Qemeentecadm
tBwtydiike- Stand
Kerk en Schoot
HET ONTWAKEN VAN HET PLATTELAND.
De plaats, welke de kerk hierbij behoort
in te nemen.
WARMENHUIZEN
ZIJPE
GRAFT
DERDE BLAD.
Besturenconferentie van
Vrijzinnig Herv. in
N.-Holland.
In een slechts matig bezochte bij
eenkomst, uitgeschreven door de
Vereen, v. vrijz. herv. in Noordhol
land, voor afdeelingsbesturen, ker
keraden en kerkvoogdijen van vrijz.
gemeenten, alsmede leden en be
langstellenden, werd gisteravond in
de dancing van de Harmonie door
ds. Terpstra uit Utrecht, algemeen
secretaris der V.C.J.C., een zeer be
langrijke en goed doorwrochte rede
gehouden, die zich kenmerkte door
een groote kennis van het platteland
en zijn behoeften op verschillend
terrein.
De voorzitter, ds. Poldervaart
uit Naarden, herinnerde in zijn openings
woord aan het besluit van de algemeens
vergadering om één of tweemaal per jaar
een besturenconferentie te houden, waarbij
de besturen van allerlei vereenigingen op
vrijzinnig kerkelijk gebied zouden worden
uitgenoodigd, alsmede alle andere belang
stellenden. De bedoeling was om zich dieper
bewust te voelen van de plaats in kerk en
maatschappij. Voor de vergadering van
thans was aanvankelijk als spreker gedacht
aan prof. Schermerhom, maar toen dat niet
kon doorgaan, was ds. Terpstra uit Utrecht,
alg. secr. der V.C.J.C., bereid gevonden om
het onderwerp „Het ontwaken van het
platteland" in te leiden.
Spr. vond het jammer, dat niet meerde
ren aan den oproep voor deze samenkomst
hadden gevolg gegeven.
Uitvoerig herinnerde spr. aan den radio
cursus van prof. Schermerhom e.a. vrijz.
hervormden, daarbij constateerende, dat er
van het platteland veel verwacht kan wor
den voor weder-ontwaking en het naar de
kerk terugbrengen van zeer velen.
Het ontwaken van het platteland.
Hierna kreeg ds. Terpstra het woord
ter inleiding van zijn onderwerp. Hij begon
met te wijzen op de mogelijkheid van het
verschillend indeelen van ons volk, maar
heel scherp kan die onderscheiding niet al
tijd zijn. In den laatsten tijd komt vaak de
scheiding „stad en platteland" naar voren,
maar ook daarbij is de grens dikwijls zeer
moeilijk te trekken.
De kerk heeft met deze tegenstelling zeer
zeker te maken, want zij streeft naar ontwa
king van het platteland. Spr. schetste hoe
de arbeidersklasse te plattenlande zich eco
nomisch kon verheffen door aaneensluiting
en daardoor haar zelfbewustzijn vond. Deze
beweging ging buiten de kerk om, in de
eerste plaats door haar materialistisch en
atheïstisch karakter; verder was de arbei
dersklasse al voor een groot deel anti-kerke
lijk geworden. Hoe de geestelijke waarden
weer tot hun recht kunnen komen is een
dringende vraag van dit oogenblik.
Thans hebben we weer de agrarische be
weging, waarbij erkend wordt, dat de land
bouw voor stad en land en voor de heele in
dustrie en den handel van primair belang
is. De landbouwarbeid behoort tot het
zwaarste en tevens het slechtst betaalde
werk, zulks moet worden erkend en tevens
dat het platteïand door de crisis ten zeerste
is gedrukt.
Tot zoover punten van overeenkomst met
de arbeidersbeweging van eertijds. Er is
echter ook verschil: het platteland is nog
niet vermaterialiseerd, er is overal nog een
stuk leven om het platteland naar bewust
zijn te leiden; het platteland brengt nog
altijd personen voort, die het hoofd nimmer
laten hangen, steeds weer verder gaan
kortom er is nog veel van een cultuur, al
dreigt ook ontworteling.
