wts DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Chamberlain spreekt over de positie der neutralen. mad richten :ht naar zuid- n de gevolgen ven nvallen! d Uwerzijds in het schermingsmaet- gen met zich kan U en tallooze No. 27 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Japan wil vriendschappelijke betrekkingen met alle landen. De strijd in den Salla-sector. OORLOGSBAROMETER IN PARIJS STAAT OP GOED WEER. Gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen komt tot uiting in het kunst en amusementsleven. Fransche legerberichten. tot zinken gebrachte duitsche duikboot. De algemeene toestand. PRO EN CONTRA it en van iai. Beide it als een D.E. echte bijzondere iot" geelt. KLUCHTEN. te de Nandoe met ge- andrië en de Oehoe uly Rangoon. Deze iderscheidenlijk 4 «1 wacht. Iden de Gier met ge- rffer te Rangoon. Dit te Napels verwacht, agvoerder te Roller Lourenco Marques. de Fokker-fabriek -vliegtuig „Reiger" sburg uit een vlucht akt naar Lourenco id van Portugeesch n Lourenco Marques plaats door de Por- Ook de Nederland- ico Marques, de heer stte zijn landgenoo- waren ook verte- e spoorwegen en de gen van Portu- iwezig. s twee rondvluchten skundigen, die na arden zeer enthou- rwaliteiten van d« e 2.10 uur des mid- irg vertrokken en r terug. iij de herv. gemeente emd de heer C. Kok, annam. in. 1940. Op de heden narkt waren de prij- 'oer 8000 kg. n. 1940. Op de heden, aren aanvoer en parij- kalveren, le kw. 80 4 cent, 3e kw. 6072 wicht enkele hooger; f 7—12; 41 Varkens :htgewicht; 6 Veulens ND IJK, 31 Jan. 1940. nveiling). 41000 kg 47000 kg Gele kool D. witte kool 3— 4.604.80, grove :g Peen 2.402.90. DE, 31 Jan. 1940. 38100 kg Roode kool ile kool 4; 94200 kg 0; 400 kg Uien 4.50, 10 Jan. 1940. 3800 kg 700 kg Roode kool Gele kool 4—4.10; 3—3.40. AN EIEREN, /m 29 Jan. 1940 zijn rd: 797.400 versche kïp- l. eendeieren. 1.120 versche Holl HolL eendeieren. 46.570 versche Ho' Holl. eendeieren L0 stuka. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheeie Rijk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0-25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. EERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Teief. 3320, redactie 3330. Directeur: C. KRAK. Donderdag 1 Februari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang Minister-president Chamberlain heeft gisteren te Londen tijdens een noen maal van het comité voor de landsverdediging een groote rede gehouden, waarin hij onder meer verklaard heeft, dat Engeland in totaal thans meel den één en een kwart millioen man onder de wapenen heeft. Hij wees er daarbij op, dat, ondanks deze geweldige weermacht, geen enkele neutrale staat zich door de geallieerden bedreigd gevoelt. Noch Engeland, noch Frankrijk al moeten zij de neutralen door hun controle-maatregelen wel eens lastig vallen heeft één enkel neutraal schip tot zinken gebracht of den dood van één bewoner van neutrale staten veroorzaakt. Engeland aldus Chamberlain zal een eind moeten maken aan de noodlottige poli tiek van economisch nationalisme en autarkie, die er zooveel toe heeft bij gedragen de laatste groote vredesregeling te verstoren. Een andere groote rede werd door den Japanschen minister van Buiten- landsche Zaken in Tokio gehouden. Japan beoogt naar hij heeft ver klaard de samenvoeging van zijn krachten en die van het nieuwe China, dat bevrijd moet worden van allen anti-Japanschen en pro-komintern in vloed teneinde een nieuwe orde in Oost-Azië te kunnen scheppen en tot volledige samenwerking met nabuurstaten te kunnen komen. Hij hoopte met het oog op het opgezegde handelsverdrag met de Vereenigde Staten dat Amerika overtuigd zal zijn, dat Japan geenszins het plan heeft op econo misch en handelsgebied een monopolie te vormen. Aan het Sallafront zou weer hevig gevochten worden. De Russen zouden goed uitgeruste Karelische grenstroepen naar den Salla-sector hebben ge zonden. om te trachten de Finnen in de flank aan te vallen. Hierbij zijn ver kenningstroepen, die goed kunnen skiën en beter bewapend zijn dan de andere Russische soldaten. (Van onzen correspondent.) Parijs, eind Januari. Tot een der eerste gevolgen van een