Bosch- en heidebrand.
Ons dagelijksch brood.
TWEEDE BLADALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 12 JUNI 1940.
OOK IN WEST-FRIESLAND is het geïnundeerde gebied vrij gemaakt van het
water. Men was nieuwsgierig hoe het met den grasgroei zou staan. Gebleken is, dat
dit niet zonder meer in orde zal komen. De aangespoelde gliblaag, welke zeer dik en
vast is, wordt nu gekeerd. Zoo hoopt men in het najaar nog gras te kunnen maaien.
DE GARNALENVISSCHERS mogen met toestemming van de Duitsche autoritei
ten weer uitvaren. De scheepjes mogen bij zonsopgang vertrekken en moeten bij
zonsondergang weer binnen zijn. Het uitvaren uit de Sohevenkugsche haven.
Een groot stuk natuur
schoon verwoest.
Het spelen met vuur door kinderen heeft
te Oldebroek gister een groote bosch- en
heidebrand veroorzaakt, waardoor 'n groot
stuk natuurschoon is verwoest.
De brand ontstond om circa half twee
vrijwel op twee plaatsen tegelijk tusschen
de spoorbaan van de lijn naar Amersfoort
en den Noordweg. Terstond alarmeerde men
de boschbrandweren van Weesp en Olde
broek, die aanstonds met de bestrijding van
het vuur begonnen, weldra bijgestaan door
personeel van het artillerie-schietkamp Ol
debroek, officieren en soldaten uit de Wil
lem de Zwijgerkazerne te Weesp en eenige
tientallen werkloozen, die op een terrein
in de nabijheid te werk waren gesteld. Hét
blusschingswerk was uiterst moeilijk, daar
de vlammen zich door de droogte der laat
ste dagen gemakkelijk konden voortplanten,
aangewakkerd door den krachtigen wind.
Eerst na twee en een half uur zwoegen kon
het vuur bij den Noordweg worden gestuit.
Het bleek toen, dat een complex bosch
terrein en heide, beplant met vijftienjarige
vliegdennen, ter grootte van dertien H.A.,
hetwelk aan het departement van defensie
toebehoort, verloren was gegaan.
RIJWIELDIEFSTALLEN.
Nog steeds en daartoe werkt de houding
van het publiek, dat zeer nonchalant blijkt
te zijn, mede is het aantal diefstallen van
rijwielen in de hoofdstad respectabel.
In den loop van Dinsdag werden in to
taal aan de verschillende politiebureaux 45
aangiften gedaan, en dan was het nog wel
een „rustige dag".
Vooral het feit, dat vele eigenaars van
fietsen zich niet de moeite getroosten, te
zorgen voor een goed slot, werkt net aantal
diefstallen sterk in de hand en maakt de
taak van de politie zeer zwaar.
VEEVOEDER-VERVOER.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd deelt mede, dat in ver
band met het feit, dat het vervoer onder de
gegeven omstandigheden zoo economisch
mogelijk moet 'geschieden, vanaf heden
wordt goedgevonden, dat de witte vee
houdersbonnen een week voordat de hier
op vermelde geldigheidsduur intreedt, reeds
bij den handel kunnen worden aangeboden,
om het hierop vermelde voeder te betrekken.
De regeling wordt dus zoo, dat bon 1 van
een bepaalde distributieperiode reeds de
week voor de eerste week van de komende
distributieperiode geldig is. Bon 2 is dus
geldig in de eerste en tweede week, bon 3 in
de tweede en derde week en bon 4 in de
derde en vierde week van de distributie
periode.
In de vierde week van de distributie
periode zal dus ook reeds bon 1 van de ko
mende distributieperiode geldig zijn.
Nr. L. J. Plemp van Duiveland
overleden.
HET GEHEELE LAND WEDER
TELEFONISCH EN TELEGRAFISCH
BEREIKBAAR.
Het geheele land op een plattelands
netje bij Nijmegen en vier kleine netten in
Zeeuwsch Vlaanderen na is thans weder
telefonisch bereikbaar. Het automatisch
districtsverkeer en ook circa 75 procent der
automatische interdistrictsverbindingen,
zooals deze vóór den oorlog bestonden, is
thans weder hersteld. Aan de verbetering
van het lange-afstandsverkeer wordt hard
gewerkt. Hoewel op enkele lijnen reeds een
aanzienlijke verbetering is tot stand ge
bracht, moet, vooral wat de verbindingen
met Zeeuwsch-Vlaanderen betreft, nog met
groote vertraging gerekend worden.