Verder bestaat er ook nog altijd de kerk,
zij het hier en daar verschrompeld en niet
altijd echt levend, maar men staat er niet
vijandig tegenover, zooals tijdens de arbei
dersbeweging. De kerkbesturen worden
gevormd als men tot herontwaking komt
door mannen van het platteland. Predi
kant en onderwijzer hebben de taak de gees
telijke beweging te leiden en in alle opzich
ten te bestudeeren.
De agrarische beweging is in de eerste
plaats een kwestie van productie en de uit
komsten daarvan. En deze nu zijn in de laat
ste jaren spr. gaf hiervan eenige cijfers
met geweldige sprongen gedaald, waarbij
de loonen van den landbouwer slechts wei
nig lagen boven die van den arbeider. De
belangrijkheid van de agrarische beweging
ligt dan ook voornamelijk in den economi-
schen stand van zaken.
Verder moet bedacht worden, dat er
steeds weer sprake is van verschil in cul
tuur in de stad en op het platteland. Naast
de stadscultuur heeft zich een plattelands
cultuur gevormd van sterke behoudende
kracht. Er zit ook stijl in die cultuur, al wil
men dit wel eens ontkennen. Men denke
slechts aan de specifiek plattelandsorgani
saties, waaronder die tot wederkeerigen
steun een belangrijke plaats innemen.
Slechte economische omstandigheden leid
den vaak tot stijlloosheid, omdat de platte
lander zich meermalen moest tevreden stel
len met goedkoope voorwerpen uit de stads
cultuur. Daaruit kwam vaak voort een ver
mindering van het gevoel van eigenwaarde
bij den boer. Alleen een sterke godsdien
stige grondslag kan daarvoor behoeden. De
laatste jaren is de aanraking tusschen stad
en platteland grooter geworden met toene
ming van het minderwaardigheidsgevoel.
De agrarische beweging heeft in dit ver
lies van het gevoel van eigenwaarde een
keerpunt gebracht en een opkomst van het
besef van de waarde van het boerenhand-
werk, dat zeer zeker evengoed handigheid,
overleg en intuïtie vereischt als het werk
van den stedeling. Voor het mensch-zijn is
de scholing van het landwerk zeker niet
minder dan voor dat van den stadsmensch.
Het boerenwerk en het wonen op het plat
teland kweekt uitermate goede eigenschap
pen voor het strijden om een eervol bestaan;
het leert verantwoordelijkheid tegenover
zich zelf en de gemeenschap, waarin men
de grenzen van stand en godsdienst weg
denkt. Zeker, de stad kent dit alles ook,
maar zij verteert de menschen veel eerder,
voert hen af van het plattelandsche.
De waarde van al deze dingen dringt pas
door, zoodra zij worden aangevallen door
het moderne vermaak en vele andere zaken,
die niet op het platteland thuis behooren.
Spr. schetste hoe ons land zich had ge
specialiseerd op uitvoer van vele agrarische
producten, waaraan de autarkische bewe
ging in het buitenland een einde maakte
en hij constateerde, dat de agrarische bewe
ging in haar strijd ook wel de verschillende
richtingen en opvattingen op het platteland
tegen elkaar uitspeelt. Daarom is het nood
zakelijk, dat de kerk de agrarische bewe
ging van nabij volgt, omdat daar inderdaad
zeer veel aan vast zit.
Naast den strijd voor economische zelf
standigheid is er vooral te plattenlande een
strijd voor cultureele belangen. Deze geven
recht op een bepaald ontwikkelingspeil,
niet uitsluitend op schoolsch terrein, maar
vooral waardeering voor de locale geschie
denis, de streektaal, de omgangsvormen,
enz. De landfoouwhuishoudscholen hebben
in dit opzicht wel veel goeds gedaan, maar
nog lang niet genoeg. Over het algemeen
zal er een herwaardeering van den arbeid
moeten komen, waarbij de eigen organisa
ties groote cultureele waarde kunnen ont
wikkelen.
