r 279000 MAN DIE ZIJN NIET GEK Opnieuv Doodstraf op spionriage ongewenscht. SPOF Minister Gerbrandy De minister beeft tegen invoering ernstige bezwaren. Buiten den oorlog maximum vijftien jaar, in oorlog levenslang. Doodstraf in oorlogs tijd mogelijk. „Wir fahren gegen Engeland". MONTE CARLO Foto-verordening van den opperbevelhebber. Vervoeren van fototoestellen beperkt. GEMENGD NIÉUWS. Langs de •TWEEDE BLAD De. overwegingen, ten aanzien van het Wetsontwerp houdende nadere voorzienin gen tegen het bekend worden van Staatsge heimen en houdende verhooging van de maximumstraf op een aantal misdrijven tegen de veiligheid van den Staat, welke overwegingen zijn weergegeven in het voorloopig verslag van de vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht, hebben den minister van Justitie aanleiding gegeven tot de navolgende beantwoording aan de Twee de Kamer. Dok de minister ziet de voorzieningen opgenomen in het thans aanhangige wets ontwerp, slechts als een onderdeel van het geen -voor een doeltreffende bestrijding en onderdrukking van het zoo gevaarlijke euvél van de spionnage is vereischt. Van het meeste belang schijnt hem op dat oogenblik, dat op korten termijn de voor zienhigen tot stand komen, waaromtrent tusschen Regeering en Staten-Generaal overeenstemming van gevoelens aanwezig isj Dit zijn voor alles: een aanmerkelijke verzwaring van straffen, gesteld op spion nage en een aantal andere vormen van landverraad en een technische verbetering en aanvulling van de omschrijving van het misdrijf van spionnage in ons Wetboek van Strafrecht. -.- In een Nota van Wijzigingen wordt voor spionnage, althans voor - -wat feiten betreft gepleegd in tijd •van oorlog, overeenkomstig het voorstel van de commissie, de mo gelijkheid geopend van levenslange 'gevangenisstraf of tijdelijke gevan- genisstraf van ten hoogste twintig jaren. Dezelfde straffen zijn, even eens overeenkomstig een voorstel van de commissie, welk voorstel de minister gaarne als een verbetering -aanvaardt, in de Nota van Wijzigin gen voorgesteld voor het misdrijf -.van- artikel 37. Beide wijzigingen hebben tot ge volg ,dat bij deze delicten, evenals thans reeds het geval is bij de an- u. dere delicten van titel 1 en titel 2 van het Tweede Boek, waarop levenslange gevangenisstraf is be- dreigd „in geval van oorlog", d.i. .dus indien oorlog werkelijk is uit- gebroken, de doodstraf zal kunnen worden opgelegd, indien zij althans gepleegd worden in een in Staat van Beleg verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks. Eveneens is in de Nota van Wijzigingen voorgesteld, overeenkomstig een suggestie, vermeld in het verslag van de commissie om ook de voorbereidingshandelingen van het 'rtiisdrijf van artikel 102 strafbaar te stellen. Verder zou de minister voor het oogenblik echter niet willen gaan. In hef bijzonder bestaat bij hem bezwaar voor het tegenwoordige mede te gaan met de verder strek kende voorstellen van de meerder heid van de commissie, rakende de strafmaat van artikel 98. Deze voorstellen houden in overbrenging van de misdrijven van de eerste beide titels van Het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, ook wat de burgers betreft, reeds onder den Staat van Beleg, dus nog voordat oorlog werkelijk is uitgebroken, naar den militairen rechter en het openen, in verband met de bijzondere bepalingen voor de militaire rechtspraak geldende, in aansluiting hieraan reeds onder dien staat van de mogelijkheid van doodstraf voor die delicten, waarop in het Wetboek van Straf recht levenslange gevangenisstraf gesteld De minister is tot de conclusie gekomen, dat het te dezen om zeer vérstrekkende voorzieningen gaat, waartoe naar zijn over tuiging alleen zeer beraden en in volkomen rust," én na overdenking van alle in aan merking komende gezichtspunten, mag worden besloten. De minister bedoelt