DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. EEN NIEUW HANDELSVERDRAG TUSSCHEN MOSKOU EN BERLIJN. De strijd tegen het communisme. Heftige aanvallen op de Mannerheim-linie. „Waar wij staan komt geen vijand door". De vastberadenheid der Finsche bevolking. Japan zegt arbitrage verdrag met Neder land op. 24 GRADEN ONDER NUL! De algemeen© toestand. WIE KENT DE WAARHEID ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Ho. 37 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 13 Februari 1940 PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. EERMS. COSTER ZOON, Voordans C postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang Te Moskou is een nieuwe Duitsch-Russisch handelsverdrag onderteekend tot een bedrag van een milliard rijksmark. Er is maandenlang over de tot stand koming van dit verdrag onderhandeld. De economische overeen komst voorziet in den uitvoer van grondstoffen uit Rusland in ruil voor Duitsche industrieproducten en de bedoeling is, dat reeds in het eerste jaar de omzet grooter zal worden dan in eenig jaar na den wereldoorlog. Zooals bekend, was in Augustus reeds een handelsverdrag van 200 mil- lioen rijksmark afgesloten. De groote transportmoeilijkheden in Rusland en de i.ezwaren van Duitsche zijde om in oorlogstijd groote indusfrieele hestellingen uit te voeren zijn tot dusver de oorzaak geweest, dat het han delsverkeer niet zoo doeltreffend was als men in beide staten wel ge- wenscht had. In Zweden is men op groote schaal een vervolging van de communis ten begonnen en het ligt in de bedoeling elke communistische actie, welke het land in gevaar kan brengen, volkomen uit te roeien. Ook in België wordt de anti-communistische actie sterker en in Frankrijk worden vrijwel dagelijks personen gearresteerd van wie men vermoedt, dat zij tot een communistische organisatie Dehooren. De Russische infanterie blijft voortdurend de Mannerheim-linie aan vallen in den Sumna-sector en bij Taipale. Men vermoedt, dat het Rus sische opperbevel vóór 28 Februari een doorbraak wil forceeren, omdat op dien datum de oprichting van het roode leger herdacht wordt. Een onzer medewerkers „ergens in Fin land" schrijft ons het volgende over den moed der Finsche soldaten en de kalme vastberadenheid der Finsche bevolking: Wanneer de omstandigheden het moeilijkst en gevaarlijkst zijn, kan men het best beoordeelen hoe het wezen en het karakter is van den enkelen mensch maar ook van een heel volk. Zoo kwam ik in gesprek met een jonge Finsche vrouw, die sinds ongeveer twee jaar met haar man in het hooge Noorden van Lapland, aan den oever van het Inari-meer woonde, en daar on danks den oorlog tot kort voor Kerst mis gebleven was. Toen had zij de houten woning, welke haar man eigen handig had gebouwd, moeten verlaten op bevel der autoriteiten. Zij was liefst zoo dicht mogelijk bij haar man geble ven, die nog Noorderlijker, nabij Petsa- mo, tegen de Russen streed. Maar nu is zij in een Zuidelijker deel van Fin land en wachtop den vrede en op haar man. Zij was niet bang, alleen in haar woning in den Poolnacht in het eenzame Lapland, waar op elke tien vlerkante kilometers één mensch woont. En zij is niet ontmoedigd, nu zij hier, ver van haar man en woning, slechts kan wachten en hopen Wanneer men spreekt met deze Finsche vrouw, die uit een verre grensstreek naar het centrum des lands is gekomen, voelt men een stijgende bewondering voor zoo veel kalmte en zelfvertrouwen. Vraagt men naar de lange treinreis, of er onderweg Russische vliegeraanvallen waren, dan luidt gewoonlijk het antwoord: „Het was heele- maal niet erg, ik ben niet bang". Houdt men aan met de opmerking, dat bomaanval len toch wel éénige gemoedsbeweging moeten veroorzaken en het hart er toch wel iets sneller bij kloppen zal dan krijgt men ten antwoord: „Wel nee, mijn hart bleef er rustig bij; ik zou als .het mocht dadelijk te rugreizen naar mijn huisje met twee kamers Mijn man heeft het zelf gebouwd". Deze volstrekte