AATSTE RUS Oteuilfatm Financieel Overzicht. DE M CECIL FREEMAN CREGQ, Vóór het gebruik moet de sproeivloeistof steeds goed geroerd worden. Er zijn in de laatste jaren ook andere koperhoudende middelen in den handel gebracht, die echter nog niet ten volle op hun bruikbaarheid zijn onderzocht. Men houde zich voor deze aan de gebruiksaanwijzing, door den handel aangegeven. Men houde er rekening mede, dat voor de laatste bespuitingen, zoowel met Bordeaux- sche als Bourgondische pap en met de nieu we middelen de oplossingen ten minste 1/3 sterker gemaakt worden dan voor de eerste bespuiting gebruikt is. De bespuitingen dienen niet ter bestrij ding, maar alleen ter voorkoming van de ziekte. De eerste moet doorgaans begin of midden Juni plaats hebben. Data zijn echter niet aan te geven, daar deze afhankelijk zijn van de weersomstandigheden. Men spuite dus als het weer g unstig is voor het optreden van de ziekte. Dit is wan neer de atmospheer warm-vochtig, dus broeierig is. De bespuitingen moeten tot in het laatst van het groeiseizoen worden voortgezet. De bespuiting moet zorgvuldig met sproei- machines, waarmede de vloeistof zeer fijn verdeeld wordt (dus niet met gieters), wor den uitgevoerd. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en de bij dezen Dienst werkzame ambtenaren, alsmede door de Rijksland- en tuinbouweonsulenten. GRASLAND ZAKEN. De productie-commissaris voor Noordhol land, ir. G. J. Lienesch, schrijft ons: Tot nog toe is er weinig of niets gezegd noch gepubliceerd over het grasland dat was geïnundeerd. Nu langzamerhand dit land weer boven water komt, vragen vele gebruikers zich af wat er nu allereerst dient te geschieden. Voorop moet staan dat het water zoo goed en zoo Snel mogelijk kan afvloeien. Men zal hier en daar goed doen de uiteinden van de greppels eens na te zien. Waar het land hol ligt dient men te zorgen dat aldaar gevormde plassen Spo snel mogelijk van het overtol lige water worden verlost. Waar het water wat lang op het land heeft gestaan of waar brak water was gebezigd, komt het grasgewas miskleurig te voor schijn. In het algemeen eten de dieren dit gewas niet graag; soms is door de vegetatie van algen een soort viltlaag ontstaan. Wil men den normalen toestand zoo snel moge lijk terug zien te krijgen, dan moet van de hier bedoelde perceelen het miskleurige gewas worden verwijderd. Het beste is in deze gevallen het land, zoodra dit begaanbaar is, te maaien. De rommel moet er eerst af alvorens er iets beter voor in de plaats kan komen. Men moet hieraan beslist de noo- dige aandacht schenken, anders ver traagt men het herstel! Land dat al behoorlijk was afge weid is dikwijls niet op deze manier op te knappen. Toch zal men dan ook wat moeten doen om de nog aan wezige goede grassen weer op gang te helpen. Nadat dit land goed is afgedroogd, is het verstandig de kettingegge er over te halen. Men verbreekt eenigszins den dichtgeslagen bovengrond en brengt op die manier weer wat lucht in den bodem. Daarnaast dient men niet zuinig te zijn met de toediening van stikstof. Niet alleen op het te beweiden land, maar ook op nog te hooien perceelen. Indien men nu stikstof kan geven naar 2 tot 300 kg kalkammonsalpeter per ha, is het zeker mogelijk na half Juli, begin Augus tus nog een aardig sneedje hooi te winnen. De periode van den snelsten groei is voor grasland spoedig voorbij. Men moet dus extra zuinig omgaan met het nog bereik bare. Wie nog niet aan het omweiden was be gonnen, mag het nu niet meer uitstellen. Op de kleine perceelen kan men veel beter pro- fiteeren van het grasgewas; indien men de mestplakken telkens op tijd slecht, houdt men ook goed gelijkmatig land. Bovendien wordt bij omweiden de kans op een ruimer hooi-areaal veel grooter. Vooral in die ge vallen waar men