Qemeentecadm tBwtydiike- Stand Kerk en Schoot HET ONTWAKEN VAN HET PLATTELAND. De plaats, welke de kerk hierbij behoort in te nemen. WARMENHUIZEN ZIJPE GRAFT DERDE BLAD. Besturenconferentie van Vrijzinnig Herv. in N.-Holland. In een slechts matig bezochte bij eenkomst, uitgeschreven door de Vereen, v. vrijz. herv. in Noordhol land, voor afdeelingsbesturen, ker keraden en kerkvoogdijen van vrijz. gemeenten, alsmede leden en be langstellenden, werd gisteravond in de dancing van de Harmonie door ds. Terpstra uit Utrecht, algemeen secretaris der V.C.J.C., een zeer be langrijke en goed doorwrochte rede gehouden, die zich kenmerkte door een groote kennis van het platteland en zijn behoeften op verschillend terrein. De voorzitter, ds. Poldervaart uit Naarden, herinnerde in zijn openings woord aan het besluit van de algemeens vergadering om één of tweemaal per jaar een besturenconferentie te houden, waarbij de besturen van allerlei vereenigingen op vrijzinnig kerkelijk gebied zouden worden uitgenoodigd, alsmede alle andere belang stellenden. De bedoeling was om zich dieper bewust te voelen van de plaats in kerk en maatschappij. Voor de vergadering van thans was aanvankelijk als spreker gedacht aan prof. Schermerhom, maar toen dat niet kon doorgaan, was ds. Terpstra uit Utrecht, alg. secr. der V.C.J.C., bereid gevonden om het onderwerp „Het ontwaken van het platteland" in te leiden. Spr. vond het jammer, dat niet meerde ren aan den oproep voor deze samenkomst hadden gevolg gegeven. Uitvoerig herinnerde spr. aan den radio cursus van prof. Schermerhom e.a. vrijz. hervormden, daarbij constateerende, dat er van het platteland veel verwacht kan wor den voor weder-ontwaking en het naar de kerk terugbrengen van zeer velen. Het ontwaken van het platteland. Hierna kreeg ds. Terpstra het woord ter inleiding van zijn onderwerp. Hij begon met te wijzen op de mogelijkheid van het verschillend indeelen van ons volk, maar heel scherp kan die onderscheiding niet al tijd zijn. In den laatsten tijd komt vaak de scheiding „stad en platteland" naar voren, maar ook daarbij is de grens dikwijls zeer moeilijk te trekken. De kerk heeft met deze tegenstelling zeer zeker te maken, want zij streeft naar ontwa king van het platteland. Spr. schetste hoe de arbeidersklasse te plattenlande zich eco nomisch kon verheffen door aaneensluiting en daardoor haar zelfbewustzijn vond. Deze beweging ging buiten de kerk om, in de eerste plaats door haar materialistisch en atheïstisch karakter; verder was de arbei dersklasse al voor een groot deel anti-kerke lijk geworden. Hoe de geestelijke waarden weer tot hun recht kunnen komen is een dringende vraag van dit oogenblik. Thans hebben we weer de agrarische be weging, waarbij erkend wordt, dat de land bouw voor stad en land en voor de heele in dustrie en den handel van primair belang is. De landbouwarbeid behoort tot het zwaarste en tevens het slechtst betaalde werk, zulks moet worden erkend en tevens dat het platteïand door de crisis ten zeerste is gedrukt. Tot zoover punten van overeenkomst met de arbeidersbeweging van eertijds. Er is echter ook verschil: het platteland is nog niet vermaterialiseerd, er is overal nog een stuk leven om het platteland naar bewust zijn te leiden; het platteland brengt nog altijd personen voort, die het hoofd nimmer laten hangen, steeds weer verder gaan kortom er is nog veel van een cultuur, al dreigt ook ontworteling. Verder bestaat er ook nog altijd de kerk, zij het hier en daar verschrompeld en niet altijd echt levend, maar men staat er niet vijandig tegenover, zooals tijdens de arbei dersbeweging. De kerkbesturen worden gevormd als men tot herontwaking komt door mannen van het platteland. Predi kant en