innerlijke rust en zelfverzekerd heid, welke door niets geschokt kan wor den, is een der opmerkelijkste eigenschap pen van het Finsche volk in deze zware dagen. Het is evenzoo bij de Finsche soldaten, die men wel eens spreekt wanneer zij met enkele dagen verlof achter het front ver toeven. „Het gaat er voor ons niet om, zoo zeggen zij, terug te keeren of niet, maar wij willen standhouden en zooveel vijanden on schadelijk maken als wij kunnen, vóór wij zelf getroffen worden. Wij rekenen er zelfs niet op weer thuis te zullen komen. Wij zeg gen slechts: Hier waar wij staan komt geen v ij and door. Zoo denken wij er allen over". Zoo is Finland, en alleen zoo is het te ver klaren, waarom dit kleine Finsche leger aan de overmachtige Sovjet-weermacht tot dusver met zooveel succes weerstand kon bieden. Een ander voorbeeld: in een klein dorp in Midden-Finland sprak ik onlangs met boerenmenschen die geëvacueerd waren uit het strijdgebied op de Karelische landengte. Het waren echte grensland-boeren, die zich duidelijk bewust waren welke plichten dit met zich bracht. Hun heele leven was strijd.- Toen zij hun boerderijen verlieten hebben zij zelf deze in brand gestoken. De vijand mocht van hun arbeid geen vruchten pluk ken. En zij hebben slechts één gedachte, zoodra het land weer vrij is en in vrede op het voorvaderlijk erf opnieuw beginnen en wat verwoest is weer opbouwen. Wéér in de grensstreek. Deze volstrekte innerlijke rust, deze zelfbeheersching en dit vertrouwen gaan gepaard met een ontembaren moed en een onschokbare vastberadenheid. Wanneer een vreemdeling voor het eerst met een Fin in persoonlijk contact komt, kan men eigen lijk van „contact" niet spreken. Er lijkt een muur tusschen te staan. Dat is geen gevolg van wantrouwen, ook niet van zwaarmoe- moedigheid en zwaarmoedig is de Fin! maar het is een kwestie van tijd. Is ech ter de persoonlijke band eenmaal aanwezig, dan kan men rotsvast op den Fin vertrou wen. Onder het vervaarlijkste en isegrim- migste uiterlijk blijkt dan soms wel de ge- moedigste en hulpvaardigste mensch, die men zich voor kan stellen, te schuilen. De sterke kracht, men zou kunnen zeggen oerkracht, welke thans in het Finsche volk aanwezig blijkt, is een gevolg van een eeuwenlangen strijd tegen vreemde in dringers en van een ononderbroken strijd met een harde natuur om het dagelijksch brood. Daarbij is naast physieke en moreele kracht, ook het gezonde verstand ver scherpt. Men kan met de eenvoudigste Fin sche menschen verrassend ontroerende en verhelderende gesprekken voren; hun oor deel is zuiver, hun verstand werkt lijnrecht. Zoo behoeft het niet te verwonderen, dat zich in Finland een geheel zelfstandig en cultureel leven heeft ontwikkeld. Ondanks alle doorstane moeilijkheden en rampen heeft de Finsche mensch zijn geestkracht ongeschokt behouden, omdat hij nimmer het heilzame rechtstreeksche contact met de natuur heeft verloren. Sinds vele eeuwen wonen de Finnen in een land, waar de na tuur hooge eischen stelt - eischen, waar een verwende 'West-Europeesche stadsbewoner waarschijnlijk niet tegen opgewassen zou zijn. De Fin echter gevoelt dit niet als een zware last, maar vindt in zichzelf overgeërf de krachten, welke het hem mogelijk ma ken den strijd met de machtige natuur aan te binden. Hij heeft een verrassend groot uithoudingsvermogen, een groote energie, het gevoel eener onoverwinnelijke inner lijke zekerheid: „Het zal me wel lukken!" Hier liggen de diepste wortels van den Finschen volksaard. Wanneer men in de zen tijd gaarne spreekt van een „Noorschen" geest, dan dient men te erkennen, dat deze geest in ieder geval in het Finsche volk is belichaamd. Zoo zal men ook begrijpen, daf voor den vreemdeling in Finland de mooi ste belevingen zijn Finsche menschen be ter te leeren kennen. Bereid om over nieuw verdag met Nederland te onderhandelen. De woordvoerder van het Japansche mini sterie van buitenlandsche zaken heeft mede gedeeld, dat de Japansche regeering de