DE REDE VAN CHURCHILL De Russische aanvallen duren voort. Een vurig pleidooi voor nationale krachtsinspanning. Fransche legerberichten. Finsche gevangenen krijgen amnestie om aan het front te strijden. TWEEDE BLAD. 3 Zaterdagmiddag heeft de Britsche mi nister van marine, Churchill, voor een groote vergadering te Manchester zijn reeds aangekondigde rede gehouden. Het is, zoo zeide Churchill o. m., onmo gelijk te zeggen wat het verloop van den oorlog zal zijn, doch wij zijn er zeker van, dat tenslotte het recht zal zegevieren. Wij zijn vastbesloten, onze rol waardig en trouw tot het einde toe te vervullen. Na herinnerd te hebben aan de pogin gen, die de vijand onderneemt om „den overzeeschen handel, waarvan wij leven" te vernietigen, vervolgde spr.: geleerd door de harde ervaring, pas ik er steeds zorgvuldig voor op, overmatig optimistisch te zijn of overdreven voorstellingen van succes te doen. Doch ik denk, dat u het met mij eens zult zijn, dat de marine de natie tot dusver niet in den steek heeft gelaten. Wij moeten een meedoogenlooze tol betalen voor de beheersching der zeeën. Tot dusver is onze strijd ter zee onmis kenbaar met succes bekroond. De Duitsche handel en scheepvaart zijn van de zeeën verdreven. Minstens de helft van de U-booten, waarmede de vijand den oorlog is begonnen, is vernietigd en de nieuw bouw is achtergebleven bij wat wij oor spronkelijk hadden geschat. Wij zien geen reden waarom het mijnengevaar niet even doeltreffend onder de knie kan worden gekregen als in den vorigen oorlog. Laat daarom niemand den moed verliezen als hij leest van de dagelijksche verliezen. Laat ieder bedenken, dat na vijf maanden van verwoeden zeeoorlog de kansen 500 tegen 1 staan tegen het zinken van een schip, dat zich houdt aan de instructies van de admiraliteit en zich bij de Britsche convooien aansluit. Zeer belangrijke versterkingen zijn in aantocht, zoowel voor onze marine als voor onze koopvaardij, ten einde aan nieuwe gevaren en nieuwe aanslagen, waaraan wij in de toekomst zouden kun nen blootstaan, het hoofd te bieden. Sprekende over het distributiestelsel, zeide Churchill: dit is geen tijd voor ge mak en comfort. Het is een tijd om te durven en te volharden. Daarom stellen wij ons zelf op rantsoen, terwijl onze bronnen zich uitbreiden. Een incident. De rede van Churchill werd daarop onderbroken door een man achter in de zaal, die enkele malen riep: „Wij willen Mosley". (Mosley is de leider der Brit sche fascisten). Na enkele oogenblikken vervolgde Churchill zijn rede met de woorden „in ons nationale streven hebben wij behoefte aan alle soorten activiteit", waarop het gehoor in luid gelach uit barstte. Churchill vervolgde: ik twijfel er niet aan, dat gij u soms afvraagt waarom wij nog niet uit de lucht zijn aangevallen. Eén ding is zeker. Het is niet uit een valsch gevoel van kiesch- heid, dat Duitschland zich tot dusver hiervan onthouden heeft. Doch dan doet zich de vraag voor of wij niet zelf hadden moeten be ginnen. Zouden wij niet, in plaats van boven geheel Duitschland pamfletten uit te werpen, bommen moeten heb ben laten vallen? Doch in dit opzicht bestaat er voor mij geen twijfel, dat onze politiek juist is geweest. Spr. ging voort: wij gebruiken nog niet al onze hulpbronnen, anders zouden er niet nog 1.300.000 werkloozen zijn. Doch het proces breidt zich iederen dag uit en het tempo wordt sneller. Daarom twijfel ik er niet aan, dat deze extra maanden van voorbereiding tot den oorlog een meevaller voor ons zijn en dat, wat ook in de toekomst moge gebeuren en mits wij onze waakzaamheid