kooping kooping 'kooping TfHttëë doet je qoedï Haansteen rderij £antU m Juitéouw- SeuUleton derde blad. rmer» :r heide, -T. sr heide, v weiland sr heide, iIJKE iar. ;r heide, sx huizen, rages en plaats met alkmaarsche courant van zaterdag 23 maart 1940. II Financieel Overzicht. zij, die zich met 1 april voor minstens drie maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. men moet overdrijven om de waarheid te zeggen. 11*, bericM, r met WEI- e gemeente ermer, teza- ï.A., behoo- enschap van is ingezet m van I. i r, zal op [aart 1940 het „Grafter het openbaar ;r te Graft, H.A. heer A. DE 'ER. a r, zal op maart bij [940, bij af- m. 11 uur in BOS aan de ten verzoeke n den heer het openbaar >r 28 stuks ur, vijzel- tuchtbare lig bouw- den Wagen- no, C 13, to Ier Oudkar- grootte van rvan 1.67.10 comb, en L' verkrijg- de betaling; .s.; thans in A. Telleman. Laar, zal op 'ril bij op- 40 bij afslag, uur to het lan de Koor- het openbaar aan het e Kabelstraat 3210 M2., te met garage, Zeglis, hoek pl.min. 4 A. igterrem met age, met uit- mpad, groot net achterge- Baanpad, te at; van die ïuurd, terwijl er voor 2. or 1.50 per an het Baan- 1 c.A. :r Visser voor ;n erf aan het jfroot pl.min. leer Swaerts s. an het Baan- c.A. aan den heer reek en boven agterrein aan jjroot pl.min. perc., comb, n verkrijg- .an de Sint ernaar, groot heer Kramer k. nalatenschap Bremer Pzn. e 'betaling. y De Beurs stond deze week weder sterk onder den invloed van de politiek. Scherpe koersdaling van het pond sterling. Terug gaande conjunctuur in de Ver. Sta ten. De winstcijfers over 1939 echter algemeen bevredigend. Pakhuistypen van de Sumatra- tabak getoond. De beleggings- markt uiterst lusteloos. De politieke gebeurtenissen hebben deze week aller aandacht in beslag genomen en de beurs is telkenmale beïnvloed geworden door vredesgeruchten en door de berichten omtrent mogelijke politieke verrassingen in de naaste toekomst. Opmerkelijk was, dat de New-Yorksche beurs en de Amsterdamsche markt geheel verschillend hebben gereageerd op de vre desgeruchten en later ook op de tegen spraak daarvan. Amerika heeft n.l. de mo gelijkheid van vrede beantwoord met een flauwere stemming in Wallstreet en de be richten, dat er in het geheel geen vredes voorstel was gedaan met een herstel der koersen. Bij ons heeft juist het tegenover gestelde zich voorgedaan. Deze wijze van reageeren is ook wel eenigszins verklaar baar. Immers er zijn in Amerika tal van tak ken van industrie, die in vrij sterke mate profiteeren van oorlogsbestellingen voor Europeesche rekening, al moet hieraan on middellijk worden toegevoegd, dat de om vang van deze bestellingen van den aanvang af beneden de verwachtingen is gebleven. Ons land daarentegen zou ongetwijfeld evenals andere Europ. landen, juist in be langrijke mate moeten profiteeren van het einde van den oorlog. Er is immers wel re den om aan te nemen, dat hiermede een nieuwe periode zou worden ingeluid, waar in zou worden getracht om de belemme ringen in den internationalen handel zoo veel mogelijk terzijde te stellen en waarin tevens de pogingen zouden worden gedaan om de schromelijke fouten, waarin men in de periode na den wereldoorlog is vervallen, niet opnieuw te maken. Men denke in de eerste plaats aan het scheepvaartbedrijf, dat op het oogenblik weliswaar algemeen hoo- gere vrachten boekt, maar dat aan den an deren kant met zooveel moeilijkheden te kampen heeft en ook voor het probleem wordt