De strijd in Noorwegen
1
VI
De DuUschers zouden Storen en Dombaas hebben
genomen en daardoor den spoorweg van
Oslo naar Drontheim in handen hebben.
Volgens het Britsche ministerie van oorlog zijn de
Duitsche aanvallen in het Dombaas-district
afgeslagen.
1
n
ZWEDEN
_7
*w_
Een dagorder van hitier.
Nieuws in 't kort.
DERDE BLAD.
De strijd bij Narvik.
Het D. N. B. meldt: Iedere poging van de
ngelschen zich in de omgeving van Narvik
te nestelen, stuit op sterken Duitschen
tegenstand.
Door het optreden van de luchtmacht
werd een vijandelijke batterij bij Narvik
door een aantal bommen tot zwijgen ge
bracht.
De wekelijksche opgave van de
verliezen en successen.
De wekelijksche opgave van successen
en verliezen ter zee zal voortaan, naar in
gezaghebbende bron wordt vernomen, met
een week achterstand worden opgegeven.
De ondervinding heeft uitgewezen, dat de
publicatie na zulk een kort beloop van tijd
den vijand mogelijk heeft gemaakt op
tactisch en strategisch terrein nuttige ge
volgtrekkingen te maken.
Dombaas in Duitsche handen.
Het opperbevel van de Duitsche
weermacht deelt mede:
Gistermiddag hebben de Duitsche
troepen, welke den terugtrekkenden
vijand krachtig achtervolgden, in het
Gudbrandsdal het belangrijke knoop
punt van spoor- en straatwegen Dom
baas, bezet.
Bij het oprukken langs de zijlijn
DrontheimDombaas werd Opdal inge
nomen, zoodat thans ook de spoorlijn
OsloDrontheim in Duitsche handen is.
De moeilijkheden der geallieerden
in Noorwegen.
In den loop der laatste drie dagen is de
toestand in midden-Noorwegen met de
grootste snelheid tot ontwikkeling gekomen,
zoo wordt uit Parijs gemeld. Terwijl in het
begin van de vorige week de Duitsche
transporten practisch opgehouden hadden
het Skagerrak over te steken, tengevolge
van de door de Britsche vloot gelegde mij
nenvelden, kregen de Duitsche troepen
slechts druppelsgewijze versterkingen door
de lucht.
De Duitsche troepen in het gebied van
Oslo werden in de streek ten N. van de
hoofdstad, tusschen Hamar en Elverum,
tegengehouden door Noorsche detachemen
ten, die versterkt waren door eenige Brit
sche detachementen, welke inderhaast van
het meest nabije ontsehepingspunt Andals-
nes aan het uiteinde van de Romsdalfjord,
naar het Z. waren gestuurd.
In den loop van het weekend bleek de
toestand zeer gewijzigd door een plotselinge
toestrooming van Duitsche versterkingen,
die in de havens aan de Zuidkust en met"
name in Oslo, aan land werden gebracht.
De geallieerde troepen, die ontscheept wer
den in tweederangs havens, beschikten
slechts over houten kaden, zonder voldoen
de hefmateriaal. Zij konden slechts zoo snel
mogelijk oprukken met lichte eenheden
over moeilijk terrein.
Daarbij kwam, dat de dooi in de kust
streek eerder begint dan verder in het
land, zoodat de toestand der wegen voor
de geallieerden ook moeilijker was. Onder
die omstandigheden konden geallieerde
lichte voorhoede eenheden er slechts teza
men met de Noorsche soldaten aan denken,
zooveel mogelijk de z.g. verplichte passages
over rivieren, bergpassen e.d. te verdedi
gen tegen de herhaalde aanvallen der Duit
sche, gepantserde colonnes die oprukten in
de richting van Dombaas, Storen, Dront
heim. Wanneer een van deze grendels ge
sloopt werd, viel den Duitschers een lang
stuk dal in handen. Zoo zijn zij sprongsge
wijs opgerukt van Hamar naar Lilleham-
mer, van Lillehammer naar Kvam, van
Kvam naar Otta en van Otta naar Bren-
nhau, op 20 km. ten Z. van Dombaas, waar
volgens het Britsche communiqué de En-
gelschen een nieuwe stelling hebben inge
richt. In het Osterdal was de Duitsche op-
marsch nog sneller tot Röros. Vandaar trok
ken de Duitschers, die tegengehouden wer
den, doordat een groote brug was opgebla
zen, over bergwegen in de richting van
Ulsberg en Storen en in de richting van
Hjerkinn en Dombaas. Deze resultaten kon
den slechts worden verkregen door een
massaal gebruik der luchtmacht, waarbij
profijt kon worden getrokken uit den geo-
graphischen toestand, waardoor de geal
lieerden geen terreinen vonden voor het in
richten van vliegvelden.