niet laten verslappen, Hitier zijn beste kans reeds voorbij heeft laten gaan. Churchill deed vervolgens een beroep op de arbeiders. Millioenen arbeiders zul len noodig zijn en meer dan een millioen vrouwen moeten kloekmoedig haar intre de doen in onze oorlogsindustrie. Als de vakvereenigingsleden om vaderlandslie vende of internationale redenen speciale usances, zooals zij deze zoo zorgvuldig in het leven hebben geroepen, voor den duur van den oorlog terzijde stellen, behoeven zij niet bevreesd te zijn, dat deze niet ten volle in eere hersteld zullen worden, na dat de oorlog is gewonnen. Na er aan te hebben herinnerd, dat En geland de laatste 250 jaar met verschei dene Europeesche landen oorlog gevoerd heeft en ze alle tot een goed einde ge bracht heeft, zeide Churchill: In dezer oorlog vechten wij niet slechts voor or zelf, doch voor de parlementaire instel lingen, waar zij ook zijn ingevoerd. Een der dingen, die deze oorlog zal doen blij ken, is of in den tegenwoordigen tijd de volle sterkte van naties bereikt kan wor den onder totalitaire stelsels, die door middel van Gepeoe of Gestapo werken. Datgene wat wij van het optreden der Russen tegen de heldhaftige Finnen (langdurig applaus) hebben gezien, moet zeker aan de Britsche en Fransche demo cratieën en parlementen nieuwen moed geven in hun eigen strijd tegen het nazi- despotisme. Churchill wees nog eens op het gevaar van onderschatting van den vijand. Toch, zeide hij, heb ik het gevoel, dat het keizerlijke Duitschland van 1914 een sterkere gemeenschap was dan het nazi- Duitschland, waar wij thans tegenover staan. Churchill schilderde de toestanden in de aan Duitschland onderworpen gebie- deh van Tsjecho-Slowakije en Polen. Acht millioen Tsjechen, aldus Churchill, zuchten onder het juk der Duitsche nazi's, doch alles wat den Tsjechen is aangedaan, zinkt in het niet bij de wreedheden, die aan de Polen worden bedreven. In het door Duitschland bezette Polen heerscht de afschuwelijkste terreur. Naar schatting zijn meer dan 15.000 intellectueele lei ders doodgeschoten. Churchill besloot met een vurig plei dooi voor een nationale krachtsinspan ning. Er mag, zeide hij, geen week, geen dag, ja geen uur verloren gaan. DE AANHOUDING VAN DE „ASAMA MAROE". De Britsche ambassadeur Craigie heeft een onderhoud met den Japanschen minister van buitenlandsche zaken, Arita, gehad. Na afloop is het volgende commu^ niqué gepubliceerd: „De Britsche ambassadeur heeft den Japanschen minister van buitenlandsche zaken een nota overhandigd, die het ant woord der Britsche regeering op het Ja- pansche protest in verband met de kwestie der „Asama Maroe" bevatte. De geheele kwestie werd besproken, waarbij beide partijen haar standpunt handhaafden. Men is overeengekomen, dat de gedach- tenwisseling de volgende week zal worden voortgezet en dat de tekst van de Britsche nota binnen enkele dagen tegelijkertijd te Tokio en Londen zal worden gepubliceerd. De woordvoerder van het ministerie van buitenlandsche zaken heeft ver klaard, dat het Britsche antwoord, hoewel het omvangrijk is, slechts een .juridische uiteenzetting van het Engelsche standpunt inhoudt. Aria heeft den ambassadeur aan de positie van Japan herinnerd en ge vraagd, dat de Britsche regeering haar op vatting zal herzien. De buitenlandsche concessies in Tientsin. Volgens een officieele Japansche mede- deeling zouden van gistermiddag 4 uur af de staaldraden, welke de Britsche en Fran sche concessie van Tientsin omgeven, elec- trisch geladen worden, om den vrijen door tocht te verhinderen, en personen van