AATSTE RUS Seuithtm GROENTEN EN FRUIT, OLIËN EN VETTEN. DE Geen verandering in de voorschriften. Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning in oorlogstijd brengt bij deze ter alge- meene kennis, dat er in de voorschriften betreffende het telen, verhandelen en ver werken van groenten en fruit geen veran dering is gekomen, zoodat deze voorschrif ten onverzwakt van kracht zijn. Het telen van groenten is derhalve be houdens de teelt voor eigen gezinsverbruik alleen toegestaan aan de bij genoemde centrale aangesloten telers en ten hoogste voor een oppervlakte als voor de onder scheidene gewassen vermeld in de in hun bezit zijnde geldige tuinbouwteeltvergun ningen. Dit geldt ook voor de teelt van tuinza den, waarvoor een zaadteeltvergunning noodig is. GEDEELTELIJKE TERUGBETALING MOTORRIJTUIGENBELASTING. Een tegemoetkomende regeling getroffen. De K.N.A.C. en de A.N.W.B. deelen het volgende mede. Reeds eerder werd door het ministerie van finan ciën bepaald, dat voor opgelegde motorijtuigen terugbetaling zou kun nen geschieden van vooruit betaalde motorrijtuigen terugbetaling zou kun- 1940 af tegen inlevering van de mo- torrijtuigen-belastingkaart. Thans ontvingen bovengenoemde vereenigingen bericht van het minis terie van financiën, dat eveneens een zeer tegemoetkomende regeling is getroffen voor de motorrijtuighouders, die van de daartoe bevoegde autoritei ten vergunning hebben gekregen slechts een beperkt aantal malen of dagen met het motorrijtuig te rijden. Aan hen kan op hun daartoe strek kend verzoek teruggave worden ver leend van betaalde motorrijtuigenbe lasting in verhouding van het aantal dagen, waarover de kaart loopt tot het aantal dagen, waarvan wordt aan getoond, dat zij niet met het motor rijtuig op den openbaren weg hebben kunnen rijden. Deze terugbetaling kan geschieden door de ontvangers na afloop van het tijdvak, waarover de belastingkaart loopt. Men beware dus zorgvuldig even- tueele bewijsstukken (bijv. tijdelijke vergunningen van benzinedistributie- toureaux) waaruit kan blijken, dat men gedurende bepaalde tijden niet op den openbaren weg heeft kunnen rijden. Bepalingen onveranderd van kracht gebleven. Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning in oorlogstijd deelt mede, dat alle be palingen betreffende banderolles en gelei- debiljetten voor margarine, vetten en oliën onverkort van kracht gebleven zijn. Gedurende de oorlogsdagen zijn enkele malen in het belang van de voedselvoor ziening aan fabrieken, wier banderolle- voorraad uitgeput was en door de vervoers- stagnatie niet kon worden aangevuld, toe stemmingen gegeven om vetten onder ban derolles af te leveren, mits de heffing werd voldaan. Vermoedelijk zijn de voorraden inmiddels reeds opgebruikt. Voorzoover dit niet het geval mocht zijn, kunnen degenen, die nog dergelijke ongebanderolleerde vet ten in voorraad hebben zich omgaand tot de Nederlandsche zuivelcentrale, afdeeling margarine, vetten en oliën te 's-Gravenha- ge, Nassaulaan 6, wenden, teneinde dien voorraad alsnog gebanderolleerd te krijgen. Men geve daarbij de juiste kwantiteit en verpakking op, dus b.v. 50 pakjes van y, kg. vet en 10 pakjes van 1/4 kg. reuzel, den naam van den leverancier, .den datum van ontvangst en sluite de factuur ter in zage bij. TWEE MIJNWERKERS OMGEKOMEN. Ongelukken in de mijnen te Terwinselen en te Kerkrade. Gistermorgen ca. 6 uur is in het onder- grondsche gedeelte van de staatsmijn Wil- helmina te Terwinselen de 42-jarige houwer J. L. Janssen bekneld geraakt tusschen een kolenschop die door een schraperband werd meegevoerd en den zijwand van de gang waar hij werkte. Korten tijd later werd hij bevrijd, doch de levensgeesten