OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL. AATSTERUS jfmMetm De ontvangst van Viaamsche vluchtelingen in Frankrijk. DE Buitenland Zij liepen bij tienduizenden over de Viaamsche wegen. =s== CECIL FREEMAN CREGG. Koning Leop zijn volk een bloed Vlaanderen ze< heeft goed De positie van TWEEDE BLAD. VERLENGING VAN RIJBEWIJZEN. Men zal er vooreerst mee kunnen wachten. Nu vele motorrijtuigen zijn opgelegd- of afgeschaft, schrijft de K.N.A.C., rijst bij velen de vraag, wat zij moeten doen ten aanzien van hun rijbewijs, indien de geldig heidstermijn daarvan in dezen tijd ver strijkt. De K.N.A.C. wijst er derhalve op, dat „verlenging" van een rijbewijs kan ge schieden met ingang van den datum, dien men verkiest en dat deze datum dus niet behoeft aan te sluiten op den geldigheids termijn van het laatste rijbewijs. Zij, die voorloopig geen motorrijtuigen denken te besturen, kunnen dus met de ver lenging van hun rijbewijs desgewenscht wachten totdat zij hun voertuig weer van „stal" kunnen halen. VISSCHERIJ OP VERSCHE VISCH. Over eenigen ijd weer versche viseh aan de markt. Naar wij vernemen, is het waarschijnlijk, dat binnen eenige dagen van Scheveningen uit een aantal kleine vaartuigen ter kust- visscherij op versche visch zal uitvaren. Gevischt zal dan worden onder toezicht van een patrouillevaartuig. Als dit plan kan doorgaan zal er dus over eenigen tijd weder versche visch aan de markt zijn. ONTOELAATBARE HANDELINGEN. Ligt er nog niet genoeg in puin? Gisternacht heeft een aantal tot nog toe onbekend gebleven belhamels met klinkers ruiten ingegooid van verschillende winkels in de hoofdstad. Tusschen half twaalf en twaalf uur moest gisternacht de spiegelruit van den porcelein- en glaswerkwinkel der firma Plotzke in de Kalverstraat het ontgelden. In totaal werden vijf steenen naar binnen geworpen, welke uiteraard niet alleen de ruit, doch tevens een groot deel van de etalage vernielden. De totale aangerichte schade werd op enkele duizenden guldens geschat. De daders wisten te ontkomen in de Begijnsteeg. Vermoedelijk daarna is een aanval ge pleegd op de communistische boekhandel „Cultura" in de Utrechtschestraat. Ook hier werd met een aantal klinkers de spiegelruit vernield, terwijl ook de winkelinventaris beschadigd werd. Waarschijnlijk gelijktijdig is een klinker geworpen door een ruit van een bloemwin- kel, welke gevestigd is in het perceel Heeren gracht 369. Doordat de daders van deze aanvallen steeds gebruik maken van de verduistering, wordt het werk van de politie zeer ver zwaard. Het toezicht van de straatpolitie zal echter aanmerkelijk verscherpt worden, terwijl andere maatregelen overwogen worden. Men hoopt dan ook spoedig een einde te kunnen maken aan het ingooien van ruiten. Glimlachje. Gemakshalve zal ik je Marie noemen, zoo heette mijn vorig dienstmeisje ook. Prachtig mevrouw de gravin, mag ik U dan misschien moeder Scholte noemen, zoo noemde ik mijn vorige mevrouw ook! Zij liepen met duizenden, met tienduizen den over de Viaamsche wegen: de vluchte lingen, zij sjokten van stad tot stad en van dorp tot dorp in de richting van de kust en later naar Frankrijk. Uren aan een stuk kon men deze treurige stoet de Viaamsche Uni versiteitsstad zien doortrekken. Duizenden Gentenaren sloten zich bij deze droeven colonne aan. De overheid beval het. Auto riteiten en vooraanstaande ingezetenen ga ven het voorbeeld en massa's burgers volg den. De regeering decreteerde, dat alle jongemannen van 16 tot 35 jaar naar Frankrijk md sten en practisch was er geen vader en geen moeder, die hun zonen van 16 of 17 alleen lieten gaan. Naarmate deze groote schade, die van oost naar west door Vlaanderen sjokte, de kust naderde, werd zij grooter. Honderddui zenden vonden in de Viaamsche badplaat sen en in de dorpen daar omheen een vriendelijk onthaal, maar ook hier waren ze niet veilig. Ook hier vonden ze geen rust, want de oorlog in onze dagen is die van 1914 