kooping
kooping
'kooping
TfHttëë doet je qoedï
Haansteen
rderij
£antU m Juitéouw-
SeuUleton
derde blad.
rmer»
:r heide,
-T.
sr heide,
v weiland
sr heide,
iIJKE
iar.
;r heide,
sx huizen,
rages en
plaats met
alkmaarsche courant van zaterdag 23 maart 1940.
II
Financieel Overzicht.
zij, die zich met 1 april voor
minstens drie maanden op dit
blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende
nummers franco en gratis.
men moet overdrijven om de
waarheid te zeggen.
11*, bericM,
r met WEI-
e gemeente
ermer, teza-
ï.A., behoo-
enschap van
is ingezet
m van
I.
i r, zal op
[aart 1940
het „Grafter
het openbaar
;r te Graft,
H.A.
heer A. DE
'ER.
a r, zal op
maart bij
[940, bij af-
m. 11 uur in
BOS aan de
ten verzoeke
n den heer
het openbaar
>r 28 stuks
ur, vijzel-
tuchtbare
lig bouw-
den Wagen-
no, C 13, to
Ier Oudkar-
grootte van
rvan 1.67.10
comb, en
L' verkrijg-
de betaling;
.s.; thans in
A. Telleman.
Laar, zal op
'ril bij op-
40 bij afslag,
uur to het
lan de Koor-
het openbaar
aan het
e Kabelstraat
3210 M2., te
met garage,
Zeglis, hoek
pl.min. 4 A.
igterrem met
age, met uit-
mpad, groot
net achterge-
Baanpad, te
at; van die
ïuurd, terwijl
er voor 2.
or 1.50 per
an het Baan-
1 c.A.
:r Visser voor
;n erf aan het
jfroot pl.min.
leer Swaerts
s.
an het Baan-
c.A.
aan den heer
reek en boven
agterrein aan
jjroot pl.min.
perc., comb,
n verkrijg-
.an de Sint
ernaar, groot
heer Kramer
k.
nalatenschap
Bremer Pzn.
e 'betaling.
y
De Beurs stond deze week weder
sterk onder den invloed van de
politiek. Scherpe koersdaling
van het pond sterling. Terug
gaande conjunctuur in de Ver. Sta
ten. De winstcijfers over 1939
echter algemeen bevredigend.
Pakhuistypen van de Sumatra-
tabak getoond. De beleggings-
markt uiterst lusteloos.
De politieke gebeurtenissen hebben deze
week aller aandacht in beslag genomen en
de beurs is telkenmale beïnvloed geworden
door vredesgeruchten en door de berichten
omtrent mogelijke politieke verrassingen in
de naaste toekomst.
Opmerkelijk was, dat de New-Yorksche
beurs en de Amsterdamsche markt geheel
verschillend hebben gereageerd op de vre
desgeruchten en later ook op de tegen
spraak daarvan. Amerika heeft n.l. de mo
gelijkheid van vrede beantwoord met een
flauwere stemming in Wallstreet en de be
richten, dat er in het geheel geen vredes
voorstel was gedaan met een herstel der
koersen. Bij ons heeft juist het tegenover
gestelde zich voorgedaan. Deze wijze van
reageeren is ook wel eenigszins verklaar
baar. Immers er zijn in Amerika tal van tak
ken van industrie, die in vrij sterke mate
profiteeren van oorlogsbestellingen voor
Europeesche rekening, al moet hieraan on
middellijk worden toegevoegd, dat de om
vang van deze bestellingen van den aanvang
af beneden de verwachtingen is gebleven.
Ons land daarentegen zou ongetwijfeld
evenals andere Europ. landen, juist in be
langrijke mate moeten profiteeren van het
einde van den oorlog. Er is immers wel re
den om aan te nemen, dat hiermede een
nieuwe periode zou worden ingeluid, waar
in zou worden getracht om de belemme
ringen in den internationalen handel zoo
veel mogelijk terzijde te stellen en waarin
tevens de pogingen zouden worden gedaan
om de schromelijke fouten, waarin men in
de periode na den wereldoorlog is vervallen,
niet opnieuw te maken. Men denke in de
eerste plaats aan het scheepvaartbedrijf, dat
op het oogenblik weliswaar algemeen hoo-
gere vrachten boekt, maar dat aan den an
deren kant met zooveel moeilijkheden te
kampen heeft en ook voor het probleem
wordt geplaatst, dat het tonnage die ver
loren ging zal moeten vervangen tegen de
kostprijzen, waarvan nog maar moet wor
den afgewacht of zij in een meer verwijder
de toekomst niet te hoog zullen blijken te
zijn. Dit zelfde verschijnsel heeft zich im
mers ook na den wereldoorlog voorgedaan.