anti- Japansche gezindheid te weren. Voorts zal de controle op den toevoer van levensmid delen binnen de beide concessies verscherpt worden. DUITSCHFINSCHE OVEREENKOMST. De Berlingske Tidente verneemt uit Ber lijn, dat de besprekingen tusschen Duitsch land en Finland zijn afgesloten met de ver lenging van de clearing-overeenkomst tot einde 1940. Het blad voegt hieraan toe, dit hieruit blijkt dat Duitschland en Finland normale betrekkingen onderhouden, terwijl het de Duitsche verklaring, dat het zich geheel bui ten het FinschRussische conflict wenscht te houden, bevestigd. Noodlottige val. - De landbouwer G. J. Brilman, wonende in de buurtschap Loo on der Bathmen, had Donderdag het ongeluk van den hooizolder op den dorschvloer te vallen. Hij werd hierbij zoo ernstig gewond, dat hij Zaterdag aan de gevolgen is over leden. LAGERHUISDEBATTEN IN DE KOMENDE WEEK. Het belangwekkendste parlementaire de bat van de komende week zal a.s. Donder dag zijn, wanneer het Lagerhuis een motie zal behandelen van de labourpartij, waarin om de benoeming verzocht wordt van een minister voor de economische organisatie. Men verwacht, dat Chamberlain en Simon daarbij het woord zullen voeren en naar vernomen wordt, zal een zeer belangwek kend verslag .gegeven worden van de vor deringen, welke reeds op het gebied van de economische coördinatie gemaakt zijn. Chur chill zal deze week het besluit van de regee ring bekend maken betreffende controle op den scheepsbouw. Men verwacht, dat even als in den vorigen oorlog, een controleur zal worden aangewezen die de behoeften van de admiraliteit en van de koopvaardij moet coördineeren wat de nieuwe tonnage betreft, teneinde onnoodige concurrentie te voorko men. Er zal deze week geen verklaring van Chamberlain komen over den oorlogstoe stand. Dinsdag zal er in het Lagerhuis een bespreking gevoerd worden over de com pensatie aan werklieden. DE AMERIKAANSCHE PROTESTANTSCHE KERKEN EN DE BENOEMING VAN MYRON TAYLOR. Het federale comité der christelijke ker ken in de Vereenigde Staten heeft een ma nifest gepubliceerd, waarin de leden worden uitgenoodigd het streven van alle kerken en godsdiensten naar een blijvende vrede te steunen. Het manifest behandelt voorts de benoe ming van Myron Taylor bij het Vaticaan: Het zegt „indien deze benoeming een eerste stap naar vestiging van blijvende diploma tieke betrekkingen zou blijken te zijn, zullen wij genoopt zijn ons daartegen te verzetten, omdat dit een schending van het beginsel van scheiding tusschen kerk en staat, den grondslag der Amerikaansche politiek, zou beteekenen INTERNEERING VAN OPVARENDEN VAN GRAF SPEE IN MONTEVIDEO. De regeering van Uruquey heeft bij de creet bepaald, dat de veertien leden der Graf Spee, die zich nog steeds in Uruquay bevinden, zullen worden geinterneerd. De Duitsche legatie had gevraagd de tot deze veertien behoorende officieren te be schouwen als hulp-vlootattaches. Bij de ge ïnterneerden zijn ook de vier mannen, die de Graf Spee in de lucht hebben laten vlie gen en aan boord van de Tacoma werden gearresteerd. Zij zijn allen gewond en be vinden zich thans in een ziekenhuis. Het Zondagavond uitgegeven Fransche le- gerbericht luidt: De bedrijvigheid der voor uitgeschoven elementen is vandaag hervat op eenige punten van het front. Het Fransche legerbericht van vanochtend luidt: „Niets te melden". CHINEESCHE SUCCESSEN. Het Chineesche Telegraafagentschap meldt: volgens de laatste telegrammen van het front in Zuid-China zouden de Chineesche troepen er in geslaagd zijn vijf plaatsjes te heroveren, gelegen op den weg