IVü ttadc 'y. Vooral! Hyra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet. 111 jiSf ff ,1b Vr 11 R R im m U#l§ 1 i 14 IÉIh* a H BId® PP» mm #B /B BI ilS! iH! |_AATSTE 0US Gemeenteraden ZIJPE 1. 1. DE TWEEDE BLAD. Donderdagavond vergaderde de ge meenteraad onder leiding van mr. D. Breebaart, burgemeester. Afwezig waren de heer Veltman wegens verhindering en de heer Dignum wegens ziekte. Mededeelingen en ingekomen stukken. Medegedeeld werd, dat B. en W. de stortgronden langs het Noordhollandsch kanaal hebben ingehuurd voor de som van 715 per jaar. Voor onderverhuur in perceelen wordt thans met de gegadigden onderhandeld. De voorzitter deelde mede in ver band met de in de vorige vergadering aan B. en W. verstrekte opdracht tot het ontwerpen van een regeling inzake de be looning van onderwijzers, die tijdelijk met het hoofdschap eener school worden belast dat deze kwestie ter sprake is gekomen in de vergadering van de com missie van advies voor onderwijsaange- legenheden van de Vereeniging van Ne- derl. Gemeenten. Deze commissie was van meening, dat het Rijk den plicht heeft de kosten van vervanging van schoolhoofden te dragen. Om deze reden zal ter zake door de Vereeniging van Ned. Gemeenten aan den minister van onderwijs worden geadresseerd. Goedge vonden werd de beslissing van den mi nister af te wachen, en, indien de uitslag ongunstig mocht zijn, alsnog een ge meentelijke regeling met terugwerkende kracht vast te stellen. Besloten werd aan A. Rentenaar te St.-Maartensbrug 48 per jaar en aan L. Reus aldaar 13,50 per jaar toe te ken nen voor tegemoetkoming in de kosten van vervoer van schoolkinderen. Voor extra hulp aan werkloozen werd 774,20 toegestaan en voor B-boeren en B-tuinders 43,45, totaal 817,65. Hiervan komt ten laste van het depar tement van sociale zaken 610,65. Besloten werd tot aankoop van een bouwterrein (voor een woning voor het gezin P. Otten) van L. Doorn te St.-Maar tensbrug voor 25 ct. per vierk. meter. Rondvraag. De heer Kok wees er op, dat het hoofd der school te Burgerbrug sedert enkele dagen weer onder de wapenen is, zoodat het onderwijs aan die school thans door twee onderwijzeressen wordt gegeven. Spreker vroeg of terzake geen nadere voorziening kan worden getroffen. De voorzitter antwoordde, dat B. en W. hebben besloten den onderwijzer Kroo- nenburg, die tijdelijk gedétacheerd is te Schagerbrug, wederom terug te plaatsen naar Burgerbrug en hem met de waarne ming van het hoofdschap te belasten. Verder wees de heer Kok er op, dat het voorkomt, dat kinderen beneden 16 jaar zonder geleide bals bezoeken, hetgeen spreker zeer ongewenscht vond, terwijl er terzake toch een gemeentelijke verorde ning bestaat, welke dit verbiedt. De voorzitter zegde toe, de politie hier op te wijzen met verzoek er op toe te zien, dat zulks in den vervolge niet meer voor komt. Glimlachje. Lise, help me. als we weer thuis zijn er aan herinneren, dat de reederij ons het passagegeld terug betaalt. vooricome men, verstopping, slechte ont lasting, overmatig vet, die de oorzaak zijn van aambeien, rheumatiek, vale onreine huid, hoofdpijnen, enz. door grondige zuivering van bloed en ingewanden met Dr. Schieffer's Stofwisselingzout. Een weldaad voor het organisme! Paeon I 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bij apotrrelreK en vakdrogisten öamcuêaek Aan de Dammers. In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1644. Stand. Zw. 14 sch. op: 3, 7, 8, 9, 10, 12, 15, 17, 18, 21, 23, 27, 28, 32. Wit 14 sch. op: 24, 25, 26, 34, 36, 37, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 47, 48. Oplossing. 