Een zoo spoedig mogelijke beëindiging van
den strijd zou dan ook het scheepvaartbe
drijf van vele lasten bevrijden.
Bepaald pessimistisch was men in de af-
geloopen week gestemd ten aanzien van de
toekomst van het pond sterling. De Finsch-
Russische vrede, die als een diplomatieke
nederlaag voor Engeland wordt beschouwd,
alsmede het politieke initiatief, dat weder
om van Duitschland is uitgegaan, waren oor
zaak, dat men terecht of ten onrechte de po
sitie van de geallieerden als min of meer
verzwakt beschouwt. Achteraf is wel geble
ken, dat de met zooveel rumoer aangekon
digde conferentie tusschen Hitler en Musso
lini niet die geweldig groote beteekenis
heeft, die men in Berlijn geneigd is daaraan
toe te schrijven. Tot nu toe is althans geen
enkele mededeeling gedaan, die er op zou
kunnen wijzen, dat er in de houding en de
buitenlandsche politiek van Italië een in
grijpende verandering is gekomen. De
meeste politieke overzichtschrijvers zijn van
meening, dat de geheimzinnigheid die er in
Berlijn wordt betracht, slechts ten doel heeft
om in het kamp van de tegenstanders ver
warring te stichten. Inmiddels is ook de po
litieke crisis in Frankrijk al weer opgelost
en wel op een wijze, die reden geeft te ver
wachten, dat de oorlog door dat land met
een grootere vastberadenheid zal worden
voortgezet. Sindsdien is er ook in de stem
ming voor het Engelsche Pond in zooverre
weer eenige verbetering gekomep, dat de
koers niet verder is teruggeloopen.
Overigens is het niet alleen het politieke
sentiment, dat bij de koersbeweging van
het Pond den doorslag heeft gegeven, maar
waarschijnlijk vooral het vooruitzicht, dat
bij een voortzetting van den oorlog de be
talingspositie van Engeland er niet beter op
zal worden. Wel heeft Engeland belangrijke
reserves, o.a. in het bezit van buitenlandsche
fondsen, doch naarmate dit bezit wordt ge
realiseerd, valt er ook een bron van in
komsten in den vorm van rente en dividen
den voor de toekomst weg. De goudvoorra
den zijn grooter dan bij het begin van den
wereldoorlog en ook hierin ligt dus wel een
krachtige reserve. Maar daartegenover staat,
dat de handelsbalans voortdurend een aan
zienlijk invoersaldo te zien geeft, dat on
mogelijk kan worden gedekt door de overi
ge posten van de betalingsbalans. Hier en
daar is opgemerkt, dat Engeland met opzet
het Pond laat dalen om hierdoor zijn ex
portpositie te versterken. Het lijkt echter
waarschijnlijker, dat Engeland van den
nood een deugd maakt en dat de oorzaak
van de depreciatie van het Pond wel dege
lijk is te zoeken in de hierboven vermelde
factoren.
Japan is inmiddels reeds bezig om maat
regelen te nemen, die ten doel hebben om
de versterkte concurrentie van Engelsche
zijde het hoofd te bieden.
