DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HUIT 5 Russische eischert voor een vrede met Finland. >f vette 40+kaas. >KOPER! <en „54" 50 <en J50-46 <en ,46* 44 ken J52"50 ken 50 ken J&0* 54 ken SUS 70 ken JJMT 92 ken 64 ken 55 Tel. 3901. 0. Tel. 460. rm e is ingen N©. JS Duitsche luchtactie boven de Noordzee. De gevechtssterkte der Britsche luchtmacht verdubbeld. Een Russisch ultimatum aan Finland? ilk officieel bericht daarover ontbreekt in Helsinki. Ongerustheid over het s.s. „Vecht". De aigemeene toestand. ALKMAARSCHE CQURAN p. pond aas 20+20 r 20+20 lam. 40+ 30-34 is 40+ 32-35 ïloofd. Teleurstellingen paard en toen keerde hij levenswerk van dr. Li sten. groote Amerikaansche ijn spel als Stanley, de g plan gebracht. Ook de natuurlijk niet. Wij in Alkmaar zal voor ;e en boeiende film- ding bestaan. ;oek bracht, deelde hij zage van het testament as vreemd. Er was geen ;stament, dat bestreden en ik kon mij niet ielang bij had, inzage e verlangen. Voor hen, wil ik nog vermelden, tegen betaling van een age te verkrijgen van te dien einde op „Doe lt worden gedeponeerd, t testament gevraagd?" r van het advocaten- malley. Het testament boeken overgeschreven, hem wel het origineel et aandachtig door en anteekeningen in zijn ;oms, wat hij daarmee ie ik, „maar dat zal ik len". Ivocatenkantoor belast t het onderzoek inzake mijn overleden cliënte, stig zijn geweest om- ioeling te weten te ko- i Smalley kregen dik- n mij, die ik door mijn E niet kon waarnemen, keren druk op hen kon ik op mijn kantoor te- ijn klerk naar het kan- lm alley, om te vragen malley het noodig had i lady Verinders testa- Deze Courant wordt ËLKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door bet geheele Rijk 2.30. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 13 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. EERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. Vrijdag Maart 1940 Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA. 142ê Jaargasg Zooals wy reeds Woensdag in ons overzicht naar voren brachten, zijn er blfjkbaar stille krachten aan het werk om een vrede tusscheu Rusland en Finland tot stand te brengen. Finland zou thans inderdaad voor de moeilijke keuze staan de Russische vredesvoorwaarden te aanvaarden of hulp te accepteeren van de geallieerden niet alle mogelijke gevolgen niet alleen voor Finland maar ook voor de Scandinavische staten. De wereld is vol geruchten over Zweedsche en Duitsche bemiddeling en, naar verluidt, zou men zich iff Zweden waar men vooral met het oog op eigen veiligheid op een compromis aanstuurt druk op Finland uitoefenen om tot een overeenkomst met Rusland te komen. Men meent te weten, dat de Russen de geheele Karelische landengte met Viborg, gebied ten N.O. van het Ladogameer met inbegrip van Sortavala en afstand van Noord-Lapland met Petsamo eischen, benevens Hango en het gelijknamige schiereiland. Het is begrijpelijk, dat de Finnen niet zulke groote offers gebracht hebben om nog zwaardere eischen te aanvaarden dan vóór het conflict gesteld werden. Intusschen heeft de Finsche regeering verklaard, dat, volgens haar infor maties, Rusland voornemens zou zijn aan Finland eischen te stellen welke verder gaan dan die welke in den herfst ingediend werden, maar dat alle bijzonderheden ontbreken. Het zal zeker interessant zijn de ontwikkeling van den toestand in dc eerst volgende dagen ha te gaan. Duitsche vliegtuigen zijn op de Noordzee weer bijzonder actief geweest. Vele schepen, waaronder ook het Ncderlandsche vaartuig „Delfzijl"', werder. met mitrailleurvuur bestookt. Een groot