De kerk op het platteland is gelukkig „een
orgaan van de stedelijke cultuur: het leven
in de kerkelijke colleges is het leven van de
eigen plattelandsmenschen, die door hun
werk een gevoel van afhankelijkheid van de
natuur kregen, waardoor een religieuze er
varing ontstond, al is die lang nog niet
altijd onder het evari%elie geplaatst.
De kerk kan erkenning van ieders moei
lijkheden bijbrengen, omdat men daar met
menschen van verschillenden aard in aan
raking komt.
De jeugdbeweging kan op het platteland
veel bereiken, mits zij méér' dan tot nu toe
groeit in het dorps-eigene en in verbonden
heid met het leven van allen dag. Hier ligt
een schoone, maar moeilijke taak, die kan
voeren tot het geven van vorm aan het nu
vormlooze voor de jeugd van de dorpsge
meenschap. Aanraking dient hierbij gezocht
te worden bij de agrarische jeugdbeweging,
om te komen tot hooger peil van de verma
ken: sport, dans enz. Het ontwaken van het
platteland moet beteekenen het geven van
hoogeren inhoud aan het jeugdleven.
Spr. wijdde voorts een woord aan speci
fiek plattelandsorganisaties, die gaan tot
over- de grenzen van kerk en politiek en
groote waarde hebben voor de dorpsge
meenschap, waaraan zij nieuwe eigen vor
men kunnen geven.
De volkshoogeschool werd door spr. ge
zien als een instituut, dat voor het platte
land bijzonder groot nut kan hebben.
De voorzitter, een woord van dank
brengend aan ds. Terpstra, zei, dat diens
inleiding zooveel punten bevat, dat hij
hoopte dat een en ander op een volgende
besturen-conferentie nog eens weer zal
worden aangesneden.
Vragen gesteld.
Ds. Met, van Zaandam, had in de inlei
ding gemist een meer positieve aanduiding
van den weg, dien de kerk in den zin van
de rede van ds. Terpstra zou hebben te
volgen.
Ds. Kastein, van de Rijp, wees op de
groote gedifferentieerdheid in de geestelijke
stroomingen in de stad en vroeg wat de oor
zaak kan zijn van het feit, dat het platte
land daar veelal afwijzend tegenover staat.
De voorzitter merkte op, dat de agra
rische levenshouding in de eerste plaats pro-
duceerend, scheppend is en daardoor wel in
overeenstemming is met de levenshouding
volgens het evangelie. Hier ligt volgens spr.
een taak van de kerk.
Ds. Terpstra, de sprekers achtereen
volgens beantwoordend, zei te gelooven, dat
tegenover de agrarische beweging, die ook
economische bedoelingen heeft, ook de kerk
eenige voorzichtigheid moet in acht nemen.
Overigens zouden in de preek en vooral in
de kerkelijke vereenigingen de agrarische
zaken een plaats kunnen krijgen. Het komt
in vele gevallen aan op persoonlijke rela
ties, zooals ook ten opzichte van bijv. de ar
beidersbeweging. Gaat het alleen om het
cultureele, dan zijn nauwere banden moge
lijk; waarbij taakverdeeling worde toege
past. Spr. zette dit nader uiteen.
Het gedifferentieerde in de stad op gees
telijk gebeid zag spr. deels als een losgesla
gen-zijn van de vaste beginselen, zoodat
men het telkens weer met iets anders gaat
probeeren. Dat het platteland daar afwijzend
tegenover staat, ontkende spr. voor wat be
treft de grootere plaatsen. Overigens ver-
gete men niet, dat men op het platteland
minder menschen heeft, zoodat van groote
verscheidenheid geen sprake kan zijn.