niet. Duitsche bommenwerpers zoem den over de hoofden dier armzaligen heen. Zij vlogen naar het westen, naar de Viaam sche kust om den vijand, die in aantocht was, met vuur en staal te bestoken, daar. waar ze hem maar bestoken kon. Moe en afgemat sjouwden de afgesloofde mannen en vrouwen zichzelve en hun zware vrach ten verder. Huilende kinderen gingen voor hen uit. Nu was het doel Frankrijk, het land der bondgenooten. Daar zou rust en veiligheid zijn. In die vaste overtuiging bereikte dui zenden de grens. Maar ach, wat een bittere ontgoocheling: het land der bondgenooten, was voor hem gesloten. De oorlog was toen DE BEWAPENING DER VER. STATEN. Het Amerikaansche huis van afgevaardig den heeft Dinsdag twee reeds door den senaat goedgekeurde wetsontwerpen aange nomen. Deze ontwerpen vergrooten de Amerikaansche vloot met elf procent, mach tigen tot den bouw van 22 oorlogsschepen en bepalen dat de luchtmacht der marine de beschikking over 10.000 vliegtuigen en 16.000 bestuurders zal hebben. Zij worden thans ter onderteekening aan Roosevelt voor gelegd. BRAZILIË BEHARTIGT ITALIAANSCHE BELANGEN. Volgens een bericht van Stefani uit Rio de Janeiro heeft de Braziliaansche regeering de behartiging der Italiaansche belangen in Frankrijk en Groot-Britannië, benevens in hun koloniën, bezittingen en mandaatsgebie- den, op zich genomen. NIEUW-ZEELAND IN OORLOG MET ITALIË. De eerste minister heeft verklaard, dat Nieuw-Zeeland in oorlog is met Italië vanaf 10 uur 30 Nieuw-Zeelandschen tijd. ITALIAANSCHE GEZANT BLIJFT TE CAIRO. Overeenkomstig de verklaring van den Duce, dat Egypte beschouwd wordt als bui ten het Italiaansch-Engelsche conflict te staan, is de Italiaansche gezant, graaf Maz- zolini, in Cairo gebleven. RUITEN INGEGOOID. In den afgeloopen nacht omstreeks twaalf uur hebben wederom tot nog toe onbekende personen zich in Amsterdam schuldig gemaakt aan het ingooien van ruiten. Ditmaal moesten twee spiegelruiten van een boekwinkel, gevestigd op den hoek van de Keizersgracht en de Harten straat, het ontgelden. De daders wisten, gebruikmakend van de duisternis, te ont komen. nog maar enkele dagen oud. Van een Duit sche doorbraak naar de Fransche kust was nog geen sprake en aan het hoofd van het Belgische leger bood koning Leopold nog moedig en hardnekkig verzet. De druk der vluchtelingen op de Fransche grens werd grooter en grooter. Tenslotte ging de grens paal open. Was het welkom dus reeds een bittere ontgoocheling, de ontvangst was nog veel erger. Verscheidene vluchtelingen, wier mannen, zonen en broers op hetzelfde moment toeh vochten aan de zijde der Fran schen in den strijd tegen den oprukkenden vijand, hebben ons er van verteld. Al hun verhalen komen op hetzelfde neer, zij wer den behandeld als les boches du mord, werden uitgescholden voor verraders en konden honger en dorst lijden, inplaats dat hun leege magen en hun verdroogde kelen met voedsel en drank werden bevredigd. Hier in Frankrijk kwam de oude wrok tus schen Waal en Vlaming tot uitbarsting en kwam de tegenstelling tusschen twee vol ken, die in één staat zijn vereenigd onder wel zeer droeve omstandigheden aan het licht. Nu terwijl men gezamenlijk optrok tegen een gemeenschappelijken vijand had men toch zeker mogen verwachten dat de oude strijdbijl begraven zou zijn, maar zpo was het niet. Geen Fransch café, geen Fransche woning en geen Fransche boeren hoeve stond voor de Viaamsche vluchte lingen open. Op vele plaatsen werd hun 2 tot 2'/. franc voor een glas water gevraagd en voor een stuk brood 5 tot 10 franc. El ders waren opschriften als Rien a manger pour les Beiges" of „Pour les Beiges pas de paim". Waar op andere plaatsen vluchtelingen slechts om een glas water vroegen, werden ze afgesnauwd met woorden als: „ga maar naar het Albeitkanaal, daar is water ge noeg." Alle vluchtelingen waar we hen ook ontmoetten, in Gent, in Dixmuiden, op den Langen Strandweg langs de kust of elders, beklaagden zich