ONS INDISCH HOEKJE.
Myra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet.
Aan alle ingezetenen van
Alkmaar.
£aatste AeticfUeu
Jkowncuurt 'ÏUeuuxs
NOORDSCHARWOUDE
OUDKARSPEL
LIMMEN
lloor kleine tuinen.
PLANTENLEVEN IN
NAARDERMEER.
HET DAJAKSCHE ZWAARD
VOOR PRINS BERNHARD.
UIT DE Ol
Friesch lanc
2
Het bureau voor evacuatie heeft heden
morgen het volgende bekend gemaakt:
In verband met de gewijzigde situatie
meenen wij góéd te doen, aan iedereen het
volgende mede te deelen:
Voeding.
Zij die heden in de onmogelijkheid ver-
keeren zelf voor een warmen maaltijd te zor
gen (hier worden dus uitsluitend geëva-
cueerden bedoeld) kunnen zich zoo noodig
melden tusschen 1 en 3 uur aan het lokaal
van Kindervoeding, Doelenstraat en zullen
dan daar een warmen maaltijd krijgen.
Wij verzoeken alle geëvacueerden
vriendelijk uitsluitend, als dat r.iet anders
kan, zich hiervoor aan te melden, daar
uiteraard het aantal beschikbare porties
beperkt is.
Eventueele uitkeering van
vergoedingen.
a. Op de allereerste plaats is het Rijks-
Voorschrift dat de geëvacueerden zelf
behooren te betalen voor de maaltij
den en de ligging aan de personen,
waar ze zijn gehuisvest.
De geëvacueerden dienen in dat geval
het inkwartieringsbiljet terug te ne
men en dit te vernietigen.
b. Wanneer de geëvacueerde zelf niet bij
machte is de vergoeding te betalen,
dan kan degene, die huisvesting ver
leend heeft, mede namende het in
kwartieringsbiljet (zonder dit inkwar
tieringsbiljet wordt nimmer uitbe
taald) vergoeding bekomen. Heden
avond wordt per radio bekend ge
maakt, wanneer en waar.
Bagage.
Wanneer geëvacueerden nog bagage
missen, dan kunnen zij in het Veilingsge
bouw van groenten aan de Handelskade
zich vervoegen (den geheelen dag geopend
tot 7 uur), alwaar alle nog niet afgehaal
de bagage aanwezig is.
Eventueele terugkeer van
geëvacueerden.
Definitieve mededeelir.gen omtrent te
rugkeer kunnen wij nog niet doen. Echter
bereiken ons berichten, dat de stad Amers
foort volkomen intact is; dat de weg van
Alkmaar tot Amsterdam goed is en dat
vanaf Amsterdam naar Amersfoort via
Weesp gereden moet worden.
Zoodra wij meer weten, krijgt U direct
bericht. Wij begrijpen, dat U zoo gauw mo
gelijk naar huis wilt; wij zullen U daarbij
zooveel mogelijk helpen.
Reisgelegenheid.
Officieel is momenteel over deze aangele
genheid wat het spoor betreft, nog niets
mede te deelen. Zoodra wij iets weten hoort
U dat.
RUILING VAN GEEVACUEERDEN.
Heden is medegedeeld, dat er aan het
Alkmaarsche station een trein met ge-
evacueerden is aangekomen, die niet voor
onze stad bestemd waren. De menschen
zijn allen onderdak gebracht, maar nu
schijnen er hier en daar te veel te zijn,
terwijl in sommige andere woningen geen
enkele geëvacueerde kwam. Voor herstel
van een en ander zal de desbetreffende
commissie van avond tot 6 uur in de can-
tine aan de Paardenmarkt zitting houden.
Men gelieve zich met zijn wenschen daar
te vervoegen.
GEEN REPETITIE.
De chr. muziekvereeniging Soli Deo
Gloria zal voorloopig geen repetities houden.
PREDIKBEURTEN.
Vrije ev. gem., Brouwerstr. 31, hedenavond
7 uur, bijbellezing ook voor geëvacueerden.
VAN WIE IS DEZE ZWERVER?
