DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
HUIT
5
Russische eischert voor een vrede met Finland.
>f vette 40+kaas.
>KOPER!
<en „54" 50
<en J50-46
<en ,46* 44
ken J52"50
ken 50
ken J&0* 54
ken SUS 70
ken JJMT 92
ken 64
ken 55
Tel. 3901.
0. Tel. 460.
rm e is
ingen
N©. JS
Duitsche luchtactie boven de Noordzee.
De gevechtssterkte der Britsche luchtmacht
verdubbeld.
Een Russisch ultimatum aan Finland?
ilk officieel bericht daarover
ontbreekt in Helsinki.
Ongerustheid over het
s.s. „Vecht".
De aigemeene toestand.
ALKMAARSCHE CQURAN
p. pond
aas 20+20
r 20+20
lam. 40+ 30-34
is 40+ 32-35
ïloofd. Teleurstellingen
paard en toen keerde hij
levenswerk van dr. Li
sten.
groote Amerikaansche
ijn spel als Stanley, de
g plan gebracht. Ook de
natuurlijk niet. Wij
in Alkmaar zal voor
;e en boeiende film-
ding bestaan.
;oek bracht, deelde hij
zage van het testament
as vreemd. Er was geen
;stament, dat bestreden
en ik kon mij niet
ielang bij had, inzage
e verlangen. Voor hen,
wil ik nog vermelden,
tegen betaling van een
age te verkrijgen van
te dien einde op „Doe
lt worden gedeponeerd,
t testament gevraagd?"
r van het advocaten-
malley. Het testament
boeken overgeschreven,
hem wel het origineel
et aandachtig door en
anteekeningen in zijn
;oms, wat hij daarmee
ie ik, „maar dat zal ik
len".
Ivocatenkantoor belast
t het onderzoek inzake
mijn overleden cliënte,
stig zijn geweest om-
ioeling te weten te ko-
i Smalley kregen dik-
n mij, die ik door mijn
E niet kon waarnemen,
keren druk op hen kon
ik op mijn kantoor te-
ijn klerk naar het kan-
lm alley, om te vragen
malley het noodig had
i lady Verinders testa-
Deze Courant wordt ËLKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.30.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 13 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. EERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur; C. KRAK.
Vrijdag Maart 1940
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
142ê Jaargasg
Zooals wy reeds Woensdag in ons overzicht naar voren brachten, zijn er
blfjkbaar stille krachten aan het werk om een vrede tusscheu Rusland en
Finland tot stand te brengen. Finland zou thans inderdaad voor de moeilijke
keuze staan de Russische vredesvoorwaarden te aanvaarden of hulp te
accepteeren van de geallieerden niet alle mogelijke gevolgen niet alleen
voor Finland maar ook voor de Scandinavische staten.
De wereld is vol geruchten over Zweedsche en Duitsche bemiddeling en,
naar verluidt, zou men zich iff Zweden waar men vooral met het oog op
eigen veiligheid op een compromis aanstuurt druk op Finland uitoefenen
om tot een overeenkomst met Rusland te komen.
Men meent te weten, dat de Russen de geheele Karelische landengte met
Viborg, gebied ten N.O. van het Ladogameer met inbegrip van Sortavala
en afstand van Noord-Lapland met Petsamo eischen, benevens Hango en
het gelijknamige schiereiland.
Het is begrijpelijk, dat de Finnen niet zulke groote offers gebracht hebben
om nog zwaardere eischen te aanvaarden dan vóór het conflict gesteld
werden.
Intusschen heeft de Finsche regeering verklaard, dat, volgens haar infor
maties, Rusland voornemens zou zijn aan Finland eischen te stellen welke
verder gaan dan die welke in den herfst ingediend werden, maar dat alle
bijzonderheden ontbreken.
Het zal zeker interessant zijn de ontwikkeling van den toestand in dc eerst
volgende dagen ha te gaan.
Duitsche vliegtuigen zijn op de Noordzee weer bijzonder actief geweest.
Vele schepen, waaronder ook het Ncderlandsche vaartuig „Delfzijl"', werder.
met mitrailleurvuur bestookt. Een groot Itaïiaansch schip, de „Amelia
Laura" Wérd door Duitsche vliegtuigen gebombardeerd en in brand ge
schoten. De bemanning verkeerde in nood maar is waarschijnlijk door dc
bemanning van het Italiaansche schip „Titania" gered.
