DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De regeling van het bestuur over Nederland. De Nederlandsche politie onder toezicht van de Duitsche. De regeling van het civiele gezag in het bezette gebied. Er komeri onder den Rijkscommissaris vier commissarissen-generaal. De organisatorische opbouw in Nederland. Hoe zal de nieuwe bestuursregeling werken? Een Duitsche toelichting. De orde zq! niet verstoord, doch vergroot worden. Ambtenaren blijven in junctie. Koffie- en Thee distributie op bon No. 69. J ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 132 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. db Donderdag 6 Juni 1940 PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IEN Van 1 ~5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang De bevoegdheid welke de grondwet en de Nederlandsche wetten aan de koningin en de regeering toekenden komen thans aan den Rijkscommissaris. Rechterlijke uitspraken geschieden voortaan niet meer in naam der ko ningin maar in naam van het recht. Het Nederlandsche recht blijft grootendeels van kracht. De Rijkscommissaris bepaalt welke strafbare feiten aan het oordeel van een bijzondere rechtbank moeten onderworpen worden en in welke gevallen Neder landers voor den krijgsraad of voor den Duitschen politierechter moeten ver schijnen. De Nederlandsche politie onder toezicht van de Duitsche. Het eerste nummer van het offieieele mededeelingsblad voor Nederland verschenen. Het eerste nummer van het offieieele me- dedeelingenblad voor Nederland, waarin belangrijke bekendmakingen zullen worden gepubliceerd en dat in hoofdzaak de plaats zal innemen van het Nederlandsche Staats blad en de Nederlandsche Staatscourant, is verschenen. Het heet „Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche Gebied" en verschijnt in de Nederlandsche en de Duit sche taal. Dit eerste nummer bevat het decreet van den Führer over de uitoefening van de re- geeringsbevoegdheden in Nederland, van 18 Mei j.l., en den oproep van den Rijkscom missaris Seyss-Inquart aan het Nederland sche volk van 25 Mei j.l, welke proclamatie reeds eerdër in ons blad is gepubliceerd. Voorts is er in opgenomen een verorde ning van den Rijkscommissaris over de uit oefening van de regeeringsbevoegdheden in Nederland en, een decreet betreffende den organisatorischen opbouw van de dienstbu- reaux van het Rijkscommissariaat. De tekst der verordening. Par. 1. (1) De rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft, voor zoover noodig, ter uitvoering van zijn taak alle bevoegdheden, welke volgens de grondwet en de wetten aan den koning en de regeering toekwamen. (2) Maken de belangen van het Groot- Duitsche Rijk of de openbare orde of het openbare leven in Nederland het noodzake lijk, dan neemt de rijkscommissaris de noo- dige maatregelen, ook die van wetgevenden aard. Deze verordeningen van den rijkscom missaris bezitten kracht van wet. Par. 2. (1) Het tot nu toe geldende Nederland sche recht blijft van kracht, voor zoover het vereenigbaar is met de bezetting en niet in strijd is met de bepalingen van het decreet van den Führer betreffende de uitvoeringS van de regeeringsbevoegdheden in Neder land. De voor het bezette Nederlandsche gebied geldende verordeningen van den op perbevelhebber van het leger blijven voor- loopig van kracht. (2) Alle rechtvoorschriften moeten vóór de bekendmaking aan den rijkscommissaris worden voorgelegd. De bekendmaking moet worden geschorst wanneer de rijkscommis saris dit wenscht. (3) De rijkscommissaris behoudt zich het recht voor om de aan hem onderge schikte Duitsche organen de bevoegdheden volgens alinea 2 over te dragen. Par. 