Myra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet.
m de
LAATSTE BUS
VRAAG EN AANBOD
JUcfitezaketi
Hxuitteton
WOENSDAGS EN ZATERDAGS.
35 cent per vijf regels,
Tien jaar geëischt wegens
moord.
M CECIL FREEMAN CREGQ,
De operaties in België.
Oproep aan de bevolking
van Nederland.
het omroepprogramma
voor morgen.
TWEEDE BLAD
2
GEMEENTE-ONTVANGER TE VELSEN
VEROORDEELD.
8 Maanden gevangenisstraf.
Veertien dagen geleden stond voor de
Haarlemsche rechtbank terecht de vroe
gere gemeente-ontvanger van Velsen, J.
J. W., wegens verduistering van ongeveer
2800 gulden ten nadeele van de gemeente
in 1927. Twee jaar na zijn benoeming was
verdachte reeds met de fraude begonnen,
door een termijn van de ontvangen groot
boekrente niet te verantwoorden. Ver
leden jaar had hij vierhonderd gulden uit
de gemeentekas overgeschreven op de
rekening van het Witte Kruis te Velsen,
waarvan hij penningmeester was. Deze
overschrijving geschiedde, omdat hij ook
in de kas van deze vereeniging een tekort
had. Teneinde het tekort in de gemeente
kas weer aan te zuiveren, nam hij vier
honderd gulden weg van het geld van de
kostwinnersvergoeding, waarover hij
eveneens het beheer voerde.
De rechtbank veroordeelde hem gister
conform den eisch tot acht maanden ge
vangenisstraf, met aftrek van voorarrest.
SNEL RECHT VOOR PLUNDERAARS.
Politie-rechter te Rotterdapi legt
de maximumstraf op.
Voor den politierechter te Rotterdam, mr.
J. C. Brongers, werden Woensdag twee ver
dachten voorgeleid, die zich aan plunderin
gen tijdens de opruimingswerkzaamheden
hadden schuldig gemaakt.
De eerste verdachte was de 24-jarige aan
nemer van sloopwerken J. H. H. uit Schie-
broek, die op 14 Mei werkzaam was ge
weest bij het opruimingswerk van het aan
de Hoofdlaan 2 te Schiebroek ingestorte
pand, dat bewoond werd door de gezusters
Mouthaah. Verdachte zou zich niet ontzien
hebben een gouden broche en een gouden
hanger, benevens een portemonnaie met
eenig geld, welke hij in de puinhopen had
aangetroffen, bij zich te steken en voor zich
zelf te behouden»
Verdachte gaf voor den politierechter de
feiten volmondig toe.
Het is toch wel buitengewoon slecht,
wat u gedaan hebt, merkte de politierechter
op.
Ik zat geheel zonder geld, zegt ver
dachte.
En. dan van menschen, die alles kwijt
waren. In zulk een toestand heeft men den
plicht in de eerste plaats aan zijn mede-
menschen te denken. Gelukkig hebben velen
in Rotterdam dat gedaan.
De vertegenwoordiger van het O.M., mr.
J. C. V. Meischke, was van oordeel, dat hier
de maximumstraf, die de politierechter kam
opleggen, moet worden toegepast en spr.
eischte 6maanden gevangenisstraf met
last tot onmiddellijke gevangenneming.
Verdachte werd conform veroordeeld.
Brandkast geplunderd.
De 30-jarige losse-werkman A. C. had be
hoord tot een groep van werklieden, die be
last was geweest met de opruimingswerk
zaamheden aan de Schiekade. Op 19 Mei
zou C. met anderen hebben afgesproken een
brandkast, die onbeschadigd uit de puin-
hoópen te voorschijn was gekomen, open te
breken en zich den inhoud daarvan toe te
eigenen. De brandkast behoorde toe aan den
juwelier C. de Kok, die aan de Schiekade
126c zijn werkplaats had gehad, In deze kast
hadden zich juweelen en goud en zilver be
vonden tot een waarde van 16,000.
