DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De geallieerden in strategisch en militair opzicht in het voordeel De strijd ter zee heeft zware offers geëischt. J EURS roet. Yan alle zijden stroomen de Noorsche vrijwilligers toe. D© zeegevechten bij d© Noorsche kust. Reyneudl over dl© verHeien, Engelsche mededeeling over mijnenvelden. Een zeeslag bij Drontheim? Britsche troepen bij Narvik geland? De algemeen© toestand. nm nt. INK N.V. )40. c.| pl.m. 2 u 91%-Vs M»/a 1021/4 4U/3-V4 320 89-1/3 121-1/3 391/4 235-9/16 603/8-1/4 18-1-11/16 176/16 51/2 47i/4-5/s 380-1 220 215 y3 55 223-2 97/16 8 %6 183 116-5 109-3/4 112I/2-4 '3/4 11/4 193-1/3 137 >l/S /16 !7/l6 16/8 IVs Exdividend. 234 VERDAM iden niet off. 1.887/i6 6.64^2 74.55 3.76 31.811 42.25 LEGIOEN. City-Theater. ienden Stan /eer eens in n kostelijke zal men deze ien zien. Het en dom wat e wordt in sn en om zijn >r het vreem em nooit ver- absoluut geen :a te wachten en de eene de dwaasheid effecten be- het duo Stan EN. itoria-Theater. ■Theater heeft aer spannende rk: Spoorweg- artisten op- eim, Charles Een film, die s zijnde van ook wat mon- )ogste eischen. 2lo rbaasden et weet. terecht, en meer e krijgen ïaar het Peter", l ALKMAARSCHE COURANT. Deze Couraat wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door bet geheele Rijk 2.S0. Losse nummers 5 cents. No, SF Dit nummei bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. A Vrijdag 12 April 1940 PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van i —5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grooie contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142® Jaargsag Churchill heeft in het Lagerhuis zijn met spanning verbeide redevoering ge houden en daarbij een overzicht gegeven van de tot dusver door de Britsche marine behaalde resultaten en tevens van de ter zee geleden verliezen, waar van de opsomming wel bewijst, dat de Engelsche oorlogsbodems voornamelijk in het Duitsche luchtwapen een zeer gevaarlijken tegenstander hebben ge vonden. Daar tegenover staat, dat bjj de Orkaden een Duitsche duikboot tot zinken werd gebracht en de Duitsche kruiser Scharnhorst waarschijnlijk ernstig is beschadigd. De Britten hebben een Duitschen kruiser in de fjord van Bergen plotseling zien verdwijnen en vermoeden, dat deze door hun vliegtuigen tot zinken gebracht is. Het sterkste deel der Britsche vloot is in Scapa Flow ondergebracht en de eerste lord van de admiraliteit gaf de verzekering, dat hier het meest moderne afweergeschut in groote hoeveelheid bijeen is, zoodat aanvallen op deze thuis- vloot weinig succes zullen hebben. Churchill meende, dat Hitier door het Noorsche avontuur een zeer groote militaire vergissing begaan heeft. Wel zijn de Engelschen er nog niet in ge slaagd, de Duitsche steunpunten in Noorwegen te heroveren, maar Duitsch- land is door deze groote open frontlijn veel kwetsbaarder voor de Britsche marine geworden. Uit Stockholm wordt bericht, dat de Britten ten Z. van Narvik geland zijn en zich met de Noren trachten te vereenigen. Door het ontbreken van officieele mededeelingen moeten dergelijke berichten nog met eenige reserve aanvaard worden. Het blijkt nu wel, dat het vormen van een Duitsch gezind kabinet van zijde der invallers zeer onverstandig is geweest, daar dit een van de voornaamste oorzaken was, dat de Noren, nadat zij van den eersten schrik bekomen wa ren, tot een algemeen verzet besloten. De Duitschers zouden met vliegtuigen vanuit Denemarken