DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Heftige protesten in verband met het
incident van de Altmark.
Londen en Pqrijs overwegen een recht-
streeksehe actie tegen Ruslond.
Tienduizend Garibaldisten naar Finland.
Moeten de geallieerden het Duitsch-Russisch
samengaan als één geheel beschouwen
Sneller hulp voor Finland.
De positie van Noorwegen.
Rede van Lord Chatfield.
De algemeene toestand.
Noorwegen
tusschen hamer
en aambeeld
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0-25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. EERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ho. 42 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK. Maandag 19 Februari 1940
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
142e Jaargoag
De algemeene aandacht is voor heden gevestigd op het incident met de
Altmark, het Duitsche gewapende koopvaardijschip, dat 400 Britsche zee
lieden als gevangenen aan boord had en dat in Noorsche territoriale wateren
door een Engelschen torpedojager geënterd is, waarna de gevangenen be
vrijd werden.
Noorwegen protesteert tegen de gebiedsschending, Engeland tegen de onvol
doende Noorsche maatregelen en Duitschland tegen het feit ,dat de Noren
geen verzet boden toen deze schending van neutraal gebied plaats vond.
Wat er uit al deze protesten en vooral uit de Duitsche verzekering van re
presailles zal voortkomen, is op het oogenblik niet te overzien, maar de
positie der kleine neutralen is er zeer gevaarlijk door geworden.
Londen en Parijs hebben besloten de hulp van Finland te vergrooten
door oorlogsmateriaal in grootere hoeveelheid sneller te verzenden. Men
stelt zich daar thans de vraag of, wanneer de Finsche weerstand dreigt in
te storten, de toestano ernstig genoeg is om een rechtstreeksche actie in een
of anderen vorm tegen Rusland te rechtvaardigen. Wat de houding tegen
de neutralen betreft wordt medegedeeld, dat de geallieerden niet langer
kunnen toestaan, dat de eerbied, welke zjj voor de. rechten der neutralen
hebben getoond, door Duitschland geëxploiteerd wordt.
Maarschalk Mannerheim heeft in een proclamatie medegedeeld, dat
buitenlandsche hulp thans in groote mate arriveert. Naar uit Italië wordt
gemeld, hebben tienduizend Garibaldisten besloten dienst in het Finsche
leger te nemen.
De aandacht der Engelsche leiders en der
openbare meening in den loop der vorige
week was hoofdzakelijk gericht op de ont
wikkeling der operaties in Finland.
Hoe de kwestie van vervoer van gewa
pende troepen door Scandinavië uitgesloten
wordt, blijft de vraag, of men door het zen
den van vrijwilligers voldoende aanvulling
kan geven voor de onvermijdelijke ver
zwakking van den menschelijken Finschen
weerstand.
Tegenover deze kristallisatie van den
toestand hebben Londen en Parijs be
sloten zeer aanzienlijke zendingen van
materiaal te versnellen.
Wat de vliegtuigen betreft stuurt men ze
thans direct door de lucht. In dit opzicht
is er reden om te gelooven, dat de Finnen
weldra in staat zullen zijn op doeltreffende
wijze te reageeren op de Sovet-Russische
luchtaanvallen. Wat het materiaal der artil
lerie, anti-tankgeschut, enz., betreft, is de
verzending door de Scandinavische landen
heden versneld, terwijl de zendingen bijzon
der talrijk waren.
Het tweede probleem, dat opgelost
moet worden is de vraag, of, ingeval
de bijstand in dezen vorm onvoldoende
mocht blijken en de Finsche weerstand
mócht dreigen in te storten, de toestand
ernstig genoeg is om een rechtstreek
sche actie in een of anderen vorm tegen
Rusland te rechtvaardigen.
Met andere woorden, moet men het zoo
zien, dat de strijd in Finland een onafschei
delijk deel uitmaakt van het conflict van
den eersten graad, dat door de geallieerden
wordt uitgevochten, en moet het Duitsch
Russische samengaan als één geheel worden
beschouwd?
Deze kwestie is te ernstig om licht
vaardig te kunnen worden opgelost. Het
eenige, dat categorisch op dit oogenblik
gezegd mag worden, is, dat de Engel
sche en Fransche leiders op die vraag
niet ontkennend hebben geantwoord, dat
de kwestie openblijft en het voorwerp
vormt van bijna voortdurende raadple
gingen tusschen Parijs en Londen met
heel het technische onderzoek, dat een
dergelijk onderwerp van zorgen met
zich mede kan brengen van den kant
der specialisten en generale staven.