Itaïiaansch schip, de „Amelia Laura" Wérd door Duitsche vliegtuigen gebombardeerd en in brand ge schoten. De bemanning verkeerde in nood maar is waarschijnlijk door dc bemanning van het Italiaansche schip „Titania" gered. Minister Kingsley Wood heeft bij het indienen der begrooting van luchtvaart medegedeeld, dat de gcvcchtssterkte der Britsche luchtmacht in het afgeloopen jaar verdubbeld is, maar dat mén de kracht der Duitsche luchtvloot niet mag onderschatten. De „Paris Soir" bevat een artikel van zijn correspondent in Finland, Georges Kessel, waarin onthuld wordt, dat de Sovjets Finland een ultimatum zouden gesteld hebben, dat heden om middernacht afloopt. Het ultimatum zou zijn overgebracht door Zweden en den steun hebben van Duitschland. Het zou nog draco- nischer voorwaarden behelzen dan die welke Moskou gesteld had voor de. opening der vijandelijkheden. Acht dagen geleden, zoo schrijft Kessel, kwam de Finsche minister van buiten- landsche zaken terug uit Stockholm, waarheen de Zweedsche regeering hem had uitgenoodigd. Hij was vergezeld van een bijzonderen vertegenwoordiger van koning Gustaaf. Zoodra minister Tanner in Helsinki was aangekomen, werd de ministerraad voltallig bijeengeroepen. Tanner nam terstond het woord. „Ik deel u mede", zoo verklaarde hij, dat Zweden, op verzoek van Rusland, als bemiddelaar tusschen onze beide landen heeft willen optreden. Zijn vertegenwoordiger zal u de voorstellen van Moskou overbrengen". Hierop werd het woord gegeven aan den Zweedschen afgezant, die de minis ters in kennis stelde met de Russische vredesvoorwaarden. In het kort komen die voorwaarden hierop neer: 1. Finland zal aan de Sovjet-Unie de ge heele landengte van Karelië, met inbegrip van Viborg, afstaan. 2. Finland zal aan de Sovjet-Unie het geheele gebied ten N.O. van het Ladoga-meer met inbegrip van Sor tavala afstaan. 3. Finland zal aan de Sovjet-Unie het N. deel van Lapland met inbegrip van Petsamo afstaan. 4. Finland zal aan de Sovjet-Unie de basis Hangö en het geheele Schier eiland van dien naam afstaan. De Zweedsche regeering heeft van de Sovjetregeering een termijn van tien dagen gekregen om over een vredesver drag tusschen beide landen te onderhan delen. De termijn loopt af in den nacht van Vrijdag 8 op Zaterdag 9 Maart. In Finland geen bijzonderheden bekend. Van Finsche zijde is lieden het vol gende officieele communiqué uitge geven: Het is de Finsche regeering ter kennis gekomen, dat de Sovjet-Unie voornemens zou zijn geweest aan Finland eischen te stellen, die verder gingen dan die van het vorige na jaar. Over de bijzonderheden van deze eischen zijn tot dusver geen be richten ontvangen. De Finsche commentaren in-diplomatie ke kringen hebben bijna uitsluitend be trekking op het feit* dat het te Helsinki gepubliceerde cpmmuniqué preciseert, dat de Russische eischen verder gaan dan die, welke bij de laatste onderhandelingen ge steld zijn. Men begrijpt, dat bij den huidi- gen staat van zaken de Finsche regeering zich, zoolang de officieele onderhandelin gen duren, uiterst zwijgzaam toont, en het onderwerp der besprekingen nog niet ter kennis van de Finsche bevolking brengt. De openbare meening, zoo kan men constateeren, oordeelt, dat het weinige succes, dat de Russen in deze oorlogs maanden hebben behaald, concessies, wel ke niet vereenigbaar zijn met de onafhan kelijkheid des lands, verre van recht vaardigen. Uit Stockholm wordt gemeld.: Ofschoon officieele bevestiging volstrekt ontbreekt, houden berichten uit gewoonlijk betrouw bare bron toch. nog staande, dat vredes onderhandelingen in Finland gaande zijn tusschen