mistah Char- chill and his Jewish Bankahs". Hij spreekt als de caricatuur van den def- tigen Engelschman, dien men vaak in de Amerikaansche films kan aantreffen en laten wij het dadelijk erkennen die men in Engeland ook nog in levenden lijve kan tegenkomen. Dat geeft juist aan den spot die er met Haw Haw gedreven wordt iets zoo pikants. Het is in zekeren zin een zelfbespot ting. Engeland heeft zoo'n plezier aan Haw Haw, niet omdat men in hem de lachwek kende eigenaardigheden van den Duitscher belichaamd ziet, maar omdat hij een bepaald Engelsch type vertegenwoordigt. In zijn be De Britsch-Japansche coniriicien. Het is nog niet zoo lang geleden, dat men in Japan meer dan duidelijk demonstreer de,- dat men met de Britsche actie in het Vérre Oosten allesbehalve content was. Men herinnert zich nog welke beleedigingen de Britten te verduren kregen en ook, dat Amerika daarbij duidelijk te kennen heeft gegeven, dat de Japanners iets dergelijks tegenover de, Vereenigde Staten niet in hun hoofd moesten halen. Engeland heeft sedert het uitbreken van den Europeeschen oorlog zijn belangen in het Verre Oosten niet meer met kracht kun nen verdedigen en het zijn waarschijnlijk alleen de invloed van Amerika en de ont goocheling door het Duitsch-Russisch non agressie-pact geweest, die een anti-Britsche campagne tot dusver niet tot uitbarsting deden komen. Het nieuwe Japansche kabinet, dat door den afval van Duitschland en het daardoor waardeloos worden van een gezamenlijk optreden tegen Rusland het volgen van een geheel andere koers moet overwegen, staat voor een uiterst moeilijke beslissing. Japan gevoelt er niets voor zijn belangen in China zonder meer prijs te geven, het is in wezen anti-bolsjewistisch gezind, maar het heeft Rusland voor zijn handelsbetrekkingen noo- dig en daarom de onderhandelingen met dien gevaarlijken dwarskijker niet heele- maal afgebroken. De Japansche regeering is blijkbaar nog onzeker welke houding thans tegenover En geland moet worden aangenomen en er is maar één ding dat wel zeker is, namelijk dat niemand in Japan er aan denkt zich on vriendelijk tegenover Amerika te toonen. Dat is niet verwonderlijk als men be denkt, dat gister het Amerikaansch-Japan sche handelsverdrag is afgeloopen en dat Japan heel goed beseft, dat het den vriend schapsband met Amerika in het belang van een gezond economisch leven niet zal kun nen verbreken. Het blijkt uit een verklaring van den Amerikaanschen minister van handel, dat de Vereenigde Staten aan Japan ongeveer 50 pet. leveren van zijn essentieele behoef ten, waaronder 40 pet. van zijn ruwe ka toen, 40 pet. van zijn metalen, 50 pet. van zijn machinerieën en 65 pet. van zijn petro leum. Nu door den oorlog de handel tusschen Japan en Duitschland zoo go d als stil ligt en die met Engeland en Frankrijk sterk is verminderd, is Amerika nog veel meer dan vroeger de aangewezen markt voor Japan sche goederen en in de Vereenigde Staten is men zich daarvan terdege bewust en maakt men niet de minste haast om tot een nieuw handelsverdrag te komen omdat men, zoolang dit niet bestaat, Japan tot groote concessies zal kunnen dwingen, niet alleen wat de rechten der Amerikanen in het Verre Oosten betreft, maar ook op het ge bied van de zoogenaamde open deur-politiek en van de niet-erkenning der veroveringen of annexaties van de Japansche strijdmacht in Chineesch gebied. Engeland heeft zich dezer dagen door een zeer ontactisch optreden opnieuw de woede der Japanners op den hals gehaald en het is alweer de Britsche noodzaak geweest de oorlogsmaatregelen tegenover alle neutra len van kracht te verklaren, welke tot het Britsch-Japansch incident hebben geleid. Japan is nu eenmaal niet de zwakke neu trale staat dié zich alles laat welgevallen v/at men van Britsche zijde noodzakelijk acht om de geallieerden den oorlog in Euro pa te laten winnen. Japan is een staat waar het volk in vermeende uitdagingen