door inundatie hooiland heeft verspeeld, is het zaak niet te licht te denken over de komende stalperiode. Alles moet nu gezet worden op de winning van stalvoeder. Men kan nog beter wat krap in z'n weiland zitten dan den winter te moeten in gaan met een absoluut tekort aan hooi. Men kan in dit opzicht niet teveel voorzorgen treffen. Indien men telkens na het afweiden wat stikstof gaat geven, kan men met een klei ner weide-areaal toe. Na hooien in Juli of Augustus moet de stalmest op deze perceelen worden gebracht. Men krijgt dan nog een behoorlijke naweide in September. Mocht niet direct alle benoodigde stikstof beschikbaar zijn, dan moet men niet volstaan met een afwachtende houding, maar zich geregeld op de hoogte stellen van het tijd stip, waarop wel weer voldoende kunstmest wordt aangevoerd. Hoe later in den zomer des te zwaarder moet de stikstofgift zijn. Indien men nu kan volstaan met 200 kg kalkammomsalpeter per ha, dient men in Augustus voor eenzelf de resultaat 3 balen te geven. Wil men in September nog kuilen, dan is 400 kg per ha niet teveel. Al is deze uitgave aan stikstof misschien hoog te noemen, indien men in den winter zonder voeder zit, zijn de lasten enorm veel zwaarder. Wie nog gelegenheid heeft wat hooi of gras te winnen van slootkanten, wegbermen e.d., doet verstandig ook deze „kleinigheden" te reserveeren. Laat geen gras verloren gaan, we hebben het straks bitter noodig. REGELING ZAAIZAAD, POOTGOED EN STIKSTOFMESTSTOFFEN. De Prov. Productie-commissaris te Scha- gen, ir. G. J. Lienesch, schrijft ons: Teneinde een zoo snel mogelijke voorzie ning te krijgen in de behoeften aan zaai zaad, pootgoed en stikstofmeststoffen in de geïnundeerde gebieden in het ambtsgebied Noordholland is de volgende regeling ge troffen: Belanghebbende graslandgebruikers en akkerbouwers kunnenper omgaande de noodig geoordeelde hoeveelheden zaaizaad, pootgoed en stikstof aanvragen bij onder- geteekende of bij de assistenten, die onder den landbouwvoorlichtingsdienst ressor teeren. Na deze aanvrage wordt een bon toe gezonden. Deze bon geldt als betaalmiddel en als vervoérbewijs. De handelaar kan de op den bon vermelde zaken leveren tegen inwisseling van den bon. Naderhand kan de leverancier den bon betaalbaar stellen bij het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in oor logstijd. Voor de levering van stikstof is het noodig tevens kunstmestbons over te leggen. Deze laatsten worden op aanvrage geleverd door het bureau van den Voedselcommissaris te Alkmaar, en wel r.aar een maximum van 60 kg. zuivere stikstof per ha. De op deze wijze te leveren goederen worden nader hand weer verrekend met de nog te treffen schaderegeling. Van de stikstofregeling kunnen eveneens gebruik maken degenen welke geëvacueerd vee in den kost hebben gehad. SPROEIEN VAN VROEGE AARDAPPELEN. De Provinciale Commissie uit de Vei lingen in Noordholland wijst in een circu laire aan de tuinders op het nut alsmede op de verplichting, dat de vroege aardappelen tegen de gewone aardappelziekte besproeid dienen te worden. Er wordt daarbij op ge wezen, dat nalatigheid in dezen tot gevolg kan hebben, dat het product van de markt geweerd wordt. «ET OMWEIDINGSSYSTEEM. Voorbeeldbedrijf te Nieuwe- Niedorp. Men schrijft ons: Nu het vee weer ongeveer een maand buiten loopt na een winter, die voor de vee houders niet spoedig te vergeten is, heeft de beweiding en de voedselvoorziening voor den a.s. winter weer ons aller aandacht. Het ziet er naar uit dat de moeilijkheden ten aanzien van de krachtvoedervoorziening niet minder zwaar zullen zijn dan het voor afgaande jaar. Het is dan ook in het belang van alle veehouders dat zij kennis maken met het omweidingssysteem, zooals dat reeds vele jaren door den rijkslandbouw- voorlichtingsdienst is