Myra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet. m de LAATSTE BUS VRAAG EN AANBOD JUcfitezaketi Hxuitteton WOENSDAGS EN ZATERDAGS. 35 cent per vijf regels, Tien jaar geëischt wegens moord. M CECIL FREEMAN CREGQ, De operaties in België. Oproep aan de bevolking van Nederland. het omroepprogramma voor morgen. TWEEDE BLAD 2 GEMEENTE-ONTVANGER TE VELSEN VEROORDEELD. 8 Maanden gevangenisstraf. Veertien dagen geleden stond voor de Haarlemsche rechtbank terecht de vroe gere gemeente-ontvanger van Velsen, J. J. W., wegens verduistering van ongeveer 2800 gulden ten nadeele van de gemeente in 1927. Twee jaar na zijn benoeming was verdachte reeds met de fraude begonnen, door een termijn van de ontvangen groot boekrente niet te verantwoorden. Ver leden jaar had hij vierhonderd gulden uit de gemeentekas overgeschreven op de rekening van het Witte Kruis te Velsen, waarvan hij penningmeester was. Deze overschrijving geschiedde, omdat hij ook in de kas van deze vereeniging een tekort had. Teneinde het tekort in de gemeente kas weer aan te zuiveren, nam hij vier honderd gulden weg van het geld van de kostwinnersvergoeding, waarover hij eveneens het beheer voerde. De rechtbank veroordeelde hem gister conform den eisch tot acht maanden ge vangenisstraf, met aftrek van voorarrest. SNEL RECHT VOOR PLUNDERAARS. Politie-rechter te Rotterdapi legt de maximumstraf op. Voor den politierechter te Rotterdam, mr. J. C. Brongers, werden Woensdag twee ver dachten voorgeleid, die zich aan plunderin gen tijdens de opruimingswerkzaamheden hadden schuldig gemaakt. De eerste verdachte was de 24-jarige aan nemer van sloopwerken J. H. H. uit Schie- broek, die op 14 Mei werkzaam was ge weest bij het opruimingswerk van het aan de Hoofdlaan 2 te Schiebroek ingestorte pand, dat bewoond werd door de gezusters Mouthaah. Verdachte zou zich niet ontzien hebben een gouden broche en een gouden hanger, benevens een portemonnaie met eenig geld, welke hij in de puinhopen had aangetroffen, bij zich te steken en voor zich zelf te behouden» Verdachte gaf voor den politierechter de feiten volmondig toe. Het is toch wel buitengewoon slecht, wat u gedaan hebt, merkte de politierechter op. Ik zat geheel zonder geld, zegt ver dachte. En. dan van menschen, die alles kwijt waren. In zulk een toestand heeft men den plicht in de eerste plaats aan zijn mede- menschen te denken. Gelukkig hebben velen in Rotterdam dat gedaan. De vertegenwoordiger van het O.M., mr. J. C. V. Meischke, was van oordeel, dat hier de maximumstraf, die de politierechter kam opleggen, moet worden toegepast en spr. eischte 6maanden gevangenisstraf met last tot onmiddellijke gevangenneming. Verdachte werd conform veroordeeld. Brandkast geplunderd. De 30-jarige losse-werkman A. C. had be hoord tot een groep van werklieden, die be last was geweest met de opruimingswerk zaamheden aan de Schiekade. Op 19 Mei zou C. met anderen hebben afgesproken een brandkast, die onbeschadigd uit de puin- hoópen te voorschijn was gekomen, open te breken en zich den inhoud daarvan toe te eigenen. De brandkast behoorde toe aan den juwelier C. de Kok, die aan de Schiekade 126c zijn werkplaats had gehad, In deze kast hadden zich juweelen en goud en zilver be vonden tot een waarde van 16,000. De sieraden, die bij verdachte zijn aange troffen, moeten door anderen in zijn zak zijn geduwd, beweerde verdachte en thuisgeko men heeft hij uit angst voor ontdekking het doosje met de sieraden in zijn schoorsteen gestopt. De vertegenwoordiger van hèt Ö.M. was van oordeel, dat het feit, waaraan deze ver dachte zich heeft schuldig gemaakt te ern stig is, dan dat het met de maximumstraf, die de politierechter kan opleggen, voldoen de geboet zou zijn. Spr. vroeg dan ook van den politierechter alleen het bevel tot ge vangenneming