Ten aanzien van de opmerking van ds.
Poldervaart, zei spr. te gelooven, dat de
ontwaking van het platteland zal beteeke
nen een actie tegen het ongebreideld uit
breiden van bedrijven alleen om het bezit
te vermeerderen. Intusschen hoede men zich
voor het generaliseeren.
Bij de sluiting van de bijeenkomst bracht
de voorzitter nog eenige interne orga
nisatorische zaken ter sprake.
Melk op school
De kermis vervroegd
De raad vergaderde Woensdagmiddag 2,30
onder voorzitterschap van burgemeester
Nolet.
De notulen werden conform vastgesteld.
Voor k.g. werd aangenomen een K.B.
waarbij was goedgekeurd het besluit op de
gemeentefondsbelasting 75 opcenten te hef
fen en een besluit van Ged. Staten tot goed
keurnig van de 3de suppletoire begrooting.
Afwijzend werd beschikt op het verzoek
van de Vereen, tot IJsbestrijding in N.H. om
subsidie.
Voor kennisgeving werd voorts aangeno
men het bekende verzoek om het maximum
aantal vergunningen te verlagen van 7 op 5
De rekening van het B.A. werd, aangezien
van den minister van binnenlandsche zaken
geen bezwaar was gemaakt, conform vastge
steld.
Besloten werd een kasgeldleening van
10.000 aan te gaan.
Hierop werd de suppletoire begrooting
1939 vastgesteld.
Aan de orde was hierop een voorstel van
den inspecteur der Volksgezondheid om de
woning Dorpsstraat 178 onbewoonbaar te
verklaren.
Aangezien er geen woningen disponibel
zijn, stelden B. en W. voor daartoe niet over
te gaan.
De heer Roozendaal zag niet in,
waarom niet tot onbewoonbaarverklaring
moet worden overgegaan.
De voorzitter geloofde niet, dat de
zaak verhaast wordt. De onbewoonverkla
ring is wel gewenscht, maar het is ook niet
gemakkelijk om voor den betrokkene een an
dere woning te krijgen en zeker is het voor
hem niet prettig een paar jaar het bordje
onbewoonbaar verklaarde woning" aan zijn
huis te hebben.
De heer M i n k: De kans is.niet groot om
in dit geval voor den betrokkene een nieuwe
woning te krijgen. Ieder geval moet op zich
zelf bekeken worden en er moet kans zijn,
dat de betrokkene aan zijn verplichting
voldoet. In het algemeen is het wenschelijk,
dat de bevolking weet, dat het mogelijk is,
met steun van de regeering slechte woningen
door betere te vervangen.
Weth. Molenaar zeide, dat onbewoon
baarverklaring daarvoor niet de eerste stap
behoeft te zijn.
Het voorstel werd hierop z.h.s. aangeno
men.
Schoolvoeding.
De Bond van groote gezinnen had ver
zocht een subsidie te verleenen van 200 om
gedurende 100 tot 110 dagen kinderen van de
eerste twee klassen van de lagere scholen,
die daarvoor in aanmerking komen, melk te
verstrekken.
B. en W. wezen op een K.B. van 19 Nov.
1900, waarbij in deze regelen zijn vastge
steld.
Met inachtneming van deze bepalingen
kunnen B. en W. zich niet vereenigen met
het verzoek.
In gevallen, waarin het noodzakelijk is,
willen B. en W. dóór gebruikmaking van
andere instellingen individueel hulp ver
leenen.
De heer Groot gevoelde in het alge
meen voor melkverstrekking aan schoolkin
deren die het noodig hebben en wilde hier
bij op medisch advies handelen.
De heer Dekker was er zélfs voor de
subsidie te verhoogen, opdat de melk dan
aan alle kinderen, die het noodig hebben, in
de scholen verstrekt kan worden.
De heer Roozendaal oordeelde, dat
adressanten niet lukraak zullen handelen.
