r
279000 MAN
DIE ZIJN NIET GEK
Opnieuv
Doodstraf op spionriage ongewenscht.
SPOF
Minister Gerbrandy
De minister beeft tegen invoering
ernstige bezwaren.
Buiten den oorlog maximum
vijftien jaar, in oorlog
levenslang.
Doodstraf in oorlogs
tijd mogelijk.
„Wir fahren gegen Engeland".
MONTE CARLO
Foto-verordening van den
opperbevelhebber.
Vervoeren van fototoestellen
beperkt.
GEMENGD NIÉUWS.
Langs de
•TWEEDE BLAD
De. overwegingen, ten aanzien van het
Wetsontwerp houdende nadere voorzienin
gen tegen het bekend worden van Staatsge
heimen en houdende verhooging van de
maximumstraf op een aantal misdrijven
tegen de veiligheid van den Staat, welke
overwegingen zijn weergegeven in het
voorloopig verslag van de vaste commissie
voor Privaat- en Strafrecht, hebben den
minister van Justitie aanleiding gegeven tot
de navolgende beantwoording aan de Twee
de Kamer.
Dok de minister ziet de voorzieningen
opgenomen in het thans aanhangige wets
ontwerp, slechts als een onderdeel van het
geen -voor een doeltreffende bestrijding en
onderdrukking van het zoo gevaarlijke
euvél van de spionnage is vereischt.
Van het meeste belang schijnt hem op dat
oogenblik, dat op korten termijn de voor
zienhigen tot stand komen, waaromtrent
tusschen Regeering en Staten-Generaal
overeenstemming van gevoelens aanwezig
isj Dit zijn voor alles: een aanmerkelijke
verzwaring van straffen, gesteld op spion
nage en een aantal andere vormen van
landverraad en een technische verbetering
en aanvulling van de omschrijving van het
misdrijf van spionnage in ons Wetboek van
Strafrecht.
-.- In een Nota van Wijzigingen
wordt voor spionnage, althans voor
- -wat feiten betreft gepleegd in tijd
•van oorlog, overeenkomstig het
voorstel van de commissie, de mo
gelijkheid geopend van levenslange
'gevangenisstraf of tijdelijke gevan-
genisstraf van ten hoogste twintig
jaren. Dezelfde straffen zijn, even
eens overeenkomstig een voorstel
van de commissie, welk voorstel de
minister gaarne als een verbetering
-aanvaardt, in de Nota van Wijzigin
gen voorgesteld voor het misdrijf
-.van- artikel 37.
Beide wijzigingen hebben tot ge
volg ,dat bij deze delicten, evenals
thans reeds het geval is bij de an-
u. dere delicten van titel 1 en titel 2
van het Tweede Boek, waarop
levenslange gevangenisstraf is be-
dreigd „in geval van oorlog", d.i.
.dus indien oorlog werkelijk is uit-
gebroken, de doodstraf zal kunnen
worden opgelegd, indien zij althans
gepleegd worden in een in Staat
van Beleg verklaard gedeelte van
het grondgebied des Rijks.
Eveneens is in de Nota van Wijzigingen
voorgesteld, overeenkomstig een suggestie,
vermeld in het verslag van de commissie
om ook de voorbereidingshandelingen van
het 'rtiisdrijf van artikel 102 strafbaar te
stellen.
Verder zou de minister voor het
oogenblik echter niet willen gaan.
In hef bijzonder bestaat bij hem
bezwaar voor het tegenwoordige
mede te gaan met de verder strek
kende voorstellen van de meerder
heid van de commissie, rakende de
strafmaat van artikel 98.
