LAATSTE RUS OteuiMetm Misdrijven tegen den de veiligheid van Staat. Voorstel tot verhooging van de maximumstraf van 6 tot 15 jaar. Goedkoope dagretours. Uitbreiding van de lage spoorwegtarieven. Eind Maart 192.005 werkloozen. Werkloosheidspercentage verzekerden 17.9. Hooge Raad van Arbeid stelt adviezen vast. Ontwerpen-van den Tempel vinden instemming bij den Raad. De narcissen bloeien. De bollenvelden in de komende week. Vulkaan Merapi dreigt Gevaar voor afvloeiïng van lava. DE a CECIL FREEMAN CREGG. Wordt vervolgd. TWEEDE BLAD. 2 De minister va» justitie heeft bij de Tweede Kamer een wetsont werp ingediend of vattende nadere voorzieningen tegen het bekend worden van staatsgeheimen verhoo ging van de maximum-straf op een aantal misdrijven tegen de veilig heid van den staat. Aan de memorie van toelichting tot dit wetsontwerp is het volgende ontleend: De spionnagezaken van de laatste maan den hebben aangetoond, dat onder bepaalde omstandigheden de maximum-straf, in Art. 98 van het Wetboek van Strafrecht gesteld op openbaarmaking of aan buitenlandsche mogendheden bekendmaken van zaken, waarvan de geheimhouding door het belang van den staat wordt geboden, te laag is te achten. In overeenstemming met een voor nemen, kenbaar gemaakt ter gelegenheid van de behandeling van Hoofdstuk IV van de rijksbegrooting voor het dienstjaar 1940 in de Eerste Kamer der Staten-Generaal is de minister te rade gegaan in hoeverre ver hooging binnen het kader van de maxima van den eersten titel van het tweede boek van het wetboek van strafrecht aanvaard baar zou zijn. Hij is tot de conclusie gekomen, dat een verhooging tot vijftien jaar, gezien de andere artikelen van dien titel, in het bijzonder de artikelen met hooge straf-maxima verdedigbaar is, mits gelijktijdig de andere lagere straf-maxima in dezen titel worden verhoogd. Deze verhoogingen zijn trouwens ook op zich zelf, gezien het karakter der hier in aanmerking komende feiten, wenschelijk. Het ontwerp stelt dienvolgens voor om het maximum van Art. 98 te brengen op vijf tien jaar, dat van de Artikelen 95,' tweede lid, 96, 97, 100, 103 en 104 te verdubbelen. Aldus blijft de onderlinge verhouding tus- schen de misdrijven van dezen titel zooveel mogelijk bewaard. Bestrijding van spionnage. Gelijktijdig worden andere wijzigingen en aanvullingen voorgesteld, van belang voor een doeltreffende bestrijding van spion nage. In de eerste plaats brengt Art. 1 eenige redactiewijzigingen aan in het thans be staande eenig lid van Art. 98, welke wijzi gingen onder omstandigheden het bewijs van het misdrijf zullen kunnen vergemak kelijken. Men zie met name de invoeging: „of redelijkerwijs moet vermoeden", welke zich bij bestaande artikelen van het wet boek aansluit, en de redactie: „of aan zoo danige personen, dat gevaar ontstaat dat de inhoud aan een buitenlandsche mogendheid bekend wordt". Daarnaast wordt toevoeging van een tweede lid voorgesteld, hetwelk voorberei dingshandelingen zelfstandig strafbaar stelt met een maximum-straf, overeenko mend met het nieuwe maximum, voorge steld voor de misdrijven van de Artikelen 96, 97a en 103. Ten slotte bevat het ontwerp een een voudige aanvulling van Artikel 4 van het wetboek, welke zal bewerken, dat de mis drijven van Artikel 98 ook onder de wer king van onze strafwet zullen vallen, in dien zij ten nadeele van ons land in het bui tenland worden gepleegd. Art. 98 zal nu als volgt worden gelezen: Hij die opzettelijk bescheiden, berichten of inlichtingen omtrent eenige zaak waar van hij weet of redelijkerwijs moet vermoe den dat de geheimhouding door het belang van den Staat wordt geboden, hetzij open baar maakt, hetzij verschaft aan eene bui tenlandsche mogendheid of aan zoodanige personen, dat gevaar ontstaat dat de inhoud aan een buitenlandsche mogendheid bekend