Finsche, Zweedsche, Duitsche en Russische gedelegeerden. Bijzonderheden over de mogelijke voorwaarden van een voorstel, dat aanvaardbaar zijn zou zoowel voor de Russen als voor de Finnen, zijn hier .niet te verkrijgen. Men verwacht hier echter in breede kringen belangrijke ont wikkelingen ten aanzfen van Finland. Noorsch blad over het Finsch- Russische conflict. Ten aanzien van het Finsch-Russische conflict schrijgft Arbéiderbladet, het voor naamste orgaan van de Noorsche Arbei derspartij, o.a., dat, als de geringe hoop op een vreedzame oplossing niet wordt ver vuld, Zweden en Noorwegen zeker alles in het werk zullen stellen om Finland, binnen de grenzen bepaald door hun neu traliteitspolitiek, te helpen; Doch rechtstreeksche inmenging door Zweden en Noorwegen, zou oorlog betee- kenen met de Sovjet-Unie en waarschijn lijk ook met Duitschland.,Noorwegen kan en wil niet den oorlog ingaan en bovendien is het twijfelachtig óf zulk een stap voor Finland van nut zou zijn. De Finsche reggerijig kan dan bij de Westelijke mogendheden aankloppen om hulp en hoogstwaarschijnlijk zal zij deze krijgen. Het is het laétste alternatief voor Finland en het zal Noorwegen en Zweden in een zeer moeilijke positie plaatsen, doch wij hebben niet het recht kien Finnen er een verwijt van te maken. Zulk een ont wikkeling zou tot het resultaat kunnen leiden, dat de noordelijke landen tot oor- logstooneel worden. Het-is een gevaarlijk iets, doch v ij moeten de dingen zien, zooals zij zijn. Een Duitsche tegenspraak. Het D. N. B. meldt uit Berlijn: Door bui- tenlandsche dagblade en ook door den berichtendienst van eenige buitenlandsche zenders is Donderdag de bewering ver spreid, dat staatssecretaris dr. Dietrich in verband met het Finsch-Russisch conflict naar Scandinavië zou zijn gegaan. Deze be richten zijn onjuist en zijn verzonnen. Dr. Dietrich bevindt zich nog steeds in Berlijn. Berichten uit Londen. De eerste niet-officieele reactie te Hel sinki over de vredesvoorwaarden is, zoo zegt men in Londen, een gevoel van consterna tie bij de Finnen en van verrassing, dat het mogelijk kon zijn, dat Zweden er toe over reed werd de rol van bemiddelaar te aan vaarden bij dergelijke voorwaarden. Een telegram uit Helsinki zegt, dat de openbare meening in Finland bij het gebrek aan succes van de Russische pogingen ge durende de maanden van oorlog een con cessie, welke onvereenigbaar is met de on afhankelijkheid van het land allesbehalve te rechtvaardigen acht. Een bericht uit Stockholm vermeldt, dat de volgende feiten thans bekend zijn: 1. De vroegere president van Finland Svin Hufvud en Paasikivi zijn onlangs beiden te Stockholm aangekomen. 2. De besprekingen over de mogelijkheid van de tot stand brenging van een vrede met Finland vinden ongetwijfeld reeds ge durende eenige dagen voortgang, Russische eischen. De voorwaarden, welke Rusland aan Fin land stelt, houden, naar gemeld wordt, de volgende concessies in: 1. Cessie aan de Russen van Petsamo met nikkelmijnen en vischrechten. 2. Sloópingvan alle kustbatlerijen der Finnen. 3. Cessie van Viipuri en mogelijk van de geheele Finsche kust van het Ladogameer, met inbegrip van Sortavala. Daar staat, naar gemeld wordt, tegenover dat de Russen bereid zouden kunnen zijn hun aanspraken op Hangö op te geven. Geen pressie van Zweedsche of Duitsche zijde. Zweedsche kringen ontkennen, dat eenige pressie zou worden geoefend op de Finsche regeering, hetzij van Zweedsche, hetzij van Duitsche zijde, deze voorwaarden te aan vaarden. Mannerheim te Stockholm? Te Kopenhagen is bericht ontvangen, dat de Finsche veldmaarschalk