mobilisatie behoort de aanvankelijke verwarring welke verwekt wordt in het achterland; op schier elk terrein van activiteit heeft zich een aanpassing te voltrekken, en het spreekt hierbij van zelf, dat, met betrekking tot gevoelig heid en vitaliteit, er zich een zeker verschil van herstel manifesteert; ook zijn niet alle domeinen der samenleving- evenzeer geraakt. Tot een der meest teere plekken in de hoofdstad van een oorlogvoerend land behoort stellig wel het gebied van het amusement; het vertegenwoordigt een sensibel en uiterst snel reageerend wereldje, dat mede, in zeker opzicht, den oorlogsbarometer kan zijn van dezen tijd. Gelijk de Beurs op ander terrein, vaak fijn de betrouwbaarheid weerspiegelt van het politieke klimaat, zoo geeft heden, hier in Parijs, in dezen oorlogtjjd, het theaterleven den graad van veiligheid en vertrouwen weer van een volk. En laten we er terstond bij voegen, dat deze barometer vrijwel op goed weer staat momenteel, zij het ook dat de stormwaarschuwingsdienst nog blijft melden: weest op uw hoede! Alles bijeen genomen, zou men echter niet zeggen, dat er wolken aan de lucht zijn. Vijf maanden geleden stond het er wel anders voor; met één slag stortte in die eerste Septemberdagen het Parijsche amu sementsleven ineen; alle theaters in heel Frankrijk sloten prompt. Want men stond voor een duister mysterie, voor het groote onbekende: wat hield feitelijk een moderne oorlog wel in? Kon men practisch niet alles verwachten? En zoo sloegen met een harden klap de theaterdeuren dicht; in Parijs volg den cabarets, dancings en music-halls op den voet, en terwijl tegen den donkeren horizon vaag Mars' dreigende schaduw zich aftee- kende, ruimden Terpsichore, Bacchus en de Muzen in allerijl het veld, op zoek naar milder oorden. Parijs werd donker en triest, hield tijdelijk op lichtstad te zijn. ÏOO zag het er in die dagen, ten tijde dat in pfachtig zelfvertrouwen een vijf-mil- lioenenleger aantrad, voor menig hoofdste delijk artist somber uit; weg de lokkende bekoring van het voetlicht, weg. het pu bliek, weg zijn roeping en zijn broodwin ning, en het is wel duidelijk, dat het voor namelijk de ouderen waren, en de minder bekende goden, die de klappen' kregen. De jongeren verwisselden den tooneelrok voor de un:form, en de grootheden onder de ac teurs en actrices vormden gezelschappen, en trokken naar het buitenland, naar Neder land en naar België, ter propaganda tevens van de Fransche zaak. Zij, die achterbleven echter, waren te oud voor het veldgrijs en te middelmatig van talent voor een keur troep; bovendien bestond het meerendeel van hen uit vrouwen, en, bevat de artisten- wereld vele andere elementen buiten de tooneelspelers. De tijd evenwel, dat de ar- tisten nog „vrij" rondzwierven, d.w.z. on georganiseerd, is reeds lang voorbij, alles heeft zich gegroepeerd in vereenigingen en syndicaten, en zoo zagen vele acteurs, zan gers, teekenaars, modeontwerpers en ande ren, plotseling verstoken van hun inkomen, zich genoodzaakt de hulp van hun organi satie in te roepen. Een van de meest bekende vereenigingen op dit terrein is de Union des artistes, die onder meer voor haar leden een soort cari- tine ging inrichten. In de vermaarde zaal van het bal Tabarin, waar eertijds de cham pagne vloeide, staan thans 's middags twaalf uur, lange tafels opgesteld; er omheen schaart zich een bont gezelschap van allerlei artisten, voor den dagelijkschen maaltijd; en voor den symbolischen prijs van één 'franc, vinden mannen, vrouwen en kinderen, uit de meest verscheiden beroepen, hier een prima déjeuner. De sfeer is er zeer intiem en hartelijk en aan vroolijkheid hapert het niet. Doch moge dit al betrekking hebben op de slachtoffers van het oorlogsklimaat, anders zins leidden de bijzondere omstandigheden juist tot grootere activiteit; lagen zij zelfs ten grondslag aan het ontstaan van Frank- rijks eerste theater: het legertheater. Deze officieele instelling namelijk, in het leven geroepen door de legerleiding in samen werking met 't departement van Kunst, be oogt den poilu op geregelde wijze de noo- dige afwisseling te bezorgen. Hiertoe worden uitsluitend beroepsgezelschappen