onderwijzer hebben de taak de gees telijke beweging te leiden en in alle opzich ten te bestudeeren. De agrarische beweging is in de eerste plaats een kwestie van productie en de uit komsten daarvan. En deze nu zijn in de laat ste jaren spr. gaf hiervan eenige cijfers met geweldige sprongen gedaald, waarbij de loonen van den landbouwer slechts wei nig lagen boven die van den arbeider. De belangrijkheid van de agrarische beweging ligt dan ook voornamelijk in den economi- schen stand van zaken. Verder moet bedacht worden, dat er steeds weer sprake is van verschil in cul tuur in de stad en op het platteland. Naast de stadscultuur heeft zich een plattelands cultuur gevormd van sterke behoudende kracht. Er zit ook stijl in die cultuur, al wil men dit wel eens ontkennen. Men denke slechts aan de specifiek plattelandsorgani saties, waaronder die tot wederkeerigen steun een belangrijke plaats innemen. Slechte economische omstandigheden leid den vaak tot stijlloosheid, omdat de platte lander zich meermalen moest tevreden stel len met goedkoope voorwerpen uit de stads cultuur. Daaruit kwam vaak voort een ver mindering van het gevoel van eigenwaarde bij den boer. Alleen een sterke godsdien stige grondslag kan daarvoor behoeden. De laatste jaren is de aanraking tusschen stad en platteland grooter geworden met toene ming van het minderwaardigheidsgevoel. De agrarische beweging heeft in dit ver lies van het gevoel van eigenwaarde een keerpunt gebracht en een opkomst van het besef van de waarde van het boerenhand- werk, dat zeer zeker evengoed handigheid, overleg en intuïtie vereischt als het werk van den stedeling. Voor het mensch-zijn is de scholing van het landwerk zeker niet minder dan voor dat van den stadsmensch. Het boerenwerk en het wonen op het plat teland kweekt uitermate goede eigenschap pen voor het strijden om een eervol bestaan; het leert verantwoordelijkheid tegenover zich zelf en de gemeenschap, waarin men de grenzen van stand en godsdienst weg denkt. Zeker, de stad kent dit alles ook, maar zij verteert de menschen veel eerder, voert hen af van het plattelandsche. De waarde van al deze dingen dringt pas door, zoodra zij worden aangevallen door het moderne vermaak en vele andere zaken, die niet op het platteland thuis behooren. Spr. schetste hoe ons land zich had ge specialiseerd op uitvoer van vele agrarische producten, waaraan de autarkische bewe ging in het buitenland een einde maakte en hij constateerde, dat de agrarische bewe ging in haar strijd ook wel de verschillende richtingen en opvattingen op het platteland tegen elkaar uitspeelt. Daarom is het nood zakelijk, dat de kerk de agrarische bewe ging van nabij volgt, omdat daar inderdaad zeer veel aan vast zit. Naast den strijd voor economische zelf standigheid is er vooral te plattenlande een strijd voor cultureele belangen. Deze geven recht op een bepaald ontwikkelingspeil, niet uitsluitend op schoolsch terrein, maar vooral waardeering voor de locale geschie denis, de streektaal, de omgangsvormen, enz. De landfoouwhuishoudscholen hebben in dit opzicht wel veel goeds gedaan, maar nog lang niet genoeg. Over het algemeen zal er een herwaardeering van den arbeid moeten komen, waarbij de eigen organisa ties groote cultureele waarde kunnen ont wikkelen. De kerk op het platteland is gelukkig „een orgaan van de stedelijke cultuur: het leven in de kerkelijke colleges is het leven van de eigen plattelandsmenschen, die door hun werk een gevoel van afhankelijkheid van de natuur kregen, waardoor een religieuze er varing ontstond, al is die lang nog niet altijd onder het evari%elie geplaatst. De kerk kan erkenning van ieders moei lijkheden bijbrengen, omdat men daar met menschen van verschillenden