wordt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren. Handelingen gepleegd ter voorbereiding van een misdrijf als omschreven in het voorgaande lid, worden gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste tien jaren. In de artikelen 96, 97a en 103 wordt, in plaats van: „vijf jaren", gelezen ,,tien ja'- ren". Zij betreffen achtereenvolgens: sa menspanning tot misdrijven tegen den Staat; voorbereiding tot deze misdrijven en samenspanning tot hulpverleening aan den vijand. In de artikelen 95, tweede lid, 100 en 104, in plaats van: „zes jaren": „twaalf ja ren". Zij betreffen resp. het verhinderen van een lid van den regeeringsraad de ver gadering bij te wonen en daarna zijn plicht te vervullen; het in gevaar brengen van de onzijdigheid en in oorlogstijd het overtreden van maatregelen in het belang van de veiligheid van den staat; het onder dak verleenen aan spionnen en bevordering van desertie. Naar wij vernemen zal met ingang van de nieuwe dienstregeling bij de Nederland- sche spoorwegen wederom een belangrijke tariefswijziging worden ingevoerd, Het ligt n.l. in het voornemen van de directie om verdere uitbreiding te geven aan de speciale goedkoope retours op bepaalde trajecten. Tot dusver kon het reizend pu bliek, dat zich des avonds naar een bepaalde plaats begaf, op verschil lende trajecten gebruik maken van speciale goedkoope avondretours- Met ingang van de nieuwe dienst regeling zullen voor tal van tra jecten in den lande ook overdag goedkoope retours verkrijgbaar worden gesteld, waarvan de tarie ven overeenkomen met die van de avondretours. Een en ander zal worden aangegeven in den nieuwen gids, welke bij de zomer dienstregeling zal worden uitgegeven. THANS OOK PASSAGIERS PER K. L. M. NAAR LISSABON. De K. L. M. heeft op haar Lissabon-lijn thans reeds voldoende ervaring opgedaan om incidenteel met dezen dienst die eigenlijk voor post- en vrachtvoer bestemd is passagiers te vervoeren. Wanneer de hoeveelheid post en vracht dit toestaat, zul len dus passagiers een plaats in de vliegtui gen kunen vinden. Met het toestel, dat he denmorgen van Schiphol is vertrokken werden voor het eerst vier passagiers mede vervoerd naar Lissabon. CRITIEK OP HET ONTWERP WIJZIGING DER BEGRAFENISWET. De arbeiders-vereeniging voor lijkver branding heeft in haar buitengewone alge- meene vergadering op Zondag 14 April j.l. in het Concertgebouw te Amterdam een motie aangenomen, waarin wordt geconsta teerd, dat het cntwerp tot wijziging van de begrafeniswet ten aanzien van de lijkver branding bepalingen bevat, die voor de ethische en moreele doelstellingen van het crematie-principe niet alleen onaanvaard baar, maar tevens grievend zijn. In de motie wordt 't hoofdbestuur van de vereeniging opgedragen er met alle moge lijke wettige middelen voor te ijveren, dat in dit ontwerp zoodanige wijzigingen worden aangebracht, dat in de tot stand te brengen wet de voorstanders van crematie als gelijk berechtigde Nederlanders zullen worden er kend. ONZE POSTVLUCHTEN. De „Pelikaan", gezagvoerder Kooper, landde gisteren te Rangoon, dit vliegtuig wordt 17 April te Batavia verwacht. Op de thuisreis landden de „Nandoe", ge zagvoerder Smirnoff te Medan en de „Oehoe", gezagvoerder Hondong, te Alex andria deze vliegtuigen worden ondersehei- delijk op 20- en 16 April te Napels ver wacht. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling deelt de volgende resultaten mede van de verzameling door het centraal bureau voor de statistiek van de voorloo- pige gegevens over de week van 25 tot en met 30 Maart 1940 gepubliceerd. Arbeidsbemiddeling. Op 30 Maart 19*0 waren bij de organen der openbare arbeidsbe middeling ingeschreven 264.422 werkzoekenden (250.938 manner en 13,484 vrouwen). Hiervan waren 192,005 (183.211 mannen en 8/94 vrouwen) werk loos en waren 57.058 personen geplaatst bij werkverruimingen. Blijkbaar waren er dus 15 359 personen als werkzoekend ingeschreven, die in het vrije bedrijf werkten doch ander werk zochten. Werkloosheidsverzekering In de week van 25 tot en met 30 Maart 1940 waren bij gesubsidieerde vereenigin- gen met werkloozenkas aangesloten 597.720 personen, waaronder 75,165 land arbeiders. Van de 522.555 verzekerden, buiten de landarbeiders, was het werkloosheidsper centage 18.0 (in de vorige verslag week van 4 t/m. 9 Maart 1940 was dit percen tage 22.0). e Voor de 597.720 verzekerden,met in begrip van de landarbeiders, was het werkloosheidspercentage 17.9 (vorige ver- slagweek 22.0). In de overeenkomstige verslagweek van Maart was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 24.0 (24.7) 1933 29.4 (29.8) 1934 24.8 (26.4) 1935 28.4 (31.0) 1936 30.8 (33.4) 1937 26.8 (28.7) 1938 24.4 (25.9) 1939 21.1 (21.9) 1940 17.9 (18.0) AANVRAGEN OM KOSTWINNERS VERGOEDING. Minister Dijxhoorn beantwoordt vragen. Op vragen van den heer Posthuma (c.d.u.) betreffende het beantwoorden van brieven inzake verlof, kostwinnersvergoeding en dergelijke, aan het departement van defen sie gericht, heeft de minister van defensie als volgt geantwoord: 1. Als algemeene regel geldt, dat brie ven in zake verlof, kostwinnersvergoeding en dergelijke, die het ministerie van defen sie bereiken, worden beantwoord. Het komt echter voor, dat wanneer omtrent een bepaalde aangelegenheid een nieuwe regeling wordt ingevoerd ver zoekschriften, ingediend vóór den datum van invoering van een dergelijke nieuwe regeling, buiten behandeling worden gela ten. Hiervan wordt echter steeds mededee- ling gedaan in de legerorders. Ook komt het voor, dat een verzoek on beantwoord blijft, omdat een volgend ver zoek van gelijke strekking wordt ontvan gen en hetzij op het eerste dan wel op een volgend een beslissing is genomen. Overigens worden geen brieven, welke beantwoording vereischen, met voordracht onbeantwoord gelaten. 2. Het zou geenszins overeenkomstig de bedoeling van den minister zijn, indien behoudens de in antwoord op vraag 1 ver melde uitzonderingen brieven in zake verlof, kostwinnersvergoeding en dergelijke niet zouden worden beantwoord. 8. De bedoeling van den minister is ten departemente algemeen bekend, zoodat voor het nemen van eenigerlei maatregel geen aanleiding bestaat. De Hooge Raad van Arbeid heeft dezer dagen zijn 52e vergadering gehouden on der leiding van zijn voorzitter prof. mr. P. J. M. Aalberse. De Raad heeft allereerst zijn advies vastgesteld met betrekking tot een voorontwerp-rusttijdenbe- sluit voor handelsreizigers (al gemeene maatregel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 8 der Arbeidswet 1919). De Raad heeft zich eenstemmig met een maatregel, als in het vooront werp voorgesteld, vereenigd. Tevens was hij van oordeel, dat samen werking tusschen werkgevers en werkne mers, teneinde de contróle op de naleving van de voorgestelde regeling door de ar beidsinspectie te vergemakkelijken, wen schelijk is. Ook met het verbod van arbeid op Zondag en Zaterdagmiddag heeft de Raad zich kunnen vereenigen, zij het dat hij t. a. v. laatstgenoemde bepaling een aantal uitzonderingen heeft voorgesteld. De Raad was van oordeel, dat met hand having van het minimum van 9 uren, de uren binnen welke de rusttijd in elk ge val moet worden genoten, dienen te zijn 10 uur n.m. en 6 uur vm. Vervolgens heeft de Raad zijn advies vastgesteld met betrekking tot een voor ontwerp van wet vacantie met behoud van loon. Allereerst heeft hij zich in bevesti genden zin uitgesproken t, a. v. de wen- schelijkheid, dat de wetgever zich met het vacantievraagstuk zal gaan bezig houden. Verder heeft de Raad zijn aandacht gewijd aan het steLel van het voorontwerp, t.w. een algemeene regeling,' waarvan o.m. slechts dispensatie kan worden verleend, indien krachtens