Een redevoering van
Churchill.
Een fata morgana in de Wieringermeer.
Een Westfriesche boerderij vlakbij.
vo<
Men moet zich voorbereiden op
harde en zware tijden.
Churchill heeft gister in het Lagerhuis
zijn aangekondigde redevoering uitgespro
ken. Allereerst deelde hij de capitulatie van
het Belgische leger door koning Leopold
mede. Hij vervolgde toen: De Britsche en
de Fransche regeeringen hebben daartegen
over hun generaals onmiddellijk bevolen
zich verre te houden van dit optreden en de
operaties voort te zetten. Het Duitsche op
perbevel heeft toegestemd in de Belgische
capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert
gisterochtend vier uur opgehouden den
Duitschers tegenstand te bieden. De Belgi
sche regeering heeft zich niet solidair ver
klaard met deze handeling van koning Leo
pold en heeft in allen vorm bekend ge
maakt, dat zij vastbesloten is den oorlog
voort te zetten aan den kant van de geal
lieerden. De toestand der Britsche en Fran
sche legers, die in een der heftigste veldsla
gen gewikkeld zijn, en van drie kanten, be
nevens uit de lucht ingesloten zijn, is dui
delijk buitengewoon ernstig. De overgave
van het Belgische leger vergroot het ernsti
ge gevaar, maar de Engelsche troepen heb
ben een goede stemming en vechten. Vloot
en luchtvloot verleenen dezen legers krach
tige ondersteuning. Hij (Churchill) wil het
Huis dan een verklaring afleggen over den
algemeenen toestand, wanneer het resultaat
van den ontzaggelijken strijd, die thans ge
leverd wordt, bekend is en overzien kan
worden. Dit zal waarschijnlijk niet voor het
begin van de volgende week gjjn. Inmid
dels zal het Huis er goed aan doen zich
voor te bereiden op harde en zware tijden
Het oordeel van Duitschland over
de rede van Churchill.
De verklaringen van den Britschen mi-
nister-president, Churchill, naar, aanleiding
van de capitulatie van het Belgische leger
worden in politieke kringen in Berlijn niet
alleen unfair en onridderlijk genoemd, maar
zij vormen tevens, zooals men dear met na
druk vaststelt, een verdraaiing der feiten,
zooals men zich nauwelijks krasser kan
denken. Als Churchill thans beweert, dat de
verbonden legers in Vlaanderen en Noord-
Frankrijk dicht bij de overwinning gestaan
hebben en dat deze overvjunning slechts
verloren gegaan is, doordat tie koning der
Belgen him „in den rug gevallen" is, dan
kon niet alleen Churchill, die deze enorme
bewering uit, maar waarschijnlijk ook het
grootste deel van zijn toehoorders in het
Lagerhuis weten, dat hier sprake is van een
bewuste onwaarheid. Want de toestand der
geallieerde legers in het genoemde gebied
was, zooals zelfs iedere leek op militair ge
bied kon zien, sedert dagen volkomen kans
loos, en het bevel aan deze troepen stand te
blijven houden tegenover den Duitschen
aanval, niets anders dan een georganiseer
de massamoord door degenen, die dit bevel
gaven van een plaats uit, die voorloopig
veilig is. Ook de positie van het Britsche
expeditiecorps is niet pas, zooals Churchill
beweert, sedert gister hopeloos, doch reeds
sedert dagen, doordat een deel der Fransche
en Belgische Kanaalhavens door de Duit
sche troepen bezet waren en de havenwer
ken van andere havens door de Duitsche
luchtmacht vernield waren. Hoe juist deze
constateering is, bevestigen de Engelschen
onmiddellijk, doordat zij het publiek na drie
dagen den val van Calais nog niet durven
toe te geven. Tot op het oogenblik, dat het
Engelsche expeditieleger de vlucht naar
Engeland afgesneden zag, waren de Belgi
sche troepen voor den plutocraten te Lon
den goed genoeg om den terugtocht der
Britsche troepen, die zich in ijlmarschen
naar de Kanaalhavens begaven, met hun
lichamen te dekken. Als het Engelsche
leger zich de laatste dagen genoodzaakt
zag, zich weder tegenover den tegenstander
te plaatsen, dan gebeurde het niet, omdat
de strijd nog eenige kans op succes bood,
maar alleen omdat er geen andere weg
overbleef.