De sieraden, die bij verdachte zijn aange
troffen, moeten door anderen in zijn zak zijn
geduwd, beweerde verdachte en thuisgeko
men heeft hij uit angst voor ontdekking het
doosje met de sieraden in zijn schoorsteen
gestopt.
De vertegenwoordiger van hèt Ö.M. was
van oordeel, dat het feit, waaraan deze ver
dachte zich heeft schuldig gemaakt te ern
stig is, dan dat het met de maximumstraf,
die de politierechter kan opleggen, voldoen
de geboet zou zijn. Spr. vroeg dan ook van
den politierechter alleen het bevel tot ge
vangenneming van verdachte en verwijzing
van de zaak naar de meervoudige Kamer.
ZAAK-KOORENS KOMT VOOR HET
GERECHTSHOF.
Naar wij vernemen heeft de officier van
justitie mr, L. de Blécourt Hooger Beroep
aangeteekend in de strafzaak tegen den Am-
sterdamschen hofmeester Koorens, die door
de rechtbank wegens doodslag gepleegd op
zijn vrouw, en het verbergen van het lijk
met de bedoeling om het te onttrekken aan
de opsporing van de justitie, was veroor
deeld tot 15 jaar en zes maanden gevange
nisstraf.
Het O.M. had wegens moord levenslange
gevangenisstraf gerequireerd. Koorens stel
de zich op het standpunt dat hij tijdens een
ruzie met zijn vrouw kort na zijn terug
komst uit Indië, haar bij ongeluk tegen de
kachelplaat had doen vallen, waardoor zij
bewusteloos was geworden. Hij was in de
overtuiging dat zij dood was en in zijn ver
bijstering had hij haar daarna met een mes
gestoken. Uit het deskundige onderzoek is
echter vast komen te staan, dat de doode-
lijke steken zijn toegebracht op een oogen-
blik, dat de vrouw nog leefde.
Nadat het O.M. had geappelleerd is ook
verdachte zelf in hooger beroep gegaan,
zoodat deze geruchtmakende strafzaak voor
het gerechtshof zal worden behandeld.
POGING TOT DOODSLAG?
De Haagsche rechtbank heeft gister
ochtend den 28-jarigen Haagschean schil
der, die op 9 dezer heeft terechtgestaan
wegens poging tot doodslag zijner vroegere
echtgenoote, die hij nl. op 7 Maart jl. ge
tracht zou hebben te wurgen, veroordeeld
tot vier maanden gevangenisstraf, wegens
mishandeling. Poging tot doodslag werd
niet bewezen verklaard.
Alléén 2de handsch goederen.
uitsluitend a contant
(Dissdaas en VrBdaas inzenden.)
287. De koning heeft besloten dat Myra moet beslissen
wat er met de plaaggeesten moet gebeuren. Meneer Uil
wordt ook bij de rechtszitting uitgenodigd. Geboeid
moeten de kereltjes bij Myra neerknielen. Eerst komt
Zwartvoet en hij huilt en schreeuwt om vergeving.
288. De rechtspraak duurt wel een paar dagen. Einde
lijk komt Myra aan Zwartvoet en Puntmuts zelf mee
delen, dat zij hen wil vergeven. Toch zullen ze voorlopig
nog bewaakt worden en Puntmuts mag zijn zware laar
zen nog niet uitdoen. Toch danst hij van plezier, dat al
les nog zo goed voor hem afloopt.
In den ochtend) van den 27sten Decem
ber van het vorige jaar speelde zich in een
winkel in de Vijzelstraat te Amsterdam
een liefdesdrama af, waarbij een jeugdige
dienstbode het leven liet. Het meisje was
eenigen tijd verloofd geweest met een
37-jarigen expediteur. Zij verbrak de ver
loving, doch de expediteur stelde alles in
het werk om den omgang te herstellen.