overigens niet, dat zij uitdrukkelijk aangeteekend, de geprojec teerde oplossing definitief af te wijzen. Voorgesteld wordt de zeer belangrijke delicten, vervat in de titels 1 en 2 van het Tweede Boek van het Wetboek van Straf recht, ook indien deze door burgers worden begaan, reeds onder den Staat van Beleg over te brengen van de normale burgerlijke naar de militaire gerechten. Deze laatste gerechten zijn echter deels eerst onlangs in gesteld,. deels moeten zij nog op korten.,ter mijn. .worden .gevormd, terwijl zij krachtens opzet en samenstelling ook allereerst zijn gericht op de berechting van militairen en de beoordeeling van specifiek-militaire verhoudingen. De voorstellen houden ver der in aan artikel 78 van de Invoeringswet Militair Straf- en Tuchtrecht een verdere uitbreiding te geven, terwijl toch tegen dit artikel, voor wat de burgers aangaat, prin- cipieele bezwaren bestaan, in zooverre als het de doodstraf mogelijk maakt voor een aantal politieke en militaire delicten doch niet voorliet misdrijf, waarop die doodstraf in de eerste plaats behoort te staan: moord. Zij maken voorts de doodstraf, welke thans DE BIJEENKOMST VAN HET I. V. V. TE AMSTERDAM. Niet .gevaarlijk voor onze neutraliteit. Op vragen van het Tweede Kamerlid de Marchant et d'Ansembourg (n. s. b.) aan de ministers van buitenlandsche za ken en justitie over een gehouden confe rentie van vertegenwoordigers van bij het I. V. V. aangesloten vakverbonden, hebben deze ministers geantwoord, dat de aan burgers alleen kanworden opgelegd, I bedoelde vergadering een niet openbaar indien het land zich in oorlog bevindt en de karakter droeg, waaraan uitsluitend door eigen onderdanen aan het front sneuvelen, mede mogelijk tijdens een tijdperk van be dreigden vrede, waarin zulks nog niet het geval is en de doodstraf dus noodzakelijk een ander karakter bezit. Daarnaast worde nog herinnerd aan de bekende, in de handboeken vermelde bezwaren tegen de dood straf, o.m. het bezwaar van onher stelbaarheid. Terecht wordt door andere leden van de vaste commis sie in het verslag er op gewezen, dat in tijden van groote spanning vergissingen in de rechtspraak eer der kunnen voorkomen dan in nor male tijden; het is gevaarlijk de toe passelijkheid van de doodstraf juist voor zulke tijden uit te breiden. Ook is de afkondiging van den Staat van Beleg voor het geheele land, gelijk deze laatste leden terecht opmerken, afhankelijk van het subjectieve inzicht van de regee ring. Bij de vorenstaande overwegingen voegt zich voor den minister nog de volgende omstandigheid: bij de regeering zijn voorzieningen in be raad, welke de strekking hebben de mogelijkheid uit te sluiten, dat ge vangenisstraffen voor langeren duur opgelegd, door een vijandelijken inval zouden kunnen worden onder broken. Zouden deze voorzieningen na onderzoek de regeering aanvaard baar voorkomen, zoo zou een be langrijke aanleiding om, overeen komstig de voorstellen, te gaan in de richting van de doodstraf, weg vallen. De minister zou ook daarom gaarne deze voorstellen, evenals een aantal andere onder aan te duiden vraagstukken op het gebied van landverraad en spionnage, voor het mo ment aanhouden en, behoudens eventueele meer ondergeschikte wijzigingen en aanvul lingen, thans willen volstaan met het gewij zigde wetsontwerp, waaromtrent vrijwel al gemeenheid van gevoelen blijkt te bestaan en dat een spoedige totstandkoming behoeft. Mocht de Kamer dezen gedachtengang kunnen aanvaarden, zoo wil hij zijnerzijds gaarne toezeggen op korten termijn de in diening te zullen bevorderen van een twee de ontwerp, rakende deze materie, inhou dende o.m. een wijziging van het Wetboek van Militair Strafrecht. Waar hij omtrent deze laatste wijziging overleg moet plegen met zijn ambtgenoot van Defensie, zou invoeging in het aanhan gig wetsvoorstel tot vertraging aanleiding