3. (1) De rijkscommissaris bedient zich voor de uitvoering van zijn voorschriften \an de Nederlandsche autoriteiten, voor zoover de 'aan hem ondergeschikte Duitsche diensten niet direct in werking treden. (2) De secretarissen-generaal van de Nederlandsche departementen van alge meen bestuur zijn aan den rijkscommissaris binnen het kader hunner bevoegdheden verantwoording verschuldigd voor het be hoorlijk leiden van hun ambtsaangelegen heden. Zij kunnen, onverminderd de voor schriften van par. 2, alinea 2 en 3, uitvoe- ringsvoorschriften geven voor de geldende Nederlandsche wetten en voor de verorde ningen van den rijkscommissaris. Par. 4. (1) De rijkscommissaris oefent zijn be voegdheden uit door middel van op zijn bureau werkzame commissarissen-generaal. (2) De rijkscommissaris benoemt gevol machtigden voor de afzonderlijke provin ciën. Voor zoover noodig benoemt hij bij zondere gevolmachtigden voor afzonderlijke gebieden of voor speciale werkzaamheden. Par. 5. (1) Het bewaren van de openbare rust, orde en veiligheid wordt, voor zoover zich de rijkscommissaris voor het doen uitvoeren van zijn verordeningen niet van Duitsche S.S.- en politietroepen bedient, opgedragen aan de Nederlandsche politie. De Neder landsche politie staat onder toezicht van de Duitsche politie en is aan haar aanwijzin gen gebonden. (2) Het opsporen en bestrijden van alle handelingen, die Rijks- en Duitsch-vijandig zijn, behoort tot de taak van de Duitsche politie. Par. 6. (1) De rechtspleging is onafhankelijk. (2) De uitspraken worden in den naam van het recht gedaan. (3) De rijkscommissaris bepaalt, welke vonnissen hem vóór hun uitvoering ter be krachtiging moeten worden voorgelegd. (4) De rijkscommissaris bepaalt bij ver ordening, welke strafbare feiten aan het oordeel van de bijzondere rechtbank moeten worden onderworpen en in welke gevallen personen van Nederlandsche nationaliteit voor den Krijgsraad of voor den Duitschen politierechter moeten verschijnen. Par. 7. Binnen een termijn, die door den rijks commissaris wordt bepaald, moeten de in ac tieven dienst zijnde rechters, openbare amb tenaren en beambten, alsmede alle leeraren aan openbare en particuliere onderwijsin richtingen onder eede een verklaring afleg gen, dat zij de verordeningen en andere be palingen van den rijkscommissaris en van de hem ondergeschikte Duitsche organen stipt zullen nakomen en dat zij zich zullen onthouden van elke handeling, gericht tegen het Duitsche rijk of de Duitsche weer macht. Par. 8. Alle in het bezette Nederlandsche gebied werkzame Duitsche autoriteiten, diensten en organen, met uitzondering van die van de weermacht, zijn ondergeschikt aan den rijkscommissaris. Par. 9. De algemeen rechtsverbindende verorde ningen worden bekend gemaakt in het „Verordeningenblad voor het bezette Ne derlandsche gebied" dat in de Duitsche en in de Nederlandsche taal verschijnt. De Duitsche tekst is authentiek. Par. 10. Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging. In het Verordeningenblad is tevens opge nomen een decreet van den Rijkscommissa ris over den organisatorischen opbouw van zijn dienstbureaux, waarbij op grond van Par. 5 van het decreet van den Führer over de uitoefening van de regeeringsbevoegd heden in de Nederlanden van 18 Mei 1940 diverse bepalingen worden uitgevaardigd, welke wij hieronder laten volgen: Par. 1. (1) De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied bedient zich voor uitvoering van zijn taak van de in zijn bureau werkzame commissarissen-generaal, en wel: 1) Voor bestuur en justitie; 2) Voor de openbare veiligheid (Hoogere S.S.- en politieleider); 3) Voor financiën en economische zaken. 