Minister Kingsley Wood heeft bij het indienen der begrooting van
luchtvaart medegedeeld, dat de gcvcchtssterkte der Britsche luchtmacht in
het afgeloopen jaar verdubbeld is, maar dat mén de kracht der Duitsche
luchtvloot niet mag onderschatten.
De „Paris Soir" bevat een artikel
van zijn correspondent in Finland,
Georges Kessel, waarin onthuld
wordt, dat de Sovjets Finland een
ultimatum zouden gesteld hebben,
dat heden om middernacht afloopt.
Het ultimatum zou zijn overgebracht
door Zweden en den steun hebben
van Duitschland. Het zou nog draco-
nischer voorwaarden behelzen dan
die welke Moskou gesteld had voor
de. opening der vijandelijkheden.
Acht dagen geleden, zoo schrijft Kessel,
kwam de Finsche minister van buiten-
landsche zaken terug uit Stockholm,
waarheen de Zweedsche regeering hem
had uitgenoodigd. Hij was vergezeld van
een bijzonderen vertegenwoordiger van
koning Gustaaf. Zoodra minister Tanner
in Helsinki was aangekomen, werd de
ministerraad voltallig bijeengeroepen.
Tanner nam terstond het woord. „Ik deel
u mede", zoo verklaarde hij, dat Zweden,
op verzoek van Rusland, als bemiddelaar
tusschen onze beide landen heeft willen
optreden. Zijn vertegenwoordiger zal u
de voorstellen van Moskou overbrengen".
Hierop werd het woord gegeven aan
den Zweedschen afgezant, die de minis
ters in kennis stelde met de Russische
vredesvoorwaarden. In het kort komen
die voorwaarden hierop neer:
1. Finland zal aan de Sovjet-Unie de ge
heele landengte van Karelië, met
inbegrip van Viborg, afstaan.
2. Finland zal aan de Sovjet-Unie het
geheele gebied ten N.O. van het
Ladoga-meer met inbegrip van Sor
tavala afstaan.
3. Finland zal aan de Sovjet-Unie het
N. deel van Lapland met inbegrip
van Petsamo afstaan.
4. Finland zal aan de Sovjet-Unie de
basis Hangö en het geheele Schier
eiland van dien naam afstaan.
De Zweedsche regeering heeft van de
Sovjetregeering een termijn van tien
dagen gekregen om over een vredesver
drag tusschen beide landen te onderhan
delen. De termijn loopt af in den nacht
van Vrijdag 8 op Zaterdag 9 Maart.
In Finland geen bijzonderheden
bekend.
Van Finsche zijde is lieden het vol
gende officieele communiqué uitge
geven:
Het is de Finsche regeering ter
kennis gekomen, dat de Sovjet-Unie
voornemens zou zijn geweest aan
Finland eischen te stellen, die verder
gingen dan die van het vorige na
jaar. Over de bijzonderheden van
deze eischen zijn tot dusver geen be
richten ontvangen.
De Finsche commentaren in-diplomatie
ke kringen hebben bijna uitsluitend be
trekking op het feit* dat het te Helsinki
gepubliceerde cpmmuniqué preciseert, dat
de Russische eischen verder gaan dan die,
welke bij de laatste onderhandelingen ge
steld zijn. Men begrijpt, dat bij den huidi-
gen staat van zaken de Finsche regeering
zich, zoolang de officieele onderhandelin
gen duren, uiterst zwijgzaam toont, en
het onderwerp der besprekingen nog niet
ter kennis van de Finsche bevolking
brengt. De openbare meening, zoo kan men
constateeren, oordeelt, dat het weinige
succes, dat de Russen in deze oorlogs
maanden hebben behaald, concessies, wel
ke niet vereenigbaar zijn met de onafhan
kelijkheid des lands, verre van recht
vaardigen.
