woo?
L
Qememtetadw
Vastzittende
slijm
ABDié
i>ebste%£ie
Pcovinciaol Tlieuws
NOTITIE-BOEKJE.
SCHERMERHORN
AKKER'S
HENSBROEK
GROOTSCHERMER
SCHERMERHORN
OTERLEEK
OUDORP
HEILOO
Nootjes voor den grasland-
gebruiker.
OUDKARSPEL
HEERHUGOWAARD
H. J. BRUSSE:
UIT HUN
DE HOND ERDAD EN ZIJN
ZIEKE BAASJE.
12.—
5.8S
6.90
15.—
12.50
7.75
42 11.68
.07 15.78
51 9.25
58 15.—
nu toe on-
de
-1 i
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 9 MAART 1940.
Donderdag vergaderde de raad dezer
gemeente in voltallige zitting onder leiding
van burgemeester B. Meindersma, tevens
secretaris.
Ingekomen stukken.
Van den heer D. Oostwouder te Beemster
kwam een verzoek in voor verlaging van
schoolgeld.
Aangezien zijn aanslag in overeenstem
ming is met zijn inkomsten, werd z.h.s. af
wijzend op het verzoek beschikt.
Omtrent de verhooging van de begrafenis
rechten was door Ged. Staten verzocht een
nadere toelichting benevens een staat van de
opbrengsten gedurende 5 jaar.
Medegedeeld werd, dat in de vergadering
van de commissie van het G.E.B. was be
sloten van de gemaakte winst over 1939 nog
maals 1 cent per gebruikte K.W.U. voor licht
en kracht te restitueeren.
Goedgevonden werd een voorstel van B.
en W. tot heffing van 2 straatbelasting.
Van het r.k. schoolbestuur was ingekomen
een verzoek om gelden beschikbaar te stel
len voor den bouw van een derde lokaal.
Bij deze aanvraag ontbrak een verklaring,
dat 15 van de waarborgsom moet worden
gestort.
De voorzitter deelde mede, dat het
aantal kinderen over 1939 gemiddeld 82 be
draagt, dat het onderwijzend personeel uit
3 leerkrachten bestaat en dat in 1941 volgens
berekening het leerlingenaantal 90 zal be
dragen.
De meerderheid van B. en W. wilde af
wijzend beschikken tot zoolang dit aantal
leerlingen is bereikt.
De heer d e G r o o t zeide te hebben ge
hoord, dat bij eenige toeneming van leer
lingen het lokaal van het hoofd te klein is.
Bovendien achtte spr. het voor goed onder
wijs niet bevorderlijk, dat door 3 leerkrach
ten in 2 lokalen onderwijs wordt gegeven,
daarom vond hij het beter den bouw thans te
doen, daar deze toch binnen weinige jaren
stelling moet komen.
Weth. Plugboer kon zich met het
voorstel-de Groot vereenigen. Hij had zich
persoonlijk van den toestand overtuigd - en
zou zich niet blind staren op het getal.
De voorzitter zei, dat geen beslissing
kan volgen, omdat bij de aanvrage niet aan
de wet is voldaan.
Een voorstel van B. en W. een besluit te
nemen om den pensioensgrondslag van den
heer B. Roselaar vast te stellen op 1200,
overeenkomstig zijn jaarwedde na 1 Jan.
1934, werd algemeen goedgevonden. Het be
sluit tot loonsverlaging was bij de begroo
ting genomen, maar niet in een vergadering
vastgesteld.
Van Ged. Staten was ingekomen een
schrijven om wijziging van het reglement
van het Burg. Armbestuur, waarin is be
paald, dat het salaris van den secr.-penn. is
verhoogd van 100 op 200. De werkzaam
heden aan het B.A. behooren gratis te ge
schieden.
De heer Oostwouder was er voor de
vergoeding op 200 te handhaven.
De voorzitter zeide, dat dit niet
wordt goedgekeurd.