Nog meer te laken dan de houding van
de Britsche regeering ten aanzien van de
Belgische capitulatie acht men hier intus-
schen het optreden van de leden der Belgi
sche regeering, die reeds lang de vlucht ge
nomen heeft en nu van Londen uit in hun
blinde hoorigheid aan Engeland uiting
geeft aan haar ontstemming over het feit,
dat de koning der Belgen de resten van het
Belgische leger voor doodbloeden op Vlaam-
schen grond bewaard heeft. Dat deze zoo
genaamde Belgische regeering in het geheel
niet meer het recht heeft zich vertegen
woordigster van haar volk te noemen, zou,
aldus zegt men hier, aanstonds blijken,
wanneer zij het zou wagen thans weer op
Belgischen bodem terug te keeren. Zij zou
dan namelijk haar leven moeten redden
voor de verbittering van het volk in België.
DE ARBEIDSREGELING IN DE
ENGELSCHE WOLSPINNERIJEN.
De New-York Herald Tribune meldt uit
Londen, dat de nieuwe arbeidsregeling,
waardoor de arbeiders en arbeidsters in de
wolspinnerijen in Yorkshire tot het maken
van twintig overuren gedwongen worden,
onder de plaatselijke bevolking groote agi
tatie heeft gewekt. Ook de arbeiders in an
dere takken van bedrijf verzetten zich hef
tig tegen het tewerkgesteld worden in de
fabrieken. De nieuwe arbeidspolitiek der
regeering wordt nog bemoeilijkt door het
feit, dat in den mijnbouw, in de industrie
van werktuigmachines, de staalfabrieken en
in de katoenspinnerijen een groot gebrek
aan geschoolde arbeidskrachten bestaat.
HET VERTREK DER AMERIKANEN UIT
EUROPA.
Het Amerikaansche stoomschip „Washing
ton" dat Dinsdag uit Italië hier aangekomen
is, zal op verzoek van het departement van
buitenlandsche zaken Donderdag, dus twee
dagen voor het vastgestelde tijdstip, reeds
weer naar Italië terugkeeren en vertrekken
de Amerikanen uit Europa aan boord nemen.
Het Amerikaansche gezantschap te Du
blin heeft bekend gemaakt, dat scheping
aan boord van de „president Roosevelt" de
laatste kans biedt om Engeland te verlaten.
DE REIS VAN DE „PRESIDENT
„ROOSEVELT".
De regeering van de Ver. Staten van
Amerika heeft door middel van haar am
bassades den regeeringen der oorlogvoe
rende landen officieel medegedeeld, dat het
Amerikaansche mailschip „President Roose
velt" 24 Mei van New York vertrokken is,
met bestemming Galway in Ierland voor
het afhalen van Amerikaansche staatsbur
gers uit Europa. De Amerikaansche regee
ring sprak de hoop uit dat het onbewapende
schip, dat niet in convooi vaart, 's nachts
verlicht is en duidelijke nationaliteitsken
teekenen draagt, niet door maatregelen der
zeestrijdkrachten der oorlogvoerende mo
gendheden lastig gevallen zal worden.
De rijksregeering heeft daarop de Ameri
kaansche ambassade te Berlijn het volgende
medegedeeld:
Schepen, die hun reizen op de door de
Amerikaansche regeering rangegeven wijze
volbrengen, staan, overeenkomstig de be
ginselen van de Duitsche oorlogvoering aan
geen enkel gevaar van de Duitsche zee-
strijdkrachten bloot. Met het oog op het feit,
dat dit Amerikaansche schip vaart in de
oorlogszone, die anders door Amerikaansche
schepen vermeden wordt, heeft de Duitsche
regeering haar strijdkrachten op de hoogte
gebracht van de voorgenomen reis van dit
schip en strikte bevelen gegeven, dat dit
schip zondèr gehinderd te worden, op welke
wijze dan ook, zijn reis kan volbrengen.