duizenden man schappen ter versterking van hun landingstroepen hebben aangevoerd. Uit verschillende plaatsen komen berichten over de Noorsche actie waarvan de resultaten nog evenmin volkomen duidelijk zijn. Het blijkt wel, dat voor namelijk bij Elverum verwoed wordt gevochten en dat de Noren alles in het werk stellen om een verdere uitbreiding der Duitsche bezetting te voorkomen. D© Britten r©ud©n bij Narvik geland gijn. In zijn rede voor de Kamer heeft Reynaud ten aanzien van de zeegevech ten bij de Noorsche kust verklaard: „De Fransche vloot heeft geen enkel verlies •geleden. De Britsche vloot verloor vier torpedobootjagers. De Duitsche marine heeft vier kruisers, die een tiende deel van de vloot vertegenwoordigen, een dukiboot, een jager en 12 troepen- transportschepen verloren. In totaal liggen 22 schepen, 4 Engelsche en 18 Duitsche, op den bodem der zee". Nieuwe Duitsche landingen aan de Noorsche kust. Uit Berlijn wordt gemeld: Te Oslo, Bergen en Stavanger zijn gister in den loop van den dag nieuwe sterke Duitsche troepenafdee- lingen aan land gezet. Duitsche kustbatterijen. In de bezette Noorsche kustplaatsen zijn, naar het D.N.B. meldt, de kustbatterijen voor het grootste deel door Duitsche troepen be mand en gereed voor de afweer van vijan delijke aanvallen. In Oslo en Christiansand heeft men daarbij ook gebruik gemaakt van de bemanning der gezonken kruiser Blücher en Karlsruhe. In den nacht van 10 op 11 April zijn in de Westfjord bij Narvik opnieuw twee Brit sche torpedobootjagers tot zinken gebracht. Het aantal bij Narvik vernielde Britsche jagers is daarmede tot zes gestegen.- Nieuwe Duitsche schepen in haven van Oslo. Uit Marstrand aan de Zweedsche kust ver neemt men, dat gister nieuwe Duitsche oor logsschepen in de haven van Oslo zouden zijn aangekomen. De troepentransportsche pen, die aan den zeeslag waren ontkomen, zouden gedurende den nacht te Oslo zijn aangekomen. Een overwinning bij Hamar. Naar thans bekend wordt, zijn bij den aan val der Duitsche troepen op Hamar in den nacht van 9 op 10 April de Noorsche meer derheid ten spijt, verscheidene Noorsche bataljons met 80 officieren ontwapend. Vijf honderd geweren en vier stukken geschut werden buit gemaakt. Duitsche vliegtuigen vallen Britsche zeestrijdkrachten aan. Gisteravond hebben Duitsche vliegtuigen Britsche zeestrijdkrachten op 200 k.m. ten N.W. van Drontheim met succes aangevallen Een Engelsch vliegkampschip werd door een bom van zwaar kaliber op vernietigende wijze getroffen. Voorts werd een Britsche kruiser door twee bommen getroffen. De overleveren van de „Gurkha". De overlevenden van den torpedojager „Gurkha", welke door vliegtuigbommen tot zinken is gebracht, zijn in een haven van Noord-Schotland aan land gezet. Velen wa ren amper gekleed. Nadat zij van kleeren waren voorzien, en verder waren verzorgd, zijn zij naar hun respectieve huizen ver trokken. De bemanning van de „Gurkha" is blijven vuren tot het water over het dek spoelde. Zeventig gevangen genomen Duitschers wérden onder sterke bewaking aan land ge bracht. Britsche troepen geland. Naar in welingelichte Noorsche kringen te Stockholm wordt vernomen, zouden de Britsche troepen even ten Zuiden van Nar vik een landing hebben uitgevoerd en zou den zij thans trachten zich te vereenigen met de Noorsche troepen. In dezelfde kringen verluidt, dat nabij Bergen de Noren en Engelschen in nauw contact met elkaar zijn. Volgens een te Uddevala van de Hvaler- eilanden