43—38 32X43 2. 36—31 2. 27X36 3. 42—38 3. 43X32 4. 47—42 4. 36X38 5. 25—20 5. 32X41 6. 48—43 6. 38X49 7. 40—35 7. 49X29 8. 24X 4 8. 15X24 9. 4X 4!! Combinaties. Het volgende standje is er echt één om te onthouden. ïüüi. Zw. 1 sch. op: 29. W. 4 sch. op: 27, 31, 37, 38. Wis is aan zet en brengt eerst door 3833 schijf 29 naar 38. Daarna speelt hij 2721. Zwart moet 3843 en nu zet wit 2116. Zwart heeft nu de keus van dam- halen op 48 of 49. Gaat hij op 48 dan wint 3126 en gaat hij op 49 dan wint 3127. Wat is het eenvoudig, doch men moet het maar zien. In den volgenden stand is een aardige slagwending mogelijk: 269. Intussen is Peter thuis aangekomen. Zijn grote vriend blijft in de deuropening staan, als Peter de gang in rent, recht in moeders armen. Wat zijn ze allen blij, elkaar weer te zien na zo'n lange angstige tijd. 270. 's Avonds wordt Peter weer door zijn eigen moe der lekker toegestopt, 's Nachts wordt hij verschrikt wakker en vertelt zijn moeder, die bij hem komt, dat Myra in 't kinderhuis is achtergebleven en dat hij bang is, dat ze nu door de boze kabouters ontvoerd zal worden. Z'n moeder begrijpt niet veel van het verhaal. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1645 van H. N. J. Winter, den Haag. Zw. 11 sch. op: 9, 11, 13, 15, 17, 18, 19, 22 23 27 35. W. 10 sch. op: 24, 29, 30, 31, 33, 34, 39, 41, 43, 45. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. vM ww üp in m 'WM 'yWM' m I ÜKi i Br Zw. 8 sch. op: 7, 8, 16, 18, 25, 29, 31, 37. W. 8 sch. op: 24, 26, 33, 35, 38, 39, 42, 48. Wit speelt nl. 3530, waardoor zwart gedwongen is tot 25 :.32. Nu volgt 4843 waardoor zwart weer drie sch. moet slaan n.\ 37 28. Schijf 24 slaat nu 5 sch. naar 11. Zwart 16 7 en wit wint door 26 28!! ïPchaakw&tiek. PROBLEEM No. 45 J. KLAVER te HARDEGARIJP. Eerste publicatie. 1 abc dcigh 3 zet. Wit: Kf7, Pe5 en f4, Rb2, pionnen d2, g6 en h2 7. Zwart: Kh6, pionnen h3 en h4 3. OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 40 G. H. Drese Df3—d3 SICILIAANSCHE VERDEDIGING gespeeld in den wedstrijd om het kam pioenschap van de Marshall Chess Club te New-York 1939. Wit: Zwart: H. Seidmann. A. E. Santasiere. 1. e2—e4, c7—c5; 2. Pgl—f3, Pg8—f6; (de zet van Niemzowitsch, die als 't ware e4e5 uitlokt); 3. e4e5, Pf6d5; 4. Pblc3, Pd5Xc3; 5. d2Xc3, b7—b6; (deze zet is indirect de oorzaak van de moeilijk heden, die zwart bij de ontwikkeling on dervindt en die tenslotte tot verlies der partij leiden. Met 5. d7d5 had zwart een goed spel kunnen krijgen)6. Rf 1c4 (wit verhindert direct d7d5 en dreigt reeds met D. dld5 mat te zetten of den toren op a8 te winnen); 6. e7e6; 7. Relf4, Dd8c7; 8. 