OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL.
AATSTERUS
jfmMetm
De ontvangst van Viaamsche vluchtelingen
in Frankrijk.
DE
Buitenland
Zij liepen bij tienduizenden over de
Viaamsche wegen.
=s== CECIL FREEMAN CREGG.
Koning Leop
zijn volk een
bloed
Vlaanderen ze<
heeft goed
De positie van
TWEEDE BLAD.
VERLENGING VAN RIJBEWIJZEN.
Men zal er vooreerst mee kunnen
wachten.
Nu vele motorrijtuigen zijn opgelegd- of
afgeschaft, schrijft de K.N.A.C., rijst bij
velen de vraag, wat zij moeten doen ten
aanzien van hun rijbewijs, indien de geldig
heidstermijn daarvan in dezen tijd ver
strijkt.
De K.N.A.C. wijst er derhalve op, dat
„verlenging" van een rijbewijs kan ge
schieden met ingang van den datum, dien
men verkiest en dat deze datum dus niet
behoeft aan te sluiten op den geldigheids
termijn van het laatste rijbewijs.
Zij, die voorloopig geen motorrijtuigen
denken te besturen, kunnen dus met de ver
lenging van hun rijbewijs desgewenscht
wachten totdat zij hun voertuig weer van
„stal" kunnen halen.
VISSCHERIJ OP VERSCHE VISCH.
Over eenigen ijd weer versche
viseh aan de markt.
Naar wij vernemen, is het waarschijnlijk,
dat binnen eenige dagen van Scheveningen
uit een aantal kleine vaartuigen ter kust-
visscherij op versche visch zal uitvaren.
Gevischt zal dan worden onder toezicht van
een patrouillevaartuig. Als dit plan kan
doorgaan zal er dus over eenigen tijd
weder versche visch aan de markt zijn.
ONTOELAATBARE HANDELINGEN.
Ligt er nog niet genoeg in puin?
Gisternacht heeft een aantal tot nog toe
onbekend gebleven belhamels met klinkers
ruiten ingegooid van verschillende winkels
in de hoofdstad.
Tusschen half twaalf en twaalf uur moest
gisternacht de spiegelruit van den porcelein-
en glaswerkwinkel der firma Plotzke in de
Kalverstraat het ontgelden. In totaal werden
vijf steenen naar binnen geworpen, welke
uiteraard niet alleen de ruit, doch tevens
een groot deel van de etalage vernielden.
De totale aangerichte schade werd op enkele
duizenden guldens geschat. De daders wisten
te ontkomen in de Begijnsteeg.
Vermoedelijk daarna is een aanval ge
pleegd op de communistische boekhandel
„Cultura" in de Utrechtschestraat. Ook hier
werd met een aantal klinkers de spiegelruit
vernield, terwijl ook de winkelinventaris
beschadigd werd.
Waarschijnlijk gelijktijdig is een klinker
geworpen door een ruit van een bloemwin-
kel, welke gevestigd is in het perceel Heeren
gracht 369.
Doordat de daders van deze aanvallen
steeds gebruik maken van de verduistering,
wordt het werk van de politie zeer ver
zwaard. Het toezicht van de straatpolitie zal
echter aanmerkelijk verscherpt worden,
terwijl andere maatregelen overwogen
worden. Men hoopt dan ook spoedig een
einde te kunnen maken aan het ingooien
van ruiten.
Glimlachje.
Gemakshalve zal ik je Marie
noemen, zoo heette mijn vorig
dienstmeisje ook.
Prachtig mevrouw de gravin,
mag ik U dan misschien moeder
Scholte noemen, zoo noemde ik
mijn vorige mevrouw ook!
Zij liepen met duizenden, met tienduizen
den over de Viaamsche wegen: de vluchte
lingen, zij sjokten van stad tot stad en van
dorp tot dorp in de richting van de kust en
later naar Frankrijk. Uren aan een stuk kon
men deze treurige stoet de Viaamsche Uni
versiteitsstad zien doortrekken. Duizenden
Gentenaren sloten zich bij deze droeven
colonne aan. De overheid beval het. Auto
riteiten en vooraanstaande ingezetenen ga
ven het voorbeeld en massa's burgers volg
den. De regeering decreteerde, dat alle
jongemannen van 16 tot 35 jaar naar
Frankrijk md sten en practisch was er geen
vader en geen moeder, die hun zonen van
16 of 17 alleen lieten gaan.