Na bespreking werd besloten art. 9 te wij
zigen in dien zin, dat aan den secr.-penn.
150 en aan de beide andere leden 25
salaris wordt toegekend.
Rondvraag.
De heer Mantel vroeg of reeds bericht
is ingekomen over de verhooging van de
klassen van de arbeiders.
De voorzitter antwoordde, dat dit
verzoek is afgewezen.
De heer Oostwouder vroeg, waarom
de klok niet heeft geluid bij den brand.
De voorzitter zei, dat er nog geen
klokluider is. Doordat de zuigerslang defect
was, heeft spr. de brandweer van Beemster
gerequireerd om uitbreiding te voorkomen.
De heer Oostwouder zei te hebben
gezien, dat aan de leiding van de brand
weer heel wat mankeert; dit is in Beemster
heel wat anders; verschillende menschen
zijn ook te oud, noodig is het jonge krachten
te vragen.
Ook wees de heer Oostwouder nog op de
rioleering en op de onbewoonbaarheid van
een woning, waar verleden week de be
woonster is overleden.
Algemeen achtte men het noodig die wo
ning niet meer te doen verhuren.
De heer d e G r o o t zou gaarne wensehen,
dat slangen en materieel van de brandspuit
in goeden staat worden gehouden. Ook zei
spr., dat het hem is gebleken, dat aan de
kleeding van de brandweerlieden heel wat
mankeert. Bij strenge koude liepen de
menschen met natte voeten; laarzen en
goede broekpijpen ontbreken.
Weth. Plugboer zeide, dat de hoofd
brandmeester heeft verklaard, dat pijp-
leiders laarzen en schorten hebben.
De voorzitter beloofde een en an
der te bespreken met den hoofdbrandmees
ter.
Ook zei de heer d e G r o o t, dat de voor
zitter in de laatste vergadering mededeelde,
dat de lijnwerker op arbeidscontract is be
noemd door B. en W. In de vergadering van
de lichtcommissie is gebleken, dat de lijn
werker voor een vast bedrag het werk heeft
aangenomen.
De voorzitter zei, dat dit juist is.
Hierna sluiting.
Jaarvergadering Ondersteuningsfonds
Donderdagavond hield het Ondersteu
ningsfonds St. Laurentius zijn jaarvergade
ring. in het Vereenigingsgebouw. Een 100-tal
leden was tegenwoordig.
De voorzitter, de heer A. Verduin, gaf
een overzicht van het afgeloopen jaar, waar
uit bleek, dat dit in financieel opzicht voor
de vereeniging niet ongunstig is geweest.
Tot zijn leedwezen was het ledental o.a,
door het overlijden van drie trouwe leden
opnieuw met enkelen verminderd; hij drong
er op aan, dat ook de jongeren, boven 14
jaar, tot het fonds zouden toetreden.
De penningmeester, de heer A. de Boer,
bracht het financieel verslag uit. De totale
ontvangsten over 1939 hebben bedragen
1324.19 en de uitgaven 1208.65, w.o. een
post van 927 wegens uitkeeringen aan 39
leden bij ziekten en ongevallen. Het afge
loopen jaar bracht alzoo een voordeelig
saldo van 115.14. Het totale bezit van het
fonds bedroeg op 1 Jan. j.l. 2663.13, w.o.
een reserve van 1508.19.
Uit het verslag van den secretaris, den
heer Jac. Kunst, bleek o.m., dat het aantal
leden op 1 Jan. j.l. 147 bedroeg, een terug
gang derhalve van elf personen, waarvan er
9 door de mobilisatie onder de wapenen zijn
geroepen.
Aan de beurt van aftreden waren de be
stuursleden G. Vader, Jac. Kunst en H.
Beers. Laatstgenoemde stelde zich in ver
band met zijn hoogen leeftijd niet meer her
kiesbaar. De heeren Vader en Kunst werden
herkozen, terwijl in de vacature-Beers bij
enkele candidaatstelling werd benoemd de
heer Jn. Klanker.