Uit Stockholm wordt gemeld.: Ofschoon
officieele bevestiging volstrekt ontbreekt,
houden berichten uit gewoonlijk betrouw
bare bron toch. nog staande, dat vredes
onderhandelingen in Finland gaande zijn
tusschen Finsche, Zweedsche, Duitsche en
Russische gedelegeerden. Bijzonderheden
over de mogelijke voorwaarden van een
voorstel, dat aanvaardbaar zijn zou zoowel
voor de Russen als voor de Finnen, zijn
hier .niet te verkrijgen. Men verwacht hier
echter in breede kringen belangrijke ont
wikkelingen ten aanzfen van Finland.
Noorsch blad over het Finsch-
Russische conflict.
Ten aanzien van het Finsch-Russische
conflict schrijgft Arbéiderbladet, het voor
naamste orgaan van de Noorsche Arbei
derspartij, o.a., dat, als de geringe hoop op
een vreedzame oplossing niet wordt ver
vuld, Zweden en Noorwegen zeker alles
in het werk zullen stellen om Finland,
binnen de grenzen bepaald door hun neu
traliteitspolitiek, te helpen;
Doch rechtstreeksche inmenging door
Zweden en Noorwegen, zou oorlog betee-
kenen met de Sovjet-Unie en waarschijn
lijk ook met Duitschland.,Noorwegen kan
en wil niet den oorlog ingaan en bovendien
is het twijfelachtig óf zulk een stap voor
Finland van nut zou zijn.
De Finsche reggerijig kan dan bij de
Westelijke mogendheden aankloppen om
hulp en hoogstwaarschijnlijk zal zij deze
krijgen. Het is het laétste alternatief voor
Finland en het zal Noorwegen en Zweden
in een zeer moeilijke positie plaatsen, doch
wij hebben niet het recht kien Finnen er
een verwijt van te maken. Zulk een ont
wikkeling zou tot het resultaat kunnen
leiden, dat de noordelijke landen tot oor-
logstooneel worden. Het-is een gevaarlijk
iets, doch v ij moeten de dingen zien,
zooals zij zijn.
Een Duitsche tegenspraak.
Het D. N. B. meldt uit Berlijn: Door bui-
tenlandsche dagblade en ook door den
berichtendienst van eenige buitenlandsche
zenders is Donderdag de bewering ver
spreid, dat staatssecretaris dr. Dietrich in
verband met het Finsch-Russisch conflict
naar Scandinavië zou zijn gegaan. Deze be
richten zijn onjuist en zijn verzonnen. Dr.
Dietrich bevindt zich nog steeds in Berlijn.
Berichten uit Londen.
De eerste niet-officieele reactie te Hel
sinki over de vredesvoorwaarden is, zoo zegt
men in Londen, een gevoel van consterna
tie bij de Finnen en van verrassing, dat het
mogelijk kon zijn, dat Zweden er toe over
reed werd de rol van bemiddelaar te aan
vaarden bij dergelijke voorwaarden.
Een telegram uit Helsinki zegt, dat de
openbare meening in Finland bij het gebrek
aan succes van de Russische pogingen ge
durende de maanden van oorlog een con
cessie, welke onvereenigbaar is met de on
afhankelijkheid van het land allesbehalve
te rechtvaardigen acht.
Een bericht uit Stockholm vermeldt, dat
de volgende feiten thans bekend zijn:
1. De vroegere president van Finland Svin
Hufvud en Paasikivi zijn onlangs beiden te
Stockholm aangekomen.
2. De besprekingen over de mogelijkheid
van de tot stand brenging van een vrede
met Finland vinden ongetwijfeld reeds ge
durende eenige dagen voortgang,
Russische eischen.
De voorwaarden, welke Rusland aan Fin
land stelt, houden, naar gemeld wordt, de
volgende concessies in:
1. Cessie aan de Russen van Petsamo met
nikkelmijnen en vischrechten.
2. Sloópingvan alle kustbatlerijen der
Finnen.
3. Cessie van Viipuri en mogelijk van de
geheele Finsche kust van het Ladogameer,
met inbegrip van Sortavala.
Daar staat, naar gemeld wordt, tegenover
dat de Russen bereid zouden kunnen zijn
hun aanspraken op Hangö op te geven.
Geen pressie van Zweedsche of
Duitsche zijde.
Zweedsche kringen ontkennen, dat eenige
pressie zou worden geoefend op de Finsche
regeering, hetzij van Zweedsche, hetzij van
Duitsche zijde, deze voorwaarden te aan
vaarden.
Mannerheim te Stockholm?