gepropageerd. Teneinde velen hiertoe in de gelegenheid te stellen is het bedrijf van den hèer G. Be- nit te Nieuwe-Niedorp voor dit doel inge richt. Dit bedrijf is geheel gelijk aan de meeste bedrijven op de zwaardere gronden zoowel wat ligging als kwaliteit betreft. Het is 7 ha. groot, terwijl het veebeslag 12 koeien, 1 pink, 2 kalven en 1 paard bedraagt. De ge volgen van den winter 1939/'40, alsmede de onvoldoende bemesting en beweiding in de voorafgaande jaren zijn og duidelijk waar neembaar in ongelijken groei en vele weide- onkruiden. Hoewel we nog aan het begin van het seizoen zijn, kunnen we niet anders dan op timistisch gestemd zijn ten aanzien van het bovenbedoeld bedrijf. Met het kuilen van gras is reeds een aanvang gemaakt, terwijl met Juni begonnen zal worden met de hooiwinning. Op verschillende staten wordt overzichte lijk aangetoond de melkopbrengtt in 1939/ 1940 tegenover 1940/1941; het krachtvoeder- gebruik over de beide jaren wordt hierte genover gesteld. Natuurlijk kunnen er nog geen conclusies worden getrokken uit deze staten, daar het overzicht wordt gegeven van Mei tot Mei, doch het laat zich aanzien dat het doel zeer duidelijk zal worden ge demonstreerd, n.l. behoud, eventueel ver hooging van melkproductie met daarnaast een voedselproductie in den vorm van vol doende hooi van goede kwaliteit, alsmede een behoorlijke graskuil die aan de hoogste eischen voldoet, waardoor het krachtvoer gebruik aanmerkelijk kan worden vermin dert. Vooral in dezen tijd, nu wij vrijwel op onszelf zijn aangewezen wat de voedsel voorziening betreft, is bovenstaand doel van zeer groot belang. Wij raden dan ook alle belangstellenden aan tot een bezoek aan het voorbeeldbedrijf van G. Benit, dat onder leiding staat van den rijkslandbouw- voorlichtingsdienst en op overzichtelijke wijze het omweidingssysteem aantoont. Bezoek in groepsverband na overleg van datum met den heer Benit of assistent Hou- ter te Groenveld voorkomt teleurstellingen en waarborgt een goede leiding. 1 Men hoopt dat de beurs de volgende week geopend wordt. Toch blijft dit nog twijfelachtig. Vaststelling van onderpandskoersen. Een adviescom missie voor bank- en financieele aange legenheden. De situatie in het bank en hypotheekwezen. Schade aan -n- roerend goed te Rotterdam. Tegen het einde van ae derde week sedert het tijdstip, dat Nederland in den oorlog werd betrokken bestaat er, niettegenstaande de strijd van korten duur is geweest, op het oogenblik nog altijd onzekerheid of de beurs reeds spoedig zal worden geopend. In beurs- kringen hoopt men, dat dit de volgende week het geval zal kunnen zijn. Doch er bestaan nog altijd zooveel hinderpalen, dat het ons eenigszins twijfelachtig voorkomt, of deze voornemens zullen kunnen worden uitgevoerd. Tot oplossing van de moeilijk heden, die zich in dit verband voordoen, is er kortelings een adviescommissie van bank en financieele aangelegenheden ingesteld. Deze commissie staat onder leiding van mr. H. Albarda, hoofd van de afdeeling geld wezen van de Generale Thesaurie. In deze commissie hebben verder nog zitting mr. W. Cnoop Kooprnans, lid van den Raad van Beheer voor Dagelij ksche Zaken van de effectenbeurs, Tj. Greidanus, lid van de firma Pierson Co, prof. mr. A. M. de Jong, onder-directeur van de Nederlandsche Bank, dr. J. Ridder, referendaris aan het Departe ment van Financiën, jhr. J. A. G. Sandberg, lid van de firma Heldring en Pierson en mr. H. L. Wolterson, directeur van de Rot- terdamsche Bankvereeniging te Rotterdam. Het aantal vraagstukken waarmede deze commissie zich zal hebben bezig te houden, is natuurlijk legio en het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat voor het oogenblik voor de verschillende kwesties nog geen definitieve oplossing is gevonden. Wel schijnt men