Myra, het elfje eri de booze kabouter Zwartvoet.
het werk van den Rijkswaterstaat.
Kruiend ijs in onze groote rivieren
stapelt zich op.
Krachtige hulp van de militairen voor het begaanbaar
Schepen hebben het hard
te verduren.
Gespannen toestand bij
Lobith.
maken van de wegen
voor het snelverkeer.
TWEEDE BLAD.
3
Nadat gistermorgen de geweldige
ijsmassa's van den Rijn tusschen
Spijk en Millingen zijn gaan kruien,
waardoor een gevaarlijke situatie
ontstond, heeft zich het ijs, dat na
een klein uur tot stilstand was ge
komen, gisteravond opnieuw in be
weging gezet.
Thans duurde het kruien, dat om
streeks kwart over tien te Lobith
begon en zich tien minuten later te
Millingen voordeed, tot half twaalf.
Toen zat de rivier weer vast.
Het schuren en bonken van de ijsschötsen
was tot in den verren omtrek hoorbaar.
Te Lobith had het voorbijdrijvende ijs
gisteravond een snelheid van zes k.m., ter
wijl de waterstand tusschen tien uur en
kwart over tienen met niet minder dan
47 c.m. was gestegen tot 15.09 meter. Hier
door is de Overlaat tusschen Lobith en Spijk
in werking getreden. Bij Spijk kruide het ijs
tegen den dijk op.
Scheepswerf liep onder.
Gisteravond om elf uur had het voorbij
schietende ijs te Millingen een snelheid van
acht tot negen kilometer per uur bereikt.
Het gevaar voor de ter plaatse ingevroren
zes schepen werd toen als geweken be
schouwd, daar het ijs tusschen de kribben
vast bleef zitten en zich aan den kant ijs-
dammen hadden gevormd, die de aandrij
vende schotsen tegenhielden. Het water steeg
te Millingen tusschen half elf en elf uur
zesting tot zeventig centimeter. Een gevolg
van dezen hoogen waterstand was, dat de
helling en de loodsen van de scheepswert
der firma Bodewes onderliep.
In allerijl heeft men getracht de zich daar
bevindende scheepsmotoren in veiligheid te
brengen.
Gisteravond om half twaalf was
het kruien weer afgeloopen en zat
de rivier bij Lobith opnieuw vast.
Voor het zoover was, heeft men in
de haven angstige oogenblikken be
leefd, omdat het gevaar dreigde, dat
de ijsmassa over de Kribben heen
de daar gemeerd liggende schepen
zou overvallen. Het liep gelukkig
goed af, want de vaartuigen bleven
gespaard voor het aanschuivende ijs.
De Overlaat werkte vannacht over de
volle breedte, d.i. over een afstand van 340
meter. De weg tusschen Lobith en Spijk is
als gevolg hiervan gebroken. Het water, dat
45 centimeter hoog stond, vloeide over de
bedding van de Oude Rijnmonding in de
richting van Zevenaar, waar het weer in de
rivier zou worden opgenomen. Tijdens het
kruien steeg de Rijn zienderoogen met 2
meter, doch nadat de Overlaat in werking
was getreden, trad een daling in. Vannacht
om half één bedroeg de stand 15.38 meter.
In Lobith, waar de geheele bevolking op
de been was, bleef men het verdere deel
van den nacht waakzaam. Brandweerploegen
waren aangetreden en de douanewacht was
verdubbeld.
Ook de Waal kruit.
Tegen half twaalf was het kruien van het
ijs in de Waal reeds gevorderd tot Erlekom
en het fort Sprokkelenburg. Het water voor
Nijmegen steeg per uur 6 c.m. en de Waal be
reikte om elf uur een hoogte van 10.84 plus
N.A.P., waardoor de lage kade tegenover
de Grqote straat onderstroomde.
Te twaalf uur is de Waal voor Nijmegen
ook aan het kruien gegaan.
