BERICHT NOTITIE-BOEKJE. De gevolgen van hei benzineverbod. £aatste JèeticPitm De winning van stalvoeder op grasland. JCetk éi Sjchaol M. J. BRUSSE: UIT MIJN De gewonde en het kind. (V) Er is iets veranderd in ons stadsbeeld. Menschen, die zich vroeger in een two- seatertje wrongen om van huis naar kantoor en van kantoor naar huis te gaan, hebben plotseling ontdekt, dat zij ook nog loopen kunnen. En niet alleen, dat zij dat hebben ontdekt, zij zijn er tegelijkertijd achter gekomen, dat zij na een paar fikse wandelingen meer trek in hun eten hadden. De nieuwe zomertijd heeft hen vroeg in bed gestopt en hen veel vroeger dan gewoonlijk uit de veeren of uit het kapok gehaald. De tijdsverandering en de verduisteringsvoorschriften maken, dat zij met de kippen op stok gaan, zij werken als het licht is en zij slapen als er niets meer te zien is. Nu moeten zij nog enkele malen per dag een stevige wandeling maken en het resultaat van dat 'alles is een vermagerings kuur, maar een kuur, die hen fit en flink maakt en heel wat alledagskwaaltjes doet verdwijnen. Wie van Bergen of Heiloo naar Alkmaar moeten komen en him auto op stal moesten zetten, hebben in den hoek van de schuur nog een oude fiets ontdekt. Het karretje was eigenlijk al afgeschreven, het was niet goed onderhouden en het piepte de eerste dagen zoo hard, dat zij geen bel noodig hadden om hun komst aan te kondigen. Maar al die oude vehikels zijn gesmeerd en hun eertijds trotsche eigenaren zijn er weer bovenop geklommen en trappen met kromme knieën tegen den wind in naar Alkmaar om in den namiddag op dezelfde wijze naar hun vacantieoord terug te kee- ren. Zij klimmen onderweg zoo nu en dan eens van hun stalen ros om zich het voor hoofd af te vegen en kijken met verwonde ring naar him omgeving. De weg, welke zij eiken dag in vijf of tien minuten hebben „genomen", lijkt nu eindeloos lang. Een huis, dat vroeger als een schim voorbij vloog, is nu een bezienswaardigheid, die ze van verre al opmerken en waar ze langzaam voorbij peddelen. Eerst nu ontdekken zij hoe dat huis er eigenlijk uitziet en zij zien niet al leen dat huis maar de geheele omgeving met geheel andere oogen. Er zijn menschen, die jarenlang naar Alkmaar zijn getuft en nooit opgemerkt hebben, dat zij door een brokje prach'.ige natuur hebben gereden. Nu zien zij het en eerst nu waardeeren zij het. Het paard, het oude, afgedankte paard is in eere hersteld. Overal in koetshuizen heeft men nog van die oude gezellige wagentjes ontdekt, van die kleine lage rijtuigjes, die eigenlijk hopeloos uit de mode waren, zoo als ook het paard zelf uit de mode geraakt OPENSTELLING STATION NOORE SCHARWOUDE. De Kamer van Koophandel te Alkmaar wendde zich tot de directie der Nederland- sche Spoorwegen teneinde op korten termijn tot wederopenstelling van het station Noord- scharwoude voor reizigersvervoer te gera ken, nu door de staking van busdiensten verschillende in de omgeving vara dit station liggende gemeenten van alle communicatie middelen zijn verstoken. Van de directie der Nederlandsche spoor wegen ontving de Kamer hierop de mede- deeling, dat naar alle waarschijnlijkheid binnen enkele dagen de openstelling van dit station verwacht kan worden. POSTVERZENDING. De stadsbrievenbussen worden zooveel mogelijk in aansluiting op onderstaande verzendingen gelicht. De laatste buslichtingen aan het Post kantoor in de richtingen Amsterdam en den Helder geschieden te 19.30 uur. Overigens geschieden de laatste lichtingen aan het postkantoor voor elke richting y2 uur vóór de onderstaande tijdstippen van vertrek. Behoudens onvoorziene omstandigheden worden van Alkmaar uit de navermelde postverzendingen