geven. Bij de behandeling van dit nieuwe ontwerp zullen de bovenbedoelde voorstel len opnieuw onder het oog kunnen worden gezien. In de Nota van Wijzigingen wordt in een nieuw artikel 4 voorgesteld, overeenkomstig de suggestie, gedaan in het Voorloopig Ver slag, de strafbaarheid uit het bestaande ar tikel 102 (ondermijning van het wettelijk gezag)- en ook die van artikel 97 uit te breiden tot voorbereidshandelingen. Gelijk tijdig bevat deze nota, in aansluiting aan de strafverhooging in de artikelen 98 en 87, een verhooging van de maximum-straf, bedreigd in het eerste lid, tot levenslange gevangenis straf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaar, Een afzonderlijke strafbepaling betreffen de het uiteenjagen van een vergadering van den Ministerraad, het dwingen tot het nemen of niet-nemen van een besluit door dien raad, enz., schijnt minder noodzakelijk. Op dit gebied kan met de algemeene bepalin gen van de artikelen 179 en 141 van het Wet boek van Strafrecht worden volstaan. Het feit schijnt trouwens nauwelijks waarschijn lijk. personen, uit onzijdige -landen afkomstig, werd deelgenomen. De regeering is van oordeel, dat deze bijeenkomst geen gevaar voor de neutraliteit van Nederland heeft opgeleverd. Maatregelen- - om bijeenkom sten hier te lande van- vertegenwoordigers van de in de vraag bedoelde organisaties voor het vervolg te verhinderen zijn niet overwogen. TWEE POOLSCHE KOOPLIEDEN IN ARREST. Huiszoeking te Amsterdam. Gister heeft de Amsterdamsch'e politie een huiszoeking gedaan ten huize van de beide Poolsche kooplieden A. en J. S. in de Euterpestraat te Amsterdam. De beide mannen werden Zaterdag j.l. reeds gear resteerd en thans wordt vermoed, dat zij zich aan valschheid in geschrifte hebben schuldig gemaakt. Zij worden er van ver dacht effecten naar Duitschland te hebben gestuurd als zoogenaamd „oud bezit" en hierbij, om dit voorwendsel oud bezit te bewijzen, valsche certificaten bij de zen ding te hebben gevoegd. De rechter-commissaris, mr. G. A. Schro der en de substituut-officier van justitie, mr. P. 'S Jacob, in gezelschap van commis saris L. Hoogeboom, hebben de huiszoeking verricht en eenige bescheiden in beslag genomen. Na de huiszoeking' zijn de beide Polen, die in den vorigen wereldoorlog in ons land zijn komen wonen, voor den rechter-com missaris geleid, die over hun insluiting in het huis van bewaring zal moeten beslissen. 29 April Gramofoonplaten, die niet verboden zijn. Op vragen van het Tweede Kamérlid van der Goes van Naters (s. d. a. p.) be treffende de inbeslagneming van H. Rauschning's boek „Gesprekken mét Hitier" en den verkoop van gramofoon platen met het lied „Wir fahren gegen Engeland" heeft de minister van justitie geantwoord: De bedoelde inbeslagneming heeft plaats gehad wegens overtreding van arti kel 119 van het wetboek van strafrecht. In de uitgave kwamen beleedigingert voor van het hoofd van een bevrienden Staat. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat hier te lande in winkels als in de vragen met name genoemd (de Deutsche Buchhand- lung en de winkels van het bolwerk, voormalige driehoekswinkels) en ook in sommige andere zaken gramophoonplaten, houdende het matroz.enlied „Wir fahren gegen Engeland" verkrijgbaar zijn. De verkoop valt niet onder het bereik der bestaande strafbepaling en het is den minister voorts gebleken, dat de opper bevelhebber van land- en zeemacht van oordeel is, dat de betrokken aangelegen heid geen aanleiding geeft voor het inci denteel nemen van maatregelen zijner zijds. HEBBEN EEN PAKJE SIGARETTEN GEKOCHT MINISTER DE GEER SPRAK VOOR DE RADIO. Herhaling hedenavond. De toespraak, die minister-president de Geer vanmiddag te één uur heeft gehouden, zal hedenavond na de nieuwsberichten van acht uur wor den herhaald. DE KOSTWINNERSVERGOEDING VOOR GEMOBILISEERDE AMBTENAREN. De minister