Naarmate deze groote schade, die van
oost naar west door Vlaanderen sjokte, de
kust naderde, werd zij grooter. Honderddui
zenden vonden in de Viaamsche badplaat
sen en in de dorpen daar omheen een
vriendelijk onthaal, maar ook hier waren
ze niet veilig. Ook hier vonden ze geen rust,
want de oorlog in onze dagen is die van
1914 niet. Duitsche bommenwerpers zoem
den over de hoofden dier armzaligen heen.
Zij vlogen naar het westen, naar de Viaam
sche kust om den vijand, die in aantocht
was, met vuur en staal te bestoken, daar.
waar ze hem maar bestoken kon. Moe en
afgemat sjouwden de afgesloofde mannen
en vrouwen zichzelve en hun zware vrach
ten verder. Huilende kinderen gingen voor
hen uit.
Nu was het doel Frankrijk, het land der
bondgenooten. Daar zou rust en veiligheid
zijn. In die vaste overtuiging bereikte dui
zenden de grens. Maar ach, wat een bittere
ontgoocheling: het land der bondgenooten,
was voor hem gesloten. De oorlog was toen
DE BEWAPENING DER VER. STATEN.
Het Amerikaansche huis van afgevaardig
den heeft Dinsdag twee reeds door den
senaat goedgekeurde wetsontwerpen aange
nomen. Deze ontwerpen vergrooten de
Amerikaansche vloot met elf procent, mach
tigen tot den bouw van 22 oorlogsschepen
en bepalen dat de luchtmacht der marine de
beschikking over 10.000 vliegtuigen en 16.000
bestuurders zal hebben. Zij worden thans
ter onderteekening aan Roosevelt voor
gelegd.
BRAZILIË BEHARTIGT ITALIAANSCHE
BELANGEN.
Volgens een bericht van Stefani uit Rio de
Janeiro heeft de Braziliaansche regeering de
behartiging der Italiaansche belangen in
Frankrijk en Groot-Britannië, benevens in
hun koloniën, bezittingen en mandaatsgebie-
den, op zich genomen.
NIEUW-ZEELAND IN OORLOG MET
ITALIË.
De eerste minister heeft verklaard, dat
Nieuw-Zeeland in oorlog is met Italië vanaf
10 uur 30 Nieuw-Zeelandschen tijd.
ITALIAANSCHE GEZANT BLIJFT
TE CAIRO.
Overeenkomstig de verklaring van den
Duce, dat Egypte beschouwd wordt als bui
ten het Italiaansch-Engelsche conflict te
staan, is de Italiaansche gezant, graaf Maz-
zolini, in Cairo gebleven.
RUITEN INGEGOOID.
In den afgeloopen nacht omstreeks
twaalf uur hebben wederom tot nog toe
onbekende personen zich in Amsterdam
schuldig gemaakt aan het ingooien van
ruiten. Ditmaal moesten twee spiegelruiten
van een boekwinkel, gevestigd op den
hoek van de Keizersgracht en de Harten
straat, het ontgelden. De daders wisten,
gebruikmakend van de duisternis, te ont
komen.
nog maar enkele dagen oud. Van een Duit
sche doorbraak naar de Fransche kust was
nog geen sprake en aan het hoofd van het
Belgische leger bood koning Leopold nog
moedig en hardnekkig verzet. De druk der
vluchtelingen op de Fransche grens werd
grooter en grooter. Tenslotte ging de grens
paal open. Was het welkom dus reeds een
bittere ontgoocheling, de ontvangst was nog
veel erger. Verscheidene vluchtelingen,
wier mannen, zonen en broers op hetzelfde
moment toeh vochten aan de zijde der Fran
schen in den strijd tegen den oprukkenden
vijand, hebben ons er van verteld. Al hun
verhalen komen op hetzelfde neer, zij wer
den behandeld als les boches du mord,
werden uitgescholden voor verraders en
konden honger en dorst lijden, inplaats dat
hun leege magen en hun verdroogde kelen
met voedsel en drank werden bevredigd.