over de ontvangst in Frankrijk. Kan men zich dan voorstellen, dat al die honderdduizenden blij waren in het eigen land weer terug te zijn, ook al waren hun haardsteden voor een belangrijk deel door het oorlogsgeweld verwoest of beschadigd? Vooral de ouderen onder hen, en het waren er honderden, zullen met wee moed gedacht hebben aan de ontvangst, die hun ten deel viel in 1914 in het toen neutra le Nederland. ANTI-ITALIAANSCHE UITBARSTINGEN IN ENGELAND EN FRANKRIJK. In geheel Italië hebben de anti-Italiaan- sche betoogingen en incidenten, waarmee in Engeland en Frankrijk de rede van Musso lini beantwoord is, een golf van veront waardiging verwekt. Terwijl, naar de „Gior- nale d'Italia" uit Londen verneemt, in poli tieke kringen aldaar de oorlogsverklaring met goed gehuichelde gelatenheid werd op genomen, hebben zoowel in de Engelsche hoofdstad als in talrijke andere Engelsche steden gewelddadigheden tegen Italiaansche' zaken en Italiaansche onderdanen plaats ge vonden. Van de laatsten zijn gisteren boven dien nog honderden gevangen genomen en naar elders weggevoerd. In de Londensche stadswijk Soho is het tot vechtpartijen en vuurgevechten gekomen, welke de politie noodzaakten in te grijpen. Ook in Edinburg heeft de Britsche politie tegen de menigte moeten optreden, terwijl in Liverpool ver schillende aan Italianen töebehoorende za ken ernstig werden beschadigd. Uit Frank rijk heeft het blad berichten ontvangen over 900 arrestaties in Marseille en over demon straties voor het Italiaansche consulaat te Bordeaux, waar de ruiten werden ingesla gen en de wapenschilden werden afgerukt. De „Giorpale d'Italia" legt er den nadruk op, dat de plutocratische rijken zeer zeker niet kunnen hopen door deze uitbarstingen den oorlog te winnen, ten hoogste kunnen de Westelijke mogendheden er op rekenen na de nederlaag een gepeperde rekening te zullen moeten betalen. Italië zal te gelege- nertijd zijn rekening aanbieden. SPANJE NIET OORLOGVOEREND. Het Spaansche blad „Arriba" omschrijft de houding van Spanje in de nieuwe phase van den Europeeschen oorlog voor het eerst als die eener „niet-oorlogvoerende mogend heid". Spanje kan,,zoo schrijft het blad, zijn sym pathie niet verbergen voor de beide be vriende groote staten, die thans de tegen standers, welke Spanje gisteren had, op de knieën dwingen. Verder herinnert het blad er aan, dat een jaar geleden 3.000 Spaansche en Italiaansche frontstrijders in Cadiz schouder aan schouder voor de vertegen woordigers der beide regeeringen defileer den, kort daarop naar Italië reisden en daar den geest der wapenbroederschap verkon digden. Op dit oogenblik, waarop Italië aan de zijde van Duitschland in den oorlog gaat, is ih geheel Spanje het gevoel van dankbaar heid levendig voor den materieelen, moree- len en diplomatieken steun, dien Duitsch land en Italië in moeilijke uren aan Spanje hebben verleend. DE POSITIE VAN TURKIJE. Het officieuse Turksche blad „Ulus" schrijft in een met nadruk gereserveerd gehouden hoofdartikel, dat Turkije geen oorlog wil, zoolang het niet wordt aangevallen. Ook in politieke kringen in Ankara is men terughoudend en wijst men op de af wezigheid van den staatspresident, die op het oogenblik een reis maakt door Thracië. DE BALKAN EN DE OORLOG. Het Bulgaarsche regeeringsblad „Dnes" stelt vast, dat er ondanks het deelnemen van Italië aan den oorlog niet zekerheid op kan worden gerekend, dat de vrede op den Balkan ook in de toekomst bewaard zal blijven. Een dergelijke mededeeling werd ook per radio uitgezonden. Het blad grondt deze conclusie in hoofdzaak op de verzeke ring, die Mussolini aan alle Balkanstaten heeft gegeven. Dit groote probleem in ver band met het deelnemen van Italië aan den oorlog, zoo schrijft het blad verder, is thans opgelost. Na deze verklaring van Mussolini zal de toestand op den Balkan geenerlei ver andering meer ondergaan. Bulgarije zal zijn tot dusver gevolgde vredespolitiek en zijn