DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De verhouding tusschen Frankrijk en Rusland. HET LEVEN IN HELSINKI. No. 33 Dit nuramei bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. Donderdag 8 Februari 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, 142e Jaargang Zal Finland nu doeltreffende hulp der geallieerden krijgen Ierland onder den indruk der executies in Birmingham. Er moet veel gebeuren om de Finnen uit hun evenwicht te brengen. De algemeene toestand. WANNEER EN WAAR ALKMAARSCHE COURA Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. KERMS COSTER ZOON Voordam C 9, postgiro 37060 Telef. 3320, redactie 3330. Hoewel de verhouding tusschen Frankrijk en Rusland de laatste maanden buitengewoon slecht is geweest, werden er tot dusver altijd j^pg diploma tieke betrekkingen onderhouden. Nadat de Britsche en Italiaansche gezanten uit Rusland waren teruggeroepen, hoewel men daarvoor een vrij onschuldige verklaring had gevonden, is de Fransche gezant in Moskou thans om gezondheidsredenen naar zijn vaderland teruggekeerd. Men ziet hierin algemeen een verscherping van de verhouding tusschen Frank rijk en Rusland, te meer nu men in Parijs een huiszoeking in het gebouw der Sovjet-handelsvertegenwoordiging heeft gedaan, waarbij vele ambte naren tijdelijk gearresteerd zijn. De Russische gezant heeft onmiddellijk geprotesteerd en men schijnt in Moskou groote beteekenis aan het incident te hechten. Volgens een verklaring in het Lagerhuis erkent de Britsche regeering thans de urgentie van het zenden van wapenen aan Finland, welke kwestie dezer dagen waarschijnlijk in de vergadering van den Oppersten Oorlogs raad te Parijs is besproken. Tot dusver schijnt de weifelende houding van Engeland dat nog niet definitief met Rusland heeft willen breken de oorzaak te zijn geweest, dat den Finnen onvoldoende hulp is geboden. De terechtstelling van twee Iersche terroristen, die gister in Birming ham ter dood gebracht zijn, heeft in Ierland tot groote demonstraties geleid. Alle publieke vermakelijkheden werden gesloten en er schijnt daar een sfeer van spanning te zjjn, welke de goede betrekkingen tusschen Ierland en Groot-Britannië in dezen oorlogstijd dreigt te verstoren. (Van onzen eigen verslaggever). HELSINKI, 5 Februari. Ondanks de dagelijksche bedreiging der Russische bommenwerpers gaat het leven in Helsinki betrekkelijk rustig en ongestoord verder. Het is een wonder lijke wereld van koelbloedigheid, opti misme en bestendigheid, hier in de Finsche hoofdstad. Men leert er het vastberaden kalme karakter der Finnen juist in deze bewogen dagen kennen. Velen, zeer velen zijn inmiddels weer teruggekeerd in de hoofdstad. Zij zul len daarbij ook geleid zijn door de ge dachte, dat hier de actieve en passieve bescherming tegen luchtaanvallen uit stekend georganiseerd is. Onder die om standigheden is de veiligheid er zelfs grooter dan in afgelegen kleine dorpjes, waar het zware afweergeschut ont breekt en die juist daarom in sterkere mate blootstaan aan de komst van Sovjetpiloten, die immers tot eiken prijs hun bommenlast willen afwer pen Helsinki is zelfs van Stockholm uit niet gemakkelijk meer te bereiden. Het is niet meer als vroeger, toen de vliegtuigen van de Zwedsche hoofdstad uit regelrecht, doch met een tusschenlanding in Turku (Abo), naar Helsinki vlogen. Om het even, of men per vliegtuig of met de boot reist, men dient in een der Finsche kustplaatsen Turku of Vasa aan wal te gaan. Van daaruit een lange afmattende treinreis naar de Finsche hoofdstad, meestal in den nacht, omdat het reizen dan veiliger is. Maar in de lichte sterrennachten, als de Russische piloten boven het Finsche land schap cirkelen, wordt ook vaak tijdens de lange en langzame treinreis het luchtalarm gehoord. Dan is het oogenblik aangebroken waarop alle passagiers onmiddellijk moeten uitstappen en zich dienen te verschuilen in de tooverachtig stille wouden, bedekt onder een bevroren, smeteloos blank sneeuwkleed. Soms gebeurt dat drie, vier maal op één reis naar Helsinki. Er wordt ook slechts met een snelheid van dertig kilometer op de breede sporen gereden. Die breede rails zijn nog een herinnering aan of. zoo men wil, een erfenis uit het Russische tijdvak. Men treft ze niet