Overigens bevinden zich op de route, welke
het schip zoowel op de heen- als de terug
reis bevaart, geen Duitsche strijdkrachten.
Eenigerlei in gevaar brengen van het Ame
rikaansche schip van Duitsche zijde is daar
om uitgesloten. De rijksregeering heeft ech
ter daarenboven de Amerikaansche ambas
sade op berichten gewezen, die reeds in de
pers zijn gepubliceerd en die overeenstem
men met zekere door de rijksregeering ont
vangen informaties volgens welke door de
regeeringen der landen, die met Duitsch
land in oorlog zijn, een aanslag op de „Pre
sident Roosevelt" beraamd is en wordt
voorbereid.
In verband met het feit dat de vijanden
van Duitschland om doorzichtige redenen
reeds twee maal hebben geprobeerd door
het plegen van aanslagen op schepen met
Amerikaansche passagiers en de schuld
hieraan Duitschland toe te dichten, de
DuitschAmerikaansche betrekkingen te
verstoren, heeft de rijksregeering de Ver.
Staten op deze berichten opmerkzaam ge
maakt. Zij heeft daarbij uitdrukking gege
ven aan de verwachting, dat de Amerikaan
sche regeering, die zelf toch het grootste
belang heeft bij het levensbehoud van haar
staatsburgers, daarom ook van haar kant
alles zal doen ter vermijding van een ver
storing der DuitschAmerikaansche be
trekkingen en door dien overeenkomstige
maatregelen dergelijke misdadige plannen
van de vijanden van Duitschland zal ver
ijdelen.
DE AUTOMOBIELINDUSTRIE EN DE
BEWAPENING VAN AMERIKA.
Naar de minister van financiën Morgen-
thau heeft medegedeeld, zullen de werk
plaatsen der automobielindustrie voor het
nieuwe bewapeningsprogram der Ver. Sta
ten mogelijk ook in 1941 dusdanig in beslag
worden genomen, dat in 1942 geen nieuwe
automodellen kunnen worden vervaardigd.
Een der groote autofirma's heeft toegestemd
in een ver gaande reorganisatie ten behoeve
van de bewapeningsindustrie.
DE BEURS TE KOPENHAGEN
GISTER WEER GEOPEND.
Na een onderbreking van zeven weken
is de beurs te Kopenhagen gister weer ge
opend.
NIEUWE PLANNEN VOOR JAPANSCHE
SCHEEPVAARTLIJNEN.
Uit Tokio wordt gemeld:
Het controlebureau voor de scheepvaart
van het verkeersministerie heeft, met het
oog op den toestand in Europa, nieuwe
plannen uitgewerkt voor de Japansche
scheepvaartlijnen, waarin bepaald wordt,
dat de vrachtschepen, welke op Europee-
sche lijnen gebruikt worden, uit de Euro-
peesche wateren zullen worden terugge
trokken. Voorts bepaald de Japansche re
geering daarin, dat de schepen, die tot dus
ver Liverpool als haven van bestemming
aandeden, voortaan Lissabon zullen aan
doen. Schepen op lijnen tusschen Europa
en de Ver. Staten zullen de Amerikaansche
havens aandoen. Voorts wordt bepaald, dat
de overtollige scheepsruimte op lijnen
naar Australië, de Zuidzee, Indië en de
Ver. Staten, alsmede voor het transport van
belangrijk materiaal in kustwateren ge
bruikt zal worden.
KUSTVAARTUIG OP MIJN
GELOOPEN.
Ter hoogte van Egersund is een kustvaar
tuig van 110 ton op een mijn gèloopen. De
uit twee leden bestaande bemanning, kwam
hierbij om het leven.
IN
DE POLITIEKE STEMMINGEN
ESTLAND.
