Myra, het elfje eri de booze kabouter Zwartvoet. het werk van den Rijkswaterstaat. Kruiend ijs in onze groote rivieren stapelt zich op. Krachtige hulp van de militairen voor het begaanbaar Schepen hebben het hard te verduren. Gespannen toestand bij Lobith. maken van de wegen voor het snelverkeer. TWEEDE BLAD. 3 Nadat gistermorgen de geweldige ijsmassa's van den Rijn tusschen Spijk en Millingen zijn gaan kruien, waardoor een gevaarlijke situatie ontstond, heeft zich het ijs, dat na een klein uur tot stilstand was ge komen, gisteravond opnieuw in be weging gezet. Thans duurde het kruien, dat om streeks kwart over tien te Lobith begon en zich tien minuten later te Millingen voordeed, tot half twaalf. Toen zat de rivier weer vast. Het schuren en bonken van de ijsschötsen was tot in den verren omtrek hoorbaar. Te Lobith had het voorbijdrijvende ijs gisteravond een snelheid van zes k.m., ter wijl de waterstand tusschen tien uur en kwart over tienen met niet minder dan 47 c.m. was gestegen tot 15.09 meter. Hier door is de Overlaat tusschen Lobith en Spijk in werking getreden. Bij Spijk kruide het ijs tegen den dijk op. Scheepswerf liep onder. Gisteravond om elf uur had het voorbij schietende ijs te Millingen een snelheid van acht tot negen kilometer per uur bereikt. Het gevaar voor de ter plaatse ingevroren zes schepen werd toen als geweken be schouwd, daar het ijs tusschen de kribben vast bleef zitten en zich aan den kant ijs- dammen hadden gevormd, die de aandrij vende schotsen tegenhielden. Het water steeg te Millingen tusschen half elf en elf uur zesting tot zeventig centimeter. Een gevolg van dezen hoogen waterstand was, dat de helling en de loodsen van de scheepswert der firma Bodewes onderliep. In allerijl heeft men getracht de zich daar bevindende scheepsmotoren in veiligheid te brengen. Gisteravond om half twaalf was het kruien weer afgeloopen en zat de rivier bij Lobith opnieuw vast. Voor het zoover was, heeft men in de haven angstige oogenblikken be leefd, omdat het gevaar dreigde, dat de ijsmassa over de Kribben heen de daar gemeerd liggende schepen zou overvallen. Het liep gelukkig goed af, want de vaartuigen bleven gespaard voor het aanschuivende ijs. De Overlaat werkte vannacht over de volle breedte, d.i. over een afstand van 340 meter. De weg tusschen Lobith en Spijk is als gevolg hiervan gebroken. Het water, dat 45 centimeter hoog stond, vloeide over de bedding van de Oude Rijnmonding in de richting van Zevenaar, waar het weer in de rivier zou worden opgenomen. Tijdens het kruien steeg de Rijn zienderoogen met 2 meter, doch nadat de Overlaat in werking was getreden, trad een daling in. Vannacht om half één bedroeg de stand 15.38 meter. In Lobith, waar de geheele bevolking op de been was, bleef men het verdere deel van den nacht waakzaam. Brandweerploegen waren aangetreden en de douanewacht was verdubbeld. Ook de Waal kruit. Tegen half twaalf was het kruien van het ijs in de Waal reeds gevorderd tot Erlekom en het fort Sprokkelenburg. Het water voor Nijmegen steeg per uur 6 c.m. en de Waal be reikte om elf uur een hoogte van 10.84 plus N.A.P., waardoor de lage kade tegenover de Grqote straat onderstroomde. Te twaalf uur is de Waal voor Nijmegen ook aan het kruien gegaan. Het ijs schoof drie kwartier lang met groote snelheid voorbij de stad. Te kwart voor één kwam er plotseling voor de cen trale aan de Waalkade een opstopping van ijs, doordat groote vakken van wel 400 vier kante meter in elkaar schoven en zich vasr.