van verdachte en verwijzing van de zaak naar de meervoudige Kamer. ZAAK-KOORENS KOMT VOOR HET GERECHTSHOF. Naar wij vernemen heeft de officier van justitie mr, L. de Blécourt Hooger Beroep aangeteekend in de strafzaak tegen den Am- sterdamschen hofmeester Koorens, die door de rechtbank wegens doodslag gepleegd op zijn vrouw, en het verbergen van het lijk met de bedoeling om het te onttrekken aan de opsporing van de justitie, was veroor deeld tot 15 jaar en zes maanden gevange nisstraf. Het O.M. had wegens moord levenslange gevangenisstraf gerequireerd. Koorens stel de zich op het standpunt dat hij tijdens een ruzie met zijn vrouw kort na zijn terug komst uit Indië, haar bij ongeluk tegen de kachelplaat had doen vallen, waardoor zij bewusteloos was geworden. Hij was in de overtuiging dat zij dood was en in zijn ver bijstering had hij haar daarna met een mes gestoken. Uit het deskundige onderzoek is echter vast komen te staan, dat de doode- lijke steken zijn toegebracht op een oogen- blik, dat de vrouw nog leefde. Nadat het O.M. had geappelleerd is ook verdachte zelf in hooger beroep gegaan, zoodat deze geruchtmakende strafzaak voor het gerechtshof zal worden behandeld. POGING TOT DOODSLAG? De Haagsche rechtbank heeft gister ochtend den 28-jarigen Haagschean schil der, die op 9 dezer heeft terechtgestaan wegens poging tot doodslag zijner vroegere echtgenoote, die hij nl. op 7 Maart jl. ge tracht zou hebben te wurgen, veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, wegens mishandeling. Poging tot doodslag werd niet bewezen verklaard. Alléén 2de handsch goederen. uitsluitend a contant (Dissdaas en VrBdaas inzenden.) 287. De koning heeft besloten dat Myra moet beslissen wat er met de plaaggeesten moet gebeuren. Meneer Uil wordt ook bij de rechtszitting uitgenodigd. Geboeid moeten de kereltjes bij Myra neerknielen. Eerst komt Zwartvoet en hij huilt en schreeuwt om vergeving. 288. De rechtspraak duurt wel een paar dagen. Einde lijk komt Myra aan Zwartvoet en Puntmuts zelf mee delen, dat zij hen wil vergeven. Toch zullen ze voorlopig nog bewaakt worden en Puntmuts mag zijn zware laar zen nog niet uitdoen. Toch danst hij van plezier, dat al les nog zo goed voor hem afloopt. In den ochtend) van den 27sten Decem ber van het vorige jaar speelde zich in een winkel in de Vijzelstraat te Amsterdam een liefdesdrama af, waarbij een jeugdige dienstbode het leven liet. Het meisje was eenigen tijd verloofd geweest met een 37-jarigen expediteur. Zij verbrak de ver loving, doch de expediteur stelde alles in het werk om den omgang te herstellen. Zij weigerde echter pertinent zich langer met den man in te laten. Herhaaldelijk bedreigde hij haar en op den Zaterdag voor Kerstmis kwam hij het meisje op straat tegen. Hij hield haar staande en diet haar een groot scherp dolkmes zien. Geheel overstuur kwam het meisje thuis en zij vertelde aan haar mevrouw, wat er gebeurd was. Deze gaf haar den raad extra voorzichtig te zijn en goed op te letten. Dienzelfden avond kwam de man aan de winkelzaak, maar het meisje was er niet. Een paar dagen later zou het drama zich voltrekken. Op den ochtend van den 27en December zette de dienstbode de vuilnisbakken buiten en van die gelegen heid maakte de afgewezen minnaar gebruik om den winkel binnen te dringen. Toen 't meisje weer binnen was, viel hij haar onmiddellijk met het dolkmes aan. Hevig bloedende en luid gillende vluchtte zij de straat op, achtervolgd door den man. Op straat zakte zij ineen en enkele oogenblik- ken later overleed zij. De dader was in- tusschen gegrepen door werklieden van de stadsreiniging. Geen oogenblik bood hij tegenweer: „Laat me maar los, ik loop toch niet weg", had hij gezegd. Vandaag stond de expediteur terecht, verdacht van moord op Hermina Kaatman, subsidiair