Te Kopenhagen is bericht ontvangen, dat
de Finsche veldmaarschalk baron Manner
heim per vliegtuig te Stockholm is aange
komen.
Wat men in Parijs meent te
weten.
In welingelichte kringen te Parijs
wordt verklaard, dat er geen kwestie is
van een nieuw Russisch ultimatum aan
Finland, doch dat er een Duitsch—
Zweedsche stap is, vrede tot stand te
brengen tusschen Rusland en Finland.
Reeds verscheidene dagen wordt daaraan
gewerkt en er is geen sprake van een
tijdslimiet.
Was er een ultimatum?
Uit Kopenhagen wordt gemeld: De
radio heeft gisteravond het volgende
omgeroepen:
De volgende verklaring is om SI
uur door den omroep in Helsinki
uitgezonden: „De Finsche regeering
maakt officieel bekend, dat de Sov
jetregeering nieuwe en vèr strekken
de eischen aan Finland heeft doen
toekomen. Verdere bijzonderheden
zullen later worden bekend gemaakt".
Bemanning bestaat uit
22 personen.
Er is ernstige ongerustheid gere
zen over het lot van het s.s. „Vecht"
van de N.V. Houtvaart, directie
Vinke en Co. te Rotterdam,
Op de Noordzee hebben een vis-
schersboot en een patrouillevaartuig
wrakstukken aangetroffen, die van
de „Vecht" afkomstig moeten zijn.
Hierbij waren een ledige, gebroken
reddingboot en hout, oa. stukken
van luiken.
De „Vecht" is in den nacht van Woens
dag op Donderdag uit den Waterweg ver
trokken nadat het -schip bij Wilton-Feijen-
oord te Schiedam, een reparatie had onder
gaan. Het schip voer in ballast en moest in
Afrika graan gaan laden voor de Nederland-
sche regeering. De bemanning van de
„Vecht" bestaat uit 22 koppen. Daar er aan
boord drie reddingbooten waren en bij de
wrakstukken, voor zoover thans bekend,
zich slechts een gebroken boot bevond,
wordt alle hoop, dat de opvarenden zich
hebben weten te redden, nog niet opgege
ven.
Het derde schip in één week.
Indien wat thans ernstig gevreesd
wordt, ten aanzien van de „Vecht",
waarheid zal blijken te zijn, is dit
schip het derde, dat onze koopvaar
dijvloot deze week verloren heeft.
Eerst de Rijnstroom, daarna de Grutto en
nu de Vecht, alle gebleven op de Noordzee
zonder dat meer iets althans tot op he
den van de bemanningen is verno
men. Naar alle waarschijnlijkheid zijn in
ieder geval de „Grutto" en de „Vecht" op
ongeveer dezelfde plaats in de Noordzee ten
onder gegaan, betrekkelijk dicht onder de
Nederlandsche kust.
De „Vecht" was in 1917 gebouwd bij A.
Vuyk en Zonen te Capelle a.d. IJssel. Het
schip heeft eerst eenige jaren den naam
„Graakallen" gedragen en werd daarna aan
gekocht door de N.V. Houtvaart, directie
Vinke en Co. te Rotterdam. De afmetingen
zijn 1965 ton bruto eh 1158 ton netto.
Over de „Vecht" kan voorts nog worden
gemeld, dat zich aan boord van het schip
twee- reddingbooten bevonden, waarover
men tot nu toe nog niets heeft vernomen. Er
bestaat daarom nog hoop, dat de opvaren
den zich in de sloepen hebben kunnen red
den. Mocht dit het geval zijn, dan is er een
goedé kans, dat zij in het drukke vaarwa
ter worden opgepikt.
Het motorvisschersvaartuig Br. 24 schip
per P. Lagasse, is vanochtend in Breskens
van de vischvangst teruggekeerd. Het schip
had een groote partij wrakhout aan boord,
afkomstig van het s.s. „Vecht", dat aan de
Noordoostpunt van de Thorn tonbank werd
opgevischt. Verder had het schip aan boord
genomen een sloep zonder kenteekenen,
twee vaten olie, gemerkt „Standard", een
internationaal seinboek, een oud logboek,
een kist materiaal, een ladder, een redding-
vlot, een zwemvest, een boord met de Ne
derlandsche driekleur, het voorste gedeelte
van een stuurhut en een reddingsboei, ge
merkt „Vecht".