4) Voor bijzondere gevallen. (2) De vertegenwoordiger van het De partement van Buitenlandsche Zaken en gevolmachtigde voor de Nederlandsche Bank staan onmiddellijk onder den Rijks commissaris. (3) De Rijkscommissaris benoemt voorde afzonderlijke provincies gevolmachtigden, voor zoover noodig benoemt hij bijzondere gevolmachtigden voor afzonderlijke gebie den of bijzondere werkzaamheden. Par. 2. (1) Alle aangelegenheden, welke de Rijkscommis^iris zich uitdrukkelijk voorbe houdt voor een onmiddellijke beslissing, worden bewerkt door de hoofdafdeeling op het bureau van den Rijkscommissaris. (2) De hoofdafdeeling bewerkt in het bijzonder alle zaken betreffende het perso neel van de gezamenlijke bureau's en orga nen van den Rijkscommissaris, alsmede be treffende het toezicht over deze, alle aange legenheden betreffende begrooting van deze bureau's, alsmede de aangelegenheden van het kabinet (uitgifte van akten, proto col en dergelijke). Bij de hoofdafdeeling zijn verder aangesloten de centrale kas en het hoofdbureau. Par. 3. (1) De commissarissen-generaal hebben binnen het kader van hun zakelijke be voegdheid het recht van alle Nederlandsche autoriteiten, bureau's en inrichtingen, zoo wel openbare als particuliere, inlichtingen van eiken aard te eischen en aan dezen de noodige bevelen te geven. (2) Zij hebben in het bijzonder tot taak de beslissingen van den Rijkscommissaris overeenkomstig par. 2, alinea 2, van de ver ordening over do uitoefening van de Re geeringsbevoegdheden in de Nederlanden van 29 Mei 1940 voor te bereiden. Par. 4. Taken commissarissen-generaal. Tot de taak van den commissaris-gene raal voor bestuur en justitie behooren: 1) De aangelegenheden betreffende de wetgeving, betreffende het staatsrecht als mede die betreffende het verordeningen blad voor het bezette Nederlandsche gebied; 2) De aangelegenheden betreffende de ordening van de werkobjecten; 3) De aangelegenheden van binnenlandsch bestuur, in het bijzonder ook de aangele genheden van het toezicht op de gemeen ten, met uitsluiting echter van de aangele genheden der gemeentepolitie; 4) Alle aangelegenheden der justitie, met uitsluiting van die der rijkspolitie; 5) Alle aangelegenheden betreffende cul tuur (kunst, monumentenzorg, wetenschap, volksopvoeding, enz.), het onderwijs en de kerken; 6) Alle aangelegenheden betreffende de volksgezondheid, alsmede die betreffende cultureele en sociale zorg aan de jeugd. Par. 5. De Hoogere S.S.- en politieleider: 1. Heeft het bevel over de in het bezette Nederlandsche gebied ingezette eenheden: de gewapende S.S. en de Duitsche politie- eenheden en -organen. 2. Heeft het toezicht over de Nederland sche rijks- en gemeentepolitie en geeft haar de noodige bevelen. Par. 6. Tot de taak van den Commissaris- generaal voor Financiën en economische za ken behooren: 1. Alle aangelegenheden van het Depar tement van Financiën. 2. Alle aangelegenheden van het Depar tement van Economische Zaken. 3. Alle aangelegenheden van het Depar tement van Waterstaat. 4. Alle aangelegenheden van de Neder landsche posterijen. 5. Alle aangelegenheden van het Depar tement van Sociale Zaken met uitsluiting van de in par. 4, onder no. 6 bedoelde aan gelegenheden. Par. 7. Tot de taak van den Commissaris- Generaal voor bijzondere gevallen behoo ren: 1. Alle vraagstukken betreffende de vor ming van de openbare meening en niet- economische vereenigingen. 