- zetten, terwijl het kantijs waartegen zij aan schoven over de kade kruide. Schollen van 2 tot 4 d.m. dikte gingen over de kade, doch ernstige ongelukken deden zich bij het loskomen en zich weer vastzet ten van de Waal niet voor. Alleen de groote aanlegsteiger van de Rotterdamsche reede- rij, welke zeer gevaarlijk tegen de kade lag, nabij de Groote Straat, werd losgewrongen, waarbij de staaldraden, als waren het dunne touwtjes afknapten. De groote boot dreef met het ijs de Waal af en kwam behouden onder de spoorbrug door en was reeds lang uit het oog verdwe nen in de richting Weurt, nabij het Maas kanaal, waar hij is weggedreven. Men weet niet, waar de boot thans vastzit. Men ver moedt onder Beuningen, waar de Waal ook nog steeds vastzit. Twee stoombooten van de reederij Rot terdam, welke ter hoogte van den Linden- berg te Nijmegen lagen gemeerd en zich gedekt waanden door de kribbe van de kleine vluchthaven, kregen nog een leelijke kauw van het ijs, dat in deze vluchthaven was losgeraakt. Dit ijs, dat een dikte had van 3-4 d.m., wrong zich tusschen de booten, zoodat de „Nijmegen 3" het anker kwijtraakte en de „Nijmegen 5" aan stuurboordzijde ingedeukt werd. Het kruien van het ijs op den Rijn nabij Lobith heeft naar vanmorgen bij daglicht kon worden vastgesteld gisteravond meer schade aangericht, dan men toen wist. Door den hoogen waterstand drong het ijs in de vluchthaven van Lobith-tolkamer, waar ongeveer 200 schepen gemeerd liggen. Toen het ijs in de haven drong, zag het er een oogenblik zeer angstig uit. De kabels, aan welke de schepen gemeerd lagen, knap ten door de sterke spanning, welke ontstond, af, zoodat de schepen los raakten en als het ware in het kruiende ijs op en neer dansten. Tal van vaartuigen kregen deuken, roeren werden beschadigd en andere schade, zij het niet van ernstigen aard, werd aangericht. Een der schepen, de 1000 ton metende „Vergine" uit Antwerpen, geladen met kolen, werd lek doordat een boei met kabel door het vlak van het schip werd getrokken. De „Vergine" wordt thans met vier motor- pompen drijvende gehouden. Om half elf vanmorgen zat de Rijn bij Lobith nog steeds. Het weer is slecht ge worden en tengevolge van den mist heett men op de rivier weinig uitzicht. Een stoomschip gezonken. Te Nijmegen is vannacht tenge volge van het kruien van het ijs de 189 ton metende vrachtstoomboot „Nijmegen 5" van de N.V. Nijmeeg- sche Stoomboot Maatschappij ge zonken. Aan boord van de „Nijmegen 5" werd gis teravond tengevolge van beschadiging door het ijs aan bakboordzijde ter hoogte van de bunkers een lek geconstateerd. Het water stroomde met vrij groote kracht het schip binnen. Onmiddellijk werden maatregelen geno men om te trachten het lek te dichten. Ook de hulp van de Nijmeegsche brandweer werd ingeroepen om het water uit het schip te pompen. Eenige uren is men bezig ge weest, doch het was niet mogelijk het water te stuiten. In tusschen waren de vuren ge- bluscht. Omstreeks half drie is het schip gezonken. COÖRDINATIE ECONOMISCHE EN SOCIALE VRAAGSTUKKEN. Volkenbondscomité vergadert. Gistermorgen is te Den Haag het comité voor de coördinatie van internationale economi sche en sociale vraagstukken bijeengeko men. Aanwezig waren de vertegenwoordi gers van België, Frankrijk, Nederland, Zwit serland, Turkije, Argentinië, Engeland en Australië. De Noorsche en de Portugeesche gedelegeerden ontbraken nog. Over het verloop van de besprekingen werd om half een medegedeeld: De secretaris-generaal van den Volken bond, de heer Avenol, heeft de gehouden eerste bespreking van het organisatiecomité geopend en ingeleid. De gedelegeerden hebben met al- gemeene stemmen besloten dr. H. Colijn uit te noodigen als lid en voorzitter tot het organisatiecomité toe te treden. Bij dit besluit kunnen wij aanteekenen, dat deze beslissing overeenkomt met de verwachting, dat het comité den heer Colijn a titre personnel, d.w.z. op grond van de bij zondere deskundigheid v. d. heer Colijn in aangelegenheden als waarover het hier gaat zou uitnoodigen het voorzitterschap van het comité te aanvaarden. Om drie uur werd de besprekingen voort gezet, onder voorzitterschap van dr. H. Colijn. Alle tien regeeringsvertegenwoordigers waren gistermiddag in het Vredespaleis vereenigd. Behalve de Portugeesche gezant te 's-Gravenhage, de heer Des Santos Tava- Wat het sneeuwruimen vordert. Onderhoud