De Engelsche bladen over den
toestand.
De meeste Engelsche bladen verklaren
met nadruk, dat in den veldtocht in Noor
wegen een critiek stadium is bereikt. De
„Times" schrijft boven zijn hoofdartikel:
„Tegenslag bij Drontheim" en de Daily Te
legraph zegt, dat het voor allen, die de be
richten over den Noorschen veldtocht lezen
duidelijk is, dat niet alles op dit gebied
der operaties voor de geallieerden goed
gaat. De „Daily Herald" wenscht meersoffi-
cieele berichten en de „News Chronicle"
acht een krachtige en vereenigde leiding
voor de drie Britsche oorlogsdiensten noo-
dig.
De „Times" schrijft: De verbinding tus
schen de Duitsche troepen welke hun basis
te Oslo hebben, en het garnizoen te Dront
heim, zal zeker binnenkort tot stand ko
men, indien dat nog niet geschied is. De
hoop op een snel isoleeren en vernietigen
der Duitsche troepen te Drontheim is voor
het oogenblik vervlogen en thans ziet de
geallieerde strijdmacht Z. van die stad zich
van twee zijden aangevallen en met afsnij
ding bedreigd. Het is thans noodig een linie
te vestigen en te behouden, die den vijand
zal afhouden van de lange smalle strook
land tusschen de Zweedsche grens en de
Noordzee. Achter die linie moeten de geal
lieerden een land- en luchtmacht opbou
wen, die hen binnen afzienbaren tijd in
staat moeten stellen het offensief te herne
men en den Noorschen grond van de inval
lers te zuiveren.
Te Londen nog geen bevestiging van
den val van Dombaas en Storen.
In welingelichte kringen te Londen had
men gisteravond geen bevestiging van de
Duitsche berichten, volgens welke Dombaas
en Storen zijn aangevallen.
De krijgsverrichtingen.
Te Stockholm ontvangen berichten mel
den, dat de geallieerden hun troepen krach
tig versterkten, zoowel langs den spoorweg
als ten Z. van Dombaas. Men gelooft, dat
deze versterkingen aangevoerd zijn van
nieuwe landingspunten aan de kust tus
schen Drontheim en Bergen. Opdal is een
van de plaatsen, welke de Duitschers ver
klaren veroverd te hebben. Een tweede
troepenlanding is volgens de berichten ge
schiedt ten Z.W. van Andalsnes, vanwaar
goede wegverbindingen met het district van
Dombaas bestaan.
Volgens de laatste Zweedsche telegram
men werd de strijd voortgezet bij Hjerkinn
aan de spoorlijn, halverwege tusschen Dom
baas en Opdal, waar een gemechaniseerd
Duitsoche detachement van de bergen is af
gedaald, na doorgebroken te zijn over een
moeilijken met sneeuw bedekten weg uit
het Osterdal. Een tweede Duitsch detache
ment dat vertrokken was uit Tynset in het
Osterdal langs een bergweg naar Ulsberg,
ten N. van Opdal, werd volgens de berichten
nog tegengehouden door Noorsche troepen
bij Kvikne op 25 km. van Ulsberg.
