DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hitier spreekt over Duitschland en
den oorlog.
No. 26 Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Woensdag 31 Januari 1940
142e Jaargang
Kroonstad door de Finnen gebombardeerd.
De Britsche verliezen.
FINSCHE VLIEGERS ZONDER VLIEGTUIGEN.
Eeri dringende bede om daadwerkelijke hulp.
De beste Russische troepen strijden bij
het Ladoga-meer.
Een Russisch^ overwinning zeu een etappe
zijn op den triomftocht van het
bolsjewisme.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. KERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Directeur; C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
Hitier, die zich in lang niet heeft laten hooren, heeft gisteravond een groote
rede gehouden in het Sportpalast in Berlijn. Voorzichtigheidshalve was
tot het laatste oogenblik verborgen gehouden waar hij zou spreken.
Uitvoerig heeft Hitier de onderdrukking van Duitschland na het verdrag
van Versailles uiteengezet en er daarbij op gewezen hoe het nationaal-
socialisme Duitschland weer tot de vroegere macht en welvaart trachtte
te brengen. Zeer scherp richtte de Führer zich tegen Engeland, dat hü ken
schetste als het land, dat alles bezit en niet kan verdragen, dat ook een
ander wat krijgt. Het koloniale probleem aldus Hitier zal moeten
worden opgelost. Duitschland heeft op militair gebied in de afgeloopen vijf
maanden meer verricht dan in de zeven voorafgaande jaren. In deze rede,
waarin Hitier zich wel sarcastisch maar toch voorzichtig uitliet, heeft de
Führer ten slotte betoogd, dat de huidige generatie het lot van Duitschland
in handen heeft en dat Duitschland nimmer zal capituleeren.
In het buitenland, in het bijzonder in Engeland, heeft de rede weinig
opzien gebaard daar men er geen nieuwe argumenten of zienswijzen in
geconstateerd heeft. Men meent er uit te kunnen opmaken, dat men van
Duitsche zijde de pogingen heeft opgegeven om Engeland en Frankrijk te
scheiden.
Volgens het Finsche legerbericht heeft de Finsche luchtmacht dezer
dagen een bepaalde haven en daar liggende schepen bestookt. Volgens
United Press zou dat de Russische haven Kroonstad zijn. Het Estlandsche
telegraafagentschap maakt melding van het bombardeeren van Russische
bases in Estland wat, naar men aanneemt, ook het werk van Finsche
vliegers is geweest.
Uit een verklaring van den Britschen minister van oorlog blijkt, dat het
Engelsche leger van het begin van den oorlog tot 31 December aan ge
sneuvelden en gewonden een verlies van 40 man heeft geleden.
Onze medewerkster in f inland, een
Noorsche vrouwelijke arts, werkzaam bij
den geneeskundigen hulpdienst, schrijft
ons uit Helsinki:
Onlangs ontmoette ik een jonge
Amerikaansche perscoirespondent van
het type, dat zich niet gauw door iets
laat imponeeren. Ondanks zijn jeugd
behoorde hij tot de „veteranen", die
het grootste gedeelte van de laatste
tien jaren doorgebracht had met het
jagen naar nieuws van 's -werelds
krijgstooneel. Hij verborg niet, dat
vele Illusies, waarmee hij zijn jour
nalistieke werk begonnen was, ver
loren waren gegaan.
Maar de Finnen! Toen hij over het
Finsche volk begon te spreken, werd
hij ineens vuur en vlam. Niet slechts
de jongens aan het front, ook de ge
heele bevolking, die er achter stond,
had zijn volle bewondering gewekt.
Het refrein van al zijn enthousiaste
bewoordingen was: „Finland heeft
vliegtuigen noodig en dadelijk!"
Hij kon de gedachte niet verdragen,
dat één Finsch menschenleven ver
loren zou gaan zonder dwingende
noodzaak. Hij was bang, dat de man
nen aan het front hun moed en hun
strijdvaardigheid zouden verliezen,
wanneer zij beleefden, dat hun vrou
wen en kinderen, hun ouders en ge
wonde kameraden achter hun rug ver
moord werden. „Hoe spelen wij het
klaar, dat de gedachtensfeer van de
geheele wereld zich nog meer in den
toestand var. de Finnen verplaatst?"
vroeg hij tenslotte.