Onder het opschrift „Politieke stemmin
gen in Estland" publiceert de Prawda een
overzicht van den toestand, waarin de pro-
Engelsche bedrijvigheid in zekere kringen,
de anti-Duitsche propaganda en de geheime
oppositie tegen de Sovjet-Unie scherp wor
den aangevallen. Zoo schrijft het blad: In
tegenstelling tot het grootste deel der Est-
landsche bladen beoordeelen zekere Est-
landsche kringen de bezetting van Dene
marken en Noorwegen, alsmede van Neder
land en België door Duitschland als een
agressie en een knechting van kleine vol
ken. Deze kringen verkondigen haar loyale
houding tegenover Engeland en vertoonen
haat tegen Duitschland en tegen alles wat
Duitsch is. Deze zelfde kringen versprei
den ook geruchten, als zou de vriendschap
tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie
onzeker en van korten duur zijn en dat een
oorlog tusschen deze beide landen onver
mijdelijk is. Sommige personen, die een
dergelijke stemming verspreiden, zijn door
verschillende banden met het Engelsche
gezantschap verbonden.
DE VERRASSING DER DUITSCHE
PANTSERWAGENS.
Naaf de Londensche correspondent v
Svenska Dagbladet meldt, zijn de geallieer
den vooral verrast geworden door de nieu
we zware Duitsche pantserwagens, die in
Polen nog niet gebruikt waren. Men wist
wel, aldus deze correspondent, dat de Duit
schers zulke gevechtswagens maakten, doch
men kon niet vermoeden, welke tactische
opdrachten zij zullen vervullen. Men had
een langzame, dik gepantserde gevechtswa.
gen verwacht, die bij aanvallen tegen ver
sterkte stellingen met de infanterie zou
samenwerken. Het gaf een geweldige schok,
toen bleek, dat deze dik gepantserde ge
vechtswagen in staat was snelle bewegelij
ke pantserdivisies te volgen.
RADIOTOESPRAAK VAN DUFF COOPER.
In een radiotoespraak heeft de Britsche
minister van propaganda, Duff Cooper, de
Engelsche bevolking in het bijzonder gewe
zen op het gevaar, waarin het Britsche leger
in noordoost-Frankrijk verkeert. Vanavond,
aldus zeide hij, is dit gevaar dreigend ge
worden. Als troost herhaalde hij zijn ver
klaring van onlangs, dat de oorlog nog niet
verloren is, wanneer de geallieerden dezen
slag verliezen, „hoe groot het succes van den
tegenstander ook zijn moge". Hij herinner
de er aan, hoeveel nederlagen Engeland
reeds overleefd heeft.
Ten aanzien van de Belgische capitulatie
zeide Duff Cooper, dat het Belgische leger
niet in staat is den strijd voort te zetten,
dien het zoo dappef gevoerd heeft, tot het
op de overgroote inspanning gestrand is. In
tegenstelling tot zijn Fransche collega ver
klaarde Duff Cooper, dat het thans niet de
tijd voor critiek of blaam is. Het is noodza
kelijk dat het uiterste gedaan wordt om het
Britsche leger uit de stellingen te brengen,
die het thans bezet.
DE MISLUKKING VAN HET BRITSCHE
EXPEDITIEKORPS.
De Duitsche pers richt zich heden scherp
tegen de poging, van Churchill in zijn La
gerhuisrede van gisteren, de schuld aan de
komende mislukking van het Engelsche ex
peditiekorps op België te schuiven.
Ook in Noorwegen, zoo schrijft de „Ber
liner Börsenzeitung" hebben de Engelschen
eerst politiek en daarna militair de Noren
als kogelvangers voor zich uit gedreven. De
Noren mochten de kastanjes uit het vuur
halen, terwijl de Engelschen, na kennis te
hebben gemaakt met de superioriteit der
Duitsche soldaten, naar hun reddende trans
portschepen terugkeerden en de Noren in
den steek lieten.
Zoo hebben zij thans ook met België ge
daan. Ook de Belgen moesten voor de
Engelschen als kogelvangers optrekken.
Toen de Führer en zijn weermacht dit plan
verijdelde, kozen de Engelschen een metho
de die in de geschiedenis zonder voorbeeld
is. Als barbaren - hebben zij huisgehouden.
Goud, zilver en kunstvoorwerpen hebben
zij gestolen, particulier bezit geplunderd, de
bibliotheek vast Leuven in brand gestoken,
de Belgische hoofdstad in het grootste ge
vaar gebracht, en bruggen opgeblazen zon
der de bewoners te waarschuwen. Zij waren
alleen bedacht op de veiligheid van hun
eign aftocht.