Deze voorstellen houden in overbrenging
van de misdrijven van de eerste beide titels
van Het Tweede Boek van het Wetboek van
Strafrecht, ook wat de burgers betreft,
reeds onder den Staat van Beleg, dus nog
voordat oorlog werkelijk is uitgebroken,
naar den militairen rechter en het openen,
in verband met de bijzondere bepalingen
voor de militaire rechtspraak geldende, in
aansluiting hieraan reeds onder dien staat
van de mogelijkheid van doodstraf voor die
delicten, waarop in het Wetboek van Straf
recht levenslange gevangenisstraf gesteld
De minister is tot de conclusie gekomen,
dat het te dezen om zeer vérstrekkende
voorzieningen gaat, waartoe naar zijn over
tuiging alleen zeer beraden en in volkomen
rust," én na overdenking van alle in aan
merking komende gezichtspunten, mag
worden besloten.
De minister bedoelt overigens niet, dat zij
uitdrukkelijk aangeteekend, de geprojec
teerde oplossing definitief af te wijzen.
Voorgesteld wordt de zeer belangrijke
delicten, vervat in de titels 1 en 2 van het
Tweede Boek van het Wetboek van Straf
recht, ook indien deze door burgers worden
begaan, reeds onder den Staat van Beleg
over te brengen van de normale burgerlijke
naar de militaire gerechten. Deze laatste
gerechten zijn echter deels eerst onlangs in
gesteld,. deels moeten zij nog op korten.,ter
mijn. .worden .gevormd, terwijl zij krachtens
opzet en samenstelling ook allereerst zijn
gericht op de berechting van militairen en
de beoordeeling van specifiek-militaire
verhoudingen. De voorstellen houden ver
der in aan artikel 78 van de Invoeringswet
Militair Straf- en Tuchtrecht een verdere
uitbreiding te geven, terwijl toch tegen dit
artikel, voor wat de burgers aangaat, prin-
cipieele bezwaren bestaan, in zooverre als
het de doodstraf mogelijk maakt voor een
aantal politieke en militaire delicten doch
niet voorliet misdrijf, waarop die doodstraf
in de eerste plaats behoort te staan: moord.
Zij maken voorts de doodstraf, welke thans
DE BIJEENKOMST VAN HET I. V. V.
TE AMSTERDAM.
Niet .gevaarlijk voor
onze neutraliteit.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
de Marchant et d'Ansembourg (n. s. b.)
aan de ministers van buitenlandsche za
ken en justitie over een gehouden confe
rentie van vertegenwoordigers van bij
het I. V. V. aangesloten vakverbonden,
hebben deze ministers geantwoord, dat de
aan burgers alleen kanworden opgelegd, I bedoelde vergadering een niet openbaar
indien het land zich in oorlog bevindt en de karakter droeg, waaraan uitsluitend door
eigen onderdanen aan het front sneuvelen,
mede mogelijk tijdens een tijdperk van be
dreigden vrede, waarin zulks nog niet het
geval is en de doodstraf dus noodzakelijk
een ander karakter bezit.
Daarnaast worde nog herinnerd
aan de bekende, in de handboeken
vermelde bezwaren tegen de dood
straf, o.m. het bezwaar van onher
stelbaarheid. Terecht wordt door
andere leden van de vaste commis
sie in het verslag er op gewezen,
dat in tijden van groote spanning
vergissingen in de rechtspraak eer
der kunnen voorkomen dan in nor
male tijden; het is gevaarlijk de toe
passelijkheid van de doodstraf juist
voor zulke tijden uit te breiden.
Ook is de afkondiging van den Staat van
Beleg voor het geheele land, gelijk deze
laatste leden terecht opmerken, afhankelijk
van het subjectieve inzicht van de regee
ring.
Bij de vorenstaande overwegingen
voegt zich voor den minister nog de
volgende omstandigheid: bij de
regeering zijn voorzieningen in be
raad, welke de strekking hebben de
mogelijkheid uit te sluiten, dat ge
vangenisstraffen voor langeren duur
opgelegd, door een vijandelijken
inval zouden kunnen worden onder
broken. Zouden deze voorzieningen
na onderzoek de regeering aanvaard
baar voorkomen, zoo zou een be
langrijke aanleiding om, overeen
komstig de voorstellen, te gaan in
de richting van de doodstraf, weg
vallen.