had de officier van justitie, mr. L. de Blécourt, doodslag ten laste gelegd. De man gaf in feite het ten laste geleg de toe. De psychiater, dr. S. P. Tammemoms Bakker was tot de conclusie gekomen, dat de man geen psychopaath is. Bij het slotverhoor hield verd. vol, dat hij niet de bedoeling had gehad om het meisje te dooden. „Ik heb haar alleen maar willen dreigen, om haar bij mij te rug te krijgen," zeide verdachte. De officier van justitie mr. L. de Blé court, noemde de zaak zeer eenvoudig. De verwachte is een egoïst, die een vermeend onrecht wilde wreken. Het is duidelijk, dat deze man de bedoeling had om de vrouw te dooden. Eenige dagen tevoren had hij haar immers nog gezegd: „Als je niet •bij me terug komt, ga je er aan". Spr. achtte den moord bewezen en requireerde een gevangenisstraf voor den tijd van tien jaar. De verdediger, mr. F. Pauwels, besprak uitvoerig de psyche van den verdachte: een opvliegende, domme, egocentrische man, verwend in zijn jeugd en gewend zijn zin te krijgen. PI. bestreed, dat verd. het plan had het meisje te dooden. Door 38) Voor één ding was hij dankbaar. Het was nu niet langer noodig de inzittenden in den wagen voor hem te ondervragen. Zij hadden hét antwoord reeds gegeven. Hij tuurde vooruit door het gebroken glas. De lichten van den verdwenen wagen waren nu ge doofd en hij vroeg zich af of hij hetzelfde zou durven doen. Voor zijn eigen veiligheid besloot hij het niet te doen, hoewel het hem sterk in het nadeel plaatste. Hij moest zijn snelheid zóó regelen, dat hij den wagen in het oog hield en toch bui ten het bereik van hun revolvers bleef. Hij was ongewapend. Dat was een uur geleden al erg geweest nu kon het fataal blijken. Maar, redeneerde hij bij zich zelf, hoe had hij kunnen weten, toen hij Scotland Yard verliet om de verklaring van een dorpsagent te testen, dat hij in een dergelijk avontuur zou worden gewikkeld? Vervloekt! Deze voorzichtige tactiek bracht hem niets verder. TenzfpSnij wist hoe ver die andere wagen hem vooruit was, liep hij veel kans hem heelemaal te verliezen. Hij versnelde opnieuw zijn vaart, maar moest bij een bocht weer wat inhouden. Dan remde hij uit alle macht, Midden op den weg staande, een hand opgeheven als stop- teeken en met de andere zijn oogen be schermend tegen het felle licht van de auto lampen, stond een agent in uniform. Higgins liet zijn oorverdooVende claxon gillen, maar de man ging geen stap opzij. Op een ander oogenblik zou hij de plichts betrachting van den maft geprezen hebben, maar nu ,Maak, dat je weg komt!" schreeuwde hij, terwijl de banden over het wegopper- vlak schuurden. Het hielp niet. De wagen stond stil en met gewichtig gebaar een groot notitieboek te voorschijn halend, kwam de agent op hem af. „Denk je misschien, dat deze weg je par ticulier eigendom is?" vroeg hij opgewon den. „Je bent de tweede in drie minuten". „Kun je lézen?" vroeg de inspecteur woest, terwijl hij den ander zijn kaart in de handen duwde. De agent haalde een zak lantaarn voor den dag en liet het licht op het stukje karton schijnen. Zijn heele optre den veranderde terstond. „Neem me niet kwalijk, meneer. Wist niet dat u bij den anderen wagen hoorde". „Wat bedoel je?" „Er zat iemand in politie-uniform in dien wagen hiervoor en daarom dacht ik..." „Weet je het zeker?" „Absoluut, meneer. Ik dacht, dat ze mis schien gecostumeerd waren en daarom no teerde ik het nummer, wat ik juist wilde gaan opgeven voor het geval „Het nummer?" De agent sloeg een van de blaadjes van zijn boekje terug en las plechtig: „XX 57936". „Dat was de wagen. Dit is eën door den hemel gezonden gelegenheid. Telefoneer dat nummer direct door. De wagen moet tot iederen prijs worden aangehouden. Je weet de richting?" „Zeker, inspecteur. Zij gingen recht door en sloegen dan den eersten