Uit woede over het hopelooze van de
vlucht, die hun door den opmarsch der
Duitschers aan het Kanaal wordt afgesne
den, schimpen zij thans op den koning der
Belgen en beschuldigen zij hem en zijn sol
daten, die dapper gestreden hebben, van
verraad aan de zaak van Engeland.
DUITSCHE WAPENEN BEHEERSCHEN
HET KANAAL.
De doeltreffendheid der „Schnellboote".
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
De Duitsche bladen schenken groote aan
dacht aan het bericht van het opperbevel
der weermacht volgens hetwelk Duitsche
„Schnellboote" een Britschen torpedojager
en een vijandelijke duikboot voor Oostende
resp. den Helder vernietigd hebben.
Onder heit opschrift „Duitsche wapenen
beheerschen het Kanaal" herinnert de Ber
liner Börsenzeitung er aan, dat reeds tevo
ren, tijdens het groote Westelijke offensief,
twee vijandelijke torpedojagers en een
hulpkruiser door Duitsche „Schnellboote"
vernietigd zijn.
Deze kleine torpedo-motorbooten, die nu
dank zij den' Duitschen opmarsch hun
steunpunten zeer dicht bij den vijand kun
nen kiezen hebben dus reeds bij het begin
der operaties bewezen, zoo vervolgt het
blad, wat zij 'zoo dicht voor de Engelsche
oorlogshavens aan den zuidelijken uitgang
van de Noordzee kunnen presteeren. Men
rekent de „Schnellboote" tot de „kleine
strijdmiddelen" van den oorlog ter zee.
Doch juist voor hen biedt het Kanaal een
uitstekend arbeidsveld en dat begint de
Britsche zeemacht reeds nu al hard te voe
len.
Daarbij konten voor de Engelsche sche
pen ook nog de gevaren, waaraan zij door
beschieting var. land uit zijn blootgesteld,
aan de zee-engte, welker breedte bij Calais
slechts 35 of 36 K.M. bedraagt. Opvallend
zijn ook de successen, die een Duitsche
luchtdoelbatterij en zelfs een pantser
gevechtswagen, welks taak nu juist niet
zeegevechten zijn, tegen vijandelijke tor
pedojagers heeft behaald. De Engelsche
commandanten hadden blijkbaar nog niet
begrepen, dat het thans niet meer is „Enge
land verspert het Kanaal" doch dat het Ka
naal thans onder de versperring van de
Duitsche wapenuitwerking staat.
DE INDRUK VAN DE BELGISCHE
CAPITULATIE IN BELGRADO.
Het bericht van de capitulatie van België
is in politieke kringen van Belgrado inge
slagen als een bliksemstraal. Men ziet daar
in den laatsteen uitweg, welke den Belgi
schen koning nog overbleef, zijn volk van
den zekeren ondergang te redden waarin
het stellig zou zijn gestort indien het aan de
zijde van Engeland en Frankrijk had blij
ven strijden. De indruk is des te grooter,
aangezien de bladen heden juist valsche be
richten publiceerden uit Parijs over een be
weerde uiterst gunstige positie aan het
Noordelijke front.
Men schrijft aan het Volksblad:
Jongstleden Maandag heb ik een bezoek
gebracht aan de Wieringermeer. Ik be
zichtigde een der groote, fraaie boerderijen
aan den rand van den polder, dicht bij het
punt dat Nieuwesluis wordt genoemd. De
jonge boer, trotsch op zijn nieuw bezit, liet
mij alles zien. Hier ontwikkelt zich nieuw
leven op ieder gebied; een rijke, veelbelo
vende toekomst wordt hier ontsloten.
Maar over dat alles, over de normale ont
wikkeling, die daar plaats heeft, wil ik he
den niet spreken. Ik wil hier schrijven over
een voor ons land zeer buitengewoon ver
schijnsel, dat ik nog nimmer in mijn leven
mocht aanschouwen en dat ik thans toch
met mijn eigen odgen heb gezien.
Mijn gastheer voerde mij rond over zijn
„gebied". En toen wij aan den zuidelijken
rand van zijn weiden waren gekomen, bleef
hij plotseling staan en staarde in zuid
oostelijke richting, d.w.z. in een richting
even ten westen van Medemblik.