De minister zou ook daarom gaarne deze
voorstellen, evenals een aantal andere onder
aan te duiden vraagstukken op het gebied
van landverraad en spionnage, voor het mo
ment aanhouden en, behoudens eventueele
meer ondergeschikte wijzigingen en aanvul
lingen, thans willen volstaan met het gewij
zigde wetsontwerp, waaromtrent vrijwel al
gemeenheid van gevoelen blijkt te bestaan
en dat een spoedige totstandkoming behoeft.
Mocht de Kamer dezen gedachtengang
kunnen aanvaarden, zoo wil hij zijnerzijds
gaarne toezeggen op korten termijn de in
diening te zullen bevorderen van een twee
de ontwerp, rakende deze materie, inhou
dende o.m. een wijziging van het Wetboek
van Militair Strafrecht.
Waar hij omtrent deze laatste wijziging
overleg moet plegen met zijn ambtgenoot
van Defensie, zou invoeging in het aanhan
gig wetsvoorstel tot vertraging aanleiding
geven. Bij de behandeling van dit nieuwe
ontwerp zullen de bovenbedoelde voorstel
len opnieuw onder het oog kunnen worden
gezien.
In de Nota van Wijzigingen wordt in een
nieuw artikel 4 voorgesteld, overeenkomstig
de suggestie, gedaan in het Voorloopig Ver
slag, de strafbaarheid uit het bestaande ar
tikel 102 (ondermijning van het wettelijk
gezag)- en ook die van artikel 97 uit te
breiden tot voorbereidshandelingen. Gelijk
tijdig bevat deze nota, in aansluiting aan de
strafverhooging in de artikelen 98 en 87, een
verhooging van de maximum-straf, bedreigd
in het eerste lid, tot levenslange gevangenis
straf of tijdelijke van ten hoogste twintig
jaar,
Een afzonderlijke strafbepaling betreffen
de het uiteenjagen van een vergadering van
den Ministerraad, het dwingen tot het nemen
of niet-nemen van een besluit door dien
raad, enz., schijnt minder noodzakelijk. Op
dit gebied kan met de algemeene bepalin
gen van de artikelen 179 en 141 van het Wet
boek van Strafrecht worden volstaan. Het
feit schijnt trouwens nauwelijks waarschijn
lijk.
personen, uit onzijdige -landen afkomstig,
werd deelgenomen. De regeering is van
oordeel, dat deze bijeenkomst geen gevaar
voor de neutraliteit van Nederland heeft
opgeleverd. Maatregelen- - om bijeenkom
sten hier te lande van- vertegenwoordigers
van de in de vraag bedoelde organisaties
voor het vervolg te verhinderen zijn niet
overwogen.
TWEE POOLSCHE KOOPLIEDEN
IN ARREST.
Huiszoeking te Amsterdam.
Gister heeft de Amsterdamsch'e politie
een huiszoeking gedaan ten huize van de
beide Poolsche kooplieden A. en J. S. in de
Euterpestraat te Amsterdam. De beide
mannen werden Zaterdag j.l. reeds gear
resteerd en thans wordt vermoed, dat zij
zich aan valschheid in geschrifte hebben
schuldig gemaakt. Zij worden er van ver
dacht effecten naar Duitschland te hebben
gestuurd als zoogenaamd „oud bezit" en
hierbij, om dit voorwendsel oud bezit te
bewijzen, valsche certificaten bij de zen
ding te hebben gevoegd.
De rechter-commissaris, mr. G. A. Schro
der en de substituut-officier van justitie,
mr. P. 'S Jacob, in gezelschap van commis
saris L. Hoogeboom, hebben de huiszoeking
verricht en eenige bescheiden in beslag
genomen.
Na de huiszoeking' zijn de beide Polen,
die in den vorigen wereldoorlog in ons land
zijn komen wonen, voor den rechter-com
missaris geleid, die over hun insluiting in
het huis van bewaring zal moeten beslissen.
29 April
Gramofoonplaten, die niet
verboden zijn.