Moge het waar blijken, wat deze jonge
Amerikaan zei, dat het gecultiveerde deel
van de menschheid niet zou kunnen ver
dragen, dat méér Finsche menschenlevens
verloren zouden gaan dan absoluut onver
mijdelijk. Daarom moet de publieke opinie
in de geheele wereld er voor zorgen, dat
het te kort aan Finsche vliegtuigen nu
aangevuld wordt. Zoodra Finland een
helder weer periode krijgt zonder deze
scherpe kou, die wij op het oogenblik heb
ben en die de slecht gekleede Moskou
vliegers niet verdragen, kunnen wij er
zeker van zijn, dat deze Russische bom-
bardeurs zich boven het land zullen ver-
toonen.
Dan zullen deze vliegende .gangsterben
den" over de open steden vliegen, over
ziekenhuizen .sanatoria, scholen, ja zelfs
over kerkhoven om de begrafenisstoet te
bombardeeren! Iedere stadbewoner weet,
wanneer hij 's ochtends naar zijn werk
gaat, dat het misschien de laatste keer is.
In den laatsten tijd hebben trouwens ook
landbewoners dit moeten leeren. Het is
schijnbaar een „modesport" geworden
voor de „luchthelden" van het Sovjetrijk
om alle soorten bommen neer te werpen
op evacuatiekampen en andere verzamel
plaatsen, waar de meest weerloozen van
het Finsche volk vertoeven: ouden, zieken
en invaliden, natuurlijk ook de gewonde
soldaten.
Korten tijd geleden bombardeerden zij
een van de groote gevangenissen „ergens"
buiten op het land. Het was een gemeente
gevangenis, waar de gevangenen omstreeks
Nieuwjaar zich aangeboden hadden om
afstand te doen van hun Zondagsche ta
baksportie om het bedrag, hetwelk dit
vertegenwoordigde, aan de inzameling voor
de mannen aan het front te schenken. De
gevangenen hebben zich tijdens den lucht
aanval voorbeeldig gedragen, ofschoon
poorten en deuren geopend moesten
worden.
Er is een kleine Finsche kustplaats in
het zuidwesten van het land, waar vele
jaren volstrekt geen militaire oefeningen
plaats gevonden hebben ,maar die niette
min haast lederen dag gebombardeerd is
geworden, zoolang de oorlog geduurd
heeft. Slechts 6 dagen waren zij vrij van
luchtaanvallen. Men zou hierdoor opma
ken, dat er geen steen meer over was van
deze kleine, oude cultuurstad. Maar dank
zij de nooit falei.de oplettendheid van de
uurgers en vooral van de zijde van de
burgerwacht en de vrijwillige brandweer
is het opvallend, hoe weinig de stad
verwoest is. Verleden Zondag cirkelden
niet minder dan 150 Russische vliegtuigen
tegelijk boven de stad in den loop van 1H
uur. Zij wierpen brandbommen, explosie-
bommen van elk kaliber en mikten op elk
levend wezen, dat zij in het oog kregen,
met machinegeweren, voorzien van „Dumm
dumnT'-projectielen.
t Een klein 10-jarig meisje, dat slechts
uit nieuwsgierigheid uit een achterdeur
van haar huis geslopen was om te kijken
naar de vele kleine brandjes, die de
brandstichters daar boven in de lucht zoo
„gelukkig" waren geweest om aan te
stichten, was letterlijk het mikpunt ge
worden van 3 Russische machines. Maar
ofschoon de vliegers heel laag waren ge
gaan, lukte het hun niet het meisje maar
een schram toe te brengen.
De brandweer, die 't blusschingswerk
verrichtte, was ook gedurende een heel
uur onder hevig machinevuur zonder zelf
slachtoffer te worden. De mannen werkten
verder met echte Finsche gemoedsrust en
lieten zich niet storen, zelfs door de zwaar
ste bommen niet. Het gevaarlijkste is nog,
dat de Russen opgehitst worden, wanneer
zij niet eens zoo'n stadje baas kunnen.
Daardoor worden zij meer en meer despe-»
raat. En daarom wordt men wel gedwon
gen om deze waarheid uit te roepen over
de wereld „Dat Finland vliegtuigen noo-
dig heeft".