Zij weigerde echter pertinent zich langer
met den man in te laten. Herhaaldelijk
bedreigde hij haar en op den Zaterdag
voor Kerstmis kwam hij het meisje op
straat tegen. Hij hield haar staande en
diet haar een groot scherp dolkmes zien.
Geheel overstuur kwam het meisje thuis
en zij vertelde aan haar mevrouw, wat er
gebeurd was. Deze gaf haar den raad extra
voorzichtig te zijn en goed op te letten.
Dienzelfden avond kwam de man aan de
winkelzaak, maar het meisje was er niet.
Een paar dagen later zou het drama zich
voltrekken. Op den ochtend van den
27en December zette de dienstbode de
vuilnisbakken buiten en van die gelegen
heid maakte de afgewezen minnaar gebruik
om den winkel binnen te dringen. Toen 't
meisje weer binnen was, viel hij haar
onmiddellijk met het dolkmes aan. Hevig
bloedende en luid gillende vluchtte zij de
straat op, achtervolgd door den man. Op
straat zakte zij ineen en enkele oogenblik-
ken later overleed zij. De dader was in-
tusschen gegrepen door werklieden van de
stadsreiniging. Geen oogenblik bood hij
tegenweer: „Laat me maar los, ik loop toch
niet weg", had hij gezegd.
Vandaag stond de expediteur terecht,
verdacht van moord op Hermina Kaatman,
subsidiair had de officier van justitie, mr.
L. de Blécourt, doodslag ten laste gelegd.
De man gaf in feite het ten laste geleg
de toe.
De psychiater, dr. S. P. Tammemoms
Bakker was tot de conclusie gekomen, dat
de man geen psychopaath is.
Bij het slotverhoor hield verd. vol, dat
hij niet de bedoeling had gehad om het
meisje te dooden. „Ik heb haar alleen
maar willen dreigen, om haar bij mij te
rug te krijgen," zeide verdachte.
De officier van justitie mr. L. de Blé
court, noemde de zaak zeer eenvoudig. De
verwachte is een egoïst, die een vermeend
onrecht wilde wreken. Het is duidelijk,
dat deze man de bedoeling had om de
vrouw te dooden. Eenige dagen tevoren had
hij haar immers nog gezegd: „Als je niet
•bij me terug komt, ga je er aan". Spr.
achtte den moord bewezen en requireerde
een gevangenisstraf voor den tijd van tien
jaar.
De verdediger, mr. F. Pauwels, besprak
uitvoerig de psyche van den verdachte:
een opvliegende, domme, egocentrische
man, verwend in zijn jeugd en gewend zijn
zin te krijgen. PI. bestreed, dat verd. het
plan had het meisje te dooden.
Door
38)
Voor één ding was hij dankbaar. Het was
nu niet langer noodig de inzittenden in den
wagen voor hem te ondervragen. Zij hadden
hét antwoord reeds gegeven. Hij tuurde
vooruit door het gebroken glas. De lichten
van den verdwenen wagen waren nu ge
doofd en hij vroeg zich af of hij hetzelfde
zou durven doen. Voor zijn eigen veiligheid
besloot hij het niet te doen, hoewel het hem
sterk in het nadeel plaatste.
Hij moest zijn snelheid zóó regelen, dat
hij den wagen in het oog hield en toch bui
ten het bereik van hun revolvers bleef. Hij
was ongewapend. Dat was een uur geleden
al erg geweest nu kon het fataal blijken.
Maar, redeneerde hij bij zich zelf, hoe had
hij kunnen weten, toen hij Scotland Yard
verliet om de verklaring van een dorpsagent
te testen, dat hij in een dergelijk avontuur
zou worden gewikkeld?
Vervloekt! Deze voorzichtige tactiek
bracht hem niets verder. TenzfpSnij wist hoe
ver die andere wagen hem vooruit was, liep
hij veel kans hem heelemaal te verliezen.