waren toen reeds geweken. De man was gehuwd en vader van vijf kinderen. Hij woonde te Bocholz. In de ondergrondsche werken van de Do- maniale mijn te Kerkrade is de 31-jarige J. Krewinkel uit Kerkrade onder vallend ge steente geraakt en gedood. De man was ge huwd en vader van een kind. GEEN NATURALISATIES. In verband met de gewijzigde omstandig heden is, naar de Telg. meldt, ten Departe- mente van Justitie het onderzoek van natu ralisatie-aanvragen, welke bij het uitbreken van den oorlog in behandeling waren, voorloopig stopgezet. Nieuwe aanvragen worden niet meer in behandeling genomen. Reeds ingezonden paspoorten kan men ten departemente terugvragen. MILITAIRE MAATREGELEN. De kolonel, territoriaal bevelhebber in Overijsel en Gelderland, maak bekend, dat velen zich per trein, per rijwiel, te voet en met andere middelen van vervoer begeven hebben naar de gemeente Oldenzaal en Zevenaar, teneinde aldaar hun familieleden, die uit Duitsche krijgsgevangenschap ont slagen worden, te ontmoeten. Op de toegangswegen naar deze gemeen ten dreigen hierdoor ernstige verkeers stremmingen te ontstaan, bovendien worden de aldaar aanwezige Nederlandsche troe pencommandanten ernstig in hunne bewe gingen belemmerd, terwijl tevens voedsel- schaarschte in die gemeenten dreigt te ont staan door den toevloed van personen, waardoor voor de vrijgelaten soldaten on voldoende levensmiddelen zullen overblij ven. De kolonel, territoriaal bevelhebber in Overijsel en Gelderland ziet zich hierdoor genoodzaakt alle toegangswegen tot deze gemeenten door militaire politietroepen te doen afzetten en iederen toegang van niet- inwonenden dezer gemeenten met gestreng heid tegen te doen gaan. In het belang der vrijgelaten soldaten en mede in haar eigen belang wordt de Neder landsche bevolking mitsdien verzocht haar plannen tot vertrek naar deze gemeenten op te geven, of zpo, noodig van haar reis daarheen ten spoedigste terug te keeren. Alle maatregelen worden getroffen, opdat de vrijgelaten krijgsgevangenen in zoo kort mogelijken tijd naar hun haardsteden zullen kunnen terugkeeren. GROOT VERLOF AAN DIENST PLICHTIGEN EN RESERVISTEN. De Opperbevelhebber van Land- en Zee macht heeft opnieuw aanwijzingen gegeven voor het verleenen van groot verlof aan reserve- en dienstplichtig personeel. Met in gang van gister kan rekening houdende met vele noodzakelijk geachte militaire maatregelen door den commandant van elk enkelvoudig oorlogsonderdepl, groot verlof worden verleend aan het nog in wer- kelijken dienst zijnde reserve- en dienst plichtig personeel. Men blijft er van uitgaan, dat alleen groot verlof wordt verleend aan hen die werk kunnen vinden en dat voldoende korporaals en manschappen overblijven voor de noodzakelijke diensten. Officieren en onderofficieren worden slechts voor zoo ver met verlof gezonden dat men een vol doende sterkte aan kader behoudt. Voor den geneeskundigen dienst, de militaire ad ministratie enz. gelden afzonderlijke rege lingen. Dc Opperbevelhebber heeft verder, in verband met de verlofregeling, vele interne militaire voorschriften gegeven. DE BINNENVAART IS WEER AAN DEN SLAG. Aan den Amstel bij de Magere Brug te Amsterdam heerscht groote bedrijvigheid; er is weer een opleving van de binnenvaart ontstaan. ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 6 JUNI 1940. DE NEDERLANDSCHE LEGATIE TE TE BERLIJN. De leden van het personeel te Londen aangekomen. Er is melding gemaakt van het vertrek van jhr. mr. H. M. van Haersma de With, eertijds gezant te Berlijn, met zijn staf uit Duitschland, via Zwitserland naar elders. Thans meldt Reuter uit Londen, dat de leden van het personeel der voormalige legatie te Berlijn via Zwitserland en Frank rijk Woensdagavond te' Londen zijn aange komen. HANDELS- EN KANTOORBEDIENDEN. Steun aan de getroffen leden. De nationale Bond van Handels- en Kan toorbedienden „Mercurius" heeft besloten tot de instelling van een steunfonds, gevormd en uit de middelen der organisatie daarvoor een bedrag gevoteerd, teneinde zijn door oorlogsschade getroffen leden in staat te stellen, het noodige aan te schaffen. Voorts zal een beroep op de afd.eelingen en de leden worden gedaan om dit fonds door vrijwillige bijdragen zooveel mogelijk te stijven. EEN DIENST MET ROEIBOOTJES OVER DEN RIJN. Ondernemende schippers hebben te Arnhem, in concurrentie met de overzetveren over den Rijn, een dienst met roeibootjes ingesteld om het lange wachten bij de overzetveren té verkorten. Men kan nu voor 5 cent een roeitochtje naar den overkant maken. DE TOREN VAN DE GROOTE OF ST. LAURENSKERK TE ROTTERDAM is op bevel van den Führer als kunstwerk 'in bescherming genomen. Een prachtig bouw werk zal daardoor voor ons land behouden blijven. Door M CECIL FREEMAN CREGG. 40) „Nu dan, juffrouw Crawford. Laat mij nu eens een paar vragen stellen. In de eerste plaats moet ik je zeggen, dat ik geen flauw idee heb, waar Tommy zijn kan, maar wan neer je mijn vragen beantwoordt, kan ik mij er misschien eenige voorstelling van maken. Nu dan hij leunde naar haar voorover je hebt mij nog niet verteld, hoe je er toe kwam in dat leege huis naar Tommy te zoeken." „Dat is waar ik hem het laatst zag. Het was ongeveer negen uur in den avond, voor wij hem daar vonden, dat wij langs het huis wandelden, toen Tommy plotseling zei, dat hij dat huis zou binnengaan, aangezien hij er een oogenblik tevoren iemand had zien binnensluipen." „Waarom wilde hij er in gaan?" „Omdat hij dacht, dat hij den man her kende als ie'mand, die met zijn vader in ver band stond." „Heb jij dien man naar binnen zien gaan?" „Nneen, meneer." „H'm. En je denkt, dat Tommy den heelen nacht op die zolderkamer was opgesloten?" „Natuurlijk. Dat zei hij", antwoordde zij vol vertrouwen. „Hij was den heelen nacht niet thuis." „En nadat wij hem gevonden hebben, heb je hem niet meer gezien?" „Nneen, meneer." „Waar denk je dat hij heen is?" „Ik weet het niet. Hij hij is zoo vreemd sinds zijn vader gestorven is." „In welk opzicht?" „Hij heeft alle mogelijke soorten van wraak gezworen op den man, die er volgens hem verantwoordelijk voor was. Hij zei me, dat hij er al één bij z'n nek had en dat Het meisje zweeg plotseling en zat hem met open mond verschrikt aan te staren, zich ervan bewust dat zij misschien te veel gezegd had. Toen vervolgde zij: „Ik ik geloof dat ik beter niets meer kan zeggen." Maar waarom niet? Indien hij werkelijk onschuldig is, kan de waarheid hem niet schaden." „Dat weet ik, maar „Zie ik er uit als een man, die een on schuldige bliksem in de gevangenis zal pro- beeren te brengen?" Het meisje keek hem ernstig aan. „Neen, dat doet u niet. U hebt een vriendelijk, goed gelaat". -*» Inspecteur Higgins bloosde tot onder zijn haar, niet zoo zeer om het compliment, dan om de keus van de woorden rnet betrekking tot het gelaat van den inspecteur. Het was een paar jaar geleden, dat hij probeerde een misdadiger te overreden en hij had dezelfde vraag gesteld, zonder succes te kunnen boe ken. Het onderhoud was zelfs een beetje gedwongen geëindigd, want de misdadiger had geantwoord: „Ja, je hebt een vriendelijk, goed gezicht maar niet heusch!" Sinds dien tijd kon hij die woorden niet meer hooren. „Nu dan, waar ben je dan bang voor?" Het meisje bleef zwijgen. „Ha. Ik begrijp het. Je bent er niet werke lijk zeker van, dat hij .onschuldig is, niet? H'm. Vervelend. Hij zei