ter beurze gereed te zijn gekomen met de vaststelling van de zg. on- derpands- en executiekoersen, die zooals het woord zegt zullen dienen voor de berekening van de waarde van het onderpand, voor zoo ver er bij de heropening der beurs nieuwe prolongatieposten zouden worden afge sloten. Overigens hebben wij reeds te kennen ge geven, dat met het oog op het nauwe ver band tusschen het crediet- en beurswezen de heropening van de effectenbeurs ten zeerste vergemakkelijkt zou worden, indien men tot algeheele opheffing van het bank- moratorium zou kunnen komen. Wij hebben reeds gemeld, dat er in zooverre een ver ruiming van de voorwaarden is ingesteld, dat voortaan 6 per maand met een minimum van 100 per week van het bedrag van het tegoed, dat op 10 Mei bestond zal mogen worden opgevraagd. Niettemin zijn de nog bestaande restricties oorzaak, dat vanzelf sprekend het bankwezen thans nog niet normaal kan werken. Men mag intusschen wel aannemen, dat zoodra de toestand een algeheele opheffing van het moratorium toe laat, hiertoe onverwijld zal worden over gegaan. Zeer zeker zijn er teekenen, dat de situatie in het bankwezen reeds een aanmerkelijke vrbetering heeft ondergaan. Wij hoorden, dat de opvragingen in het algemeen zeer sterk zijn verminderd en dat er ook al weer belangrijke bedragen naar de banken terug vloeien. Deze verschijnselen wijzen er op, dat het vertrouwen eenigermate begint terug te keeren, hetgeen als een essentieele voor waarde voor een herstel van het crediet- wezen is te beschouwen. Op de geldmarkt hebben reeds weder transacties plaats ge vonden in schatkistpapier, doordat de ban ken meer middelen ter beschikking kregen en als gevolg daarvan deze op korten termijn konden uitzetten. Het disconto, dat bij zulke transacties in schatkistpapier werd bedon gen is als geheel normaal te beschouwen, n.l. 23/4 voor 3-maandspapier oploopende met 1/16 voor elke maand langeren looptijd. Op het gebied van het hypothecaire cre diet is de toestanc, nog verre van normaal. Het is op het oogenblik uiterst moeilijk om geld voor hypotheek op te nemen, daar de meeste hypotheekbanken, ook al was haar positie vóór het tijdstip, dat Nederland in den oorlog werd betrokken, over het alge meen liquide, thans niet in een toestand verkeeren om nieuwe hypothecaire leenin gen uit te zetten. Dit verschijnsel houdt hiermede verband, dat er voor de meeste series pandbrieven een verplichte uitloting van 2 per jaar bestaat, waartegenover op de hypothecaire leeningen een gelijke aflossingsverplichting rust. In verband met den toestand is het natuurlijk begrijpelijk, dat de aflossingen op het oogenblik niet in een normalen omvang binnenkomen. De be dragen, die uit dezen hoofde en uit rente betalingen worden ontvangen, worden door de hypotheekbanken liquide gehouden om te dienen voor aflossingsverplichtingen ha rerzijds. Daar het normale bouwbedrijf op het oogenblik stil ligt, wordt de moeilijk heid om nieuw geld voor hypotheek te krij gen in bouwkringen niet zoo sterk gevoeld. Er zullen zich echter ongetwijfeld verschil lende gevallen voordoen, dat bezitters van onroerend goed ter verkrijging van vlot tende middelen hypotheek willen opnemen en in zulke gevallen doet zich dan de schaarschte van het hypothecaire crediet wel gelden. De rente voor nieuwe uitzettin gen, voor zoover die tot stand komen, be draagt naar wij hoorden, c.a. Voor den wederopbouw van gebieden, die ernstig door den oorlog hebben geleden, in het bijzonder dus Rotterdam, zullen om vangrijke geldmiddelen noodig zijn en over de wijze van financiering daarvan schijnt nog geen definitieve beslissing te zijn geno men. Men hoopt in de kringen waarin de schade werd geleden, dat van overheids wege krachtige bijstand zal kunnen worden verleend. Financieringsplannen van