geplaatst, dat het tonnage die ver loren ging zal moeten vervangen tegen de kostprijzen, waarvan nog maar moet wor den afgewacht of zij in een meer verwijder de toekomst niet te hoog zullen blijken te zijn. Dit zelfde verschijnsel heeft zich im mers ook na den wereldoorlog voorgedaan. Een zoo spoedig mogelijke beëindiging van den strijd zou dan ook het scheepvaartbe drijf van vele lasten bevrijden. Bepaald pessimistisch was men in de af- geloopen week gestemd ten aanzien van de toekomst van het pond sterling. De Finsch- Russische vrede, die als een diplomatieke nederlaag voor Engeland wordt beschouwd, alsmede het politieke initiatief, dat weder om van Duitschland is uitgegaan, waren oor zaak, dat men terecht of ten onrechte de po sitie van de geallieerden als min of meer verzwakt beschouwt. Achteraf is wel geble ken, dat de met zooveel rumoer aangekon digde conferentie tusschen Hitler en Musso lini niet die geweldig groote beteekenis heeft, die men in Berlijn geneigd is daaraan toe te schrijven. Tot nu toe is althans geen enkele mededeeling gedaan, die er op zou kunnen wijzen, dat er in de houding en de buitenlandsche politiek van Italië een in grijpende verandering is gekomen. De meeste politieke overzichtschrijvers zijn van meening, dat de geheimzinnigheid die er in Berlijn wordt betracht, slechts ten doel heeft om in het kamp van de tegenstanders ver warring te stichten. Inmiddels is ook de po litieke crisis in Frankrijk al weer opgelost en wel op een wijze, die reden geeft te ver wachten, dat de oorlog door dat land met een grootere vastberadenheid zal worden voortgezet. Sindsdien is er ook in de stem ming voor het Engelsche Pond in zooverre weer eenige verbetering gekomep, dat de koers niet verder is teruggeloopen. Overigens is het niet alleen het politieke sentiment, dat bij de koersbeweging van het Pond den doorslag heeft gegeven, maar waarschijnlijk vooral het vooruitzicht, dat bij een voortzetting van den oorlog de be talingspositie van Engeland er niet beter op zal worden. Wel heeft Engeland belangrijke reserves, o.a. in het bezit van buitenlandsche fondsen, doch naarmate dit bezit wordt ge realiseerd, valt er ook een bron van in komsten in den vorm van rente en dividen den voor de toekomst weg. De goudvoorra den zijn grooter dan bij het begin van den wereldoorlog en ook hierin ligt dus wel een krachtige reserve. Maar daartegenover staat, dat de handelsbalans voortdurend een aan zienlijk invoersaldo te zien geeft, dat on mogelijk kan worden gedekt door de overi ge posten van de betalingsbalans. Hier en daar is opgemerkt, dat Engeland met opzet het Pond laat dalen om hierdoor zijn ex portpositie te versterken. Het lijkt echter waarschijnlijker, dat Engeland van den nood een deugd maakt en dat de oorzaak van de depreciatie van het Pond wel dege lijk is te zoeken in de hierboven vermelde factoren. Japan is inmiddels reeds bezig om maat regelen te nemen, die ten doel hebben om de versterkte concurrentie van Engelsche zijde het hoofd te bieden. Dat land heeft n.l. den koers van de Yen ten opzichte van het Pond verlaagd, terwijl tegelijkertijd gepoogd wordt om den export naar verschillende landen, o.a. naar Zuid- Amerika, uit te breiden. Nadat kort gele den een ruilovereenkomst met Roemenië is gesloten, is thans een soortgelijke overeen komst met Argentinië tot stand gekomen, die bovendien gericht is tegen de Ver. Sta ten. Naar men weet zijn de'verhoudingen tusschen dit