Hier in Frankrijk kwam de oude wrok tus
schen Waal en Vlaming tot uitbarsting en
kwam de tegenstelling tusschen twee vol
ken, die in één staat zijn vereenigd onder
wel zeer droeve omstandigheden aan het
licht. Nu terwijl men gezamenlijk optrok
tegen een gemeenschappelijken vijand
had men toch zeker mogen verwachten dat
de oude strijdbijl begraven zou zijn, maar
zpo was het niet. Geen Fransch café, geen
Fransche woning en geen Fransche boeren
hoeve stond voor de Viaamsche vluchte
lingen open. Op vele plaatsen werd hun 2
tot 2'/. franc voor een glas water gevraagd
en voor een stuk brood 5 tot 10 franc. El
ders waren opschriften als Rien a manger
pour les Beiges" of „Pour les Beiges pas de
paim".
Waar op andere plaatsen vluchtelingen
slechts om een glas water vroegen, werden
ze afgesnauwd met woorden als: „ga maar
naar het Albeitkanaal, daar is water ge
noeg."
Alle vluchtelingen waar we hen ook
ontmoetten, in Gent, in Dixmuiden, op
den Langen Strandweg langs de kust of
elders, beklaagden zich over de ontvangst
in Frankrijk. Kan men zich dan voorstellen,
dat al die honderdduizenden blij waren in
het eigen land weer terug te zijn, ook al
waren hun haardsteden voor een belangrijk
deel door het oorlogsgeweld verwoest of
beschadigd? Vooral de ouderen onder hen,
en het waren er honderden, zullen met wee
moed gedacht hebben aan de ontvangst, die
hun ten deel viel in 1914 in het toen neutra
le Nederland.
ANTI-ITALIAANSCHE UITBARSTINGEN
IN ENGELAND EN FRANKRIJK.
In geheel Italië hebben de anti-Italiaan-
sche betoogingen en incidenten, waarmee in
Engeland en Frankrijk de rede van Musso
lini beantwoord is, een golf van veront
waardiging verwekt. Terwijl, naar de „Gior-
nale d'Italia" uit Londen verneemt, in poli
tieke kringen aldaar de oorlogsverklaring
met goed gehuichelde gelatenheid werd op
genomen, hebben zoowel in de Engelsche
hoofdstad als in talrijke andere Engelsche
steden gewelddadigheden tegen Italiaansche'
zaken en Italiaansche onderdanen plaats ge
vonden. Van de laatsten zijn gisteren boven
dien nog honderden gevangen genomen en
naar elders weggevoerd. In de Londensche
stadswijk Soho is het tot vechtpartijen en
vuurgevechten gekomen, welke de politie
noodzaakten in te grijpen. Ook in Edinburg
heeft de Britsche politie tegen de menigte
moeten optreden, terwijl in Liverpool ver
schillende aan Italianen töebehoorende za
ken ernstig werden beschadigd. Uit Frank
rijk heeft het blad berichten ontvangen over
900 arrestaties in Marseille en over demon
straties voor het Italiaansche consulaat te
Bordeaux, waar de ruiten werden ingesla
gen en de wapenschilden werden afgerukt.
De „Giorpale d'Italia" legt er den nadruk
op, dat de plutocratische rijken zeer zeker
niet kunnen hopen door deze uitbarstingen
den oorlog te winnen, ten hoogste kunnen
de Westelijke mogendheden er op rekenen
na de nederlaag een gepeperde rekening te
zullen moeten betalen. Italië zal te gelege-
nertijd zijn rekening aanbieden.
SPANJE NIET OORLOGVOEREND.
Het Spaansche blad „Arriba" omschrijft
de houding van Spanje in de nieuwe phase
van den Europeeschen oorlog voor het eerst
als die eener „niet-oorlogvoerende mogend
heid".
