DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Koning Leopold spaarde
zijn volk een nog zwaarder
bloedoffer.
De positie van Turkije.
De capitulatie van een
Fransche legergroep.
Wat de Engelschen in
IJmuiden uitvoerden.
De strijd aan Somme en
Seine.
Scheepvaartverkeer door
het Suez-kanaal gestaakt.
De interneering te
Ooltgensplaat.
De Giornale d'ltalia over
Engeland.
Het Duitsche legerbericht.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IENs
Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HLRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 138
Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 13 Juni 1940
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
142e Jaargang
Vlaanderen zegt: „De koning
heeft goed gedaan".
Een bijzonder manifest, opgesteld door
vooraanstaande Vlamingen, typeert de
stemming, welke er op dit oogenblik onder
het Vlaamsche volk heerscht. Het veroor
deelt in krachtige taal de vlucht der Bel
gische regeering, die- haar koning heeft
verloochend en het huldigt koning Leo
pold. Het luidt aldus: „De koning is te
midden van onze soldaten gebleven. Hij
was loyaal in zijn politiek van neutrali
teit. Hij was loyaal in den strijd. Toen het
leger, tengevolge van gebrek aan doel
matige hulp tegenover een verpletterende
overmacht omsingeld was op ons laatste
stukje grondgebied was hij loyaal tegen
over ons volk. Als opperbevelhebber van
het Belgische leger, heeft hij geoordeeld
dat het in geweten niet geoorloofd was
honderdduizend jonge mannen nutteloos
te slachten. De beslissing tot capitulatie
werd met eenparigheid „bijgetreden" door
den generalen staf. De koning is zijn eed
van getrouwheid aan het land volledig
nagekomen. De koning heeft goed gedaan.
De regeering en de volksmandatarissen
die haar hebben gevolgd, hebben land en
volk verlaten en terwijl zij, gesteund door
het geldelijk bezit van het land, dat zij
meenamen, in veiligheid honderden kilo
meters verder dan Parijs vertoefden, heb
ben zij beslist, dat onze jongens op het
front den bloedigen onmensehelijken strijd
moesten voortzetten tot den dood. Zij heb
ben den koning verloochend, zij ontheffen
zichzelf en den ambtenaar van hrn eed van
getrouwheid aan den koning. Zij zullen
morgen misschien nog verder vluchten,
maar zij zullen die duizenden jongeman
nen, door hen onwettig verplicht de wijk
te nemen naar Frankrijk of naai Engeland,
doen vechten en sterven voor hun en voor
andermans belangen.
Wij ontkennen aan de regeering alle
recht om op afstand beslissingen te nemen
over toestanden, die zij niet kan beoordee-
len.
Diep tragisch was het oogenblik, toen
koning Leopold kort na de capitulatie, die
een uitroeiing van de bloem der Belgische
jeugd voorkwam, tegen de weinige getrou
wen, die hem nog omringden, verklaarde,
dat hij het ergste van alles nog vond, dat
zijn kinderen, die nu in Frankrijk vertoe
ven, zal worden verteld, dat hun vader
een verrader is.
Moge de dankbaarheid van het Vlaam
sche volk den koning in deze voor hem
zoo zware tijden een troost zijn.
Men verwacht in Berlijn, dat
Turkije verstandig zal zijn.
De diplomatieke medewerker van de Ber
liner Börsenzeitung, wijdt een artikel aan
de tegenwoordige positie van Turkije.
In Duitschland, zoo schrijft hij, heeft men
zich nooit laten afbrengen van de verwach
ting, dat Turkije zijn ware belangen zou
inzien. Duitschland wenscht ook thans niet
het proces der aanpassing aan den veran
derden toestand te verstoren en gunt het
Turksche volk iedere ontspanning en kal
meering in zijn buitenlandsch politieke en
economische situatie.
Men wenscht de Turksche politiek op den
grondslag van vreedzame ontwikkeling ge
consolideerd te zien.
Hoewel men begrijpt, dat van de zijde
der westelijke mogendheden de rede van
den Turkschen min.-president om propa
gandistische redenen zoo wordt uitgelegd,
dat „het lot van Turkije als tot dusver ver
bonden is met dat der geallieerden", ge
looft men te Berlijn toch, dat het Turksche
volk te realistisch is, om van zijn kant van
zulk een lotsgemeenschap te doen blijken.