met den ingenieur van den Rijkswaterstaat. „Hallo! Met den ingenieur van den Rijks waterstaat. Uit de passage in uw beschou wing over den dooi ten aanzien van het weg gedeelte Alkmaar—Den Helder blijkt, dat u er niet mee bekend geweest bent, welke krachtige hulp wij van de mi litairen hebben gehad om het verkeer langs dien weg gaande te houden. Zonder die hulp zou dit absoluut onmogelijk zijn geweest en het komt mij dan ook wenschelljk voor, dat hun daarvoor in het openbaar dank wordt gebracht". Deze telefonische mededeeling gewerd ons gistermorgen om half twaalf en wij von den hierin aanleiding, ingenieur In 't Veld te verzoeken ons te ontvangen, omdat wij daarover graag met hem een praatje wil den maken om hierover wat meer te ver nemen en het publiek over dozen belang rijken dienst wat uitvoeriger te kunnen in lichten. De vriendelijke persoonlijkheid, die de ar- rondissements-ingenieur is, bleek daartoe gaarne bereid en reeds om twee uur zaten wij op zijn bureau tegenover hem en luis terden vol aandacht naar den man, die voor het verkeer te water en te land van Velsen en Amsterdam tot den Helder zoo'n belang rijke taak vervult. Met den weg Alkmaarden Helder is het nog niet geheel in orde, maar het is toch ook weer niet zoo somber als u schreef, aldus ir. In 't Veld. U hebt n.l. vergeten erop te wij zen, dat op de gedeelten waar auto's elkan der niet kunnen passeeren, op korten af stand wijkplaatsen zijn aangebracht. Ik bel de u echter voornamelijk op, omdat ik er be hoefte aan heb, openlijk dank te brengen voor de hulp, die ik van de militaire autori teiten voor het ruimen van dezen weg mocht ondervinden. In het algemeen is de toestand zóó, dat wij voor de sneeuwopruiming en de glad heidbestrijding de moeilijkheden met het personeel, waarover wij beschikten, baas kunnen blijven. Daarvoor bestaat een zekere organisatie, die efficient blijkt te zijn. De abnormale sneeuwstorm van j.l. Don derdag met den daarop gevolgden krachti- gen Oostel. wind, die de gevallen sneeuw over den weg joeg, hetgeen wel speciaal het geval was op die wegen, welke hun hoofd- ligging hebben van Noord naar Zuid, had echter tengevolge, dat de moeilijkheden ons boven het hoofd groeiden. Ik had dat zien' aankomen en mij daarom onmiddellijk verstaan met den commandant van het kantonnement Alkmaar, kolonel Von Freytag Drabbe, en ook met den chef staf van de landmacht van de stelling Den Helder. Aan hen had ik gevraagd om, wan neer het noodig was, voor de sneeuwrui- ming over de hulp van de militaire detache menten te mogen beschikken en die hulp werd mij spontaan toegezegd. Vrijdagavond stoven verschillende wegen onder en verkeersstagnatie dreigde te ont staan. Zaterdag kreeg; ik daarom de beschik king over een militair detachement van honderd man van de luchtdoelartillerien die wij op verschillende plaatsen tusschen Cas- tricum en St. Maartensvlotbrug te werk hebben gesteld en die de ernstigste hinder nissen hebben opgeruimd. Ook vanuit Den Helder werd door een detachement in de res, die van zijn regeering opdracht kreeg om haar op deze conferentie te vertegen- woodigen, was ook de heer Hambro, de pre sident van de Noorsche storting, die gister ochtend nog niet was aangekomen, thans aanwezig. De besprekingen hebben tot half zeven' geduurd. Dr. Colijn heeft bij den aanvang van de middagzitting de gedelegeerden bedankt voor het vertrouwen, dat zij in hem hebben gesteld door hem tot voorzitter van dit comité te kiezen. Hij verklaarde al zijn tijd en energie aan dit werk te zullen geven. Na dit openingswoord hebben alle gedelegeer den deelgenomen aan een algemeene be spreking, die heden wordt voortgezet. Allen begonnen hun beschouwingen met uiting te geven aan hun vreugde dat dr. Colijn het voorzitterschap van het comité heeft aan vaard. Hedenochtend om elf uur zouden de besprekingen worden voortgezet. richting van St. Maartensvlotbrug gewerkt. Onmiddellijk bleek reeds, dat het