De voorzitter bracht den heer Beers, die
vanaf de oprichting van het fonds (31 jaar
geleden) bestuurslid is geweest, dank voor
zijn arbeid in het belang van het fonds.
Overeenkomstig het voorstel van het be
stuur werd besloten de contributie en de
uitkeeringen voor 1940 ongewijzigd te laten.
Naar aanleiding van een desbetreffend
voorstel van den heer J. Bij post werd be
sloten om bij gedeeltelijke ongeschiktheid
tot werken maximum halve uitkeering te
verleenen, mits aan het bestuur een verkla
ring van den behandelenden geneesheer
wordt overgelegd.
werken Uw ademhalingsorganen
niet voldoende. Hun werking wordt
gehinderd doordat de slijm de lucht-
toetreding belemmert en de slijm
vliezen prikkelt, waardoor bij het
ademhalen benauwdheden ontstaan.
Neem die hinderpaal zoo snel mo
gelijk weg door het gebruik van
Abdijsiroop. De heilzame krulden,
w. o. de zeer actieve Aconitum en
Drosera lossen die benauwdheid-
veroorzakende slijmlagen op, die
Uw slijmvliezen verontreinigen,
maken ze los van het weefsel en
zorgen dat U in den kortsten tijd
weer heerlijk vrij kunt ademhalen.
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
Nieuw torenwerk.
Na den langen strengen winter, toen
het niet mogelijk was in den toren der
herv. kerk werkzaamheden te verrichten,
is Maandag een aanvang gemaakt met het
bouwen van een nieuw electrisch toren
uurwerk. Dit zal zeer zeker een groote
verbetering zijn, daar meestal de klok stil
stond. Er werden reeds nieuwe wijzer
platen aangebracht aan alle vier zijden
van den toren wat op zich zelf al een
heele verfraaiing is. De vergulde wijzers
en cijfers zijn van verre duidelijk te zien
wat een heele verbetering geeft, daar men
op de oude wijzerplaat met één wijzer
nooit goed kon zien hoe laat het was.
Eilandspolder.
Op 7 Maart 1940 is ter voorziening in de
vacature van dijkgraaf van het heem
raadschap De Eilandspolder, ontstaan ten
gevolge van het overlijden van den heer
Jan Smit Jzn. te Grootschermer, als zoo
danig benoemd de heer Jan Kaay Czn. te
Oost-Graftdijk.
De nieuw benoemde dijkgraaf maakt
deel uit van het bestuur van dit water
schap sedert einde 1911, terwijl hij als
heemraad lid van het college van dage-
hjksch bestuur is sedert 1 Januari 1930.
Hij was tevens loco-dijkgraaf.
Tengevolge van deze benoeming is een
vacature ontstaan als heemraad lid van
het college van dagelij ksch bestuur.
Herijk maten en gewichten.
De herijk van maten en gewichten zal
voor deze gemeente en de gemeente Zuid
en Noordschermer in deze gemeente plaats
hebben op 20 en 21 Maart.
Mooie opdracht.
De rijkswaterstaat heeft bij overeen
komst gegund aan de heeren J. Moejes te
Obdam en Joh. van Harskamp alhier het
maken van schotbalksponningen in de
schutsluis te Nauerna voor een bedrag van
7950.
Ingekomen personen.
C. M. Verver, R.K., dienstbode, Heeren-
weg A 68, van Castricum. Th. N. Hooge-
boom, R.K., boerenarbeider, Heerenweg
B 39, van Koedijk. P. Dekker, N.H., zon
der, en dochter, Breelaan C 18, van Winkel.
G. van Leeuwen, R.K., kruidenier, Burg.
G. Bosstraat E 3, van Den Helder
Vertrokken personen.
G. Schouten, R.K., bakkersknecht, van
Heerenweg A 41, naar Heiloo. J. Pater,
R.K., dienstbode, van Heerenweg A 59, naar
Obdam. J. Th. Does, R.K., bakkersknecht,
van Heerenweg A 59, naar Wognum. K.
