DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Russen probeeren een nieuwe aanvalsmethode. Vandaag begint de conferentie der Balkanstaten. Een lesjarenpian in Japan. DE TRAGISCHE STRIJD VAN FINLAND. De Finnen lachen om dje Russische propaganda. De algemeerie toestand. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco don* bet gebeele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van I5 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. EERMS COSTER ZOON Voordans C 9, postgiro 37060 Telef. 3320, redactie 3330. No. 28 Dit nuramei bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 2 Februari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang Uit Finland wordt bericht, dat de Russen blijkbaar door de ondervinding wijs geworden een nieuwe aanvalsmethode hebben uitgevonden. Tot dusver stuurden zij hun tanks voorop, waarachter dan de infanterie op rukte, maar deze tactiek heeft tienduizenden soldaten gekost. Generaal Stern laat bfj de aanvallen op de Karelische landengte thans de infanterie voorop gaan, waarbij gebruik wordt gemaakt van groote, gepantserde sleden, welke van machinegeweren zijn voorzien. Daarop volgen de tanks, zoodat de infanterie door een muur van staal wordt omgeven en tot een veel grootere krachtsontplooiing kan komen. Het blijkt evenwel, dat de Finnen ook dergelijke aanvallen met succes hebben afgeslagen. Heden begint in Belgrado de lang voorbereide Balkan-conferentie, waarin Roemenië, Griekenland, Turkije en Joego-Slavië deelnemen. Het eenige wat leidende staatslieden uit deze Balkanlanden tot dusver bekend hebben gemaakt, is dat men gezamenlijk alle maatregelen zal bespreken, welke den vrede in dit deel van Europa kunnen waarborgen. De Japansche regeering heeft een zesjarenplan bekend gemaakt, waar door men leger en vloot kan versterken. Het luchtwapen zal gereorgani seerd worden en er zullen o.a. nieuwe oorlogsschepen worden gebouwd. De heeren in het Kremlin hebben zich in de Finnen vergist. De Russische propaganda als amusement. Waarom Russische bommenwerpers het Koode Kruis tot mikpunt kiezen. De Fin kan niet buigen. 30 Jan. 1940. (Van onzen correspondent.) Vandaag is de oorlog in Finland twee maanden aan den gang; duurt deze tragische en dramatische, deze bittere en bloedige, deze verschrikkelijke strijd al even vee) maanden als het volgens de verwachting van de heeren in het Kremlin weken duren zou, voor het Onoverwinnelijke Roode Le ger de Finsche hoofdstad binnen zou mar- eheeren en Otto K. Kuusinen er plechtig het verdrag van bijstand zou ratificeeren, dat Molotof zoo voorzichtig is geweest, al leen maar voorloopig met den stadhouder van het, buiten de Finsche linies liggende, grensplaatsje Terijoki te sluiten. De heeren in het Kremlin hebben zich grondig in de Finnen én in de capacitei ten van hun eigen legermacht vergist en dit is niet zoo verwonderlijk als men reke ning houdt met alleen al het feit, dat zij, die Moskou omtrent de stemming en de toestan den in Finland moesten voorlichten, geen in alle opzichten juiste en betrouwbare in lichtingen konden of wilden geven. Kuusi nen en andere naar Rusland uitgeweken Finsche communisten hadden er belang bij, een volkomen scheeve voorstelling van de toestanden in hun land te geven en uiterst geflatteerde rapporten uit te brengen over de resultaten van de onder hun leiding in Finland gevoerde ondergrondsche actie. En de diplomatieke vertegenwoordigers van de Sovjet-Unie te Helsingfors, wier taak het had moeten zijn, de mededeelingen van Kuusinen c.s. te corrigeeren, waren daar blijkbaar niet toe in staat, aangezien zij op een enkele uitzondering na geen andere taai dan Russisch beheerschten, geen van allen een Finsche krant konden lezen en dus prac- tisch al hun kennis omtrent Finland uit de tweede hand moesten krijgen Men heeft in Moskou niets geweten, al thans niets begrepen van de groote sociale veranderingen, die er in de twintig jaren van onafhankelijkheid in Finland hebben plaats gehad. Men verwachtte met een volk te maken te hebben, dat honger leed en ge brek, dat zuchtte onder het bewind van een stel uitzuigers, dat ontevreden was en snakte naar bevrijding. Men beloofde