De strijd in Noorwegen 1 VI De DuUschers zouden Storen en Dombaas hebben genomen en daardoor den spoorweg van Oslo naar Drontheim in handen hebben. Volgens het Britsche ministerie van oorlog zijn de Duitsche aanvallen in het Dombaas-district afgeslagen. 1 n ZWEDEN _7 *w_ Een dagorder van hitier. Nieuws in 't kort. DERDE BLAD. De strijd bij Narvik. Het D. N. B. meldt: Iedere poging van de ngelschen zich in de omgeving van Narvik te nestelen, stuit op sterken Duitschen tegenstand. Door het optreden van de luchtmacht werd een vijandelijke batterij bij Narvik door een aantal bommen tot zwijgen ge bracht. De wekelijksche opgave van de verliezen en successen. De wekelijksche opgave van successen en verliezen ter zee zal voortaan, naar in gezaghebbende bron wordt vernomen, met een week achterstand worden opgegeven. De ondervinding heeft uitgewezen, dat de publicatie na zulk een kort beloop van tijd den vijand mogelijk heeft gemaakt op tactisch en strategisch terrein nuttige ge volgtrekkingen te maken. Dombaas in Duitsche handen. Het opperbevel van de Duitsche weermacht deelt mede: Gistermiddag hebben de Duitsche troepen, welke den terugtrekkenden vijand krachtig achtervolgden, in het Gudbrandsdal het belangrijke knoop punt van spoor- en straatwegen Dom baas, bezet. Bij het oprukken langs de zijlijn DrontheimDombaas werd Opdal inge nomen, zoodat thans ook de spoorlijn OsloDrontheim in Duitsche handen is. De moeilijkheden der geallieerden in Noorwegen. In den loop der laatste drie dagen is de toestand in midden-Noorwegen met de grootste snelheid tot ontwikkeling gekomen, zoo wordt uit Parijs gemeld. Terwijl in het begin van de vorige week de Duitsche transporten practisch opgehouden hadden het Skagerrak over te steken, tengevolge van de door de Britsche vloot gelegde mij nenvelden, kregen de Duitsche troepen slechts druppelsgewijze versterkingen door de lucht. De Duitsche troepen in het gebied van Oslo werden in de streek ten N. van de hoofdstad, tusschen Hamar en Elverum, tegengehouden door Noorsche detachemen ten, die versterkt waren door eenige Brit sche detachementen, welke inderhaast van het meest nabije ontsehepingspunt Andals- nes aan het uiteinde van de Romsdalfjord, naar het Z. waren gestuurd. In den loop van het weekend bleek de toestand zeer gewijzigd door een plotselinge toestrooming van Duitsche versterkingen, die in de havens aan de Zuidkust en met" name in Oslo, aan land werden gebracht. De geallieerde troepen, die ontscheept wer den in tweederangs havens, beschikten slechts over houten kaden, zonder voldoen de hefmateriaal. Zij konden slechts zoo snel mogelijk oprukken met lichte eenheden over moeilijk terrein. Daarbij kwam, dat de dooi in de kust streek eerder begint dan verder in het land, zoodat de toestand der wegen voor de geallieerden ook moeilijker was. Onder die omstandigheden konden geallieerde lichte voorhoede eenheden er slechts teza men met de Noorsche soldaten aan denken, zooveel mogelijk de z.g. verplichte passages over rivieren, bergpassen e.d. te verdedi gen tegen de herhaalde aanvallen der Duit sche, gepantserde colonnes die oprukten in de richting van Dombaas, Storen, Dront heim. Wanneer een van deze grendels ge sloopt werd, viel den Duitschers een lang stuk dal in handen. Zoo zijn zij sprongsge wijs opgerukt van Hamar naar Lilleham- mer, van Lillehammer naar Kvam, van Kvam naar Otta en van Otta naar Bren- nhau, op 20 km. ten Z. van Dombaas, waar volgens het Britsche communiqué de En- gelschen een nieuwe stelling hebben inge richt. In het Osterdal was de Duitsche op- marsch nog sneller tot Röros. Vandaar trok ken de Duitschers, die tegengehouden wer den, doordat een groote brug was opgebla zen, over bergwegen in de richting van Ulsberg en Storen en in de richting van Hjerkinn en Dombaas. Deze resultaten kon den slechts worden verkregen door een massaal gebruik der luchtmacht, waarbij profijt kon worden getrokken uit den geo- graphischen toestand, waardoor