aard in aan raking komt. De jeugdbeweging kan op het platteland veel bereiken, mits zij méér' dan tot nu toe groeit in het dorps-eigene en in verbonden heid met het leven van allen dag. Hier ligt een schoone, maar moeilijke taak, die kan voeren tot het geven van vorm aan het nu vormlooze voor de jeugd van de dorpsge meenschap. Aanraking dient hierbij gezocht te worden bij de agrarische jeugdbeweging, om te komen tot hooger peil van de verma ken: sport, dans enz. Het ontwaken van het platteland moet beteekenen het geven van hoogeren inhoud aan het jeugdleven. Spr. wijdde voorts een woord aan speci fiek plattelandsorganisaties, die gaan tot over- de grenzen van kerk en politiek en groote waarde hebben voor de dorpsge meenschap, waaraan zij nieuwe eigen vor men kunnen geven. De volkshoogeschool werd door spr. ge zien als een instituut, dat voor het platte land bijzonder groot nut kan hebben. De voorzitter, een woord van dank brengend aan ds. Terpstra, zei, dat diens inleiding zooveel punten bevat, dat hij hoopte dat een en ander op een volgende besturen-conferentie nog eens weer zal worden aangesneden. Vragen gesteld. Ds. Met, van Zaandam, had in de inlei ding gemist een meer positieve aanduiding van den weg, dien de kerk in den zin van de rede van ds. Terpstra zou hebben te volgen. Ds. Kastein, van de Rijp, wees op de groote gedifferentieerdheid in de geestelijke stroomingen in de stad en vroeg wat de oor zaak kan zijn van het feit, dat het platte land daar veelal afwijzend tegenover staat. De voorzitter merkte op, dat de agra rische levenshouding in de eerste plaats pro- duceerend, scheppend is en daardoor wel in overeenstemming is met de levenshouding volgens het evangelie. Hier ligt volgens spr. een taak van de kerk. Ds. Terpstra, de sprekers achtereen volgens beantwoordend, zei te gelooven, dat tegenover de agrarische beweging, die ook economische bedoelingen heeft, ook de kerk eenige voorzichtigheid moet in acht nemen. Overigens zouden in de preek en vooral in de kerkelijke vereenigingen de agrarische zaken een plaats kunnen krijgen. Het komt in vele gevallen aan op persoonlijke rela ties, zooals ook ten opzichte van bijv. de ar beidersbeweging. Gaat het alleen om het cultureele, dan zijn nauwere banden moge lijk; waarbij taakverdeeling worde toege past. Spr. zette dit nader uiteen. Het gedifferentieerde in de stad op gees telijk gebeid zag spr. deels als een losgesla gen-zijn van de vaste beginselen, zoodat men het telkens weer met iets anders gaat probeeren. Dat het platteland daar afwijzend tegenover staat, ontkende spr. voor wat be treft de grootere plaatsen. Overigens ver- gete men niet, dat men op het platteland minder menschen heeft, zoodat van groote verscheidenheid geen sprake kan zijn. Ten aanzien van de opmerking van ds. Poldervaart, zei spr. te gelooven, dat de ontwaking van het platteland zal beteeke nen een actie tegen het ongebreideld uit breiden van bedrijven alleen om het bezit te vermeerderen. Intusschen hoede men zich voor het generaliseeren. Bij de sluiting van de bijeenkomst bracht de voorzitter nog eenige interne orga nisatorische zaken ter sprake. Melk op school De kermis vervroegd De raad vergaderde Woensdagmiddag 2,30 onder voorzitterschap van burgemeester Nolet. De notulen werden conform vastgesteld. Voor k.g. werd aangenomen een K.B. waarbij was goedgekeurd het besluit op de gemeentefondsbelasting 75 opcenten te hef fen en een besluit van Ged. Staten tot goed keurnig van de 3de suppletoire begrooting. Afwijzend werd beschikt op het verzoek van de Vereen, tot IJsbestrijding in N.H. om subsidie. Voor kennisgeving werd voorts aangeno men het bekende verzoek om het maximum aantal vergunningen te verlagen van 7 op 5 