noo- dige formaliteiten heeft vervuld voor het beëindigen van het verdrag van arbitrage met Nederland op 11 Augustus a.s. Het bij dit op 19 April gesloten vedrag gevoegde protocol bepaalt namelijk, dat in geval wijziging komt in de wettelijke positie van Japan ten opzichte van het permanente hof van internationale justitie als uitvloeisel van het uittreden van Japan uit den Volken bond, de beide contracteerende partijen overleg dienen te plegen over al of niet her zien der bepalingen in het verdrag welke betrekk'ng hebben op bet permanente hof van internationale justitie. Het uittreden van Japan uit den Vol kenbond en de wijziging in de betrekkin gen van Japan met het permanente hof van internationale justitie hebben dit land de noodzaak doen inzien, enkele technische herzieningen in het verdrag toe te passen. De Japansche regeering heeft derhalve de Nederlandsóhe regeering verzocht, zoo spoe dig mogelijk besprekingen te openen tot herziening van het verdrag, waaromtrent, de beide regeeringen het eens geworden zijn. De Japansche regeering heeft op grond der bepalingen van 'artikel 25 van het ver drag de noodige stappen gedaan - om de gel digheid van het verdrag op 11 Augustus a.s. te doen afloopen. De Japansche regeering heeft dit alleen gedaan, omdat zij door het verdrag niet langer gebonden wil zijn in geval de -besprekingen over herziening van het verdrag tegen dien datum niet tot re sultaat hebben geleid. Met het oog op deze omstandigheden, aldus 'besloot de zegsman, hoopt de Japansche regeering oprecht op een herziening en het sluiten van een nieuw verdrag voordat het opgezegde verdrag af loopt. Van bevoegde zijde wordt nog vernomen, dat de opzegging van het verdrag door Ja pan niet geschiedt om politieke redenen, doch uitsluitend met het doel, voor 12 Aug. technische wijzigingen in het verdrag aan te brengen, daar dit anders in den huidigen vorm automatisch voor den duur van vijf jaren zou worden verlengd. (Overigens wordt verwezen naar het com munique, dat het ministerie van buitenland sche zaken te Den Haag te dezer zake heeft gepubliceerd) Een Japansche commentaar. Bevoegde waarnemers hopen, aldus Do mei, dat bij de besprekingen tusschen Japan en Nederland over het sluiten van een nieuw arbitrageverdrag spoedig tot een vriend schappelijke regeling zullen leiden. Er wordt op gewezen, dat het arbitrageverdrag los staat van het handelsverdrag tusschen de beide landen, dat nog steeds geldig is, doch met het oog op de oude traditioneele vriend schap tusschen de beide landen hopen be doelde kringen, dat het bestaande arbitrage verdrag herzien en vernieuwd zal worden, teneinde het aan te passen aan den nieuwen toestand, ontstaan door het uittreden van Japan uit den Volkenbond en het Haagsche Hof. Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat Japan met het oog op de speciale betrek kingen met Nederland te Den Haag een ver tegenwoordiger accrediteert, die bijna den rang van ambassadeur heeft. De oud-minis ter van buitenlandsche zaken Hirota was gezant te Den Haag voor hij als ambassadeur naar Moskou werd overgeplaatst. Wijlen Hirosji Saito was eveneens gezant te Den Haag voor hij als ambassadeur te Washing ton werd geplaatst. HET FRANSCHE LEGERBERICHT. Het Fransche legerbericht van vanochtend luidt: „Niets te melden". Het Fransche legerbericht van gisteravond luidt: Niets belangrijks te melden. DE AANVARING VAN DE „FLANDRES". Tengevolge van de aanvaring is in de wand van de „Flandres" een gat ontstaan, waar door het water binnenstroomde. Het schip was met een lading vischlijm op weg van Antwerpen naar Montevideo. Het had juist een controlebasis verlaten. De laagste hier te lande waargenomen tem peratuur. Naar wij van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Insti tuut te de Bilt vernemen, is van morgen in ons land de laagste tem peratuur geregistreerd, welke ooit in ons land is waargenomen, Na den sneeuwval van gisteravond is een opklaring gevolgd, terwijl de wind