Suk, N.H., landarbeider, van Zuidervaart
D 25, naar Zuid- en Noordschermer. M.
A. Leek, R.K., dienstbode, van Halvemaans-
brug C 10, naar Obdam. W. F. H. van
Zwanenburg, geen, bakkersknecht, van
Friescheweg E 57a, naar Schoorl.
Uitvoering ,,'t Ontluikende Roosje".
Donderdagavond heeft de rederijkers
kamer 't Ontluikende Roosje het seizoen
besloten met de opvoering van „Vrijdag de
Dertiende", een kluchtig spel in drie bedrij
ven van J. W. v. d. Heide en Henk Bakker,
onder regie van den heer C. Vennik. Ouder
gewoonte was de zaal geheel bezet. In deze
klucht maken we kennis met Christoffel
Verbaak (C. Vennik) en Cornelia, zijn
vrouw (mej. C. de Jager), Verbaak, op oude
ren leeftijd gehuwd met Cornelia heeft wel
zijn kleine liefhebberijen, doch Cornelia
heeft grooten invloed op hem en in werke
lijkheid is hij een pantoffelheld. Cornelia is
bijgeloovig en hoewel Christoffel er niets
van wil weten, heeft zij hare vriendinnen
Jansje Bevers (mej. J. Vennik) en mevr. de
Haan (mevr. L. van SteegBlokker) uitge-
noodigd voor de seance van Achmed Ritzibi
(de heer A. Roest), die in trance zijn
„zwarte" kust als „helderziende" zal demon-
streeren, Hij wordt bijgestaan door madame
Leontine (mevr. J. RoestBood), die met
hem in het complot is.
Christoffel heeft een jeugdvriend
moet, namelijk den heer Jaap Holtink
Greeuw Jr.) en samen hebben ze een
stapje gemaakt naar een café-chantant,
waar eerstgenoemde in een dolle bui een
schoentje van een danseres bemachtigde. Dit
uitstapje tracht hij geheim te houden, doch
Ritzibi vertelt alle ongerechtigheden, als hij
in trance alles ziet! Dat Ritzibi een bedrie
ger is en hij wanneer hij de flesch heeft
aangesproken met dubbele tong aller
hande nonsens uitkraamt, gaat aan de bijge-
loovige vrouwen voorbij en zelfs Molly, de
stiefdochter van Christoffel wil de toekomst
weten. Er is er een, die den helderziende
„door" heeft en dat is Jan Stevens (N. Ak
kerman). Hij is het dan ook, die hem ont
maskert en de helderziende blijkt Arie Jan
sen, een doodgewone loodgieter te zijn, die
speculeert op de domheid van anderen en
daarmede veel geld verdient. We maken ook
nog kennis met Hans Terbrink (N. Waal),
een vriend van Molly, met Dorus Karreman,
den vader van de danseres (D. van Weelde
ren Jr.) en een nieuwe kracht Nelly, dienst
bode (mej. G. van 't Veer).
ont-
(A.
uit-
Het stuk is vol dolle situaties en heeft
weinig inhoud. De schrijver legde den vin
ger op de bijgeloovigheid, die als een draad
door het geheele stuk loopt. Hoewel de een
beter spel gaf dan de ander, hebben allen
zich geheel gegeven; de koddig uitgedoste
Ritzibi had de lachers op zijn hand en gaf
een creatie, die is te roemen. Ook Verbaak,
Cornelia, Jaap Holtink en Molly gaven uit
stekend spel.
Het publiek heeft genoten; de gulle lach,
die telkens opklonk, was daarvan het bewijs.
De grime en het kapwerk en de tooneelaan-
kleeding van de firma's Ridderikhof en
Groothuizen te Hoorn en Alkmaar waren in
elk opzicht te roemen. Wim Cornelisse
zorgde met zijn band voor goede muziek,
Een gezellig bal besloot den avond.
VII.