De rekening van het B.A. werd, aangezien van den minister van binnenlandsche zaken geen bezwaar was gemaakt, conform vastge steld. Besloten werd een kasgeldleening van 10.000 aan te gaan. Hierop werd de suppletoire begrooting 1939 vastgesteld. Aan de orde was hierop een voorstel van den inspecteur der Volksgezondheid om de woning Dorpsstraat 178 onbewoonbaar te verklaren. Aangezien er geen woningen disponibel zijn, stelden B. en W. voor daartoe niet over te gaan. De heer Roozendaal zag niet in, waarom niet tot onbewoonbaarverklaring moet worden overgegaan. De voorzitter geloofde niet, dat de zaak verhaast wordt. De onbewoonverkla ring is wel gewenscht, maar het is ook niet gemakkelijk om voor den betrokkene een an dere woning te krijgen en zeker is het voor hem niet prettig een paar jaar het bordje onbewoonbaar verklaarde woning" aan zijn huis te hebben. De heer M i n k: De kans is.niet groot om in dit geval voor den betrokkene een nieuwe woning te krijgen. Ieder geval moet op zich zelf bekeken worden en er moet kans zijn, dat de betrokkene aan zijn verplichting voldoet. In het algemeen is het wenschelijk, dat de bevolking weet, dat het mogelijk is, met steun van de regeering slechte woningen door betere te vervangen. Weth. Molenaar zeide, dat onbewoon baarverklaring daarvoor niet de eerste stap behoeft te zijn. Het voorstel werd hierop z.h.s. aangeno men. Schoolvoeding. De Bond van groote gezinnen had ver zocht een subsidie te verleenen van 200 om gedurende 100 tot 110 dagen kinderen van de eerste twee klassen van de lagere scholen, die daarvoor in aanmerking komen, melk te verstrekken. B. en W. wezen op een K.B. van 19 Nov. 1900, waarbij in deze regelen zijn vastge steld. Met inachtneming van deze bepalingen kunnen B. en W. zich niet vereenigen met het verzoek. In gevallen, waarin het noodzakelijk is, willen B. en W. dóór gebruikmaking van andere instellingen individueel hulp ver leenen. De heer Groot gevoelde in het alge meen voor melkverstrekking aan schoolkin deren die het noodig hebben en wilde hier bij op medisch advies handelen. De heer Dekker was er zélfs voor de subsidie te verhoogen, opdat de melk dan aan alle kinderen, die het noodig hebben, in de scholen verstrekt kan worden. De heer Roozendaal oordeelde, dat adressanten niet lukraak zullen handelen. Spr. zou vertrouwen in hen stellen en was overtuigd, dat zij de subsidie doelmatig zul len aanwenden. Principieele bezwaren. De voorzitter zeide, dat het college over het vraagstuk verdeeld' is. Principieel is spr. van oordeel, dat een kind niet op de school, maar in het gezin moet worden opge voed. Van nature zijn de ouders aangewezen het kind te voeden. Nu zijn er in onze maatschappij helaas ge zinnen, waarin de ouders dezen plicht en taak niet kunnen vervullen. Wij zijn daaraan al len min of meer schuldig en daarom zuUen wij cijns moeten betalen. De overheid zal dus in dit tekort moeten voorzien. Schoolvoeding is daarvoor niet noodig. Volstaan kan wor den met de bestaande instanties voor steun- verleening in het gezin, opdat het kind' niet losgerukt wordt van vader en moeder. Bovendien zijn er wettelijke bezwaren. Volgens de leerplichtwet is- de raad alleen ter bevordering van schoolbezoek bevoegd kleeding en voedsel te verstrekken. Wie de toestanden in de gemeente kent, zal niet kunnen volhouden, dat voedselverstrekking ter bevordering van het schoolbezoek noo dig is. Bij spr. is geen sprake van wantrou wen in het bestuur. De opmerking van den heer Roozendaal dienaangaande is hem dan ook niet duidelijk. Weth. Molena ar onderschreef, dat, waar dit mogelijk is, het kind thuis gevoed moet worden. In vele gevallen is de voeding van het kind eenzijdig en dus nadeelig. Ook zijn er