tot zwak afnam. Hiermede waren de voorwaar den geschapen tot het optreden van buiten gewoon lage temperaturen, vooral in het Noordoosten en Oosten van ons land. Vanmorgen werd op het vliegveld Eelde een temperatuur van -24 gr. celsius waargenomen, terwijl het vliegveld Twente -23 graden had. Zoo lang regelmatige, gecontro leerde waarnemingen in ons land plaats vinden, is de temperatuur nog niet zoo laag geweest. Het vorige record werd op 31 Dec. 1923 gevestigd te Avereest. De temperatuur be droeg toen -22.3 graden celsius. Dit is du® thans op dubbele wijze geslagen. Gemiddeld over ons geheele land was de ochtendtemperatuur vandaag 16 U graad celsius beneden normaal. Ook in de hoogere luchtlagen is het bui tengewoon koud. Gisteren werd op 2000 M. hoogte een record geëvenaard. DE SNEEUWVAL IN HONGARIJE. Door den aanhoudenden sneeuwval zijn alle verbindingen tusschen subkarpatisch Rusland en het overige deel van Hongarije verbroken. In een dal bij Tarackraszna een groep arbeiders bedolven door eén sneeuwmassa van 50 meter breed en 10 me ter hoog. Hoewel onverwijld reddingspogin gen in het werk werden gesteld, heeft men weinig hoop. Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad. Het is te begrijpen, dat president Roose velt om een juisten kijk op de Europecsche toestanden te krijgen, besloten heeft om maar eens een van zijn eigen vertrouwde mannen over den Oceaan te sturen, die zich waarschijnlijk niet alleen zal laten vertellen wat men hem graag wil laten gelooven, maar zich met eigen oogen van de toestan den zal willen overtuigen. Wij hebben reeds vroeger op de merk waardige tegenspraken gewezen naarmate een zelfde gebeurtenis uit Londen dan wel uit Berlijn werd gemeld en nog voortdurend blijkt er bijvoorbeeld na een aanval van Duitsche vliegtuigen op de Britsche kust een merkwaardig verschil in de diverse oorlogscommuniqué's over de daarbij ver kregen resultaten. Het aantal neergeschoten vliegtuigen varieert zeer sterk wanneer Engeland en Duitschland er tegelijkertijd melding van maken. Van Engelsche zijde is het zoo groot mogelijk en vermeldt men tegelijkertijd nog het aantal zwaar beschadigde machines, die zeker op den terugweg verloren zijn gegaan en van Duitsche zijde wordt gewoonlijk be richt, dat alle machines behouden in hun bases zijn teruggekeerd. Is dat niet het geval dan worden de ver liezen zoo klein mogelijk geraamd en stelt men daartegenover onmiddellijk de enorme schade welke aan Britsche schepen of ver sterkingen werden berokkend, wat van En gelsche zijde dan dadelijk tot een zoo ge ring mogelijk succes voor den vijand terug gebracht wordt. Slechts wanneer 'de feiten onloochenbaar en door ieder te controleeren zijn, volgen de bekende communiqué's: „Twee of drie vliegtuigen keerden niet terug", óf „de ad miraliteit betreurt het te moeten mededee- len, dat Z.M. torpedoboöt X of onderzeeër IJ als verloren moeten beschouwd worden". Als de Amerikaansche onderzoeker bin nenkort in Berlijn en in Londen is, zal hij een goed werk doen door zich in beide hoofdsteden eens ernstig te vergewissen van de toestanden in het door Duitschland bezette gebied van Polen, want wat daar over van beide zijden gemeld wordt, staat zóó tegenover elkaar, dat de neutrale toe schouwer er geen hoogte van kan krijgen. Men mag veilig aannemen, dat de toe stand van de arbeidersklasse in het vroegere zelfstandige Polen niet bijzonder gunstig is geweest. Daarover heeft een onzer mede werkers, die Polen onmiddellijk na de annexatie bezocht, wel eens een boekje opengedaan en het is trouwens eveneens gebleken bij de opening van de onlangs in Parijs samengestelde Poolsche vertegen woordiging, waarvan Paderewski de voor zitter is geworden. Zoowel hij als de tegenwoordige Poolsche president, hebben toen openlijk verklaard, dat er ten opzichte van armere deel der be volking een afkeurenswaardig beleid is ge weest, dat straks dat wil zeggen na den oorlog in den weer op te bouwen staat niet meer zal