Spr. zou vertrouwen in hen stellen en was
overtuigd, dat zij de subsidie doelmatig zul
len aanwenden.
Principieele bezwaren.
De voorzitter zeide, dat het college
over het vraagstuk verdeeld' is. Principieel
is spr. van oordeel, dat een kind niet op de
school, maar in het gezin moet worden opge
voed. Van nature zijn de ouders aangewezen
het kind te voeden.
Nu zijn er in onze maatschappij helaas ge
zinnen, waarin de ouders dezen plicht en taak
niet kunnen vervullen. Wij zijn daaraan al
len min of meer schuldig en daarom zuUen
wij cijns moeten betalen. De overheid zal dus
in dit tekort moeten voorzien. Schoolvoeding
is daarvoor niet noodig. Volstaan kan wor
den met de bestaande instanties voor steun-
verleening in het gezin, opdat het kind' niet
losgerukt wordt van vader en moeder.
Bovendien zijn er wettelijke bezwaren.
Volgens de leerplichtwet is- de raad alleen
ter bevordering van schoolbezoek bevoegd
kleeding en voedsel te verstrekken. Wie de
toestanden in de gemeente kent, zal niet
kunnen volhouden, dat voedselverstrekking
ter bevordering van het schoolbezoek noo
dig is. Bij spr. is geen sprake van wantrou
wen in het bestuur. De opmerking van den
heer Roozendaal dienaangaande is hem dan
ook niet duidelijk.
Weth. Molena ar onderschreef, dat,
waar dit mogelijk is, het kind thuis gevoed
moet worden. In vele gevallen is de voeding
van het kind eenzijdig en dus nadeelig. Ook
zijn er kinderen, waarvan het gewenscht is,
dat zij tijdens de schooluren voedsel tot zich
nemen. Spr. gevoelde niets voor het verzoek,
doch is er wel voor de melk in alle klassen
aan kinderen, die het noodig hebben, te ver
strekken.
Weth. Mink wilde in de gevoelde be
hoefte voorzien. Berekend is, dat het glaasje
melk drie cent kost. Het is mogelijk, dat het
noodig is, zooals adressanten betoogen, voor
alle kinderen van de twee laagste klassen,
dan zijn daaronder zeker kinderen van
ouders, voor wie het niet noodig is, dat de
overheid bijspringt. Spr. wilde daarom voor
de kinderen in alle klassen ieder geval indi
vidueel beoordeelen.
De heer Kraakman wilde ook alleen
de melk verstrekken aan de kinderen, die
het noodig hebben en wier ouders het niet
kunnen betalen.
De voorzitter: Die kan men ook
langs een anderen bereiken.
De heer Roozendaal oordeelde, dat
vast stond, dat het noodig was. Wij hebben
dit uit medischen mond vernomen. Het is niet
noodzakelijk, dat het op school geschiedt,
maar die andere instanties deden het tot
dusverre niet.
In Obdam wordt de melk aan alle kinde
ren verstrekt, ook via den Bond van groote
gezinnen en op grond van overwegingen,
ontleend aan de volksgezondheid, hebben
Ged. Staten dit goedgekeurd.
De voorzitter: Weet u zeker, dat de
bron, waaruit u dit heeft, juist is?
De heer R o o z e n d a a 1: Ja.
De v o o r z i t t e r: Ik telefoneerde met
den burgemeester van Obdam en vernam,
dat daar de melkverstrekking geschiedt aan
de-op school overblijvende kinderen.
De heer M i n k: Nu men niet meer bij den
producent mag koopen en de melk van de
melkslijters moet betrekken en dus duurder
betalen, zijn er gezinnen, waarin minder
melk wordt gebruikt dan voorheen. Spr.
weet uit ervaring, dat het voor den groei van
de kinderen en hun weerstand zeer goed is
als zij op school tijdens de schooluren een
glaasje melk gebruiken.