Op vragen van het Tweede Kamérlid
van der Goes van Naters (s. d. a. p.) be
treffende de inbeslagneming van H.
Rauschning's boek „Gesprekken mét
Hitier" en den verkoop van gramofoon
platen met het lied „Wir fahren gegen
Engeland" heeft de minister van justitie
geantwoord:
De bedoelde inbeslagneming heeft
plaats gehad wegens overtreding van arti
kel 119 van het wetboek van strafrecht.
In de uitgave kwamen beleedigingert voor
van het hoofd van een bevrienden Staat.
Een onderzoek heeft uitgewezen, dat hier
te lande in winkels als in de vragen met
name genoemd (de Deutsche Buchhand-
lung en de winkels van het bolwerk,
voormalige driehoekswinkels) en ook in
sommige andere zaken gramophoonplaten,
houdende het matroz.enlied „Wir fahren
gegen Engeland" verkrijgbaar zijn.
De verkoop valt niet onder het bereik
der bestaande strafbepaling en het is den
minister voorts gebleken, dat de opper
bevelhebber van land- en zeemacht van
oordeel is, dat de betrokken aangelegen
heid geen aanleiding geeft voor het inci
denteel nemen van maatregelen zijner
zijds.
HEBBEN EEN PAKJE
SIGARETTEN GEKOCHT
MINISTER DE GEER SPRAK VOOR
DE RADIO.
Herhaling hedenavond.
De toespraak, die minister-president
de Geer vanmiddag te één uur heeft
gehouden, zal hedenavond na de
nieuwsberichten van acht uur wor
den herhaald.
DE KOSTWINNERSVERGOEDING VOOR
GEMOBILISEERDE AMBTENAREN.
De minister van defensie heeft aan de
burgemeesters het volgende schrijven toe
gezonden:
„Het is gebleken, dat in sommige ge
meenten Wijziging is gebracht in de wijze,
waarop aan de gemobiliseerde ambtenaren
en arbeidscontractanten zekere inkomsten
worden verzekerd over den tijd van hun
verblijf in werkelijken dienst. De strekking
van de wijziging zou zijn om dit personeel
voor kostwinnersvergoeding in aanmerking
te doen komen en vervolgens van gemeente
wege een toeslag op de overige inkomsten
te geven.
Zoodanige volgorde bij den opbouw van
het gezinsinkomen verdraagt zich echter
niet met het aanvullend karakter van de
kostwinnersvergoeding.
Allereerst toch wordt het gezinsinkomen
gevormd uit hetgeen de militair van zijn
verdiensten als zoodanig aan zijn verwanten
kan afstaan; verder uit hetgeen hem inge
volge. de regeling van zijn rechtspositie toe
komt en wat hij nog uit andere bronnen
mocht genieten. Slechts indien het totaal
van deze inkomsten ligt beneden het bedrag,
dat voor het levensonderhoud van het gezin
gerekend wordt noodig te zijn, zou er reden
kunnen zijn om tot toekenning van kostwin
nersvergoeding over te gaan.
In de mobilisatie-vergoedings-'beschikking
is thans een zoodanige wijziging gebracht,
dat dit aan de kostwinnersvergoeding toe
komende aanvullend karakter beter tot zijn
recht zal komen. Practisch zullen de nieuwe
bepalingen hierop neerkomen, dat ten aan
zien van hef personeel van overheidsorganen
geen kostwinnersvergoeding wordt toege
kend",
De volgende politieverordening
van den O.L.Z. is opgenomen in de
Ned. Staatscourant als algemeene
bekendmaking no. 33 van den op
perbevelhebber van land- en zee
macht. De verordening luidt:
Artikel 1. In déze verordening worden
verstaan;
Onder Nederlandsche zeeschepen en on
der binnenschepen welke in Nederland
thuisbehooren, datgenê, wat daaronder
wordt verstaan in de wet behoud scheeps-
ruimte 1939;
Onder binnenwateren:
alle wateren in Nederland, vallende bin
nen de lijn aangegeven in artikel 1, lid 1,
van de schepenwet, wélke voor het open
baar verkeer openstaan;
onder motorrijtuigen:
motorrijtuigen in den zin. van artikel 1
der motor- en rijwielwet;
onder vreémde motorrijtuigen:
motorrijtuigen welke niét Of niet op recht
matige wijze voorzien zjjn van een nummer
met letter, als bedoeld in artikel 9, lid 1,
sub 1, Van de motor- en rijwielwet;
onder fototoestellen: alle toestellen, ge
schikt voor het maken van fotografische en
cinematografische opnamen.