De geallieerde houding jegens
de neutralen.
Er heeft zich intusschen tusschen Groot-
Britannië en Noorwegen een incident voor
gedaan, dat in staat is een groot aantal be
langrijke punten op te werpen, onder de
meer rechtstreeksche kwesties, die opko
men, bevindt zich, de vraag of de gealli
eerden zich van nu af aan tevreden zullen
stellen met de vage verzekering, dat de
Noorsche territoriale wateren geëerbiedigd
worden, terwijl de ervaring, ondanks den
goeden wil der regeering van Oslo, verschei
dene malen de onmogelijkheid heeft bewe
zen om de schend'ng der neutraliteit te be
letten.
De krachtige houding van Engeland
bewijst, dat de tweede phase bereikt is
in de ontwikkeling der houding jegens
de neutralen, d.w.z. dat de geallieerden
niet veel langer meer zullen kunnen
toestaan, dat op eenigerlei wijze de
eerbied, welke steeds door de geallieer
den is getoond voor de rechten der neu
tralen, wordt geëxploiteerd door
Duitschland.
Wanneer tot dusver niet tot een actie werd
overgegaan, was dit omdat de geallieerden
zich tot het uiterste wilden onthouden van
iedere pressie op een kleinen staat, waar
mede zij de meest vriendschappelijke be
trekkingen onderhielden. Het is niet onmo
gelijk, dat de gebeuretnissen dezer dagen tot
gevolg hebben, dat deze kwestie weer aan
de orde komt.
De Noorsche minister van buitenland
sche zaken Koht heeft Zaterdagavond te
Trondheim het woord gevoerd en gezegd,
dat de positie van Noorwegen op het
oogenblik misschien meer gevaren inhoudt
dan gedurende den oorlog van 1914/18.
Er zijn van de zijde der westelijke mo
gendheden zekere stemmen vernomen,
waarbij gezegd werd, dat wij den oorlog
tegen Duitschland moesten ingaan.
Noorwegen heeft zijn vreedzame politiek
gehandhaafd, zelfs in het geval van Fin
land. Toch is Finland onze buur en zijn
wij met dat land door vriendschapsbanden
verbonden. De aanval op Finland moet
aanleiding geven tot de verdenking, dat
Rusland plannen heeft ten aanzien van
ons en dat Finland ook voor ons vecht.
Noorwegen heeft innige sympathie met
Finland en toch zou uitbreiding van het
strijdtooneel niet alleen gevaar voor ons
zelf beteekenen, doch ook voor Finland,
omdat ons land het slagveld zou kunnen
worden voor de oorlogvoerenden. Onze
verdediging is zoodanig opgebouwd, dat
wij de verwachting mogen hebben ons
land te kunnen verdedigen, doch niemand
kan hulp van ons verwachten.
Wij zullen niet vrijwillig afstand doen
van onze neutraliteitspolitiek.
Sprekende over.de gevaren, waaraan de
Noorsche scheepvaart staat blootgesteld,
zeide Koht, dat in de meeste gevallen bij
het zinken van schepen duidelijk het be
wijs is geleverd, waar de verantwoorde
lijkheid moet. worden gezocht.
Wat de neutraliteitsschendingen be
treft, aldus Koht, is het ernstigste geval
geweest dat van de Altmark. Wij hebben
krachtig geprotesteerd tegen deze brutale
neutraliteitsschending, doch het is duide
lijk, dat wij niet in staat waren in dat ge
val onze neutraliteit te verdedigen,
Admiraal lord Chatfield, de Britsche mi
nister voor de coördinatie van defensie,
heeft in een rede te Cardiff, een overzicht
gegeven van de oorlogssituatie. Hij zeide
o.a.:
Indien Duitschland gedurende eenigen
tijd onze handelswegen in- den Atlantischen
Oceaan kon belemmeren door schepen als
de Graf Spee, of, door aanvallen van duik-
booten, of door mijnen en vliegtuigen onze
schepen zou kunnen verhinderen onze ha
vens te gebruiken, dan zouden wij werke
lijk in gevaar verkeeren.
Wanneer Duitschland er toe besluit een
bepaalde actie te ondernemen waarvan het
voordeel verwacht, dan laat het elke over
weging van wet of menschelijkheid buiten
beschouwing. De praktijk van moord op
open zee is een typisch Duitsche uitvin
ding, welke uitsluitend eigen was aan zee-
roovers. Gelukkig was onze vloot op deze
verraderlijke actie goed voorbereid. Ik denk
zelfs dat de duikbootenvloot sneller ver
mindert dan nieuwe eenheden kunnen wor
den bijgebouwd. Eveneens zullen wij de zee
zuiveren van de Duitsche mijnenvelden.