Na verdere bespreking stelde de heer de
Groot voor de subsidie te verleenen onder
bepaling, dat de melk aan de kinderen in
alle klassen, die het noodig hebben, wordt
verstrekt.
De heer Roozendaal steunde dit
voorstel met de aanvulling, dat de melk op
medisch advies gedurende de schooluren
verstrekt wordt aan kinderen, die het noodig
hebben en wier ouders het niet kunnen be
talen, ter bevordering van de lichamelijke
en geestelijke kracht der leerlingen.
De voor zi tter vreesde, dat men op
het punt stond een besluit te nemen, dat in
strijd was met de wet. Het zou dus niet da
delijk worden uitgevoerd.
De heer Roozendaal zeide, dat dit
niet de bedoeling was. Men wil het met de
a.s. wintermaanden doen aanvangen.
Devoorzitt er: De nood schijnt dus
niet hoog. Wij moesten trouwens 8 maanden
wachten op nadere inlichtingen.
Het voorstel werd tenslotte met algemeene
stemmen aangenomen.
De kermis.
B. en W. stelden voor de kermis te houden
van den len Zondag tot en met den daarop-
volgenden Dinsdag in Augustus, in plaats
van die te doen aanvangen op den laatsten
Zondag in Augustus. Dit met het oog op het
feit, dat in het laatst van Augustus de land-
bouwwerkzaamheden toenemen.
Met algemeene stemmen werd aldus be
sloten.
Het kohier van de hondenbelasting werd
vastgesteld op een bedrag van 268.
De heer Dekker wilde voorloopige
voorzieningen treffen op het parkeerterrein.
De voorzitter wilde de goedkeuring
van Ged. Staten afwachten.
Weth. Molenaar wilde op spoed aan
dringen.
De voorzitter zeide, dat dit reeds
geschied was.
De heer Dekker wilde ook de kuilen
uit de Dorpsstraat halen.
De voorzitter: De vorst is nog niet
geheel uit den grond. Daarop moet gewacht
worden.
De heer Kra akman besprak een klacht
uit Krabbendam, die echter niet was inge
komen.
De voorzitter merkte op, dat het
daar voor het grootste deel de schuld was
van de bewoners, die er alles maar over-
werpen. Er zal echter aandacht aan geschon
ken worden.
Hierna sluiting.
Dinsdagmiddag werd een openbare ver
gadering gehouden van den raad van Zijpe
onder leiding van den burgemeester, mr. D.
Breebaart. Afwezig de heer W. Bos.
Een groot aantal ingekomen stukken en
mededeelingen werden voor kennisgeving
aangenomen. Hieronder was een schrijven
van Ged. Staten, waarin werd medegedeeld,
dat niet kan worden voldaan aan het verzoek
van den gemeenteraad de jaarwedden van
de Wethouders te verhoogen.
Afwijzend werd beschikt op een verzoek
van het hoofdbestuur van den Algemeenen
Nederlandschen Politiebond om herziening
van de jaarwedden der veldwachters, op
grond, dat hiervoor slechts aanleiding be
staat, indien de salarissen voor alle catego
rieën van ambtenaren moeten worden her
en.
Op een adres van den Zijper Bestuurders-
bond betreffende steunverleening aan arbei
ders, die in werkverschaffing ziek zijn ge
worden, gedurende de 3 wachtdagen, werd
afwijzend beschikt, omdat de minister van
Sociale Zaken zulks niet goedkeurt.
Besloten werd tot onderhandsche verhu
ring van een perceel tuingrond te Petten aan
den heer D. Brommer Sz. aldaar.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
werd besloten tot het sluiten van een nieuw
straatverlichtingscontract met het P.E.N.
Het nieuwe contract zal jaarlijks een voor
deel opleveren van klein 300.