parti culiere zijde, die eerste natuurlijk de goed keuring van den Rijkscommissaris voor den wederopbouw zullen moeten hebben, zijn eveneens ontworpen en met dit doel zou er volgens berichten uit Rotterdam aldaar een nieuwe N.V. zijn opgericht met een kapitaal van 4 millioen, waarvan 400.000 is ge stort. Het plan zou hierin bestaan om zoo spoedig mogelijk met den bouw van 1000 woningen te beginnen, die in Oud-Mathe- nsese en aan den Linker-Maasoever zouden moeten verrijzen. De belangen, die bij de schade te Rotter dam zijn betrokken, zijn natuurlijk van ve lerlei aard: groote ondernemingen, particu lieren, hypotheekbanken, levensverzeke ringsmaatschappijen enz. Van de hypo theekbanken, die de meeste onderpanden in Rotterdam hebben, worden genoemd de groep van de Westlandsche Hypotheekbank en de Dordrechtsche Hypotheekbank. Nu moet hierbij worden bedacht, dat de onder panden, waarop hypotheek werd verstrekt, uit den aard der zaak verspreid liggen, dat verschillende dezer onderpanden tegen mo lest waren verzekerd en tenslotte, dat de grond uit den aard der zaak zijn volle waarde heeft behouaen. Van enkele verze keringsmaatschappijen hoorden wij, dat zij den laatsten tijd bij het aannemen van nieuwe posten de voorwaarde hadden ge steld dat de onderpanden tegen molest ver zekerd moesten worden. Uit hypotheekkringen wordt gemeld, dat de Bemiddelingscommissies te Rotterdam, 's-Gravenhage en Amsterdam, die reeds jarenlang werken bij hypothecaire moeilijk heden, die zich nu en dan voordoen, haar taak ook thans zullen blijven vervullen. Voor de bijzondere moeilijkheden, welke te Rotterdam en elders zijn gerezen, is echter een speciale commissie ingesteld bestaande uit de heeren mr. J. Wilkens, J. G. H. Sau- veplanne, S. J. Mook en A. van Kesteren, welke commissie verwacht in nauwe sa menwerking met de autoriteiten voor de oplossing van die moeilijkheden werkzaam te kunnen zijn. Over den toestand in het levensverzeke ringsbedrijf zijn niet veel nieuwe feiten be kend geworden. Ook deze instellingen zijn natuurlijk betrokken bij hypothecaire lee ningen, waarvan de onderpanden min of meer belangrijke schade hebben geleden. Ook bezitten zij zelf onroerende goederen. Voor de eene maatschappij zal de schade natuurlijk van meer beteekenis zijn dan de andere. De financieele toestand van deze instellingen is echter vrijwel zonder uitzon dering sterk. Men is dan ook niet bepaald pessimistisch gestemd over de gevolgen, die de geleden schade voor de verzekerden zou kunnen hebben. De Verzekeringskamer heeft intusschen voor het oogenblik ook be perkende bepalingen gemaakt met betrek king tot de uitkeering van levensverzeke ringsommen. Van kapitaalsuitkeeringen, verschuldigd bij overlijden, wordt voorloo- pig 10 van het bedrag aan de begunstig de betaald met een maximum van 1000. Dit zelfde geldt voor kapitaalsuitkeeringen bij leven met dien verstande, dat dan ten hoogste 500 mag worden voldaan. Voldoe ning van loopende lijfrenten en cverlevings- renten worden ten volle betaald. Voldoening van uitkeeringen bij overlijden uit hoofde van volksverzekeringsovereenkomst ge schiedt tot 50 van het verschuldigde be drag. De regeling is op 20 Mei van kracht geworden. Zij heeft uit den aard der zaak slechts ten doel om de oogenblikkelijke be talingen te beperken. Zij beteekent aller minst dat er reden is te verwachten, dat het overige deel van de verschuldigde bedragen t. z. t. niet zou worden uitgekeerd. Overigens zal het natuurlijk, zooals uit het boven staande wel mag worden geconcludeerd, er van afhangen, hoe groot de schade der ver schillende verzekeringmaatschappijen zal zijn en hoe de regeling uiteindelijk zal worden. De Nederlandsche Handel Mij. had vóór den lOen Mei haar zetel naar Ned. Indië verplaatst. Het ligt in de