2. Die opdrachten, welke de rijkscommis saris hem op grond van een bijzondere be slissing geeft. De juridische adviseur, dr. Rabl, behoo- rende tot den staf van den Rijkscommissa ris, heeft het A. N. P. op de verordeningen de volgende toelichting gegéven: In de verordeningen zijn de richtlijnen voor de bevoegdheid van den Rijkscommis saris vastgelegd. Het gezag van den Rijks commissaris is hierin bepaald, doch tevens blijkt uit de verordeningen, dat behouden zal blijven wat hier bestond. De orde zal niet verstoord, doch eerder vergroot wor den. Dit, zoo zeide dr. Rabl, is niet alleen een moreele plicht, maar ook een plicht vol gens het recht. Dit recht is vastgelegd in de bepalingen van de Derde Haagsche Con ventie, welke conventie de verhoudingen beheerscht, die in een bezet gebied, tusschen de bezettende autoriteit en de bevolking van het bezette gebied bestaan. De Führer heeft steeds den geest van de ze Haagsche Conventie in eere gehouden. De rechten en plichten, zoowel van de bezet tende macht als van de oorspronkelijke be volking, zijn door de conventiebepalingen nauwkeurig aangegeven. Nu dient hierop te worden gewezen, dat de Rijkscommissaris er ten volle naar ge streefd heeft, dat de plichten van de Duit sche overheid en de rechten van de Neder landsche bevolking in de eerste plaats zou den worden overwogen en eerst dan de rechten van het Duitsche gezag en de plich ten van de bevolking hier te lande. Men dient te allen tijde in het oog te houden, dat het hier gaat om een wettelijke gezagsuitoefening, krachtens vaststaande overeenkomsten. In alles is streng de hand gehouden aan het volkenrecht. Dr. Rabl wijst dan op par. 2 van de ver ordening, waarbij 't Nederlandsche recht van kracht blijft. Dit is geheel in overeen stemming met het volkenrecht, dat zulks bepaalt indien geen dwingende omstandig heden zulks onmogelijk maken. Hier te lan de is de afwezigheid van de regeering zulk een dwingende omstandigheid, doch ook deze is ondervangen. Dr. Rabl deelde nog als bijzonderheid mede, dat de Rijkscommissaris persoonlijk het oorspronkelijke ontwerp voor de ver ordening had gecorrigeerd en wel in dier voege, dat zijn bevoegdheden werden om lijnd tot de grens, waarbinnen zijn in menging noodzakelijk was. Geen trouw geëischt. Voor den geest, welke spreekt uit de be palingen der verordening wees dr. Rabl nog Het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat bon „69" van het algemeen distributiebonboekje gedurende het tijdvak van Don derdag 6 Juni tot en met Vrijdag 5 Juli a.s. recht geeft op het koo- pen van 2K ONS KOFFIE of ONS THEE. De aandacht wordt er op geves tigd, dat de bevoorrading van de winkeliers tengevolge van ver keersmoeilijkheden vertraging kan ondervinden. De winkeliers zullen in verband daarmede vermoede lijk niet onmiddellijk op alle bon nen, waarover hun klanten be schikken, koffie of thee kunnen afleveren. Men moet daarom niet aanstonds op 6 Juni of volgende dagen alle bonnen, waarover men beschikt, bij zijn winkelier inleve ren. Indien men zijn bestellingen over de periode van 6 Juni tot en met 5 Juli verdeelt, kan ieder er zeker van zijn, dat hij in den loop van Juni de geheele hoeveelheid, waarop hij met zijn gezin recht heeft, bij zijn kruidenier kan koopen. Gevolmachtigden in de provincies. Par. 8. 1. Tot de taak van de gevolmach tigden van den Rijkscommissaris voor de afzonderlijke provincies behooren met uitzondering van de openbare veiligheid alle aangelegenheden van openbaar be stuur, van econom-e en van de vorming van de openbare meening in het aan hen toege wezen gebied. Hij kan zich voor de uitoefe ning van zijn taak volgens de richtlijnen van den hoogeren S.S.- en politieleider van de Duitsche politieorganen bedienen. 