baron Manner heim per vliegtuig te Stockholm is aange komen. Wat men in Parijs meent te weten. In welingelichte kringen te Parijs wordt verklaard, dat er geen kwestie is van een nieuw Russisch ultimatum aan Finland, doch dat er een Duitsch— Zweedsche stap is, vrede tot stand te brengen tusschen Rusland en Finland. Reeds verscheidene dagen wordt daaraan gewerkt en er is geen sprake van een tijdslimiet. Was er een ultimatum? Uit Kopenhagen wordt gemeld: De radio heeft gisteravond het volgende omgeroepen: De volgende verklaring is om SI uur door den omroep in Helsinki uitgezonden: „De Finsche regeering maakt officieel bekend, dat de Sov jetregeering nieuwe en vèr strekken de eischen aan Finland heeft doen toekomen. Verdere bijzonderheden zullen later worden bekend gemaakt". Bemanning bestaat uit 22 personen. Er is ernstige ongerustheid gere zen over het lot van het s.s. „Vecht" van de N.V. Houtvaart, directie Vinke en Co. te Rotterdam, Op de Noordzee hebben een vis- schersboot en een patrouillevaartuig wrakstukken aangetroffen, die van de „Vecht" afkomstig moeten zijn. Hierbij waren een ledige, gebroken reddingboot en hout, oa. stukken van luiken. De „Vecht" is in den nacht van Woens dag op Donderdag uit den Waterweg ver trokken nadat het -schip bij Wilton-Feijen- oord te Schiedam, een reparatie had onder gaan. Het schip voer in ballast en moest in Afrika graan gaan laden voor de Nederland- sche regeering. De bemanning van de „Vecht" bestaat uit 22 koppen. Daar er aan boord drie reddingbooten waren en bij de wrakstukken, voor zoover thans bekend, zich slechts een gebroken boot bevond, wordt alle hoop, dat de opvarenden zich hebben weten te redden, nog niet opgege ven. Het derde schip in één week. Indien wat thans ernstig gevreesd wordt, ten aanzien van de „Vecht", waarheid zal blijken te zijn, is dit schip het derde, dat onze koopvaar dijvloot deze week verloren heeft. Eerst de Rijnstroom, daarna de Grutto en nu de Vecht, alle gebleven op de Noordzee zonder dat meer iets althans tot op he den van de bemanningen is verno men. Naar alle waarschijnlijkheid zijn in ieder geval de „Grutto" en de „Vecht" op ongeveer dezelfde plaats in de Noordzee ten onder gegaan, betrekkelijk dicht onder de Nederlandsche kust. De „Vecht" was in 1917 gebouwd bij A. Vuyk en Zonen te Capelle a.d. IJssel. Het schip heeft eerst eenige jaren den naam „Graakallen" gedragen en werd daarna aan gekocht door de N.V. Houtvaart, directie Vinke en Co. te Rotterdam. De afmetingen zijn 1965 ton bruto eh 1158 ton netto. Over de „Vecht" kan voorts nog worden gemeld, dat zich aan boord van het schip twee- reddingbooten bevonden, waarover men tot nu toe nog niets heeft vernomen. Er bestaat daarom nog hoop, dat de opvaren den zich in de sloepen hebben kunnen red den. Mocht dit het geval zijn, dan is er een goedé kans, dat zij in het drukke vaarwa ter worden opgepikt. Het motorvisschersvaartuig Br. 24 schip per P. Lagasse, is vanochtend in Breskens van de vischvangst teruggekeerd. Het schip had een groote partij wrakhout aan boord, afkomstig van het s.s. „Vecht", dat aan de Noordoostpunt van de Thorn tonbank werd opgevischt. Verder had het schip aan boord genomen een sloep zonder kenteekenen, twee vaten olie, gemerkt „Standard", een internationaal seinboek, een oud logboek, een kist materiaal, een ladder, een redding- vlot, een zwemvest, een boord met de Ne derlandsche driekleur, het voorste gedeelte van een stuurhut en een reddingsboei, ge merkt „Vecht". Engeland zoekl de vriendschap der Arabische wereld. Engeland is een groot en machtig land en een van de voornaamste