geënga geerd, waaronder zich de grootste en popu lairste artisten bevinden, die volstrekt be langeloos hun medewerking verleenen. Gedurende acht dagen, en bij toerbeurt, gaan deze gezelschappen op reis, onderwijl twee- of driemaal per dag een voorstelling gevende; en het is op deze wijze, dat de bloem uit de Fransche artistenwereld langs het front trekt, en er lauweren oogst zooals nimmer. In hoofdzaak worden er music hallprogramma's gebracht, aangezien reeds spoedig bleek, dat dit genre den soldaten het meest kon bekoren. De populairste artisten, ook ten onzent bekend, zijn hierbij: Maurice Chevalier, Fernandel, Josephine Baker, Nita Raya, Marie Dubas, Lucienne Boyer en de chansonniers Dorin. Doch ook de tooneelgezelschappen van de boulevard-theaters, zoowel als de Comédie- Francaise, het Opera-ballet en de Fransche cancan van het bal Tabarin, zijn geregeld van de partij. Aan afwisseling en activiteit is derhalve volstrekt geen gebrek. Maar ook voor de rest, wat Parijs zelf betreft, zijn de moeilijkheden van de eerste oorlogsmaanden vrijwel overwonnen; prac tisch eiken avond, tusschen zeven uur en middernacht, heeft men thans weer de keuze uit de diverse programma's van alle moge lijke theaters, music-halls, cabarets en cir cussen. Opvallend, en onverwacht groot, is het succes dat music-hall en circus in deze dagen kennen; zij zijn buitengewoon 'in' trek. En wat de music-hall aangaat: nog nimmer boekte men zulke dagen als heden, en dit heeft betrekking zoowel op de revue als op het variété; terzelfdertijd schitteren de drie grootste sterren op dit terrein: Maurice Chevalier en Josephine in het Ca sino de Paris, en Mistinguett in het Etoile- Palace. Het Parijsche amusementsleven bloeit dus weer volop: de Franschman voelt zich steeds meer zelfverzekerd en veilig; hij heeft ver trouwen in zijn leger, in de overwinning en in de toekomst; steeds meer families keeren weer, en het aantal kinderen, dat men waar neemt, is geregeld groeiende. Ook de vreem delingen komen weer aan, de koopers en de bezoekers, en het sluitingsuur van theaters, restaurants, eafé's en bioscopen, is gebracht van elf op twaalf uur. Gelijk gezegd: de barometer staat op goed weer, doch nog steeds waarschuwt het stormsein: blijft op uw hoede! Het voorjaar nadert! REDEVOERING VAN SINCLAIR. De leider der liberale oppositie in het Lagerhuis, Sinclair, heeft gister het woord gevoerd aan een déjeuner van de Nationale Liberale Club. Hij zeide o.m., de hoop van Churchill te deelen, dat de neutrale landen zullen begrijpen, dat het noodzakelijk is zich aaneen te sluiten ter verdediging van hun vrijheden en van de beginselen der wereldorde. Spr. betreurde het, dat de politiek der regeering niet altijd even logisch was geweest als die van Churchill. „Wanneer een valk een kraai aanvalt, vluchten alle andere kraaien zoo vlug zij kunnen. Wanneer de roofvogel echter een raaf aanvalt, sluiten alle raven zich aaneen om zich te verdedigen en heel vaak, wanneer de valk ziet, dat hij een raaf en geen kraai heeft aangeval len, besduit hij den strijd te laten varen. Wanneer dit voorbeeld een les vormt voor de neutrale landen, is het er ook een voor ons, want de kraaien gaan, zelfs wanneer zij achtervolgd worden door een valk, voort onderling te twis ten en dat moeten wij niet doen. Zes maanden geleden was Chamberlain onze vijand nummer één, thans is Hitier het". URUGUAY GEEFT BLAUWBOEK UIT. Gister is door het ministerie van buiten- landsche zaken een blauwboek uitgegeven onder den titel „De gebeurtenissen, die voor afgingen aan het einde van het pantserschip Graf Spee'en de interneering van de Ta- coma". Het blauwboek omvat 90 bladzijden druks en behelst 51 documenten. Het Fransche 'legerbericht van gister avond luidt: Onze patrouilles zijn op verscheidene punten de stellingen van den vijand bin nengedrongen en hebben hun taak met succes vervuld. Het Fransche ochtendlegerbericht luidt: „Niets te melden". DOOR ENGELAND UITGEWEZEN DUITSCHRRS IN BELGIE. Gistermiddag zijn te Oostende 45 Duitsche vrouwen en meisjes ontscheept, die door Engeland waren uitgewezen. Zij zijn door gereisd naar Brussel, vanwaar zij naar Duitschland