De lijst van landen, die het slachtoffer van
Britsche garantie, en bijstandbelofteg», ge
worden zijn, is naar Duitsche meeninï' reeds
zoo groot geworden, dat nergens nog de
neiging kan bestaan, den door hen afgeleg-
den lijdensweg te betreden.
Zooals de zaken er thans voor staan, kan
met zekerheid verwacht worden, dat in de
toekomst nog minder dan tot dusver in de
economische situatie van Turkije door de
westelijke mogendheden verlichting kan
worden gebracht.
Om al deze redenen is men te Berlijn er
van overtuigd, dat een politieke en econo
mische inventarisatie van Turkije zal lei
den tot nuchtere en op de werkelijkheid
gebaseerde constateeringen, die op de al-
gemeene consolideering van het land slechts
van gunstigen invloed kunnen zijn.
Meer dan 20.000 gevangenen.
Uit het hoofdkwartier van den Führer
wordt door het oppercommando der weer
macht bekend gemaakt:
De bij St. Valery ingesloten Fran
sche groep strijdkrachten heeft na het
mislukken van verdere pogingen om
over zee de troepen weg te voeren,
gecapituleerd. Een Fransche generaal,
die het bevel voert over een leger
corps, een Engelsche en vier Fransche
divisiecommandanten hebben zich
overgegeven. Het aantal der gevange
nen bedraagt reeds meer dan 20.000.
Het buitgemaakte materiaal aan
werktuigen en wapenen is onover
zienbaar.
Egypte verbreekt diplomatieke
betrekkingen met Italië.
De Kamer hechtte haar goedkeuring
aan het voorstel.
Ovei-eenkomstig de procedure, die door de
Egyptische regeering is gevolgd bij de En
gelsche oorlogsverklaring aan Duitschland
heeft de minister-president, Maher Pasja, de
Egyptische Kamer voorgesteld de diploma
tieke betrekkingen met Italië te verbreken.
De Kamer hechtte haar goedkeuring aan het
voorstel.
De Hollanders schoten op de Engel
schen.
Volgens mededeelingen van de IJmuiden-
sche bevolking aan de redactie van de D. Z.
gedaan, liepen op Dinsdag 15 Mei tegen 20
uur 's avonds drie Britsche torpedobooten
en een kleiner oorlogsschip de haven bin
nen. Eenige honderden Engelschen haastten
zich aan wal en verdeelden zich over de ge
heele haven.
Met groote meesterschap openden zij de
ventielen der in de haven liggende groote
schepen en in weinig minuten lag een pas
sagiersschip van 10.000 ton in de havenin
gang aan den grond en een schip van 8000
ton zonk verder in de haven.
Spoedig werden deze schepen gevolgd
door meerdere waardevolle koopvaardij
schepen en eenige moderne Hollandsche mij
nenvegers.
Met eenige bevreemding had de comman
dant van het havenfort, kapitein de Bonte,
de vernielingen door de Engelsche bondge-
nooten aangezien. Hij trad in onderhande
ling met den Britschen bevelhebber, die
hem mededeelde, dat de Engelsche soldaten
hier op last van het Opperbevel optraden.
Het werd na dit vrij vruchtelooze onder
houd al duidelijker, dat de Engelschen ook
de groote koelhuizen in de lucht wilden la
ten springen. Zij brachten groote ladingen
dynamiet aan en bereidden blijkbaar alles
voor op een krachtige explosie, nadat
zij zelf de haven zouden hebben verlaten.
Nogmaals stelde kapitein de Bonte zich in
verbinding met den Engelschen bevelvoer
der. Tusschen deze beide mannen schijnen
toen wel zeer harde woorden te zijn geval
len. De Nederlandsche officier, die aan
toonde, dat een opblazen van de vriesinstal-
laties de totale vernietiging van IJmuiden
zou beteekenen en wees op de gevaarlijke
nabijheid van de ammoniakfabriek, behaal
de tenslotte de overwinning. De tijdbom,
welke aan het bestaan van IJmuiden een
einde had moeten maken, werd niet gelegd!