bedoeling om een splitsing door te voeren tusschen het bedrijf in Nederland en dat in Ned. Indië. Hierdoor is bereikt, dat de overzeesche kantoren de beschikkingsmogelijkheid over hun onmis bare bedrijfsmidedlen in neutrale landen, in de eerste plaats in de Ver. Staten, konden behouden, ook in geval de oorlog van ons land van langen duur zou zijn geweest. Het Nederlandsche bedrijf wordt normaal voort gezet. Daaraan zijn dan ook sedert 30 April geen middelen ten behoeve van het over zeesche bedrijf onttrokken. Uit deze mede- deelingen van de instelling valt niet op te maken hoe men zich de ontwikkeling van den toestand in de toekomst heeft gedacht. De omstandigheden zijn daartoe nog te on zeker. Voor zoover wij weten heeft de H.V.A. haar zetel niet naar Indie verplaatst. Daar de verkoop van de producten voor een be langrijk deel naar Amerika plaats heeft, be staat er alle reden om aan te nemen, dat men in Indië over voldoende geldmidde len beschikt om het bedrijf regelmatig voort te zetten. Uit het dezer dagen gepubliceer de jaarverslag bleek, dat de nettowinst 8.499.799 heeft bedragen tegen vorig jaar 7.192.298. Hieruit wordt een dividend van 20 pet. tegen vorig jaar 17 pet. uitgekeerd. Door 36) „Alleen.... eh.. maar visschen, Bobby". „Wel, je bent eerlijk, dat moet ik zeggen. Nog nooit van mijn leven ben ik zoo vlug na het bedrijven van de eh misdaad ge pakt. Ik heb je meestal voor je geld laten werken, maar proficiat, kerel, van harte ge feliciteerd!" Inspecteur Higgins bleef zwijgen, omdat hij daardoor meer te weten kwam dan door een ondervraging waarop de antwoorden ongetwijfeld onbetrouwbaar en onjuist zou den zijn. De ander vervolgde luchtig: „Daar stond de auto, voor de Mansions, #n vroeg eenvoudig om meegenomen te worden. Ik kreeg een aandrang, Cuthbert, man, een geweldigen aandrang. En, helaas, <k viel". Een overdreven zucht volgde. Higgins schudde langzaam het hoofd ter wijl hij de verklaring van den ander aan hoorde. „Bobby, wat ben je toch een kwast!" „Niet jyanr? En tpch weot je heel goed, dat de menschen, die hun wagens onbe heerd laten staan en daardoor zwakke broe ders, zooals ik, in de verleiding brengen, even goad verantwoordelijk zijn". Hij zweeg even en zei dan: „Een citaat van Cooper of Golfsmith of iemand an ders". „De wagen stond dus voor de Mansions, hé?" „Ja, onbeheerd, met draaienden motor. Nu vraag ik je als man tegenover man „Welke Mansions?" vroeg inspecteur Hig gins terloops. De vraag klonk echter een beetje te onverschillig, want Bobby was plotseling op zijn hoede. „Hallo allo allo. Wij weten dus niet welke Mansions, hè? Er schuilt een adder tje onder het gras". Plotseling scheen hem een verklaring in te vallen. „Wil je soms zeggen, dat de wagen, dien ik pikte, aan een eh vakbroeder toebehoorde?" „Iets dergelijks". „Dat spijt me werkelijk. Mijn impulsief handelen heeft zijn vrijheid in gevaar ge bracht. Ik heb misschien zijn aftocht be dorven. Daarom liet hij dus den motor draaien. Misschien loopt hij nu al rond met een zak vol buit en weet niet waar hij die laten moet. Jee!" Hij verviel in somber zwijgen, als was het beeld dat hij zich voor den geest haalde, te veel voor hem! Higgins wachtte even en vroeg dan weer gewoon: „Welke Mansions, zei je, Bobby?" Bunter keek hem eens aan, terwijl hij ont kennend het hoofd schudde. „Het geeft je niets, Cuthbert. Ten slotte Noblesse oblige leven en laten leven en eh niet waar-" Inspecteur Higgins kwam een beetje dich ter naar den gevangene toe. „Bobby, denk je dat we tot een rege ling kunnen komen?" „Cuthbert, je doet me meer pijn, dan ik je zeggen kan Ik ik dacht dat jij anders was". Er lag een harde blik in zijn oogen, terwijl hij den inspecteur strak aankeek. „Higgins, hët geld, dat ik heb, houd ik. Ik heb mijn vrijheid nog