onmoge lijk was om den weg AlkmaarDen Helder geheel schoon te krijgen. Op sommige ge deelten moesten wij ons ertoe bepalen één spoorrijbaan door de sneeuwbergen te ma ken, maar tegelijkertijd werden op korte af standen uitwijkplaatsen gemaakt. Tot en met Dinsdag hebben de militairen uit Alk maar daaraan gewerkt, terwijl die uit Den Helder daarmede nu nog bezig zijn. Ik stel er dan ook prijs op, mijn groote erkentelijkheid te betoonen voor de bizon- dere medewerking- die ik hiervoor van de militaire autoriteiten mocht ondervinden. Met lof gewaagde de ingenieur van den door de militairen verrichten arbeid. De lei ding was buitengewoon goed en de man schappen hebben hard gewerkt. Wanneer wij de militairen niet hadden gehad, aldus spr., dan zou de zaak hopeloos vast zijn ge- loopen. Zondag moest ik het A.N.P. nog ver zoeken, rond te roepen, dat de weg benoor den 't Zand geblokkeerd was. Zondagavond was die moeilijkheid opgeheven, doordat wij daar met eigen personeel, waarvoor spr. eveneens vol lof was, tot 's avonds laat heb ben gewerkt. Van Nieuwjaarsdag tot nu toe is dit eigen personeel, dag in dag uit en bij nacht en ontij in touw, om het verkeer gaande te houden. Onder mijn dienst valt de rijksweg van Velsen naar Alkmaar en van Alkmaar naar Den Helder en u hebt persoonlijk kunnen constateeren, dat wij er tot Vóór Donderdag in geslaagd zijn, den weg nagenoeg sneeuw vrij te houden Wilt u mij eens iets over de organisatie van uw dienst vertellen? Met genoegen, aldus ir. In 't Veld, maar steek dan eerst een sigaar op. De orga nisatie is de volgende. Het arrondissement, aan welks hoofd ik sta, is verdeeld in dienstkringen en aan het hoofd van iederen dienstkring staat een technisch ambtenaar. Rechtstreeks onder de leiding van de tech nische ambtenaren staan de kantonniers, die op verschillende plaatsen van den weg ge- stationneerd zijn. Iedere kantonnier verzorgt een wegvale van zeven a tien kilometer. Voor de gladheidbestrijding en sneeuwop ruiming zijn zij voor hun gedeelte verant woordelijk. De gladheidbestrijding en sneeuwoprui ming geschiedt met behulp van strooima- chines en sneeuwploegen. De sneeuwploegen worden door vrachtauto's getrokken, waar voor een regeling is getroffen met vracht auto-eigenaars, zoodat elke kantonnier over voldoende auto's beschikt. Aangezien op verschillende plaatsen de toestand anders kan zijn, neemt iedere kantonnier zelfstan dig het initiatief. Zij staan voortdurend in verbinding met den technischen ambtenaar, die weer voor omvangrijke maatregelen met mij overleg pleegt. Wij strooien met zout, omdat strooien met zand heel weinig geeft. De hoeveelheid zout, die gestrooid wordt, wisselt met de tempe ratuur en de hoeveelheid ij zei, die er ligt. U zult wel al heel wat zout hebben ver bruikt in deze vorstperiode? Ik schat die hoeveelheid, aldus de inge nieur, op 160.000 K.G. De kosten? Gedurende Januari hebben die ongeveer 100 per K.M. bedragen, dus voor mijn dienst ongeveer 6000. Ik stem toe, dat dit een aardig bedrag is, maar de automobilis ten betalen ook heel wat aan benzinebeias- ting. Als zij niet kunnen rijden, komt er ook geen benzinebelasting binnen. In de ergste periode hebben wij zelfs met ruw zout gestrooid. In minder erge perioden gaat er een kleine hoeveelheid zand door. Aanvankelijk betrokken wij het zout van Boekeloo. De moeilijkheden met het spoor wegverkeer maakten, dat wij dit zout niet op tijd konden krijgen, waarom wij het met auto's uit IJmuiden moesten laten halen. Daar zijn n.l., met het oog op het visch- transport, groote hoeveelheden zout opge slagen. Dit zout moest weer gedenaturali seerd worden, waarvoor wij de bizondere medewerking verkregen van de ambtena ren van de invoerrechten en accijnzen. Deze ambtenaren verschenen vaak bereidwillig, op verzoek van den technischen ambtenaar, op een willekeurig weggedeelte om met be hulp van petroleum, het zout te denaturali- seeren. Het werd ons wel