een C.A.O. een niet on gunstiger vacantieregeling is to1 stand ge komen. In den Raad waren amendementen ingediend, waardoor de mogelijkheid zou worden geopend voor bedrijfsgewijze re gelingen op grond van het initiatief van den bedrijfsraad resp. de wederzijdsehe organisaties, terwijl dan de overheidsrege ling slechts daar zou werken, waar het bedrijfsleven t. a. v. een vacantieregeling in gebreke is gebleven. Met 21 tegen 11 stemmen heeft de Raad zich met het stelsel van het voorontwerp vereenigd. Van de 11 voorstanders der amende menten hebben 7 het voorbehoud gemaakt, dat in ieder geval het wettelijk minimum van 6 dagen vacantie diende te worden gehandhaafd. De meerderheid van den Raad sprak zich t. a. v. de dispensaties uit voor een regeling in den geest van artikel 28, 7e en 8e lid arbeidswet. Hierdoor zou dus de minister de bevoegdheid verkrijgen, om op verzoek van den bedrijfsraad resp. de wederzijdsehe vakorganisaties, een af wijkende regeling toe te staan, indien deze als geheel genomen niet ongunstiger is dan de wettelijke. De Raad heeft zich voorts zon der voorbehoud vereenigd met een norm van een week vacantie, zij het dat hij de mogelijkheid zou wenschen te zien geopend, dat voor bepaalde groepen van jeug digen resp. van hoofdarbeiders een langere vacantie zou kranen worden voorgeschreven. De Raad sprak verder als zijn oordeel uit, dat naast de arbeiders in fabrieken of werkplaatsen, winkels en kantoren, ook de chauffeurs onmiddellijk onder de wet telijke vacantie zouden dienen ten vallen. T. a. v. de thuiswerkers wenschte hij de wettelijke vacantie slechts te zien inge voerd voor een aantal nader aan te wijzen bedrijven, waarin de huisarbeid onder normale omstandigheden wordt verricht. Tenslotte kon de groote meerderheid zich vereenigen met de in het voorontwerp op genomen strafsanctie. De vergadering werd bijgewoond) door den minister van sociale zaken. De A. N. W. B. schrijft ons: De heldere zon van Zondag j.l. en de daarop gevolgde regen zijn van zeer gunsti- gen invloed geweest op de ontwikkeling van de narcissen-bloemen. Hare goudgele eerstelingen kan men thans alom en op meerdere plaatsen zelfs bij groote hoeveelheden. Ook de hyacinthen komen meer en meer voor den dag. Lang de binnen- en achterwegen, die meerendeels voor allerlei voertuigen te be rijden zijn, kan men ze rustig van nabij be kijken, Om deze wegen te vinden verwij zen wij naar de bekende A. N. W. B.-gid- sen en kaarten. LUCHTVERBINDING AMSTERDAM- BRUSSEL TIJDELIJK GESTAAKT. Reeds onmiddellijk nadat de K. L. M. zich als gevolg van de ontwikkeling van de oor logsgebeurtenissen in Scandinavië genood zaakt had gezien, de Echtverbindingen tus schen Nederland en de Scandinavische lan den stil te leggen, zijn onderhandelingen geopend met de daarvoor in aanmerking komende autoriteiten over de voorwaarden, waarop een heropening dezer luchtdiens- ten zou kunnen plaats vinden. Alhoewel uit den aard der zaak een be slissing nog niet kon worden verkregen, hebben deze onderhandelingen geregeld voortgang. Hangende het resultaat der besprekingen heeft de directie der K. L. M. besloten, de Echtverbinding tusschen Amsterdam en Brussel met ingang van 18 April a.s. tijde lijk te staken. Met dezen dienst werden hoofdzakelijk uit Scandinavië komende transito-passagiers vervoerd, een vervoer dat nu ontbreekt. De heropening van deze verbinding zal plaats vinden tegelijkertijd met de herope nmg van de luchtdiensten op Scandinavië. THEE DOETJE GOED! De vulcanologische dienst zoowel als het binnenlandsch bestuur te Djokjakarta (Java) zijn op het ergste voorbereid, m verband met de laatste waarnemingen om trent de ontwikkeling van de Merapi, welke werden verricht door dr. Stehn, hoofd van den vulcanologischen dienst. Blijkens deze waarnemingen heeft zich een nieuw groot lava-veld gevormd