„Daar heb je het weer" zei hij mij.
„Wat is er aan de hand?"
„Ziet u daar die groote, fraaie boerderij,
links en rechts omgeven door fraai opschie
tend, zwaar geboomte?"
„Natuurlijk zie ik die boerderij, volkomen
duidelijk en scherp in al haar lijnen en con
touren. Maar dat is vreemd er ligt een
groote waterplas, een soort meertje, vóór de
boerderij. Zijn er hier in de Meer ook al
inundaties gesteld?"
„Hoe ver schat u den afstand van de
boerderij?"
„Afstand schatten is niet gemakkelijk, ze
ker niet voor. een stedeling, zooals ik. Maar
ik kan mij toch niet veel vergissen ik
schat den afstand op duizend, hoogstens
vijftienhonderd meter".
,Ja, niemand zou anders schatten, maar
ik kan u verzekeren, dat die boerderij ten
minste twintig kilometer, waarschijnlijk vijf
en twintig kilometer hier vandaan ligt,
daar ginder ergens is Westfriesland".
,Wat zegt u?"
,Ja, en die waterplas, dat meertje, dat be
staat heelemaal niet wat u ziet, is een
fata morgana, wel bekend uit reisverhalen,
uit de Sahara. Een verschijnsel, dat zich
hier in de Meer niet zelden vertoont".
,Het is ongeloofelijk, want ik zou- de
boerderij niet scherper, niet duidelijker,
niet helderder in ieder opzicht, in lijnen en
kleuren, kunnen zien, wanneer zij daar lag
op een afstand van ongeveer tien minuten
gaans. Kan een fata morgana, een luchtver-
heveling, een zoo volkomen natuurgetrouw
beeld geven?"
„Ja, mijnheer, het is niet anders. Die
boerderij, met hoog geboomte links en
rechts, ligt niet in de Meer, kan niet in de
Meer liggen, reeds om de eenvoudige reden,
dat er in de Meer nog geen hoog opgaand
geboomte bestaat. De boomen zijn hier nog
niet veel meer dan wandelstokken".
„Ja, dan moet het wel zoo zijn. Ook die
duidelijk zichtbare waterplas, dat meertje,
wijst hierop. Ook dat meertje ik weet
het kan niet in de Meer zijn gelegen".
Slootdorp ook!
„Wilt u wel gelooven, mijnheer, dat het
verschijnsel zich vrij vaak voordoet? Daar
op ongeveer 4 K.M. afstand ziet u Sloot-
dorp liggen, één der drie kernen van bewo
ning in de Meer. Het ligt inderdaad daar,
waar u 't nu ziet liggen. Maar reeds eenige
malen heb ik Slootdorp, aanvankelijk tot
mijn stomme verbazing maar men went
aan alles hier vlak bij zien liggen, duide
lijk zichtbaar in al zijn onderdeelen, met
zijn kerk, zijn openbare gebouwen en zijn
woningen, alsof het slechts enkele honder
den meters, enkele minuten gaans hier van
daan lag".
„En hoe lang pleegt het verschijnsel te
duren?"
„Zeer verschillend, soms een kwartier,
soms enkele uren. Aanvankelijk is het beeld
volkomen scherp; er ontbreekt niets aan;
dat kan geruimen tijd zoo blijven daarna
begint het beeld te vervagen en schrompelt
't ineen".
Ik heb met stomme verbazing de kapitale
boerderij die er niet was en toch zoo
duidelijk vóór mü lag, gadegeslagen. Maar
mijn gastheer had er niet zoo veel belang
stelling meer voor; hij had het al zoo vaak
gezien
Ik stond versteldWat in alle school
boekjes vermeld staai als een der wonderen
van de woestijnde reiziger, die de oase,
de bloeiende palmboomen vlak voor zich
ziet en die er heen trekt en dan de oase
voor zich ziet wijken dat sprookjeswon
der uit verre, ongenaakbare landen, dat
vertoont zich in ons eigen landje, in onze
stoere, doodnuchtere Wieringermeer. Het
vertoont er zich in volle kracht, in onover
troffen en onovertrefbare helderheid en
duidelijkheid. Er schijnt mij alle aanleiding
te bestaan voor een diepgaand wetenschap
pelijk onderzoek ter plaatse.