alleen in Finland maar ook in de Baltische landen aan. De nachten in Helsinki zijn rustig, bijna sereen en romantisch. Welk een verschil met de beangstigende nachten te Warschau, dat tijdens het beleg ononhoudelijk, óók des nachts, het doelwit was geworden van het Duitsche geschutsvuur. Heel zelden en vaag hoort men in de verte het doffe gebulder der kustbatterijen, die waarschuwend hun projectielein uitspuwen. Slechts af en toe verbreken doordringende alarmsignalen de stilte van den winternacht, als Russische vliegers een meestal vergeefsche poging doen om bij het klare zicht in de maannach ten de Finsche hoofdstad tebenaderen. Maar dit alles behoort tot de uitzonde ringen: de burgerij van Helsinki ziet zich haar geruste slaap niet ontnomen. Maanlicht weeft zich rond de omtrekken van de hooge moderne gebouwen en op de pleinen plekken dan breede bundels van zilverwitte stralen. Alleen dan behoeft men niet onbeholpen zoekend met een zaklan taarntje den weg te vinden. Als het maan licht heel helder is, kan men zelfs de me- dedeelingen lezen, die op de met houten planken dichtgespijkerde étalages staan aangebracht. Nu en dan teekenen zich in het avonduur silhouetten op de trottoirs en pleinen af. Dan ziet men in het milde maan licht de gestalten van enkele burgers, die zich naar huis begeven, meer glijdend dan loopend over den harden sneeuwgrond. Uitgaan na 7 uur 's avonds is hier in te genstelling met het leven in Warschau, vóór en na de Duitsche bezetting, niet ver boden. Maar de bittere nijpende koude noodt al heel weinig tot uitgaan. Bij het vallen vén den avond zijn de straten bijna uitgestorven. Sneeuw en maanlicht geven haar een ijlen fantastischen glans. Af en toe worden zij doorkruist door arresleden, waarvan men de tinkelende bellen al van verre hoort aankomen. Taxi's rijden er niet meer. Wel vrachtauto's, die evenals de par ticuliere wagens met witte verf gecamou fleerd zijn. En bij de autobushaltes wachten groepjes menschen, om 's avonds laat weer naar de dorpjes teruggebracht te worden, waar zij tijdelijk in de omgeving van Hel sinki wonen en van daaruit het werk in de hoofdstad hervatten. Twee-en-dertig bioscopen zijn opengeble ven in Helsinki en kondigen regelmatig hun programma's aan in de Finsche of Zweed- sche bladen, die alle bleven verschijnen, al is het in ietwat verklein formaat. De mees te theaters, hotels, restaurants en bibliothe ken zijn na de eerste bombardementen, eind November en begin December, waarvan de uitwerking toen allerhevigst was, in middels heropend. De eerste indruk, die men bij een bezoek aan Helsinki overdag krijgt, is, dat het leven er bijna normaal functioneert. Veel schade is intusschen hersteld, de puinhoopen zijn allang opge ruimd. Overal ziet men het streven, om ongeacht den oorlogstoestand en het feit, dat het eigenlijke oorlogsgebied niet eens zoo veraf gelegen is van de hoofdstad, tot een zoo normaal mogelijk levensniveau te komen. Overdag wemelt het dan ook van men schen in de straten: van koopers, die zich De vernietiging den achttiende Russische divisie bij- de Karelische landengte voor zoover die divisie dan- inderdaad aan de Fin sche wapens ten offer is gevóllen heeft de belangstelling vaor de gebeurtenissen in Finland weer grooter gemaakt, want het valt niet te ontkennen, dat dagelijksche be richten over krijgsbedrijf op bescheiden schaal op den (duur geen groote interesse wekken. Men went er langzamerhand aan. Men leest 'als 't ware automatisch hoeveel tanks en hoeveel vliegtuigen er weer veroverd zijn en de namen van tal van Finsche ste den en dorpen, die weer gebombardeerd zijn geworden, welke namen men binnen weinige uren weer volkomen heeft verge ten. Alles went en -alles krijgt een minder op zienbarend karakter naarmate het langer duurt en men er meer mee vertrouwd raakt. De eerste dooden die in een oorlog vallen komen met naam. en voornaam in alle kran ten ter wereld, maar naarmate het krijgsbe drijf zich ontwikkelt en het sneuvelen vaii aanvallers of verdedigers in de dagelijksche berichten der gevechtsfronten vermeld wordt; is slechts het aantal van beteeke nis voor de publieke belangstelling gewor den. En wanneer de Finsche legerberichten van afgeslagen aanvallen en honderd ge sneuvelde