uitgevoerd. Richting Amsterdam 10.15, 16.15, 20.15 uur. Richting Den Helder 8.30, 14.30, 18.30, 20.15 uur. Richting Hoorn 8.30, 16.30 uur. Richting Bergen (N.H.) 9.30, 17.30 uur. Richting Oudkarspel 8.30, 13.30, 17.30 uur. Richting Egmond aan Zee 9.15, 18.15 uur. Richting Schermerhorn 9.45, 17.30 uur. Richting Warmenhuizen 9.15, 17.30 uur. was. Menschen, die met vijftig of zestig paardenkrachten over den weg gesuisd heb ben, rijden nu met opgeheven zweep en een éénpaards havermotor en genieten van de oude rustige vervoersmiddelen. Zij hebben het leer weer eens ingesmeerd, het paard waar hebben ze al die paarden en paardjes toch weer opgedoken? eens flink geros kamd en rustig zitten ze in hun ouderwet- sche open wagentjes. Zij klakken met de tong en knallen met de zweep en het goe dige paardje zet er den draf in en brengt hen rustig en veilig waar zij moeten wezen. Stalhouders beleven weer een gouden tijd. De benzinepompen aan den weg staan werk loos en mogen des avonds niet meer ver licht worden. Maar de stalhouder heeft al les wat hij aan rollend materiaal bezit dienstbaar gemaakt. Hij is weer de koning van den weg en zijn klanten zijn zoo vele, dat hij ze niet meer op tijd kan bedienen. Ook de beurtvaart is in eere hersteld en er wordt door sleepen en zeilen naar het meest economisch vervoer gezocht, al zal de trekschuit uit Hildebrand's tijd nog wel even op zich laten wachten. En nu vrijwel alleen de militaire wagens nog langs den weg stuiven, heeft de jeugd zich weer meester gemaakt van de breede asfaltbanen. De rolschaatsen zijn weer op de proppen gekomen en jong en oud zwiert in sierlijke bogen over het zwarte plaveizel Het is merkwaardig hoe enkele dagen var rijbeperking de jeugd 't schaatsenrijden gf leerd hebben. Er zijn bijna geen krukker meer op den weg en men vraagt zich onwil lekeurig af of deze sport thans niet dienst baar kan gemaakt worden aan het verkeer over den langen afstand. Er schijnt dezer dagen een man op rolschaatsen van Den Haag naar Haarlem te zijn gereden en de couranten hebben daarvan als van iets heel bijzonders melding gemaakt. Maar overal zijn thans goede en breede asfaltwegen en daarom is het inderdaad niet zoo verwonder lijk, dat men de schaats onderbindt om groote afstanden te overbruggen. Waarom kunen we in den winter wel in een enkelen dag de dorpen van Noord- Holland afrijden en alle steden van Fries land bezoeken en waarom dan niet van stad tot stad gaan als de nood der tijden ons dwingt naar een practisch en goedkoop ver voermiddel te zoeken. Dit is een tijd voor de uitvinders. Wie be denkt een vervoermiddel, dat niet op een autoped of een fiets lijkt en practisch bruik baar is om er met passagiers over lange af standen vlug en veilig mee vooruit te ko men? Laat men een prijsvraag uitschrijven en het zal blijken, dat er verrassende vondsten worden gedaan. DE KAASMARKT. De aanvoer was heden bijna dubbel zoo groot als de vorige week en bedroeg 98000 kg. Aanvankelijk was de handel stug, doch al spoedig werd deze levendig en lag de hoogste markt, 20 per 50 kg., 0.50 bo- vën die van de vorige week. De producenten hadden groote moeite om de kaas aan te voeren. Heden mocht dit nog met vrachtauto's geschieden, doch het vervoer naar de koopers geschiedde weer per kaasschuiten, zoodat de markt weer het oude beeld gaf van het laden der kaas door de kaasgoten in de schui ten. Van toerisme was nagenoeg geen spra ke. Wel was er veel Hollandsch veldgrauw op de markt, zoodat de markt een echt Hollandsch beeld vertoonde. Slechts en kele Duitsche militairen, die zich vriend schappelijk met onze jongens onderhiel den, waren ook een kijkje komen nemen. Zoowel de