Het is immers duidelijk, dat dit niet op
den duur zoo verder kan gaan zonder dat
de Finsche burgerbevolking langzamer
hand vermoord wordt of zwaar letsel op
loopt, en dit zonder eenige noodzaak. Want
er zijn Finsche vliegers genoeg, die maar
op een gelegenheid wachten om de aanval
lers op de vlucht te jagen! De zeer kleine
resultaten, die de Russen hebben gehad,
bewijzen, dat zij evenzeer slechte krijgs
lieden in de lucht zijn als op den beganen
grond.
Maar wanneer de Staten, die de Finnen
beloofd hebben te helpen in dezen Da-
vidstrijd tégen den gropten Goliath, niet
reeds hun belofte vervuld hebben, en
vliegtuigen verzonden hebben' zonder tijd
te verliezen, dan wordt het geheele ge
cultiveerde gedeelte van de menschheid
mede-verantwoordelijk voor een volkomen
onnoodige misdaad. Deze misdaad, dat de
weerlooze Finsche burgerbevolking-vrou
wen en kinderen, ouden van dagen en zie
ken! langzamerhand uitgeroeid worden,
vermoord of verminkt, omdat Finland niet
de vliegtuigen kreeg, die deze weerloozen
konden beschutten!
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
Het Fransche legerbericht van gisteravond
luidt: Ten Westen van de Saar opmerkelijke
activiteit van contactelementen. Gedurende
een groot deel van den dag wederzij dsch op
treden der artillerie in hetzelfde gebied.
Het Finsche legerbericht luidt:
„Te land: Op de Karelische landengte het
gebruikelijke artillerievuur, ten N.O. van
het Ladogameer zijn verscheidene vijande
lijke aanvallen afgeslagen. De vijandelijke
verliezen waren soms zeer aanzienlijk. Op
andere punten van het Oostelijke front be
drijvigheid van verkenningsafdeelingen.
Ter zee: Gesteund door geschut en lucht
macht heeft de vijand den geheelen dag de
stellingen der forten te Mantsi aangevallen.
Alle aanvallen werden afgeslagen. Op de
Karelische landengte heeft de Finsche kust-
artillerie verscheidene Russische veldbatte-
rijen tot zwijgen gebracht.
In de lucht: Het aantal vliegtuigen, dat
gisteren boven het Finsche binnenland heeft
gevlogen, wordt op 200 geschat. In het Z.W.
van Finland zijn Abo, Hangö, Ekenaes, de
omgeving van Pemau en eenige punten aan
de Bothnische Golf gebombardeerd. In
Noord-Finland is het dorp Kuhmo verschei
dene malen gebombardeerd, evenals de
streek van Nurmes. Volgens de tot dusverre
ontvangen berichten zijn meer dan 30 bur
gers omgekomen en ongeveer 50 gewond. De
Finsche luchtmacht heeft verkennings- en
bombardementsvluchten ondernomen, die
met succes bekroond werden. Finsche vlieg
tuigen hebben onder meer een haven en de
daar liggende schepen, transportcolonnes,
kantonnementen en eenige stations gebom
bardeerd. Volgens de inlichtingen, tot dus
verre ontvangen, hebben jachtvliegtuigen en
het afweergeschut 21 vijandelijke vliegtui
gen aangevallen. De Finnen verloren slechts
één toestel.
Bij het Ladogameer,
Aan het front van het Ladogameer zetten
de Russen hun wanhopige aanvallen voort.
Men heeft den indruk, dat de Russen de on
mogelijkheid van een terugtocht begrijpen
en er de voorkeur aan geven zich door het
Finsche vuur te laten dooden, liever dan het
gevaar te loopen om van honger en kouds
om te komen bij een terugtocht door ver
laten, uiterst geaccidenteerd gebied. De Fin
sche militaire autoriteiten zijn algemeen van
opvatting dat de Russische troepen die in
den sector van het Ladogameer strijden, de
beste zijn die tot dusver door de Sovjets in
het veld gebracht zijn. Ze zijn moedig en
in staat tot heldhaftige daden, goed uitge
rust en welbewapend, doch toonen een zeer
groote en systematische wreedheid. Bij de
operaties aan het front van het Ladogameer
stuiten de Finnen op groote moeilijkheden
omdat het hier een bewegingsoorlog betreft
waarin men gevaar loopt onverwacht voor
den vijand te komen te staan. Op Russische
Wat zat de toekomst
brengen 7
Wanneer de algemeene toestand niet zoo
verschrikkelijk was en de wereld wellicht
binnen eenige weken in vuur en vlam zal
staan, zou men in spottenden toon kunnen
spreken over de redevoeringen, welke den
laatsten tijd via de radio aan de bevolkin
gen van alle luisterende staten ter overden
king worden gegeven.