van Yamtsjau naar Nanning, aan de grens der provincies Kwangsi en Kwantoeng. In Noord-China is de stad Payi in Ghansi, op ongeveer 30 km. van Yehangtse door de Chineezen heroverd na successen, die zij sinds enkele dagen in dit gebied boek ten. Tenslotte worden de gevechten voortgezet in de kustprovincie van Tsje- kiang, waar zij gunstig verloopen voor de Chineesche elementen, die in noordelijke richting tot tegenaanvallen zijn overge gaan en de Japanneezen hebben terugge dreven voorbij Siausjan, Bij hun terug tocht hebben de Japanneezen 2000 Chi neesche boeren meegevoerd, die zij dwon gen te werken aan het wederopbouwen van een groote haven aan de rivier ten zuiden van Hangtsjau. In gevechten van man tegen man wordt de strijd om de stad Hsiausjan in het noordoosten van Sjekiang voortgezet. De Chineezen zijn hier Zaterdag drie maal binnengedrongen. DOOI BELEMMERT KRIJGS VERRICHTINGEN AAN WESTELIJK FRONT. De ingetreden dooi en de hiermede ge aard gaande modder blijven de krijgsver- 'chtingen aan het westelijk front belem- eren. De zwaarbewolkte lucht en de drei- ?nde regenbuien hebben bovendien alle activiteit in de lucht tijdelijk stilgelegd. GEEN DUITSCHE SOLDATEN IN DE WESTELIJKE OEKRAÏNE. Verantwoordelijke kringen hebben Tass gemachtigd de berichten van buitenlandsche zijde tegen te spreken over de aanwezig heid van Duitsche troepen in oost-Galicië en de westelijke Oekraine. Tass verklaart, dat geen enkele buitenlandsche soldaat of officier zich heeft bevonden op gebied van de westelijke Oekraine, te meer daar de be trekkingen van goede nabuurschap tusschen de U.S.S.R. en Duitschland de mogelijkheid uitsluiten van het stationneeren van leger eenheden van het eene land op gebied, dat aan het andere land toebehoort. DE „CITY OF FLINT" THUIS. Het Amerikaansche s.s. „City of Flint", dat vier maanden geleden door het vest zak-slagschip „Deutschland" werd buitge maakt, en na vele avonturen door toedoen van de Noorsche autoriteiten weder werd vrijgelaten, is Zaterdag te Baltimore aan gekomen na een reis van 113 dagen. De leden der bemanning werden als helden ver welkomd. ACADEMIE HULDIGT PROF. HEYMANS. De Belgische Koninklijke academie der geneeskunde heeft Zaterdag in tegenwoor digheid van talrijke figuren uit de -wereld der wetenschap te Brussel plechtig hulde ge bracht aan prof. Heymans, winnaar van den Nobelprijs. LABOURLEIDER RICHT ZICH TOT DE NEUTRALEN. Herbert Morrison, de leider van de afdee- ling Londen der arbeiderspartij, heeft op een arbeidersoonferentie te Manchester ver klaard, dat de overwinning der geallieerden spoediger zou komen, als zij „welwillendheid en allen mogelijken steun" ondervonden. Morrison zeide: Ik verzoek den neutralen, groot en klein, eerbiedig, de feiten van deze gevaarlijke wereld te erkennen, er is slechts één hoop op een behoorlijke wereld, name lijk dat alle vredelievende naties zich aan eensluiten voor de verzekering van orde en veiligheid in de internationale betrekkingen en voor de bevordering van het economische welzijn van allen. Tenzij zij dit doen, zal de vrijheid van alle naties, stuk voor stuk, vernietigd worden. BEPERKING VAN VERKEER TUSSCHEN BELGIE EN DUITSCHLAND OPGEHEVEN. Sedert Zaterdagochtend is de Belgisch— Duitsche grens bij de post Hauset weer open. De trams van Eupen daar de Duitsche grens (Koepfchen) zullen weer rijden, na dat de sneeuw van de trambaan is verwij derd. De toestand is hiermede weer de zelfde als voor den 13en dezer, toen speciale voor zorgsmaatregelen werden genomen. FELLE KOUDE IN ENGELAND. De Britsche censor heeft thans de