handelaars als de producen ten betuigden hunne instemming mgt onze gister gepubliceerde beschouwing, waarin wij er bij den Bond van Zuivel fabrieken op hebben aangedrongen het initiatief te nemen voor een meer econo misch vervoer van de melk naar de fa brieken, door het kris kras rijden der melkauto's te doen eindigen. Tot onze voldoening vernamen wij van den voorzitter van den bond, den heer Jm. Blaauboer Kz., dat dit vraagstuk ook reeds de aandacht van Den Haag heeft getrokken en dat hiervoor gistermiddag, onder leiding van den regeeringscommis- saris, den heer Louwes, een commissie is ingesteld. De heer Blaauboer erkende, dat de maatregel belangrijke voordeelen kan brengen, doch merkte anderzijds op, dat invoering er van niet zoo eenvoudig is, met het oog op het feit, dat de producen ten-leveranciers aan de coöperatieve fa brieken mede aansprakelijk zijn. Wij zijn echter van oordeel, dat dergelijke theore tische moeilijkheden wel overwonnen kunnen en moeten worden en dat onze zuivelbereiders verstandig zullen doen spoedig een dergelijke regeling in het leven te roepen en daarbij ook zullen samenwerken met de z.g. speculatieve fabrieken. Een zelfstandig in het leven geroepen regeling verdient toch zeker de voorkeur boven een opgelegde regeling, die gezien hetgeen met de vereenigingen van expor teurs van zuidvruchten is geschied, zeker niet zal uitblijven. In dit verband valt het te betreuren, dat de heden te houden vergadering van den Bond van op coöperatieven grondslag werkende Zuivelfabrieken tot nader order is uitgesteld. Onze zuivelproducenten hebben thans meer dan ooit behoefte aan voorlichting door het bestuur. TRAJECT-COMMISSARIS BENOEMD. De heer mr. J. P. Bosman alhier is voor Toordholland benoemd tot traject- ommissaris voor de beurtvaart. Nu de rachtauto's niet meer mogen rijden, irijgt de beurtvaart het leeuwendeel van het goederenvervoer. Bij gebrek aan benzine zullen de beurt- vaartschepen met ruwe olie gestookt worden, maar ook daarmee moet zuinig worden omgesprongen, zoodat naar het meest economische vervoer gezocht wordt, waardoor men ongeveer 50 procent der brandstof hoopt te besparen, zoo mogelijk door het laten sleepen of doen zeilen van vaartuigen. Over de binnenlandsche beurtvaart wordt uit's-Gravenhage nog gemeld: De opperbevelhebber van land- en zee macht heeft, blijkens de Nederl. Staats- Crt. no. 98 van 23 Mei besloten dat het deelnemen aan de binnenlandsche beurt vaart slechts veroorloofd is, wanneer de ondernemer lid is van de vereenigingen, aangesloten bij het Nederlandsche bin- nenvaartbureau en hij beschikt over een z.g.n. beurtvaart-ontheffing. Afvaarten en routes worden vastgesteld door het Nederl. binnenvaartbureau. Er zal franco worden vervoerd, tenzij de omstandighe den zulks niet toelaten, in welk geval vooruitbetaling kan worden gevorderd. Voor de vrachtprijzen gelden de richt lijnen aangegeven in de prijsverordening van 15 Mei 1940. Verder wordt een commissie ingesteld voor het bevorderen van een juiste behan deling van beurtvaart-aangelegenheden. Beslissingen dezer commissie behoeven de goedkeuring van den regeeringseommis- saris voor den wederopbouw. Deze veror dening treedt 24 Mei 1940 in werking. VEERDIENST ENKHUIZEN—STAVOREN HERSTELD. Met ingang van heden is de veerdienst EnkhuizenStavoren v.v. hersteld. In elke richting gaan drie booten van Enkhuizen om 8.01, 12.01 en 16.01 uur; van Stavoren om 10, 14 en 18 uur. DE OPENBARE U. L. O.-SCHOOL HERVAT DE LESSEN. Morgen, 25 Mei, zullen ook de lessen aan de Openbare U. L. O.