zijweg in. U kunt dien niet missen". Higgins schakelde weer in en vertrok zoo vlug mogelijk, een paar seconden later op twee wielen de bocht naar rechts nemende. Dat was een bof, dien agent te ontmoeten. Handige kerel ook! Dat nummer zoo netjes te noteeren, hoewel, nu hij er aan dacht, hoe had de man, daar zij toch geen enkel licht aan hadden, er iets van kunnen Het was in een oogwenk gebeurd! Een bocht in den weg, en dan vijf meter voor hem een massief ijzeren poort. Automatisch trapte de inspecteur het rempedaal in, de wagen maakte een schuiver en vloog dwars tegen de poort. Er klonk een geweldige slag en daarop viel de wagen langzaam op zijn zijde. Het trieste geklingel van de brandweer- bel te midden van het wrak scheen het gelui van een doodsklok, die droefenis op wekte over de onbeweeglijke figuur, welke daar in elkaar gedoken terneer lag. HOOFDSTUK XIX. Waarin een inspecteur wordt aangevallen. De eerste indruk, waarvan inspecteur Hig gins zich na het langzaam terugkeeren van zijn bewustzijn gewaar werd, was er een van intense koude. Zijn volgende dat hij De verbondenen werden opgesloten. Apeldoorn, 22 Mei 1940. (Van onzen militairen medewerker), De Duitsche legers hebben de doorbraak der Maginot-linie tusschen Maubeuge en Sedan ten volle uitgebuit door de verbon denen op te sluiten in een streek tusschen Schelde en Noordzee. Althans die Belgisch-Engelsch-Fransche troepen, welke na doorbreking van de Dylé-stelling op de Schelde terugtrokken. De Duitsche pantsertroepen stroomden door de bres Maubeuge-Sedan zuidwest- waarts en drongen door tot de lijn St. Quentin—aon-Rethel, welke plaatsen in hun bezit zijn. Deze bezette lijn St. Quentin-Rethel beschermt de bres Mau beuge-Sedan tegen mogelijke aanvallen van Franschen uit het zuiden. Er bestond echter nog een ander gevaar voor die bres en wel in den vorm van het Fransehe IXe leger, dat was opgesteld tusschen Namen en Sedan, met opdracht de verbinding in stand te houden tusschen de Maasstelling Namen-Luik en de Maginot-linie. Dit IXe leger zou eene poging hebben kunnen doen de bres weer dicht te maken, doch ook deze mogelijkheid hebben de Duitschers voorkomen door het IXe leger aan te val len en volledig te verslaan. Nu de bres als een deur voor eigen ge bruik veilig in hunne handen was, hebben de Duitschers stérke .pantsertroepen, on middellijk gevolgd door gemotoriseerde infanterie en artillerie via St. Quentin westwaarts gezonden en de geheele lijn St. Quentin-Amiens-Abbeville doen be zetten; dit is dus een opstelling achter de Somme. Terwijl de pantsertroepen verder rukten, nam de infanterie hare opstel lingen in, en betrok stellingen met eenige diepte, welke zich zoowel naar het noorden als naar het zuiden konden ver dedigen. Het is n.l, zeer goed mogelijk, dat het Fransehe leger zijne reserves zal aan wenden om pogingen te doen, de in het noorden (in België) afgesloten troepen te ontzetten door eene doorbraak der lijn St. Quentin-Abbeville, evengoed als de inge sloten Fransehe troepen reeds pogingen Op 14 Mei heeft de vroegere Nederland- sche regeering zich naar Engeland begeven en het Nederlandsche volk aan zijn eigen lot overgelaten. Onder den invloed der Duitsche wapens en beseffend dat een verdere tegenstand vol komen hopeloos zou zijn, heeft de opperbe velhebber der Nederlandsche troepen te land en ter zee nog den zelfden dag beslo ten, aan de geheele Nederlandsche weer macht het bevel te geven, den strijd te sta ken en de wapens neer te leggen. Met dit voor een soldaat zwaar besluit heeft de opperbevelhebber der Nederland sche troepen een hooge mate van inzicht in den werkelijken militairen toestand getoond. Hij heeft ten volle beseft dat ieder uur dei- voortzetting van dezen onzinnigen strijd voor zijne troepen en zijn bevolking slechts