De Britsche ministers houden „een praatje
bij den haard", waarin zij datgene zeggen,
dat officieel niet verkondigd mag worden
en dat zij de wereld toch eens ter overpein
zing willen geven en zij houden officieele
redevoeringen waarin, scherper omlijnd, de
Engelsche opvatting over de verantwoorde
lijkheid van den oorlog, het verloop van
den strijd en de verwachtingen voor de toe
komst worden uitgesproken.
In Frankrijk wordt hoofdzakelijk gespro
ken wanneer Britsche staatslieden aan een
maaltijd de één- en ondeelbaarheid van
Frankrijk en Engeland naar voren brengen
en in Duitschland is het zoo nu en dan een
vooraanstaande figuur als maarschalk
Göring of de propaganda-minister Göbbels,
die Duitschlands vast geloof in de overwin
ning tot uitdrukking brengt.
En zelden, veel minder dan men hem
vroeger hoorde, is het de man, die over oor
log of vrede kan beschikken, de Führer zelf.
die voor zijn enthousiaste hoorders verkon
digt, dat Duitschland noodgedwongen in den
strijd is gegaan en vastbesloten is tot den
laatsten man voor zijn leven te vechten.
Wij hebben hem in München gehoord
waar de commentaren op zijn rede op den
achtergrond geraakten tegenover het veel
meer de aandacht trekkende feit, dat er een
aanslag op zijn leven gepleegd werd en hij
heeft gisteravond andermaal een groote rede
gehouden waarin hij opnieuw de positie van
Duitschland in dezen oorlog uiteengezet
heeft.
Uit Vaticaanstad 's dezer dagen bericht,
dat de paus waakzaam blijft om op het
meest gunstige tijdstip opnieuw te trachten
zijn bemiddeling tusschen de strijdende sta
ten te verleenen, maar dat hij op dit oogen
blik niets voor den vrede kon bereiken en
minister Van Kleffens heeft in zijn prach
tige rede over de positie van Nederland als
neutrale staat nog eens laten uitkomen, dat
't vorstelijk aanbod van goede diensten nog
altijd van kracht is en er nog eens nadruk
kelijk op gewezen, dat de strijdende par
tijen met den vasten wil om tot een voor
allen aanvaardbare regeling te komen, veel
meer aan de conferentietafel dan op het
slagveld kunnen bereiken.
Het ziet er inderdaad naar uit, dat het
moment om de verantwoordelijke staatslie
den tot bezinning te brengen nog niet is
gekomen, ja, zelfs, dat de kloof, die beide
partijen scheidt, steeds breeder en onover
brugbaarder begint te worden.
De oorlog is tot dusver heel anders ver-
loopen dan men verwacht had. Van een
zoogenaamden Blitzkrieg kan geen sprake
meer zijn, het wordt een strijd in uithou
dingsvermogen, een strijd in ondermijning
der volkskracht waarvan het bittere einde
niet te overzien is.
De oorlog van dezen tijd is niet alleen
meer een tegen elkaar afwegen van man
nen en wapens, het is een strijd waarin de
burgerbevolking, de vrouwen en kinderen
evenzeer lijden als de mannen te velde, om
dat men wederzijds poogt eikaars schepen
te vernietigen, eikaars verbindingen af te
snijden met het eenige doel den aanvoer van
alles wat tot de levensbehoeften van een
staat behoort onmogelijk te maken en daar
door de bevolking tot uitputting en onder
werping te brengen.
Een ding is er, dat sinds eenigen tijd ver
anderd is en dat is de appreciatie van den
tegenstander in zooverre het zijn kracht en
uithoudingsvermogen betreft.
Men begrijpt tegenwoordig in alle staten
waar redevoeringen worden gehouden, dat
dit een oorlog is, die jaren zal kunnen duren
en van beide kanten de grootst mogelijke
offers zal vragen, tenzij er door militaire
kracht een beslissing geforceerd wordt,
maar juist dat is de groote moeilijkheid om
dat men wederzijds beseft, dat de verdedi
ger in voordeeliger conditie is dan de aan
valler.