De inspecteur van dierenbescherming
deelt ons mede, dat hij Zondagmorgen op
het Stationsplein een zwart hondje met
staande oortjes zwervend heeft" aange
troffen. Het diertje behoort tot een
Amerfoortsche familie. Een jongetje heeft
het herkend als afkomstig van een fami
lie uit de Van Effenlaan, bij een school.
De eigenaar wordt verzocht zich spoedig
te wenden tot den inspecteur, den heer
Verwer, Baanstraat te Alkmaar.
BEZETTING VAN AMSTERDAM.
O
De burgemeester van Amsterdam, dr.
W. de Vlugt, heeft hedenmiddag per
radio aan zijn gemeente medegedeeld, dat
de hoofdstad hedenmiddag door Duitsche
troepen zal worden bezet.
Hij heeft de bevolking aangeraden zich
rustig en ordelijk te gedragen.
Telefoonpalen afgeknapt.
Een paar bewoners van de Ooster
straat waren aan het boomen kappen, toen
een der boomen op de telefoondraden
terecht kwam.
Twee telefoonpalen knapten af, waar
door twee aansluitingen buiten werking
zijn gekomen. Persoonlijke ongevallen
deden zich niet voor.
Poldervergadering
De polder Kerk- en Dergmeer hield
Vrijdagavond een vergadering van bestuul
en ingelanden in het Huis de Brederode on
der leiding van den heer Jb. Kroon Jbzn.
Het ambtenarenreglement werd op verzoek
van Ged. Staten gewijzigd-.
Vervolgens werd de rekening 1939 behan
deld. De uitkomst van het afgeloopen jaar
was niet gunstig. De ontvangsten hebben
te taal 3183,10 bedragen, de uitgaven
3781,52, nadeelig saldo 598.42. Aan om
slag is nog te vorderen 114.40. Het bedrag
der schulden is nog 60.
De begrooting 1940 werd vastgesteld op
een totaal aan ontvangsten van 3422,41,
uitgaven 4153,92, nadeelig saldo 731,51.
De lasten werden bepaald op 15 per ha.
voor Kerk- en Dergmeer en op 13 voor de
druiplanden, hetgeen neerkomt op een ver
hooging van 2 per ha.
Een bestuursvoorstel om een leening aan
te gaan van ongeveer 1000 ter delging van
het nadeelig saldo werd aangenomen. Voorts
besloot men een houten duiker aan te schaf
fen en schoeiïnghout.
Medegedeeld werd, dat een overeenkomst
bestaat tusschen een aantal polders om de
schade van den oorlog samen te dragen.
Kruis van verdienste.
Aan den burgemeester van Limmen is
het kruis v:.n verdienste uitgereikt als
voorzitter van de afd. Limmen en Castri-
cum van het Roode Kruis.
DE BEPLANTING VAN ONS VIJVERTJE.
Hoewel er een wondere bekoring uitgaat
van zoo'n stille waterplas in den tuin,
schijnen de meeste liefhebbers dit toch niet
genoeg te beseffen, want meestal laten zij
hun vijvertje veel te vol groeien met water
planten, waardoor er van de stille rust van
het spiegelende water weinig meer over
blijft. Midden in den zomer is het één war
reling van grove bladeren, waarbij zelfs de
bloemen van de waterplanten in het niet
verzinken.
Het is heelemaal zoo eenvoudig niet om
een vijver goed te beplanten, vooral een
klein waterpartijtje is al heel gauw te druk
en te vol, en we moeten toch bedenken dar
het water altijd de hoofdzaak moet blijven,
en er feitelijk niet meer dan een derde deel
beplant mag worden, om geen rommelig
geheel te krijgen en om steeds gelegen
heid te behouden de visschen in het water
gade te slaan.
De mooiste beplanting is wel, die met een
enkele waterlelie, die we eerst in een mand
met voedzame aarde planten en deze op
den bodem, 5060 c.m. diep laten zakken.
Deze maand worden de planten voor de ver
zending op de kweekerijen gereed gemaakt,
zoodat we er meteen aan kunnen beginnen,
het is een heel eenvoudig karweitje. Nog
altijd heeft de witte Waterlelie, de Nym-
phaea alba, haar bekoring behouden, alhoe
wel de roode vormen ook zeer in trek zijn
gekomen.