en andere plaatsen bij de Oslofjord ontvangen bericht, zouden op verscheidene punten langs de kust Britsche schepen zijn waargenomen, die, naar het schijnt, troepen aan land zetten. Een Britsche aanval op het vliegveld van Stavanger. Het ministerie van luchtvaart deelt mede, dat Donderdagavond twee aanvallen zijn ge daan door de Britsche luchtmacht op het vliegveld van Stavanger, dat door de Duit schers is bezet. Een van de Britsche vlieg tuigen is niet teruggekeerd. In den eersten aanval werd het vliegveld krachtig door bombardementsvliegtuigen aangevallen. De luchtmacht werd met hevig vuur van de luchtdoelartillerie begroet, doch zij wist haar bommen nauwkeurig te plaat sen en behalve andere schade, geraakte een benzinereservoir in brand. Bij den tweeden aanval openden laagvlie- gende vliegtuigen mitrailleurvuur op een groot aantal vijandelijke vliegtuigen, welke op het vliegveld stonden opgesteld. De Britsche waarnemers hebben gezien, dat veel schade is aangericht. Niet de Blücher, doch de Gneisenau in den grond geboord? De marine-medewerker van de „Times" acht het niet uitgesloten, dat niet dc kruiser Blücher" doch hetslagschip „Gneisenau" Ook langs d@ Nederlandsche territoriale wateren. De Britsche admiraliteit deelt mede, dat een gebied op de Noord zee, in het Skagerrak en het Katte gat, gevaarlijk is door mijnen. Dit gebied raakt de Noorsche, Deen- sche en Duitsche kusten en loopt langs de Zweedsche en Nederland- sche territoriale wateren. Er zullen geen mijnen worden gelegd in een vaargeul, die zich zal uitstrekken over een breedte van 10 mijl ter weerszijde van zekere punten. Noorsclie en Duitsche troepen bij Eidsvold gereed voor den strijd. Van den specialen correspondent van Reuter omtrent de ontwikkeling van de gebeurtenissen in Noorwegen kan gezegd worden, dat deze op het oogenblik hoofd zakelijk gekenmerkt wordt door Duitsche luchtaanvallen op groote schaal. Verschei dene steden nabij de Zweedsche grens zijn gebombardeerd en tal van gebouwen zijn in vlammen opgegaan en verwoest. Uit Stockholm 'en Ostersund wordt gemeld, dat voor Drontheim een groote zeeslag woedt. Beide partijen worden door vliegtuigen gesteund. Kilometers ver landin waarts hoort men kanongebulder. Oslo en het gebied tot Moss in het zuiden zijn in Duitsche handen. Tweeduizend Noorsche nazi's hebben zich bij de Duitschers ge voegd. Te Eidsvold, ongeveer 50 km. en N.O. van Oslo, staan sterke Noorsche en Duitsche troepen te genover elkaar, gereed voor een beslissenden slag. 3000 Duitschers verdronken. Gisterochtend zijn te Oslo vijf door tor pedojagers geëscorteerde Duitsche trans portschepen voor anker gegaan, die 10.000 man troepen aan land hebben gezet. Ook wordt gemeld, dat een Noorsche kustpa- trouille 3000 lijken van Duitschers uit het water heeft opgepikt. Al het nieuws uit Oslo staat onder strenge censuur, doch wel weet men, dat de bevol king alle voorzorgsmaatregelen tegen lucht aanvallen neemt. Volgens den correspondent van Social- demokraten aan de Zweedsch-Noorsche grens, was de bezeting der Noorsche kust steden door de Duitschers alleen mogelijk door de medewerking van de Noorsche na zi's en de voorbereidingen, die zij voor een inval hadden getroffen. Dr. Lund, een der leden van de marionetten-regeering van Quisling, is gisteren, toen hij op weg was naar de Zweedsche grens, door Noorsche vrijwilligers gevangen genomen. Er vond een kort vuurgevecht plaats. Lund wordt beschouwd als een der leiders van de