land en Japan reeds sinds gè- ruimen tijd zeer gespanpen, vooral omdat Amerika geen pogingen in het werk heeft gesteld om het geëxpireerde handelsverdrag door een nieuwe overeenkomst te vervan gen. Japan, dat lijdt onder een permanent gebrek aan buitenlandsche betaalmiddelen, waardoor zijn invoer van grondstoffen, die het in zoo sterke mate behoeft, ook voor de oorlogvoering in China, moet worden vol daan, moet op de hierboven geschetste wijze trachten om aan deze moeilijkheid het hoofd te bieden. Hierboven deden wij reeds uitkomen, dat de ruilovereenkomst tusschen Japan en Ar gentinië vooral tegen Amerika is gericht, al wordt tegelijkertijd de concurrentiestrijd met Engeland aangebonden. Door de tege moetkomende houding van Argentinië tegen over Japan worden de Amerikaansche plan nen ten aanzien van de toenadering tusschen de verschillende Amerikaansche landen op grond van de Pan-Amerikaansche gedachte doorkruist. De Ver. Staten zijn er reeds op uit geweest om de banden tusschen Noord en Zuid-Amerika nauwer aan te halen, waarbij ongetwijfeld het vooruitzicht een rolspeelt, dat tengevolge van den oorlog ae Europeesche landen na verloop van eenige jaren sterk verarmd zullen zijn, waardoor de kans niet gering moet worden geacht, dat Amerika daarvan den ernstigen terugslag zou ondervinden. Indien het nu mogelijk zou blijken, dat de handelsbetrekkingen tus schen de Amerikaansche landen onderling' konden worden uitgebreid, dan zou zulks een compensatie kunnen vormen tegen het ver lies van de Europeesche zaken. Het is thans reeds gebleken, dat de bestellingen, in Ame rika voor Europeesche rekening niet aan de verwachtingen hebben beantwoord en de conclusie mag dan ook worden getrokken, dat de sterke uitbreiding van de productie gedurende de afgeloopen zes maanden voor een belangrijk deel gebaseerd is geweest op de verwachting van verdere omvang rijke orders. M.a.w. men heeft ten deele op voorraad gewerkt. Reeds verscheidene maan den geleden waren de binnenkomende nieu we orders, ook voor binnenlandsche reke ning, geringer in omvang dan de productie zelf. Het gevolg is dan ook geweest, dat er allengs een inkrimping van de bedrijvigheid viel te constateeren. Het indexcijfer van de industrieele productie, dat omstreeks de jaarwisseling op basis van 1923/2-5 100 was gestegen tot 128, waarmede het niveau van 1929 ongeveer werd benaderd, is vqlgens de jongste opgave gedaald tot 109. Zulks betee- kent dus in korten tijd een vrij aanzienlijken teruggang. In de staalnijverheid is de daling nog veel grooter geweest, hetgeen mag wor den afgeleid uit het feit, dat aan het einde van het vorige jaar met 89 van de capa citeit werd gewerkt en thans met 62 - Op zich zelf is dit percentage nog vrij bevredi gend, althans voor de maatschappijen, die een loonend bedrijf hebben, zooals bijv. Bethlehem Steel. Voor de groote staaltrust de U.S. Steel is het echter noodzakelijk, dat met een zeer groote bedrijvigheid wordt ge werkt, indien men een dividend op de ge wone aandeelen wil verdienen. Naar men weet, heeft dit concern, ondanks de groote uitbreiding van de productie in de tweede helft van 1939, het dividend op de gewone aandeelen nog altijd niet hervat en nu de productie wederom sterk is teruggeloopen, is de kans daarop voor de naaste toekomst uit den aard der zaak vrijwel nihil. De financieéle resultaten van de verschil lende Amerikaansche ondernemingen zijn intussehen zeer bevredigend geweest, omdat