Van de Irissen is er slechts één enkele
die in het water wil 'jrceien, het is de
Iris pseudacorus, meer bekend onder de
naam gele Lisch, de andere Irissen kunnen
beter als oeverbeplanting aangewend wor
den, aangezien zij niet tegen zoo veel vocht
bestand zijn.
Nog een bekende verschijning in het wa
ter is de Zwanebloem, of Butomus umbel-
latus, met rose bloemschermen op lange
stengels terwijl een groep Lischdodden of
Typha latifolia, met hun bruine fluweelige
kolven, evenzeer an den rand van het vij
vertje thuis hooren.
Als de beplanting eenmaal goed aan den
groei is, dienen we er al heel gauw op te
letten, dat zij zich niet te veel uitbreidt, en
daarom zal het noodig blijken, jaarlijks een
deel te verwijderen.
De aanleg van een vijvertje is niet ieders
werk, noch de beplanting, omdat zoowel
met de bodemgesteldheid als met de be
staande tuinaanleg rekening gehouden moet
worden, en daarom wagen we ons maar
niet te gauw zelf aan zoo'n experiment.
ROZEN IN DEN ZOMER.
Aangezien de stengels van rozen houtach
tig zijn, achten we het onwillekeurig niet
zoo noodzakelijk ze goed' vochtig te hou
den.
Planten, die in de warme zon spoedig
slap hangen, worden meer met den gieter
achterna geloopen, dan rozen die er on
danks warmte en droogte fleurig blijven
uitzien. En toch is het gieten van rozen bij
aanhoudende droogte dringend noodzake
lijk. Daarbij moet dit niet oppervlakkig' ge
schieden, omdat de wortels waar het hier
in hoofdzaak om te doen is, dan nog niet
voldoende water zouden krijgen. Daarom is
het de beste manier, om het perk goed los
te maken en dan met den gieter zonder
broes de aarde vlak bij de planten te gieten.
Neemt de aarde het water niet spoedig op,
dan kunnen we beter kuilen maken vlak bij
de planten, waarin we het water deponee-
ren.
Wanneer stam- of treurrozen te veel door
de droogte lijden of te weinig nieuwe
scheuten maken, graven we bij deze plan
ten een bloempot in den grond, dien we ge
regeld met water vullen tot de rozen be
ginnen uit te botten. Ten overvloede kun
nen we in dé kroon nog nat mos aan
brengen, dat we voortdurend vochtig hou
den.
Een zomerbemesting is niet noodzakelijk,
als we in het voorjaar goed gemest hebben,
en anders is 't wel goed deze vóór den eer
sten bloei toe te passen in den vorm van ver
dunden vloeibaren koemest. Na den eersten
bloei kunnen we wat A. S. F. korrels strooi
en, om van den tweeden bloei meer resultaat
te mogen verwachten.
Van nieuw geplante rozen en ook van
oudere planten, die traag groeien, nemen
we bij voorkeur de eerste bloemknoppen
weg, en al valt dan de eerste bloei wat la
ter, we zullen er toch bij winnen omdat de
planten krachtiger worden, en voor een
rijken tweeden bloei zullen zorg dragen. Uit
gebloeide bloemen worden zoo spoedig mo
gelijk verwijderd, en niet alleen de bloem,
doch ook een gedeelte van den stengel, die
tot op een goed oog wordt ingesneden,
meestal na het eerste blad. Het snijden van
rozen dient, om er plezier van te hebben,
in den vroegen morgen te geschieden, als de
dauw nog op de planten ligt.
Een van de lastigste kwalen van rozen is
bladluis en het wit (meeldauw) die we
kunnen bestrijden door een bespuiting van
20 gram zeep en dL. spiritus op 5 liter
water, waaraan we voor het wit nog wat
salicylzuur kunnen toevoegen. Heel gemak
kelijk kunnen we ook gebruik maken van
de in den handel zijnde nicotinepreparaten,
die in water oplosbaar zijn. We kunnen er
een gewone plantenbestuiver of bloemen-
spuit voor gebruiken, en we passen de be
spuiting bij voorkeur toe op een dag met
bedekte lucht of in den avond van een dro-
gem dag.