Maar wij blijven de zeeën beheerschen.
Sprekende over den oorlog in de lucht zei
de Chatfield: Ik vertrouw dat onze dap
pere piloten in den strijd om de superiori
teit van de lucht de overhand zullen hou
den. Op het juiste oogenblik zullen wij on
ze groote en steeds toenemende luchtmacht
in'den strijd werpen.
Op het oogenblik hebben wij zes of ze
venmaal het aantal van de manschappen
van voor den oorlog in opleiding, ruim een
millioen man.
Ik ben er van overtuigd, dat de Engel
schen en Franschen niet vreedzaam met de
Duitschers kunnen samenleven, zoolang de
massa van het Duitsche volk aanvaardt,
gehoorzaamt en uitvoert de kwade beginse
len van de huidige heerschers.
Zooals de omstandigheden hebben aange
toond. De koelbloedig berekende en onmo
gelijke eischen, welke aan Finland gesteld
zijn en de aanval op het dappere land ge
schiedt niet en daar verheugen wij ons om,
door een bondgenoot van ons. De dappere
tegenstand van Finland heeft aan de we
reld van lof voor deze dappere natie ont
lokt en sommige landen hebben daadwer
kelijk hulp verleend. Doch indien Finland
het Finsche volk, evenals Polen verwoest
wordt en tot erger dan slavernij gebracht
wordt, zal dit stellig een zwart merkteeken
zijn op het geweten van dé beschaafde
wereld.
CONFERENTIE VAN MINISTERS VAN
NOORSCHE LANDEN.
Op 24 en 25 Februari zal in Kopen
hagen een conferentie worden gehou
den van de ministers van buitenland
sche zaken der vier Noorsche landen.
ONDERHANDELINGEN MET DE
ORGANISATIES VAN DEENSCHE
ZEELIEDEN.
De minister van handel heeft besprekin
gen gevoerd met de vertegenwoordigers van
de zeelieden-organisaties over de moeilijk
heden van de zeevaart. De minister ver
klaarde, dat hij de ongelukken van den
laatsten tijd betreurt, alsmede het groote
verlies van. menschenlevens, dat hiervan
het gevolg is geweest.
De vertegenwoordigers van de zeelieden
organisaties dankte den minister voor de
voorzorgen, welke hij heeft genomen-
Vervolgens werd een aantal vraagstuk
ken, welke voor de zeevaart van belang zijn,
besproken. De besprekingen zouden heden
worden hervat.
DE NIEUWE BULGAARSCHE
REGEERING.
Een verklaring van Popoff,
De nieuwe minister van buitenlandsche
zaken van Bulgarije heeft de vertegenwoor
digers van de pers ontvangen. Hij dankte
hen voor de hulp, welke zij hem hebben ge
geven en verklaarde vervolgens, dat hij de
politiek van Kiosseivanof, met wien hij door
banden van vriendschap is verbonden, voort
zal zetten. Zijn streven is er op gericht Zuid
Slavië en Bulgarije nader tot elkaar te
brengen. Hij wees hierbij op de verklaring
van den nieuwen minister-president Filoff,
die heeft gezed de politiek van vrede en neu
traliteit voort te zullen zetten.
FRANSCH LEGERBERICHT VAN
ZONDAGAVOND.
Het Fransche communiqué van Zon
dagavond luidt:
Na een zeer krachtige voorbereiding
door mijnwerpers heeft de vijand een van
onze posten aangevallen ten O. van de
Moezel. De aanval mislukte volkomen. Op
andere punten van het front bedrijvigheid
van patrouilles over en weer.
Het Fransche ochtendlegerbericht zegt!
„Ten oosten van de Nied is een onzer de
tachementen in een vijandelijke hinderlaag
gevallen. Het heeft verliezen geleden. Vuur
uit de kazematten aan beide zijden van den
Rijn".
ONBEKEND DUITSCH VAARTUIG IN
BRAND.
Uit Stavanger wordt gemeld:
Een onbekend Duitsch stoomschip staas
in brand buiten de Noorsche territoriale wa
teren. Het schip werd achtervolgd door
Britsche oorlogsbodems. Het is nog niet be
kend of het vaartuig in brand geraakt ia
door schoten van de oorlogsbodems of dat d®
bemanning het schip zelf in brand heeft ge
stoken.
Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.
Het is een droevig beeld van rechteloos
heid, dat de wereld in-deze dagen vertoont.
Plechtig gesloten verdragen zijn van geen
beteekenis zoodra het eigenbelang van den
grootere en sterkere daarmede in botsing
komt en den kiemen en zwakken blijft
slechts het recht te mogen protesteeren
zonder eenige hoop, dat van die protesten
nota zal worden genomen.
En naarmate het recht van den sterkste
langer zegeviert en het onrecht op grooter
schaal geschiedt, verliest men langzamer
hand zijn objectiviteit in de beoordeeling
wat recht en wat onrecht is en zij, die daar
van in dubbele mate de gevolgen ondervin
den, zijn 'in den regel de kleine neutralen.
Noorwegen kan daarvan meespreken
want het heeft tot dusver zijn groote offers
aan dezen oorlog moeten betalen.
Het heeft zijn schepen zien prijs gemaakt,
op mijnen geloopen en getorpedeerd zonder
dat men zich in dit op scheepvaart aange
wezen land bewust is iets te hebben gedaan,
die tot een zoo bruut optreden aanleiding
heeft gegeven. Honderden Noorsche schepe
lingen hebben hun graf in de golven gevon
den en, alle protesten ten spijt, is er voor
de bona fide Noorsche scheepvaart nog geen
enkele garantie van veiligheid gegeven.
En terwijl de Noren in hun dagbladpers
steeds krachtiger protesten uiten en een
samengaan van alle neutralen ter verdedi
ging van hun belangen bepleiten, komt daar
het incident van de Altmark, een incident
van zoo groote beteekenis, dat Noorwegen
daardoor in de meest precaire omstandig
heden sedert het uitbreken van den oorlog
is gekomen.
Er zijn Noorsche, Duitsche, Engelsche en
neutrale beschouwingen over de geschiede
nis met de Altmark en zjj verschillen al
naarmate men de historie uit het eene of
uit het andere oogpunt bekijkt.
Maar de feiten zelf zijn in al die beschou
wingen vrijwel gelijk en zij komen hierop
neer, dat een Duitsch schip met vierhonderd
Britsche gevangenen aan boord in Noorsche
territoriale wateren zijn weg zocht naar
Duitschland.
De Noren hebben dat schip onderzocht en
omdat het in allen gevalle een verdacht
vaartuig was, had men mogen verwachten,
dat dit onderzoek te Bergen zeer minitueus
zou geschied zijn.
Wonderlijk genoeg blijkt, dat het onder
zoek zoo slordig geweest is, dat men. met
twee voorname factoren totaal onbekend
schijnt gebleven en wel deze, dat er niet
minder dan vierhonderd Britsche gevange
nen aan boord waren en dat het schip een
bewapende koopvaarder dus. min of meer
een oorlogsschip moet geweest zijn.
Men zou volkomen op de hoogte moeten
zijn van de Noorsche neutraliteitsvoorschrif-
ten om te constateeren in hoeverre een der
gelijk schip in neutraal territoriaal water
naar Duitschland mag varen. De geschie
denis met de Graf Spee heeft bewezen, dat
in Zuid-Amerikaansche wateren oorlogsche
pen van strijdvoerende staten zich wel eeni
gen tijd mogen ophouden maar binnen een
bepaald aantal uren weer moeten vertrek
ken, waarbij tevens rekening met de om
standigheden wordt gehouden en het schip
dus gelegenheid wordt gegeven binnen dien
tijd eventueel machine- of andere schade te
herstellen.
Uit niets-blijkt tot dusverre, dat in het
geval van de Altmark het schip in niet-
zeewaardige conditie was of bijzondere hulp
behoefde. Het was dus voor de Noren een
Duitsch koopvaardijschip op weg naar huis
en als wij aannemen, dat de Noren inder
daad niets van den aard en van de uit men-
schen bestaande vracht vermoed hebben,
dan nog blijft het eigenaardig, dat men den
kapitein niet verzocht heeft buiten de Noor
sche watéren te varen en dat men het schip
twee torpedobooten meegaf om het een vei
lige reis te verzekeren.