van defensie heeft aan de burgemeesters het volgende schrijven toe gezonden: „Het is gebleken, dat in sommige ge meenten Wijziging is gebracht in de wijze, waarop aan de gemobiliseerde ambtenaren en arbeidscontractanten zekere inkomsten worden verzekerd over den tijd van hun verblijf in werkelijken dienst. De strekking van de wijziging zou zijn om dit personeel voor kostwinnersvergoeding in aanmerking te doen komen en vervolgens van gemeente wege een toeslag op de overige inkomsten te geven. Zoodanige volgorde bij den opbouw van het gezinsinkomen verdraagt zich echter niet met het aanvullend karakter van de kostwinnersvergoeding. Allereerst toch wordt het gezinsinkomen gevormd uit hetgeen de militair van zijn verdiensten als zoodanig aan zijn verwanten kan afstaan; verder uit hetgeen hem inge volge. de regeling van zijn rechtspositie toe komt en wat hij nog uit andere bronnen mocht genieten. Slechts indien het totaal van deze inkomsten ligt beneden het bedrag, dat voor het levensonderhoud van het gezin gerekend wordt noodig te zijn, zou er reden kunnen zijn om tot toekenning van kostwin nersvergoeding over te gaan. In de mobilisatie-vergoedings-'beschikking is thans een zoodanige wijziging gebracht, dat dit aan de kostwinnersvergoeding toe komende aanvullend karakter beter tot zijn recht zal komen. Practisch zullen de nieuwe bepalingen hierop neerkomen, dat ten aan zien van hef personeel van overheidsorganen geen kostwinnersvergoeding wordt toege kend", De volgende politieverordening van den O.L.Z. is opgenomen in de Ned. Staatscourant als algemeene bekendmaking no. 33 van den op perbevelhebber van land- en zee macht. De verordening luidt: Artikel 1. In déze verordening worden verstaan; Onder Nederlandsche zeeschepen en on der binnenschepen welke in Nederland thuisbehooren, datgenê, wat daaronder wordt verstaan in de wet behoud scheeps- ruimte 1939; Onder binnenwateren: alle wateren in Nederland, vallende bin nen de lijn aangegeven in artikel 1, lid 1, van de schepenwet, wélke voor het open baar verkeer openstaan; onder motorrijtuigen: motorrijtuigen in den zin. van artikel 1 der motor- en rijwielwet; onder vreémde motorrijtuigen: motorrijtuigen welke niét Of niet op recht matige wijze voorzien zjjn van een nummer met letter, als bedoeld in artikel 9, lid 1, sub 1, Van de motor- en rijwielwet; onder fototoestellen: alle toestellen, ge schikt voor het maken van fotografische en cinematografische opnamen. Een fototoestel wordt voor de toepassing van deze verordening gèacht voor onmid dellijk gebruik voorhanden of gereed te zijn indien het een film of plaat (platen) bevat. Onder fotografeeren wordt Verstaan: elk gebruik van een fototoestel als zoodanig; onder militaire onderwerpen: militaire onderwerpen, niet zijnde militaire werken in den zin van artikel 430 van het wetboek van strafrecht. Onder militaire onderwerpen in den zin van deze verordening zijn medé begrepen: militairen bij de uït'oéféning van hun dienst; militair materièél', gebouwen, waar in militairen zijn ondergebracht of waarin zich militaire büreelen, stafkwartierert of commandoposten bevinden; gebouwen, waarin militaire paarden; 'militair materieel of munitie zijn ondergébracht; militaire vliegvelden," vliegparken óf landingsterrei nen; bivaks, militaire autóparkén en mili taire wagenparken. Artikel 2. Het fotografeeren van militaire onderwerpen is verbo den. Artikel 3. Het is in de binnenwateren verboden aan boord van andere dan Ne derlandsche zeeschepen en aan boord van binnenschepen, .'die niet in Nederland thuis behooren,- fototoestellen te vervoeren, in voorraad te hebben of voorhanden te héb ben, anders dan in een op last van het mi litair gezag verzegelde bewaarplaats. Artikel 4. Het is op voor het openbaar verkeer openstaande rijwegen verboden in vreemde motorrijtuigen fototoestellen ie