Engeland zoekl de
vriendschap der
Arabische wereld.
Engeland is een groot en machtig land en
een van de voornaamste grieven der Duit-
schers is, dat het er zooals men het daar
noemt piratennesten op nahoudt van
waaruit het de voornaamste zeewegen van
de wereld kan beheerschen.
Engeland heeft zijn dominions en het
krijgt daaruit bij groote militaire conflicten
den steun dien het moederland kan ver
wachten. Canada, Australië en ook Zuid-
Afrika bewijzen ook thans weer, dat men
het Britsche rijk in moeilijke dagen niet in
den steek laat.
Natuurlijk zijn er ook gebieden waar men
minder over de Engelsche politiek te spre
ken is. De aanslagen der Iersche terroristen
en de ontevredenheid in Britsch-Indië, waar
Gandhi den laatsten tijd weer bijzonder ac
tief is en men Engelands moeilijkheden een
prachtige gelegenheid vindt om den domi-
nionstatus te verkrijgen, zijn daarvan eenige
der markantste bewijzen.
Palestina, het mandatengebied, is langen
tijd een zorgenkind voor Groot-Britnnnië
geweest. Men weet, dat, wanneer er van
overheersching van vreemde volkeren
wordt gesproken, de heer Hitier "nimmer
vergeet op Palestina te wijzen en den En-
gelschen te verzoeken maar eens in de boe
ken van hun eigen geschiedenis te bladeren.
Engeland heeft in dit gebied de Arabieren
met kracht van wapenen in toom moeten
houden. Voornamelijk toen het vaderland
der Joden de aangewezen plaats scheen voor
allen, die wegens ras en geloof in Duitsch
land en Oostenrijk werden uitgewezen.
Zag men in Europa Palestina als hét gebied
dat als het ware voorbestemd was de Jood-
sche kolonisten in zoo groot mogelijken
getale te huisvesten, de Arabieren waren
minder op deze kolonisten gesteld en de toe
standen in Palestina zijn van zoo ernstigen
aard geweest, dat de Britsche regeering daar
een zeer scherp militair toezicht moest
handhaven.
Men heeft er van Britsche zijde met vol
doening op gewezen, dat het sedert het uit
breken van den oorlog in Palestina zoo
rustig is geweest en daarin het bewijs ge
zien, dat ook de anders opstandige Arabie
ren Groot-Britannië in dezen moeilijken tijd
zoo weinig mogelijk zorgen wilden geven.
Maar plotseling is het dezer dagen in Pa
lestij nsch gebied weer rumoerig geworden
omdat de Britsche regeering bekend ge
maakt heeft, dat zij den verkoop van land
door Arabieren aan Joden wilde reglemen
teeren en dus dien verkoop wilden bemoei
lijken.
Het gevolg daarvan is geweest, dat Zater
dag in Jeruzalem, in Tel Aviv en in Haifa
door de Joden betoogingen zijn gehouden,
waarbij men zich krachtig tegen de politie
verzet heeft. In Jeruzalem en Haifa werden
groote optochten gehouden en in Tel Aviv
hebben de betoogers zelfs barricaden opge
worpen welke door de politie veroverd
moesten worden, waarbij van weerszijden
gewonden zijn gevallen.
Er is daarna het verbod uitgevaardigd,
dat men zich na één uur Zaterdagmiddag
niet meer op straat mocht bevinden.
En gister moest zelfs bericht worden, dat
de ongeregeldheden een zoodanigen omvang
hadden aangenomen, dat twee Joodsche be
toogers gedood en niet minder dan 300 ge
wond waren, waarbij zoowel de Britsche
als de Joodsche politie-agenten verwondin
gen hadden opgeloopen.
In Haifa, waar de Joden zich achter barri
caden verschanst hadden, was 68 uur de
staat van beleg afgekondigd en eerst daarna
is de politie er in geslaagd de opstandigen
uit de straten te verdrijven. Merkwaardig
is, dat, althans volgens United Press, de
Arabieren aan de bëtoögingen niet deelna
men en dat Arabische groepen zelfs petities
indienden om den Britschen autoriteiten te
verzoeken de landwetten niet uit te voeren.