de geal lieerden geen terreinen vonden voor het in richten van vliegvelden. De Engelsche bladen over den toestand. De meeste Engelsche bladen verklaren met nadruk, dat in den veldtocht in Noor wegen een critiek stadium is bereikt. De „Times" schrijft boven zijn hoofdartikel: „Tegenslag bij Drontheim" en de Daily Te legraph zegt, dat het voor allen, die de be richten over den Noorschen veldtocht lezen duidelijk is, dat niet alles op dit gebied der operaties voor de geallieerden goed gaat. De „Daily Herald" wenscht meersoffi- cieele berichten en de „News Chronicle" acht een krachtige en vereenigde leiding voor de drie Britsche oorlogsdiensten noo- dig. De „Times" schrijft: De verbinding tus schen de Duitsche troepen welke hun basis te Oslo hebben, en het garnizoen te Dront heim, zal zeker binnenkort tot stand ko men, indien dat nog niet geschied is. De hoop op een snel isoleeren en vernietigen der Duitsche troepen te Drontheim is voor het oogenblik vervlogen en thans ziet de geallieerde strijdmacht Z. van die stad zich van twee zijden aangevallen en met afsnij ding bedreigd. Het is thans noodig een linie te vestigen en te behouden, die den vijand zal afhouden van de lange smalle strook land tusschen de Zweedsche grens en de Noordzee. Achter die linie moeten de geal lieerden een land- en luchtmacht opbou wen, die hen binnen afzienbaren tijd in staat moeten stellen het offensief te herne men en den Noorschen grond van de inval lers te zuiveren. Te Londen nog geen bevestiging van den val van Dombaas en Storen. In welingelichte kringen te Londen had men gisteravond geen bevestiging van de Duitsche berichten, volgens welke Dombaas en Storen zijn aangevallen. De krijgsverrichtingen. Te Stockholm ontvangen berichten mel den, dat de geallieerden hun troepen krach tig versterkten, zoowel langs den spoorweg als ten Z. van Dombaas. Men gelooft, dat deze versterkingen aangevoerd zijn van nieuwe landingspunten aan de kust tus schen Drontheim en Bergen. Opdal is een van de plaatsen, welke de Duitschers ver klaren veroverd te hebben. Een tweede troepenlanding is volgens de berichten ge schiedt ten Z.W. van Andalsnes, vanwaar goede wegverbindingen met het district van Dombaas bestaan. Volgens de laatste Zweedsche telegram men werd de strijd voortgezet bij Hjerkinn aan de spoorlijn, halverwege tusschen Dom baas en Opdal, waar een gemechaniseerd Duitsoche detachement van de bergen is af gedaald, na doorgebroken te zijn over een moeilijken met sneeuw bedekten weg uit het Osterdal. Een tweede Duitsch detache ment dat vertrokken was uit Tynset in het Osterdal langs een bergweg naar Ulsberg, ten N. van Opdal, werd volgens de berichten nog tegengehouden door Noorsche troepen bij Kvikne op 25 km. van Ulsberg. Aan het front van Steinkjer ten N. van Drontheim hebben de Duitsche troepen, zonder te wachten op. versterkingen uit het Z., hevige verrassende aanvallen gedaan, zoowel op de Fransche als op de Noorsche linies aan beide kanten van het Snaasa- meer, volgens een mededeeling van het Noorsche hoofdkwartier aan den corres pondent van Nya Dagligt Allehanda. Deze aanvallen, die gesteund werden door zware artillerie en vliegtuigen, werden na feilen strijd afgeslagen. Draadloos heeft de Noor- II I SPOORWEGEN* WEGEN ~"T lOOk.m. 1! LFotderdd* ^Kolvereld iBjörnBrSy. ■fSnasa 'j —Smolen: =KR!S T!A NSÜND, Vardalen ÈVÏN6EÊÏ WÏMeralcej f ,'ri ®TR0NnH£IM*« Y Me/hur, uJsv/Jt i" Lok/ten (f V ^^Êsvanne Rokkem v w fBerkak gurtda/sora J~ ™AWA/V''w'»" l/fomjiM/A cjf 'hthn jfi 4 ^0/nge6u\ va 54 Jk\l *M$ordgqSSjf UUens vang sp itlJdsiffórSiÈ Vfc Modut 636 sche regeering heden medegedeeld, dat den Duitschers zware verliezen werden toege bracht. Een Engelsche militaire beschouwing. De militaire correspondent van Reu ter schrijft: Een critiek stadium is bereikt in de geallieerde worsteling in Noorwegen, wanneer blijkt, dat de Duitsche bewe ring over inneming van Dombaas en het Zweedsche bericht dat Storen is ge vallen, juist blijken