duidelijk, dat aan het sneeuwruimen en de gladheidbestrijding op de rijkswegen voor het snelverkeer nog al een en ander vastzit. De taak van den ingenieur. Wij maakten hierna van de toevallige ge legenheid gebruik, om ir. In 't Veld te ver zoeken, ons iets mede te deelen over zijn algemeene taak. Onder mijn arrondissement, aldus de heer In 't Veld, ressorteeren in de eerste plaats de rijkswegen; verdér de verdediging van de Noordzeekust en de strandverbetering tusschen IJmuiden en Den Helder. Ook het Noord-Hollandsch Kanaal van Amsterdam tot Den Helder is aan mijn zorgen toever trouwd, benevens de Heldersche en Pette- ner zeewering en de rijkszeehaven Nieuwe- diep. Wat nu al die werken betreft, komt het in hoofdzaak neer op het beheeren, het onder houden en het verbeteren van die werken. Ook de voorbereiding en uitvoering van nieuwe werken behoort tot mijn taak. Wat de wegen aangaat, hebben wij het be heer, het onderhoud en de verbetering van den bestaanden rijksweg VelsenAlkmaar Den Helder. In voorbereiding en uitvoe ring is thans een nieuw wegvak, een omleg ging van den rijksweg ten Oosten van Be verwijk, in aansluiting op de te maken tun nel te Velsen. Verder is er onder handen een nieuwe weg van De Stolpen naar de Van Ewijcksluis, de toekomstige .verbin dingsweg LeeuwardenAlkmaar. Een ge deelte van de aarden baan van dien weg is reeds klaar en een tweede gedeelte is aan besteed, ter lengte van 3 K.M. Daar bevindt zich een slechte grondslag van den bodem; een soort zeeperige klei moet worden uit gegraven, waardoor dit 3 K.M.-gedeelte reeds een half milllioen kost. Wij gaan voortdurend door met de verbe tering van de bestaande wegen. Langs den geheelen weg van Velsen tot Den Helder is een rijwielpad aangebracht. Vóór twee jaar werd het wegvak HeemskerkCastricum verbeterd en het vorige jaar het wegvak in Heiloo. In den weg AlkmaarDen Helder hebben wij in het Noorden thans een beton weg onderhanden, Door He vorst zijn die werkzaamheden gestagneerd. Regelmatig zal met de betonneering van dien weg worden voortgegaan. De Friesche brug'. De Friesche brug, die in samenwerking met Alkmaar tot stand komt, zal een 350.000 kosten. Wij hebben daarvoor een vóór-ontwerp gemaakt. Het definitieve wordt uitgewerkt door de Directie Bruggen van den Rijkswaterstaat in samenwerking met ons. De toeritten zullen onteigend moe ten worden of aangekocht en wij hebben het zóó geregeld, dat daardoor geen stagnatie kan ontstaan. De brug wordt ongeveer 80 M. naar de richting van de vlotbrug verschoven, hooger gelegd, opdat er minder oponthoud voor de scheepvaart ontstaat en als gevolg daarvan moeten de toeritten langer worden. Zoo spoedig als de omstandigheden het toe laten, zal het werk worden uitgevoerd. Op de staatsbegrooting is het geld ervoor uit getrokken en overeenstemming met Alk maar is verkregen. Een groot onderdeel. Een groot onderdeel van onzen dienst is het beheer van de bestaande werken. Dit beteekent het toezicht op de naleving van de verschillende wetten en reglementen op waterstaatsgebied. Zoo is er b.v. een ver keerswet tegen lintbebouwing, waarbij het verboden is, om naar den rijksweg een uit weg te maken, zonder daarvoor een onthef fing van de verbodsbepaling te hebben ver kregen. Wij moeten zorgen, dat die wegen hun nut blijven behouden voor het door gaand snelverkeer en dus beletten, dat het woonstraten worden. In het algemeen wordt dus buiten, vóór de bebouwde kom, prac- tisch nooit een uitweg toegestaan voor ge wone bebouwing. In bizondere gevallen gebeurt dit onder bepaalde voorwaarden, b.v. dat men een parallelweg maakt, zoodat de gebouwen niet rechtstreeks op den rijks weg uitloopen en de leveranciers hun voer tuigen niet op den rijksweg behoeven op te stellen. Voor het Noord-Hollandsch Kanaal geldt een algemeen reglement voor politie van rivieren en rijkskanalen, waarin het gebruik van de kanalen en de oevers wordt gere geld. Iemand, die een steiger wil