00, Rc8b7; (men vergelijke thans de beide stellingen waar uit blijkt, dat wit een voorsprong heeft in de ontwikkeling); 9. Ddle2 a7a6; 10. a2a4, Pb8c6; (had zwart zich thans willen bevrijden met 10d7—d5, dan ware gevolgd: 11. e5Xd6 e.p., Rf8X d6; 12. Rf4Xd6, Dc7Xd6; 13. Tal—dl, Dd6e7; 14. Pf3e5 met overwegend spel); 11. Tal—dl, Rf8—e7 12. Tdl—d2, 0—0, 13. Tfl—dl Tf-8d-8; 14. Pf3—g5! (Het begin van een aanval, die wit op uit stekende wijze doorvoert); 14. h7 h6 (hier was g7g6 zonder twijfel beter; wit gaat nu offeren) 15. Pg5Xf7. Stand na 14,. h6. ab cdetg h Kg8Xf7; 16. Td2Xd7ü (onverwacht, doch volkomen correct); 16Dc7Xd7 (gedwongen, want na 16Td8Xd7 volgt 17. Rc4Xe6f als derde offer; Kf7X e6; 18. De2—c4f Ke6—f5; 19. Dc4—f7f met beslissenden aanval, óf na 17. Rc4Xe6 Kf7e818. TdlXd7, Dc7Xd7; 19. Re6X d7 enz.); 17. TdlXd7 Td8Xd7; 18. De2— h5t, g7—g6; 19. Rc4Xe6f Kf7Xe6 (Kf7— e8 is niet beter, want dan volgt 20. Dh5X g6f Ke8d8; 21. Re6Xd7 Kd8Xd7; 22. Dg6g4f enz.); 20. Dh5Xg6f Re7—f6; (Na 20. Ke6—d5 volgt 21. Dg6—f7f Kd5e4; 22. f2—f3t) 21. Dg6Xf6t Ke6— d5; 22. Dg6Xf6t Ke6—d5 23. Df6—f5! En zwart gaf het op. Er is geen redding meer. Op 22Ta8d8 volgt 23. e5e6t en de Toren op d7 gaat verloren. Op 22. Td7d'8 volgt 23. Df5—f7f Kd5—e4 24. f2f3ft; Op 22. Td7e7 volgt weer 23. e5—e6f Kd5—c4; 24. Df5—d3ff enz. "fiuzaiewfaiek Onze Eerste Mei-Opgave. Hoe groot was de opbrengst? Deze puzzle was betrekkelijk heel een voudig. Immers wanneer de helft der mannen elk dertig cent geeft, hadden alle mannen net zoo goed ieder 15 cent kun nen geven. En als een derde deel der vrou wen elk negen stuivers geeft, hadden net zoo goed alle vrouwen ieder 15 cent kun nen geven. De 135 personen zouden dan elk 15 cent hebben gegeven. De opbrengst was dus 135 x 15 cent of 2025 cent. Vele goede oplossingen in dank ont vangen. Stand der hoogstgeplaatsten. Als hoogstgeplaatsten kwamen per 1 Mei op de lijst voor: Th. Bos 162 p. C. W. Klerk 158 p. Mej. Pastoor 156 p. Mevr. Reijer Slot 154 p. Mej. G. Middelbeek 146 p. Mej. M. Wester hof 143 p. J. Joustra 142 p. Mej. M. Siezen 139 p. Mevr. EecenBoijenga 116 p. P. Meijer 110 p. Mej. A. v. Nienes 108 p. Ton» ny Eeken en J. Tesselaar 102 p. Wed. Schagen 100 p. en verder een groot aantal met minder pnuten. Om voor den Meiprijs in aanmerking te kunnen komen moet men minstens drie goede Mei-opl. inzenden. Onze Nieuwe Opgave. (No. 2 der Mei serie). Een lettergreep-puzzle. Uit de hieronder gegeven 49 lettergrepen kunnen 13 woorden gevormd worden, die voldoen aan de omschrijvingen. Zet men die dertien woorden in de juiste volgorde onder elkaar (dat is niet de volgorde der omschrijvingen), dan vormen de eerste letters van boven naar beneden gelezen een op deze dagen toepasselijk woord. Lettergrepen. co de e e e for ga ge ge gie gie in ka la la le li lie lo ma na ne ne ni ni o or pi pro ran re re re sa se si sie ta ta taal tec tel teit the ti tie tie va van. Omschrijvingen. 1geldelijk bezit. 2. nieuwe regeling. 3. uiterlijke vorm 4. blijde'boodschap. 5. godgeleerdheid. 6. uitstalling. 7. inval. 8. klaaglied. 9. Italiaansche volksdans. 10. muzikale hulde. 11. is schadelijk voor de gezondheid. 12. bescherming. 13. geeft veel geluid. Gevraagd worden de dertien woorden in dë juiste volgorde en het woord1 der eerste letters. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 17 Mei 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche Courant. 