te zijn. Dit zou be- teekenen, dat de Duitschers de eenige twee spoorlijnen, die uit Oslo naar het N. loopen in handen hebben, en dat zij de verbinding tot stand hebben ge bracht met hun troepen in Drontheim, dat de geallieerden wilden isoleeren en innemen. Wat zelfs nog belangrijker is, het zou beteekenen dat het W. deel van Noorwegen, waar de geallieerden aan land zijn gegaan, geïsoleerd is door de Duitsche linies, die van het N. naar het Z., van Oslo naar Drontheim loopen dat zij bedreigd worden door een op rukken in N. richting langs de westkust uit Bergen. Noorsche gevangenen te Narvik vrijgelaten? De Duitsche bevelhebber te Narvik heeft een aantal Noren, die krijgsgevangen waren gemaakt bij de bezetting der stad op 9 April de vrijheid hergeven. Men gelooft, dat de Duitschers daartoe gedwongen zijn door en volkomen gebrek aan levensmiddelen. Een eerste contingent van 134 Noorsche soldaten is in Zweden aangekomen, waar het is geïnterneerd. Een officieel Britsch communiqué. In een communiqué van het Britsche mi nisterie van oorlog wordt medegedeeld: 1. In het gebied van Dombaas hebben de Engelschen met ontembaren moed, eiken verderen vijandelijken, druk weerstaan. 2. Ten N. van Steinkjer hebben de Brit sche troepen opnieuw hun superioriteit bij het patrouillewerk bewezen en den vijand zware verliezen toegebracht. 3. Langs de kust van Noorwegen zijn nieuwe landingen volbracht. Een Britsche mededeeling. Het Britsche ministerie van oorlog deelt mede: Zondag heeft de vijand bij de gevechten in het Gubrandsdal krachtig aangevallen, geseund door tanks en laagvliegende vlieg tuigen. Alle aanvallen werden afgeslagen, de vijand leed zware verliezen. Drie mid delzware tanks werden vernield. Tijdens den nacht trokken de - Britsche troepen een weinig terug tot een positie, welke Dombaas dekt. Gedurende den dag werden aanvallen op Andalsnes en Molde voortgezet. Te Namsos en Narvik blijft de toestand ongewijzigd. Aan de Duitsche troepen in Noor wegen. Voor de troepeneenheden, die deelnemen in Noorwegen heeft Hitier eën dagorder uit gevaardigd, luidende: „Soldaten' van het Noorsche oorlogstooneel. In onstuimig opdringen hebben Duitsche troepen heden de verbinding over land tus schen Oslo en Drontheim tot stand gebracht. Daarmede is het voornemen der westelijke mogendheden om Duitschland toch nog door een bezetting achteraf van Noorwegen op de knieën te kunnen krijgen, definitief mislukt. Eenheden van het leger, de marine en het luchtwapen hebben in voorbeeldige samen werking een prestatie geleverd, die in haar koenheid de jonge Duitsche weermacht tot de hoogste eer strekt. Officieren, onder officieren en manschappen, gij hebt op het Noorsche oorlogstooneel tegen alle tegen- heden ter zee, te land en in de lucht en te gen den weestand van den vijand gestreden. Gij hebt de ontzaglijke taak die ik, geloo- vende aan u en uw kracht, moest opdragen vervuld. Ik ben trots op u. De natie spreekt u door mij haar dank uit. Als uiterlijk tee- ken van erkentelijkheid en van dezen dank verleen ik den opperbevelhebber in Noor wegen, generaal von Falkenhorst, het rid derkruis van het ijzeren kruis. Ik zal op voorstel van uw opperbevelhebber ook de dappersten onder u onderscheiden. Het hoog ste loon voor u allen mag echter reeds thans de overtuiging zijn, dat gij in den zwaar- sten strijd van het lot van ons volk om z'n zijn of niet zijn 'n beslissende bijdrage hebt geleverd. Ik weet, dat gij de u gestelde taak ook verder zult ven-uilen. Leve ons groot Duitschland. DE HOUDING VAN ITALIË. Engelsche voorzorgsmaatregelen. In gezaghebbende Britsche kringen ver neemt Reuter, dat de uitspraken van Ita lianen, die verantwoordelijke posities be- kleeden, en de houding der Italiaansche pers kortelings van zoodanigen aard zijn ge weest, dat het noodig is geworden voor de Engelsche regeering om zekere voorzorgs maatregelen te nemen betreffende de Brit sche scheepvaart, die normaliter door de Middellandsche Zee zou