van 225 bij 175 meter oppervlakte, dat, blijkens de waarnemingen van dr. Stehn, langs den rand van den krater nog dertig meter van den rand is verwijderd. Het veld staat onder hoogen druk, zoodat het in de week van 5 tot 11 April vijf meter per dag is gestegen, tegen in de voorgaande 14 dagen in totaal twee meter. Sedert 10 April hadden reeds regelmatig kleine af stortingen in den krater plaats. Verwacht wordt, dat de lava-prop spoedig den krater rand zal bereiken, zoodat dan de groote af stortingen zullen beginnen. De bevolking is reeds geruimen tijd ge waarschuwd. Een belangrijk gebied is ont ruimd, terwijl ook andere maatregelen wer den getroffen. Verwacht wordt dat de afvloeiing van de lava zal geschieden langs de Kali Senowo en de Kali Sat. DR. COLIJN VOERT BESPREKINGEN IN HET BUITENLAND. Naar wij vernemen is dr. H. Colijn gister avond E zijn hoedanigheid van president van het Centraal Economisch Volkenbonds comité voor eenige dagen naar het buiten land vertrokken tot het voeren van enkele besprekingen Hij is gisteren te Brussel aan gekomen. Nog een granaat te Zandvoort gevon den. - Uit een ingesteld onderzoek is ge bleken, dat te Zandvoort Zondagmorgen nog een granaat tot ontploffing is gekomen en wel op het terrein van de Kennemer golf- en country club. Het projectiel richtte echter geen schade aan. De politie heeft de scherven en een dop gisteren in beslag ge nomen. De oorsprong van de granaat is nog niet bekend. 5=55 Door 8) Higgins bekeek het aangeduide voertuig aandachtig, Het was een ouderwetsche dubbeldekker, en in tegenstelling met de meeste bussen van de maatschappij van boven open. Het nieuwe type was overdekt en had zes wielen met ballonbanden. Deze had vier wielen met massieve banden. „Kom mee, agent, ik wil eerst de bus van boven eens zien, Wijs mij waar hij lag!" Deze laatste opmerking was echter vol komen overbodig, want er behoefde niet aan getwijfeld te worden, waar de onge lukkige eenmaal boven op de bus gezeten had, immers een van de zitplaatsen was geheel bedekt met bloed. Het was de achterste zitplaats aan den linkerkant. Met een diepzinnigen frons op zijn gelaat stond Higgins de situatie op te nemen, waarna hij zich tot den agent wendde: „Zat hij heelemaal achteraan, agent?" Deze knikte bevestigend, „En hij werd van achteren geraaakt in zijn nek", merkte Higgins veelbeteekenend op. De beteekenis van deze opmerking begon tot het langzamer werkend brein van den 'agent door te dringen, „Hemel, inspecteur, daar had ik heele maal niet aan gedachtl" Inspecteur Higgins gaf geen antwoord en na eenigen tijd uitte de agent een ver onderstelling: „Misschien draaide hij zich net om toen hij geschoten werd, mijnheer, of zoo iets", eindigde hij vaag. De inspecteur knikte verstrooid, nog steeds op de bebloede bank starend. In de garage beneden klonken stommen, „Nou dan, jongens, hebben jullie geen huis meer?" Higgins keek naar beneden en zag hoe de portier of nachtwaker probeer de het nieuwsgierige personeel uit de gara ge weg te krijgen. Hij leunde over de leu ning en riep naar omlaag: „Ik zou graag zien, dat de chauffeur en de conducteur van deze bus even bleven wachten. Ik zal ze waarschijnlijk nog wel even willen spreken". „Dat is in orde, mijnheer. Wij waren heelemaal niet van plan weg te gaan", riep een opgewekte stem. „Dank je". Opnieuw hervatte inspecteur Higgins zijn studie van de zitbank. Hii leunde zelfs over de bus heen naar buiten en bestudeerde het bord, waarop de be stemming stond vermeld. Het was ver weerd genoeg, maar sporen van een kogel waren er niet, in te vinden. Daarna vestig de hij zijn aandacht op het bankje ervoor. Geen spoor. Vervolgens onderzocht hij met de grootste nauwkeurigheid het dak van de bus. Weer geen spoor van een kogel! Dat ging zijn begrip te boven. Was de man al geraakt vóór hij op de bus