Hij versnelde opnieuw zijn vaart, maar
moest bij een bocht weer wat inhouden.
Dan remde hij uit alle macht, Midden op den
weg staande, een hand opgeheven als stop-
teeken en met de andere zijn oogen be
schermend tegen het felle licht van de auto
lampen, stond een agent in uniform.
Higgins liet zijn oorverdooVende claxon
gillen, maar de man ging geen stap opzij.
Op een ander oogenblik zou hij de plichts
betrachting van den maft geprezen hebben,
maar nu
,Maak, dat je weg komt!" schreeuwde
hij, terwijl de banden over het wegopper-
vlak schuurden. Het hielp niet. De wagen
stond stil en met gewichtig gebaar een groot
notitieboek te voorschijn halend, kwam de
agent op hem af.
„Denk je misschien, dat deze weg je par
ticulier eigendom is?" vroeg hij opgewon
den. „Je bent de tweede in drie minuten".
„Kun je lézen?" vroeg de inspecteur
woest, terwijl hij den ander zijn kaart in
de handen duwde. De agent haalde een zak
lantaarn voor den dag en liet het licht op
het stukje karton schijnen. Zijn heele optre
den veranderde terstond.
„Neem me niet kwalijk, meneer. Wist niet
dat u bij den anderen wagen hoorde".
„Wat bedoel je?"
„Er zat iemand in politie-uniform in dien
wagen hiervoor en daarom dacht ik..."
„Weet je het zeker?"
„Absoluut, meneer. Ik dacht, dat ze mis
schien gecostumeerd waren en daarom no
teerde ik het nummer, wat ik juist wilde
gaan opgeven voor het geval
„Het nummer?"
De agent sloeg een van de blaadjes van
zijn boekje terug en las plechtig: „XX
57936".
„Dat was de wagen. Dit is eën door den
hemel gezonden gelegenheid. Telefoneer dat
nummer direct door. De wagen moet tot
iederen prijs worden aangehouden. Je weet
de richting?"
„Zeker, inspecteur. Zij gingen recht door
en sloegen dan den eersten zijweg in. U
kunt dien niet missen".
Higgins schakelde weer in en vertrok zoo
vlug mogelijk, een paar seconden later op
twee wielen de bocht naar rechts nemende.
Dat was een bof, dien agent te ontmoeten.
Handige kerel ook! Dat nummer zoo netjes
te noteeren, hoewel, nu hij er aan dacht,
hoe had de man, daar zij toch geen enkel
licht aan hadden, er iets van kunnen
Het was in een oogwenk gebeurd! Een
bocht in den weg, en dan vijf meter voor
hem een massief ijzeren poort. Automatisch
trapte de inspecteur het rempedaal in, de
wagen maakte een schuiver en vloog dwars
tegen de poort. Er klonk een geweldige
slag en daarop viel de wagen langzaam op
zijn zijde.
Het trieste geklingel van de brandweer-
bel te midden van het wrak scheen het
gelui van een doodsklok, die droefenis op
wekte over de onbeweeglijke figuur, welke
daar in elkaar gedoken terneer lag.
HOOFDSTUK XIX.
Waarin een inspecteur wordt
aangevallen.
De eerste indruk, waarvan inspecteur Hig
gins zich na het langzaam terugkeeren van
zijn bewustzijn gewaar werd, was er een
van intense koude. Zijn volgende dat hij
De verbondenen werden
opgesloten.
Apeldoorn, 22 Mei 1940.
(Van onzen militairen medewerker),
De Duitsche legers hebben de doorbraak
der Maginot-linie tusschen Maubeuge en
Sedan ten volle uitgebuit door de verbon
denen op te sluiten in een streek tusschen
Schelde en Noordzee.
Althans die Belgisch-Engelsch-Fransche
troepen, welke na doorbreking van de
Dylé-stelling op de Schelde terugtrokken.