2) De Nederlandsche autoriteiten, bu reau's en inrichtingen, zoowel openbare als particuliere, benevens al haar organen, zijn op grond van een bijzondere bepaling ver plicht den gevolmachtigden van een rijks commissaris over bepaalde aangelegenhe den uit eigen beweging bericht te geven en hun bepaalde bestuursmaatregelen vóór de vaststelling ervan mede te deelen. Het vast stellen moet worden uitgesteld, wanneer de gevolmachtigde zulks verlangt. Par. 9. De bevoegdheden van de door den Rijkscommissaris voor plaatselijke of zake lijke aangelegenheden benoemde bijzondere gevolmachtigden richten zich naar de gege ven opdracht. Par. 10. 1). De gevolmachtigden van den rijkscommissaris voor de provincies hebben hun zetel in dezelfde plaats, als de commis sarissen volgens art. 141 van de Grondwet. 2). De zetel van den bijzonder gevol machtigde wordt door den Rijkscommissaris bepaald. Par. 11. De oprichting en de opheffing van burgerlijke Duitsche bureau's alsmede de vaststelling van hun bevoegdheden wat betreft plaats en -nderwerp, geschiedt uit sluitend door den Rijkscommissaris. Par. 12. Dit decreet treedt in werking op den dag van zijn afkondiging. Het „Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied" is bij de rijksuitge verij, Fluweelen Burgwal 18, 's-Graven- hage, alsmede door tusschenkomst van eiken Nederlandschen boekhandel verkrijg baar. op par. 7, waarbij van rechters, openbare ambtenaren en beambten etc. slechts een verklaring werd gevraagd, dat zij zich zul len onthouden van elke handeling, gericht tegen het Duitsche Rijk of de Duitsche weermacht. Volgens het volkenrecht had men hier trouw kunnen eischen, doch zoover heeft men niet willen gaan. Het is trouwens geheel en al de bedoe ling, dat men het groote ambtenaren-appa raat volkomen intact laat. Zoo zijn door den Nederlandschen ministerraad destijds voor schriften vastgesteld voor Nederlandsche ambtenaren en autoriteiten, welke voor- schrifen dienen te worden gevolgd in geval van een bezetting. Wij hebben, zoo ver klaarde dr. Rabl, deze Nederlandsche aan wijzingen thans voor de Nederlandsche ambtenaren vrijwel geheel overgenomen. In de verordening zijn geen bepalingen opgenomen omtrent inmenging in familie eigendom en geloofsovertuiging, daar wij dit zoo vanzelfsprekend hebben geacht, dat zulks niet behoefde te geschieden. Dr. Rabl wees verder speciaal op par. 3 'van de verordening, welke bepaalt, dat de Rijkscommissaris zich voor de uitvoering van zijn voorschriften van de Nederland sche autoriteiten zal bedienen. Dit, zoo zei- de dr. Rabl, dient zoodanig te worden opge vat, dat ingrijpen van Duitsche autoritei ten uitzondering zal zijn. Het optreden van Nederlandsche ambtenaren en autoriteiten zal steeds in de eerste plaats komen. Het is, zoowel voor het heden als voor de toe komst, het streven en de bedoeling van den Rijkscommissaris om Nederlandsche auto riteiten en Nederlandsche ambtenaren in hun volle bevoegdheid te laten en het is niet alleen zijn streven, maar het zal ook zijn eerzucht streelen, indien deze Neder landsche ambtenaren ten volle aan de uit voeringen der bepalingen medewerken Ik heb, zoo zeide dr. Rabl, ter bevredi ging van eigen nieuwsgierigheid eens nage gaan of dit bij het bezetten van een gebied wel eens eerder was geschied, en ik kan u zeggen, dat ik tot de conclusie ben geko men, dat, hetgeen ik zooeven uiteenzette, een omvang van „zelfbestemming" betee- kent als nog nooit in een oorlog of bij het bezetten van een gebied is bereikt. Het is ons streven geweest in onze mede werking tot het uiterste te gaan wat wjj doen konden. Men zou kunnen zeggen, dat wij een overeenkomst of een charter met u hebben aangegaan van volkenrechtelijken aard, dat het kader vormt waarin plaats is

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1