deze betrekking hebben op het achter ons liggende jaar, waarin fraaie winsten werden geboekt. De Republic Steel heeft een divi dend van 6 gedeclareerd op de cum. pref. aandeelen op rekening van het achterstallig dividend. De vorige maand werd het gewone kwartaalsdividend van 1.50 dollar aangekon digd, waarmede toen de achterstand van 18 dollar bestaan bleef. Nu er 6 dollar extra wordt betaald, is die achterstand dus ge daald tot 12 dollar. Vanzelfsprekend wordt de positie van de gewone, aandeelen door deze afbetaling allengs verbeterd, al zal er natuurlijk geruimen tijd moeten verloopen alvorens de maatschappij in een. positie zal komen om het dividend op deze aandeelen te hervatten. Sinds 1930 is er op deze aan deelen geen dividend betaald. De Kennecott Copper publiceerde even eens de jaarresultaten, waaruit bleek, dat in 1939 3.14 dollar per aandeel is verdeeld tegen 2.10 dollar in het voorafgaande jaar. Deze resultaten vielen betrekkelijk mee, om dat de koperprijzen ondanks de oorlogvoe ring geen. buitengewone stijging hebben te zien gegeven. De vliegtuigfabrieken maken uit den aard der zaak goede zaken en de Bendix Aviation heeft in 1939 4.48 millioen dollar vrdiend of 2.14 dollar per aandeel tegen 156.000 dollar of 7 dollarcents per aan deel in het voorafgaande jaar. De tot nu toe betaalde dividenden van deze maatschappij blijven sterk bij de behaalde resultaten ten achter. In 1939 werd n.l. 1)4 dollar betaald, terwijl in de loopende maand een dividend van 50 dollarcents werd gedeclareerd. Er is wel reden om aan te nemen, dat de winst in het.nieuwe jaar minstens even hoog, zoo niet hooger zal zijn dan over 1939. Deze tak van industrie ondervindt n.l. geen invloed van den teruggang van de conjuctuur, die zich elders openbaart. Ook de Amerikaan sche kunstzijdenijverheid kan zich nog altijd in een groote bedrijvigheid verheugen. Ver der maakt de levensmiddelenindustrie en ook de kleinhandel met inbegrip van de warenhuizen een tijdperk van goede winsten door. De laatste dagén heeft er iets meer be langstelling bestaan voor Amerikaansche olieshares, omdat de resultaten ondanks de weinig bevredigende prijzen nogal zijn mee gevallen. De Phillips Petroleum boekt een winst van 2.21 dollar per aandeel tegen 2.03 dollar per aandeel in het voorafgaande jaar. Over de locale markt valt deze week zeer weinig nieuws te melden. De zaken bleven voortdurend van geringen omvang en het vooruitziet van de vacantiedagen heeft bo vendien nog grootere terughouding meege bracht. Aandeelen Unilever werden nage noeg niet beïnvloed door het gepubliceerde jaarverslag van de Britsche ondermaat schappij Home and Colonial Stores. Aan den eenen kant werd hierin gemeld, dat de af zet van margarine zich zeer bevredigend blijft ontwikkelen, maar aan den anderen kant wordt gemeld, dat tengevolge van de Britsche overheidsmaatregelen moeilijk heden worden ondervonden met den aan voer van grondstoffen. Het dividend van Philips zal dit jaar ongetwijfeld belangrijk lager uitvallen dan over 1938, toen het 11 bedroeg. Ter beurze raamt men de üitkeering over 1939 op 6 a 7 Daarmede zou dan de huidige koers van ca. 118 wel ongeveer in overeenstemming zijn. In de cultuurafdeeling was nagenoeg geen variatie. In Amsterdam Rubber ging op som mige dagen niet meer dan 1 aandeel om. Tabaksaandeelen waren -vrij gunstig ge stemd op het bericht, dat de pakhuistypen, die getoond werden, over het algemeen een goeden indruk maakten. De