ontzettende bloedoffers zou brengen en in dit geval steden en dorpen aan een totale vernieling prijsgegeven waren. Toch zou dit aan het feit van een Duitsche overwinning niet het minste hebben veranderd. Toen de vroegere Nederlandsche regeering door haar conspiraties met Engeland en Frankrijk den strijd tegen Duitschland te weeggebracht heeft en zoodoende tegen een weermacht, wier kracht door de vooraf gaande gebeurtenissen bewezen was, heeft zij van begin af onverantwoordelijk gehan deld. Had de vroegere regeering niet ge luisterd naar Engelsche raadgevingen, maar een werkelijke neutraliteit bewaard, dan zouden alle nu gebrachte offers van goed en bloed onnoodig geweest zijn. Nu de wapens neergelegd zijn, is de Ne derlandsche bevolking in staat, haar vreed- zamen arbeid te hervatten. Ieder wordt ver zocht, na deze verschrikkelijke dagen, .tot zijn gewoon werk terug te keeren. Maar een ieder trede ook op tegen zulke gewetenlooze elementen, die voortdurend door passieven weeTstand of door actieve daden onrust stichten en daardoor den voortgang van het burgerlijk leven, de open bare rust en orde willen storen. niet in staat was zich te bewegen. Hoe voor den drommel was hij hier terecht gekomen? Hij fronste zijn wenkbrauwen, terwijl hij zijn memorie geweld aandeed en langza merhand begonnen de recente gebeurtenis sen hem weer voor den geest te komen. De jacht die politieagent - en eindelijk de ijzeren poort. En nu veronderstelde hij, was hij aan handen en voeten gebonden en in de macht van die geheimzinnige „stem". Toen zijn brein echter nog wat helderder werd, bemerkte hij, dat hij verkeerd gegist had. Hij kon zich niet bewegen, omdat er iets zwaars op zijn borst drukte. Het eenige zware ding, waaraan hij op dit oogenblik kon denken, was meneer Sanderson, maar die was voorzeker niet zoo hoekig! Toen drong de verklaring plotseling hel der tot hem door hij lag nog steeds on der het wrak van de auto! Spottend bedacht hij wat de brandweercommandant er wel van zou zeggen! Te oordeelen naar de ma nier waarop hij begonnen was, toen Hig gins voor de eerste maal vroeg of hij zijn wagen kon leenen, beloofde dit wel iets goeds! Een' voorzichtig tastende beweging met zijn voet deed Higgins ontdekken, dat hij niet totaal onbewegelijk lag, althans niet zooals hij eerst gedacht had. Hij begon te probeeren zich wat los te wringen, en schrok vreemd op, toen de bel opnieuw hoewel gedempt begon te klingelen. Hij was verbaasd te zien, dat het niet langer zoo stikdonker was. Een volgende beweging, en zijn eene arm was vrij. Hij draaide zich een beetje om, en daardoor verloste hij ook den tweeden arm. Het viel niet mee zich heelemaal onder de resten van de auto uit te werken, maar ten slotte speelde hij het toch klaar. Zijn hebben gedaan door deze lijn heen te bre ken. Bij zulk een poging kwam het bij Valenciennes tot groote gevechten tusschen Fransehe en Duitsche pantsertroepen, waarin de laatsten den overhand behielden. Als gewoonlijk werkt ook hier weer de Duitsche luchtmacht samen met de pant serkorpsen. Men kan den tegenwoordigen oorlogs toestand als volgt samenvatten: Tusschen Schelde en Noordzeekust, in het zuiden afgesloten door de Duitsche stelling Maubeuge-St. Quentin-Amiens- Abbeville (aan de Kanaalkust) bevinden zich de Belgische troepen, die vooral bij Gent en aan de Boven-Sehelde nog flink weerstand bieden; voorts de Fransehe troepen, welke in België hebben gestreden en thans pogingén doen bij Arras en Va lenciennes naar het zuiden door te breken, welke pogingen tot dusverre werden af geslagen, en ten slotte de Britsche legers, welke in België hebben slag geleverd aan de Dyle, doch thans naar de Kanaalhavens snellen om zich in te schepen naar Enge land. Om dit laatste te beletten is de Duitsche luchtmacht dag en nacht bezig