grieven der Duit- schers is, dat het er zooals men het daar noemt piratennesten op nahoudt van waaruit het de voornaamste zeewegen van de wereld kan beheerschen. Engeland heeft zijn dominions en het krijgt daaruit bij groote militaire conflicten den steun dien het moederland kan ver wachten. Canada, Australië en ook Zuid- Afrika bewijzen ook thans weer, dat men het Britsche rijk in moeilijke dagen niet in den steek laat. Natuurlijk zijn er ook gebieden waar men minder over de Engelsche politiek te spre ken is. De aanslagen der Iersche terroristen en de ontevredenheid in Britsch-Indië, waar Gandhi den laatsten tijd weer bijzonder ac tief is en men Engelands moeilijkheden een prachtige gelegenheid vindt om den domi- nionstatus te verkrijgen, zijn daarvan eenige der markantste bewijzen. Palestina, het mandatengebied, is langen tijd een zorgenkind voor Groot-Britnnnië geweest. Men weet, dat, wanneer er van overheersching van vreemde volkeren wordt gesproken, de heer Hitier "nimmer vergeet op Palestina te wijzen en den En- gelschen te verzoeken maar eens in de boe ken van hun eigen geschiedenis te bladeren. Engeland heeft in dit gebied de Arabieren met kracht van wapenen in toom moeten houden. Voornamelijk toen het vaderland der Joden de aangewezen plaats scheen voor allen, die wegens ras en geloof in Duitsch land en Oostenrijk werden uitgewezen. Zag men in Europa Palestina als hét gebied dat als het ware voorbestemd was de Jood- sche kolonisten in zoo groot mogelijken getale te huisvesten, de Arabieren waren minder op deze kolonisten gesteld en de toe standen in Palestina zijn van zoo ernstigen aard geweest, dat de Britsche regeering daar een zeer scherp militair toezicht moest handhaven. Men heeft er van Britsche zijde met vol doening op gewezen, dat het sedert het uit breken van den oorlog in Palestina zoo rustig is geweest en daarin het bewijs ge zien, dat ook de anders opstandige Arabie ren Groot-Britannië in dezen moeilijken tijd zoo weinig mogelijk zorgen wilden geven. Maar plotseling is het dezer dagen in Pa lestij nsch gebied weer rumoerig geworden omdat de Britsche regeering bekend ge maakt heeft, dat zij den verkoop van land door Arabieren aan Joden wilde reglemen teeren en dus dien verkoop wilden bemoei lijken. Het gevolg daarvan is geweest, dat Zater dag in Jeruzalem, in Tel Aviv en in Haifa door de Joden betoogingen zijn gehouden, waarbij men zich krachtig tegen de politie verzet heeft. In Jeruzalem en Haifa werden groote optochten gehouden en in Tel Aviv hebben de betoogers zelfs barricaden opge worpen welke door de politie veroverd moesten worden, waarbij van weerszijden gewonden zijn gevallen. Er is daarna het verbod uitgevaardigd, dat men zich na één uur Zaterdagmiddag niet meer op straat mocht bevinden. En gister moest zelfs bericht worden, dat de ongeregeldheden een zoodanigen omvang hadden aangenomen, dat twee Joodsche be toogers gedood en niet minder dan 300 ge wond waren, waarbij zoowel de Britsche als de Joodsche politie-agenten verwondin gen hadden opgeloopen. In Haifa, waar de Joden zich achter barri caden verschanst hadden, was 68 uur de staat van beleg afgekondigd en eerst daarna is de politie er in geslaagd de opstandigen uit de straten te verdrijven. Merkwaardig is, dat, althans volgens United Press, de Arabieren aan de bëtoögingen niet deelna men en dat Arabische groepen zelfs petities indienden om den Britschen autoriteiten te verzoeken de landwetten niet uit te voeren. Terwijl uit Palestina niéuwe ongeregeld heden gemeld worden, heeft dit alles tot een zeer scherp debat in het La gerhuis