berich ten over de felle koude in Engeland vrijge geven. Deze koude is de hevigste sedert 46 jaar. In het centrum van Londen werd 14 graden vorst geconstateerd. Te Kingston bij Londen was de Theems dichtgevroren en tot 12 kilometer boven Londen is de rivier dichtgevroren geweest. De ijsgang beneden Kingston was zoo groot, als sedert 1894 niet meer is gezien. Tengevolge van het bevriezen van de waterleidingen waren duizenden huizen in de groote steden zonder water. VERGADERING VAN DEN ROEMEENSCHEN MINISTERRAAD. De ministerraad heeft vandaag vergaderd te Tsjisinau, de hoofdstad van Bessarabie, teneinde besluiten te nemen inzake de eco nomische problemen van deze landstreek, hetgeen vergemakkelijkt werd door het nauwe contact met de streek. Dit is de tweede keer, dat de ministerraad vergadert in de provincie, tenaanzien waar van hij besluiten moet nemen. Den eersten keer is dit gebied op 20 Januari te Cluj, de hoofdstad van Transsylvanië. Het legerbericlit. Het Finsche legerbericht van gister luidt: Op de Karelische landengte niets bijzon ders te melden. Ten Noord-Oosten van het Ladogameer waren de vijandelijke aanval len zwakker dan de vorige dagen. De door de Sovjets geleden verliezen bedroegen verscheidene honderden dooden. De -Finnen vernietigden een Russische transport colonne van ongeveer 200 paarden. Zij ver nielden bovendien drie tanks. In den sector Aittojoki van weerskanten levendige activi teit van patrouilles en artillerie. Een tank werd vernield. In de richting van Ilomantsi sloegen de Finnen een vijandelijken aanval welke met vrij zwakke krachten onder nomen was af. Op zee: Niets bijzonder te melden. Acti viteit van de kustbatterijen en van de in fanterie der kustverdediging op de vleugels van het front te land. De vijand heeft gisteren met enkele toe stellen boven Noord-Finland gevlogen. Rus sische vliegtuigen bombardeerden Savos- koski, Huhma, Sotkamo en Lieksae. Volgens tot dusver verkregen inlichtingen werd een persoon gedood. Gisteren zijn drie Russi sche toestellen neergehaald. Een nieuw Russisch offensief? Volgens te Helsinki ontvangen berichten van het front hebben de Russen ten N.O. van het Ladogameer, dat inmiddels geheel is dichtgevroren, een winteroffensief ge opend. Terwijl de Finsche stellingen op de Karelische landengte door lang aanhoudend trommelvuur werden overstelpt en de Fin sche troepen aldaar werden vastgehouden door een verhoogde activiteit van de vlie gers, hebben de Russen, naar verluidt, aan het front naar Loimola en Kitelae eenige divisies opgesteld, die moeten pogen zich een weg te banen in den rug van de Mannerheim- linie. Ruassche duikboot op mijn geloopen. Een Russische duikboot is in het Finsche mijnenveld op een mijn geloopen en gezon ken. Troepen van beter gehalte. De Russische troepen, die aan de Noorde lijke Finsche grens in den strijd zijn gewor pen, zijn, naar gemeld wordt, van een beter type dan die welke gedurende de eerste dagen van den oorlog werden gebruikt. Men schat, dat 50.000 man Russische troe pen zich aan het front van Salla verschanst hebben en een aantal anderen aan het front van Petsamo. De Finsche opmarsch in het Noorden is den laatsten tijd vertraagd. Een der redenen hiervan is, naar men gelooft, de betere Rus sische organisatie sedert generaal Stern het bevel op zich nam. Honderd Russische tanks buitge maakt. Volgens een telegram uit Helsinki hebben de Finnen bij de gevechten bij het Ladoga meer honderd Russische tanks buitgemaakt. Kroonstad toch gebombardeerd? De correspondent van de Stockholm Tidningen bericht aan zijn