dus, dat hij reeds een van de mannen, die aansprakelijk was voor zijn vaders dood, bij den nek had, hè?" J ja, inspecteur". „Ik vermoed, dat hij den man boven op de bus bedoelde. Nu, die kreeg het letterlijk in zijn nek". „Dat geloof ik n'een neen, hem be doelde hij zeker niet!" „Hoe weet je dat?" „Hij zei het maar bij wijze van spreken dat hij hem bij den nek had hij bedoel de bedoelde „O, ik ken die spreekwijze heel goed, juffertje, maar wanneer vertelde hij je dat?" „Waarom, wanneer wanneer „Toen je hem de laatste maal zag?" „Ja. antwoordde zij opgelucht. „De laatste maal, dat je hem zag, vertelde hij je dus, dat hij er reeds een bij den nek had, hè?" „Ja, zoo is het, meneer." „En je hebt niets meer van Tommy ge zien, sinds je hem tegelijk met mij met een gewonden arm in dat leege huis achterliet?" „Neen, meneer." „Je vertelt me toch de waarheid, hoop ik, juffrouw Crawford?" „Natuurlijk ik wil er een eed op doen als u wilt", verontwaardigd zat zij recht op. Higgins zag het meisje even aan en schudde dan langzaam het hoofd. „Dat zou ik niet doen", merkte hij droog op. „Ik ben er volkomen toe bereid als het noodig mocht zijn. U zei daarnet zelf, dat de waarheid niemand kon schaden". „Luister nu eens, beste kind", zei de in specteur rustig. „Een van de mannen, waar van Tommy denkt terecht of tenon- rechte dat zij verantwoordelijk zijn voor den dood van zijn vader, was die Raymond, die op de bus is doodgeschoten." „Mijn Tommy heeft dat niet gedaan hij vertelde me dat Raymond dood was maar „Precies." Inspecteur Higgins' stem was rustig. „En hoe wist hij dat?" „Weet ik niet. In de courant gelezen of zoo iets." „Je zei straks zelf, dat je hem niet meer gezien had, nadat wij hem in dat huis ge vonden hebben. Ik weet dat ik jullie, toen wij hem vonden, een paar minuten alleen gelaten heb, zoodat hij je toen iets verteld kan hebben, maar hij zei toen niets over Raymond." Het meisje overdacht dit even, en scheen dan tot een besluit te komen. „Toen ver telde hij het me wel". „Wees geen verdraaide idioot!" Het meisje was vreeselijk geschrokken en staarde den inspecteur met angstige, oogen aan. „Het moet toen geweest zijn, want ik heb hem niet Zij zweeg met een ontstelde uitdrukking op haar gelaat, toen zij het belang van haar verklaring besefte en met een angstig ge kreun gleed zij van haar stoel en viel be wusteloos op den grond. „Ik hoop maar niet, dat de couranten hiervan hooren", mompelde Higgins somber, toen de matrone van de ziekenzaal met een verwijtenden blik in zijn richting het meisje zachtjes had weggevoerd. Hij wilde maar, dat hij dien morgen niet op de Yard verschenen was, want dan zou het meisje hem niet getroffen hebben, maar sinds hij met deze zaak bezig was, had zich zooveel routinewerk voor hem opgehoopt, dat hij besloten had dezen morgen er eens voor te nemen om daar doorheen te ko men en dit was het resultaat! En nu kwam het er op aan het kaf van het koren te scheiden, de schapen van de bokken, de waarheid van de leugens. Indien Jill Crawford vasthield aan haar verklaring, dat Hamper haar den dood van Raymond verteld had, terwijl hij in die zolderkamer van Horton. Road no. 79 gevonden werd, dan bracht zij zijn leven en veiligheid in gevaar, zoo zij al niet de lus van den strop om zijn hals legde. Want volgens zijn eigen verkla ring had Hamper dertig uur in die kamer doorgebracht en in die dertig uur was Ray mond vermoord, waarschijnlijk van hetzelf de huis uit. Dan herinnerde Higgins zich, dat zij den sleutel van de zolderkamer voor de kelderramen gevonden hadden, en zijn verdenking, dat Hamper dien zelf naar be neden zou hebben gegooid. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 5