Een klacht luidt: Ik heb zooveel mos, of
madeliefjes, of zooveel paardebloemen in
mijn grasland, en daardoor valt de opbrengst
altijd tegen.
Ja, dat is leelijk. Maar als u 't land de
laatste jaren zelf gebruikt hebt, is 't eigen
schuld. Met juiste ontwatering, juiste be
mesting en juiste beweiding was 't niet zoo
ver gekomen.
En nog is Polen niet verloren!
Probeer de manier uit deze nootjes. Dat is
het juiste kraken. De rijkslandbouwconsu-
lent te Schagen geeft verder gaarne advies.
Heel dikwijls hebben de onkruiden de
kans gekregen doordat te zuinig of te laat
stikstof gegeven werd.
Een andere orzaak is vaak, dat de bewei
ding niet goed plaats had of dat het gras
niet op tijd gemaaid werd.
Een derde oorzaak ligt soms in het niet
op tijd wegnemen van de mestplakken.
Ruig land is vaak onkruidland. Denk aan
de massa's zachte dravik (wilde haver) of
andere minder goede grassen, en aan de
paardebloem.
Vecht er dit jaar tegen. En begin er direct
mee, nu de sneeuw en de vorst weg zijn.
a. in 't voorjaar droog land
b. vroeg 3 of 4 baal kalkammon
c. juiste afwisseling van weiden en
maaien. H. P.
In het lokaal van den heer C. Vis werd
Donderdagavond een openbare vergadering
gehouden door de afd. Oudkarspel van ie
C.P.N., waar als sprekers optraden de hee
ren G. de Vries uit Andijk en C. Borst uit
Oudkarspel.
De eerste spreker, de heer de Vries, be
sprak den noodtoestand in de bollenstreken
en de kwestie N.A.K.B.K.Z. Spr. ging uit
voerig het ontstaan van het saneeringsplan
na, waarbij hij den nadruk legde op de na-
deelen, welke daardoor voor de kleine
kweekers ontstonden. De goede zijde van
de saneering was echter, dat voor alle soor
ten de minimumprijzen werden gegaran
deerd. Een der kwade zijden was de zwen
del met teeltvergunningen. Voordeel was
ook, dat de teelt van bloembollen loonend
was. De oorlog gaf echter een streep door de
rekening. Het gevolg was de 50 pCt. inkrim
ping zonder eenige vergoeding. De nog toe
gezegde steun van f 3 millioen is te gering
om het vak uit den put te helpen. Na te heb
ben gewezen op den buitengewoon slechten
gang met het z.g. bijgoed, kwam spr. op de
zaaizaadkwestie en den strijd tusschen N.A.
K. en B.K.Z. In hun strijd tegen, de over-
heersching door den handel hadden de
kweekers zelf al eenige keuring ingesteld,
waaruit tenslotte de N.A.K. is ontstaan. Het
B.K.Z. is een instelling, waarin de handel
alles, de kweekers niets te zeggen hebben.
Er zijn toch veel kweekers lid van het B.K.
Z., omdat de handel anders hun zaden niet
koopt.
Spr. vestigde de aandacht op de coöp.
zaaizaadvereeniging te Wijdenes. Spr. ein
digde zijn rede met een beeld te geven van
den noodtoestand te Andijk, waar in 1931
nog 1180 personen inkomstenbelasting be
taalden, maar in 1939 nog maar 360.
Vervolgens sprak de heer C. Borst uit
Oudkarspel over de exportbelemmeringen.
Spr. keurde de combinatie regeeringscom-
missaris-voorzitter van het Centr. Bureau v.
d. Veilingen in Nederland af, daar ook weer
op de vergadering te Alkmaar van de Prov.
Commissie is gebleken, dat de heer Valstar
daar meer regeeringsambtenaar was dan
strijder voor de rechten van den tuinbouw.
De toestand in den tuinbouw zal niet wor
den opgelost door het drogen van groenten.