VLEKTYPHUS IN FRANSCHE
VLUCHTELINGENKAMPEN.
In de voorloopige kampen voor vluchte
lingen uit de O. en N.O. gebieden van
Frankrijk is vlektyphus uitgebroken. Tal
rijke gevallen worden in het bijzonder ge
meld uit Evraux, Nonancourt en Dreux. De
autoriteiten hebben terstond alle maatrege
len genomen om de patiënten te isoleeren,
doch men vreest, dat reeds tal van bacillen
dragers voordat de ziekte ontdekt is, ver
der naar het binnenland zijn vervoerd. Tot
dusver was het nog niet mogelijk in de al-
gemeene verwarring de vluchtelingen aan
een nauwkeurige medische controle te on
derwerpen.
ANGST VOOR PARACHUTE-TROEPEN
IN ENGELAND.
Uit Londen wordt gemeld: Steeds verder
grijpt in Engeland de angst voor parachute
troepen om zich heen. Zoo werden in Istan-
more-Common (Middlesex) groote Engel
sche troepenafdeelingen gealarmeerd, om
dat daar valschermtroepen zouden zijn neer
gekomen. De ijverige nasporingen leidden
slechts tot het vinden van een weerballon,
welke werd „buitgemaakt" na met duizen
den kogels doorzeefd te zijn.
Bij het Clapton-stadion in Hackney werd
een man bij vergissing voor een parachute
springer aangezien. Hij werd door talrijke
vrouwen bijna doodgeslagen en geschopt,
waarna politie-agenten hem bevrijdden.
DE WOLHANDEL IN ROEMENIE
GEREGELD.
Bij decreet van het ministerie van econo
mische zaken is de handel en de verwerking
van binnenlandsche 'wol geregeld. Alle aan
wezige voorraden alsmede de geheele aan
staande productie worden in de eerste
plaats gereserveerd voor de behoeften van
het leger en in de tweede plaats voor de
voorziening der burgerbevolking. De aan
wezige voorraden moeten worden opgege
ven. Voor iederen handel in wol is een ver
gunning vereischt. Ofschoon Roemenië een
van de landen van Europa is met het groot
ste aantal schapen, is de huidige productie
niet voldoende voor het dekken der binnen
landsche behoefte.
DE VOORLICHTING VAN HET
ENGELSCHE VOLK.
De Dagens Nyheter publiceert een bericht
van zijn Londensche correspondent waarin
de nadruk wordt gelegd op de gebrekkige
en onbetrouwbare voorlichting der Engel
sche openbare meening over de militaire
operaties in België en Frankrijk. De voor
lichting werkt, zoo gaat het bericht verder,
alsof voor de Engelsche openbare meening
een gordijn gehangen wordt voor den oor
log in Frankrijk. Men kan zich over den fei
telijken toestand geen meening vormen.
Kenmerkend voor den toestand is overi
gens dat de militaire medewerkers van de
Engelsche bladen zich in den laatsten tijd
van iederen commentaar hebben onthou
den. Het meest opvallende is, dat de En
gelsche openbare meening tot het inzicht
gekomen is, dat nu alles met razende snel
heid gebeuren moet. Een Engelschman
heeft tegenover den correspondent ver
klaard: De tijd heeft niet zooals de Engel
sche leiders het volk steeds verzekerd heb
ben, voor, doch tegen Engeland gewerkt.
SLECHTE BEHANDELING VAN
KRIJGSGEVANGEN DUITSCHE
VLIEGERS.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De kolonel
van het luchtwapen en eskadercommandant
Lackner, die tijdelijk in Fransche gevan
genschap was geraakt, heeft daarover een
rapport uitgebracht, waarin hij een relaas
geeft van de behandeling, die hem is we
dervaren. O.m. werd hij beschoten, toen hij
per valscherm uit zijn in brand geschoten
toestel sprong. Na zijn landing werd hij
door Marokkanen overvallen, die hem be
roofden en zwaar mishandelden. Hij werd
slechts gered doordat Fransche gendarmes
ingrepen, die hem echter in de boeien
sloten.