voed sel te zullen brengen aan een volk, dat al thans de laatste tien jaar van voorspoed geen voedselgebrek gekend heeft; men be loofde den acl.t-urigen werkdag en twaalf dagen vacantie per jaar aan de arbei ders, die niet alleen reeds de acht-en-veer- tig-urige werkweek hadden, maar ook een wettelijke vacantieregeling met zestien da gen vacantie per jaar; men beloofde, verka veling van grootgrondbezit, opdat de kleine boeren eigen grond zouden krijgen, ofschoon het grootgrondbezit in Finland zeer gering is en er al sedert 1922 in Finland een wet de bekende Lex Kallio bestaat, welke pachtboeren in staat stelt hun grond in eigendom te krijgen. Men meende den bur geroorlog van twintig jaar geleden opnieuw te kunnen doen ontbranden door den „roo- den" in Finland troepen te hulp te sturen, niet wetende, dat de „rooden" óók Finnen zijn, dat de democratie sterk is in Finland, dat het juist sociaal democraten en agra riërs, de arbeiders en de kleine boeren zijn, die de politieke macht in handen hebben. Men heeft zich grondig vergist in de Fin nen en blijkbaar heeft men die vergissing nog niet ingezien, want de voor Finland be stemde Russische propaganda behelst nog steeds de cude beloftes van vrijheid en brood en allang bestaande sociale verbete ringen. De Finnen lachen er om. Zij laten elkaar glimlachend de strooibiljetten lezen, die Russische vliegers tegelijk met bommen over Finland uitstrooien. Zij luisteren ver genoegd naar de Finsche uitzendingen van de Moskousche radio. Het moet ook alle maal wel heel vermakelijk zijn, wat de luidspreker den Finnen dan vertelt. Net zoo vermakelijk als de oorlogs-moppen, die men elkaar vertelt in de uren van werke loos wachten in de schuilkelders „als Molo tof geroepen heeft", dat wil zeggen, wanneer de alarmsirenes de nadering van Russische vliegtuigen hebben aangekondigd. Dan ver telt men bijvoorbeeld, dat Molotof eenmaal waarheid gesproken heeft, namelijk toen hij verklaarde, dat Finland door éen groote mogendheid aan wapens werd geholpen. Dit mopje dateert van den slag bij Suomussal- mi, waar de Russen groote hoeveelheden wapens en munitie in den steek lieten, die dankbaar door de Finnen werden ingepikt. Veel nieuwer is de „verklaring", waarom zoo vaak ziekenhuizen en ambulance-auto's door Russische vliegers gebombardeerd of door machinegeweren onder vuur geno men zijn: dat komt, doordat op de kaar ten van de vliegers met een kruisje wordt aangegeven, waarop zij moeten mikken; ze vliegen dus net zoo lang tot ze een kruis zien en richtten dan hun bommen en hun machinegeweren daarop. Het is begrijpelijk, dat men in Finland zulke navrante moppen maakt. Het heeft er sterk den schijn van, dat Russische vliegers een zekere voorkeur voor het Roode Kruis als mikpunt hebben, vooral, wanneer men weet dat tenminste eenmaal een, in 'n een zaam liggend huis ondergebracht veld lazaret gebombardeerd is en dat ook ten minste eenmaal een duidelijk gemarkeerde Roode Kruistrein beschoten is met machine geweren. In beide gevallen was het uitge sloten, dat er op iets anders gemikt was, om de zeer eenvoudige reden, dat er zich geen enkel ander doel in de buurt bevond. In fgite behoeft men zich over een derge lijk onstellend gebrek aan eerbied voor dit internationale symbool van barmhartigheid evenmin te verwonderen als over de bom- DE JAPANSCH-AMERIKAANSCHE BETREKKINGEN. In diplomatieke kringen te Washington is men van meening, dat de rede van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken, Arita, geen enkele verandering in de Japansch-Amerikaansche betrekkingen ge bracht heeft. Men staat op het standpunt, dat de rede een buitenlandsche politiek ver tolkt, die op alle punten gelijk is aan de politiek der voorgaande Japansche kabinet ten. Intusschen heeft men de hoop op oplos sing der moeilijkheden niet opgegeven, doch die hoop lijkt niet sterk en volgens inlich tingen uit de wandelgangen van het congres zal de regeering van het congres machtiging vragen, ten aanzien van Japan een krach tige politiek te voeren, indien onderhande lingen geen resultaat zouden hebben. WEDEROM AARDSCHOKKEN IN TURKIJE. Er hebben zich weer aardschokken voor gedaan te Guchumane