3xuÜCetm Door r.FC.Tr. FREEMAN CREGQ, 29) HOOFDSTUK XV. Waarin hij nog een ouden vriend ontmoet. De man keek schichtig achter zich in de groote hall, terwijl zijn heele uiterlijk dui delijk de grootste vrees uitdrukte. Hij be vochtigde zijn lippen met zijn tong en wendde zich weer tot den inspecteur. „Maak dat je hier vandaan komt, mijn heer Higgins! Verdwijn! Je hebt mij altijd eerlijk behandeld; je hebt je nooit met ach- terbaksche streken opgehouden. Maak, dat je hier wegkomt! Smeer 'm!" „Ik dacht, dat je me daarvoor beter ken de, Gladde", merkte de inspecteur glim lachend op. „Verdraaid, meneer 'iggins. Zeg niet, dat ik je niet gewaarschuwd heb. Zeg nooit, dat ik je erin heb laten loopen!" Inspecteur Higgins fronste zijn wenk brauwen, weinig op zijn gemak. De angst van den man was zóó duidelijk, zijn op winding zóó echt, dat de inspecteur een akelig gevoel over zijn rug voelde loopen. Onwillekeurig rilde hij even, maar direct daarop vermande hij zich. „Ik wilde graag mijnheer Raymond spre ken, Gladde". „Doe het niet, meneer 'iggins! Doe het niet", smeekte de man. ,Ik „Laat den inspecteur in de bibliotheek, Gladde". De stem klonk koud en toonloos en toch met een bedekte dreiging. De Gladde hui verde en stak dan een bevenden vinger in zijn mond om het klapperen van zijn tan den tegen te gaan. „J... ja zeker, mijnheer". „En ga dan naar je kamer. Met jou zal ik later spreken. Jij praat me een beetje te veel". Inspecteur Higgins volgde den nu totaal overstuur zijnden Gladde door de hall naar de bibliotheek. De kamer was leeg, maar aan het andere eind brandde een helder vuurtje in den open haard en onwillekeurig begaf de inspecteur zich naar de koesteren de warmte. Na den inspecteur te hebben binnengelaten, trok de Gladde zich, zonder verder nog iets te zeggen, terug. Die koude, berekenende stem scheen hem de spraak ontnomen te hebben. Higgins keek de kamer eens rond. Langs de vier muren stonden tallooze boeken, hier en daar onderbroken door een ets. Hij voel de zich niet erg op zijn gemak, niet alleen om den Gladde, maar ook om zichzelf. De heele atmosfeer van dit huis had iets ge heimzinnigs. Hij warmde zijn handen voor het vuur, in afwachting van de komst van den eigenaar van de stem, waarvan hij de echo nog in zijn ooren hoorde doorklinken. Er gingen vijf minuten voorhij. zonder dat er iets ge beurde. Inspecteur Higgins begon ongedul dig te worden. Het was blijkbaar bedoeld als een opzettelijke onbeleefdheid. Hij ging in een gemakkelijken stoel zitten en haalde zijn pijp en tabak te voorschijn. Indien de eigenaar van dit huis van plan was, zijn bezoek te negeeren, zou hij van zijn kant óp geen enkele beleefdheid van de zijde van den inspecteur behoeven te rekenen. Higgins had zijn pijp gestopt en stond juist op het punt, die aan te steken, toen een zachte, beleefde en beschaafde stem, vlak achter hem, zich liet hooren. „Daar hebt u gelijk in, inspecteur. Maak het u gemakkelijk". Met een ruk draaide Higgins zich in zijn stoel om. Op hoogstens twee pas achter hem stond, vriendelijk glimlachend, in zijn handen wrijvend, de grootste man, dien de inspecteur ooit gezien had. Higgins was geschrokken, niet zoozeer om de aanwezigheid van den man, als wel om het feit, dat hij hem de kamer niet had hooren binnenkomen. Dat een zoo zware man zich zoo geruischloos kon bewegen, scheen onmogelijk. Hij sprong overeind. „Goeden middag. Ik kwam om mijnheer Raymond te spreken. Het schijnt niet noo- dig te zijn, mijn kaartje af te geven". „Neen, inspecteur. Wij ehhebben van u gehoord, hoewel ik, wat mij betreft, nooit het genoegen gehad heb, u al eerder te ontmoeten". Van