kunnen voorkomen. Het is toevallig, dat er Zaterdag tegelij kertijd twee redevoeringen over hetzelfde onderwerp zijn gehouden, waarbij de spre kers een Brit en een Duitscher tot ge heel verschillende conclusies zijn gekomen. De Engelschman was Kingsley Wood, de Engelsche minister van Luchtvaart, die Europa gewezen heeft op de ontzaglijke ver schrikkingen, welke thans aan het ongeluk kige Poolsche volk zijn opgelegd. De toe standen daar aldus de minister zijn afschuwelijk en veel erger dan in het door Rusland bezette Polen. Kingsley Wood heeft daarbij verteld, dat men poogde de bevolking te terroriseeren door op goed geluk uitgekózeri lieden neer te schieten en de natuurlijke leiders van de nationale beweging te decimeeren. De Pool sche regeering, aldus de minister, raamt het aantal reeds doodgeschoten personen op niet minder dan 15.000. Er hebben zich gevallen van zware foltering voorgedaan, de toestan den in de concentratiekampen zijn ontzet tend en de godsdienst wordt stelselmatig vervolgd. Dienzelfdén dag deed Dr. Frank, de gou verneur-generaal in het thans onder Duit sche bezetting staande Poolsche gebied, een beroep op de pers om hem te helpen in Po len een vreedzame gemeenschap te vestigen. Hij wees er daarbij op, dat men steden heeft aangetroffen met een half millioen in woners die geen rioleering bezitten. De boer was verwaarloosd, de arbeider zonder socialen voorzorg en zonder ziekenzorg, de ambtenaren waren zonder garantie voor hun betrekking en de loonen waren buitenge woon laag. Gemiddeld huisden acht personen in één kamer en was er één bed voor drie men schen beschikbaar. Dr. Frank ontkent, dat hij duizenden menschen heeft laten neerschieten of om komen en zegt, dat in de kerken de gods dienstplechtigheden ongestoord voortgang hebben. En tegenover de folteringen in de con centratiekampen stelt hij de mededeeling, dat er in geheel Polen niet één concentratie kamp is te vinden. Nergens wordt thans meer honger geleden en thans werken, on der veel betere sociale toestanden, weer 380 groote bedrijven waarin reeds 800.000 arbei ders een bestaan hebben gevonden. De neutralen, die van beide redevoeringen kennis nemen en onbevooroordeeld den toe stand moeten bekijken, staan bij dergelijke tegenstrijdigheden voor een raadsel. Wie moet men gelooven en wie niet? Het is bekend, dat de binnenrukkende Duitsche troepen onverbiddellijk zijn opgetreden tegen Polen, die zich aan Duitsche gezinnen hadden vergrepen. Het is ook bekend, dat Polen op sociaal gebied, naast Rusland, een der achterlijkste staten van Europa was. En men mag wel aannemen, dat onder Duitsch toezicht aan vele verouderde toe standen een einde is gemaakt en dat daarbij vaak allesbehalve zachtmoedig is opgetre den. Maar toch: hoe kan men priesters ver moorden als de overheid den godsdienst on gemoeid laat? Hoe kan men de toestanden in concentratiekampen ontzettend noemen als die kampen daar niet zouden zijn? Men moge met zijn sympathie in den grooten strijd aan den eenen of aan den an deren kant staan en daarom voetstoots als waarheid aannemen wat in Londen of in Berlijn wordt verzekerd, maar eigen zeker heid heeft men daarbij niet. Juist gister heeft men in Duitschland de tweede gecompleteerde uitgave doen ver schijnen van een vele officieele verklarin gen en foto's omvattende verzameling docu menten betreffende gruweldaden waarvan in Polen wonende Duitschers het slachtoffer zijn geworden, waarbij men van een Pool sche terreur spreekt waaraan 58.000 men schen ten offer zjjn gevallen. En tegelijkertijd bericht men uit Parijs, dat er op het oogenblik een geweldig offen sief van leugenberichten aan den gang is. Het is geen wonder, dat, bij al dergelijke tegenspraken, president Roosevelt eens een volkomen onbevooroordeeld man naar Euro pa gaat zenden, die zich van de waarheid van allerlei kwestie te linker- en te rechter zijde door een persoonlijk onderzoek kan overtuigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1