Aan het front van Steinkjer ten N. van
Drontheim hebben de Duitsche troepen,
zonder te wachten op. versterkingen uit het
Z., hevige verrassende aanvallen gedaan,
zoowel op de Fransche als op de Noorsche
linies aan beide kanten van het Snaasa-
meer, volgens een mededeeling van het
Noorsche hoofdkwartier aan den corres
pondent van Nya Dagligt Allehanda. Deze
aanvallen, die gesteund werden door zware
artillerie en vliegtuigen, werden na feilen
strijd afgeslagen. Draadloos heeft de Noor-
II I SPOORWEGEN*
WEGEN ~"T
lOOk.m. 1!
LFotderdd*
^Kolvereld
iBjörnBrSy.
■fSnasa
'j
—Smolen:
=KR!S T!A NSÜND,
Vardalen
ÈVÏN6EÊÏ
WÏMeralcej
f
,'ri
®TR0NnH£IM*«
Y Me/hur,
uJsv/Jt i" Lok/ten (f
V
^^Êsvanne
Rokkem v w
fBerkak
gurtda/sora J~
™AWA/V''w'»" l/fomjiM/A
cjf
'hthn jfi 4 ^0/nge6u\
va
54
Jk\l
*M$ordgqSSjf
UUens vang sp
itlJdsiffórSiÈ
Vfc
Modut
636
sche regeering heden medegedeeld, dat den
Duitschers zware verliezen werden toege
bracht.
Een Engelsche militaire beschouwing.
De militaire correspondent van Reu
ter schrijft:
Een critiek stadium is bereikt in de
geallieerde worsteling in Noorwegen,
wanneer blijkt, dat de Duitsche bewe
ring over inneming van Dombaas en
het Zweedsche bericht dat Storen is ge
vallen, juist blijken te zijn. Dit zou be-
teekenen, dat de Duitschers de eenige
twee spoorlijnen, die uit Oslo naar het
N. loopen in handen hebben, en dat zij
de verbinding tot stand hebben ge
bracht met hun troepen in Drontheim,
dat de geallieerden wilden isoleeren en
innemen. Wat zelfs nog belangrijker is,
het zou beteekenen dat het W. deel van
Noorwegen, waar de geallieerden aan
land zijn gegaan, geïsoleerd is door de
Duitsche linies, die van het N. naar het
Z., van Oslo naar Drontheim loopen
dat zij bedreigd worden door een op
rukken in N. richting langs de westkust
uit Bergen.
Noorsche gevangenen te Narvik
vrijgelaten?
De Duitsche bevelhebber te Narvik heeft
een aantal Noren, die krijgsgevangen waren
gemaakt bij de bezetting der stad op 9 April
de vrijheid hergeven. Men gelooft, dat de
Duitschers daartoe gedwongen zijn door
en volkomen gebrek aan levensmiddelen.
Een eerste contingent van 134 Noorsche
soldaten is in Zweden aangekomen, waar
het is geïnterneerd.
Een officieel Britsch communiqué.
In een communiqué van het Britsche mi
nisterie van oorlog wordt medegedeeld:
1. In het gebied van Dombaas hebben de
Engelschen met ontembaren moed, eiken
verderen vijandelijken, druk weerstaan.
2. Ten N. van Steinkjer hebben de Brit
sche troepen opnieuw hun superioriteit bij
het patrouillewerk bewezen en den vijand
zware verliezen toegebracht.
3. Langs de kust van Noorwegen zijn
nieuwe landingen volbracht.
Een Britsche mededeeling.
Het Britsche ministerie van oorlog deelt
mede:
Zondag heeft de vijand bij de gevechten
in het Gubrandsdal krachtig aangevallen,
geseund door tanks en laagvliegende vlieg
tuigen. Alle aanvallen werden afgeslagen,
de vijand leed zware verliezen. Drie mid
delzware tanks werden vernield.
Tijdens den nacht trokken de - Britsche
troepen een weinig terug tot een positie,
welke Dombaas dekt.
Gedurende den dag werden aanvallen op
Andalsnes en Molde voortgezet. Te Namsos
en Narvik blijft de toestand ongewijzigd.
Aan de Duitsche troepen in Noor
wegen.
Voor de troepeneenheden, die deelnemen
in Noorwegen heeft Hitier eën dagorder uit
gevaardigd, luidende: „Soldaten' van het
Noorsche oorlogstooneel.