Het ijs schoof drie kwartier lang met
groote snelheid voorbij de stad. Te kwart
voor één kwam er plotseling voor de cen
trale aan de Waalkade een opstopping van
ijs, doordat groote vakken van wel 400 vier
kante meter in elkaar schoven en zich vasr.-
zetten, terwijl het kantijs waartegen zij aan
schoven over de kade kruide.
Schollen van 2 tot 4 d.m. dikte gingen over
de kade, doch ernstige ongelukken deden
zich bij het loskomen en zich weer vastzet
ten van de Waal niet voor. Alleen de groote
aanlegsteiger van de Rotterdamsche reede-
rij, welke zeer gevaarlijk tegen de kade lag,
nabij de Groote Straat, werd losgewrongen,
waarbij de staaldraden, als waren het dunne
touwtjes afknapten.
De groote boot dreef met het ijs de Waal
af en kwam behouden onder de spoorbrug
door en was reeds lang uit het oog verdwe
nen in de richting Weurt, nabij het Maas
kanaal, waar hij is weggedreven. Men weet
niet, waar de boot thans vastzit. Men ver
moedt onder Beuningen, waar de Waal ook
nog steeds vastzit.
Twee stoombooten van de reederij Rot
terdam, welke ter hoogte van den Linden-
berg te Nijmegen lagen gemeerd en zich
gedekt waanden door de kribbe van de
kleine vluchthaven, kregen nog een leelijke
kauw van het ijs, dat in deze vluchthaven
was losgeraakt.
Dit ijs, dat een dikte had van 3-4
d.m., wrong zich tusschen de booten,
zoodat de „Nijmegen 3" het anker
kwijtraakte en de „Nijmegen 5" aan
stuurboordzijde ingedeukt werd.
Het kruien van het ijs op den Rijn nabij
Lobith heeft naar vanmorgen bij daglicht
kon worden vastgesteld gisteravond meer
schade aangericht, dan men toen wist. Door
den hoogen waterstand drong het ijs in de
vluchthaven van Lobith-tolkamer, waar
ongeveer 200 schepen gemeerd liggen.
Toen het ijs in de haven drong, zag het er
een oogenblik zeer angstig uit. De kabels,
aan welke de schepen gemeerd lagen, knap
ten door de sterke spanning, welke ontstond,
af, zoodat de schepen los raakten en als het
ware in het kruiende ijs op en neer dansten.
Tal van vaartuigen kregen deuken, roeren
werden beschadigd en andere schade, zij het
niet van ernstigen aard, werd aangericht.
Een der schepen, de 1000 ton metende
„Vergine" uit Antwerpen, geladen met
kolen, werd lek doordat een boei met kabel
door het vlak van het schip werd getrokken.
De „Vergine" wordt thans met vier motor-
pompen drijvende gehouden.
Om half elf vanmorgen zat de Rijn bij
Lobith nog steeds. Het weer is slecht ge
worden en tengevolge van den mist heett
men op de rivier weinig uitzicht.
Een stoomschip gezonken.
Te Nijmegen is vannacht tenge
volge van het kruien van het ijs de
189 ton metende vrachtstoomboot
„Nijmegen 5" van de N.V. Nijmeeg-
sche Stoomboot Maatschappij ge
zonken.
Aan boord van de „Nijmegen 5" werd gis
teravond tengevolge van beschadiging door
het ijs aan bakboordzijde ter hoogte van de
bunkers een lek geconstateerd. Het water
stroomde met vrij groote kracht het schip
binnen.
Onmiddellijk werden maatregelen geno
men om te trachten het lek te dichten. Ook
de hulp van de Nijmeegsche brandweer
werd ingeroepen om het water uit het schip
te pompen. Eenige uren is men bezig ge
weest, doch het was niet mogelijk het water
te stuiten. In tusschen waren de vuren ge-
bluscht. Omstreeks half drie is het schip
gezonken.
COÖRDINATIE ECONOMISCHE EN
SOCIALE VRAAGSTUKKEN.
Volkenbondscomité vergadert.