zijn superieure hoogte staarde de groote man op Higgins neer. .Mijnheer Raymond is niet langer In ons midden". „Dood?" „Ik ben bang, dat ik me slecht uitdrukte. Ik bedoelde te zeggen, dat mijnheer Ray mond eh... hier niet meer woont". „Ik dacht, dat ik hem daar juist in de halle hoorde spreken". „Dat? Neen, dat was mijnheer Raymond beslist niet. O neen". Hij lachte een onaan genaam lachje. „Dat was mijnheermaar zijn naam doet er niet toe. Hij is nu boven bij mijnheer Gladde, onzen waardigen but ler. U moet niet te veel waarde hechten aan het gepraat van den Gladde, hoor. Hij zegt niet altijd de waarheid. Het is een feit hoewel dat hier niets mee te maken heeft, dat mijnheer Gladde zelfs wel eens het in wendige van een gevangenis heeft leeren kennen". „Dat weet ik maar al te goed. Ik heb hem er zelf ingedraaid". „Neen toch! Kijk eens aan!" Een stilte volgde, gedurende welke de in specteur een vaag, onaangenaam gevoel had, dat er nog iemand anders in de kamer was behalve die groote man en hijzelf. Automatisch stak hij zijn pijp aan en ter wijl hij nonchalant de eerste rookwolkjes scheen te blazen, onderzocht hij nauwkeu rig het plafond. Niets te zien. Hij boog zich over den haard en klopte zijn pijp wat uit op een van de ijzeren staven eromheen. Niemand aan den linkerkant van de kamer. Vlug draaide hij zich om, schijnbaar om het kussen in zijn rug wat recht te trek ken en een flauwe beweging van een van de gordijnen nabij de deur trok zijn aandacht en daarna ging hij weer op zijn gemak zitten. „Ja", beantwoordde hij de onuitgespro ken informatie van den ander. ,„Daarom kwam ik hierom u te waarschuwen voor den Gladde, maar daar u al op de hoogte schijnt te zijn van de fouten uit zijn verleden, nu..." Hij haalde de schouders op, stond op en liep vlug door de kamer in de richting van de gordijnen. „Sta stil!" Van achter het gordijn vandaan trad een gemaskerde man de kamer binnen, in zijn rechterhand een revolver, terwijl zijn linker het gordijn vast hield. „Handen omhoog!" Inspecteur Higgins gehoorzaamde lang zaam, maar het verbaasde hem te zien, hoe de groote man naast hem hetzelfde deed. Toen vermoedde hij iets. Dat de groote man ook aan het korte bevel gehoorzaamde, was natuurlijk een truc. Die twee waren het natuurlijk gloeiend eens samen, maar hem zouden ze met dit spelletje niet vangen Hij vergiste zich echter, want de gemasker de zei direct daarop: „Ja juist, Sanderson. Ik bedoel alle twee. Steek ze omhoog en houd ze omhoog". De stem kwam hem bekend voor en ter wijl Higgins voorzichtig om zich heen gluurde en naar een middel zocht om aan deze onhoudbare positie een einde te ma ken, probeerde hij tegelijk den man thuis te brengen. Plotseling vond hij het ant woord. De stem had den eigenaar ontmas kerd. Het was de jonge Thomas Hamper, die door de gezamenlijke politiemacht zoo ijverig gezocht werd. Hij heeft dus iets uit te staan met deze menschen, dacht Higgins. Hij keek naar den kinderarm van den jongen en kon nog net het witte verband om den pols zien. Zou hij de wetenschap voor zichzelf houden, of zou hij het tweetal laten zien, dat hij, ondanks het masker, den indringer herkend had? In ieder geval was hij leelijk in het nadeel. Hij stond aan het verkeerde einde van den loop van de re volver! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6