Het is niet onbegrijpelijk, dat een man
als Churchill de mogelijkheid van een spoe
diger beslissing gezien heeft in een deelne
men door de neutralen, in verlegging van
het gevechtsfront naar een linie met minder
onneembare stellingen en niemand kan
voorspellen of de strijd op leven en dood
niet nog eens in zoo'n stadium zal komen,
dat met de belangen der kleine neutralen
geen rekening meer wordt gehouden.
Daladier heeft Maandagavond een ernstig
beroep op de Franschen achter het front ge
daan en zelfs een man als Churchill, die tot
dusver maar al te spoedig geneigd was de
militaire en economische positie van den
tegenstander als hopeloos te kenschetsen,
heeft dezer dagen in Manchester met nadruk
cp de geweldige krachtsinspanning gewezen,
welke van het Britsche volk zal geëischt
worden om dezen strijd tot een succes voor
de geallieerden te maken.
Duitschland, overweldiger van kleine
staten, op weg naar een wereldheerschap
pij waarin men sleciits meesters en slaven
zal kennen, op weg naar een Europa, dat in
hef teeken van geweld en onderdrukking
en van de dierljjkste wreedheid zal staan,
dat is de karakteriseering van den toestand
aan de zijde der geallieerden.
Engeland, met Frankrijk als gewillig
werktuig, zijn werkelijke bedoelingen ver
bergende achter den schoonen schijn van
recht en rechtvaardigheid voor allen, maar
in wezen bevreesd voor Duitschlands
groeiende macht en bang daardoor als Euro-
peesche natie naar het tweede plan te wor
den verschoven, zoo is de zienswijze van
Duitschland waar men zich krachtig genoeg
voelt om zich aan de Britsche voogdij te
onttrekken.
Het Britsche imperium met de opper
heerschappij ter zee, de staat die over de
geheele wereld zijn invloedssferen en zijn
rijke koloniën heeft en voor niets terug
deinsde om zich daarvan te verzekeren, de
staat, die zooals Hitier het gisteravond ge
zegd heeft, alles bezit en niet kan verdra
gen, dat ook een ander zijn levensrechten
laat gelden, dat is zooals Duitschland het
ziet de remmende kracht wier eenig ddel
is een te sterk wordenden buurstaat weer
in het nauwe keurslijf te dwingen waarin
liet jaren noodgedwongen heeft moeten
leven.
En aldus de Duitsche opvatting wan
neer Engeland een vorm kan vinden waarin
het, met behoud van zijn schijnschoone
theorieën, anderen desnoods de neutralen
in de gevaarlijkste gelederen kan plaat
sen, dan zal het geen oogenblik aarzelen
die neutralen aan zijn belangen ten offer te
brengen.
Zoo is maar al te duidelijk de opvatting
in Duitschland en terwijl de tijd verstrijkt
en een müitaire actie op groote schaal uit
blijft, wordt men zich wederzijds steeds
meer bewust van de geweldige beteekenis
van dezen strijd en van de volstrekte nood
zakelijkheid om dien te winnen. Elke rede
voering vol toekomstbeloften, vol verzeke
ringen van eigen groeiende kracht tegen de
reeds duidelijk blijkende verzwakking van
den vijand, maakt het moeilijker de leiden
de staatslieden der oorlogvoerende landen
van de noodzakelijkheid van een conferentie
in vredelievenden sfeer te overtuigen.
Het schijnt niet meer mogelijk beide par
tijen tot het inzicht te brengen, dat zij door
dezen strijd meer zullen verliezen dan win
nen, want wanneer het om geestelijke goe
deren gaat, kan men elk materieel verlies
een betreurenswaardig maar noodzakelijk
offer achten.
Het ziet er helaas naar uit, dat de tijd
verstrijkt waarop de stem van den paus als
vredesvorst weerklank in hoofden en harten
kan vinden. Wij komen in een tijdperk
waarin de tanden sterker op elkaar klem
men, waarin de handen zich krachtiger tot
vuisten ballen, waarin men wederzijds om
het behoud van zijn leven zal strijden.
Dan kan nog slechts de gezamenlijke actie
der neutralen, de dreiging desnoods van de
groote en goed bewapende staten om tus-
schenbeiden te komen eer Europa in bloed
en tranen ten onder gaat, den strijdenden
doen beseffen, dat er nog andere belangen
dan de hunnen zijn en dat buiten de staten,
die elkaar naar het leven staan de alge
meene vredeswil zoo groot en zoo sterk
wordt, dat zij al het andere zal overheer-
schen.