A. C. MULLER—IDZERDA.
Het Naardertneer is ook eenige gebieden
rijk, die volkomen buiten de exploitatie
worden gehouden, zoodat de natuur er in
elk opzicht vrijelijk haar gang kan gaan,
hetgeen begrijpelijkerwijze ook van groot
belang is voor een ongestoorde ontwikkeling
der flora: zoodoende wordt het mogelijk
om in dergelijke botanische reservaten mei
vrucht b.v. de studie der plantensuccessies
ter hand te nemen, zoodat het Naardermeer
tevens een prachtig veld voor wetenschap
pelijk onderzoek is.
De botanische belangrijkheid van het
Naardermeer is indertijd door „Natuurmo
numenten" zelf eens bondig gekarakteri
seerd: „Alle plantenformaties van open
water tot broekwoud en heide. Een groot
deel wordt behandeld als integraal natuur
reservaat".
Het verblijdende geval doet zich voor, dat
telkens opnieuw, dank zij ijverig speuren
niet in de laatste plaats van dr. E. M. van
Zinderen Bakker nog niet te voren op
gemerkte soorten werden ontdekt, zooals
rondbladig wintergroen, Malaxis paludosa
en Liparis Loeselii, drie soorten derhalve,
welke reeds van Texel en Voorne bekend
zijn.
Wat intusschen op den gemiddelden be
zoeker vooral een diepen indruk maakt, is
de aanwezigheid van geweldige velden wa
terlelies, wier voorname witte bloemen zoo
prachtig uitkomen tusschen de groote bla
deren, doch evenzeer dragen de gouden dot
terbloemen bij tot de glorie van het veen-
landschap. Op weer andere plaatsen is het
oevergedeelte van het water bezet door tal
rijke exemplaren van de kleine lischdodde,
een plant, die vlinderspeurders nogal inte
resseert omdat in de stengels ervan rupsen
van verschillende Nonagria-soorten kunnen
voorkomen. Terwijl Typha angustifolia zich
niet ver van den wal waagt, kan men de
mattenbiezen, dicht samengegroept, juist
midden in het water aantreffen.
Een typische plant met ondergedoken
bladeren is het glanzend fonteinkruid, ter
wijl men op het Naardermeer ook het
blaasjeskruid kan vinden, dat zijn naam
heeft te danken aan het feit, dat men aan
de, eveneens ondergedoken, bladeren, die
er erg draadvormig uitzien, blaasjes kan
opmerken, door welker opening kleine dier
tjes wel kunnen binnendringen, maar de
vanginrichting niet meer kunnen verlaten.
Van de vondst der waterplant Najus mari
na (major), het groot nimfkruid, op het
Bovenste Blik, werd indertijd in de jaarver
slagen van „Natuurmonumenten" gerept.
Nauwelijks behoef ik u te zeggen, dat het
gewone riet, hetwelk ook een groote econo
mische beteekenis heeft en dat aan talrijke
vogels gelegenheid biedt om er zich te voe
den, te nestelen, te verbergen en të slapen,
er in tienduizenden exemplaren ruischt on
der den hoogen hemel, doch daar staat te
genover, dat galigaan, een karakteristieke
plant van verschillende Texelsche gebieden,
er vrijwel geheel schijnt te ontbreken, al is
in vroeger jaren de plant er wel eens een
enkelen keer waargenomen.
De eilandjes, tochten en invaartjes van
het Naardermeer hebben dikwijls een fees
telijke oeverbegroeiing, die soms in hoofd
zaak bestaat uit prachtig roode grootbloe-
mige harige wilgenroosjes, - waarvan het
blad den larven van het avondrood tot
voedsel strekt, zonnig gele wederiken, aan
welker bloemen de slobkousbijtjes zooveel
aandacht plegen te besteden ^n fraaie poel-
ruitplanten, wier stuifmeelrijke bloem-
pluimen een groote aantrekkingskracht uit
oefenen op allerlei vliegen en bijen. Een an
dere maal bestaan de bloemrijke boorden
voornamelijk uit onstuimig groeiende um-
belliforen, die den waterkant een wildernis
karakter verleen en.