Gistermorgen is te Den Haag het comité voor
de coördinatie van internationale economi
sche en sociale vraagstukken bijeengeko
men. Aanwezig waren de vertegenwoordi
gers van België, Frankrijk, Nederland, Zwit
serland, Turkije, Argentinië, Engeland en
Australië. De Noorsche en de Portugeesche
gedelegeerden ontbraken nog.
Over het verloop van de besprekingen
werd om half een medegedeeld:
De secretaris-generaal van den Volken
bond, de heer Avenol, heeft de gehouden
eerste bespreking van het organisatiecomité
geopend en ingeleid.
De gedelegeerden hebben met al-
gemeene stemmen besloten dr. H.
Colijn uit te noodigen als lid en
voorzitter tot het organisatiecomité
toe te treden.
Bij dit besluit kunnen wij aanteekenen,
dat deze beslissing overeenkomt met de
verwachting, dat het comité den heer Colijn
a titre personnel, d.w.z. op grond van de bij
zondere deskundigheid v. d. heer Colijn in
aangelegenheden als waarover het hier gaat
zou uitnoodigen het voorzitterschap van het
comité te aanvaarden.
Om drie uur werd de besprekingen voort
gezet, onder voorzitterschap van dr. H.
Colijn.
Alle tien regeeringsvertegenwoordigers
waren gistermiddag in het Vredespaleis
vereenigd. Behalve de Portugeesche gezant
te 's-Gravenhage, de heer Des Santos Tava-
Wat het sneeuwruimen vordert.
Onderhoud met den ingenieur van
den Rijkswaterstaat.
„Hallo! Met den ingenieur van den Rijks
waterstaat. Uit de passage in uw beschou
wing over den dooi ten aanzien van het weg
gedeelte Alkmaar—Den Helder blijkt, dat
u er niet mee bekend geweest bent,
welke krachtige hulp wij van de mi
litairen hebben gehad om het verkeer langs
dien weg gaande te houden. Zonder die hulp
zou dit absoluut onmogelijk zijn geweest en
het komt mij dan ook wenschelljk voor, dat
hun daarvoor in het openbaar dank wordt
gebracht".
Deze telefonische mededeeling gewerd
ons gistermorgen om half twaalf en wij von
den hierin aanleiding, ingenieur In 't Veld
te verzoeken ons te ontvangen, omdat wij
daarover graag met hem een praatje wil
den maken om hierover wat meer te ver
nemen en het publiek over dozen belang
rijken dienst wat uitvoeriger te kunnen in
lichten.
De vriendelijke persoonlijkheid, die de ar-
rondissements-ingenieur is, bleek daartoe
gaarne bereid en reeds om twee uur zaten
wij op zijn bureau tegenover hem en luis
terden vol aandacht naar den man, die voor
het verkeer te water en te land van Velsen
en Amsterdam tot den Helder zoo'n belang
rijke taak vervult.
Met den weg Alkmaarden Helder is het
nog niet geheel in orde, maar het is toch ook
weer niet zoo somber als u schreef, aldus ir.
In 't Veld. U hebt n.l. vergeten erop te wij
zen, dat op de gedeelten waar auto's elkan
der niet kunnen passeeren, op korten af
stand wijkplaatsen zijn aangebracht. Ik bel
de u echter voornamelijk op, omdat ik er be
hoefte aan heb, openlijk dank te brengen
voor de hulp, die ik van de militaire autori
teiten voor het ruimen van dezen weg mocht
ondervinden.
In het algemeen is de toestand zóó, dat
wij voor de sneeuwopruiming en de glad
heidbestrijding de moeilijkheden met het
personeel, waarover wij beschikten,
baas kunnen blijven. Daarvoor bestaat een
zekere organisatie, die efficient blijkt te
zijn.
De abnormale sneeuwstorm van j.l. Don
derdag met den daarop gevolgden krachti-
gen Oostel. wind, die de gevallen sneeuw
over den weg joeg, hetgeen wel speciaal het
geval was op die wegen, welke hun hoofd-
ligging hebben van Noord naar Zuid, had
echter tengevolge, dat de moeilijkheden ons
boven het hoofd groeiden.