vijanden melding maken, dan leest de groote massa dat al als een vrij on belangrijke. gebeurtenis en alleen de ver melding van de vernietiging van een geheele Russische divisie'kan het betrokken ge vechtsterrein weer in het brandpunt der politieke belangstelling plaatsen. Zoo gaat het in Finland en zoo gaat het in nog grootere mate bij de gevechten aan de Siegfried- en de Maginotlinie, in zoo verre men hier dan van gevechten zal kun nen spreken. Het Russisch-Finsche conflict is uitgebro ken op een tijdstip dat de belangstelling voor het gevechtsfront in het Westen al bedenkelijk ging verflauwen en zij die tot taak hebben over de gevechtsterreinen in Europa te schrijven, hebben uitsluitend door den oorlog in Finland tot dusverre vol doende stof voor hun dagelijksche beschou wingen kunnen vinden. Want aan het Westelijk front is inderdaad geen nieuws. De wederzij dsche verkennin gen, de kleine schermutselingen tusschen wat op den voorgrond tredende groepen, het is alles van zoo weinig beteekenis, dat zoowel het Fransche als het Duitsche com muniqué vrijwel dagelijks bericht, dat er totaal niets te vermelden valt. En de groote vraag welke de laatste dagen meer dan vroeger op den voorgrond komt is, hoelang dat alles onveranderd zal blijven en hoe lang het dan nog zal kunnen duren. Er is nog nimmer een oorlog geweest waarin na ruim vijf maanden millioenen- legers, die tegen elkaar zijn opgetrokken, zoo weinig slachtoffers tellen, dat men ze met tientallen en niet met honderd- of duizend tallen moet vermelden en dat wijst er weer op, dat deze oorlog volkomen verschilt van den zoogenaamden wereldoorlog van 1914 tot 1918. Zij zijn eenvoudig niet te ver gelijken, althans niet tot dusverre, want niemand kan voorspellen hoe daarin mis schien plotseling een verandering zal kun nen komen. Prinses Beatrix laat hartelijk bedanken voor alle gelukwenschen op 31 Januari 1.1. ontvangen, Wanneer er ergens één brokje' steen los laat, kan .soms wel een heele berg top in beweging komen en in zijn val dui zenden menschen verpletteren. En als er in den evenwichtstoestand langs de Fransch- Duitsche grens op zeker oogenblik maar één zwakke plek is, kan een doorbraak tot een oorlog met een geheel ander en zeker veel bloediger karakter leiden. Maar, zoo is herhaaldelijk betoogd, die zwakke plek is er niet en beide stellingen zijn en blijven zoo sterk en zoo welbewaakt, dat een aanvaller zich daarop te pletter moet loopen. i Evenwel, als dat zoo is, als dus de weer machten van beide strijdende groepen voor overzienbaren tijd worden uitgeschakeld en alleen de strijd ter zee wordt gevoerd een strijd, die van betrekkelijk kleine afmetin gen blijft omdat men er geen doeltreffend resultaat mee kan bereiken dan mag men zich de groote vraag stellen: wat zal er in de naaste toekomst kunnen gebeuren, waar door het evenwicht van krachten zoodanig verstoord wordt, dat de oorlog een dreigen der karakter zal kunnen krijgen? Men stelt zich die vraag dezer dagen meer dan vroeger omdat er langzamerhand aan de vorstperiode een einde begint te komen en het komende voorjaar door een verande ring der weersomstandigheden geen beletsel meer zal vormen om den strijd zoo te voe ren als men zich dat wellicht reeds gerui- men tijd heeft voorgenomen. Wat allereerst voor de strijdende groepen, maar daarnaast ook voor de neutralen van de grootste beteekenis is, omdat wanneer er dan gevochten moet worden en wanneer dat niet aan de versterkte linies kan gebeu ren de kans bestaat, dat ten Noorden of ten Zuiden van die linies een poging zal worden gedaan door een omtrekkende be weging den vijand in den rug te kunnen aanvallen. naar de magazijnen haasten, waarvan men de deuren bijna niet kan ontdekken, omdat zij stevig gebarriCeerd zijn met houten schotten. Leeg wordt het alleen op straat, als plotseling de sirenes gaan fluiten en de nadering van een Russische escadrille bom menwerpers weer werkelijkheid is gewor den. Onder leiding van de functionarissen van de diensten voor de volksbescherming, kenbaar aan gele banden om den arm, vindt het publiek voldoende tijd, om zon der eenig zweem van paniek de schuilkel ders of andere toevluchtsooren te betreden. Ik was eenige malen in het grootste wa renhuis van de stad, toen