Een fototoestel wordt voor de toepassing
van deze verordening gèacht voor onmid
dellijk gebruik voorhanden of gereed te
zijn indien het een film of plaat (platen)
bevat.
Onder fotografeeren wordt Verstaan: elk
gebruik van een fototoestel als zoodanig;
onder militaire onderwerpen: militaire
onderwerpen, niet zijnde militaire werken
in den zin van artikel 430 van het wetboek
van strafrecht.
Onder militaire onderwerpen in den zin
van deze verordening zijn medé begrepen:
militairen bij de uït'oéféning van hun
dienst; militair materièél', gebouwen, waar
in militairen zijn ondergebracht of waarin
zich militaire büreelen, stafkwartierert of
commandoposten bevinden; gebouwen,
waarin militaire paarden; 'militair materieel
of munitie zijn ondergébracht; militaire
vliegvelden," vliegparken óf landingsterrei
nen; bivaks, militaire autóparkén en mili
taire wagenparken.
Artikel 2. Het fotografeeren van
militaire onderwerpen is verbo
den.
Artikel 3. Het is in de binnenwateren
verboden aan boord van andere dan Ne
derlandsche zeeschepen en aan boord van
binnenschepen, .'die niet in Nederland thuis
behooren,- fototoestellen te vervoeren, in
voorraad te hebben of voorhanden te héb
ben, anders dan in een op last van het mi
litair gezag verzegelde bewaarplaats.
Artikel 4. Het is op voor het openbaar
verkeer openstaande rijwegen verboden in
vreemde motorrijtuigen fototoestellen ie
vervoeren, in voorraad te hebben of voor
handen te hebben.
Artikel 5. Het is verboden in een
trein of in eenig ander openbaar
middel van vervoer fototoestellen
voor onmiddellijk gebruik voorhan
den te hebben.
Artikel 6. Onverminderd het be
paalde in de vorige artikelen is het
verboden voor onmiddellijk gebruik
gereed zijnde fototoestellen in het
openbaar te vervoeren of op of aan
den openbaren weg of op voor het
publiek toegankelijke plaatsen voor
onmiddellijk gebruik voorhanden te
hebben, in die gebieden, waarvoor
dit verbod door of vanwege het mi
litair gezag door middel van aan
plakking nader ter algemeene ken
nis is gebracht.
Artikel 7. Van het bepaalde in de artike
len 2, 3, 4, 5 en 6 kan door of vanwege den
opperbevelhebber van land- en zeemacht al
dan niet voorwaardelijk schriftelijk onthef
fing worden verleend.
Deze ontheffingen kunnen te allen tijde
en zonder opgaaf van redenen worden in
getrokken. Zij zijn slechts van kracht voor
zoover zij op eerste aanvraag worden ver
toond aan de personen, genoemd in. art. 8.
Bij misbruik of op vermoeden van mis
bruik kunnen laatstgenoemde personen ont
heffingen voorloopig intrekken en daartoe
innemen. Zij moeten alsdan de ingenomen
ontheffingen onverwijld inzenden bij de
betrokken autoriteiten, bekleed met mili
tair gezag, die terzake nader zullen beslis
sen.