Spanje kan,,zoo schrijft het blad, zijn sym
pathie niet verbergen voor de beide be
vriende groote staten, die thans de tegen
standers, welke Spanje gisteren had, op de
knieën dwingen. Verder herinnert het blad
er aan, dat een jaar geleden 3.000 Spaansche
en Italiaansche frontstrijders in Cadiz
schouder aan schouder voor de vertegen
woordigers der beide regeeringen defileer
den, kort daarop naar Italië reisden en daar
den geest der wapenbroederschap verkon
digden. Op dit oogenblik, waarop Italië aan
de zijde van Duitschland in den oorlog gaat,
is ih geheel Spanje het gevoel van dankbaar
heid levendig voor den materieelen, moree-
len en diplomatieken steun, dien Duitsch
land en Italië in moeilijke uren aan Spanje
hebben verleend.
DE POSITIE VAN TURKIJE.
Het officieuse Turksche blad „Ulus" schrijft
in een met nadruk gereserveerd gehouden
hoofdartikel, dat Turkije geen oorlog wil,
zoolang het niet wordt aangevallen.
Ook in politieke kringen in Ankara is
men terughoudend en wijst men op de af
wezigheid van den staatspresident, die op
het oogenblik een reis maakt door Thracië.
DE BALKAN EN DE OORLOG.
Het Bulgaarsche regeeringsblad „Dnes"
stelt vast, dat er ondanks het deelnemen
van Italië aan den oorlog niet zekerheid op
kan worden gerekend, dat de vrede op den
Balkan ook in de toekomst bewaard zal
blijven. Een dergelijke mededeeling werd
ook per radio uitgezonden. Het blad grondt
deze conclusie in hoofdzaak op de verzeke
ring, die Mussolini aan alle Balkanstaten
heeft gegeven. Dit groote probleem in ver
band met het deelnemen van Italië aan den
oorlog, zoo schrijft het blad verder, is thans
opgelost. Na deze verklaring van Mussolini
zal de toestand op den Balkan geenerlei ver
andering meer ondergaan. Bulgarije zal zijn
tot dusver gevolgde vredespolitiek en zijn
politiek van toenadering met name tegen
over zijn buren, blijven volgen.
De „Slowo" schrijft, dat het samengaan
van Duitschland en Italië bewijst, dat deze
beide groote mogendheden geen oogenblik
hebben opgehouden in volle overeenstem
ming en in beider belang samen te werken.
Een nieuwe wereld is bezig te ontstaan. Alle
mogendheden zijn verplicht zich aan te pas
sen aan de nieuwe verhoudingen.
TELEGRAM VAN KROONPRINS
UMBERTO AAN MUSSOLINL
De kroonprins heeft aan Mussolini het
volgende telegram gezonden:
Met den wil tot een zekere overwinning
vernieuwen de troepen van het Westelijke
Italiaansche leger tegenover den onvermoei-
den schepper van het lot des vaderlands de
belofte alles te wagen om op te rukken in
de voetstappen der Romeinsche legioenen.
Op dit telegram heeft Mussolini geant
woord:
,-,Ik dank u voor uwen groet, welken ik u
en den door u gecommandeerden troepen
beantwoord. Ik ben er zeker van, dat uw
belofte in vervulling zal gaan."
JAPANSCHE MINISTERS
VERGADEREN.
De oorlog mag niet naar Oost-Azië
overslaan.
Het beperkte Japansche kabinet, bestaan
de uit den minister-president Yonai, den
minister van buitenlandsche zaken Arita,
den minister van oorlog Hata en den minis
ter van marine Yoshi, heeft gister verga
derd. De gedachtenwisseling liep over de
snelle ontwikkeling van den Europeeschen
oorlogstoestand en Italië's deelneming. Wel
ingelichte kringen verklaren, dat Japan vol
komen is voorbereid om positieve stappen
te ondernemen teneinde te verhinderen, dat
de oorlog op Oost-Azië overslaat.
FRANSCH TRANSPORTSCHIP VLUCHT
IN SPAANSCHE HAVEN.
Het Fransche troepentransportschip „Ge
neral Lasarriere", dat door een Italiaansche
duikboot achtervolgd werd, heeft zijn toe
vlucht gezocht in de haven van Alicante.