Een andere samenleving is noodig. Spr. was
overtuigd, dat het kapitalisme den oorlog
noodig heeft om te kunnen blijven bestaan.
De oorzaak van de exportbelemmeringen
zag spr. naar aanleiding van de rede van
Valstar en van burgemeester Schelhaas, in
drang van Engeland op de Ned. regeering.
Spr. keurde het af, dat de tuinders niet in
de gelegenheid gesteld werden, méér voor
hun producten te maken en ook, dat op de
verschillende ingeleverde artikelen bij de
distributie flinke winsten worden gemaakt
door de regeering.
Na nog eenige besprekingen volgde slui
ting.
Vergadering vacantiekolonies.
Het Centraal Genootschap voor kinder-
herstellings- en vacantiekolonies, afd. Heer-
hugowaard, hield Woensdag in café Rus een
algemeene vergadering. Daar de voorzitter
niet aanwezig kon zijn, werd diens functie
waargenomen door de secretaresse. Na de
opening en lezing der notulen volgde het
jaarverslag der secretaresse en penning-
meesteresse. De kascontrolecommissie had
alles in orde bevonden. Als afgevaardigde
naar de algemeene vergadering te den Haag
werd gekozen de heer H. Pluister, plaatsver
vangend mej. de Jong. De aan de beurt vair
aftreding zijnde voorzitter en penningmees-
teresse werden bij acclamatie herkozen. De
vacature, ontstaan door het vertrek van den
heer Stouthamer, werd wederom aangevuld
door de benoeming van den heer A. Kramer,
tijdelijk hoofd der chr. school.,
In het geheel werden 17 kinderen uitge
zonden met 628 verpleegdagen. Het kassal
do was met 20 achteruitgegaan, eveneens
is het ledental verminderd. Het bestuur
heeft daarom een krachtige propaganda-
actie ter hand genomen.
De propagandist van het hoofdbestuur,
de heer Landsmeer, deed vele nuttige wen
ken aan de hand.
Na de rondvraag volgde een levendige
discussie, waaraan alle leden deelnamen.
Overwogen werd in het najaar een film
avond te organiseeren. Ook zal getracht
worden bij ouderavonden lantaarnplaatjes
van het Centraal Genootschap te vertoonen.
BERGEN. (29 Febr.—6 Maart).
Geboren; Johannes P. J., z. v. Jo
hannes Petrus Leering en Alida Wittebrood.
Klazina Jantje, d. v. Harm Huisman en
Aaltje Veltman. Catharina Gezina, d. v.
Jan Guichelaar en Catharina Helena Groen,
Overleden: Gebina Hermanns Aleida
Johanna Swaters van Schaumburg, oud 74
jaar, weduwe van Sybenga Schelte.
't Eenige wat ik nu nog op Erdad kan
tegen hebben is, dat hij zich Duitsche
herdershond noemt. Ik kan 't niet aannemen
van zoo'n verstandig dier, in dézen tijd. Wil
'm dan ook maar meteen eens naar zijn na
tionalistische gevoelens polsen. En ik vertel
hem, van Mosie, die, toen de Nazi zich knal
lend aan hem had voorgesteld: „Eckstein"
(Hoeksteen) prompt had geantwoord:
„Schade dass ich kein Hund bin" (jammer,
dat ik geen hond ben.)
Zie je wel, zie je wel? Erdad glimlacht er
om. Want dit om dien neus en die oogen
rr.oet zijn glimlach zijn. Maar nu staakt hij
even zijn ren, kijkt me lakoniek aan, en
langs 't eind hout in zijn druipenden bek is
't of ik hem hoor meesmuilen: „dit antwoord
kost Mosie dan ook alle concentratie-kam
pen en hierna den ambtelijken zelfmoord".
Geen ooenblik langer staakt hij er zijn spel
voor. En nu sta ik nóg even wijs. Want deze
conclusie was immers enkel de internatio
naal gangbaar geworden logica. Maar hoe, in
zijn hondehart, denkt Erdad er zélf over?