In onstuimig opdringen hebben Duitsche
troepen heden de verbinding over land tus
schen Oslo en Drontheim tot stand gebracht.
Daarmede is het voornemen der westelijke
mogendheden om Duitschland toch nog door
een bezetting achteraf van Noorwegen op de
knieën te kunnen krijgen, definitief mislukt.
Eenheden van het leger, de marine en het
luchtwapen hebben in voorbeeldige samen
werking een prestatie geleverd, die in haar
koenheid de jonge Duitsche weermacht tot
de hoogste eer strekt. Officieren, onder
officieren en manschappen, gij hebt op het
Noorsche oorlogstooneel tegen alle tegen-
heden ter zee, te land en in de lucht en te
gen den weestand van den vijand gestreden.
Gij hebt de ontzaglijke taak die ik, geloo-
vende aan u en uw kracht, moest opdragen
vervuld. Ik ben trots op u. De natie spreekt
u door mij haar dank uit. Als uiterlijk tee-
ken van erkentelijkheid en van dezen dank
verleen ik den opperbevelhebber in Noor
wegen, generaal von Falkenhorst, het rid
derkruis van het ijzeren kruis. Ik zal op
voorstel van uw opperbevelhebber ook de
dappersten onder u onderscheiden. Het hoog
ste loon voor u allen mag echter reeds thans
de overtuiging zijn, dat gij in den zwaar-
sten strijd van het lot van ons volk om z'n
zijn of niet zijn 'n beslissende bijdrage hebt
geleverd. Ik weet, dat gij de u gestelde taak
ook verder zult ven-uilen. Leve ons groot
Duitschland.
DE HOUDING VAN ITALIË.
Engelsche voorzorgsmaatregelen.
In gezaghebbende Britsche kringen ver
neemt Reuter, dat de uitspraken van Ita
lianen, die verantwoordelijke posities be-
kleeden, en de houding der Italiaansche pers
kortelings van zoodanigen aard zijn ge
weest, dat het noodig is geworden voor de
Engelsche regeering om zekere voorzorgs
maatregelen te nemen betreffende de Brit
sche scheepvaart, die normaliter door de
Middellandsche Zee zou varen. Zij is echter
niet voornemens deze voorzorgsmaatregelen
langer dan noodig te laten voortduren en
hoopt, dat de omstandigheden in staat zullen
stellen ze in de naaste toekomst op te hef
fen.
Men vernam gisteravond, dat tot de voor
zorgsmaatregelen voor de scheepvaart in de
Middellandsche Zee behoort het verleggen
van de route van alle Britsche koopvaardij
schepen om Kaap de Goede Hoop.
BRAND IN DE MILITAIRE OPSLAG
PLAATS TE ST. HUBERT.
Uit St. Hubert (België) wordt aan de
bladen gemeld, dat een hevige brand,
waarvan de oorzaak nog onbekend is,
Maadagavond is uitgebroken in een door
militairen bezet lokaal, waar materiaal en
munitie was opgeslagen. De brand breid
de zich snel uit. Benizinevaten vatten vlam
en een met granaten geladen vrachtwagen
kwam tot ontploffing.
Tot ver in den omtrek zijn de ruiten der
huizen vernield. De 'brand kon na-twee
uur worden bedwongen door gezamenlijk
optreden van brandweer en militairen.
Persoonlijke ongelukken hebben zich niet
voorgedaan.
DE ZITTING VAN HET LAGERHUIS.
In het Lagerhuis is gister een aantal vra
gen gesteld, welke betrekking hadden op
den toestand in Noorwegen. Het conserva
tieve lid, Captain Plugge, vroeg den minis
ter-president, in verband met een bericht uit
Duitschland, dat aanzienlijke versterkingen
naar Noorwegen waren gezonden, of hij geen
verklaring af kon leggen over de Britsche
tegenmaatregelen. Chamberlain antwoordde,
dat volgens zijn meening het op het oogen
blik niet in het algemeen belang zou zijn
een dergelijke verklaring af te leggen..