blad, dat hij de bevestiging heeft ontvangen, dat niettegen staande de tegenspraken, Kroonstad wel degelijk door de Finsche luchtmacht is ge bombardeerd. De Finsche vliegers hebben kunnen zien, dat schepen in brand vlogen. Parlementslid gesneuveld. Lauri Simojoki, lid van het Finsche par lement, is gesneuveld. Hij was een der lei ders van de in November 1938 ontbonden fascistische partij. Op 20-jarigen leeftijd heeft hij deelgenomen aan den bevrijdings oorlog. Hij was luthersch predikant. Gevangenen vroegen amnestie. Een aantal gedetineerden van de Finsche strafgevangenissen hebben den president der republiek gevraagd hen gratie te ver- leenen, teneinde hun misdrijven goed te ma ken door dienst aan het front. De president heeft hierin toegestemd en hij heeft thans een aantal brieven ontvangen van deze man nen, waarin zij hun vreugde te kennen geven, iets voor het vaderland te kunnen doen. Lichting 1898 in Finland opgeroepen. Aanplakbiljetten hebben gister lichting 1898 (landweer eerste klas) per 2 Februari opgeroepen. Hiermede staan 21 lichtingen in actieven dienst. De dienstplichtigen moe ten uitrustingsstukken, als schoeisel en ski's, meebrengen. Bezoek van Worosjilof aan Leningrad. De militaire correspondent van Reuter schrijft, dat maarschalk Worosjilof een be zoek zal brengen aan het front in Finland en hij hecht groote beteekenis aan dit be zoek. Worosjilof is nauw met Stalin verbon den. De 59-jarige maarschalk is thans opper bevelhebber van het roode leger, vloot en luchtmacht en de correspondent van Reuter verwacht, dat zijn bezoek aan Leningrad ten doel heeft de actie van deze drie onder - deelen der weermacht te coördineeren. De actie van de Zweedsche vrijwilligers. De speciale correspondent van Reuter seint uit Haparanda, in Zweden, nabij de Finsche grens: Deze kleine stad, op 40 km afstand van den Poolcirkel, is vol Zweedsche troepen en schildwachten met stalen bajonetten bewa ken alle openbare gebouwen, overal worden witgeschilderde vrachtwagens en ambu lances gebruikt voor het vervoeren van voorraden en medische behoeften van het Zweedsche hulpfonds. De wagens dreunen af en aan naar en van de grens. De trein naar Haparanda was vol Zweedsche vrij willigers, die zich naar Finland begaven. Allen waren in gewone kleeren gestoken. Zij droegen een insigne, dat bestaat uit vier ineengeslagen handen, zinnebeeld voor de vier Scandinavische landen. In hun vroolijk gekleurde truien en skibroeken zagen zij er uit als padvinders, die met vacantie gingen skiën in plaats van naar de Finsche slag velden. Onderweg pikten wij aan tusschen- stations nog meer vrijwilligers op. In Haparanda zijn al vele vluchtelingen aangekomen. Reeds omstreeks 3000 geëva- cueerden, voor het meerendeel vrouwen en kinderen, zijn de grensbrug gepasseerd. Zij zijn naar verschillende deelen van Zweden gezonden. Gister zag ik groepen Finsche vrouwen en jonge kinderen, van hoofd tot voeten gehuld in bont, wachtende in een ijzige koude bij de douaneautoriteiten op verlof om Zweden te mogen binnengaan, waar de sympathie voor de Finnen niet bij woorden blijft. Op het station van Haparanda is een vol ledige organisatie gevestigd voor de behan deling van dit probleem. Onder controle van drie dames uit Stockholm biedt hier een vol ledige staf van Zweedsche meisjes, voor het meerendeel studenten, vrijwillig zijn diensten aan en werkt dag en nacht aan het verstrekken van voedsel en kleeding aan de geëvacueerden. Dagö en Osei. Uit Tallin wordt vernomen, dat alle artsen, met inbegrip van de districtsdokters, die staatsambtenaar zijn, welke