vervoeren, in voorraad te hebben of voor handen te hebben. Artikel 5. Het is verboden in een trein of in eenig ander openbaar middel van vervoer fototoestellen voor onmiddellijk gebruik voorhan den te hebben. Artikel 6. Onverminderd het be paalde in de vorige artikelen is het verboden voor onmiddellijk gebruik gereed zijnde fototoestellen in het openbaar te vervoeren of op of aan den openbaren weg of op voor het publiek toegankelijke plaatsen voor onmiddellijk gebruik voorhanden te hebben, in die gebieden, waarvoor dit verbod door of vanwege het mi litair gezag door middel van aan plakking nader ter algemeene ken nis is gebracht. Artikel 7. Van het bepaalde in de artike len 2, 3, 4, 5 en 6 kan door of vanwege den opperbevelhebber van land- en zeemacht al dan niet voorwaardelijk schriftelijk onthef fing worden verleend. Deze ontheffingen kunnen te allen tijde en zonder opgaaf van redenen worden in getrokken. Zij zijn slechts van kracht voor zoover zij op eerste aanvraag worden ver toond aan de personen, genoemd in. art. 8. Bij misbruik of op vermoeden van mis bruik kunnen laatstgenoemde personen ont heffingen voorloopig intrekken en daartoe innemen. Zij moeten alsdan de ingenomen ontheffingen onverwijld inzenden bij de betrokken autoriteiten, bekleed met mili tair gezag, die terzake nader zullen beslis sen. Artikel 8. Met de zorg voor de naleving en met de handhaving van deze verorde ning zijn belast: 1. de personen, bedoeld in artikel 141 van het wetboek van strafvordering; 2. het per soneel der koninklijke marechaussee; 3. de militaire politie; 4. de militairen, belast met wacht-, patrouille- of onderzoekings- dienst; 5. de ambtenaren van den rijkswa terstaat; 6. de ambtenarenvan de scheep vaartinspectie; 7. de ambtenaren van cje rijksverkeersinspectie; 8. de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen. Met de zorg voor de naleving en met de handhaving van het verbod, om in treinen fototoestellen voor onmiddellijk gebruik voorhanden ie hebben zijn mede belast de beambten en bedienden van den spoorweg. Artikel 9. Deze verordening kan worden aangehaald als „verordening fotografie O. L.Z.". Artikel 10. Deze verordening treedt in werking op den dag na dien van hare ver schijning in het Staatsblad waarin zij on verwijld zal worden afgekondigd. VIJF PROCENT DUURTETOESLAG BIJ STIJGING VAN INDEXCIJFER MET 10 PROCENT. Georganiseerd overleg in ambtenaarszaken. In haar vergadering van gisteren be ëindigde de centrale commissie voor geor ganiseerd overleg in ambtenarenzaken de behandeling van den duurtetoeslag. Overeenstemming werd over dit punt niet bereikt. De regeering gaf als haar uiteindelijk standpunt te kennen van meening te zijn, dat op dit oogenblik het nog niet gewet tigd is een duurtetoeslag toe te kennen, maar dat zulks wel het geval zal zijn, wanneer het indexcijfer in verhouding tot dat van de periode 1937/1938 met 10 pet. zal zijn gestegen. Op dat tijdstip zou de regee ring aan de gehuwde ambtenaren en daarmede gelijkstaanden met een bruto inkomen van ten hoogste 1800,een duurtetoe slag van 5 pet. willen toekennen. De vertegenwoordigers der organisaties waren van oordeel, dat dé positie, waarin in het bijzonder hét lagere personeel ver keert, zoodanig is, dat reeds thans op toe kenning van een duurtetoeslag, zij het ook niet over de geheele linie, aanspraak be staat. ONZE POSTVLUCHTEN. De positie der postvliegtuigen was heden: Uitreis: „Oehoe (gezagvoerder Smir noff) te Rangoon, wordt 5 Mei te Batavia verwacht; „Nandoe" (Gravis) te Alexan- drië, wordt 8 Mei te Batavia verwacht. Thuisreis: „Gier" (Blaak) te Alexan- drië, wordt 4 Mei te Napels verwacht. „Emoe" (Kalberer) te Rangoon, word.t 7 Mei te Napels verwacht. ONGEWENSCHTE DEELNEMERS AAN N.J.V.-MARSCH. Bij het opstellen van de marschformatie voor den N.J.V.