Noor sche nazi's en als de rechterhand van Quisling. Een Noorsche mededeeling. Volgens inlichtingen uit gezag hebbende Noorsche bron zouden de Britsche troepen aan land gegaan zijn op een punt aan de kust ge legen op korten afstand van Narvik. in de Oslo-fjord tot zinken is gebracht. Het is niet twijfelachtig, dat een groote Duitsche oorlogsbodem in de Oslo-fjord tot zinken is gebracht en honderden menschen moeten hiervan getuige zijn geweest vandaar dat het verlies door de Duitschers wordt toege geven. De Noorsche kustartillerie, die Oslo beschermt, omvat twee 11 duims-kanonnen. Een slechts licht gepantserde kruiser met 8 duims-kanonnen schijnt nauwelijks in aanmerking te komen om met zulk een fort den strijd aan te binden. Een verstandige commandant zou ongetwijfeld een linieschip gebruiken. Dit wettigt de veronderstelling, dat het in de Oslo-fjord gezonken schip in werkelijkheid de „Gneisenau" is geweest, waarvan het silhouet veel lijkt op dat van de „Blücher". De „Scharnhorst", Duitsch- land's eenige andere linieschip, was op dat tijdstip in een gevecht gewikkeld met de „Renown". Zie verder Buitenland pag. 3e blad. Een duidelijke, overzichtelijke kaart, waarop men de Scandinavische landen met de omringende gebieden overziet. De voornaamste plaatsen zijn in Noorwegen aange geven alsmede de plaatsen Hamar, Elverum, Eidsvoll en. Nybergsand, in welke plaats momenteel de Noorsche regeering vertoeft. Daar waar een kruisje is aangegeven, vond een zeeslag plaats. Ter oriënteering van eenige afstanden is van uit de Britsche vlootbasis „Scapa Flow" een actiestraal getrokken van 700 km.; dit is ook het geval van uit de Duitsche vlootbasis Helgoland. Van veel belang is het ingeteekende spoorwegnet in Zweden en Noorwegen. Noorwegen aan de zijde der geallieerden. Wij leven nog altijd in den tijd van on controleerbare berichten en geruchten. Voor zoover Duitsche berichten door Noorsche zenders worden uitgezonden, zijn zij niet absoluut betrouwbaar te achten en de En gelsche oorlogsvaartuigen in de Noorsche wateren kunnen, om redenen van militairen aard, de wereld niet voortdurend van den stand van zaken op de hoogte houden. Wie als iets vanzelfsprekends verwacht hebben, dat de Britten weinig moeite zou den hebben den toevoer van manschappen, munitie en voedingsmiddelen voor de aan de Noorsche kust verblijfhouder schepen af te snijden, zal wel tot de con. s komen, dat dit blijkbaar veel lastiger is <uan de neu trale toeschouwer het zich gedacht heeft. En eveneens is dat het geval met de ver overing van de door de Duitschers bezette steunpunten. Hier en daar slaagt men er blijkbaar in Duitsche groepen te isoleeren en hun stellingen door vliegtuigen te bom bardeeren, maar betrouwbare berichten, dat de geallieerden ze uit hun steunpunten verdreven hebben, zijn, terwijl wij dit schrijven, niet ontvangen. s Het ziet er op het oogenblik naar uit, dat de Duitschers, die zich aan de fjordkust ge nesteld hebben én meer in het binnenland enkele belangrijke plaatsen bezetten, de meeste moeilijkheden van de Noren zelf ondervinden. Na den eersten panischen schrik dien het verrassend snel optreden der Duitschers veroorzaakte, hebben de Noren zich hersteld en aanstonds besloten hun vaderland zoo krachtig mogelijk te verdedigen. Het door de Duitschers gevormde kabinet, dat over een lijdzaam toekijkend volk zou moeten regeeren, is onmiddellijk ter zijde geschoven. Het oude kabinet, de volksver tegenwoordiging en de