Op een vraag over de uitrusting van de
Britsche troepen in Noorwegen, zeide de
minister van oorlog, Stanley, dat deze troe
pen hun volledige oorlogsuitrusting bij zich
hadden.
De minister van economische oorlogvoe
ring, Cross, deelde mede, dat sedert de be
zetting van Denemarken en Noorwegen geen
schepen meer naar de Deensche haven wer
den doorgelaten. De voor Denemarken be
stemde lading werd prijs verklaard, terwijl
over de voor Noorwegen bestemde schepen
werd beslist door de Noorsche scheepvaart
commissie, welke in Londen is gevestigd, na
overleg met de Britsche autoriteiten.
Minister Cross deelde verder mede, dat
maatregelen worden bestudeerd om het ver
keer door de lucht met Duitschland te beper
ken, vooral op de verbindingen via Spanje
en Portugal
Minister Stanley heeft nog medegedeeld
dat een aantal journalisten gerede stond
naar Noorwegen te vertrekken, terwijl an
deren zullen volgen.
Op een vraag van den labour afgevaar
digde Sorensen, zeide minister-president
Chamberlain, dat hij in zijn rede in het
Mansion House op 9 Januari j.l. heeft ge
zegd, dat de geallieerden geen bedoelingen
hebben om het Duitsche volk te vernietigen,
noch dat het Duitsche volk zich wel bewust
moest zijn, dat de verantwoordelijkheid voor
het voortduren van dezen oorlog bij het volk
lag, zoowel als bij de nationaal socialistische
leiders. Dit blijft de opvatting van de Brit
sche regeering.
Op een vraag van Attlee zeide Chamber
lain, dat hij zoo spoedig mogelijk een ver
klaring over Noorwegen ar zal leggen, ver-
moeddelijk nog deze week.
HEVIGE BRAND IN HOUTOPSLAG
PLAATSEN TE DUBLIN.
Maandagavond is een hevige brand uitge
broken in de geweldige houtopslagplaatsen
te Dublin. Al het beschikbare brandblusch-
materiaal werd uitgezonden om het vuur
te bestrijden, dat dreigde over te slaan op
in de nabijheid gelegen fabrieken.
Vanochtend woedde de brand nog voort.
De brandweer stelt al het mogelijke in het
werk om een verf- en vernisfabriek te be
schermen.
DE AMERIKAANSCHE REGEERING
STELT EEN ONDERZOEK IN.
Naar aanleiding van een verklaring
van Hambro.
In de persconferentie heeft Sumner Wel
les medegedeeld, dat de Amerikaansche re
geering aan de Amerikaansche diplomaten
in Scandinavië heeft verzocht, rapport uit te
brengen ten aanzien van de bewering van
Hambro, den voorzitter van het Noorsche
parlement, dat een Duitsch transportschip
bij de nadering van de haven van Narvik de
Amerikaansche vlag had gevoerd.
Hij weigerde te zeggen, welke maatrege
len de regeering zou nemen, indien het on
derzoek de bewering van Hambro zou be
vestigen.
EEN DAGORDER VAN WOROSJILOF.
De Russische volkscommissaris voor de
defensie maarschalk Worosjilof, heeft ter
legenheid van den eersten Mei een dagorder
uitgevaardigd, waarin hij o.m. zegt: De
schrandere en wijze politiek van partij en
regeering onder de leiding van Stalin heb
ben ons land buiten den oorlog gehouden,
waarin de Britsche en Fransche imperialis
ten ons wenschten te mengen. De oorlog van
het Fransch-Britsche volk tegen Duitsch
land breidt zich uit en trekt geleidelijk
nieuwe staten en volken in zijn kring. Het is
de politiek der Sovjet-Unie, den vrede tus
schen de volken te verzekeren en de veilig
heid van ons land te waarborgen. In den
afgeloopen herfst heeft.de Finsche regee
ring, die een speelbal in de handen harer
„machtige" beschermers was geworpen, het
gewaagd een oorlog tegen de Sovjet-Unie uit
te lokken inplaats van een verdrag te slui
ten en de nabuurbetrekkingen te consoli-
deeren. Het leger der Finsche witte gardis
ten werd door een machtigen slag der troe
pen van het militaire district Leningrad
verslagen. De verzekering van Stalin, dat
er geen sterkten zijn, die de bolsjewiki niet
kunnen nemen, is ook in dit geval volledig
bevestigd.