en Chark Karahisar. Er zijn geen slachtoffers. DE GEHEELE BEMANNING VAN DE VACLITE GERED. De geheele bemanning van het Britsche stoomschip Vaelite is gister in een haven aan de Westkust aan land gebracht. De kapi tein en vier man waren gewond. WRAK VAN VLIEGTUIG GEVONDEN. Een schaapherder heeft bij Cuchendall (Antrim, Ierland) het wark ontdekt van een vliegtuig, waarin zich vier lijken bevonden. Het vliegtuig was Woensdag verongelukt. Het was een bommenwerper van de konink lijke Britsche luchtstrijdkrachten. bardementen van dórpen zonder luchtaf weergeschut en de beschieting van vluch tende vrouwen en kinderen, want de oorlog, dien Rusland tegen Finland voert, wordt niet alleen aan de fronten gestreden, maar ook achter de fronten, deze oorlog is de totalitaire oorlog. Heel Finland is front voor de Russen; het is voor hen van even groot belang op het zoogenaamde „binnenfront" verliezen toe te brengen, het moreel te ver zwakken, den tegenstand te breken als het dat is op de Karelische landengte of aan het front bij Salla. En men bereikt ontegen zeggelijk meer, naarmate de mogelijkhe den om zich te verweren ontbreken of ge brekkig zijn. Duizend zware granaten op een versterkte stelling in de Mannerheim- linie halen voor de Russen minder uit dan een dozijn goed gemikte brandbommen op een dorp, waar een paar honderd geëva- cueerden een toevlucht gezocht hebben. Er is weinig reden om te glimlachen om strooibiljetten en propaganda-redevoerin- gen van de Moskousche radio, die van een verbluffend gebrek aan kennis omtrent Fin land en de Finnen getuigen. Want de hee ren in het'Kremlin mogen zich nog zoo vergist hebben, toegeven dat zij zich heb ben vergist, zullen zij waarschijnlijk nim mer. Zij zullen naar men moet aannemen den veroveringsoorlog tegen Finland tot eiken prijs willen voortzetten, zij zullen alles in het werk stellen om zoo spoedig mogelijk tot een beslissing van den strijd te komen en men moet er daarom op rekenen, dat geen middel om den tegenstand van het Finsche volk te breken ongebruikt gelaten zal worden en dat de strijd nog heviger, nog verschrikkelijker, nog tragischer zal wor den dan hij al is. Daar. waar het hardst gevochten wordt, vellen de granaten de bosschen en omwoe len ze.de akkers en blijft geen huis, gen houten hut of schuurtje staan. En naarmate het front zich verplaatst zal het land kilo meter voor kilometer verder verwoest wor den, zullen de huizen, die nog niet stuk- gebombardeerd zijn, in brand gestoken worden, opdat zij den vijand geen dekking kunnen bieden, zullen de wegen en de spoorwegen kilometer voor kilometer wor den opgeblazen, zooals dat met het Noorde lijkste deel van den IJszeeweg reeds is ge schied. Het Finland, dat de Finnen de laatste twintig jaren hebben opgebouwd en dat zij nu met inzet van alles verdedigen tegen den aanvaller, dien zij nimmer reden hebben gegeven om zich bedreigd te voelen, om hén aan te vallen, dat Finland geven zij niet prijs. Buigen kan de Fin niet. En als hij wij ken moét voor de overmacht aan doode Finnen heeft Finland weinig, redeneert hij dan zal hij wijken, want in een door Rusland veroverd en beheerscht Finland kan hij niet leven. Dan zal hij steeds verder naar het Westen wijken, tot hem als er voordien geen verandering komt en dat is nog geenszins uitgesloten geen andere keus overblijft dan naar Zweden te emigree- ren. Waar trouwens aan de rijkscommissie voor evacuatie tevens opgedragen is, maat regelen te ontwerpen voor de verzorging van „in grooten getale over de grens komen de vluchtelingen". Wij kunnen niet met daden protesteeren. Men heeft, in verloop der laatste maan den, meermalen van een eigenaardigen oor log gesproken en dat is het inderdaad, om dat er althans in het Westen tot dusver meer met woorden dan met wapenen is ge vochten. Het is een oorlog die tot dusver geheel anders verloopt dan men zich dat gedacht heeft. De eommuniqué's van het voornaam ste gevechtsfront in Europa zeggen al dagen lang, dat er niets bijzonders te vermelden valt en wanneer er geen staatslieden wa ren, die door hun pro- en contrabeschou wingen de belangstelling voor de beteeke- nis van den Europeeschen strijd gaande