varen. Zij is echter niet voornemens deze voorzorgsmaatregelen langer dan noodig te laten voortduren en hoopt, dat de omstandigheden in staat zullen stellen ze in de naaste toekomst op te hef fen. Men vernam gisteravond, dat tot de voor zorgsmaatregelen voor de scheepvaart in de Middellandsche Zee behoort het verleggen van de route van alle Britsche koopvaardij schepen om Kaap de Goede Hoop. BRAND IN DE MILITAIRE OPSLAG PLAATS TE ST. HUBERT. Uit St. Hubert (België) wordt aan de bladen gemeld, dat een hevige brand, waarvan de oorzaak nog onbekend is, Maadagavond is uitgebroken in een door militairen bezet lokaal, waar materiaal en munitie was opgeslagen. De brand breid de zich snel uit. Benizinevaten vatten vlam en een met granaten geladen vrachtwagen kwam tot ontploffing. Tot ver in den omtrek zijn de ruiten der huizen vernield. De 'brand kon na-twee uur worden bedwongen door gezamenlijk optreden van brandweer en militairen. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. DE ZITTING VAN HET LAGERHUIS. In het Lagerhuis is gister een aantal vra gen gesteld, welke betrekking hadden op den toestand in Noorwegen. Het conserva tieve lid, Captain Plugge, vroeg den minis ter-president, in verband met een bericht uit Duitschland, dat aanzienlijke versterkingen naar Noorwegen waren gezonden, of hij geen verklaring af kon leggen over de Britsche tegenmaatregelen. Chamberlain antwoordde, dat volgens zijn meening het op het oogen blik niet in het algemeen belang zou zijn een dergelijke verklaring af te leggen.. Op een vraag over de uitrusting van de Britsche troepen in Noorwegen, zeide de minister van oorlog, Stanley, dat deze troe pen hun volledige oorlogsuitrusting bij zich hadden. De minister van economische oorlogvoe ring, Cross, deelde mede, dat sedert de be zetting van Denemarken en Noorwegen geen schepen meer naar de Deensche haven wer den doorgelaten. De voor Denemarken be stemde lading werd prijs verklaard, terwijl over de voor Noorwegen bestemde schepen werd beslist door de Noorsche scheepvaart commissie, welke in Londen is gevestigd, na overleg met de Britsche autoriteiten. Minister Cross deelde verder mede, dat maatregelen worden bestudeerd om het ver keer door de lucht met Duitschland te beper ken, vooral op de verbindingen via Spanje en Portugal Minister Stanley heeft nog medegedeeld dat een aantal journalisten gerede stond naar Noorwegen te vertrekken, terwijl an deren zullen volgen. Op een vraag van den labour afgevaar digde Sorensen, zeide minister-president Chamberlain, dat hij in zijn rede in het Mansion House op 9 Januari j.l. heeft ge zegd, dat de geallieerden geen bedoelingen hebben om het Duitsche volk te vernietigen, noch dat het Duitsche volk zich wel bewust moest zijn, dat de verantwoordelijkheid voor het voortduren van dezen oorlog bij het volk lag, zoowel als bij de nationaal socialistische leiders. Dit blijft de opvatting van de Brit sche regeering. Op een vraag van Attlee zeide Chamber lain, dat hij zoo spoedig mogelijk een ver klaring over Noorwegen ar zal leggen, ver- moeddelijk nog deze week. HEVIGE BRAND IN HOUTOPSLAG PLAATSEN TE DUBLIN. Maandagavond is een hevige brand uitge broken in de geweldige houtopslagplaatsen te Dublin. Al het beschikbare brandblusch- materiaal werd uitgezonden om het vuur te bestrijden, dat dreigde over te slaan op in de nabijheid gelegen fabrieken. Vanochtend woedde de brand nog voort. De brandweer stelt al het mogelijke in het werk om een verf- en vernisfabriek te be schermen. DE AMERIKAANSCHE REGEERING STELT EEN ONDERZOEK IN. Naar aanleiding van een verklaring van Hambro. In de persconferentie heeft Sumner Wel les medegedeeld, dat de Amerikaansche re geering aan de Amerikaansche diplomaten in Scandinavië heeft verzocht, rapport uit te brengen ten aanzien van de bewering van Hambro, den voorzitter van het Noorsche parlement, dat een Duitsch transportschip bij de nadering van de haven van Narvik de Amerikaansche vlag had gevoerd. Hij