Intusschen waren de Hollandsche mili
tairen wantrouwend geworden en toen zij de
Engelschen zich bij de sluizen zagen verza
melen en door de ontploffingen daar over
tuigd werden, dat de Britsche soldaten de
sluizen, die een groot deel van Noordhol
land tegen het zeewater beschermen, tracht
ten te vernietigen, grepen zij hun geweren
en sleepten een mitrailleur aan, waarmede
zij het vuur op de Engelsche openden.
Een Engelsche officier stortte doodelijk ge
troffen voorover in het water en de Britten
zochten onder den Hollandsehen kogelregen
haastig een toevlucht op hun schepen, die
onder hevig vuur de haveningang bereikten.
Zij dachten echter nog niet aan vluchten,
doch gingen over tot de beschieting van de
hoogovens en de sluizen, echter zonder
resultaat.
Men moet, zegt de Deutsche Ztg. in alle
ernst aannemen, dat de Britten van meening
waren met de onderwaterzetting van Am
sterdam en Haarlem den Duitschen op-
marsch te kunnen stuiten.
CHURCHILL EN EDEN NAAR
FRANKRIJK.
Churchill, de minister van oorlog, Eden,
en de chef van den generalen staf, Dill,
hebben zich Dinsdag naar Frankrijk bege
ven, waar zij hebben beraadslaagd met Rey-
naud, Petain en Weygand. Gister zijn zij
weer naar Engeland teruggekeerd.
Gedurende acht dagen 100 K.M.
terrein gewonnen.
Naar van bevoegde militaire zijde aan
het D. N. B. wordt meegedeeld, heeft de
Duitsche rechtervleugel aan den beneden
loop van de Somme tot aan den beneden
loop van de Seine, gedurende de eerste
8 dagen van het nieuwe Duitsche offensief
in het W. reeds meer dan 100 k.m. terrein
gewonnen. De oprukkende beweging heeft
echter ook op het andex-e front belangrijke
terreinwinst opgeleverd. Het geheele re
sultaat van de eerste week van het groote
Duitsche offensief in Noord-Frankrijk kan
derhalve als volgt worden samengevat:
1. Een doorbraak in grooten stijl werd
tot stand gebracht, welke ten deele tot een
versplintering en een omsingeling van
Fransche legerafdeelingen, in elk geval
echter tot het terugwerpen van het Fran
sche front tusschen het Kanaal en de
Champagne heeft geleid.
2. Achter het terugvloeiende Fransche
front wordt de Fransche hoofdstad thans
onmiddellijk bedreigd, terwijl het uit de
stad naar alle richtingen uitstralende ver-
keersnet ten noordwesten, ten noorden en
ten oosten van de stad volkomen is ver
stoord. De beide voor de ravitailleering
van Parijs en Noord-Frankrijk onmisbare
havens aan het Kanaal, Havre en Cher
bourg, liggen onder de voortdurende be
dreiging van het Duitsche luchtwapen eix
hebben op hun kaden en aan hun haven
installaties reeds ernstig schade geleden.
3. Door het deelnemen van Italië aan den
oorlog tegen Frankrijk en Engeland moet
Frankrijk thans xn eigen land een strijd
op twee fronten voeren. Bovendien is de
toevoer van menschen en materiaal uit zijn
bezittingen in Noord-Afrika door de Mid-
dellandsehe zee zeer in gevaar gebracht.
Ook Engeland heeft in de Middellandsche
Zee zijn eersten slag, in den vorm van een
sterken en succesvollen aanval van het
Italiaansche luchtwapen op het Britsche
vlootsteunpunt Malta reeds ontvangen.
4. Weliswaar heeft Engeland vele fraaie
woorden over het Kanaal tot Frankrijk
gericht, maar van een practischen Engel
schen steun hebben de Franschen nog
niets bespeurd. Men kan toch nauwelijks
aannemen, dat Frankrijk de verwoesting
van Fransche steden achter het Duitsche
front, die zou zijn geschied en waarvan
het Britsche luclxtwapen met groote vol
doening melding heeft gemaakt, door
Frankrijk als zeer doeltreffende hulp
wordt beschouwd. Aan den anderen kant
heeft het Duitsche luchtwapen ook tijdens
de jongste operaties herhaaldelijk Britsche
vliegvelden met succes aangevallen. De
aanval van Duitsche motortorpedobooten
op de Britsche oostkust zal den Engel
schen hebben bewezen, dat ook de Duit
sche oorlogsmarine zich tot taak heeft
gesteld, in de oostelijke Britsche wateren
voortdurend onrust te zaaien. Tevens zal
Engeland hierdoor zijn gebleken, hoe klein
zijn macht in de Noordzee is geworden.