Toen de gewaarschuwde Duitsche gezant
in Bergen, met het oog op de naderende
Britsche schepen aan het Noorsche ministe
rie van Buitenlandsche zaken om extra be
scherming verzocht, werd te kennen gege
ven, dat de bescherming meer dan voldoen
de was en dat de Altmark niets had te wee-
Van Britsche zijde zag men een Duitsch
koopvaardijschip, dat, naar men daar ver
klaarde, wel degelijk bewapend was, met
een lading van 400 Britsche zeelieden en het
is te begrijpen, dat men er alles op gezet
heeft om het schip te pakken eer het veilig
onder de bescherming van de Duitsche kust
zou zijn gekomen.
Men zal wellicht met den zeer korten
beschikbaren tijd of andere tot spoed drin
gende omstandigheden rekening moeten
houden, want anders is het volkomen onbe
grijpelijk, dat men de neutraliteit van een
staat, waarmede men vriendschappelijke
betrekkingen onderhoudt, zoo flagrant kan
schenden als dit thans ten opzichte van
Noorwegen gebeurd is.
Ondanks het protest van de commandan
ten der begeleidende Noorsche torpedoboo
ten dringt een Engelsch oorlogsschip de
fjord binnen waarin de Altmark beschutting
gezocht had. Men entert het schip, men be
vrijdt de gevangenen en in den strijd wor
den verscheidene Duitschers gedood of ge
wond, waarbij wij omdat wij dat niet
kunnen beoordeelen onbesproken willen
laten in hoeverre dat op onnoodig wreede
en menschonteerende wijze gebeurd is.
Men stelle'zich alleen maar eens voor hoe
onze regeering geprotesteerd zou hebben als
iets dergelijks aan onze kusten gebéurd was
en b.v. een Engelsche kruiser de Schelde
was binnengeloopen om een in ons territo
riaal gebied varend schip te overmeesteren,
al heeft het wel den schijn, dat de Holland-
sche bepalingen voor de territoriale wateren
scherper omlijnd zijn dan de Noorsche.
Dat men in Duitschland verontwaardigd
is, laat zich begrijpen en evenzeer, dat men
van die zijde duidelijk laat uitkomen, dat
de schending van neutraliteit waarop de
neutralen zich telkens weer beroepen, dus
niet alleen van Duitsche zijde wordt gecon
stateerd.
Duitschland heeft bij de Noorsche regee
ring zeer scherp geprotesteerd en hoewel
men mag aannemen, dat de Noorsche admi
raliteit tegen de schending van eigen gebied
onvoldoende maatregelen had genomen en
lang niet actief genoeg is opgetreden, mag
anderzijds niet voorbij gezien worden, dat
de Duitsche kapitein welbewust de Noren
om den tuin heeft willen leiden. Het is on
denkbaar, dat de Noorsche regeering, wan
neer zij den waren aard van het vaartuig
gekend had, geen bevel zou hebben gegeven
de gevangnen vrij te laten en men mag aan
nemen, dat het Engelsche optreden grooten-
deels daaraan is te wijten, dat de Noorsche
oorlogsschepen zich wat al te gemakkelijk
voor het convooieeren van dit verdachte
schip lieten gebruiken.
Noorwegen heeft weer en eveneens
zeer scherp bij Engeland geprotesteerd en
het zal in allen gevalle interessant zijn te
vernemen op welken grond de Britsche re
geering haar eigenmachtig optreden zal
verdedigen.
Dat zij dit allereerst gedaan heeft door er
op te wijzen, dat ook Duitschland op fla
grante wijze de neutraliteit der Noorsche
territoriale wateren heeft geschonden door
het daarin tot zinken brengen van vijande
lijke en neutrale schepen, moge voor Noor
wegen het bewijs zijn, dat het van twee kan
ten aan onrechtmatige daden blootstaat, het
is natuurlijk allerminst een pleidooi voor de
rechtmatigheid van het Britsche optreden
omdat men een ontoelaatbare daad niet kan
goedpraten door er op te wijzen, dat ook
een ander zich daaraan heeft schuldig ge
maakt.
Voor de verhouding van Engeland en
Duitschland is deze Altmark-episode van
geen belang, die verhouding kan er
hoogstens nog meer vijandig en gespannen
door worden.
Voor de verhouding van Noorwegen tot
Engeland en vooral tot Duitschland, waar
van het voor de veiligheid van zijn scheep
vaart in grootere mate afhankelijk is, kan
dit incident wel van groote beteekenis zijn,
Er is in den evenwichtstoestand waarin
de oorlogvoerende partijen zich thans be
vinden, niet veel noodig om het karakter en
het verloop van den strijd nog veel gevaar
lijker voor de kleine neutralen te maken,
ken.