politiek van toenadering met name tegen over zijn buren, blijven volgen. De „Slowo" schrijft, dat het samengaan van Duitschland en Italië bewijst, dat deze beide groote mogendheden geen oogenblik hebben opgehouden in volle overeenstem ming en in beider belang samen te werken. Een nieuwe wereld is bezig te ontstaan. Alle mogendheden zijn verplicht zich aan te pas sen aan de nieuwe verhoudingen. TELEGRAM VAN KROONPRINS UMBERTO AAN MUSSOLINL De kroonprins heeft aan Mussolini het volgende telegram gezonden: Met den wil tot een zekere overwinning vernieuwen de troepen van het Westelijke Italiaansche leger tegenover den onvermoei- den schepper van het lot des vaderlands de belofte alles te wagen om op te rukken in de voetstappen der Romeinsche legioenen. Op dit telegram heeft Mussolini geant woord: ,-,Ik dank u voor uwen groet, welken ik u en den door u gecommandeerden troepen beantwoord. Ik ben er zeker van, dat uw belofte in vervulling zal gaan." JAPANSCHE MINISTERS VERGADEREN. De oorlog mag niet naar Oost-Azië overslaan. Het beperkte Japansche kabinet, bestaan de uit den minister-president Yonai, den minister van buitenlandsche zaken Arita, den minister van oorlog Hata en den minis ter van marine Yoshi, heeft gister verga derd. De gedachtenwisseling liep over de snelle ontwikkeling van den Europeeschen oorlogstoestand en Italië's deelneming. Wel ingelichte kringen verklaren, dat Japan vol komen is voorbereid om positieve stappen te ondernemen teneinde te verhinderen, dat de oorlog op Oost-Azië overslaat. FRANSCH TRANSPORTSCHIP VLUCHT IN SPAANSCHE HAVEN. Het Fransche troepentransportschip „Ge neral Lasarriere", dat door een Italiaansche duikboot achtervolgd werd, heeft zijn toe vlucht gezocht in de haven van Alicante. Het vaartuig was met 700 Senegaleesche sol daten onderweg van Oran naar Marseille. Schip en troepen worden voorloopig ge- interneerd. 17. „Mijnheer", zeiden de jongetjes beleefd en namen hun pet af, „hebt U bijgeval ook Opa Bol van de ijzeren Knol gezien?" „Whoe-tsha-hoe-hankie-pankie-poe", zei de Chinees. Dat kon Tippie niet verstaan en Toppie ook niet. Ze begonnen allebei te lachen. 18. Ze lachten zó erg, dat Tip's bolle wangen er van schudden en Toppie's wipneus er van op en neer wipte; Dat maakte den Chinees verschrikkelijk kwaad. Hij dacht, dat de jongens hem uitlachten. Hij trok Top aan zijn kleine oren, zodat hij begon te gillen. Door 45) Tenzijtenzij er achter dit alles nog iets stak, wat tot dusver voor hem verbor gen was Terwijl hij het geweer op Scotland Yard achterliet om door den wapenexpert on derzocht te worden, begaf Higgins zich naar het ziekenhuis, zich afvragend wat San derson te zeggen zou hebben en of hij den man zou kunnen gelooven, wanneer hij het gezegd had. „Wel Sanderson, daar ben ik". Naar Higgins' opvatting scheen de man weinig geleden te hebben van zijn avon tuur, maar de inspecteur was tevoren door dr. English gewaarschuwd, dat Sanderson de eerste weken nog heelemaal niet in orde zou zijn. „Ik ben blij, dat je gekomen bent, Hig gins. Ik heb het een en ander te zeggen". „In dat geval kan ik je beter in eens waarschuwen, dat alles wat je zeggen mocht „Ja, ja, ik ken de rest. Ik zou geen woord zeggen indien ik niet zoo smerig verraden ■vas door dat zwijn van een Mapell". „Mapei! Zoo heet hij dus, hè?" „De stem" had dus eindelijk een naam gekregen en Higgins was daar blij om, want de naam scheen eenig houvast te geven, wat hun tot dusverre ontbroken had. „Ja, Mapell. Hij stuurde mij naar dat leege huis om de uniform te halen, die hij daar den avond tevoren had achtergelaten. Enhij waarschuwde jullie. Anders zou je me nooit gekregen hebben". Higgins haalde zijn schouders op. „Je moest nu toch wel weten, Sanderson, dat er onder dieven geen eerlijkheid be staat". De ander schrok en kreeg dan een kleur. „Als ik niet ziek was, Higgins, zou ik zou ik „Als je niet ziek was, zou ik precies het zelfde zeggen, Sanderson, en