Artikel 8. Met de zorg voor de naleving
en met de handhaving van deze verorde
ning zijn belast:
1. de personen, bedoeld in artikel 141 van
het wetboek van strafvordering; 2. het per
soneel der koninklijke marechaussee; 3. de
militaire politie; 4. de militairen, belast
met wacht-, patrouille- of onderzoekings-
dienst; 5. de ambtenaren van den rijkswa
terstaat; 6. de ambtenarenvan de scheep
vaartinspectie; 7. de ambtenaren van cje
rijksverkeersinspectie; 8. de ambtenaren
der invoerrechten en accijnzen.
Met de zorg voor de naleving en met de
handhaving van het verbod, om in treinen
fototoestellen voor onmiddellijk gebruik
voorhanden ie hebben zijn mede belast de
beambten en bedienden van den spoorweg.
Artikel 9. Deze verordening kan worden
aangehaald als „verordening fotografie O.
L.Z.".
Artikel 10. Deze verordening treedt in
werking op den dag na dien van hare ver
schijning in het Staatsblad waarin zij on
verwijld zal worden afgekondigd.
VIJF PROCENT DUURTETOESLAG BIJ
STIJGING VAN INDEXCIJFER
MET 10 PROCENT.
Georganiseerd overleg
in ambtenaarszaken.
In haar vergadering van gisteren be
ëindigde de centrale commissie voor geor
ganiseerd overleg in ambtenarenzaken de
behandeling van den duurtetoeslag.
Overeenstemming werd over dit punt
niet bereikt.
De regeering gaf als haar uiteindelijk
standpunt te kennen van meening te zijn,
dat op dit oogenblik het nog niet gewet
tigd is een duurtetoeslag toe te kennen,
maar dat zulks wel het geval zal zijn,
wanneer het indexcijfer in verhouding tot
dat van de periode 1937/1938 met 10 pet.
zal zijn gestegen.
Op dat tijdstip zou de regee
ring aan de gehuwde ambtenaren
en daarmede gelijkstaanden met
een bruto inkomen van ten
hoogste 1800,een duurtetoe
slag van 5 pet. willen toekennen.
De vertegenwoordigers der organisaties
waren van oordeel, dat dé positie, waarin
in het bijzonder hét lagere personeel ver
keert, zoodanig is, dat reeds thans op toe
kenning van een duurtetoeslag, zij het ook
niet over de geheele linie, aanspraak be
staat.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De positie der postvliegtuigen was
heden:
Uitreis: „Oehoe (gezagvoerder Smir
noff) te Rangoon, wordt 5 Mei te Batavia
verwacht; „Nandoe" (Gravis) te Alexan-
drië, wordt 8 Mei te Batavia verwacht.
Thuisreis: „Gier" (Blaak) te Alexan-
drië, wordt 4 Mei te Napels verwacht.
„Emoe" (Kalberer) te Rangoon, word.t
7 Mei te Napels verwacht.
ONGEWENSCHTE DEELNEMERS
AAN N.J.V.-MARSCH.
Bij het opstellen van de marschformatie
voor den N.J.V.-marsch, Donderdag op het
terrein van het Kurhaus te Scheveningen,
meldde zich een groep die ,,'t Geuzenven
del" heette aldus meldt het Hbld. Zij was
ongeveer vijftig- man sterk en gekleed in.
Oranje hemd met lederwerk,- zwarte rij-,
broek en zwarte rijlaarzen. Het bleek, dat
men voor deze gelegenheid een nieuwe
naam had gekozen, want vroeger heette
deze wandelvereeniging „Paraat" en droeg
toen een wit hemd met zwarte ster.
Op bevel van de politie heeft dit .Geu
zenvendel" zich uit den stoet moeten ver
wijderen, omdat deze deelnemers klaarblij
kelijk onsportieve bedoelingen hadden. Dit
verwijderen ging weliswaar zonder inciden
ten, doch er werd een spreekkoor aangehe
ven waaruit men het woord „schande" op
ving.
Toen bij den terugkeer de deelnemers aan
den N.J.V.-marsch zich 's avonds in de Kur-
zaal vereenigden, heeft zich een ander in
cident voorgedaan. Onder de aanwezigen
bevond zich een groep jongeren, die den
naam „Blauwvoet" voerden. Dit bleek één
organisatie te zijn, die zich gevormd had uit
de vroegere Nationale Jeugdstorm eveneens
een N.S.B.-instelling.