Inmiddels is 't boven in bed van den jon
gen toch blafhoest geworden. Gevolg van
zijn onvoorwaardelijke zorg om Erdad uit te
laten. Al taalt hij er niet naar zich hierop te
beroepen, laat staan te verheffen op zijn
slachtofferschap. Wat hij alleen een beetje
kassian vindt, wat hem zelfs wel 's even
lichtelijk jaloersch maakt, is, dat zijn hond
nu ook aan de andere huisgenooten gehoor
zaamt en dus de alleenheerschappij van den
kleinen baas als betrekkelijk leert kennen.
Want met een gezag, dat niet op twee voeten
boven hem uitstaat en hem vóór gaat, om 't
te kunnen naloopen daar weet zoo'n Er
dad blijkbaar geen weg mee. De horizontale
houding van oppermacht, de onder dekens
verdwenen lichamelijkheid van den beheer-
schenden wil, al ligt 't gewende hoofd er dan
bij met de vertrouwd geworden stem hij
tast er naar met zijn wat onwennige pooten,
begint er schier radeloos mee te graven
naar de lijfelijke gestalte, die hij snuffelend
immers tóch bespeurt en alle gepaai en
geaai maakt 't geval van den jongen in den
lappenmand nog maar troosteloozer verwar
rend. De hond jammert een lang gerekte
weeklacht en loopt dan jankende de ka
mer af
Het tragisch misverstand stemt 't baasje
wat weemoedig tot hij er, verteeterd,
weer even om lachen moet. „Och" zegt
hij verheel je nou ook, dat jij Erdad
was, vader. En dat je daar op de markt had
gestaan met om je heen allemaal van die
groote menschbeesten op hun achterste bee-
nen, die raar tegen je doen en dat ze je
dan hadden verkocht en meegesjord aan een
riem naar ons huis. Want zoo'n men-
schenhuis is voor 'n hond toch maar alle
maal even gek en om eerst bang van te
wezen.
Zie je? daarom laat ik hem altijd be
gaan, als we samen buiten zijn, en hij ziet 'n
anderen hond. Want die is van zijn soort en
die begrijpen elkaar. Maar dan kan ik hem
ook geen baas meer, en vraag ik maar aan
'n man: „och, meneer, wilt u hem zoo lang
voor me vasthouden?" Als je 'm nooit
laat spelen met andere honden, wordt hij
natuurlijk heelemaal verdrietig, want dan
denkt hij: nu ben ik in de wereld alleen op
gesloten met niet anders dan die rare
rechtoppe dieren en dat zijn wij. Maar als
ik me huiswerk maak, ligt hij er zoo zoet
bij En dat is natuurlijk ook fijn voor 'm.
Want Erdad hoeft lekker de hondentaal niet
te ontleden en te vervoegen. Alle honden in
alle landen blaffen 't zelfde; daar is geen
woord Fransch of Duitsch bij. En rekenen
hoeven ze ook niet te kennen, omdat ze
nooit handelaar worden of iets betalen,
waarvan je weerom moet krijgen. En geen
aardrijkskunde dat weten ze zóó al.
Want waar ze ook heen gebracht worden
net als de postduiven, ruiken ze uit zichzelf
meteen de wegen naar huis terug
Met z'n beetje koortsige verbeelding ligt
de jo-ngen hierover nu voort te spinnen:
„Ook is 'n hond leerzaam. Want alles merkt
hij op als je met 'm buiten loopt. En dan ga
jij daar allemaal óók naar kijken en dan
is 't net of al die wegen en paadjes en sloot-
kantjes, de randjes van den weg, de gan
getjes en hoekjes tusschen de huizen en de
stoepen, de grasvelden en de biezenpolletjes
daar anders zijn dan vroeger. Toen wist je
niet eens dat ze daar waren, en nou denk
je dat dit eigenlijk 't buitenland is, ver
weg, en of je daar loopt rond te speuren zoo
als de roodhuiden door de prairieën en de
wilde wouden. Want de Indianen hadden
óók zoo'n scherpen reuk en zoo'n fijn ge
hoor net als Erdad. En als ik met hem
langs den Molenweg loop, denk ik, dat ik 'n
spoorzoeker ben, en hij besnuffelt alles,
waar 't wild heeft geloopen en 't bleek-ge-
zichtAls ik beter ben, ga ik 't heele Har-
gergat met 'm rond en doen we dat 't de
Stille Zuidzee is
"n Uur later kom ik zijn temperatuur op
nemen 37. Dus morgen weer op!