zullen vertrekken. Gisteravond werd officieel te Londen verklaard, dat de duikboot, waarop Cham berlain gistermiddag in zijn rede doelde, voordat zij tot zinken gebracht werd, het in convooi varende Britsche s.s. Vaclite (5.062 ton) in den grond had gehoord. De bemanning van de Vaclite werd door een Italiaansch schip aan boord genomen. De escortevaartuigen wierpen diepte bommen uit, doch verloren tenslotte het contact met de duikboot. Later zag een Britsch watervliegtuig den onderzeeër, die blijkbaar niet meer in staat was te duiken. Het vliegtuig liet bommen vallen, waarop de duikboot het vuur opende, dat met mi trailleurs werd beantwoord. Ook het vliegtuig verloor daarop de duikboot ten gevolge van de bewolking uit het oog, doch het meldde de positie aan de schepen. Toen deze ter plaatse aankwamen, was de duik boot gezonken. Eenige overlevenden der bemanning, die in een rubberboot rond dreven, alsmede eenige anderen, die zich boven water hielden, werden opgepikt. De overlevenden van de Duitsche duik boot, die Dinsdag tot zinken is gebracht, zijn gister in "Engeland aan land gebracht. De meesten hunner leken nog geen twintig jaar te zijn. Zij verlieten de haven van ontscheping in twee bewaakte auto's. Men begint langzamerhand beu te wor den van de strijdleuzen en van de verkla ringen wie den oorlog ontketend heeft en wie hem eigenlijk altijd gewild heeft. Er zijn blauw-, wit-, geel- en oranjeboeken uitgegeven, er zullen er in nog veel meer kleuren verschijnen en in al die gewichtige verzamelingen van brieven en nota's van redevoeringen en tractaten wordt het ver loop der gebeurtenissen vóór en in den oor logstijd op verschillende wijzen weergege ven. Engeland en Frankrijk, zegt men eener- zijds moeten overwinnen opdat de wereld niet opnieuw binnen vijf en twintig jaar door een oorlog wordt getroffen, opdat niet elke generatie de verschrikkingen van den modernen krijg zal ondergaan. En ander zijds betoogt de correspondent van het „Hamburger Fremdenblatt", dat de Duitsche eischen vervuld moeten worden opdat er over vijf jaar niet opnieuw een oorlog kan losbarsten. En naarmate men in den eenen of in den anderen staat woont, klapt men voor een van deze verklaringen in de handen en juicht men den man toe, die ze verkondigt. En de neutralen, tusschen hamer én aam beeld, hooren het juichen links en het jui chen recht en hoe zij ook zelf over het ver loop der gebeurtenissen mogen denken, hoe hun persoonlijke sympathie wellicht naar een van beide kanten mag uitgaan, zij wor den langzamerhand moe van het luisteren naar wederzij dsche bedreigingen en weder zij dsche verzekeringen en vragen zich af: hoe lang zou dat woordengevecht, die we- derzijdsche stroom van beleedigingen, mis kenningen en onderschattingen nog duren? Zal uit dien eeuwigen woordenstrijd nog een gevecht met mannen en wapenen vol gen of zal deze zonderlinge oorlog even plotseling beëindigd worden als ze is aange vangen? De wetenschap, dat er aan beide zijden millioenen zwaar bewapende mannen staan en dat ontelbare fabrieken van munitie en krijgstuig jaren gewerkt hebben om dat gene te fabriceeren, dat thans voor vernie tiging van legermachten, van steden en be volkingen, klaar ligt, dat alles doet de neu tralen langzamerhand in onrust luisteren naar de voortdurende wederzij dsche hate lijkheden en beschuldigingen en hen besef fen, dat er ook nog een nationaal probleem is. Dat is de zorg, dat men niet meege sleept wordt in den maalstroom van den vreeselijken strijd en dat men alles moet doen wat maar eenigszins tot een vreedzame oplossing der geschillen kan leiden. Na Hitier heeft Chamberlain weer gespro ken en hij is zeker de figuur, die sinds het utibreken van den oorlog de meeste rede voeringen op zijn naam heeft. Zijn rede was ditmaal voor ons interes santer dan die van Hitler, die in zijn uit voerige beschouwing van den toestand ge heel scheen vergeten, dat er ook nog neu trale staten op de wereld bestaan. Cham berlain heeft dat niet vergeten en men ver keert in Engeland blijkbaar nog altijd in de periode, dat men gaarne den slechten indruk wil wegnemen, dien de heer Churchill maakte, toen hij de neutralen