-marsch, Donderdag op het terrein van het Kurhaus te Scheveningen, meldde zich een groep die ,,'t Geuzenven del" heette aldus meldt het Hbld. Zij was ongeveer vijftig- man sterk en gekleed in. Oranje hemd met lederwerk,- zwarte rij-, broek en zwarte rijlaarzen. Het bleek, dat men voor deze gelegenheid een nieuwe naam had gekozen, want vroeger heette deze wandelvereeniging „Paraat" en droeg toen een wit hemd met zwarte ster. Op bevel van de politie heeft dit .Geu zenvendel" zich uit den stoet moeten ver wijderen, omdat deze deelnemers klaarblij kelijk onsportieve bedoelingen hadden. Dit verwijderen ging weliswaar zonder inciden ten, doch er werd een spreekkoor aangehe ven waaruit men het woord „schande" op ving. Toen bij den terugkeer de deelnemers aan den N.J.V.-marsch zich 's avonds in de Kur- zaal vereenigden, heeft zich een ander in cident voorgedaan. Onder de aanwezigen bevond zich een groep jongeren, die den naam „Blauwvoet" voerden. Dit bleek één organisatie te zijn, die zich gevormd had uit de vroegere Nationale Jeugdstorm eveneens een N.S.B.-instelling. Bij het zingen van het Wilhelmus bracht deze groep een soort N.S.B.-groet, hetgeen door het bestuur was verboden. De voor zitter heeft daarop verzocht dien groet na te laten. Dit werd geweigerd, doch in marschformatie hebben toen dié blauwvoe- ters demonstratief dé Kurzaal verlaten. Vijfjarig meisje verdronken. - Het vijf jarig meisje G'.'van E., wonende aan het Mecklenburgplein in Loqsduinen, Is gister middag bij het spelen aan'den kant van de vaart nabij de' coöperatieve groentenveiling aan den Houtweg te Loosduinen in het water gevallen en- verdronken. School van het „Nederlandsch Lucht vaart Instituut" geopend. - In tegenwoordig heid van prins Bernhard heeft de minister van onderwijs, 'kunsten en wetenschappen, de heer G. Bolkestéin, gistermiddag te Den Haag de school van het „Nederlandsch- Luchtvaart instituut" geopend.- - TWEE] Voetbal De drie con thuis: Blau naar D.H.C belangrijk thuisspeleni Alcmaria s gaan naar Bijna onmiddell dag volgt opnieut petitiedag. In afd van Ajax te winn zullen trachten 1 V.S.V. en Haarler kansen. K.F.C.I de laatste plaats. In Afd. II zal Fe kampioen kunnen zal Heracles haar liezen en zeker om van Go Ahead niet en kijkt belan Wageningen, TubantiaE. Boy gram. Juliana moet in de punt op P.S.V. spelen in Zuid: N IILimburgia, M V.Longa en He] alleen G.V.A.V. Sneek. In de Afd. B maria thuis speler winnen. Veel zal Alkm. voorhoede. Helder zeker her 01. Pumersteijn Frisia—Z.F.C. en drie hebben de tl Verder verwijzi gende wedstrijder gramma voorkom C H.F.C.—A.F.C Z.V.V.—Kinh BeverwijkI D.W.V.—Zeel E.D.O.—De K D Hilversum1 VeloxDe S{ HerculesU.' Vriendenscha E OudesluisSi Wieringerwa; AtlasH.R.C F Strandvogels- M.F.C.Andi SportersHo G C.S.V.—Alcrr Alkmaarsche UitgeestD.1] Alkm: beide. - mondia een ver Boys a We zijn weer ee gekomen en steeds naderbij. is de beslissing ec wel wisten de Oudorp I een f behalen, maar hu: maakten bij Alci boekten zelfs een uitgespeeld en zal de Vronianen mi kampioen te kum groen-zwarte con< do wedstrijden w extra ontmoeting Alkm. Boys III Koedijk I en di meer dan we ver hadden ze zelfs sprong; het einde De geblokten zuil de derde plaatsbe ren. De stand is thar Alkmaar Vrone Alkm. Boys III Schoorl Alcmaria TV Koedijk Oudorp was het een heel dia I; zelf wisten rijke ontmoeting horn I in een zw om te zetten, terv groote verrassing Oranje Wit I in slaan; een heel g< tricummers. Installatie a bevordering der t Ten departement: en wetenschappen stallatie plaats ge seerde „commissie vordering der toi Namens den mini voerd door den c onderwijs, prof. d Nederlandse Britsche reddingi vernemen, heeft i „La Corona", een van het Koninklij drag van vijftig j men aan het Koni instituut uit dank aan een van haai reddingboot uit 1 der bemanning v heeft gered.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6