dat weet je heel goed". De ander zonk terug in zijn kussens en dan lachte hij. „Gemakkelijk te zeggen. Zelfs Mapell moest wachten tot ik aan twee van je agen ten was vastgeklonken voor hij mij een ko gel in mijn corpus dorst te schieten". „Je denkt dus, dat het die Mapell was?" „Wie anders?" Inspecteur Higgins gaf geen antwoord en stelde zich er mee tevreden enkel de schou ders op te halen. „Ga verder". „Ik zal je de heele bende verraden, Hig gins". „O, heusch waar?" De stem van den inspecteur klonk niet al te verheugd. Hij volgde in al zijn hande lingen tegenover misdadigers een zekere code, een eerecode, en voor dit soort verra ders had hij steeds de grootste minachting. Hij moest natuurlijk gebruik maken van de inlichtingen, welke hij op deze manier kreeg maar het bleef toch een vuil zaakje. Het spaarde hem misschien weken van arbeid uit, kon hem zelfs aan de ontbrekende scha kel helpen, zonder welke hij een geval niet kon oplossen, maar ondanks alles deed hij het liever zonder dit soort mededeelingen. Het was een ongeschreven wet: Je zult niet verraden! Naar Higgins' opvatting was de man, die zijn kameraden verried om zijn eigen nek te redden, wel het laagst ge zonken individu van allemaal. Daarom koesterde hij ondanks alles zulke vriende lijke gevoelens voor Bobby Bunter. Bunter was een autodief, en als zoodanig een ge vaar voor de samenleving, maar toch „Goed, Sanderson. Ik zal een politieste- nograaf roepen. Die had ik al meegebracht" Inspecteur Higgins ging naar de deur, terwijl Sanderson met een zenuwachtig ge baar zijn haar achterover streek en onbe weeglijk in de kussens bleef liggen. De stenograaf kwam binnen en Higgins zei: „Steek van wal". Het klonk nu niet be paald vriendelijk. „Wat wil je weten? Ik zal alle vragen zooveel mogelijk beantwoorden". „Ten eerste over dien zoogenaamden zelfmoord van Henry Hamper". „Zoogenaamden?" „Je hoorde wat ik zei". „H'm, er is geen bezwaar tegen, dat ik je vertel, dateh ik ik bedoeleh „Schiet op, ik weet wat je bedoelt". „Goed dan. Maar het is een feit, dat hij zelfmoord pleegde Inspecteur Higgins snoof ongeduldig. Wat dacht die man toch te winnen met dergelijke goedkoope leugens, wanneer hij moest weten „Laat me alsjeblieft uitspreken, Higgins. Hamper pleegde zelfmoord, maar niet in Bulstroade's Buildings". „Ah! Dat is wat anders. Vertel het op je eigen manier, Sanderson". „Dat probeer ik al. Hampel pleegde zelf moord in ons groote huis in Medhurst. Hij gebruikte daarvoor -een stukje rubberslang, dat hij aan een gaspijp vastbond. Raymond en Mapell vondên hem op dien Zondagmor gen. Hij was dood. Wij kwamen daardoor in een lastig parket. Weet je", ging hij ver der met een wrang glimlachje, „wij hadden liever geen politie-onderzoek op Medhurst. Ik kan je verzekeren, dat wij een benauw de tien minuten doormaakten, nadat wij Hamper hadden gevonden. Wij moesten het aangeven of het lijk weg zien te krijgen. Wij wilden al aan den haal gaan, toen Mapell een inval kreeg. Wij wisten, dat Hamper een kamer had in Bulstroade's Buildings en dat daar gasaansluiting was. Indien wij het lijk maar in die kamer konden krijgen, zou den wij het zoo kunnen doen voorkomen alsof hij werkelijk daar dien zelfmoord had gepleegd. Daar stak toch niet zooveel in, wel? Onder de gegeven omstandigheden?" Inspecteur Higgins gaf geen antwoord, maar wenkte den ander om verder te gaan. „Wij namen de auto „Geen taxi?" „Neen. Wij namen de auto en Mapell en ik tilden Hamper's lijk er in. Mapell speel de weer zijn succesrol van een nederig die naar van uw beroep, mijn waarde Hig gins „Precies". „Heckenstein reed ons naar de Buildings, en de reis van het groote huis af verliep zonder ongelukken. Hamper's hospita liet ons binnen en wij kregen hem in zijn ka mer". „Je weet zeker niet toevallig, waar die hospita nu uithangt?" vroeg Higgins ter loops. „Niet het flauwste idee van. Maar om voort te gaan. Wij kregen denoverledene in zijn kamer en staken