De imperialistische oorloghitsers zul
len meer dan eens een oorlog tegen
Rusland trachten te ontketenen. Dit
dwingt ons steeds de wacht te houden,
de kracht van het roode leger te ver-
grooten en gereed te zijn alle aanvallen
te verijdelen".
Ook de volkscommissaris voor de marine
heeft een dagorder uitgevaardigd.
DE HONGAARSCHE MINDERHEID IN
SLOWAKIJE.
In het Hongaarsche Hoogerhuis heeft
gsitermorgen de vroegere afgevaardigde in
het Praagsche parlement Szulloe aan de
regeering gevraagd, of zij nog lang de ver
volgingen, waaraan de Hongaren in Slowa
kije bloot staan, zou dulden. Minister Csaky
antwoordde, dat de Hongaarsche regeering
met de grootste aandacht de behandeling
volgt, die de Hongaren zich in Slowakije
moeten laten welgevallen. Wij hebben, zeide
hij, verscheidene malen pogingen gedaan de
betrekkingen met dezen jongen staat zoowel
in politiek als in economisch opzicht te ver
beteren. Helaas zijn wij hierin niet ge
slaagd. Doch men zou een ouden staat als
Hongarije slecht kennen als men meende,
dat zijn geduld onbeperkt is. Csaky voegde
hier nog aan tóe, dat spanning in de Hon-
gaarsch-Slowaaksche betrekkingen de
Diiitsch-Hongaarsche vriendschap niet nood
zakelijk behoefde aan te tasten.
EEN REDE VAN CROSS.
1
De Britsche minister van economische
oorlog Cross heeft gister het woord gevoerd
aan een noenmaal van de Amerikaansche
Kamer van Koophandel te Londen. Ten aan
zien van de blokkade zeide Cross, dat het
steeds de bedoeling is geweest, de grootst
mogelijke beperking van den vijandelijken
handel te combineeren met de minst moge
lijke schade of inmenging voor den neutra
len handel. Door den economischen oorlog
tot het uiterste te voeren geloofde de Brit
sche regeering den oorlog met vele maanden
te kunnen verkorten. Gedurende de lange
maanden van schijnbare inactiviteit, waar
mede deze oorlog begon, aldus verklaarde
de minister, hebben velen eraan getwijfeld
of wij met ons hart in dezen oorlog waren.
De laatste paar weken moeten het ieder
duidelijk gemaakt hebben, dat het ons doo-
delijke ernst is. Wij vechten voor ons leven.
Cross zeide, dat er in de blokkade on
tegenzeggelijk lekken waren. Een ongetwij
feld ernstig lek was de weg over Wladi-
wostok. Vele zendingen, aldus Cross, hebben
langs zonderlinge en verdachte wegen Wla-
diwostok bereikt. De Vereenigde Staten zijn
de bron van vele dezer oorlogsmaterialen
geweest en wij vragen ons soms af, in hoe
verre men zich in het algemeen in uw land
ervan bewust is, dat belangrijke voorraden
langs dezen weg Duitschland hebben be
reikt.
HET ANTWOORD VAN SOVJET-RUSLAND
AAN DE BRITSCHE REGEERING.
De kwestie der handelsbetrekkingen.
De diplomatieke correspondent van Reu
ter verneemt, dat Maisky, de ambassadeur
der Sovjet-Unie, Maandagavond een bezoek
heeft gebracht aan lord Halifax en hem een
schriftelijk antwoord heeft overhandigd van
de Sovjet-regeering op het Britsche memo
randum van 19 April inzake een hervatting
der handelsbesprekingen.
In het antwoord wordt verklaard, dat goe
deren, door de Sovjet-Unie op grond van de
handelsovereenkomst met Groot-Britannië
ingevoerd, uitsluitend voor binnenlandsch
gebruik zullen worden aangewend, doch dat
de Sovjet regeering niet kan aannemen te
beraadslagen over eenige beperking van
haar rechten Sovjet-Russische producten uit
te voeren naar eenig land, waarmede het
handelsbetrekkingen onderhoudt.