Het vaartuig was met 700 Senegaleesche sol
daten onderweg van Oran naar Marseille.
Schip en troepen worden voorloopig ge-
interneerd.
17. „Mijnheer", zeiden de jongetjes beleefd en namen
hun pet af, „hebt U bijgeval ook Opa Bol van de ijzeren
Knol gezien?" „Whoe-tsha-hoe-hankie-pankie-poe",
zei de Chinees. Dat kon Tippie niet verstaan en Toppie
ook niet. Ze begonnen allebei te lachen.
18. Ze lachten zó erg, dat Tip's bolle wangen er van
schudden en Toppie's wipneus er van op en neer wipte;
Dat maakte den Chinees verschrikkelijk kwaad. Hij
dacht, dat de jongens hem uitlachten. Hij trok Top aan
zijn kleine oren, zodat hij begon te gillen.
Door
45)
Tenzijtenzij er achter dit alles nog
iets stak, wat tot dusver voor hem verbor
gen was
Terwijl hij het geweer op Scotland Yard
achterliet om door den wapenexpert on
derzocht te worden, begaf Higgins zich naar
het ziekenhuis, zich afvragend wat San
derson te zeggen zou hebben en of hij den
man zou kunnen gelooven, wanneer hij het
gezegd had.
„Wel Sanderson, daar ben ik".
Naar Higgins' opvatting scheen de man
weinig geleden te hebben van zijn avon
tuur, maar de inspecteur was tevoren door
dr. English gewaarschuwd, dat Sanderson
de eerste weken nog heelemaal niet in orde
zou zijn.
„Ik ben blij, dat je gekomen bent, Hig
gins. Ik heb het een en ander te zeggen".
„In dat geval kan ik je beter in eens
waarschuwen, dat alles wat je zeggen
mocht
„Ja, ja, ik ken de rest. Ik zou geen woord
zeggen indien ik niet zoo smerig verraden
■vas door dat zwijn van een Mapell".
„Mapei! Zoo heet hij dus, hè?"
„De stem" had dus eindelijk een naam
gekregen en Higgins was daar blij om, want
de naam scheen eenig houvast te geven,
wat hun tot dusverre ontbroken had.
„Ja, Mapell. Hij stuurde mij naar dat
leege huis om de uniform te halen, die hij
daar den avond tevoren had achtergelaten.
Enhij waarschuwde jullie. Anders zou je
me nooit gekregen hebben".
Higgins haalde zijn schouders op.
„Je moest nu toch wel weten, Sanderson,
dat er onder dieven geen eerlijkheid be
staat".
De ander schrok en kreeg dan een kleur.
„Als ik niet ziek was, Higgins, zou ik
zou ik
„Als je niet ziek was, zou ik precies het
zelfde zeggen, Sanderson, en dat weet je
heel goed".
De ander zonk terug in zijn kussens en
dan lachte hij.
„Gemakkelijk te zeggen. Zelfs Mapell
moest wachten tot ik aan twee van je agen
ten was vastgeklonken voor hij mij een ko
gel in mijn corpus dorst te schieten".
„Je denkt dus, dat het die Mapell was?"
„Wie anders?"
Inspecteur Higgins gaf geen antwoord en
stelde zich er mee tevreden enkel de schou
ders op te halen.
„Ga verder".
„Ik zal je de heele bende verraden, Hig
gins".
„O, heusch waar?"
De stem van den inspecteur klonk niet
al te verheugd. Hij volgde in al zijn hande
lingen tegenover misdadigers een zekere
code, een eerecode, en voor dit soort verra
ders had hij steeds de grootste minachting.
Hij moest natuurlijk gebruik maken van de
inlichtingen, welke hij op deze manier kreeg
maar het bleef toch een vuil zaakje. Het
spaarde hem misschien weken van arbeid
uit, kon hem zelfs aan de ontbrekende scha
kel helpen, zonder welke hij een geval niet
kon oplossen, maar ondanks alles deed hij
het liever zonder dit soort mededeelingen.