-school weer beginnen en wel voor de klassen lb en 2b om 8.15 uur des morgens en voor de klassen la en 2a om 10.45. De leerlingen moeten zich aanmelden ach ter Huize Westerlicht. RECLASSEERINGSDAG UITGESTELD. Mét het oog op de omstandigheden heeft de leiding van de Nationale Reclasseerings- dag besloten om de collecte, die op 1 Juni a.s. gehouden zou worden, tot het najaar uit te steiien. De ruggegraat van elk reclame-plan: DAGBLAD-RECLAME! (Ongecorrigeerd.) HET DUITSCHE LEGERBERICHT. Verder Duitsch opdringen naar de kust. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Het gebied, waarin de vijandelijke legers in noord-Frankrijk en België zijn opgesloten, werd gisteren door succesvolle aanvallen van de Duitsche troe pen van alle kanten verder ingekrompen. In Vlaanderen braken de Duitsche divisies door de versterkte stelling van de Schelde en drongen zij door tot aan de westelijke oever van de Leye. Doornik is genomen. De achter het front gelegen Fransche vesting Maubeuge is na inneming van de laatste omringende versterkingen in Duitsche han den. In Artois veroverden de Duitsche troepen de in den wereldoorlog fel omstreden hoogte van Loretto, ten Noordwesten van Atrecht. De tusschen Atrecht en de zee noordwaarts optrekkende sterke Duitsche pantsertroepen naderden gisteren de Fransche haven aan het Kanaal. Een zwakke vijandelijke aanval vanuit het Zuiden op Amiens werd afgeslagen. Overi gens waren er aan het Zuidelijk front geen bijzondere gebeurtenissen. Het luchtwapen ondersteunde met sterke eenheden den strijd van het leger tegen de vijandelijke legers, welke zijn opgesloten in den Belgisch-Franschen sector. Ook aan het zuidelijke front keerde het luchtwapen zich tegen verkeerswerken, transportbewegingen en troepenconcen traties. Bij de gewapende verkenningen aan de kust van het Kanaal werden voor Boulogne een groot oorlogsschip, waar schijnlijk een kruiser, en drie torpedojagers door zware bommen getroffen. Onze vlieg tuigen ontmoettten daarbij zwaren lucht afweer, bovendien gelukte het zes geladen transportvaartuigen tot zinken te brengen. Naar achteraf bekend wordt, zijn op den 21en en 22en Mei bij de vertwijfelde door braakpogingen van den vijand naar het zuiden, behalve talrijke op andere wijze vernieulde pantserwagens, alleen door de artillerie 56 vijandelijke pantserwagens vernield. De verliezen van den vijand in de lucht bedroegen gisteren in totaal 49 vliegtui gen, waarvan in luchtgevechten werden neergeschoten 25, door het luchtdoelge schut 8, en de rest op den grond werd vernielde pantserwagens, alleen door de worden vermist. Bij Narvik deed het luchtwapen met succes aanvallen op tentenkampen, colon nes van lastdieren, troepenconcentraties en transporten. Een vijandelijke jager werd neergeschoten, een kruiser en een transportvaartuig door bomtreffers be schadigd. Ook in den afgeloopen nacht vloog de vijand west- en zuid-west- Duitschland binnen en herhaalde hij zijn bombardementen op niet-militaire doel witten. NEDERLANDSCHE STAATSLOTERIJ. De directeur der Nederlandsche Staats loterij maakt bekend, dat de uitgestelde trekkingen van de vijfde klasse der 483e Staatsloterij zullen plaats hebben op 10 Juni 1940 en volgende dagen. Wij verzoeken onzen adver teerders er rekening mede te willen houden, dat voortaan in alle ons ter plaatsing aangeboden annonces naam en adres van den inzender dienen voor te komen. Advertentiën onder nummer worden door ons niet meer aan genomen. DIRECTIE ALKMAARSCHE COURANT. De oorspronkelijke opzet om de grasensi- lage vooral te doen geschieden volgens de A.I.V.