Niet bevredigend geacht.
De diplomatieke correspondent van Reu
ter verneemt, dat het antwoord in Britsche
kringen niet bevredigend wordt geacht, hoe
wel de stand van zaken thans nauwkeurig
wordt bestudeerd.
De Britsche opvatting is, dat eenige belofte
der Sovjet-Unie van Groot-Britannië ont
vangen goederen niet opnieuw uit te voeren,
waardeloos zou zijn, indien zij niet verge
zeld zou gaan van waarborgen tegen uit
voer naar Duitschland van gelijkwaardige
hoeveelheden van hetzelfde product uit
Sovjet-Rusland.
Bij het aangaan van oorlogshandelsover
eenkomsten houdt de Britsche regeering
steeds rekening met den uitvoer van eigen
producten van het desbetreffend land. Het
is daarbij de Britsche bedoeling de neutra
len er toe te brengen deze uitvoeren te ver
minderen tot het laagst mogelijke bedrag.
Dit wordt beschouwd als een wettig quid
pro quo voor de levering van kostbare in het
Britsche en het Fransche rijk vervaardigde
producten.
Er wordt uiteengezet, dat Duitschland
zich er altijd op heeft beroemd, dat zijn han
delsovereenkomst met de Sovjet-Unie het
zal in staat stellen met Russische hulp de
blokkade te breken. Daarom moet daar
mede met iedere handelsovereenkomst reke
ning worden gehouden.
TWEE BRITSCHE DUIKBOOTEN
VERMIST.
Officieel wordt te Londen medegedeeld,
dat twee Britsche duikbooten, de „Tarpon"
en de „Steriet", ver over tijd zijn en ver
moedelijk verloren zijn gegaan.
De Britsche treilers „Bradman" en „Cape
Siretoka" hebben schade geleden door een
bom. Zij zijn later gezonken. In geen der
gevallen wordt melding gemaakt van ver
lies van menschenlevens.
De Britsche onderzeeërs, welke als ver
loren worden beschouwd, hebben een be
manning van respectievelijk 53 en 40 man. De
„Tarpon" mat 1090 ton en was een zuster
schip van de „Triton", „Trident" en
Truant". De „Steriet" was een schip van
670 ton van de „Shark" klasse.
Engeland begon den oorlog met 57 onder
zeeërs, waarvan thans 7 zijn verloren ge
gaan. Een is tengevolge van een ongeluk
vergaan.
AMERIKAANSCHE STEUN VOOR
NOORSCHE VLUCHTELINGEN.
Het Amerikaansche roode kruis heeft tele
grafisch 10.000 dollar gezonden naar Zweden
voor steun aan Noorsche vluchtelingen. Het
hoofdkwartier van het roode kruis alhier
heeft van zijn vertegenwoordigers in Zwe
den de mededeeling ontvangen, dat „de ge
zinnen in zwermen over de grens komen".
VICTOR LEON OVERLEDEN.
Schrijver van „Die Lustige Witwe".
Naar het Joodsche Telegraaf Agentschap
meldt, is te Weenen in den ouderdom van
82 jaar in zeer behoeftige omstandigheden
overleden de bekende librettist, Victor Leon,
die o.a. het libretto van „Die Lustige Witwe"
geschreven heeft, de operette waarmee Lehar
zulke groote successen behaalde.
Brand in munitiefabriek. - Maandag
avond heeft in een fabriek in het N. van En
geland een brand gewoed, waarbij, naar men
gelooft, vier mannen om 't leven zijn geko
men. De brand was gevolgd op een ontplof
fing in een schuur, waarin munitie werd
vervaardigd. Een man werd met zware
brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd.
Massa-vergiftiging te Cordoba. - Tenge
volge van het gebruik van ondeugdelijke
melk hebben 68 personen te Cordoba een
vergiftiging opgeloopen. Omstreeks 15 hun
ner verkeeren in levensgevaar.