Dat land heeft n.l. den koers van de Yen
ten opzichte van het Pond verlaagd, terwijl
tegelijkertijd gepoogd wordt om den export
naar verschillende landen, o.a. naar Zuid-
Amerika, uit te breiden. Nadat kort gele
den een ruilovereenkomst met Roemenië is
gesloten, is thans een soortgelijke overeen
komst met Argentinië tot stand gekomen,
die bovendien gericht is tegen de Ver. Sta
ten. Naar men weet zijn de'verhoudingen
tusschen dit land en Japan reeds sinds gè-
ruimen tijd zeer gespanpen, vooral omdat
Amerika geen pogingen in het werk heeft
gesteld om het geëxpireerde handelsverdrag
door een nieuwe overeenkomst te vervan
gen. Japan, dat lijdt onder een permanent
gebrek aan buitenlandsche betaalmiddelen,
waardoor zijn invoer van grondstoffen, die
het in zoo sterke mate behoeft, ook voor de
oorlogvoering in China, moet worden vol
daan, moet op de hierboven geschetste wijze
trachten om aan deze moeilijkheid het hoofd
te bieden.
Hierboven deden wij reeds uitkomen, dat
de ruilovereenkomst tusschen Japan en Ar
gentinië vooral tegen Amerika is gericht, al
wordt tegelijkertijd de concurrentiestrijd
met Engeland aangebonden. Door de tege
moetkomende houding van Argentinië tegen
over Japan worden de Amerikaansche plan
nen ten aanzien van de toenadering tusschen
de verschillende Amerikaansche landen op
grond van de Pan-Amerikaansche gedachte
doorkruist. De Ver. Staten zijn er reeds op
uit geweest om de banden tusschen Noord
en Zuid-Amerika nauwer aan te halen,
waarbij ongetwijfeld het vooruitzicht een
rolspeelt, dat tengevolge van den oorlog ae
Europeesche landen na verloop van eenige
jaren sterk verarmd zullen zijn, waardoor de
kans niet gering moet worden geacht, dat
Amerika daarvan den ernstigen terugslag
zou ondervinden. Indien het nu mogelijk zou
blijken, dat de handelsbetrekkingen tus
schen de Amerikaansche landen onderling'
konden worden uitgebreid, dan zou zulks een
compensatie kunnen vormen tegen het ver
lies van de Europeesche zaken. Het is thans
reeds gebleken, dat de bestellingen, in Ame
rika voor Europeesche rekening niet aan de
verwachtingen hebben beantwoord en de
conclusie mag dan ook worden getrokken,
dat de sterke uitbreiding van de productie
gedurende de afgeloopen zes maanden voor
een belangrijk deel gebaseerd is geweest
op de verwachting van verdere omvang
rijke orders. M.a.w. men heeft ten deele op
voorraad gewerkt. Reeds verscheidene maan
den geleden waren de binnenkomende nieu
we orders, ook voor binnenlandsche reke
ning, geringer in omvang dan de productie
zelf. Het gevolg is dan ook geweest, dat er
allengs een inkrimping van de bedrijvigheid
viel te constateeren. Het indexcijfer van de
industrieele productie, dat omstreeks de
jaarwisseling op basis van 1923/2-5 100 was
gestegen tot 128, waarmede het niveau van
1929 ongeveer werd benaderd, is vqlgens de
jongste opgave gedaald tot 109. Zulks betee-
kent dus in korten tijd een vrij aanzienlijken
teruggang. In de staalnijverheid is de daling
nog veel grooter geweest, hetgeen mag wor
den afgeleid uit het feit, dat aan het einde
van het vorige jaar met 89 van de capa
citeit werd gewerkt en thans met 62 - Op
zich zelf is dit percentage nog vrij bevredi
gend, althans voor de maatschappijen, die
een loonend bedrijf hebben, zooals bijv.
Bethlehem Steel. Voor de groote staaltrust
de U.S. Steel is het echter noodzakelijk, dat
met een zeer groote bedrijvigheid wordt ge
werkt, indien men een dividend op de ge
wone aandeelen wil verdienen. Naar men
weet, heeft dit concern, ondanks de groote
uitbreiding van de productie in de tweede
helft van 1939, het dividend op de gewone
aandeelen nog altijd niet hervat en nu de
productie wederom sterk is teruggeloopen,
is de kans daarop voor de naaste toekomst
uit den aard der zaak vrijwel nihil.