om de havens aan de Fransehe en Belgi sche kust te bestoken en vermelden de Duitsche berichten groote verliezen aan Engelsche scheepsruimte. Voor de troepen in dit afgesloten gebied is dé toestand weinig rooskleurig; als het niet aan Fran sehe reserves gelukt hen te ontzetten, ge raken zij yroeg of laat in Duitsche gevan genschap, hoewel men natuurlijk mag verwachten, dat het althans aan een deel der Engelsche troepen zal gelukken aan de overzijde van het Kanaal te komen. We verwachten dus in de komende da gen gevechten door uitbraakpoglngen der Franschen in de omgeving van Arres, aan vallen der Duitsche luchtmacht op Engel sche transportschepen en nauwere inslui ting door de Duitachers om de geallieerden tot overgave te dwingen. Is dit laatste ge lukt, dan zullen de Duitschers waarschijn lijk door het Marnedal en langs andere naar het Zuidoosten voerende wegen trachten de Fransehe legers in Lotharin gen af te sluiten en met hen af te rekenen. Daarna eerst kunnen zij zich met al hunne hulpmiddelen keeren tegen Engeland. Alles samen geen prettig opbeurend vooruitzicht voor Parijs enj Londen! Volgens het bevel van den Führer zal de Duitsche weermacht haar best doen, om aan ieder, het lot der bezetting te vergemakke lijken. Zij zal leven en eigendom der be volking tegen alle vijandelijke aanvallen beschermen en de vredelievende elementen zoo ver mogelijk steunen. Daartegenover zal de Duitsche weer macht ieder vernietigen, die rust en vrede stoort. De Militaire Bevelhebber in de Nederlanden. 17.5 1940. Zaterdag 25 Mei 1940 (A.V.R.O.) 8.Berichten A.N.P., gramofoonplatcn. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Omroeporkest. 11.30 Lyra trio. 12.10 Gramofoonplaten. 12.45 Berichten A.N.P. 1.A.V.R.O. amusementsorkest, solist en gramofoonplaten. 2.10 Verkorte opera „Euryanthe" (op namen). 3.30 Regeeringsberichten. 4.Orgelspel. 4.30 A.V.R.O. dansorkest. 5.Omroeporkest 5.45 Ensemble Bartho Decker. 6.30 Gramofoonplaten. 7.30 Regeeringsberichten. 8.Berichten A.N.P. 8.15 A.V.R.O.-amusementsorkest, solist en A.V.R.O.-girls. 9.Reportage. 9.10 Gevarieerd programma. 10.Reportage. 10,10 Gramofoonplaten. 10.30 Berichten A.N.P., hierna operette concert (opnamen). 11.3012.Gramofoonplaten. voeten gaven hem den meesten last niet dat hij leed aan de in zijn beroep traditio- neele groote voeten maar zij schenen ho peloos verward in de draden van de claxon. Toen hij eindelijk weer heelemaal "vrij was, stapte hij wat opzij, waarna hij voor zichtig zijn lichaam betastte om te zien, of er nog verdere onheilen waren aangericht. Afgezien van het feit, dat de bult op zijn hoofd herinnering aan agent Goldfinch's doortastendheid welke den vorigen dag bijna verdwenen was, nu weer in vollen omvang prijkte, bleek hij geen ernstig letsel te hebben bekomen. „M'n goed gesternte!" mompelde hij dank baar. Hij schreef zijn behoud aan twee facto ren toe. In de eerste plaats, dat zijn plotse ling opgekomen verdenking van den goeden trouw van den agent hem automatisch zijn snelheid had doen verminderen, ingevolge het opkomende idee om terug te gaan, waar door hij dus niet zoo hard reeds als even tevoren; en in de tweede plaats aan de prachtige bekleeding van den wagen, want hij bleek tusschen twee dikke kussens in te liggen, welke hem voor gebroken beende ren hadden gevrijwaard. De klap op zijn hoofd was vermoedelijk afkomstig van het houtwerk van den wagen, toen deze omsloeg. En de felle kou was nu verklaard, even als de ietwat verminderde duisternis van den nacht, want terwijl hij daar bewuste loos had gelegen, was de sneeuw beginnen te vallen, zoodat nu een wit tapijt van eenige centimeters dikte het geheele land schap bedekte. Nu kwam het er op aan zijn gedachten te verzamelen. (Worclt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6