Aangezien op grond van dit rapport en
talrijke andere berichten de in strijd met
het volkenrecht zijnde behandeling van
Duitsche vliegers door de Franschen vol
doende bewezen is, heeft generaal-veld-
maarsc'halk Göring per 28 Mei bevel gege
ven, dat de tot dusver uitgevaardigde groot
moedige bepalingen ten aanzien van de be
handeling van vijandelijke gevangen vlie
gers zoo beperkt worden, dat alle krijgsge
vangenen van het Fransche luchtwapen
principieel behandeld moeten worden zoo
als de Franschen Duitsche vliegers plegen
te behandelen. In het vervolg zullen alle
Fransche gevangen vliegers naar Fransch
voorbeeld onmiddellijk bij him gevangen
neming in de boeien geslagen worden en
met uitschakeling van alle tot dusver ver
leende faciliteiten afzonderlijk onderge
bracht worden.
De opperbevelhebber van het luchtwapen
heeft zich tot deze strenge maatregelen ge
dwongen gezien, aangezien dagelijks de be
richten over de onmenschelïjke, wreede be
handeling van gevangen Duitsche vliegers
door de Franschen veelvuldiger worden.
De generaal veldmaarschalk zal in het
vervolg telkens, wanneer hem een moord
op Duitsche vliegers wordt gemeld, voor
iederen vermoorden Duitschen vlieger vijf
gevangen Fransche vliegers doen doodschie
ten. Hetzelfde geldt ook voor het geval, dat
wederom in luchtnood zijnde, met valscher
men neerspringende Duitsche vliegers wor
den beschoten, echter met dit onderscheid,
dat in dat geval vijftig vijandelijke gevan
genen doodgeschoten worden. Op de gevan
gen Engelsche vliegers worden deze maat
regelen niet toegepast, aangezien de Engel
schen tot dusverre geen aanleiding hebben
gegeven tot dergelijke tegenmaatregelen.
DE BINNENLANDSCHE POLITIEK
VAN SLOWAKIJE.
Uit Bratislava wordt gemeld: Het bestuur
der Slowaaksche volkspartij is gister
middag in buitengewone zitting bijeenge
roepen. Men verwachtte dat op deze zitting
belangrijke besluiten zouden worden geno
men over den toekomstigen binnenland-
schen politieken toestand. Het partijbestuur
is, zooals bekend, uitsluitend samengesteld
uit aanhangers van Durcan Skys en Kirsch-
baum. Sedert zijn ontslag uit het opperbe
vel van de Hlinka-garde is Mach geen lid
meer van dit bestuur.
Ten beh
en de verzi
vluchtelingi
sche over!
dagen de
over een a<
een totaal
12.000 ton.
Houders
uitzonderin
het bezit zi
voor het ve
dieselolie, v
ten met 20
behalve
ten zich m<
burgemeest
en tijd.
Houders in ar
levering van h
king willen kon-
gen in de dichts
De vrachta
sche overheid
een door 1
vast te stelle
plichting vo(
vrachtauto's
een door deze
waarde.
De taxatie gec
delswaarde bij
op 9 Mei 1940.
voorzien zijn var
touwen, enz.
Bovendien z;
door de schatti
goeding worde
den tijdsduur
koop en verba:
opbrengst die
kregen had ku
De burgemeesl
wijzen elk 2 sch:
vangen van de 1
goeding van 20
Chauffeurs, d
komen voor de
moeten zich mei
bij den burgeme
inwoning: zij z
het oorlogsgebiei
ontvangen per
12 R.M. vermeer
zoover zij zich
moeten bevinden
vood de verzeke
UITBR
AMERIKAA1
Het Amerika
digden heeft in
meene defensie
MODERNE MACHINES VOOR
UW DRUKWERK!
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320.
16-jarige jc
is de zestien jar if
nende in Croosv
Kralingsche plas
danks het verbo-
dende strandbad
gen afstand van
plotseling in de
stelde reddingsp
ces. Toen-men
leek hij reeds t