De financieéle resultaten van de verschil
lende Amerikaansche ondernemingen zijn
intussehen zeer bevredigend geweest, omdat
deze betrekking hebben op het achter ons
liggende jaar, waarin fraaie winsten werden
geboekt. De Republic Steel heeft een divi
dend van 6 gedeclareerd op de cum. pref.
aandeelen op rekening van het achterstallig
dividend. De vorige maand werd het gewone
kwartaalsdividend van 1.50 dollar aangekon
digd, waarmede toen de achterstand van
18 dollar bestaan bleef. Nu er 6 dollar extra
wordt betaald, is die achterstand dus ge
daald tot 12 dollar. Vanzelfsprekend wordt
de positie van de gewone, aandeelen door
deze afbetaling allengs verbeterd, al zal er
natuurlijk geruimen tijd moeten verloopen
alvorens de maatschappij in een. positie zal
komen om het dividend op deze aandeelen
te hervatten. Sinds 1930 is er op deze aan
deelen geen dividend betaald.
De Kennecott Copper publiceerde even
eens de jaarresultaten, waaruit bleek, dat in
1939 3.14 dollar per aandeel is verdeeld
tegen 2.10 dollar in het voorafgaande jaar.
Deze resultaten vielen betrekkelijk mee, om
dat de koperprijzen ondanks de oorlogvoe
ring geen. buitengewone stijging hebben te
zien gegeven. De vliegtuigfabrieken maken
uit den aard der zaak goede zaken en de
Bendix Aviation heeft in 1939 4.48 millioen
dollar vrdiend of 2.14 dollar per aandeel
tegen 156.000 dollar of 7 dollarcents per aan
deel in het voorafgaande jaar. De tot nu toe
betaalde dividenden van deze maatschappij
blijven sterk bij de behaalde resultaten ten
achter. In 1939 werd n.l. 1)4 dollar betaald,
terwijl in de loopende maand een dividend
van 50 dollarcents werd gedeclareerd. Er is
wel reden om aan te nemen, dat de winst in
het.nieuwe jaar minstens even hoog, zoo niet
hooger zal zijn dan over 1939. Deze tak
van industrie ondervindt n.l. geen invloed
van den teruggang van de conjuctuur, die
zich elders openbaart. Ook de Amerikaan
sche kunstzijdenijverheid kan zich nog altijd
in een groote bedrijvigheid verheugen. Ver
der maakt de levensmiddelenindustrie en
ook de kleinhandel met inbegrip van de
warenhuizen een tijdperk van goede winsten
door.
De laatste dagén heeft er iets meer be
langstelling bestaan voor Amerikaansche
olieshares, omdat de resultaten ondanks de
weinig bevredigende prijzen nogal zijn mee
gevallen. De Phillips Petroleum boekt een
winst van 2.21 dollar per aandeel tegen 2.03
dollar per aandeel in het voorafgaande jaar.
Over de locale markt valt deze week zeer
weinig nieuws te melden. De zaken bleven
voortdurend van geringen omvang en het
vooruitziet van de vacantiedagen heeft bo
vendien nog grootere terughouding meege
bracht. Aandeelen Unilever werden nage
noeg niet beïnvloed door het gepubliceerde
jaarverslag van de Britsche ondermaat
schappij Home and Colonial Stores. Aan den
eenen kant werd hierin gemeld, dat de af
zet van margarine zich zeer bevredigend
blijft ontwikkelen, maar aan den anderen
kant wordt gemeld, dat tengevolge van de
Britsche overheidsmaatregelen moeilijk
heden worden ondervonden met den aan
voer van grondstoffen. Het dividend van
Philips zal dit jaar ongetwijfeld belangrijk
lager uitvallen dan over 1938, toen het 11
bedroeg. Ter beurze raamt men de üitkeering
over 1939 op 6 a 7 Daarmede zou dan de
huidige koers van ca. 118 wel ongeveer
in overeenstemming zijn.
In de cultuurafdeeling was nagenoeg geen
variatie. In Amsterdam Rubber ging op som
mige dagen niet meer dan 1 aandeel om.
Tabaksaandeelen waren -vrij gunstig ge
stemd op het bericht, dat de pakhuistypen,
die getoond werden, over het algemeen een
goeden indruk maakten. De kwaliteit is be
vredigend en het product blijkt goed be
regend te zijn.