De Duitsche pantsertroepen stroomden
door de bres Maubeuge-Sedan zuidwest-
waarts en drongen door tot de lijn St.
Quentin—aon-Rethel, welke plaatsen in
hun bezit zijn. Deze bezette lijn St.
Quentin-Rethel beschermt de bres Mau
beuge-Sedan tegen mogelijke aanvallen
van Franschen uit het zuiden. Er bestond
echter nog een ander gevaar voor die bres
en wel in den vorm van het Fransehe IXe
leger, dat was opgesteld tusschen Namen
en Sedan, met opdracht de verbinding in
stand te houden tusschen de Maasstelling
Namen-Luik en de Maginot-linie. Dit IXe
leger zou eene poging hebben kunnen doen
de bres weer dicht te maken, doch ook
deze mogelijkheid hebben de Duitschers
voorkomen door het IXe leger aan te val
len en volledig te verslaan.
Nu de bres als een deur voor eigen ge
bruik veilig in hunne handen was, hebben
de Duitschers stérke .pantsertroepen, on
middellijk gevolgd door gemotoriseerde
infanterie en artillerie via St. Quentin
westwaarts gezonden en de geheele lijn
St. Quentin-Amiens-Abbeville doen be
zetten; dit is dus een opstelling achter de
Somme. Terwijl de pantsertroepen verder
rukten, nam de infanterie hare opstel
lingen in, en betrok stellingen met
eenige diepte, welke zich zoowel naar het
noorden als naar het zuiden konden ver
dedigen. Het is n.l, zeer goed mogelijk, dat
het Fransehe leger zijne reserves zal aan
wenden om pogingen te doen, de in het
noorden (in België) afgesloten troepen te
ontzetten door eene doorbraak der lijn St.
Quentin-Abbeville, evengoed als de inge
sloten Fransehe troepen reeds pogingen
Op 14 Mei heeft de vroegere Nederland-
sche regeering zich naar Engeland begeven
en het Nederlandsche volk aan zijn eigen
lot overgelaten.
Onder den invloed der Duitsche wapens
en beseffend dat een verdere tegenstand vol
komen hopeloos zou zijn, heeft de opperbe
velhebber der Nederlandsche troepen te
land en ter zee nog den zelfden dag beslo
ten, aan de geheele Nederlandsche weer
macht het bevel te geven, den strijd te sta
ken en de wapens neer te leggen.
Met dit voor een soldaat zwaar besluit
heeft de opperbevelhebber der Nederland
sche troepen een hooge mate van inzicht in
den werkelijken militairen toestand getoond.
Hij heeft ten volle beseft dat ieder uur dei-
voortzetting van dezen onzinnigen strijd
voor zijne troepen en zijn bevolking slechts
ontzettende bloedoffers zou brengen en in
dit geval steden en dorpen aan een totale
vernieling prijsgegeven waren. Toch zou dit
aan het feit van een Duitsche overwinning
niet het minste hebben veranderd.
Toen de vroegere Nederlandsche regeering
door haar conspiraties met Engeland en
Frankrijk den strijd tegen Duitschland te
weeggebracht heeft en zoodoende tegen een
weermacht, wier kracht door de vooraf
gaande gebeurtenissen bewezen was, heeft
zij van begin af onverantwoordelijk gehan
deld. Had de vroegere regeering niet ge
luisterd naar Engelsche raadgevingen, maar
een werkelijke neutraliteit bewaard, dan
zouden alle nu gebrachte offers van goed en
bloed onnoodig geweest zijn.
Nu de wapens neergelegd zijn, is de Ne
derlandsche bevolking in staat, haar vreed-
zamen arbeid te hervatten. Ieder wordt ver
zocht, na deze verschrikkelijke dagen, .tot
zijn gewoon werk terug te keeren.
Maar een ieder trede ook op tegen zulke
gewetenlooze elementen, die voortdurend
door passieven weeTstand of door actieve
daden onrust stichten en daardoor den
voortgang van het burgerlijk leven, de open
bare rust en orde willen storen.
niet in staat was zich te bewegen. Hoe voor
den drommel was hij hier terecht gekomen?