Ik had dat zien' aankomen en mij daarom
onmiddellijk verstaan met den commandant
van het kantonnement Alkmaar, kolonel
Von Freytag Drabbe, en ook met den chef
staf van de landmacht van de stelling Den
Helder. Aan hen had ik gevraagd om, wan
neer het noodig was, voor de sneeuwrui-
ming over de hulp van de militaire detache
menten te mogen beschikken en die hulp
werd mij spontaan toegezegd.
Vrijdagavond stoven verschillende wegen
onder en verkeersstagnatie dreigde te ont
staan. Zaterdag kreeg; ik daarom de beschik
king over een militair detachement van
honderd man van de luchtdoelartillerien die
wij op verschillende plaatsen tusschen Cas-
tricum en St. Maartensvlotbrug te werk
hebben gesteld en die de ernstigste hinder
nissen hebben opgeruimd. Ook vanuit Den
Helder werd door een detachement in de
res, die van zijn regeering opdracht kreeg
om haar op deze conferentie te vertegen-
woodigen, was ook de heer Hambro, de pre
sident van de Noorsche storting, die gister
ochtend nog niet was aangekomen, thans
aanwezig. De besprekingen hebben tot half
zeven' geduurd.
Dr. Colijn heeft bij den aanvang van de
middagzitting de gedelegeerden bedankt
voor het vertrouwen, dat zij in hem hebben
gesteld door hem tot voorzitter van dit
comité te kiezen. Hij verklaarde al zijn tijd
en energie aan dit werk te zullen geven. Na
dit openingswoord hebben alle gedelegeer
den deelgenomen aan een algemeene be
spreking, die heden wordt voortgezet. Allen
begonnen hun beschouwingen met uiting te
geven aan hun vreugde dat dr. Colijn het
voorzitterschap van het comité heeft aan
vaard. Hedenochtend om elf uur zouden de
besprekingen worden voortgezet.
richting van St. Maartensvlotbrug gewerkt.
Onmiddellijk bleek reeds, dat het onmoge
lijk was om den weg AlkmaarDen Helder
geheel schoon te krijgen. Op sommige ge
deelten moesten wij ons ertoe bepalen één
spoorrijbaan door de sneeuwbergen te ma
ken, maar tegelijkertijd werden op korte af
standen uitwijkplaatsen gemaakt. Tot en
met Dinsdag hebben de militairen uit Alk
maar daaraan gewerkt, terwijl die uit Den
Helder daarmede nu nog bezig zijn.
Ik stel er dan ook prijs op, mijn groote
erkentelijkheid te betoonen voor de bizon-
dere medewerking- die ik hiervoor van de
militaire autoriteiten mocht ondervinden.
Met lof gewaagde de ingenieur van den
door de militairen verrichten arbeid. De lei
ding was buitengewoon goed en de man
schappen hebben hard gewerkt. Wanneer
wij de militairen niet hadden gehad, aldus
spr., dan zou de zaak hopeloos vast zijn ge-
loopen. Zondag moest ik het A.N.P. nog ver
zoeken, rond te roepen, dat de weg benoor
den 't Zand geblokkeerd was. Zondagavond
was die moeilijkheid opgeheven, doordat wij
daar met eigen personeel, waarvoor spr.
eveneens vol lof was, tot 's avonds laat heb
ben gewerkt.
Van Nieuwjaarsdag tot nu toe is dit eigen
personeel, dag in dag uit en bij nacht en
ontij in touw, om het verkeer gaande te
houden.
Onder mijn dienst valt de rijksweg van
Velsen naar Alkmaar en van Alkmaar naar
Den Helder en u hebt persoonlijk kunnen
constateeren, dat wij er tot Vóór Donderdag
in geslaagd zijn, den weg nagenoeg sneeuw
vrij te houden
Wilt u mij eens iets over de organisatie
van uw dienst vertellen?
Met genoegen, aldus ir. In 't Veld, maar
steek dan eerst een sigaar op. De orga
nisatie is de volgende. Het arrondissement,
aan welks hoofd ik sta, is verdeeld in
dienstkringen en aan het hoofd van iederen
dienstkring staat een technisch ambtenaar.