kwaliteit is be vredigend en het product blijkt goed be regend te zijn. Na de vastere stemming voor scheep- vaartaandeelen is ook deze afdeeling weder in een lustelooze houding vervallen. Het jaarverslag van de Koninklijke Boot zal Za terdag worden gepubliceerd. Het dividend is echter nog niet bekend. Uit de geringe be weging van den koers van ca. 107 Ai zou men mogen afleiden, dat het dividend zal tegenvallen, ofschoon het bevredigende divi dend van de Holland-Amerika Lijn het tegenovergestelde zou doen verwachten. Op de beleggingsmarkt was zeer weinig te doen. Terwijl in de tweede helft van de vorige maand vrij veel beleggingsvraag viel waar te nemen, waarbij de houders van uit gelote stukken, der 3-3y2 leening zich bij voorbaat dekten, op de verwachting van GRASLANDGEBRUIK. De in alle opzichten slechte winter voor onze veehouders kan tweeërlei reactie's ten gevolge hebben voor de komende weide- periode. Eén opvatting leidt tot een zekere berusting; de ongunstige resultaten maken de graslandgebruiker huiverig voor het doen van eenige uitgave welke niet direct is om te zetten in baten. De andere opvatting ge tuigt van meer werkelijkheidszin. Juist om dat de uitkomsten zoo slecht zijn geweest is het meer dan ooit noodzakelijk zich de uiterste inspanning te getroosten omdat men zooveel mogelijk kan vermijden dat de stal- voederperiode weer z'n hachelijke positie zal toonen. De onmogelijkheid om vroeg Slakkenmeel te strooien brengt nu bij velen de vraag naar voren, hoe lang gewacht dient te worden alvorens op met Slakkenmeel bemest land stikstof of gier kan worden gegeven! Uit zeer interessante proefnemingen is ge bleken dat een vrij late aanwending van Slakkenmeel ook goed kan geven. Er is m.i. dan ook weinig aanleiding om zich ongerust te maken over Slakkenmeel, welke kort ge leden is toegediend. Men diene er evenwel voor te waken, dat op laat met Slakkenmeel bemest land te spoedig vee (schapen) wordt toegelaten. Nu de omstandigheden een snelle ontwik keling van het grasgewas verhinderen, moet de gebruiker de daaruit voortvloeiende kwade kansen zooveel mogelijk beperken. Allereerst is noodig een snelle afvoer van het overtollige water te bewerkstelligen; vooral na sneeuwval van 14 Maart dient men aan dit punt de noodige aandacht te schen ken, om tot het profijt van een extra bemes ting'te kunnen geraken! Alleen als het gewas straks volop kan pro fiteeren van de voorjaarszon zal ook de be mesting actief worden. De vertraagde ont wikkeling van het land mag zoo weinig mo gelijk aanleiding zijn tot een extra lange stalperiode. Daarom is er nu meer aanleiding dan ooit om ruim stikstof toe te dienen. Deze moet niet alleen geschieden om een extra graskuil te maken naast de normale hooiwinning, maar vooral ook om een vrij wel op tijd beginnende weidegang mogelijk te maken! Iedere graslandgebruiker weet nu wel uit eigen ervaring dat gras zeer dankbaar is voor een stikstofgift, indien tenminste even eens in de fosforzuur en kalibehoefte is voorzien. Alleen is er nogal wat verschil van meening over de grootte van de stikstofgift. Dit laatste is zeer begrijpelijk, omdat men onder zoo uiteenloopende omstandigheden moet werken. Iedere boer, welke in de ge legenheid is om keldergier aan het land te geven, kent de gunstige uitwerking van zoo'n gift. Gewoonlijk staat hij er niet bij stil dat een gewone giertoediening naar 12.000 15.000 liters per ha. in stikstofbemesting ge lijk staat mét 300400 kg. Kalkammonsal- peter per ha., in één keer gegeven! Dit hoogere koersen, heeft de inmiddels aan de markt gebrachte nieftwe Staatsleening in deze opvatting een ingrijpende verandering gebracht. Het vooruitzicht, dat, zooals wij de vorige week reeds schreven, waarschijn lijk reeds omstreeks het midden van het jaar, een nieuwe leening aan de markt zal worden gebracht, werkt natuurlijk niet ani- meerend op de stemming. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 II 94 1/4, 93 7/8; 3-3Nederland 1938 85, 84 3/4; Koloniale Bank 159, 160; Aku 37 3/4, 38 3/4, 38y2; Philips 116)4, 123, 118 1/8; Unilever 92, 94, 93 3/8; Rep. Steel 14 15/16, 15 9/16, 15 11/16; Koninklijke Petroleum 232)4, 239 1/4, 231 J4, 232 3/4; Tidewater 8 1/8, 8 9/32; Amsterdam Rubber 183, 186 1/4, I85V2; Java-China-Japan Lijn 118 1/4, 120<4, 118 1/4; Kon. Boot 107, 108)4, 107 3/4; H.V.A. 386, 393, 387; Ver. Vorstenlandsche Cultuur 94, 97, 93 1/8; Deli Batavia Mij. 121 1/4, 122; Deli Mij. 176y2, 180 1/4, 176, 177; Senembah Mij. 135)4, 139 3/4, 137. illustreert op eenvoudige wijze de grootte van een goede stikstofbemesting in het voor jaar. De omstandigheden zijn nog nooit zoo gunstig geweest voor propageering van het zgn. omweidsysteem. Perceelsgewijze ge bruik van de boerderij is nu geen wensche- lijkheid meer, neen, het is een dringende noodzakelijkheid geworden! Steeds moet men in het oog houden, dat Mei de eigenlijke grasmaand is. Het gewas profiteert dan het meest van een oordeel kundige bemesting. Juli is gewoonlijk een slechte grasmaand. Het beste is om de be mesting zoo te regelen, dat men de noodige meststof heeft toegediend vóór dat de eigen lijke droogteperiode goed aan de gang is. Ik acht het fout om in dit voorjaar alle percee- len vrijwel tegelijkertijd stikstof toe te die nen. Geeft naar b.v. 200 kg. per ha.; de beste manier is om enkele perceelen klaar te ma ken voor een zoo vroeg mogelijke weidegang en daarnaast eenige weide perceelen af te sluiten voor de winning van kuilgras. Men heeft dit voorjaar reeds zeer veel stalmest uitgereden. Het is gebruikelijk deze stalmest te strooien op de toekomstige hooi velden. Ik acht de hooioogst momenteel van zoo groote waarde dat er vrijwel geen risico op eenige mislukking mag worden genomen. Het Hjkt me daarom 'n plicht voor iederen veehouder de met stalmest bemeste percee len nog over te bemesten met 200250 kg. Kalkammonsalpeter per ha. Men dient dan eveneens te beseffen dat men hierdoor niet alleen meer hooi krijgt, maar ook hooi dat met de noodige zorg moet worden gewon nen. Doet men dit laatste niet, dan verspeelt men door te sterke broei het oorspronke lijke voordeel. Het perceelsgewijze gebruik van het land en gedeeltelijk voorweiden van wat hooiland kan ook mede voorkomen dat er teveel hooi in ééns op het zwad ligt. De risico-verdee ling door perceelsgewijze hooiwinning dient ieder voor zich maar uit te maken! Natuurlijk zijn er kosten verbonden aan het gebruik van kunstmest. En de weg van de kunstmestzak tot de melkemmer is lan ger en biedt meer kansen op verlies dan het geval is bij het voederen van lijnkoek. Het laatstgenoemde artikel is echter onbereik baar geworden en indien er onvoldoende gras is, zal de melkgift de vaste kosten van het bedrijf nog minder goed kunnen maken dan ingeval men ruim in het gras zit voor z'n vee. Tenslotte wijs ik nog op het nadeel dat men krijgt indien het land niet voldoende kan worden schoongeweid. In Mei