kwam? Dat leek de eenige oplossing. Tenzij de kogel na tuurlijk, na aan den voorkant weer uit den hals van den man te voorschijn gekomen te zijn, geen enkel onderdeel van de bus ge raakt zou hebben. Dat was bijna niet mo gelijk, want de man werd op het achterste bankje gevonden, van achteren beschoten. Het schot moest daarom afgevuurd zijn van een punt, hooger dan het route-bord, en dus moest de kogel zich in het bankje ervoor of op den vloer bevinden. Toch was dit niet zool „Wie is het slachtoffer?" vroeg hij den agent. „Weet ik niet, inspecteur. Niets in zijn zakken om hem te identifieeeren. Geld ge noeg, maar verder niets", „H'm laat me hem eens goed bekijken", Zij daalden het ijzeren trapje af en bega ven zich naar het lichaam van den doode. De waker scheen met zijn pogingen, om 't overtollige personeel te loozen, succes ge had te hebben, want op twee na waren al len verdwenen. De doode was een gespierde, flink ge bouwde man geweest en volgens Higgins' schatting een jaar of veertig oud. Gladge schoren en met grijzend haar, was er niets opmerkelijks aan hem te zien, dan zijn af metingen. Higgins voelde in den binnenzak van den man naar een etiketje van een kleertna- ker, maar dat was 'er uit verwijderd. De broekknoopen vermeldden in het geheel geen naam, zooals men van het model en de stof van het eostuum had mogen ver wachten. Uit zijn voorloopig onderzoek maakte inspecteur Higgins op, dat de iden titeit van den man moedwillig verborgen was, Hij keerde zicfi vervolgens tot de bei de busmenschen, die vol belangstelling hadden staih toekijken en ondervroeg al lereerst den conducteur. „U vond hem zeker?" „Juist, mijnheer". Inspecteur Higgins haalde een groot blank ijzeren instrument te voorschijn, dat moest dienen om hem op de hoogte te hou den van het verstrijken van den tijd, en raadpleegde de wijzerplaat, „Waar was de bus vanavond tusschen eh tien vijf en veertig en elf vijf tien?" De conducteur raadpleegde zijn dienst rooster en controle-staat, dat geheimzin nig papier, waarop conducteur zoo nu en dan allerlei cijfers en nummers van kaartjes krabbelen en antwoordde toen: „Ik was aan de controle-klok bij halte nummer veertien. Glasswellstreet in Horton - om tien-veertig, zoodat ik om vijf en veertig geweest zal zijn bij „Dat komt er niet op aan", viel Higgins hem in de rede. „Tien-veertig is goed ge noeg. En om elf-vijftien?" „Zoowat hier, mijnheer. Dit is de laatste bus van deze route en wij moeten Eer om twintig voor twaalf terug zijn; ik moet dus zoowat bij Shoreditch zijn geweest". Higgins staarde in gedachten naar den vloer van de garage, Deze zaak was eenig in zijn ervaring. In den regel vormde de plek, waar een licbaaam gevonden werd, 'n vage aanduiding waar de misdadiger op 't tijdstip van de misdaad geweest was, daar niets moeilijker met sucoes en zonder aan dacht te trekken te verplaatsen valt dan 'n lijk. En toch was het mogelijk, dat deze man tusschen Glasswellstreet, Horton en Shoreditch neergeschoten was, een afstand van vier mijlen steenen en kalk, welke mo gelijk wel zestigduizend zielen bevatte, Hij wendde zich kort tot den agent. „Bel Primrose 44523 op en vraag dr. Pape of hij direct hier wil komen. Noem mijn naam en zeg hem, dat de andere dok ter op het oogenblik niet beschikbaar is en dat ik gaarne een officieel rapport zal heb ben". „In orde, inspecteur". D<e agent ging naar het toestel, dat aan den garagemuur hing en inspecteur Higgins hervatte zijn gesprek met den conducteur. „Herinner je je nog, dat hij op de bus is gekomen?" „Zeker, meneer, dat doe ik zeker". Ha, dat klonk beter. „En?" „Het was in Glasswellstreet, terwijl ik d controle-klok aantikte. Het verbaasd mi" dat hij bovenop ging zitten, terwijl er bin nen toch plaats te over was". „Aha. En waar ging hij heen?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6