Het was een ongeschreven wet: Je zult
niet verraden! Naar Higgins' opvatting was
de man, die zijn kameraden verried om
zijn eigen nek te redden, wel het laagst ge
zonken individu van allemaal. Daarom
koesterde hij ondanks alles zulke vriende
lijke gevoelens voor Bobby Bunter. Bunter
was een autodief, en als zoodanig een ge
vaar voor de samenleving, maar toch
„Goed, Sanderson. Ik zal een politieste-
nograaf roepen. Die had ik al meegebracht"
Inspecteur Higgins ging naar de deur,
terwijl Sanderson met een zenuwachtig ge
baar zijn haar achterover streek en onbe
weeglijk in de kussens bleef liggen.
De stenograaf kwam binnen en Higgins
zei:
„Steek van wal". Het klonk nu niet be
paald vriendelijk.
„Wat wil je weten? Ik zal alle vragen
zooveel mogelijk beantwoorden".
„Ten eerste over dien zoogenaamden
zelfmoord van Henry Hamper".
„Zoogenaamden?"
„Je hoorde wat ik zei".
„H'm, er is geen bezwaar tegen, dat ik
je vertel, dateh ik ik bedoeleh
„Schiet op, ik weet wat je bedoelt".
„Goed dan. Maar het is een feit, dat hij
zelfmoord pleegde
Inspecteur Higgins snoof ongeduldig.
Wat dacht die man toch te winnen met
dergelijke goedkoope leugens, wanneer hij
moest weten
„Laat me alsjeblieft uitspreken, Higgins.
Hamper pleegde zelfmoord, maar niet in
Bulstroade's Buildings".
„Ah! Dat is wat anders. Vertel het op je
eigen manier, Sanderson".
„Dat probeer ik al. Hampel pleegde zelf
moord in ons groote huis in Medhurst. Hij
gebruikte daarvoor -een stukje rubberslang,
dat hij aan een gaspijp vastbond. Raymond
en Mapell vondên hem op dien Zondagmor
gen. Hij was dood. Wij kwamen daardoor
in een lastig parket. Weet je", ging hij ver
der met een wrang glimlachje, „wij hadden
liever geen politie-onderzoek op Medhurst.
Ik kan je verzekeren, dat wij een benauw
de tien minuten doormaakten, nadat wij
Hamper hadden gevonden. Wij moesten het
aangeven of het lijk weg zien te krijgen. Wij
wilden al aan den haal gaan, toen Mapell
een inval kreeg. Wij wisten, dat Hamper
een kamer had in Bulstroade's Buildings en
dat daar gasaansluiting was. Indien wij het
lijk maar in die kamer konden krijgen, zou
den wij het zoo kunnen doen voorkomen
alsof hij werkelijk daar dien zelfmoord had
gepleegd. Daar stak toch niet zooveel in,
wel? Onder de gegeven omstandigheden?"
Inspecteur Higgins gaf geen antwoord,
maar wenkte den ander om verder te gaan.
„Wij namen de auto
„Geen taxi?"
„Neen. Wij namen de auto en Mapell en
ik tilden Hamper's lijk er in. Mapell speel
de weer zijn succesrol van een nederig die
naar van uw beroep, mijn waarde Hig
gins
„Precies".
„Heckenstein reed ons naar de Buildings,
en de reis van het groote huis af verliep
zonder ongelukken. Hamper's hospita liet
ons binnen en wij kregen hem in zijn ka
mer".
„Je weet zeker niet toevallig, waar die
hospita nu uithangt?" vroeg Higgins ter
loops.
„Niet het flauwste idee van. Maar om
voort te gaan. Wij kregen denoverledene
in zijn kamer en staken het gas aan. Toen
plakten wij het raam dicht met kranten, die
wij voor dat doel hadden meegebracht en
deponeerden Hamper in een artistieke hou
ding in het kussensloop. Wij stonden juist
op het punt het gas uit te draiaen om het
stuk gummislang, dat wij eveneens mee
brachten, aan te sluiten, toen het vanzelf
uitging. Ik weet niet hoe Mapell zich daar
onder voelde, maar mij joeg het de stuipen
op het lijf. In ieder geval hadden wij er
natuurlijk toch op gerekend zonder gaslicht
aan het werk te zullen moeten, zoodat wij
de kaars aanstaken, die ook was meege
bracht".