Wij denken hierbij zoowel aan kleine en
groote watereppe, die soms met de voeten
in het water staan, soms zich hebben geves
tigd, waar al flinke verlanding heeft plaats
gehad, als aan melkeppe, een varkenskervel-
soort, die door de runderen wordt gemeden.
De ontzettend vergiftige waterscheerling
vindt men er met pijptorkruid en watertor-
kruid, welke beide laatste holle, opge
blazen stengels vertoonen, in hetzelfde
milieu.
Wel behoort, behalve de donker purper-
roode wateraardbei, de waterklaver tot de
flora van het Naardermeer, doch laatstge
noemde plant is er niet door veel indivi
duen vertegenwoordigd. Het „vastelandsga-
deelte" van het Naardermeer, dat vele
veenmosterreinen rijk is, is de groeiplaats
van de bekoorlijke moerasviooltjes. Niet al
leen Texel is een orchidieeënland, doch ook
in het Naardermeergebied kan men ze in
overvloed ontdekken. Twee, door dr. v. Zin
deren Bakker opgespoord, noemden wij
reeds. Wij kunnen hier nog de welrieken
de nachtorchis aan toevoegen, al komt die
heel weinig voor, en voorts de harlekijns
orchis, Orchis praetermissa en, vooral niet
te vergeten, het handekenskruid, dat door
zijn vele individuen aan het landschap een
edele kleurenschoonheid schenkt. Van deze
orchis heeft men in het Naardermeer ook
den vorm junialis gevonden. Een schoon en
sterk stempel op het laagveenschap druk
ken tevens de ontelbare koekoeks- en pink
sterbloemen, die onderscheidenlijk zorgen
voor een symphonie. in rose en lila.
RINKE TOLMAN.
Geen minister of
gezant stelt meer prijs
op zijn galacostuum
met degen dan de Da-
jak van hooge geboor
te op zijn adatklee-
ding met mandauw
(zwaard).
Tusschen degen en
mandauw bestaat ech
ter een verschil: de
eerste is 'n versiering,-
de tweede een geducht
wapen. Prins Bern-
hard ontving er een
cadeau van den sultan
van Boeloegan.
Die wapens ver
schillen bij de diverse
Dakastammen wat
versiering van hand
vest, kling en scheede
betreft. Van bijgaande
foto's stelt de eene een
zeer voornamen Da-
jak voor (zoon van
het algemeene hoofd
van Apo-Kajan) in
adatkleeding met zijn
mandauw en de an
dere een mandauw.
De scheede is versierd
met kwastjes van gei
tenhaar (rood en wit)
kralen werk en snij
werk. Ook het hand
vat is op die manier
versierd. Het snijwerk
bestaat uit figuren,
waaraan magische be
schermende, afwe
rende krachten worden toegekend. Bij el
ke mandauw behoort een mesje met langen
steel. Men ziet het op de eene foto. In nor
male omstandigheden bevindt het zich in
een kleine scheede, achter de groote waar
in het zwaard is geborgen. Ook dit mesje is
voorzien van een fraai besneden handvat.
Het mesje is voor den Dajak onmisbaar!
Hij snijdt er de figuren mee in het harde
hertshoorn waarvan het handvat is ge
maakt, hij bewerkt er den harden bast van
de bamboekokers mee, waarin hij tabak,
enz. bewaart; hij scheert er het hoofdhaar
mee; hij gebruikt het bij 'splijten van - ro
tan, waarvan de vrouwen het fraaie vlecht
werk maken, enz., enz. De zwaarden zijn
verschillend van vorm en versieringen. Ook
de versieringen er op hebben magische be-
teekenis. Maar één ding hebben alls man-
dauws gemeen en wel dit, dat de dwars
doorsnede der klink hol-bol is. Volgens de
Dajaks is die vorm noodig, om bij een ge
vecht beter te kunnen slaan.