Na de vastere stemming voor scheep-
vaartaandeelen is ook deze afdeeling weder
in een lustelooze houding vervallen. Het
jaarverslag van de Koninklijke Boot zal Za
terdag worden gepubliceerd. Het dividend is
echter nog niet bekend. Uit de geringe be
weging van den koers van ca. 107 Ai zou
men mogen afleiden, dat het dividend zal
tegenvallen, ofschoon het bevredigende divi
dend van de Holland-Amerika Lijn het
tegenovergestelde zou doen verwachten.
Op de beleggingsmarkt was zeer weinig
te doen. Terwijl in de tweede helft van de
vorige maand vrij veel beleggingsvraag viel
waar te nemen, waarbij de houders van uit
gelote stukken, der 3-3y2 leening zich bij
voorbaat dekten, op de verwachting van
GRASLANDGEBRUIK.
De in alle opzichten slechte winter voor
onze veehouders kan tweeërlei reactie's ten
gevolge hebben voor de komende weide-
periode. Eén opvatting leidt tot een zekere
berusting; de ongunstige resultaten maken
de graslandgebruiker huiverig voor het doen
van eenige uitgave welke niet direct is om te
zetten in baten. De andere opvatting ge
tuigt van meer werkelijkheidszin. Juist om
dat de uitkomsten zoo slecht zijn geweest is
het meer dan ooit noodzakelijk zich de
uiterste inspanning te getroosten omdat men
zooveel mogelijk kan vermijden dat de stal-
voederperiode weer z'n hachelijke positie
zal toonen.
De onmogelijkheid om vroeg Slakkenmeel
te strooien brengt nu bij velen de vraag naar
voren, hoe lang gewacht dient te worden
alvorens op met Slakkenmeel bemest land
stikstof of gier kan worden gegeven!
Uit zeer interessante proefnemingen is ge
bleken dat een vrij late aanwending van
Slakkenmeel ook goed kan geven. Er is m.i.
dan ook weinig aanleiding om zich ongerust
te maken over Slakkenmeel, welke kort ge
leden is toegediend. Men diene er evenwel
voor te waken, dat op laat met Slakkenmeel
bemest land te spoedig vee (schapen) wordt
toegelaten.
Nu de omstandigheden een snelle ontwik
keling van het grasgewas verhinderen, moet
de gebruiker de daaruit voortvloeiende
kwade kansen zooveel mogelijk beperken.
Allereerst is noodig een snelle afvoer van
het overtollige water te bewerkstelligen;
vooral na sneeuwval van 14 Maart dient men
aan dit punt de noodige aandacht te schen
ken, om tot het profijt van een extra bemes
ting'te kunnen geraken!
Alleen als het gewas straks volop kan pro
fiteeren van de voorjaarszon zal ook de be
mesting actief worden. De vertraagde ont
wikkeling van het land mag zoo weinig mo
gelijk aanleiding zijn tot een extra lange
stalperiode. Daarom is er nu meer aanleiding
dan ooit om ruim stikstof toe te dienen.
Deze moet niet alleen geschieden om een
extra graskuil te maken naast de normale
hooiwinning, maar vooral ook om een vrij
wel op tijd beginnende weidegang mogelijk
te maken!
Iedere graslandgebruiker weet nu wel uit
eigen ervaring dat gras zeer dankbaar is
voor een stikstofgift, indien tenminste even
eens in de fosforzuur en kalibehoefte is
voorzien. Alleen is er nogal wat verschil van
meening over de grootte van de stikstofgift.