maken ten behoeve van een fabriek, aan het Kanaal gelegen, heeft daarvoor vergunning noodig. Vaak zijn de belangen van het wegverkeer tegenstrijdig aan die van de industrie, te wier behoeve b.v. het Kanaal dient. Voor de geheele kust geldt het rijkszee- weringreglement, op grond waarvan ge meenten aan zee, die een badbedrijf willen uitoefenen, van den Waterstaat vergunning noodig hebben voor het plaatsen van tenten, koetsen, enz. Daarvoor vragen wij van de gemeenten, dat zij het onderhoud op zich nemen van de buitenduinloop, voor het ge deelte, dat in gebruik is. Wij merkten op, dat wij in een enkele ge meente het geluid hadden opgevangen, dat gevreesd werd, dat de Waterstaat, op grond van die bepaling, de gemeente voor storm schade zou laten opdraaien. Met nadruk verzekerde de heer In 't Veld ons, dat dit niet het geval is. Wij streven slechts naar ordening. De ervaring heeft ons geleerd, dat daar, waar menschen komen, deze de duinhellingen opgaan, waardoor de door ons in stand gehouden duinbeplanting en rietmattenbescherming vernield wordt, hetgeen schade aan de zeewering als zooda nig meebrengt. Daarom alleen centralisee- ren wij het badleven, dat wij geenszins wil len belemmeren. Een uitdrukkelijke voor waarde is ook, dat op het strand een vrije doorgang moet worden gelaten voor het pu bliek. Ook aan vacantie- en gezondheidsko lonies wordt het strand wel verpacht. Wij houden wel degelijk in 't oog, met welke doeleinden gepacht wordt, maar principieel geven wij de vergunning niet aan éénlingen. Bezuiden Camperduin bepaalt ons werk zich tot het instandhouden van de duinhel lingen. Benoorden de Hondsbossche zeewe ring is de duinreep smal en tot Den Helder ressorteert die onder den Rijkswaterstaat. Op dat gedeelte zijn veel kunstwerken als strandhoofden, enz., noodig en duizenden zijn jaarlijks noodig om dit gedeelte in goe den staat te houden. Het arrondissement is verdeeld in vier dienstkringen. Aan het hoofd van iederen dienstkring staat een technisch hoofdamb tenaar of een technisch ambtenaar. Eén van ben is gestationneerd in Amsterdam en be heert het Zuidelijk gedeelte van het N.H. kanaal; de tweede, gestationneerd in Alk maar, beheert het middengedeelte van het kanaal, den weg Velsen-Alkmaar en den weg Alkmaar-Den Helder van Alkmaar tot de Jacob Klaassensluis plus de kust tot Camperduin. Twee technische ambtenaren wonen in Den Helder. Eén van hen beheert de kust tusschen Petten en Den Helder en de andere het Noordelijk gedeelte van het N.H. kanaal, het Noordelijk gedeelte van den weg Alkmaar-den Helder en de rijks- zeehaven Nieuwediep. Op onze vraag deelde ir. In 't Veld nog mede, dat hij sinds Mei 1938 in Alkmaar ge stationneerd is, daarvóór in Den Bosch be last was met het beheer van de Oostelijke helft van Noordbrabant en dat hij vóórdien zes jaar in Hoek van Holland heeft gewerkt. De heer In 't Veld moet dus wel op zeer jongen leeftijd de ingenieursbekwaamheid hebben behaald, want als men hem zoo aan ziet, dan is het haast ongelooflijk, dat hij al tien jaar als zoodanig werkzaam is. Na een woord van dank voor het verleen de onderhoud, namen wij afscheid van den man, die ons ter voorlichting van het publiek zoo welwillend te woord had gestaan. u 113. Binnengekomen, zegt 't vrouwtje: „Je bent hier veilig, hoor elfje. Je kunt van hieruit veilig verder' rei zen. Peter moet dan met je mee. Nu wil ik graag, dat jullie naar de winkel boven op de berg gaat om een paar boodschappen voor mij te doen. Hier is een mandje Peter". Vrolijk lopen ze beide het pad over de heuvels op naar boven. 0**a/ #- 114. Myra loopt een eind vooruit 'tpad op, zodat Peter haar al spoedig niet meer zien kan. Ineens hoort hy gil len. „Help, help, de Zwartvoeters. Help!" Het is waar, de boze kereltjes hebben gemerkt, dat Myra toch op de terugweg is. Ze verscholen zich in een hol, vlak bij het huisje van de oude vrouw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 7