hielden, zouden de schrijvers van buiten landsche overzichten zich dagelijks de vraag moeten stellen: waar zullen we nu weer eens over schrijven. De brutale actie van Rusland contra Fin land heeft de belangstelling afgeleid naar het Noord-Oosten van ons werelddeel en het heeft al maanden lang den schijn of hier eigenlijk het belangrijkste gebeuren van dezen tijd is te aanschouwen. Er is althans actie, men strijdt met de wapenen zooals in eiken normalen oorlog in zooverre men een oorlog dan normaal kan noemen en men verheugt zich algemeen over het succes van den kleinen aangeval len staat, die zich zoo dapper weert en den grooten, onsympathieken overweldiger tot dusver op een afstand heeft kunnen houden. En nadat men van de krijgsverrichtingen in Finland heeft kennis genomen, zoekt men onwillekeurig naar het Fransche of Duit- sche legerbericht, dat kort en bondig ver meldt, dat er van het front totaal niets valt te vermelden. Chamberlain, Churchill, Halifax, Dala- dier, Göring, Göbbels en Hitier spreken voor de parlementen, /oor de radio, voor persvertegenwoordigers en op velerlei noen malen. Men hoeft niet meer tevragen wat zij zeggen, men weet het van te voren. Het eigen land is krachtiger dan ooit, de vijand begint te verzwakken, een niéuw Europa moet opgebouwd worden naar de eigen principes, men moet en zal zeker over winnen en als men dat niet doet zal de we reld in overheersching van kiemen door grooten ten ondergaan. En ter aanvulling houdt men daarbij nog eens een beschouwing over het ontstaan en de ontwikkeling van den grooten strijd en verkondigt tot in den treure, datgene waar over ook uit vroegere redevoeringen ieder een meer dan voldoende op de hoogte is ge bleken. Vandaar dat wij langzamerhand in het tijdperk komen, dat de publieke belang stelling voor de zoogenaamde groote rede voeringen reeds begint te verslappen. Tenzij er de een of andere bijzondere rrie- dedeeling verwacht wordt, een kennisge ving of voorspelling, dat er iets gaat gebeu ren, dat wijziging in den algemeenen toe stand. kan brengen. Maar zelfs de groote rede van Hitier, uit wiens mond men een dergelijke kennisgeving verwachtte, beeft niets geopenbaard, dat nie* reeds algemeen bekend was en de reactie daarop is dan ook in alle landen een uiterst sober commen taar gebleken. Er is dezer dagen een nieuw element in de internationale toespraken geweest, dat, juist omdat het de eerste keer was, dat het openlijk werd besproken de bijzondere be langstelling heeft getrokken. Dat was de positie der neutralen. Dat was het nog bedekte verwijt, dat die neutralen het toch eigenlij!- maar gemakke lijk hebben. Er wordt voor hun vrijheid en zelfstandigheid gevochten en het eenige be wijs van hun medeleven rret deze sympa thieke actie is, dat zij van dergelijke belang stelling niet gediend blijken en onmidd.l- lijk protesteeren zoodra zij hun belangen ook maar eenigszins geschaad achten. Dat is zoo ziet men het in Engeland wel een beetje ondankbaar van die neutra len, maar tenslotte is het duidelijk, dat sta ten als Engeland en Frankrijk er, ten bewij ze van de waarde hunner eigen principes, niet over kunnen denken, tegenover de kleine neutralen een min of meer dreigende houding aan te nemen. Men moet ze onaangenaam zijn, men moet hun schepen aanhouden, de ladingen on derzoeken en desnoods lossen, maar dat zijn nu eenmaal de consequenties van de oorlog voering. Als Engeland dat niet deed zou de blokkade waardeloos worden en men zal in die neutrale staten dan ook wel begrij pen, dat men ze zoo nu en dan wel eens even lastig moet vallen. Men begrijpt dat in de neutrale staten, of liever men begrijpt het niet, maar men moet er zich noodgedwongen in schikken. Engeland heeft nu eenmaal meer oorlogs schepen, grootere kanonnen en veel meer munitie dan een kleine neutrale staat en van verzet tegen de Britsche bevelen kan alleen maar een conflict groeien, dat onze neutraliteit in groot gevaar zal kunnen brengen. Tenslotte kunnen wij het Engelsche stand punt wel begrijpen, al zijn wij er dan ook allesbehalve enthousiast over. Als Engeland Duitschland wil blokkeeren zal het voor dat land noodzakelijk zijn, dat er, via de neu