weigerde te zeggen, welke maatrege len de regeering zou nemen, indien het on derzoek de bewering van Hambro zou be vestigen. EEN DAGORDER VAN WOROSJILOF. De Russische volkscommissaris voor de defensie maarschalk Worosjilof, heeft ter legenheid van den eersten Mei een dagorder uitgevaardigd, waarin hij o.m. zegt: De schrandere en wijze politiek van partij en regeering onder de leiding van Stalin heb ben ons land buiten den oorlog gehouden, waarin de Britsche en Fransche imperialis ten ons wenschten te mengen. De oorlog van het Fransch-Britsche volk tegen Duitsch land breidt zich uit en trekt geleidelijk nieuwe staten en volken in zijn kring. Het is de politiek der Sovjet-Unie, den vrede tus schen de volken te verzekeren en de veilig heid van ons land te waarborgen. In den afgeloopen herfst heeft.de Finsche regee ring, die een speelbal in de handen harer „machtige" beschermers was geworpen, het gewaagd een oorlog tegen de Sovjet-Unie uit te lokken inplaats van een verdrag te slui ten en de nabuurbetrekkingen te consoli- deeren. Het leger der Finsche witte gardis ten werd door een machtigen slag der troe pen van het militaire district Leningrad verslagen. De verzekering van Stalin, dat er geen sterkten zijn, die de bolsjewiki niet kunnen nemen, is ook in dit geval volledig bevestigd. De imperialistische oorloghitsers zul len meer dan eens een oorlog tegen Rusland trachten te ontketenen. Dit dwingt ons steeds de wacht te houden, de kracht van het roode leger te ver- grooten en gereed te zijn alle aanvallen te verijdelen". Ook de volkscommissaris voor de marine heeft een dagorder uitgevaardigd. DE HONGAARSCHE MINDERHEID IN SLOWAKIJE. In het Hongaarsche Hoogerhuis heeft gsitermorgen de vroegere afgevaardigde in het Praagsche parlement Szulloe aan de regeering gevraagd, of zij nog lang de ver volgingen, waaraan de Hongaren in Slowa kije bloot staan, zou dulden. Minister Csaky antwoordde, dat de Hongaarsche regeering met de grootste aandacht de behandeling volgt, die de Hongaren zich in Slowakije moeten laten welgevallen. Wij hebben, zeide hij, verscheidene malen pogingen gedaan de betrekkingen met dezen jongen staat zoowel in politiek als in economisch opzicht te ver beteren. Helaas zijn wij hierin niet ge slaagd. Doch men zou een ouden staat als Hongarije slecht kennen als men meende, dat zijn geduld onbeperkt is. Csaky voegde hier nog aan tóe, dat spanning in de Hon- gaarsch-Slowaaksche betrekkingen de Diiitsch-Hongaarsche vriendschap niet nood zakelijk behoefde aan te tasten. EEN REDE VAN CROSS. 1 De Britsche minister van economische oorlog Cross heeft gister het woord gevoerd aan een noenmaal van de Amerikaansche Kamer van Koophandel te Londen. Ten aan zien van de blokkade zeide Cross, dat het steeds de bedoeling is geweest, de grootst mogelijke beperking van den vijandelijken handel te combineeren met de minst moge lijke schade of inmenging voor den neutra len handel. Door den economischen oorlog tot het uiterste te voeren geloofde de Brit sche regeering den oorlog met vele maanden te kunnen verkorten. Gedurende de lange maanden van schijnbare inactiviteit, waar mede deze oorlog begon, aldus verklaarde de minister, hebben velen eraan getwijfeld of wij met ons hart in dezen oorlog waren. De laatste paar weken moeten het ieder duidelijk gemaakt hebben, dat het ons doo- delijke ernst is. Wij vechten voor ons leven. Cross zeide, dat er in de blokkade on tegenzeggelijk lekken waren. Een ongetwij feld ernstig lek was de weg over Wladi- wostok. Vele zendingen, aldus Cross, hebben langs zonderlinge en verdachte wegen Wla- diwostok bereikt. De Vereenigde Staten zijn de bron van vele dezer oorlogsmaterialen geweest en wij vragen ons soms af, in hoe verre men zich in het algemeen in uw land ervan bewust is, dat belangrijke voorraden langs dezen weg Duitschland hebben be reikt. HET ANTWOORD VAN SOVJET-RUSLAND AAN DE BRITSCHE REGEERING. De kwestie der handelsbetrekkingen. De diplomatieke