een kleinen wenk heèft gegeven, dat zij wel een bandje uit de mouw mochten steken om Duitschland onder den knie te kunnen krijgen. Churchill heeft daarover van zijn colle ga's blijkbaar het een en ander te hooren gekregen en men weet, dat hij in zijn groote rede in Manchester de neutralen angstvallig met rust heeft gelaten. Blijkbaar heft Chamberlain op zich ge nomen om de zaak weer eenigszins recht te zetten en de wereld te verkondigen, dat En geland er geen moment aan gedacht heeft de neutralen in eenig gevaar te brengen als zij daar zelf liever buiten willen blijven. Wij betwisten, zoo heeft hij gezegd, geen oogenblik het recht der neutralen om to be slissen of zij den strijd zullen ingaan of niet of hoe zij van hun neutraliteit gebruik zul len maken. En hij heeft daarbij verkondigd en dat zal men hem moeten toegeven dat er nog altijd een verschil in behandeling is wanneer de neutralen met de geallieerden of met Duitschland hebben te maken. De geallieerden bezorgen den neutralen last door hun controle-maatregelen en ver lies door het in beslag nemen van ladingen en het oponthoud van schepen. Maar er is geen enkel neutraal schip door Britsche duikbooten tot zinken gebracht en er is nog geen enkele onderdaan van een neutraal land door oorlogsmaatregelen van Engeland en Frankrijk gestorven. Natuurlijk moet Duitschland, dat de sche pen niet kan opbrengen, tegenover de koop vaart van den vijand een ander standpunt innemen, maar er kan niemand in de neu trale staten zijn, die begrijpt waarom het noodig is Hollandsche schepen tot zinken te brengen en de levens van tallooze on- schuldigen in de waagschaal te stellen als men met zekerheid kan voorspellen, dat een dergelijke wreede daad het verloop van den oorlog in geen enkel opzicht kan beïn vloeden. Er is een ander merkwaardig verschil tus schen het optreden van de heeren Cham berlain en Hitier, een verschil wa rop Chamberlain blijkbaar niet kon palaten den nadruk te leggen. In het begin van zijn toespraak heeft hij medegedeeld, dat hij gelukkig was, dat het voor hem niet noodig is den tijd waarop en de plaats waar hij zal spreken te verzwij gen en hij wilde daarmede natuurlijk laten uitkomen hoe geheel anders 'de toestanden in Engeland zijn dan in Duitschland, waar men tot op het laatste oogenblik geheim heeft gehouden waar de Führer zou optre den omdat men een nieuwen aanslag op zijn leven vreesde. Van Duitsche zijde zal daarop wel wor den geantwoord, dat wanneer Hitier gevaar loopt dit niet van de zijde van zijn landge- nooten maar van Engeland komt en dat Chamberlain zich vrijer kan bewegen om dat Duitschland er niet aan denkt zijn hand langers met eenzelfde sinistere opdracht naar Engeland te sturen als de spionnen van den zoogenaamden geheimen dienst blijk baar voor den overval in het Bürgerbraukel- ler hadden gekregen. Daarop zal Engeland dan wel weer ant woorden en zoo is er weer stof voor allerlei redevoeringen en commentaren. Men heeft het in Engeland merkwaardig genoemd, dat Hitler in zijn laatste rede niet meer gepoogd heeft Frankrijk van Enge land te scheiden zoodat hij begrepen zon hebben, dat dergelijke pogingen geen schijntje van succes kunnen hebben. En aan Britsche zijde heeft men ook iets begrepen, namelijk, dat het even vruchte loos kosten en moeite hebben gegeven. Führer te scheiden en dat de millioenen pamfletten, welke voor dat doel boven Duitsch gebied werden uitgeworpen nutte loos kosten en moete hebben gegeven. Zonder twijfel zegt een gezaghebbend blad als de „Times" is er in de omgeving van Hitier verschil van meening over het bondgenootschap met Rusland, maar de on voorwaardelijke gehoorzaamheid aan den Führer de basis van de nationaal-socia- listische beweging blijft over het alge meen intact in weerwil van de vonnissen, welke de Gestapo over de geheime tegen standers van het regime heeft uitgesproken. Er zijn dus al eenige dingen, die men al van elkaar gaat begrijpen. Maar helaas zijn het juist die dingen waardoor men zich steeds meer bedreigd ziet en waarvoor men nog grootere offers gaat brengen om de gevolgen ervan te kun nen overwinnen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1