-methode of onder toevoeging van melasse is op dit oogenblik vrijwel niet mo gelijk. Op veel boerderijen komt het graskuilen al niet meer aan de orde en wil men ook van het voor kuilgras bestemde land maar hooi gaan winnen. Men moet er dan op bedacht zijn, dat het voor kuilgras bestemde gewas extra verzor ging zal vergen indien men het wil hooien. Het gewas is gemiddeld eiwitrijker en voch tiger dan normaal hooigewas en we leven nog in Mei. Voor dergelijke omstandigheden kan het ruiteren van hooi een zeer practische metho de zjjn om een prima eindproduct over te houden. In aansluiting op het vorig artikel over hooi ruiteren volgen hier nog eenige tech nische raadgevingen. Men moet het gemaaide product op het zwad laten drogen en het b.v. éénmaal kee- ren. Is het gras goed luchtdroog, hetgeen meestal na 5 tot 6 dagen het geval is, dan kan het op de ruiters geplaatst worden. Men heeft voor het vroeg te hooien land ongeveer 40 vierpootruiters per ha. noodig. Teneinde de kans op plekken te vermijden moet men de ruiters over de greppels zetten. Het optasschen van het gras kan geheel met de vork gebeuren. Eerst vult men de 4 hoeken op en wel zoo dat het opgevorkte hooi steunt tegen de pooten en rust op de dwarslatten. Men vorkt dus niet af zooals op een gewone hooirook, maar legt de 4 hoekpunten zoo neer, dat men de leege vork uit het hooi kan trekken. De massa op de 4 hoekpunten vleit dan tegen de pooten. Vervolgens zet men op de normale wijze de draagstokken vol door tusschen de hoopjes op de hoekpunten een volle vork te plaatsen. Nu kan men verder optassen, er daarbij voor zorgende niet teveel op een ruiter te laden. Ook moet de ruiter na het opladen van binnen hol zijn. Op 1 ruiter komt gras van 2-3 are; indien men 'n normaal gewas heeft, komt er van één ruiter ongeveer 100 tot 120 kg. hooi. Nadat men de ruiters heeft opgetast is het verstandig een touw over de heele hooi- massa te doen. Na één of twee dagen gaat de massa bezakken en moet het touw even gespannen worden door een paar slagen om een draagstok. Is de ruiter goed opgetast en wordt het touwtje op tijd gespannen, dan is verder het werk er af. Na 3 weken rust kan het hooi dan worden ingeschuurd. (Slot volgt.) PREDIKBEURTEN. ZONDAG 26 MEI 1940. ALKMAAR. Groote Kerk, 10 uur, ds. Kleyne. Kapelkerk, 10 uur, ds. Klein Wassink; 5 uur, ds. Warners. Remonstrantsch Geref, Gemeente, 10.30 uur, ds. Rappold. Ev. Luth. Kerk (Oudegracht), 10.30 uur, de heer Stellwag Jr., prop. te Utrecht (extra coll. syn. fonds verb, pred.-tract.) Doopsgezinde Kerk, 10.30 uur, ds. Kuiper. Geref. Kerk, 10 en 5 uur, de heer J. van Eerden, cand. Herst. Apost. Gem., Toussaintstraat, 10 en 4.30 uur en Woensdagav. 8 uur, dienst. Vrije Ev. Gem., in De Unie, 10 en 7 uur, ds. Ruys; onderwerp: „De veilige schuil plaats en 3000 gelukkige menschen"; Dins- dagav. 8 uur, bijbellezing Brouwerstr. 31. Ned. Chr. Gemeenschapsbond in Waakt en Bidt, Zondagmiddag 3 uur jongelieden- samenkomst; Woensdagav. 8 uur evangeli satiesamenkomst, de heer v. Oostveen; Donderdagav. 8 uur bijbelbespreking man nen, Houtweg 8; Vrijdagav. 8 uur bijbelbe spreking vrouwen, Oudegracht 208; Zater dag 8 uur bidstond, Oudegracht 208. Slot.- De gewonde Pool Manofski in het Duitsche lazaret verlangde nu daar in zijn bed alleen nog maar om het kind nog eens te zien huilen. Hij kon 's avonds niet inslapen, om dat hij al maar geschiedenissen verzon, die hij 't kleine meisje wilde vertellen, om haar aan 't snikken te brengen. Zijn ellendige jeugd, dien tijd in de Duitsche fabriek, die tijden op expeditie met het Duitsche leger, tot hij gewond werd. Stuk voor stuk werkte hij 't naarste ervan in zijn herinnering naar boven woelde er in om 't dan te fluisteren voor zich heen in de lucht, zoo bitter treurig, zoo opwindend en dacht: hierbij zal ze huilen, moet ze hui len, die kleine Else. Hij woog zijn ellendigste