correspondent van Reu ter verneemt, dat Maisky, de ambassadeur der Sovjet-Unie, Maandagavond een bezoek heeft gebracht aan lord Halifax en hem een schriftelijk antwoord heeft overhandigd van de Sovjet-regeering op het Britsche memo randum van 19 April inzake een hervatting der handelsbesprekingen. In het antwoord wordt verklaard, dat goe deren, door de Sovjet-Unie op grond van de handelsovereenkomst met Groot-Britannië ingevoerd, uitsluitend voor binnenlandsch gebruik zullen worden aangewend, doch dat de Sovjet regeering niet kan aannemen te beraadslagen over eenige beperking van haar rechten Sovjet-Russische producten uit te voeren naar eenig land, waarmede het handelsbetrekkingen onderhoudt. Niet bevredigend geacht. De diplomatieke correspondent van Reu ter verneemt, dat het antwoord in Britsche kringen niet bevredigend wordt geacht, hoe wel de stand van zaken thans nauwkeurig wordt bestudeerd. De Britsche opvatting is, dat eenige belofte der Sovjet-Unie van Groot-Britannië ont vangen goederen niet opnieuw uit te voeren, waardeloos zou zijn, indien zij niet verge zeld zou gaan van waarborgen tegen uit voer naar Duitschland van gelijkwaardige hoeveelheden van hetzelfde product uit Sovjet-Rusland. Bij het aangaan van oorlogshandelsover eenkomsten houdt de Britsche regeering steeds rekening met den uitvoer van eigen producten van het desbetreffend land. Het is daarbij de Britsche bedoeling de neutra len er toe te brengen deze uitvoeren te ver minderen tot het laagst mogelijke bedrag. Dit wordt beschouwd als een wettig quid pro quo voor de levering van kostbare in het Britsche en het Fransche rijk vervaardigde producten. Er wordt uiteengezet, dat Duitschland zich er altijd op heeft beroemd, dat zijn han delsovereenkomst met de Sovjet-Unie het zal in staat stellen met Russische hulp de blokkade te breken. Daarom moet daar mede met iedere handelsovereenkomst reke ning worden gehouden. TWEE BRITSCHE DUIKBOOTEN VERMIST. Officieel wordt te Londen medegedeeld, dat twee Britsche duikbooten, de „Tarpon" en de „Steriet", ver over tijd zijn en ver moedelijk verloren zijn gegaan. De Britsche treilers „Bradman" en „Cape Siretoka" hebben schade geleden door een bom. Zij zijn later gezonken. In geen der gevallen wordt melding gemaakt van ver lies van menschenlevens. De Britsche onderzeeërs, welke als ver loren worden beschouwd, hebben een be manning van respectievelijk 53 en 40 man. De „Tarpon" mat 1090 ton en was een zuster schip van de „Triton", „Trident" en Truant". De „Steriet" was een schip van 670 ton van de „Shark" klasse. Engeland begon den oorlog met 57 onder zeeërs, waarvan thans 7 zijn verloren ge gaan. Een is tengevolge van een ongeluk vergaan. AMERIKAANSCHE STEUN VOOR NOORSCHE VLUCHTELINGEN. Het Amerikaansche roode kruis heeft tele grafisch 10.000 dollar gezonden naar Zweden voor steun aan Noorsche vluchtelingen. Het hoofdkwartier van het roode kruis alhier heeft van zijn vertegenwoordigers in Zwe den de mededeeling ontvangen, dat „de ge zinnen in zwermen over de grens komen". VICTOR LEON OVERLEDEN. Schrijver van „Die Lustige Witwe". Naar het Joodsche Telegraaf Agentschap meldt, is te Weenen in den ouderdom van 82 jaar in zeer behoeftige omstandigheden overleden de bekende librettist, Victor Leon, die o.a. het libretto van „Die Lustige Witwe" geschreven heeft, de operette waarmee Lehar zulke groote successen behaalde. Brand in munitiefabriek. - Maandag avond heeft in een fabriek in het N. van En geland een brand gewoed, waarbij, naar men gelooft, vier mannen om 't leven zijn geko men. De brand was gevolgd op een ontplof fing in een schuur, waarin munitie werd vervaardigd. Een man werd met zware brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd. Massa-vergiftiging te Cordoba. - Tenge volge van het gebruik van ondeugdelijke melk hebben 68 personen te Cordoba een vergiftiging opgeloopen. Omstreeks 15 hun ner verkeeren in levensgevaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9