Met algemeene stemmen werd overeen
komstig het voorstel van B. en W. besloten
om voor f 1000 deel te nemen in de 2 y,
obligatieleening, welke de stichting „Het
Noordhollandsch Landschap" voornemens is
uit te geven in verband met het aankoopen
van het in deze gemeente (te St. Maartens
brug) gelegen bosch, genaamd „Het Wild
rijk".
Aan B. en W. werd machtiging verleend
tot het eventueel weder inhuren van stort-
gronden langs het Noordhollandsch kanaal.
Aan den heer Jb. Goodijk te St. Maartens
brug werd een vergoeding tot een bedrag
van 105,98 per jaar verleend voor het be
zoek door zijn zoontje aan de chr. school te
Schagen.
Aan den heer P. J. Ott, tijdelijk ambtenaar
ter secretarie, belast met de administratie
der werkverschaffing en steunverleening zal
een vaste aanstelling worden uitgereikt.
De heer Kok vroeg in welk stadium de
zaak van den vuilnisophaaldienst verkeert.
De voorzitter kon hierop nog geen ant
woord geven, aangezien nog niet wordt be
schikt over alle gegevens.
Dinsdag kwam de raad dezer gemeente
bijeen. Voorzitter was burgemeester van
Staveren.
De voorzitter sprak bij de opening den
wensch uit, dat 1940 voor de gemeente Graft
een goed jaar moge zijn en wenschte de
leden een gelukkig 1940.
Spreker deed tevens mededeeling, omtrent
een uitkijkpost voor de luchtbescherming
in deze gemeente c.q. is voor West-Graft-
dijk een telefonische verbinding tot stand
gebracht.
Van het hoofd der school was het jaar
lij ksch rapport omtrent het onderwijs en den
toestand van de school ingekomen. De vol
gende punten zijn daarin naar voren ge
bracht: 1. het aanbrengen van een pijp op
den schoorsteen voor de centrale verwar
ming; algemeen goedgevonden; 2. het aan
schaffen van „horren" voor de schoolramen;
aan den gemeente-opzichter zal prijsbereke
ning worden gevraagd; 3. het vergrooten
van de rijwielbergplaats; werd voorloopig
aangehouden; 4. een vuilnisput. Omtrent
deze aangelegenheid zullen B. en W. met
den gemeente-opzichter beraadslagen.
Een verzoek van den heer Jn. Kieft te
Graft om restitutie van de tolpacht 1940, le
kwartaal, in verband met de gladde wegen
en het minder verkeer, werd voor kennis
geving aangenomen.
Ingekomen van de directie van het P.E.N.
een gewijzigd contract voor de straatver
lichting in deze gemeente. Een en ander zal
een vermindering voor deze gemeente met
zich brengen van pl.m. 100 per jaar. Goed
gekeurd.
De heeren C. Jongkind en Jn. Koppen
spraken nog over de verlichting. Het te
vroeg aansteken van de straatverlichting
kost geld, hetgeen bezuinigd zou kunnen
worden.
De heer Koppen vroeg om behoorlijke
verlichting bij plaatselijke uitvoeringen in
de gemeente.
De voorzitter zegde medewerking toe en
zal met het P.E.N. overleg plegen.
Afrekening Centr. O.L. School.
De voorzitter deelde mede, dat van den
architect D. Saai te Alkmaar een afreke
ning is binnengekomen omtrent bouw en
inrichting van de centr. school. Een en ander
heeft 1200 méér gekost dan was geraamd.
B. en W. stelden voor hiervoor een geldlee-
ning aan te gaan, koers 100 af te lossen
in dertig jaren, rente 4^2 pet. Alzoo be
sloten.
Wijziging begrooting 1939 en 1910.
De voorzitter bracht daarna ter tafel de
wijziging voor 1939 en 1940 van de begroo
ting als gevolg van den noodtoestand waarin
de „visschers" alhier verkeeren door de
vorst van den afgeloopen winter.
Goedgevonden werd de subsidie aan de
burgerl. armbesturen met 500 te verhoogen.