Hij fronste zijn wenkbrauwen, terwijl hij
zijn memorie geweld aandeed en langza
merhand begonnen de recente gebeurtenis
sen hem weer voor den geest te komen. De
jacht die politieagent - en eindelijk de
ijzeren poort. En nu veronderstelde hij, was
hij aan handen en voeten gebonden en in de
macht van die geheimzinnige „stem". Toen
zijn brein echter nog wat helderder werd,
bemerkte hij, dat hij verkeerd gegist had.
Hij kon zich niet bewegen, omdat er iets
zwaars op zijn borst drukte. Het eenige
zware ding, waaraan hij op dit oogenblik
kon denken, was meneer Sanderson, maar
die was voorzeker niet zoo hoekig!
Toen drong de verklaring plotseling hel
der tot hem door hij lag nog steeds on
der het wrak van de auto! Spottend bedacht
hij wat de brandweercommandant er wel
van zou zeggen! Te oordeelen naar de ma
nier waarop hij begonnen was, toen Hig
gins voor de eerste maal vroeg of hij zijn
wagen kon leenen, beloofde dit wel iets
goeds! Een' voorzichtig tastende beweging
met zijn voet deed Higgins ontdekken, dat
hij niet totaal onbewegelijk lag, althans niet
zooals hij eerst gedacht had. Hij begon te
probeeren zich wat los te wringen, en
schrok vreemd op, toen de bel opnieuw
hoewel gedempt begon te klingelen.
Hij was verbaasd te zien, dat het niet
langer zoo stikdonker was.
Een volgende beweging, en zijn eene arm
was vrij. Hij draaide zich een beetje om, en
daardoor verloste hij ook den tweeden arm.
Het viel niet mee zich heelemaal onder
de resten van de auto uit te werken, maar
ten slotte speelde hij het toch klaar. Zijn
hebben gedaan door deze lijn heen te bre
ken. Bij zulk een poging kwam het bij
Valenciennes tot groote gevechten tusschen
Fransehe en Duitsche pantsertroepen,
waarin de laatsten den overhand behielden.
Als gewoonlijk werkt ook hier weer de
Duitsche luchtmacht samen met de pant
serkorpsen.
Men kan den tegenwoordigen oorlogs
toestand als volgt samenvatten:
Tusschen Schelde en Noordzeekust, in
het zuiden afgesloten door de Duitsche
stelling Maubeuge-St. Quentin-Amiens-
Abbeville (aan de Kanaalkust) bevinden
zich de Belgische troepen, die vooral bij
Gent en aan de Boven-Sehelde nog flink
weerstand bieden; voorts de Fransehe
troepen, welke in België hebben gestreden
en thans pogingén doen bij Arras en Va
lenciennes naar het zuiden door te breken,
welke pogingen tot dusverre werden af
geslagen, en ten slotte de Britsche legers,
welke in België hebben slag geleverd aan
de Dyle, doch thans naar de Kanaalhavens
snellen om zich in te schepen naar Enge
land. Om dit laatste te beletten is de
Duitsche luchtmacht dag en nacht bezig
om de havens aan de Fransehe en Belgi
sche kust te bestoken en vermelden de
Duitsche berichten groote verliezen aan
Engelsche scheepsruimte. Voor de troepen
in dit afgesloten gebied is dé toestand
weinig rooskleurig; als het niet aan Fran
sehe reserves gelukt hen te ontzetten, ge
raken zij yroeg of laat in Duitsche gevan
genschap, hoewel men natuurlijk mag
verwachten, dat het althans aan een deel
der Engelsche troepen zal gelukken aan
de overzijde van het Kanaal te komen.