Ook het telegraafverkeer beweegt zich
wederom in meer normale banen. Het
wordt thans weder geheel langs den draad
telegrafisch (resp. telefonisch) afgewikkeld.
De telegrammen voor Zeeuwsch-Vlaanderen
en andere grensgebieden ondervinden nog
vertraging, welke zich echter tot enkele
uren beperkt.
Er is nog een voldoende
hoeveelheid grondstoffen.
De directeur van het station voor maal
derij en bakkerij te Wageningen, dr. J. van
der Lee, schrijft ons het volgende:
In den laatsten tijd zijn in de dagblad
pers mededeelingen verschenen betreffende
de samenstelling en den aard van het
brood dat in de naaste toekomst zal worden
verstrekt. Menigeen, vooral onder de oude
ren, zal hierbij het schrikbeeld hebben zien
oprijzen, van het brood, zooals dat in de
laatste jaren van het tijdperk 19141918
werd gebakken. Voor dergelijke voorgevoe
lens bestaat echter in het geheel geen
grond. Voor de naaste toekomst is namelijk
nog een voldoende hoeveelheid grondstof
fen aanwezig om hieruit behoorlijk, dat
wil zeggen, smakelijk en voedzaam brood
te bakken. De aard van de grondstoffen
brengt echter mee dat het uiterlijk van het
wittebrood veranderen zal. Er wordt thans
namelijk van overheidswege voorgeschre
ven, dat van de door de meelfabrieken te
vermalen tarwe (en rogge) voor de brood-
bloem een grooter deel moet worden ge
bruikt dan vroeger het geval was.
Terwijl vroeger bijna uitsluitend het bin
nenste van de graankorrel (het meel-
lichaam) tot bloem vermalen werd, wordt
thans ook een deel van den buitenkant der
korrel mee vermalen. Men spreekt dan ook
van een hoogere uitmaling. Het gevolg
hiervan is in de eerste plaats, dat de kleur
van de bloem en ook het binnenste van het
brood minder wit worden.
Verder zal het publiek er aan moe
ten wennen dat het brood ontvangt,
dat vaster in elkaar zit, dus bij een
zelfde gewicht als vroeger kleiner van
stuk is.
De voedzaamheid en de malschheid
van het brood staan evenwel geenszins
achter bij die van het blanke witte
brood. Integendeel. Allerlei waarde
volle bestanddeelen, bijv. vitaminen uit
de buitenste lagen van de graankorrel,
zijn in het brood aanwezig.
Het spreekt vanzelf dat van de bakkers
thans een snelle aanpassing van den nieu
wen toestand geëischt wordt. De nieuwe
broodbloem stelt, vooral doordat ze bak-
technisch moeilijk te hanteeren is, bijzon
dere eischen voor de behandeling van het
deeg en het bakken van het brood. Aan
voorlichting op dit gebied ontbreekt het den
bakker niet.
In de proefbakkerij van het station voor
maalderij en bakkerij te Wageningen wor
den voortdurende bakproeven met de nieu
we melanges genomen, teneinde met de re
sultaten hiervan de bakkers en dus ook
onze bevolking zooveel mogelijk van
dienst te zijn. Hiernaast geven meel- en
gistfabrieken en de bakkersvakpers hun
voorlichting aan de bakkerij. Een gelukkige
omstandigheid hierbij is, dat, dank zij de
toepassing van de Vestigingswet op het
ALS HET GETIJ VERLOOPT, VERZET MEN DE BAKENS. De eigenaren van de
bloemenkiosken op het onbreede gedeelte van den Coolsingel te Rotterdam, vóór het'
Erasmiaansch gymnasium, hebben hun bedrijf ingericht voor den verkoop van ver-
frisschende dranken.
GEEN REDEN TOT WANHOOP.
Er zijn nog vele Hollandsche militairen
in den vreemde.
De terugkeer van duizenden Nederland-
sche militairen uit de Duitsche krijgsgevan
genschap heeft zeer velen gerustgesteld. In
duizenden huizen heerschen vreugde en
dankbaarheid. In andere gezinnen echter
en bij andere ouders is de onzekerheid dub
bel drukkend geworden, omdat van hun
man of zoon nog niets is vernomen. Van
bevoegde zijde verklaart men met nadruk,
dat in deze gevallen voor bijzondere onge
rustheid geen aanleiding bestaat. Uit be
paalde Duitsche kampen voor krijgsgevan
genen zijn thans de Nederlanders terugge
keerd. Er zijn er echter nog in andere
Duitsche kampen ondergebracht. De bedoe
ling is, dat ook dezen binnenkort de vrij
heid zullen krijgen om naar huis terug te
keeren. Bovendien zijn er Nederlandsche
militairen teruggeweken naar Frankrijk.