Met algemeene stemmen werd besloten
voor 1940 een bedrag van f 25 beschikbaar
te stellen voor vacantiekolonies, onder voor
waarde, dat de volgende jaren omtrent een
en ander schriftelijke voorlichting door het
bestuur der vereeniging wordt verstrekt.
HEERHUGOWAARD. (Febr.).
Geboren: Petrus Wilhelmus, z. v. J. de
Groot en W. Dekker. Jacobus, z. v. C.
Groot en B. M. Mak. Marcelle Willy Nel-
la, d. v. W. M. v. d. Boogaart en J. W. Mul
ler. Johannes Simon, z. v. J. C. Borst en
G. Langendijk. Cornelia Johanna, d. v.
M. de Moei en M. Commandeur. Hillegon-
da Maria, d. v. Th. N. Bruijn en W. Vroling.
Sophie, d. v. L. A. Commandeur en A.
Grooteman.
Ondertrouwd: Klaas Kat te Oudkar
spel en Maria Bas.
Getrouwd: A. B. de Betue en G. Hit-
tema.
Overleden: Trijntje Huiberts, 58 jaar,
echtgen. van J. Dekker. Dieuwertje Boon,
39 jaar, echtg. v. M. Kooij (overl. te Alk
maar). Cornelis Groot, 89 jaar, wednr.
v. A. Commandeur (overl. te Heiloo).
Germent Vos, 64 jaar, echtgen. v. N. Har-
tog. Pieter Hurkmans, 71 jaar, echtgen.
van G. de Wever. Margaretha Mathilde
Cornelia Sutman Meijer, 6 jaar, d. v. B. J.
F. Sutman Meijer en H. W. C. M. van Oerle,
(overl. te Alkmaar). Cornelis van der
Gragt, 73 jaar, echtgen. v. M. Zeeman.
Anna Knijn, 84 jaar, wed. v. G. van Veen.
Johannes Ens, 83 jaar, echtg. v. A. Mes-
schaart. Hendrikus Antonius Smit, 9
mnd., z. v. H. A. Smit en M. C. Rijs (overl.
te Alkmaar).
TEXEL (Febr.)
Geboren: Johanna d. van J. v. d.
Knaap en H. Sieffers. Edo z. van J. Spoel-
stra en H. Zegel. Jantje d. van J. Groen
hof en K. den Braven. Gerrit z. van C. de
Jong en W. E. Nieboer. Theodora d. van
D. Witte en H. Witte. Henriette Cornelia
d. van J. Bruin en A. Boot. Willy d. van
A. Backer en J. van Putten. Simon An
dreas z. van J. R. Ran en A. M. Keyzer.
Pieter Jan z. van W. Z. Stolk en A. Blom.
Albert Cornelis z. van W. Jonker en G. Boot.
Pieternella Tine d. van L. Bakker en D.
Buijsman. Adriaan z. van M. Bonne en C.
van der Wal. Hendrik Jacob z. van C.
Commandeur en M. J. Hin.
Ondertrouwd: Pieter Feenstra en
Bregtje Wijngaarden. Hendrik Dirk Mar
kus en Antonia Cornelia Boon.
Getrouwd: Pieter Dogger en Frouwke
Harmina van Putten. Hendrik Cornelis
Bakker en Houkje Susanna Zeinstra.
Maarten Koorn en Hendrika Maria Vermeu
len. Pieter Feenstra en Bregtje Wijn
gaarden.
Overleden: Gerrit Jan Garritsen, 65 j.,
ehtg. van K. M. Vermeer. Trijntje Reu
vers, 84 j., wed. van D. Peper. Neeltje
Roeper, 85 j., wed. van K. Roeper. Adria-
na de Boer, 71 j., echtg. van J. H. Timmer.
Trijntje Kikkert, 79 j., wed. van J. Koop
man. Gerrit Kuijper, 89 j., echtg. van J.
Bakker.