levenservaringen tegen elkaar op. Wat was nu 't verschrikke lijkste geweest. En terwijl hij 't zoo alles weer vóór zich zag, kwam een groot verdriet in volle zwaarte over hem: wat een gewel dige, vreeselijke last was dit toch. Die had zich zoo langzaam aan, brok voor brok, op gehoopt in zijn hart. Dien sleepte hij nu al tijd overal met zich rond. En nu, nu hij zich voor 't eerst bewust was geworden, nu werd 't hem dubbel zwaar. En er was niemand, die hem dien last van de ziel kon afnemen. Of wel? Het kind moest naar hem luiste ren. Hij wilde 't haar allemaal vertellen, haar den vollen last van zijn verdriet laten meevoelen. Al die gruwzaamheden en onbe grijpelijkheden in zijn lot. Ja, aan de kleine Else. --En heel stil, heel stil door drong hem weer dat warme, weeke, diepe gevoel. Want, o, als 't kind dan huilen zou om zijn leven Den vijfden dag kwam zij. In een slap wit jurkje met witte kousen en witte schoen tjes een engeltje scheen 't wel. Vlug kwam zij naar hem toe, haar gezichtje als door schenen van blijdschap: „Dag Johan". Gaf een handje, maakte haar knicks. „Zeg, ik moet je meteen wat vertellen". Floep, zat ze weer op den stoel: „verbeeldt je eens. Vader krijgt verlof! Hij kómt voor wel een week. Hoera!" Manofski glimlachte moeilijk, want van daag was ze blij, en juist had hij vast be sloten dat vandaag zijn last wég moest, door haar huilen. Moest hij nu dus haar vreugde bederven? Wat kwam er dit voor die kleine, verwende Else op aan? Zij had 't immers eiken dag beter, dan hij alles teza men in al die jaren. Zij moest zijn verhalen nu aanhooren en om hem huilen. Kan je begrijpen, Johan, hoe gelukkig ik ben?" Nee", zei Johan hard. 't Kind bleef een heele poos verbluft zit ten: „Waarom niet?" stotterde zij einde lijk. Dat i k niet begrrijpen. Was nooit blij als vaderrr kwam!" Maar waarom dan toch niet?" Was vaderr bezopen altijd, altijd. Heeft ie moederr geslagen met poot, ons ge- trrapt en gestompt!" en de stem van den gewonde brak haast van opwinding. Daar een zwaar brok. Zou ze nu huilen? Het kind was bleek geworden. Is dat waar? fluisterde ze. Waarrr? lachte hij wreed. „Kan jij niet gelooven, hè? Jij poppetje, schootkindje. Weet jij niet hoe is als kleine brroertjes en zusjes schrreeuwen om eten en komt vaderrr, en stopt in varrkenskot zoo errg koud en donkerr." Johan balde zijn vuisten of hij 't nog weer ondervond. 't Was de eerste keer, dat hij over dit alles sprak. En al maar erger, droeviger wou hij 't voor haar ma ken: „Huilt kleinste zusje zoo vreeselijk in kot, van kou en angst. Is moederr uit, zit vaderr bezopen in huis, heeft kinderren op gesloten in varrkenshok. Gaan wij liggen over klein kind heen, zoo, zoo om te war men, zóó! Helpt niet. Zusje huilt en beeft." Hij beefde zelf, rilde nu en dan in zijn opwinding. O, die last van zijn verdriet, die ondragelijke last. En toe nu, kleine Elsje, toe nu huil er nu om de be vrijding. Het meisje zat als versteend. Met wonder lijk groot gesperde oogen staarde zij ontsteld naar den opgewonden man. Zijn harde, rauwe stem deed pijn in haar ooren. De- gruwzaamste voorstellingen joegen door haar hoofdje. Zij zat weerloos hiertegen. Ze durfde zich niet verroeren van afgrijzen. Daar ging de deur open. Zuster Emma kwam weer binnen. In de gang had ze de hartstochtelijke stem van Manofski wel ge hoord. Het kind schrikte op, sprong letterlijk in de hoogte. Strekte haar armen uit naar tante Emma, met een klagend geluid, dat meteen ophield. Liet toen de armen weer vallen huilde, huilde, snikkend. Manofski genoot van die tranen, als een uitgedord land van een plensenden Mei regen. O, de bevrijding, de bevrijding. Dat een ander, dit