kinderen, waarvan het gewenscht is, dat zij tijdens de schooluren voedsel tot zich nemen. Spr. gevoelde niets voor het verzoek, doch is er wel voor de melk in alle klassen aan kinderen, die het noodig hebben, te ver strekken. Weth. Mink wilde in de gevoelde be hoefte voorzien. Berekend is, dat het glaasje melk drie cent kost. Het is mogelijk, dat het noodig is, zooals adressanten betoogen, voor alle kinderen van de twee laagste klassen, dan zijn daaronder zeker kinderen van ouders, voor wie het niet noodig is, dat de overheid bijspringt. Spr. wilde daarom voor de kinderen in alle klassen ieder geval indi vidueel beoordeelen. De heer Kraakman wilde ook alleen de melk verstrekken aan de kinderen, die het noodig hebben en wier ouders het niet kunnen betalen. De voorzitter: Die kan men ook langs een anderen bereiken. De heer Roozendaal oordeelde, dat vast stond, dat het noodig was. Wij hebben dit uit medischen mond vernomen. Het is niet noodzakelijk, dat het op school geschiedt, maar die andere instanties deden het tot dusverre niet. In Obdam wordt de melk aan alle kinde ren verstrekt, ook via den Bond van groote gezinnen en op grond van overwegingen, ontleend aan de volksgezondheid, hebben Ged. Staten dit goedgekeurd. De voorzitter: Weet u zeker, dat de bron, waaruit u dit heeft, juist is? De heer R o o z e n d a a 1: Ja. De v o o r z i t t e r: Ik telefoneerde met den burgemeester van Obdam en vernam, dat daar de melkverstrekking geschiedt aan de-op school overblijvende kinderen. De heer M i n k: Nu men niet meer bij den producent mag koopen en de melk van de melkslijters moet betrekken en dus duurder betalen, zijn er gezinnen, waarin minder melk wordt gebruikt dan voorheen. Spr. weet uit ervaring, dat het voor den groei van de kinderen en hun weerstand zeer goed is als zij op school tijdens de schooluren een glaasje melk gebruiken. Na verdere bespreking stelde de heer de Groot voor de subsidie te verleenen onder bepaling, dat de melk aan de kinderen in alle klassen, die het noodig hebben, wordt verstrekt. De heer Roozendaal steunde dit voorstel met de aanvulling, dat de melk op medisch advies gedurende de schooluren verstrekt wordt aan kinderen, die het noodig hebben en wier ouders het niet kunnen be talen, ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke kracht der leerlingen. De voor zi tter vreesde, dat men op het punt stond een besluit te nemen, dat in strijd was met de wet. Het zou dus niet da delijk worden uitgevoerd. De heer Roozendaal zeide, dat dit niet de bedoeling was. Men wil het met de a.s. wintermaanden doen aanvangen. Devoorzitt er: De nood schijnt dus niet hoog. Wij moesten trouwens 8 maanden wachten op nadere inlichtingen. Het voorstel werd tenslotte met algemeene stemmen aangenomen. De kermis. B. en W. stelden voor de kermis te houden van den len Zondag tot en met den daarop- volgenden Dinsdag in Augustus, in plaats van die te doen aanvangen op den laatsten Zondag in Augustus. Dit met het oog op het feit, dat in het laatst van Augustus de land- bouwwerkzaamheden toenemen. Met algemeene stemmen werd aldus be sloten. Het kohier van de hondenbelasting werd vastgesteld op een bedrag van 268. De heer Dekker wilde voorloopige voorzieningen treffen op het parkeerterrein. De voorzitter wilde de goedkeuring van Ged. Staten afwachten. Weth. Molenaar wilde op spoed aan dringen. De voorzitter zeide, dat dit reeds geschied was. De heer Dekker wilde ook de kuilen uit de Dorpsstraat halen. De voorzitter: De vorst is nog niet geheel uit den grond. Daarop moet gewacht worden. De heer Kra akman besprak een klacht uit Krabbendam, die echter niet was inge komen. De voorzitter merkte op, dat het daar voor het grootste deel de schuld was