op de eilanden Dagö en Osei hun practijk uitoefenden, ver trokken zijn van deze eilanden, waar de Russen thans bases gevestigd hebben. De regeering was verplicht eenigen dokters bevel te geven derwaarts te gaan, Hoofd zakelijk zijn dit jonge artsen, die pas hun studie beëindigd hebben. In de door de Rus sische troepen bezette streken worden door hen herhaaldelijk huiszoekingen verricht om na te gaan of de particulieren geen wapens verborgen houden. Eveneens uit Tallin wordt vernomen, dat de Sovjet-autoriteiten 200 wagons heb ben gehuurd van Letland voor het vervoer van levensmiddelen naar Leningrad. Estlandsche vrijwilligers in Finland. Vernomen wordt, dat het aantal Estland sche vrijwilligers, die strijden in het Finsche leger, gestegen is tot 2000. Het Russische legerbericht. Het Russische legerbericht van Zondag luidt: Op 28 Januari heeft zich niets belangrijks aan het front voorgedaan. GRIEKSCHE SCHEPEN OPGEBRACHT. Naar van Malta wordt gemeld, hebben de Engelschen twee met vijgen geladen Griek- sche schepen aangehouden, en als prijs op gebracht. Tevens is een Grieksche schip met een lading St. Jansbrood, op weg van Kreta naar den Piraeus naar Malta opge bracht. De schepen zijn aangehouden in de Grieksche territoriale wateren. DUITSCHE GEZANT TERUGGEKEERD. De Duitsche gezant te Boekarest, Fabri- cius, is per vliegtuig uit Berlijn, waar hij een conferentie heeft bijgewoond, te Boeka rest teruggekeerd. Hij is onmiddellijk in contact getreden met de Duitsche in- dustrieele en economische deskundigen, die op het oogenblik in Boekarest vertoeven. DE VERLIEZEN VAN DE ZWEEDSCHE SCHEEPVAART. Nya Dagligt Allehanda schrijft, dat tot dusver 29 Zweedsche schepen, tezamen rond 60.000 bruto registerton, door den oorlog verloren zijn gegaan. Ongeveer 20 Zweed sche matrozen zijn daarbij om het leven gekomen. In de eerste vijf maanden van den wereldoorlog verloor de Zweedsche koopvaardijvloot slechts 16 schepen met een inhoud van 17.778 bruto registerton. DE BELGISCHE COMMUNISTISCHE PARTIJ. De Gazette meldt, dat Guilmin, liberaal afgevaardigde van Namen, Dinsdag bij het bureau van de Kamer een wetsont werp zal indienen, strekkende tot ontbin ding van de communistische partij. DUITSCHERS VAN BOORD VAN POR- TUGEESCH SCHIP GEHAALD. Het Portugeesche stoomschip Quanza, dat komende uit Afrika te Lissabon is gearriveerd, werd tijdens zijn laatste reis twee keeren aangehouden door geallieer de oorlogsbodems. Den eersten keer had de bemanning van een Engelsch oorlogsschip aan boord van de Quanza vier Duitschers gear resteerd, terwijl het den tweeden keer een Fransch oorlogsschip was geweest, dat het Portugeesche stoomschip had aange houden en twee Duitschers van boord heeft gehaald. De andere Duitschers die zich aan boord bevonden, waren niet van den dienstplichtigen leeftijd en werden ongemoeid gelaten. HET BEZOEK VAN CLODIUS AAN ROME. Voorstellen, die dr. Clodius te Rome naar voren heeft gebracht, zijn uiteraard geheim gehouden. Er wordt echter vernomen, dat Italië verschillende voordeelen aangeboden zijn, wanneer faciliteiten aan Duitschland zouden worden verleend voor een snelle le vering van Roemeensche olie, Italiaansche hennep en Italiaansch rollend spoorweg materiaal, vrachtwagens en auto's. DE GEZONKEN ENGELSCHE DUIKBOOTEN. Twee man, een officier en een stoker van de duikbooten, die in de Duitsche Bocht gezonken zijn, hebben thans iets van zich laten hooren. Het blijkt, dat zij in Duitschland krijgsgevangen zijn. Zij waren reeds als vermist opgegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 7