We verwachten dus in de komende da
gen gevechten door uitbraakpoglngen der
Franschen in de omgeving van Arres, aan
vallen der Duitsche luchtmacht op Engel
sche transportschepen en nauwere inslui
ting door de Duitachers om de geallieerden
tot overgave te dwingen. Is dit laatste ge
lukt, dan zullen de Duitschers waarschijn
lijk door het Marnedal en langs andere
naar het Zuidoosten voerende wegen
trachten de Fransehe legers in Lotharin
gen af te sluiten en met hen af te rekenen.
Daarna eerst kunnen zij zich met al hunne
hulpmiddelen keeren tegen Engeland.
Alles samen geen prettig opbeurend
vooruitzicht voor Parijs enj Londen!
Volgens het bevel van den Führer zal de
Duitsche weermacht haar best doen, om aan
ieder, het lot der bezetting te vergemakke
lijken. Zij zal leven en eigendom der be
volking tegen alle vijandelijke aanvallen
beschermen en de vredelievende elementen
zoo ver mogelijk steunen.
Daartegenover zal de Duitsche weer
macht ieder vernietigen, die rust en vrede
stoort.
De Militaire Bevelhebber
in de Nederlanden.
17.5 1940.
Zaterdag 25 Mei 1940 (A.V.R.O.)
8.Berichten A.N.P., gramofoonplatcn.
10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Omroeporkest.
11.30 Lyra trio.
12.10 Gramofoonplaten.
12.45 Berichten A.N.P.
1.A.V.R.O. amusementsorkest, solist
en gramofoonplaten.
2.10 Verkorte opera „Euryanthe" (op
namen).
3.30 Regeeringsberichten.
4.Orgelspel.
4.30 A.V.R.O. dansorkest.
5.Omroeporkest
5.45 Ensemble Bartho Decker.
6.30 Gramofoonplaten.
7.30 Regeeringsberichten.
8.Berichten A.N.P.
8.15 A.V.R.O.-amusementsorkest, solist
en A.V.R.O.-girls.
9.Reportage.
9.10 Gevarieerd programma.
10.Reportage.
10,10 Gramofoonplaten.
10.30 Berichten A.N.P., hierna operette
concert (opnamen).
11.3012.Gramofoonplaten.
voeten gaven hem den meesten last niet
dat hij leed aan de in zijn beroep traditio-
neele groote voeten maar zij schenen ho
peloos verward in de draden van de claxon.
Toen hij eindelijk weer heelemaal "vrij
was, stapte hij wat opzij, waarna hij voor
zichtig zijn lichaam betastte om te zien, of
er nog verdere onheilen waren aangericht.
Afgezien van het feit, dat de bult op zijn
hoofd herinnering aan agent Goldfinch's
doortastendheid welke den vorigen dag
bijna verdwenen was, nu weer in vollen
omvang prijkte, bleek hij geen ernstig letsel
te hebben bekomen.
„M'n goed gesternte!" mompelde hij dank
baar.
Hij schreef zijn behoud aan twee facto
ren toe. In de eerste plaats, dat zijn plotse
ling opgekomen verdenking van den goeden
trouw van den agent hem automatisch zijn
snelheid had doen verminderen, ingevolge
het opkomende idee om terug te gaan, waar
door hij dus niet zoo hard reeds als even
tevoren; en in de tweede plaats aan de
prachtige bekleeding van den wagen, want
hij bleek tusschen twee dikke kussens in te
liggen, welke hem voor gebroken beende
ren hadden gevrijwaard. De klap op zijn
hoofd was vermoedelijk afkomstig van het
houtwerk van den wagen, toen deze omsloeg.
En de felle kou was nu verklaard, even
als de ietwat verminderde duisternis van
den nacht, want terwijl hij daar bewuste
loos had gelegen, was de sneeuw beginnen
te vallen, zoodat nu een wit tapijt van
eenige centimeters dikte het geheele land
schap bedekte.
Nu kwam het er op aan zijn gedachten
te verzamelen.
(Worclt vervolgd).