trale landen, geen deurtjes openblijven, waardoor de vijand toch krijgt wat hij noodig heeft en waardoor de geheele blokkade waardeloos zou kunnen worden. Van Duitsche zijde betreurt men even eens den overlast welke men den neutralen moet veroorzaken, maar men neemt daar geheel andere maatregelen. En nu is een van de dingen welke men in neutrale staten niet kan gelooven, de Duit sche zekerheid, dat men daar Engeland evenzeer kan blokkeeren als Engeland het Duitschland doet. Men kan dat niet gelooven omdat er een zeer groot verschil is tusschen de beide zee machten en omdat het duidelijk is, dat dé Duitsche vloot niet groot en krachtig ge noeg is om den toevoer van voedsel en grondstoffen naar Engeland af te snijden. Iets anders is, dat men in Duitschland zeer zeker en blijkbaar ook met succes kan pogen zooveel mogelijk van de Britsche scheepsruimte te vernietigen. Men mag de vernietiging van waardevolle schepen, in het algemeen betreuren, men kan zich ten slotte begrijpen, dat in een oorlog het elkaar toebrengen van zooveel mogelijk nadeel een der gebruikelijke middelen, kan zijn om den vijand te verzwakken. Maar geen enkel nut heeft het, weerlooze vracht- en passagiersschepen van neutrale staten zonder meer tot zinken te brengen. Daarvan zal Engeland practisch geen na deel ondervinden, daarvan kan het slechts profiteeren, doordat het in zijn oorlogscam pagne op de wreedheid va" den tegenstan der kan wijzen. Het heeft geen enkel nut Belgische, Hol- landsche, Noorsche en Zweedsche schepen te torpedeeren en de bemanningen dikwijls door kou en ontbering in den dood te jagen. Een dergelijke actie tegen staten, die alles doen om in het groote conflict zoo on partijdig mogelijk te blijven, is meer dan een onvriendelijke daad. Het is in wezen een directe aanval en het is geen wonder, dat er den laatsten tijd stemmen opgaan om zich daartegen op een of andere wijze te verzetten. In Noorwegen is dat verzet reeds te con- stateeren en verschillende bladen maken gewag van een groeiende ontevredenheid ender de bevolking. Sinds het begin van den oorlog heeft men daar 90.000 ton aan scheepsruimte verloren en zijn er 200 zee lieden om het leven gekomen. Voor elk leven, zoo wordt uit Bergen door de United Press gemeld, kan een ernstig verwijt ge richt worden tot een der. oorlogvoerende landen. En de „Bergens Tidende" noemt reeds de middelen op waarmede men zich kan ver weren, namelijk een boycot van de goede ren van het land, dat zich aan de aansla gen schuldig maakte en wat zou kunnen gebeuren zonder datde autoriteiten daar voor de verantwoordelijkheid dragen, zoo dat Noorwegen naar buiten dezelfde neu trale staat zou kunnen blijven. Wanneer Noorwegen daartoe overgaat zal men in andere neutrale staten kminen over wegen in hoeverre men dat voorbeeld kan volgen en of wellicht de mogelijkheid van een gezamenlijke gelijksoortige actie van alle neutralen bestaat. Maar men bedenke daarbij vóór alles dit, dat de neutralen en in het bijzonder Ne derland en België een zeer gevaarlijke geografische ligging hebben en dat boycot maatregelen den schijn van een partijdig optreden kunnen wekken. En waar er waarschijnlijk links en rechts van onze grenzen militaire en politieke leiders zijn, die niets liever zouden willen, dan dat wij zelf den weg der strikte neutraliteit ver laten om ons en ons gebied van een van beide zijden bij den oorlog te betrekken, daar is de grootste voorzichtigheid gebo den. Ieder betreurt het en verheelt zijn ver ontwaardiging niet over de oorlogsdaden waarvan wij nu reeds onverdiend het slachtoffer worden. Maar niemand kan verlangen, dat wij daarop zoo zullen reageeren, dat men een gemakkelijk voorwendsel vindt om onze neutraliteit in twijfel te trekken en ons een ramp zou treffen oneindig grooter dan het kwaad dat wij tot dusver te verduren heb ben gekregen, al is er natuurlijk een grens aan alles wat wij kunnen verdragen. Een krachtige houding, een flink protest, maar daarnaast nog altijd de uiterste waak zaamheid opdat wij niet in de positie komen waarin zoovelen in het buitenland ons in hun eigen belang zouden willen brengen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1