Bij het zingen van het Wilhelmus bracht
deze groep een soort N.S.B.-groet, hetgeen
door het bestuur was verboden. De voor
zitter heeft daarop verzocht dien groet na
te laten. Dit werd geweigerd, doch in
marschformatie hebben toen dié blauwvoe-
ters demonstratief dé Kurzaal verlaten.
Vijfjarig meisje verdronken. - Het vijf
jarig meisje G'.'van E., wonende aan het
Mecklenburgplein in Loqsduinen, Is gister
middag bij het spelen aan'den kant van de
vaart nabij de' coöperatieve groentenveiling
aan den Houtweg te Loosduinen in het water
gevallen en- verdronken.
School van het „Nederlandsch Lucht
vaart Instituut" geopend. - In tegenwoordig
heid van prins Bernhard heeft de minister
van onderwijs, 'kunsten en wetenschappen,
de heer G. Bolkestéin, gistermiddag te Den
Haag de school van het „Nederlandsch-
Luchtvaart instituut" geopend.- -
TWEE]
Voetbal
De drie con
thuis: Blau
naar D.H.C
belangrijk
thuisspeleni
Alcmaria s
gaan naar
Bijna onmiddell
dag volgt opnieut
petitiedag. In afd
van Ajax te winn
zullen trachten 1
V.S.V. en Haarler
kansen. K.F.C.I
de laatste plaats.
In Afd. II zal Fe
kampioen kunnen
zal Heracles haar
liezen en zeker
om van Go Ahead
niet en kijkt belan
Wageningen,
TubantiaE. Boy
gram.
Juliana moet in
de punt op P.S.V.
spelen in Zuid: N
IILimburgia, M
V.Longa en He]
alleen G.V.A.V.
Sneek.
In de Afd. B
maria thuis speler
winnen. Veel zal
Alkm. voorhoede.
Helder zeker her
01. Pumersteijn
Frisia—Z.F.C. en
drie hebben de tl
Verder verwijzi
gende wedstrijder
gramma voorkom
C
H.F.C.—A.F.C
Z.V.V.—Kinh
BeverwijkI
D.W.V.—Zeel
E.D.O.—De K
D
Hilversum1
VeloxDe S{
HerculesU.'
Vriendenscha
E
OudesluisSi
Wieringerwa;
AtlasH.R.C
F
Strandvogels-
M.F.C.Andi
SportersHo
G
C.S.V.—Alcrr
Alkmaarsche
UitgeestD.1]
Alkm:
beide. -
mondia
een ver
Boys a
We zijn weer ee
gekomen en
steeds naderbij.
is de beslissing ec
wel wisten de
Oudorp I een f
behalen, maar hu:
maakten bij Alci
boekten zelfs een
uitgespeeld en zal
de Vronianen mi
kampioen te kum
groen-zwarte con<
do wedstrijden w
extra ontmoeting
Alkm. Boys III
Koedijk I en di
meer dan we ver
hadden ze zelfs
sprong; het einde
De geblokten zuil
de derde plaatsbe
ren.
De stand is thar
Alkmaar
Vrone
Alkm. Boys III
Schoorl
Alcmaria TV
Koedijk
Oudorp
was het een heel
dia I; zelf wisten
rijke ontmoeting
horn I in een zw
om te zetten, terv
groote verrassing
Oranje Wit I in
slaan; een heel g<
tricummers.
Installatie a
bevordering der t
Ten departement:
en wetenschappen
stallatie plaats ge
seerde „commissie
vordering der toi
Namens den mini
voerd door den c
onderwijs, prof. d
Nederlandse
Britsche reddingi
vernemen, heeft i
„La Corona", een
van het Koninklij
drag van vijftig j
men aan het Koni
instituut uit dank
aan een van haai
reddingboot uit 1
der bemanning v
heeft gered.