Rechtstreeks onder de leiding van de tech
nische ambtenaren staan de kantonniers, die
op verschillende plaatsen van den weg ge-
stationneerd zijn. Iedere kantonnier verzorgt
een wegvale van zeven a tien kilometer.
Voor de gladheidbestrijding en sneeuwop
ruiming zijn zij voor hun gedeelte verant
woordelijk.
De gladheidbestrijding en sneeuwoprui
ming geschiedt met behulp van strooima-
chines en sneeuwploegen. De sneeuwploegen
worden door vrachtauto's getrokken, waar
voor een regeling is getroffen met vracht
auto-eigenaars, zoodat elke kantonnier over
voldoende auto's beschikt. Aangezien op
verschillende plaatsen de toestand anders
kan zijn, neemt iedere kantonnier zelfstan
dig het initiatief. Zij staan voortdurend in
verbinding met den technischen ambtenaar,
die weer voor omvangrijke maatregelen
met mij overleg pleegt.
Wij strooien met zout, omdat strooien met
zand heel weinig geeft. De hoeveelheid zout,
die gestrooid wordt, wisselt met de tempe
ratuur en de hoeveelheid ij zei, die er ligt.
U zult wel al heel wat zout hebben ver
bruikt in deze vorstperiode?
Ik schat die hoeveelheid, aldus de inge
nieur, op 160.000 K.G.
De kosten?
Gedurende Januari hebben die ongeveer
100 per K.M. bedragen, dus voor mijn
dienst ongeveer 6000. Ik stem toe, dat dit
een aardig bedrag is, maar de automobilis
ten betalen ook heel wat aan benzinebeias-
ting. Als zij niet kunnen rijden, komt er ook
geen benzinebelasting binnen.
In de ergste periode hebben wij zelfs met
ruw zout gestrooid. In minder erge perioden
gaat er een kleine hoeveelheid zand door.
Aanvankelijk betrokken wij het zout van
Boekeloo. De moeilijkheden met het spoor
wegverkeer maakten, dat wij dit zout niet
op tijd konden krijgen, waarom wij het met
auto's uit IJmuiden moesten laten halen.
Daar zijn n.l., met het oog op het visch-
transport, groote hoeveelheden zout opge
slagen. Dit zout moest weer gedenaturali
seerd worden, waarvoor wij de bizondere
medewerking verkregen van de ambtena
ren van de invoerrechten en accijnzen. Deze
ambtenaren verschenen vaak bereidwillig,
op verzoek van den technischen ambtenaar,
op een willekeurig weggedeelte om met be
hulp van petroleum, het zout te denaturali-
seeren.
Het werd ons wel duidelijk, dat aan het
sneeuwruimen en de gladheidbestrijding
op de rijkswegen voor het snelverkeer nog
al een en ander vastzit.
De taak van den ingenieur.
Wij maakten hierna van de toevallige ge
legenheid gebruik, om ir. In 't Veld te ver
zoeken, ons iets mede te deelen over zijn
algemeene taak.
Onder mijn arrondissement, aldus de heer
In 't Veld, ressorteeren in de eerste plaats
de rijkswegen; verdér de verdediging van
de Noordzeekust en de strandverbetering
tusschen IJmuiden en Den Helder. Ook het
Noord-Hollandsch Kanaal van Amsterdam
tot Den Helder is aan mijn zorgen toever
trouwd, benevens de Heldersche en Pette-
ner zeewering en de rijkszeehaven Nieuwe-
diep.
Wat nu al die werken betreft, komt het in
hoofdzaak neer op het beheeren, het onder
houden en het verbeteren van die werken.
Ook de voorbereiding en uitvoering van
nieuwe werken behoort tot mijn taak.