„O juist", zei Higgins verstrooid. Hij had
vergeten, dat dat stukje kaars met kaars
vet op de tafel was vastgezet en had zich
niet gerealiseerd dat het een bepaalde be-
teekenis had".
„Wij maakaten alles netjes op ons gemak
in orde, toen wij een nieuwen schok kre
gen. Wij hadden geen van beiden een munt
voor het gas bij ons! Dat scheen mij de laat
ste druppel toe, maar Mapell herinnerde
zich plotseling ook nog, dat wij Hamper's
hoed hadden thuis gelaten. Toen dacht ik
dat alles voor niets was geweest. Ik moest
tenslotte den mijne achterlaten, wij deden
er een stuk papier in, dat over was van de
kranten, die we voor de ramen gebruikt
hadden, om hem wat kleiner te maken.
Maar zelfs daarna moest hij nog veel te
groot zijn geweest voor Hamper. Toch was
het nog het beste wat we doen konden".
(Wordt vervolgd.)
No. 138
Dit oum
Een bijzonder man:
vooraanstaande Vlamr
stemming, welke er op
het Viaamsche volk he
deelt in krachtige taal
gische regeering, die-
verloochend en het hu
pold. Het luidt aldus:
midden van onze soldE
was loyaal in zijn pol.
teit. Hij was loyaal in
leger, tengevolge van
matige hulp tegenover
overmacht omsingeld
stukje grondgebied we
over ons volk. Als op]
het Belgische leger, h<
dat het in geweten nk
honderdduizend jonge
te slachten. De beslissi
werd met eenparigheid
den generalen staf. De
van getrouwheid aan
nagekomen. De koning
De regeering en de
die haar hebben gevolgd
volk verlaten en terwijl
het geldelijk bezit van
meenamen, in veiligheid
meters verder dan Parijs
■ben zij beslist, dat onze
front den bloedigen onme
moesten voortzetten tot d
ben den koning verlooche
zichzelf en den ambtenaar
getrouwheid aan den k
morgen misschien nog
maar zij zullen die duis
nen, door hen onwettig
te nemen naar Frankrijk
doen vechten en sterven
andermans belangen.
Wij ontkennen aan de
recht om op afstand besl:
over toestanden, die zij
len.
Diep tragisch was het
koning Leopold kort na d
een uitroeiing van de blo<
jeugd voorkwam, tegen
wen, die hem nog omring
dat hij het ergste van alle
zijn kinderen, die nu in
ven, zal worden verteld
een verrader is.
Moge de dankbaarheid
sche volk den koning in
zoo zware tijden een troo
Men verwacht in
Turkije ver standi
De diplomatieke medewei
liner Börsenzeitung, wijdt
de tegenwoordige positie
In Duitschland, zoo schri.
zich nooit laten afbrengen
ting, dat Turkije zijn wan
inzien. Duitschland wenscb
het proces der aanpassing
derden toestand te verston
Turksche volk iedere ontsj
meering in zijn buitenland
economische situatie.
Men wenscht de Turksch
grondslag van vreedzame
consolideerd te zien.
Hoewel men begrijpt, da
der westelijke mogendhede
den Turkschen min.-presic
gandistische redenen zoo
dat „het lot van Turkije a!
bonden is met dat der gi
looft men te Berlijn toch,
volk te realistisch is, om v
zulk een lotsgemeenschap
De lijst van landen, die he
Britsche garantie, en bijst
worden zijn, is naar Duitscl
zoo groot geworden, dat r
neiging kan bestaan, den d
den lijdensweg te betreden
Zooals de zaken er thans
met zekerheid verwacht w
toekomst nog minder dan
economische situatie van
westelijke mogendheden
worden gebracht.
Om al deze redenen is n-
van overtuigd, dat een pol
mische inventarisatie van
den tot nuchtere en op d
gebaseerde constateeringen
gemeene consolideering var
van gunstigen invloed kunr