engeltje, huilde om z ij n leed. Nooit, nooit nog had er iemand ook maar aandacht geschonken aan zijn ellende. En wat een weldadige warmte doorstroomde hem nu, waardoor heel die wrok om zijn toch onverdiend wreede lot als 't ware bin nen in hem versmolt. Hij wilde 't kleine handje nemen, wilde 't kussen, wilde 't vast houden tegen zijn voorhoofd. En voor 'i eerst, voor 't eerst welden tranen in zijn oogen. Daar zag hij dat 't kind werd meegetrok ken, 't hoofdje gedrukt tegen een wit ver- pleegstersschort. Hoorde hij over 't wan hopende snikken een booze stem: „Schaam je je dan heelemaal niet, jou onmensch, zeg? Zie je dan niet hoe overstuur je Elsje ge maakt hebt? Na haar vorige bezoek be greep ik al niet hoe ze er zoo verhuild uit zag. Maar nu weet ik, dat 't komt door uw afgrijselijke verhalen. Hebt u dan heelemaal geen gevoel in uw lichaam jou, jou kwelgeest?" Manofski drukte zijn gezicht in 't kussen, wanhopend beschaamd. Nooit mag 't kind meer bij u komen. 't Zou er een overspanning van opdoen Ongelooflijk, en dat een man, die daar zóó zwaar gewond ligt, en willens en wetens, alleen uit wreedheid, 'n kind zóó kapot maakt". Hij kwam met zijn hoofd overeind en keek haar aan. En in groote verwarring dacht de zuster: „Da's toch om heelemaal de kluts kwijt te raken, zoo melankoliek als nu de oogen zijn van dezen onverlaat." En reeds had zij spijt over haar heftigheid, al bleef Elsje snikken. En haar stuur heelemaal kwijt, hakkelde tante Emma: „Ik vind ik vind heusch, dat u 't veel, veel te erg hebt gemaakt Manofski, voor zoo'n over gevoelig klein schepseltje Heb geweten, ja, geweten dat huilen!" triomfeerde Manofski nog weer even. Heb ik willen zien, juist willen, zij huilde om m ij, zooals vorigen keer om oud meesterr. Heb gewild dat vandaag ook huilde om Johan... doet goed, o goed. Heeft nooit een gehuild om mij Zou nooit zoo ge- worrrden, als iemand errom wilde gehuild hebben. Pak!" hij lachte rauw, om 't nu niet uit te snikken. Trok met beide han den 't dek over z'n gezicht. „Ga weg! Ga weg!" De verpleegster stond ontroerd. Haar oogen, aan zóó veel ellende gewend, zagen hier in een afgrond van zielsnood. En flauw begreep zij opeens het ziekelijke verlangen, het onbeholpen vechten om door deernis van een argeloos kind tot bevrijding te komen. Zij kuste het kleine meisje, zette 't op den grond en fluisterde: „Kom, liefje, wees maar niet bang. Ga maar gauw naar zuster Lies- beth." En op haar teenen, zoo vlug ze maar kon, tripte het kind de zaal uit. Manofski dwong zich om roerloos te blij ven liggen. Maar zijn heele lichaam trilde. Wat wou ze nou nog, die zusterr? Wat duvel, wou ze nou van 'm. Ze moest daar weg gaan. Hij wou weer alleen zijn, voor altijd weer alleen zijn. Hij was gek ge weest, gek, met zijn ziekelijke vertrouwen! Toen voelde hij een hand op zijn scnou- der. Manofski, arme Manofski" zei de zuster met een stem, zoo als hij nog nooit ge hoord had. „Waarom heb je nu dan toch ook juist een onnoozel kind uitgekozen, want dat huilt immers van puur afgrijzen, zonder verder begrip, domme Manofski? Was 't niet beter, als 't mondige was, die met je mee.voelen kan arme, arme kerel! Zeg, Manofski. Toe, zeg nu toch wat! Alsje blieft toe, waarom antwoord je nu toch niet?" Zij ging op haar knieën liggen aan zijn bed, en schreide, heelemaal overweldigd door meelij. Toen kwam Johan overeind. Niettegen staande zijn gruwelijke wond in den rug. Zijn groote, bevende hand greep de gevou wen handen van de zuster. Maar zeggen kon hij niets. Nu niet Nu de tranen langs zijn vangen drupten heelemaal doorstroomd als hij was door dien warmen zegen. Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 3