de lichten daar aan- en uitfloepten ten teeken, dat er weer een luchtalarm was. In de lange uitgestrek te kelders kwamen niet alleen de kooplus tigen, maar ook het gansche personeel bij een. Het wachten daar duurde meestal een half uur. Ondertusschen werd de tijd nog productief gemaakt! Enkele verkoopstertjes colporteerden met de middagbladen en er werd ook thee geschonken. De meeste vrou wen en meisjes hadden haar breiwerk mee genomen en zaten daar in de schuilkelders ijverig en onvermoeid te breien aan sokken en vesten, die voor de soldaten aan het front bestemd zijn. Men maakte grapjes: „daar komt Molotof weer!" en „Molotof" wil ons weer brood geven" (een toespeling op de Russische propaganda, die volhield, dat in Helsinki geen bommen waren ge gooid, maarbrooden!). „Jammer al leen, dat zijn brood zóó hard smaakt!" merkte onder algeheele hilariteit een der ordebewaarders op. Een half uur later kwam het einde van het alarm. Opgelucht ging het personeel weer naar boven en het publiek naar bui ten, om op straat te wachten tot de deuren van het magazijn weer opengingen. Dat laatste geschiedde propmpt twee minuten later. Het leven hernam weer zijn gewonen loop. Men sprak verder niet meer over dit kleine intermezzo. Men raakt aan zooveei gewend in oorlogstijd en in Helsinki lijkt de eene dag bijna op den anderen. Er moet inderdaad héél véél gebeuren, om de on verstoorbare Finnen uit hun evenwicht te brengen! Dat dit mogelijk en iri militair opzicht wenschelijk kan Zijn, hebben de Russen in Finland bewezen waar zij reeds wekenlang trachten door een omtrekkende' beweging een doorbraak te forceeren om de Finnen achter de onaantastbare Mannerheimlinie te kunnen bestrijden De opperste oorlogsraad is dezer dagen in Parijs bijeen gekomen en hoewel er van dergelijke bijeenkomsten uiteraard weinig vermeld wordt, mag uit de mededeeling, dat de hoogste militaire en maritieme leiders aan de besprekingen hebben deelgenomen, geconcludeerd worden, dat de mogelijkheid van een grootere militaire actie van alle kanten is bekeken en besproken. Tenslotte zal er toch iets moeten gebeu ren en kunnen groote Europeesche mogend heden niet voortgaan de zware kosten van een algemeene mobilisatie en alles wat daaraan voor. land en volk vastzit, te blij ven dragen zonder eenig vooruitzicht, dat aan de gevechtsverstarring een einde zal komen. Wat dat betreft mogen wij, neutralen, er dankbaar voor zijn, de belangstelling welke men ons van een der oorlogvoerende staten kort geleden betoond heeft, gelukkig ge luwd schijnt te zijn. Wij weten niet hoe er misschien met ons gebied of dat van België als mogelijk ge vechtsterrein rekening is gehouden, maar de pertinente verklaringen van alle kleine neutralen, dat zij voor geen enkele vrijwil lige medewerking zijn te vinden, zal aan beide zijden zijn uitwerking niet gemist hebben. En wat dan? vraagt men zich af. Duitschland verkeert blijkbaar allesbehal ve in een toestand dat het op bedenkelijke wijze verzwakt is, integendeel, nog deze week heeft minister Göbbels verklaard, dat Duitschland de laatste vijf maanden niet ge slapen heeft en dat er aan de absolute meer derheid van dien staat niet meer getwijfeld behoeft te worden. En wie weten wil of men er ook aan de andere zijde zoo over denkt, behoeft slechts de groote rede van den nieuwen Britschen minister van oorlog Stanley te lezen. Er is geen enkel symptoom van verzwak king aan beide zijden, geen enkel teeken ook, dat het volle zelf zal ingrijpen om een regeering ten val te brengen en de weer kracht daardoor te verzwakken. Er is slechts grimmige vastberadenheid en dat er tot dusver nog niets van beteeke nis is voorgevallen zal waarschijnlijk alleen te danken zijn aan de overweging, dat de verdediger betere kansen heeft dan de aan valler. Maar nu het voorjaar nadert en de moge lijkheid bestaat dat militairen en diploma ten die, bewust van eigen kracht, tot een actief ingrijpen willen komen en wellicht grootere pressie zullen uitoefenen, mag men zich met ongerustheid de vraag stellen: wanneer en waar zal het r'eentje los raken dat het evenwicht van den bergtop verstoort en de lawine zal veroorzaken, die tot een wereldramp zal kunnen leiden?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1