is het de kunst het gras zoodanig te gebruiken dat men nooit te weinig, maar ook nooit te veel gras onder de koeien heeft. Lijkt er wat te veel gras te komen, dan moet men niet aar zelen een hoekje extra te maaien; dit is al tijd voordeeliger dan „bossig" land. Dat op de afgeweide perceelen de mest- platten geslecht dienen te worden is genoeg zaam bekend. Voorloopig volsta ik met het bovenvermelde. Wie nauwkeuriger inlich tingen wenscht, wende zich tot het Rijks- landbouwconsulentschap te Schagen. De Rijkslandbouwconsulent voor Noordholland te Schagen, Ir. G. J. LIENESCH. De gratis-toezending geldt niet voor week-abonnementen. „Feiten gelijken op gerechten, die uit een oven komen, ze koelen gauw af. Ze moeten worden warm gehouden om waar te zijn en daarom moet in propaganda en reclame tot een zekere graad fantasie zitten. U zult moeten overdrijven, om de waarheid te ver tellen. De caricaturist overdrijft, maar door dat te doen vertelt hij toch alleen maar de waarheid!" Sir William Crawford aan het Daily Mail Discussion Dinner. DOOR WILKIE COLLINS NEDERLANDSGHE BEWERKING VAN A. A. HUMME Jr. 48) Toen ik dokter Jennings het manuscript teruggaf, voelde ik bewondering voor het vernuft, waarvan hij blijk had gegeven, door uit deze verwarring een logische me dedeeling te construeeren. Hij viel mij be scheiden in de rede, toen ik hem hierover mijn compliment wilde maken en vroeg mij, of ik na lezing tot dezelfde overtuiging was gekomen als hij. „Ik weet te weinig van den invloed van laudanum, om een eigen meening te kun nen uitspreken", antwoordde ik. „Ik kan echter heel goed uw gedachtengang volgen en geloof, dat u wel gelijk zult hebben". „Als wij nu beiden overtuigd zijn, dat u handelde onder den invloed van lauda num, dan blijft ons slechts over, ook an deren deze overtuiging te doen deelen, doch dat zal niet zoo gemakkelijk zijn". Ik wees naar het manuscript, dat op ta fel lag, doch dokter Jennings schudde het hoofd. „Dat is, wat dat betreft, waardeloos. In de eerste plaats zijn die notities gemaakt onder omstandigheden, waarvan het over- groote deel der menschheid geen onder vinding heeft. In de tweede plaats zijn zij het uitvloeisel van een medische en meta- physische theorie en ten laatste die no tities zijn van mij en ik kan niet het bewijs leveren, dat het geen verzinsels zijn. Neen, mijn notities zijn slechts in zooverre van waarde, dat zij mij een aanwijzing hebben gegeven, hoe uw onschuld kan worden aan getoond". „Hoe?" vroeg ik, gespannen. „Wilt u zich aan een proef onderwer pen?" „Ik wil alles doen, om de verdenking, die op mij rust, van mij af te schudden". „Wilt u zich moeite en ongemak getroos ten en mijn advies getrouw opvolgen? U zult zich hierdoor misschien blootstellen aan spot of protest van vrienden, op wier opinie u prijs stelt". „Zegt u maar, wat ik moet doen", zei ik ongeduldig. „En wat er ook van kome, ik zal het doen!" „Het volgende, mijnheer Blake. U moet nogmaals, in het bijzijn van getuigen, on bewust den diamant stelen". Ik sprong op, probeerde iets te zéggen, doch kon geen woord uitbrengen. „Ik geloof, dat het mogelijk is", vervolg de hij rustig, „en wij zullen dat wel klaar spelen als u slechts wilt helpen. Blijft u kalm en gaat u weer zitten, dan zal ik u dit nader uitleggen. U rookt weer, zooals ik heb opgemerkt. Wanneer is u daar weer mee begonnen?" „Al bijna een jaar geleden". „Rookt u nu meer of minder dan u ge wend was?" „Meer". „Wilt u die