het gas aan. Toen plakten wij het raam dicht met kranten, die wij voor dat doel hadden meegebracht en deponeerden Hamper in een artistieke hou ding in het kussensloop. Wij stonden juist op het punt het gas uit te draiaen om het stuk gummislang, dat wij eveneens mee brachten, aan te sluiten, toen het vanzelf uitging. Ik weet niet hoe Mapell zich daar onder voelde, maar mij joeg het de stuipen op het lijf. In ieder geval hadden wij er natuurlijk toch op gerekend zonder gaslicht aan het werk te zullen moeten, zoodat wij de kaars aanstaken, die ook was meege bracht". „O juist", zei Higgins verstrooid. Hij had vergeten, dat dat stukje kaars met kaars vet op de tafel was vastgezet en had zich niet gerealiseerd dat het een bepaalde be- teekenis had". „Wij maakaten alles netjes op ons gemak in orde, toen wij een nieuwen schok kre gen. Wij hadden geen van beiden een munt voor het gas bij ons! Dat scheen mij de laat ste druppel toe, maar Mapell herinnerde zich plotseling ook nog, dat wij Hamper's hoed hadden thuis gelaten. Toen dacht ik dat alles voor niets was geweest. Ik moest tenslotte den mijne achterlaten, wij deden er een stuk papier in, dat over was van de kranten, die we voor de ramen gebruikt hadden, om hem wat kleiner te maken. Maar zelfs daarna moest hij nog veel te groot zijn geweest voor Hamper. Toch was het nog het beste wat we doen konden". (Wordt vervolgd.) No. 138 Dit oum Een bijzonder man: vooraanstaande Vlamr stemming, welke er op het Viaamsche volk he deelt in krachtige taal gische regeering, die- verloochend en het hu pold. Het luidt aldus: midden van onze soldE was loyaal in zijn pol. teit. Hij was loyaal in leger, tengevolge van matige hulp tegenover overmacht omsingeld stukje grondgebied we over ons volk. Als op] het Belgische leger, h< dat het in geweten nk honderdduizend jonge te slachten. De beslissi werd met eenparigheid den generalen staf. De van getrouwheid aan nagekomen. De koning De regeering en de die haar hebben gevolgd volk verlaten en terwijl het geldelijk bezit van meenamen, in veiligheid meters verder dan Parijs ■ben zij beslist, dat onze front den bloedigen onme moesten voortzetten tot d ben den koning verlooche zichzelf en den ambtenaar getrouwheid aan den k morgen misschien nog maar zij zullen die duis nen, door hen onwettig te nemen naar Frankrijk doen vechten en sterven andermans belangen. Wij ontkennen aan de recht om op afstand besl: over toestanden, die zij len. Diep tragisch was het koning Leopold kort na d een uitroeiing van de blo< jeugd voorkwam, tegen wen, die hem nog omring dat hij het ergste van alle zijn kinderen, die nu in ven, zal worden verteld een verrader is. Moge de dankbaarheid sche volk den koning in zoo zware tijden een troo Men verwacht in Turkije ver standi De diplomatieke medewei liner Börsenzeitung, wijdt de tegenwoordige positie In Duitschland, zoo schri. zich nooit laten afbrengen ting, dat Turkije zijn wan inzien. Duitschland wenscb het proces der aanpassing derden toestand te verston Turksche volk iedere ontsj meering in zijn buitenland economische situatie. Men wenscht de Turksch grondslag van vreedzame consolideerd te zien. Hoewel men begrijpt, da der westelijke mogendhede den Turkschen min.-presic gandistische redenen zoo dat „het lot van Turkije a! bonden is met dat der gi looft men te Berlijn toch, volk te realistisch is, om v zulk een lotsgemeenschap De lijst van landen, die he Britsche garantie, en bijst worden zijn, is naar Duitscl zoo groot geworden, dat r neiging kan bestaan, den d den lijdensweg te betreden Zooals de zaken er thans met zekerheid verwacht w toekomst nog minder dan economische situatie van westelijke mogendheden worden gebracht. Om al deze redenen is n- van overtuigd, dat een pol mische inventarisatie van den tot nuchtere en op d gebaseerde constateeringen gemeene consolideering var van gunstigen invloed kunr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6