Dit laatste is zeer begrijpelijk, omdat men
onder zoo uiteenloopende omstandigheden
moet werken. Iedere boer, welke in de ge
legenheid is om keldergier aan het land te
geven, kent de gunstige uitwerking van
zoo'n gift. Gewoonlijk staat hij er niet bij stil
dat een gewone giertoediening naar 12.000
15.000 liters per ha. in stikstofbemesting ge
lijk staat mét 300400 kg. Kalkammonsal-
peter per ha., in één keer gegeven! Dit
hoogere koersen, heeft de inmiddels aan de
markt gebrachte nieftwe Staatsleening in
deze opvatting een ingrijpende verandering
gebracht. Het vooruitzicht, dat, zooals wij
de vorige week reeds schreven, waarschijn
lijk reeds omstreeks het midden van het
jaar, een nieuwe leening aan de markt zal
worden gebracht, werkt natuurlijk niet ani-
meerend op de stemming.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 II 94 1/4, 93 7/8;
3-3Nederland 1938 85, 84 3/4;
Koloniale Bank 159, 160;
Aku 37 3/4, 38 3/4, 38y2;
Philips 116)4, 123, 118 1/8;
Unilever 92, 94, 93 3/8;
Rep. Steel 14 15/16, 15 9/16, 15 11/16;
Koninklijke Petroleum 232)4, 239 1/4, 231 J4,
232 3/4;
Tidewater 8 1/8, 8 9/32;
Amsterdam Rubber 183, 186 1/4, I85V2;
Java-China-Japan Lijn 118 1/4, 120<4, 118 1/4;
Kon. Boot 107, 108)4, 107 3/4;
H.V.A. 386, 393, 387;
Ver. Vorstenlandsche Cultuur 94, 97, 93 1/8;
Deli Batavia Mij. 121 1/4, 122;
Deli Mij. 176y2, 180 1/4, 176, 177;
Senembah Mij. 135)4, 139 3/4, 137.
illustreert op eenvoudige wijze de grootte
van een goede stikstofbemesting in het voor
jaar.
De omstandigheden zijn nog nooit zoo
gunstig geweest voor propageering van het
zgn. omweidsysteem. Perceelsgewijze ge
bruik van de boerderij is nu geen wensche-
lijkheid meer, neen, het is een dringende
noodzakelijkheid geworden!
Steeds moet men in het oog houden, dat
Mei de eigenlijke grasmaand is. Het gewas
profiteert dan het meest van een oordeel
kundige bemesting. Juli is gewoonlijk een
slechte grasmaand. Het beste is om de be
mesting zoo te regelen, dat men de noodige
meststof heeft toegediend vóór dat de eigen
lijke droogteperiode goed aan de gang is. Ik
acht het fout om in dit voorjaar alle percee-
len vrijwel tegelijkertijd stikstof toe te die
nen. Geeft naar b.v. 200 kg. per ha.; de beste
manier is om enkele perceelen klaar te ma
ken voor een zoo vroeg mogelijke weidegang
en daarnaast eenige weide perceelen af te
sluiten voor de winning van kuilgras.
Men heeft dit voorjaar reeds zeer veel
stalmest uitgereden. Het is gebruikelijk deze
stalmest te strooien op de toekomstige hooi
velden. Ik acht de hooioogst momenteel van
zoo groote waarde dat er vrijwel geen risico
op eenige mislukking mag worden genomen.
Het Hjkt me daarom 'n plicht voor iederen
veehouder de met stalmest bemeste percee
len nog over te bemesten met 200250 kg.
Kalkammonsalpeter per ha. Men dient dan
eveneens te beseffen dat men hierdoor niet
alleen meer hooi krijgt, maar ook hooi dat
met de noodige zorg moet worden gewon
nen.
Doet men dit laatste niet, dan verspeelt
men door te sterke broei het oorspronke
lijke voordeel.
Het perceelsgewijze gebruik van het land
en gedeeltelijk voorweiden van wat hooiland
kan ook mede voorkomen dat er teveel hooi
in ééns op het zwad ligt. De risico-verdee
ling door perceelsgewijze hooiwinning dient
ieder voor zich maar uit te maken!
Natuurlijk zijn er kosten verbonden aan
het gebruik van kunstmest. En de weg van
de kunstmestzak tot de melkemmer is lan
ger en biedt meer kansen op verlies dan het
geval is bij het voederen van lijnkoek. Het
laatstgenoemde artikel is echter onbereik
baar geworden en indien er onvoldoende
gras is, zal de melkgift de vaste kosten van
het bedrijf nog minder goed kunnen maken
dan ingeval men ruim in het gras zit voor
z'n vee.
Tenslotte wijs ik nog op het nadeel dat
men krijgt indien het land niet voldoende
kan worden schoongeweid. In Mei is het de
kunst het gras zoodanig te gebruiken dat
men nooit te weinig, maar ook nooit te veel
gras onder de koeien heeft. Lijkt er wat te
veel gras te komen, dan moet men niet aar
zelen een hoekje extra te maaien; dit is al
tijd voordeeliger dan „bossig" land.