van de bewoners, die er alles maar over- werpen. Er zal echter aandacht aan geschon ken worden. Hierna sluiting. Dinsdagmiddag werd een openbare ver gadering gehouden van den raad van Zijpe onder leiding van den burgemeester, mr. D. Breebaart. Afwezig de heer W. Bos. Een groot aantal ingekomen stukken en mededeelingen werden voor kennisgeving aangenomen. Hieronder was een schrijven van Ged. Staten, waarin werd medegedeeld, dat niet kan worden voldaan aan het verzoek van den gemeenteraad de jaarwedden van de Wethouders te verhoogen. Afwijzend werd beschikt op een verzoek van het hoofdbestuur van den Algemeenen Nederlandschen Politiebond om herziening van de jaarwedden der veldwachters, op grond, dat hiervoor slechts aanleiding be staat, indien de salarissen voor alle catego rieën van ambtenaren moeten worden her en. Op een adres van den Zijper Bestuurders- bond betreffende steunverleening aan arbei ders, die in werkverschaffing ziek zijn ge worden, gedurende de 3 wachtdagen, werd afwijzend beschikt, omdat de minister van Sociale Zaken zulks niet goedkeurt. Besloten werd tot onderhandsche verhu ring van een perceel tuingrond te Petten aan den heer D. Brommer Sz. aldaar. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten tot het sluiten van een nieuw straatverlichtingscontract met het P.E.N. Het nieuwe contract zal jaarlijks een voor deel opleveren van klein 300. Met algemeene stemmen werd overeen komstig het voorstel van B. en W. besloten om voor f 1000 deel te nemen in de 2 y, obligatieleening, welke de stichting „Het Noordhollandsch Landschap" voornemens is uit te geven in verband met het aankoopen van het in deze gemeente (te St. Maartens brug) gelegen bosch, genaamd „Het Wild rijk". Aan B. en W. werd machtiging verleend tot het eventueel weder inhuren van stort- gronden langs het Noordhollandsch kanaal. Aan den heer Jb. Goodijk te St. Maartens brug werd een vergoeding tot een bedrag van 105,98 per jaar verleend voor het be zoek door zijn zoontje aan de chr. school te Schagen. Aan den heer P. J. Ott, tijdelijk ambtenaar ter secretarie, belast met de administratie der werkverschaffing en steunverleening zal een vaste aanstelling worden uitgereikt. De heer Kok vroeg in welk stadium de zaak van den vuilnisophaaldienst verkeert. De voorzitter kon hierop nog geen ant woord geven, aangezien nog niet wordt be schikt over alle gegevens. Dinsdag kwam de raad dezer gemeente bijeen. Voorzitter was burgemeester van Staveren. De voorzitter sprak bij de opening den wensch uit, dat 1940 voor de gemeente Graft een goed jaar moge zijn en wenschte de leden een gelukkig 1940. Spreker deed tevens mededeeling, omtrent een uitkijkpost voor de luchtbescherming in deze gemeente c.q. is voor West-Graft- dijk een telefonische verbinding tot stand gebracht. Van het hoofd der school was het jaar lij ksch rapport omtrent het onderwijs en den toestand van de school ingekomen. De vol gende punten zijn daarin naar voren ge bracht: 1. het aanbrengen van een pijp op den schoorsteen voor de centrale verwar ming; algemeen goedgevonden; 2. het aan schaffen van „horren" voor de schoolramen; aan den gemeente-opzichter zal prijsbereke ning worden gevraagd; 3. het vergrooten van de rijwielbergplaats; werd voorloopig aangehouden; 4. een vuilnisput. Omtrent deze aangelegenheid zullen B. en W. met den gemeente-opzichter beraadslagen. Een verzoek van den heer Jn. Kieft te Graft om restitutie van de tolpacht 1940, le kwartaal, in verband met de gladde wegen en het minder verkeer, werd voor kennis geving aangenomen. Ingekomen van de directie van het P.E.N. een gewijzigd contract voor de straatver lichting in deze gemeente. Een en ander zal een vermindering voor deze gemeente met