gewoonte weer opgeven? Plotseling! Zooals u een jaar geleden deed". Ik begon te begrijpen, waar hij heen wil de. „Van dit oogenblik af", antwoordde ik. „Als dit hetzelfde resultaat heeft als ver leden jaar", zei dokter Jennings, „als u dus weer last krijgt van slapeloosheid, hebben wij een stap in de goede richting gedaan. U komt dan weer in denzelfden toestand van prikkelbaarheid en als wij u in dezelf de omgeving kunnen brengen en uw ge dachten weer op den diamant concentree- ren - en op de problemen, waarmede u zich toen bezighield, hebben wij u nagenoeg in denzelfden physieken en phychischen toe stand gebracht, waarin de opium op u in werkte. Ik heb dan goede hoop, dat een herhaling van de dosis min of meer, het zelfde resultaat zal hebben. Dat is mijn voorstel". „Ik begrijp echter niet", antwoordde ik, „hoe ik door gebruik van laudanum er toe gekomen ben, een wandeling door het huis te maken en laden van een kabinet heb kunnen openen, om daarna weer naar mijn kamer terug te keeren. Ik meende, dat opium een verdooyenden en slaapverwek- kenden invloed had". „De uitwerking van opium is tweeledig", verklaarde dokter Jennings, „tenminste, in de meeste gevallen. Het werkt eerst stimu- leerend en pas daarna verdoovend. Onder den stimuleerenden invloed zouden de laat- te en helderste indrukken in dit geval uw gepieker over den diamant in uw nerveuse conditie nog versterkt worden en ondergeschikt worden gemaakt aan uw oordeel en wil, precies zooals dit het geval is met een gewonen droom. Geleidelijk zou dan een vrees voor de veiligheid van den diamant, die u gedurende den voorafgaan- den dag gekoesterd heeft, van twijfel over gaan in zekerheid en u dwingen, iets te doen, om'den steen in veiligheid te brengen en met dat doel voor oogen, uw handelingen besturen. Pas later, na het intreden van de verdooving, zou u in diepen slaap vallen en den volgenden morgen, bij het ontwaken, niets afweten van hetgeen, u had gedaan". „Ik begrijp nu", zei ik, „hoe ik er toe ge komen ben, den diamant weg te nemen, maar kunt u nagaan, wat ik er toen mee heb gedaan?" „Dat punt wilde ik juist bespreken. Ik heb mij afgevraagd, of de poging, uw onschuld te bewijzen, ook niet het antwoord op die vraag zal geven. U is waarschijnlijk met den diamant naar uw kamer teruggekeerd en het is mogelijk, dat u hem daar heeft verstopt. Het kan zijn dat u zich, onder in vloed van een tweede dosis opium, die plaats zult herinneren". „U verwacht iets, dat onmogelijk is", on derbrak ik. „De diamant bevindt zich in Londen". Hij scheen zeer verwonderd over deze mededeeling. „In Londen?" herhaalde hij. „Hoe is de seen uit het huis van lady Verinder in Lon den terecht gekomen?" „Dat weet niemand'". „U heeft hem zelf uit juffrouw Verin- der's kamer gehaald. „Wie heeft hem u dan afhandig gemaakt?" „Ik heb niet het flauwste vermoeden". „Hoe weet u, dat de diamant in Londen is?" Dezelfde vraag had ik mijnheer Bruff gesteld, toen ik, na mijn terugkeer in En geland, het onderzoek naar den Maan steen weer opvatte. Ik gaf dokter Jennings nu hetzelfde antwoord, dat ik van den ad vocaat had gekregen. Dit scheen hem ech ter niet te bevredigen. „Met allen eerbied voor u en uw rechts kundigen adviseur", zei hij, „blijf ik bij mijn meening. Die berust weliswaar slechts op een vermoeden, doch de uwe doet dat even eens". Ik wachtte met gespannen aandacht, hoe hij zijn standpunt zou verdedigen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9