Met één slag scheidden ze er het hoofd
meer van den romp, toen er nog gesneld werd
En dan is er nog iets heel merkwaardigs aan
dit wapen: ze zijn gemaakt voor rechts- en
voor links-handigen! Het wapen wordt bij
het slaan zóó in de hand gehouden, dat de
bolle kant beneden ligt. Bij een zwaard
voor rechtshandigen gemaakt, zou die bolle
zijde bij gebruik door een linkshandig
strijder boven liggen en dat mag niet. Het
houdt verband met de haakvormige greep.
iNw'
«a,*
^44.v .\w v* -""i
H. F. TILLEMA.
271. De volgende dag vertelt Peter al zijn avonturen
en ook, dat Myra hem zoo prachtig heeft geholpen zijn
vader en moeder terug' te vinden. Vlug gaat er nu een
knecht van het kasteel met de hond op weg, om Myra
te zoeken.
272. Arme Myra. De boze kabouter sluipt haar na en
vlak bij een grote rotssteen roept hij opeens „Boeoeoeoe,
boeoeoeoe". Verstijfd van schrik blijft zij staan. De boze
kabouter komt te voorschijn en ^vil haar pakken.
Werkloosheic
Alkmaar.
Het is niet voor h<
meente niet in staat
te putten, want mee'
zeer belangrijke kwf
De Nieuwesloot b.v. 1
de werkloosheid te t
Er is dus wat arme
groot deel der inwor
jaren weinig verande
Hier volgt de opr<
en Wethouders van 6
velen onzer stadgencM
om den strijd aan te
derburen.
Burgemeester en 1
Alkmaar, brengen te
Burgerij en Ingezete:
Dat zij met het ho
wezen dagelijks ontw
uit hoofde van gebri
Stad, gestadig toenei
Gemeente hebben vc
zakelijkheid van het
wone maatregelen, te
dat armoede en gebi
welke gewilligen g<
werken voor zich er
de kost te verdienen
het Winterseizoen n-
neme, zonder dat ex
staan, om dit gebrek,
en Armenhuizen, of
te leenigen en tegerr
deze kassen voor dif
gewone behoeften, n
Dat alle leden va:
deze noodzakelijkhei
toegestemd, en dat d
eenstemming van ge
geweest, dat als een
wone maatregel, wel
opzichten zal voldoei
kan komen, het verzi
behoeftigen, waardoc
zijn, zich zelve en h
alle de noodi^e beho
gemaakt uit een afz
bezwaar voor de Ste
Godshuizen.
Na gewezen te hel
reeds meerdere male
was gegeven en dat
November ter Secrei
en ook desgewenscht
worden aangeboden,
zij denken de zaak
1. Dat, te beginnen
a.s., zooveel mogelij
welke zullen kunner
wettige wijze binnen
domüiceerd, welke
begeren, zoodanig v,
wezen onder genot
50 cent.
2. Dit dagloon zal
den 15 Februari 1831
met ingang van dien
den ontslagen, en zij
hadden bleven aan
van de nog werken*
welke nog mocht b
Naast dit loon moet
vangen.
Art. 6 bevatte een
schijnlijk heeft mei
brengst. De drie ho
lijst (buiten en be'
n.m. medewerken
verstrekte gelden go
schreef in per maan
Het resultaat was
kwam 1070, waar
geven aan de gezinr
tairen of schutterlij
trokken naar het Z
Met hun dichtge
wijde vlakken oper
sen van riet, biezer
hun drasse stukken
sche veen- en mo(
Fryske Gea in der
wist te sparen, ee
niet alleen de reci
(watersport!), maa
mogelijk maakt mi
en flora.
Naar uit de vol
komen de dieren-
Princehof (Oude
menig opzicht met
meer zijn vermaar
ken, overeen. Vrucl
Friesche landschap
ger en lepelaar, rr
schen de stengels
'baardmeesjes, de
kend, de vischvang
zwarte sterntjes kr
Rietzangers, groote
zingen er met onvi
gen ochtend tot lat
melodieuze, dan
kerige, doch in e
deren, de koeten
maken er een heid
wekkend dreunt
roep van den mys
Hier vindt men
men de watersnipp
ten, de kemphanen
zien geven en kan
dende fluittonen
grutto, terwijl de
gende vleugels bun
hemel. Slobeenden
en tafeleenden vei
en op vaak moeil
hun eieren. En in
beperkt aantal str
ren, waar nog de
leven kan leiden
wone wilde eender
eenzaamheid de
koek, kan het men
kreten van den
en kunnen oog
in de cirkelvluchte
ven. Zelfs houtduii
hebben den weg
den.