Over hen zijn uiteraard niet onmiddellijk
inlichtingen te verkrijgen, doch men mag
hopen dat ook zij te eeniger tijd zullen te-
rugkeeren.
In ieder geval is er dus geen reden voor
barige conclusies te trekken ten aanzien
van het lot van die Nederlandsche militai
ren, wier verblijfplaats op het oogenblik
nog onbekend is.
bakkersbedrijf, vele gevestigde of toekom
stige bakkers in de laatste jaren hun prac-
tische en theoretische kennis vermeerderd
hebben. Juist hierdoor zal een aanpassing
door de bakkers aan den nieuwen toestand
gemakkelijker zijn.
Aan den anderen kant wordt een drin
gend beroep gedaan op het publiek begrip
te toonen voor den nieuwen toestand.
DE KOSTEN
VAN HET LEVENSONDERHOUD
VOOR ARBEIDERSGEZINNEN.
Het bureau van statistiek der gemeente
Amsterdam schrijft:
Het indexcijfer der kosten van het le
vensonderhoud voor arbeidersgezinnen, be
rekend op de basis van het peil der prijzen
in 19111913 100. Bedraagt voor de
totale kosten van het levensonderhoud 150.2
in Mei tegen 149.3 in April jl. en voor de
voeding alleen 144.1 tegen 141.99.
Sedert de voorafgaande maand is er der
halve een toeneming en wel met 0.6 procent
voor het totale budget en met 1.6 procent
voor de voeding alleen.
De prijsbeweging gedurende de maand
Mei, zooals zij in het indexcijfer tot uiting
komt, werd beheerseht door twee factoren.
De eerste is het fixecren door de Overheid.
Van de prijzen geldend op het oogenblik,
dat ons land in den oorlogstoestand werd
betrokken. Voor enkele rubrieken hebben
zich daarnaast invloeden doen gelden,
welke afhankelijk zijn var het seizoen. Dit
betreft vooral de rubrieken aardappelen en
groenten. De rubrieken visch en fruit geven
een stijging waar te nemen. Daarentegen
is er verlaging bij vleesch (rund en scha-
penvleesch) en eieren.
De stijging bij de voeding wordt in haar
werking op het totale indexcijfer verzwakt
door een verlaging bij den post electriciteit
en door het feit dat de meeste onderdeelen
van de „tweede helft" van het budget of
wel geen verandering of slechts wijzigin
gen van zeer ondergeschikte beteekenis te
zien geven.
In den ouderdom van 71 jaar is te 's-Gra-
venhage overleden mr L. J. Plemp van
Duiveland, oud-referendaris aan het depar
tement van buitenlandsche zaken en eere
voorzitter van den Nederlandschen Jour
nalistenkring.
De begrafenis is vastgesteld op Vrijdag
14 Juni om 12 uur op de begraafplaats Oud
'Eik en Duinen te Den Haag.
Mr. Plemp van Duiveland was 6 jaar ver
bonden aan de Nieuwe Rott. Crt., waar hij
vooral aandacht trok door zijn publicaties in
verband met de Dreyfus-zaak. Hierna trad
hij 20 jaar lang op als hoofdredacteur van de
Nieuwe Courant, op welk blad hij zijn per
soonlijk stempel drukte en dat veel invloed
heeft gehad op het economische en politieke
leven van ons land.
Nadat hij in 1920 deze functie neerlegde,
trad hij op als referendaris aan het departe
ment van buitenlandsche zaken, waar hij de
functie van perschef vervulde.
Mr. Plemp van Duiveland was voorts nog
vele jaren voorzitter van den Nederland
schen Journalistenkring. De overledene was
in zijn tijd een vooraanstaande figuur van
de „Presse d' Opinion" terwijl hij ook een
boek publiceerde over de journalistiek in
Nederland.
EEN NOODSTEIGER TE LA PANNE. In La Panne bij Duinkerken hebben de Engel-
schen vrachtauto's in zee gereden, om een steiger te maken voor de inschepening
der terugtrekkende troepen.
SOLDATEN OFFEREN VOOR OORLOGS-HULPBEHOEVENDEN. De uit Duitsch-
land in Arnhem teruggekeerde Nederlandsche krijgsgevangenen mochten gisteren
naar huis. Nadat zij soldij hadden ontvangen, stortten velen een penningske voor
degenen, die door den oorlog hulpbehoevend zijn geworden.