geleid, waar de Labour-woord- voeraer Baker de Britsche regeering ver weet, dat zij bij haar plannen geen reke ning met het prachtige opbouwende werk der Joden in Palestina had gehouden en zelfs, naar Duitsch voorbeeld, pogingen zou doen om Palestina weer van de Joden te be vrijden. Hij wees er op, dat de Joden geheel anders werdén behandeld toen men hen in den vorigen oorlog noodig had. Thans, nu de invloed der Joden is verdwenen, meent men, aldus Baker, de moreele overeen komst te kunnen opzeggen welke Engeland heeft aangegaan toen het de Joden noodig had. Groot-Britannië, zoo heeft hij gezegd, heeft altijd den mond vol van de heiligheid der verdragen, maar wat zullen de neutra len zeggen als Engeland thans zijn eigen verplichtingen overboord gooit? Baker is niet de eenige criticus geweest, want de liberale leider Sir Archibald Sin clair heeft betoogd, dat Engeland strijdt tegen Hitiers aanspraken op het recht tot eenzijdige wijziging van internationale ver dragen. Ook het mandaat over Palestina is een internationaal verdrag en daarom zou Engeland met den nieuwen maatregel tegen de Joden trouwbreuk gepleegd hebben tegenover den Volkenbond en het Britsche parlement en daardoor een nederlaag heb ben toegebracht aan de zaak waarvoor zij het Britsche volk vraagt te strijden. Men kan er zeker van zijn, dat dit debat in Duitschland met belangstelling wordt ge lezen en de Britsche minister van koloniën MacDonald heeft een dergelijk debat in deze tijdsomstandigheden dan ook betreurd. Dat het den laatsten tijd in Palestina rustig was zou z.i. het gevolg zijn geweest van de door de Engelsche regeering in het Witboek aan gekondigde politiek ten aanzien van Pa lestina en daaruit waren dan de maatrege len inzake den landverkoop voortgekomen. Volgens den minister bleef er voor de Joden in mime mate gelegenheid zich in Palestina te vestigen op landbouwterreinen, welke reeds door de Joden waren aangekocht en zou de landoverdracht van Arabieren aan Joden in vele streken geoorloofd kunnen blijven. Evenwel, Engeland moet ook op de be langen der Arabieren letten en het zal zich daarbij aan de artikelen van het mandaat moeten houden. Tenslotte betoogde de mi nister, dat de getroffen maatregelen noodig zijn opdat Engeland zoo krachtig mogelijk den strijd tegen Duitschland kan blijven voeren, waarbij hij duidelijk liet doorsche meren, dat er in de tegenwoordige omstan digheden voor Engeland veel aan gelegen i., wanneer het zich van de vriendschap van de geheele Arabische wereld kan verzeke ren. Na deze verklaring is een motie van Baker tot afkeuring van het regeeringsbeleid in Palestina met 292 tegen 129 stemmen ver worpen, waaruit zeker kan blijken, dat de meeste Lagerhuisleden op dit oogenblik de vriendschap der Arabieren voor Engeland van meer beteekenis achten dan die der Jo den. Hoezeer men dezen mag respecteeren, hun invloed is in dezen tijd van geringe be teekenis en wanneer, inderdaad de mogelijk heid bestaat, dat men in het nabije Oosten of in andere gebieden den strijd tegen Duitschland of Rusland zal moeten voeren, is de medewerking der Mohammedanen voor Engeland van groote beteekenis. Men mag in de Palestina-politiek zeker het tee- ken zien, dat men er ernstig naar streeft de sympathie der Arabieren te verkrijgen. Dat dit tijdelijk ten koste van de Joden zal gaan, zal velen niet verwonderen. Men zal ook wel weer eens het tegenover gestelde constateeren als gewijzigde omstan digheden een andere politieke gedragslijn voor Engeland noodzakelijk kunnen, tnakfifl, Wordt jreryqlgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1