Terwijl uit Palestina niéuwe ongeregeld
heden gemeld worden, heeft dit alles
tot een zeer scherp debat in het La
gerhuis geleid, waar de Labour-woord-
voeraer Baker de Britsche regeering ver
weet, dat zij bij haar plannen geen reke
ning met het prachtige opbouwende werk
der Joden in Palestina had gehouden en
zelfs, naar Duitsch voorbeeld, pogingen zou
doen om Palestina weer van de Joden te be
vrijden. Hij wees er op, dat de Joden geheel
anders werdén behandeld toen men hen in
den vorigen oorlog noodig had. Thans, nu
de invloed der Joden is verdwenen, meent
men, aldus Baker, de moreele overeen
komst te kunnen opzeggen welke Engeland
heeft aangegaan toen het de Joden noodig
had. Groot-Britannië, zoo heeft hij gezegd,
heeft altijd den mond vol van de heiligheid
der verdragen, maar wat zullen de neutra
len zeggen als Engeland thans zijn eigen
verplichtingen overboord gooit?
Baker is niet de eenige criticus geweest,
want de liberale leider Sir Archibald Sin
clair heeft betoogd, dat Engeland strijdt
tegen Hitiers aanspraken op het recht tot
eenzijdige wijziging van internationale ver
dragen. Ook het mandaat over Palestina is
een internationaal verdrag en daarom zou
Engeland met den nieuwen maatregel tegen
de Joden trouwbreuk gepleegd hebben
tegenover den Volkenbond en het Britsche
parlement en daardoor een nederlaag heb
ben toegebracht aan de zaak waarvoor zij
het Britsche volk vraagt te strijden.
Men kan er zeker van zijn, dat dit debat
in Duitschland met belangstelling wordt ge
lezen en de Britsche minister van koloniën
MacDonald heeft een dergelijk debat in deze
tijdsomstandigheden dan ook betreurd. Dat
het den laatsten tijd in Palestina rustig was
zou z.i. het gevolg zijn geweest van de door
de Engelsche regeering in het Witboek aan
gekondigde politiek ten aanzien van Pa
lestina en daaruit waren dan de maatrege
len inzake den landverkoop voortgekomen.
Volgens den minister bleef er voor de Joden
in mime mate gelegenheid zich in Palestina
te vestigen op landbouwterreinen, welke
reeds door de Joden waren aangekocht en
zou de landoverdracht van Arabieren aan
Joden in vele streken geoorloofd kunnen
blijven.
Evenwel, Engeland moet ook op de be
langen der Arabieren letten en het zal zich
daarbij aan de artikelen van het mandaat
moeten houden. Tenslotte betoogde de mi
nister, dat de getroffen maatregelen noodig
zijn opdat Engeland zoo krachtig mogelijk
den strijd tegen Duitschland kan blijven
voeren, waarbij hij duidelijk liet doorsche
meren, dat er in de tegenwoordige omstan
digheden voor Engeland veel aan gelegen
i., wanneer het zich van de vriendschap van
de geheele Arabische wereld kan verzeke
ren.
Na deze verklaring is een motie van Baker
tot afkeuring van het regeeringsbeleid in
Palestina met 292 tegen 129 stemmen ver
worpen, waaruit zeker kan blijken, dat de
meeste Lagerhuisleden op dit oogenblik de
vriendschap der Arabieren voor Engeland
van meer beteekenis achten dan die der Jo
den. Hoezeer men dezen mag respecteeren,
hun invloed is in dezen tijd van geringe be
teekenis en wanneer, inderdaad de mogelijk
heid bestaat, dat men in het nabije Oosten
of in andere gebieden den strijd tegen
Duitschland of Rusland zal moeten voeren,
is de medewerking der Mohammedanen
voor Engeland van groote beteekenis. Men
mag in de Palestina-politiek zeker het tee-
ken zien, dat men er ernstig naar streeft de
sympathie der Arabieren te verkrijgen.
Dat dit tijdelijk ten koste van de Joden
zal gaan, zal velen niet verwonderen.
Men zal ook wel weer eens het tegenover
gestelde constateeren als gewijzigde omstan
digheden een andere politieke gedragslijn
voor Engeland noodzakelijk kunnen, tnakfifl,
Wordt jreryqlgd,