Wat de wegen aangaat, hebben wij het be
heer, het onderhoud en de verbetering van
den bestaanden rijksweg VelsenAlkmaar
Den Helder. In voorbereiding en uitvoe
ring is thans een nieuw wegvak, een omleg
ging van den rijksweg ten Oosten van Be
verwijk, in aansluiting op de te maken tun
nel te Velsen. Verder is er onder handen
een nieuwe weg van De Stolpen naar de
Van Ewijcksluis, de toekomstige .verbin
dingsweg LeeuwardenAlkmaar. Een ge
deelte van de aarden baan van dien weg is
reeds klaar en een tweede gedeelte is aan
besteed, ter lengte van 3 K.M. Daar bevindt
zich een slechte grondslag van den bodem;
een soort zeeperige klei moet worden uit
gegraven, waardoor dit 3 K.M.-gedeelte
reeds een half milllioen kost.
Wij gaan voortdurend door met de verbe
tering van de bestaande wegen. Langs den
geheelen weg van Velsen tot Den Helder is
een rijwielpad aangebracht. Vóór twee jaar
werd het wegvak HeemskerkCastricum
verbeterd en het vorige jaar het wegvak in
Heiloo. In den weg AlkmaarDen Helder
hebben wij in het Noorden thans een beton
weg onderhanden, Door He vorst zijn die
werkzaamheden gestagneerd. Regelmatig zal
met de betonneering van dien weg worden
voortgegaan.
De Friesche brug'.
De Friesche brug, die in samenwerking
met Alkmaar tot stand komt, zal een
350.000 kosten. Wij hebben daarvoor een
vóór-ontwerp gemaakt. Het definitieve
wordt uitgewerkt door de Directie Bruggen
van den Rijkswaterstaat in samenwerking
met ons. De toeritten zullen onteigend moe
ten worden of aangekocht en wij hebben het
zóó geregeld, dat daardoor geen stagnatie
kan ontstaan.
De brug wordt ongeveer 80 M. naar de
richting van de vlotbrug verschoven, hooger
gelegd, opdat er minder oponthoud voor de
scheepvaart ontstaat en als gevolg daarvan
moeten de toeritten langer worden. Zoo
spoedig als de omstandigheden het toe
laten, zal het werk worden uitgevoerd. Op
de staatsbegrooting is het geld ervoor uit
getrokken en overeenstemming met Alk
maar is verkregen.
Een groot onderdeel.
Een groot onderdeel van onzen dienst is
het beheer van de bestaande werken. Dit
beteekent het toezicht op de naleving van de
verschillende wetten en reglementen op
waterstaatsgebied. Zoo is er b.v. een ver
keerswet tegen lintbebouwing, waarbij het
verboden is, om naar den rijksweg een uit
weg te maken, zonder daarvoor een onthef
fing van de verbodsbepaling te hebben ver
kregen. Wij moeten zorgen, dat die wegen
hun nut blijven behouden voor het door
gaand snelverkeer en dus beletten, dat het
woonstraten worden. In het algemeen wordt
dus buiten, vóór de bebouwde kom, prac-
tisch nooit een uitweg toegestaan voor ge
wone bebouwing. In bizondere gevallen
gebeurt dit onder bepaalde voorwaarden,
b.v. dat men een parallelweg maakt, zoodat
de gebouwen niet rechtstreeks op den rijks
weg uitloopen en de leveranciers hun voer
tuigen niet op den rijksweg behoeven op te
stellen.
Voor het Noord-Hollandsch Kanaal geldt
een algemeen reglement voor politie van
rivieren en rijkskanalen, waarin het gebruik
van de kanalen en de oevers wordt gere
geld. Iemand, die een steiger wil maken ten
behoeve van een fabriek, aan het Kanaal
gelegen, heeft daarvoor vergunning noodig.
Vaak zijn de belangen van het wegverkeer
tegenstrijdig aan die van de industrie, te
wier behoeve b.v. het Kanaal dient.
Voor de geheele kust geldt het rijkszee-
weringreglement, op grond waarvan ge
meenten aan zee, die een badbedrijf willen
uitoefenen, van den Waterstaat vergunning
noodig hebben voor het plaatsen van tenten,
koetsen, enz. Daarvoor vragen wij van de
gemeenten, dat zij het onderhoud op zich
nemen van de buitenduinloop, voor het ge
deelte, dat in gebruik is.