nooit gekocht en „Denk je, dat ik je vervloekte geld wil"? viel Higgins luid in de rede. „Sorry. Mijn fout. Je wilt inlichtingen, hè?" „Precies". JJ „Nu goed. Het is jammer, te moeten den ken, dat je weer zult moeten brommen". „En Dinsdag heb ik mijn haar nog wel pas laten onduleeren!" Inspecteur Higgins verliet de cel en begaf zich direct naar den commissaris. Een haas tige bespreking en een paar minuten later trad er een brigadier bij Bobby in de cel met de boodschap, dat hij vrij was. „Dat is heel vriendelijk, maar wil je mij niet eens inlichten over die gewijzigde in zichten van jullie?" „Het zit zoo, meneer Bunter" Bobby gnuifde bij deze betiteling „wij begrijpen, dat de wagen u misschien door den eigenaar geleend is. Maar heb je eenmaal den naam, hè? In ieder geval is er geen bericht binnen gekomen, dat de wagen gestolen is". „Je hebt volkomen gelijk. De wagen werd mij geleend. Ik vermoed, dat ik hem toch kan terugkrijgen?" „Natuurlijk, meneer. Met onze excuses". Bobby Bunter ging door de tourniquet van het politiebureau naar buiten en nadat hij plechtig de stoeptreden afgedaald was, stapte hij in den wagen. Nonchalant stak hij een sigaret aan, deed zijn handschoenen aan, trapte op den starter en schakelde in. Met een ouderwetsche gratie nam hij voor den agent, die buiten op wacht stond, zijn hoed af, waarop deze plechtig salueerde. Met een vriendelijk handgebaar was hij verdwenen. HOOFDSTUK XXIII. In het leege huisje. Met een flink vaartje reed Bobby Bunter weg. Moorgate, Newgatestreet, Holborn, Strand Marble Arch, Edgware Road en dan links af. Binnen twintig minuten na zijn invrijheidstelling stopte hij langs het trot toir van een blok flats. Hij opende het por tier en stapte uit, terwijl hij den motor liet loopen. Dan liet hij de claxon lang en aan houdend loeien. Na dit gedaan te hebben, wandelde hij fluitend weg. Hij meende goed gehandeld te hebben. Na eerst een collega van zijn wagen beroofd te hebben, had hij zijn best gedaan dien weer terug te brengen. Het was echter ongelukkig voor hem, dat hij bij den eersten hoek den besten tegen inspecteur Higgins moest oploopen. Ter stond begreep hij de beteekenis van die ont moeting. „Higgins, je hebt me er laten inloopen". „Spijt me. Bobby", antwoordde de inspec teur verontschuldigend, „maar nood breekt JJ Bunter scheen onmiddellijk zijn goed humeur teruggevonden te hebben. „Cuthbert", zei hij bewonderend, „als ik jouw hersens had zou ik een succes van mijn beroep hebben kunnen maken!" „Bobby, ouwe knaap, als je ook maar een greintje hersenen had, zou je dat beroep nooit gekozen hebben". De inspecteur knipte met de vingers en een agent kwam naderbij. Higgins wees op Bobby. „Breng hem in de koelkast, wij willen niet dat hij alarm slaat". Higgins keek het vertrekkende duo som ber na. Trouw, hoe misplaatst dan ook, maakte tenslotte toch heel wat goed. Bobby Bunter zou dien nacht heel wat rustiger geslapen hebben in zijn cel, als hij geweten had dat de raid op de Mansions niet het minste succes had gehad. Dien avond arriveerde inspecteur Higgins te ongeveer negen uur bij het landhuisje. Hij had vier helpers van de plaatselijke poli tie, allen in burger en onder leiding van den brigadier die hem naar het ziekenhuis had gebracht en verder zijn instructies had uit gevoerd. De sneeuw, welke den vorigen ochtend zoo veel op haar geweten had gehad, was nu weer geheel verdwenen en dus behoefde niet gevreesd te worden, dat verraderlijke voet sporen de uitgezette val ontijdig aan het licht zouden brengen. Higgins, de brigadier en zijn drie ondergeschikten betraden het huisje' door een van de ramen, aldus voor komend dat een modderige voetstap op den drempel van de deur mogelijke bezoekers zou waarschuwen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6