zich brengen van pl.m. 100 per jaar. Goed gekeurd. De heeren C. Jongkind en Jn. Koppen spraken nog over de verlichting. Het te vroeg aansteken van de straatverlichting kost geld, hetgeen bezuinigd zou kunnen worden. De heer Koppen vroeg om behoorlijke verlichting bij plaatselijke uitvoeringen in de gemeente. De voorzitter zegde medewerking toe en zal met het P.E.N. overleg plegen. Afrekening Centr. O.L. School. De voorzitter deelde mede, dat van den architect D. Saai te Alkmaar een afreke ning is binnengekomen omtrent bouw en inrichting van de centr. school. Een en ander heeft 1200 méér gekost dan was geraamd. B. en W. stelden voor hiervoor een geldlee- ning aan te gaan, koers 100 af te lossen in dertig jaren, rente 4^2 pet. Alzoo be sloten. Wijziging begrooting 1939 en 1910. De voorzitter bracht daarna ter tafel de wijziging voor 1939 en 1940 van de begroo ting als gevolg van den noodtoestand waarin de „visschers" alhier verkeeren door de vorst van den afgeloopen winter. Goedgevonden werd de subsidie aan de burgerl. armbesturen met 500 te verhoogen. Met algemeene stemmen werd besloten voor 1940 een bedrag van f 25 beschikbaar te stellen voor vacantiekolonies, onder voor waarde, dat de volgende jaren omtrent een en ander schriftelijke voorlichting door het bestuur der vereeniging wordt verstrekt. HEERHUGOWAARD. (Febr.). Geboren: Petrus Wilhelmus, z. v. J. de Groot en W. Dekker. Jacobus, z. v. C. Groot en B. M. Mak. Marcelle Willy Nel- la, d. v. W. M. v. d. Boogaart en J. W. Mul ler. Johannes Simon, z. v. J. C. Borst en G. Langendijk. Cornelia Johanna, d. v. M. de Moei en M. Commandeur. Hillegon- da Maria, d. v. Th. N. Bruijn en W. Vroling. Sophie, d. v. L. A. Commandeur en A. Grooteman. Ondertrouwd: Klaas Kat te Oudkar spel en Maria Bas. Getrouwd: A. B. de Betue en G. Hit- tema. Overleden: Trijntje Huiberts, 58 jaar, echtgen. van J. Dekker. Dieuwertje Boon, 39 jaar, echtg. v. M. Kooij (overl. te Alk maar). Cornelis Groot, 89 jaar, wednr. v. A. Commandeur (overl. te Heiloo). Germent Vos, 64 jaar, echtgen. v. N. Har- tog. Pieter Hurkmans, 71 jaar, echtgen. van G. de Wever. Margaretha Mathilde Cornelia Sutman Meijer, 6 jaar, d. v. B. J. F. Sutman Meijer en H. W. C. M. van Oerle, (overl. te Alkmaar). Cornelis van der Gragt, 73 jaar, echtgen. v. M. Zeeman. Anna Knijn, 84 jaar, wed. v. G. van Veen. Johannes Ens, 83 jaar, echtg. v. A. Mes- schaart. Hendrikus Antonius Smit, 9 mnd., z. v. H. A. Smit en M. C. Rijs (overl. te Alkmaar). TEXEL (Febr.) Geboren: Johanna d. van J. v. d. Knaap en H. Sieffers. Edo z. van J. Spoel- stra en H. Zegel. Jantje d. van J. Groen hof en K. den Braven. Gerrit z. van C. de Jong en W. E. Nieboer. Theodora d. van D. Witte en H. Witte. Henriette Cornelia d. van J. Bruin en A. Boot. Willy d. van A. Backer en J. van Putten. Simon An dreas z. van J. R. Ran en A. M. Keyzer. Pieter Jan z. van W. Z. Stolk en A. Blom. Albert Cornelis z. van W. Jonker en G. Boot. Pieternella Tine d. van L. Bakker en D. Buijsman. Adriaan z. van M. Bonne en C. van der Wal. Hendrik Jacob z. van C. Commandeur en M. J. Hin. Ondertrouwd: Pieter Feenstra en Bregtje Wijngaarden. Hendrik Dirk Mar kus en Antonia Cornelia Boon. Getrouwd: Pieter Dogger en Frouwke Harmina van Putten. Hendrik Cornelis Bakker en Houkje Susanna Zeinstra. Maarten Koorn en Hendrika Maria Vermeu len. Pieter Feenstra en Bregtje Wijn gaarden. Overleden: Gerrit Jan Garritsen, 65 j., ehtg. van K. M. Vermeer. Trijntje Reu vers, 84 j., wed. van D. Peper. Neeltje Roeper, 85 j., wed. van K. Roeper. Adria- na de Boer, 71 j., echtg. van J. H. Timmer. Trijntje Kikkert, 79 j., wed. van J. Koop man. Gerrit Kuijper, 89 j., echtg. van J. Bakker.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9