Dat op de afgeweide perceelen de mest-
platten geslecht dienen te worden is genoeg
zaam bekend. Voorloopig volsta ik met het
bovenvermelde. Wie nauwkeuriger inlich
tingen wenscht, wende zich tot het Rijks-
landbouwconsulentschap te Schagen.
De Rijkslandbouwconsulent voor
Noordholland te Schagen,
Ir. G. J. LIENESCH.
De gratis-toezending geldt niet voor
week-abonnementen.
„Feiten gelijken op gerechten, die uit
een oven komen, ze koelen gauw af.
Ze moeten worden warm gehouden
om waar te zijn en daarom moet in
propaganda en reclame tot een zekere
graad fantasie zitten. U zult moeten
overdrijven, om de waarheid te ver
tellen. De caricaturist overdrijft,
maar door dat te doen vertelt hij toch
alleen maar de waarheid!"
Sir William Crawford aan het
Daily Mail Discussion Dinner.
DOOR WILKIE COLLINS
NEDERLANDSGHE BEWERKING
VAN A. A. HUMME Jr.
48)
Toen ik dokter Jennings het manuscript
teruggaf, voelde ik bewondering voor het
vernuft, waarvan hij blijk had gegeven,
door uit deze verwarring een logische me
dedeeling te construeeren. Hij viel mij be
scheiden in de rede, toen ik hem hierover
mijn compliment wilde maken en vroeg
mij, of ik na lezing tot dezelfde overtuiging
was gekomen als hij.
„Ik weet te weinig van den invloed van
laudanum, om een eigen meening te kun
nen uitspreken", antwoordde ik. „Ik kan
echter heel goed uw gedachtengang volgen
en geloof, dat u wel gelijk zult hebben".
„Als wij nu beiden overtuigd zijn, dat
u handelde onder den invloed van lauda
num, dan blijft ons slechts over, ook an
deren deze overtuiging te doen deelen, doch
dat zal niet zoo gemakkelijk zijn".
Ik wees naar het manuscript, dat op ta
fel lag, doch dokter Jennings schudde het
hoofd.
„Dat is, wat dat betreft, waardeloos. In
de eerste plaats zijn die notities gemaakt
onder omstandigheden, waarvan het over-
groote deel der menschheid geen onder
vinding heeft. In de tweede plaats zijn zij
het uitvloeisel van een medische en meta-
physische theorie en ten laatste die no
tities zijn van mij en ik kan niet het bewijs
leveren, dat het geen verzinsels zijn. Neen,
mijn notities zijn slechts in zooverre van
waarde, dat zij mij een aanwijzing hebben
gegeven, hoe uw onschuld kan worden aan
getoond".
„Hoe?" vroeg ik, gespannen.
„Wilt u zich aan een proef onderwer
pen?"
„Ik wil alles doen, om de verdenking, die
op mij rust, van mij af te schudden".
„Wilt u zich moeite en ongemak getroos
ten en mijn advies getrouw opvolgen? U
zult zich hierdoor misschien blootstellen
aan spot of protest van vrienden, op wier
opinie u prijs stelt".
„Zegt u maar, wat ik moet doen", zei ik
ongeduldig. „En wat er ook van kome, ik
zal het doen!"
„Het volgende, mijnheer Blake. U moet
nogmaals, in het bijzijn van getuigen, on
bewust den diamant stelen".
Ik sprong op, probeerde iets te zéggen,
doch kon geen woord uitbrengen.
„Ik geloof, dat het mogelijk is", vervolg
de hij rustig, „en wij zullen dat wel klaar
spelen als u slechts wilt helpen. Blijft
u kalm en gaat u weer zitten, dan zal ik u
dit nader uitleggen. U rookt weer, zooals ik
heb opgemerkt. Wanneer is u daar weer
mee begonnen?"
„Al bijna een jaar geleden".
„Rookt u nu meer of minder dan u ge
wend was?"
„Meer".
„Wilt u die gewoonte weer opgeven?