Wij merkten op, dat wij in een enkele ge
meente het geluid hadden opgevangen, dat
gevreesd werd, dat de Waterstaat, op grond
van die bepaling, de gemeente voor storm
schade zou laten opdraaien.
Met nadruk verzekerde de heer In 't Veld
ons, dat dit niet het geval is. Wij streven
slechts naar ordening. De ervaring heeft ons
geleerd, dat daar, waar menschen komen,
deze de duinhellingen opgaan, waardoor de
door ons in stand gehouden duinbeplanting
en rietmattenbescherming vernield wordt,
hetgeen schade aan de zeewering als zooda
nig meebrengt. Daarom alleen centralisee-
ren wij het badleven, dat wij geenszins wil
len belemmeren. Een uitdrukkelijke voor
waarde is ook, dat op het strand een vrije
doorgang moet worden gelaten voor het pu
bliek. Ook aan vacantie- en gezondheidsko
lonies wordt het strand wel verpacht. Wij
houden wel degelijk in 't oog, met welke
doeleinden gepacht wordt, maar principieel
geven wij de vergunning niet aan éénlingen.
Bezuiden Camperduin bepaalt ons werk
zich tot het instandhouden van de duinhel
lingen. Benoorden de Hondsbossche zeewe
ring is de duinreep smal en tot Den Helder
ressorteert die onder den Rijkswaterstaat.
Op dat gedeelte zijn veel kunstwerken als
strandhoofden, enz., noodig en duizenden
zijn jaarlijks noodig om dit gedeelte in goe
den staat te houden.
Het arrondissement is verdeeld in vier
dienstkringen. Aan het hoofd van iederen
dienstkring staat een technisch hoofdamb
tenaar of een technisch ambtenaar. Eén van
ben is gestationneerd in Amsterdam en be
heert het Zuidelijk gedeelte van het N.H.
kanaal; de tweede, gestationneerd in Alk
maar, beheert het middengedeelte van het
kanaal, den weg Velsen-Alkmaar en den
weg Alkmaar-Den Helder van Alkmaar tot
de Jacob Klaassensluis plus de kust tot
Camperduin. Twee technische ambtenaren
wonen in Den Helder. Eén van hen beheert
de kust tusschen Petten en Den Helder en
de andere het Noordelijk gedeelte van het
N.H. kanaal, het Noordelijk gedeelte van
den weg Alkmaar-den Helder en de rijks-
zeehaven Nieuwediep.
Op onze vraag deelde ir. In 't Veld nog
mede, dat hij sinds Mei 1938 in Alkmaar ge
stationneerd is, daarvóór in Den Bosch be
last was met het beheer van de Oostelijke
helft van Noordbrabant en dat hij vóórdien
zes jaar in Hoek van Holland heeft gewerkt.
De heer In 't Veld moet dus wel op zeer
jongen leeftijd de ingenieursbekwaamheid
hebben behaald, want als men hem zoo aan
ziet, dan is het haast ongelooflijk, dat hij al
tien jaar als zoodanig werkzaam is.
Na een woord van dank voor het verleen
de onderhoud, namen wij afscheid van den
man, die ons ter voorlichting van het publiek
zoo welwillend te woord had gestaan. u
113. Binnengekomen, zegt 't vrouwtje: „Je bent hier
veilig, hoor elfje. Je kunt van hieruit veilig verder' rei
zen. Peter moet dan met je mee. Nu wil ik graag, dat
jullie naar de winkel boven op de berg gaat om een
paar boodschappen voor mij te doen. Hier is een mandje
Peter". Vrolijk lopen ze beide het pad over de heuvels
op naar boven.
0**a/
#-
114. Myra loopt een eind vooruit 'tpad op, zodat Peter
haar al spoedig niet meer zien kan. Ineens hoort hy gil
len. „Help, help, de Zwartvoeters. Help!" Het is waar,
de boze kereltjes hebben gemerkt, dat Myra toch op de
terugweg is. Ze verscholen zich in een hol, vlak bij het
huisje van de oude vrouw.