koning, zij hebben allen vastberaden besloten zich tegen den indringer te verzetten. Er is een opperbe velhebber. benoemd en van alle zijden ko men de verschrikte Noren uit de bergen en tal van andere vrijwilligers toesnellen om zoo krachtig mogelijke legermachten te vormen, die, naar het Finsche voorbeeld, hun leven duur zullen verkoopen. Bij Elverum, het plaatsje waar nog enkele dagen geleden de Noorsche regeering ver blijf hield, stroomen talrijke vrijwilligers samen. Een groot aantal huizen zouden hier reeds door de bombardementen der Duit schers vernield zijn en ook bij de plaatsen Koningsvinger en Eidsvold schijnt men in hevige gevechten gewikkeld. De Duitschers aan de kust bevinden zich in een moeilijke positie, daar zij van twee kanten bedreigd worden. Bij Bergen en Narvik zouden de geal lieerden en de Noren reeds in nauw con tact zijn en er is dan ook een volledige samenwerking tusschen de geallieerden en Noorwegen, dat zich voortaan als Dritte im Bunde kan beschouwen. Op zee wordt blijkbaar heftig gevochten. Uit de groote rede van Churchill blijkt welke enorme verliezen reeds van beide kanten zijn geleden en men bedenke daar bij, dat de Britsche marine veel omvang rijker is dan de Duitsche en dat de laatster, door het verlies van kostbare oorlogsbo dems dus het zwaarste wordt getroffen. Toch is de rede van Churchill blijkbaar voor vele Britsche parlementsleden een teleurstelling geweest. Men had en niet alleen in Engeland verwacht dat de Brit ten in een minimum van tijd Noorwegen van deze Duitsche wespennesten gezuiverd zouden hebben en kreeg daarentegen te hooren, dat er wel hevig gevochten is, dat er wederzijds ook aan Britsche zijde zware offers gebracht zijn, maar dat men er blijkbaar nog niet in geslaagd is voldoende troepen te doen landen om den nieuwen bondgenoot van zijn belagers te bevrijden. Het blijft intusschen de groote vraag of, met de onmiskenbare Britsche suprematie ter zee, het Duitsche avontuur, waarbij het direct trefbare Duitsche front aan de Noor sche kust met duizenden kilometers ver groot is, niet een zeer riskante onderneming is geweest, maar dat zal in den eerstkomen- den tijd dan wel blijken. Nog even zouden wij de aandacht willen vestigen op de woorden welke Churchill aan de neutralen heeft gewijd. In zooverre hij, met het oog op Denemarken, consta teerde, dat zelfs de meest strikte neutrali teit geen enkelen waarborg biedt, dat men vandaag of morgen niet „verslonden" zal worden, als dat door een der oorlogvoeren de staten ter verbetering van zijn positie wenschelijk geacht wordt, zal men het alge meen wel met hem eens zijn. De voorbeelden daarvan zijn te duidelijk om niet de rechteloosheid van dezen tijd te moeten erkennen. Waar hij daarbij evenwel den wenk gaf, dat de neutralen het gevaar niet móeten-af wachten zonder zich nu reeds zoo spoedig mogelijk van de z.i. toch onmisbare hulp der geallieerden te verzekeren, blijkt men zoowel in België als in Nederland het tot dusver ingenomen standpunt niet te willen verlaten. Het blijkt niet alleen uit de gis teravond gegeven regeeringsverklaring, maar ook uit de voortdurende waakzaam heid van onze militairen, dat wij paraat zijn om ons land tegen elke aantasting van ons gebied zoo krachtig mogelijk te verdedigen, Het moet helaas geconstateerd worden, dat vertoon van kracht en vastbeslotenheid de eenige factoren zijn waarmede in dezen tijd nog rekening wordt gehouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1