Wat scheelt er nu ineens aan? Hij is er
heelemaal niet blij om. Hij blijft stil liggen
en vraagt dan bedrukt: „Vader, nou zal Er
dad toch niet ziek worden? Daar net kwam
hij bij me, en toen voelde ik, dat hij geen
natte neus meer had. Z'n neus was heele
maal warm geworden. En hij liep zoo lang
zaam Maar 't ergste is, dat hij dit fijn
ste reepje beschuit met rookvleesch niet
eens van me heeft willen opeten
Ja Joop, eerlijk gezegd" waag ik 'n
geruststellend grapje „ik verdenk hem al
'n paar dagen óók van blafhoest".
Maar den volgenden morgen heb ik mijn
ochtendkuier alléén afgestapt en den hond
thuis gelaten. Want er zijn verwikkelingen.
Nog niet uitgesproken, weliswaar, maar ze
broeden dan toch. En dat mijn geweten er
niet heelemaal zuiver van is, blijkt, doordat
ik zoo argeloos mogelijk de kamer ben uit
gegaan, bij hem vandaan waar we dan
toch samen ontbeten hadden alsof er geen
vuiltje aan de lucht was. Maar toen hij zich
in goed vertrouwen op de gewend gewor
den wandeilng nog even verzaligd voor den
haard had uitgestrekt heb ik 'm stiekum
gedrost. Met voorbedachten rade. Want, om
Erdad te misleiden, ben ik niet aanstonds
doorgestapt naar de voordeur. Nee, omdat ik
wist, dat hij dit zou hooren, dan opstaan naar
doe deurkruk om tóch bij mij te komen
en ik was nu eenmaal niet in een stemming,
in geen humeu,r voor weeraan zijn onstui
mige blijdschap over dit samen naar buiten
mogen, dat languit tegen mij opstaan en met
zijn felle pooten scharremaaiën, dat knal
lende vreugde-geblaf, dat speelsche gehap
van zijn wolvenbek naar mijn handen, die
hem aan den riem zouden vasthaken.
Ik heb dus geveinsd door eerst, zeer merk
baar, de richting van de keuken uit te gaan.
En vervolgens op mijn teenen, zonder de
tochtdeur te laten klappen, zonder geritsel
aan den kapstok 'm trouweloos te smeren.
Maar toch voelde ik me langs de Strekkade
nu niet zoo bevrijd door de wijde polderver-
schieten onder de sneeuw uit, niet zoo tot on
bezorgdheid geneigd in den prikkelenden
regenwind, als anders, wanneer ik me daar
den kop laat uitragen.
Er zat dus iets van schuldbesef om wat
ik Erdad aan rechtmatige jongehonde-uitge-
latenheid opzettelijk onthield? En mogelijk
óók om alwéér 'n relatie van wel harte
lijkheid, die, na zóó kort, al bezwaarlijk
werd. Is er dan toch ter wereld geen ge
negen omgang met 'n medeschepsel mogelijk,
zonder hommeles, zonder dat 't je drukt op
den duur, belemmert in je vrijheid, kopzorg
geeft?
Hoe zit dit nu weer, tusschen Erdad en
mij? Liever zweeg ik erover. Maar ik ben
er nu eenmaal tegen u mee begonnen. En
om der rechtvaardigheids wille wil ik u 't
slot van deze idylle dan ook maar niet ont
houden. Tot besluit, den volgenden keer.
Nadruk verboden.