spoe dig een aantasting van zijn eer ziet en het zal van de heeren in Londen heel wat tact vereischen om conflicten met het machtige rijk in het Oosten te voorkomen zonder daarbij zijn, naar Britsch oordeel op het Volkenrecht berustende, oorlogsmaatregelen niet voor het neutrale Japan toepasselijk te verklaren. De nieuwe Japansche minister van bui tenlandsche zaken heeft dezer dagen den Britschen ambassadeur ontboden en hem rondweg verklaard, dat het aanhouden van de Asama Maroe en het van boord halen van Duitsche schepelingen in Japan als een zeer onvriendschappelijke daad beschouwd wordt. En in Londen, waar de Japansche gezant de kwestie met den Britschen minister van buitenlandsche zaken kwam bespreken, is men tegenover dien ambassadeur uiterst vriendelijk geweest en men zou ongetwij feld verklaard hebben, dat alles op een af schuwelijk misverstand berustte, wanneer niet het gevaar bestond, dat men dezer da gen weer precies eender zou moeten optre den. Dus heeft men al zijn best gedaan den gezant er van te overtuigen, dat men de vriendschap van Japan op grooten prijs steit maar dat men nu eenmaal gedwongen was alle neutralen voor dezelfde consequenties der Britsche oorlogsmaatregelen te stellen. Er is maar heel weinig noodig om in Japan op dit oogenblik een anti-Britsche stemming te verwekken en men begrijpt wel, dat anti-Engelsch in dat geval wel eens tot een sterker pro-Duitsch zou kunnen lei den. Japansche zeelieden hebben den comman dant van de Asama Maroe van lafhartigheid beschuldigd omdat hij zijn schip door man nen van een Britschen kruiser liet onder zoeken en de commandant zelf schijnt zoo zeer van zijn schuld overtuigd, dat hij vrij willig ontslag heeft genomen. Hoezeer men in volkskringen maar ook in militaire kringen over het Britsche optreden gebelgd is, kan blijken uit het Donderdag voorgevallen incident te Foetsjau, waar de manschappen van een Japansche kanon neerboot eenige waarschuwingsschoten voor den boeg van het Britsche stoomschip Wing Sang gelost hebben, waarna de Japanners aan boord zijn gegaan en volgens de United Presshet schip elf uren hebben vastgehouden en den Britschen com mandant een verklaring lieten teekenen, dat het schip zonder zijn toestemming doorzocht was. Volgens een Japansch blad zou het nieuwe Japansche kabinet uit het Japansch-Engel- sche conflict voordeel trachten te behalen door Engeland tot concessies te dwingen. Wanneer dat gelukte, zou het Jonai-kabinet op een zeker enthousiasme onder het volk en de weermacht kunnen rekenen en men zou daardoor de positie van het kabinet ver sterken, wat met het oog op de vrij koele ontvangst een succes voor de Japansche regeering zou kunnen worden. Het is niet duidelijk of dit streven de Ja pansche regeering inderdaad tot haar pro- testeerend optreden heeft genoopt. Een breuk tusschen Engeland en Japan schijnt onder de tegenwoordige omstandigheden en onder het toeziend oog van Amerika aller minst in de lijn van de nieuwe Japansche regeering te liggen. Men mag eerder aannemen, dat men zoo wel in Engeland als in Japan naar een tege moetkomender houding zal streven. In Engeland heeft men dat reeds gedaan door de verzekering, dat men Japansche schepen zoo weinig mogelijk last zal ver oorzaken en in Japan heeft het ministerie voor het Verkeerswezen, in overleg met dat van Buitenlandsche Zaken, besloten, dat de Japansche scheepvaartmaatschappijen voort aan slechts onderdanen van oorlogvoerende landen zullen vervoeren wanneer zij het be wijs overleggen, dat zij geen deel van de weermacht uitmaken, om daardoor te berei ken, dat Japansche schepen voortaan met rust worden gelaten en gevaarlijke conflic ten in de toekomst worden voorkomen. In hoeverre het uitblijven van een nieu we handelsovereenkomst met Amerika op deze soepele Japansche houding van invloed geweest is, zal later wel blijken,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1