Plotseling! Zooals u een jaar geleden deed".
Ik begon te begrijpen, waar hij heen wil
de. „Van dit oogenblik af", antwoordde ik.
„Als dit hetzelfde resultaat heeft als ver
leden jaar", zei dokter Jennings, „als u dus
weer last krijgt van slapeloosheid, hebben
wij een stap in de goede richting gedaan.
U komt dan weer in denzelfden toestand
van prikkelbaarheid en als wij u in dezelf
de omgeving kunnen brengen en uw ge
dachten weer op den diamant concentree-
ren - en op de problemen, waarmede u zich
toen bezighield, hebben wij u nagenoeg in
denzelfden physieken en phychischen toe
stand gebracht, waarin de opium op u in
werkte. Ik heb dan goede hoop, dat een
herhaling van de dosis min of meer, het
zelfde resultaat zal hebben. Dat is mijn
voorstel".
„Ik begrijp echter niet", antwoordde ik,
„hoe ik door gebruik van laudanum er toe
gekomen ben, een wandeling door het huis
te maken en laden van een kabinet heb
kunnen openen, om daarna weer naar mijn
kamer terug te keeren. Ik meende, dat
opium een verdooyenden en slaapverwek-
kenden invloed had".
„De uitwerking van opium is tweeledig",
verklaarde dokter Jennings, „tenminste, in
de meeste gevallen. Het werkt eerst stimu-
leerend en pas daarna verdoovend. Onder
den stimuleerenden invloed zouden de laat-
te en helderste indrukken in dit geval
uw gepieker over den diamant in uw
nerveuse conditie nog versterkt worden en
ondergeschikt worden gemaakt aan uw
oordeel en wil, precies zooals dit het geval
is met een gewonen droom. Geleidelijk zou
dan een vrees voor de veiligheid van den
diamant, die u gedurende den voorafgaan-
den dag gekoesterd heeft, van twijfel over
gaan in zekerheid en u dwingen, iets te
doen, om'den steen in veiligheid te brengen
en met dat doel voor oogen, uw handelingen
besturen. Pas later, na het intreden van de
verdooving, zou u in diepen slaap vallen en
den volgenden morgen, bij het ontwaken,
niets afweten van hetgeen, u had gedaan".
„Ik begrijp nu", zei ik, „hoe ik er toe ge
komen ben, den diamant weg te nemen,
maar kunt u nagaan, wat ik er toen mee
heb gedaan?"
„Dat punt wilde ik juist bespreken. Ik heb
mij afgevraagd, of de poging, uw onschuld
te bewijzen, ook niet het antwoord op die
vraag zal geven. U is waarschijnlijk met
den diamant naar uw kamer teruggekeerd
en het is mogelijk, dat u hem daar heeft
verstopt. Het kan zijn dat u zich, onder in
vloed van een tweede dosis opium, die
plaats zult herinneren".
„U verwacht iets, dat onmogelijk is", on
derbrak ik. „De diamant bevindt zich in
Londen".
Hij scheen zeer verwonderd over deze
mededeeling.
„In Londen?" herhaalde hij. „Hoe is de
seen uit het huis van lady Verinder in Lon
den terecht gekomen?"
„Dat weet niemand'".
„U heeft hem zelf uit juffrouw Verin-
der's kamer gehaald. „Wie heeft hem u dan
afhandig gemaakt?"
„Ik heb niet het flauwste vermoeden".
„Hoe weet u, dat de diamant in Londen
is?"
Dezelfde vraag had ik mijnheer Bruff
gesteld, toen ik, na mijn terugkeer in En
geland, het onderzoek naar den Maan
steen weer opvatte. Ik gaf dokter Jennings
nu hetzelfde antwoord, dat ik van den ad
vocaat had gekregen. Dit scheen hem ech
ter niet te bevredigen.
„Met allen eerbied voor u en uw rechts
kundigen adviseur", zei hij, „blijf ik bij mijn
meening. Die berust weliswaar slechts op
een vermoeden, doch de uwe doet dat even
eens".
Ik wachtte met gespannen aandacht, hoe
hij zijn standpunt zou verdedigen.
Wordt vervolgd.