Het geldt niet voor Engelsche
oorlogsschepen.
In Caïro is gisteren officieel bekend ge
maakt, dat het scheepvaartverkeer door het
Suezkanaal is gestaakt. Slechts Engelsche
oorlogsschepen mogen dit kanaal bevaren.
De heer W. N. A. Kröller te Rotterdam,
een van de 21, die verleden maand te Oolt
gensplaat geïnterneerd werden, heeft een
verklaring gezonden aan het A. N. P. waar
uit blijkt, dat hij het niet noodig acht zich
te rehabiliteeren aangezien „geen enkel be
wijs" tegen hem voorhanden is en ook
niemand hier te lande aanwezig is van wien
hij eenig bewijs kan eischen, terwijl een
fluistercampagne aan elke eerlijke recht
spraak ontsnapt. Daarentegen is hij van
oordeel dat degene, die hierin zich te reha
biliteeren heeft jhr. mr. D. J. de Geer is,
die buitenslands vertoeft en dus over de
zeer geruchtmakende beschuldiging, die
onnoemelijk veel leed over talloos velen
heeft gebracht en die thans bewezen zou
moeten worden, helaas hier niet ter verant
woording kan worden geroepen.
DE JAPANSCHE BEZETTING VAN
ITSJANG.
De Japansche bezetting van Itsjang aan
de Yangtze-rivier, halfweg tusschen Han-
kau en Tsjoengking, heeft de Chineesche
troepen in het centrum des lands in een
noordelijke en een zuidelijke afdeeling ge
splitst. Tusschen 1 Juni, toen de Japannee-
zen de rivier Han overstaken, tot 12 Juni,
toen zij Itsjang innamen, zijn er 18.000 Chi-
neezen gesneuveld, ?531 krijgsgevangen ge
maakt en is een enorme hoeveelheid oor
logsmateriaal buitgemaakt.
Engeland is vijand nummer één.
Engeland is voor Italië vijand nummer
één, aldus de „Giornale d'ltalia" in het
hoofdartikel van heden, waarin het blad
betoogt, dat de rede van den Britschen
minister van voorlichting Duff Cooper
heeft bewezen, welk een diepe verachting
het Italiaansche volk van de zijde van de
Britsche bewindslieden ten deel valt.
De jacht op Italianen in alle Britsche
steden bewijst hoe sterk de blinde haat
van de Britsche natie tegen het Italiaan
sche volk is. Telkens als Italië een poging
deed om zijn nationale belangen te behar
tigen, is het op zijn weg steeds op het
misprijzen en op de agressiviteit van En
geland gestuit. Deze tientallen jaren lang
door Engeland aangenomen - houding,
waarvan de laatste episode wordt gevormd
door de gewelddadige en bloedige betoo
gingen tegen rustige, arbeidzame Italia
nen, die in Engeland door den oorlog
werden verrast, bewijst allen in Italië dat
Engeland zonder twijfel „vijand nummer
De naar de Kanaalkust gedrongen
troependeelen volkomen afgesneden.
Het frontbericht van het D.N.B. luidt als
volgt:
De snelle opmarsch van de op den recht-
schen Duitschen aanvalsvleugel sterke
Duitsche pantserstrijdkrachten en snelle
eenheden naar den benedenloop van de
Seine doet, dank zij de superieure samen
werking tusschen leger en luchtmacht zijn
gevolgen reeds in tweevoudige richting ge
voelen. De naar de Kanaalkust weggedron
gen vijandelijke troependeelen zijn volko
men afgesneden en bevinden zich in een
toestand, die zeer veel lijkt op dien van
Duinkerken.
Er worden hier ook reeds wanhopige po
gingen ondernomen om deze troepen op
transportschepen, kleine stoomschepen en
visschersbooten in veiligheid te brengen en
te onttrekken aan de vernietiging.
De opmarsch naar den benedenloop
van de Seine is verder van beslissende
beteekenis voor het Fransche economi
sche leven, omdat daardoor thans alle
via Le Havre en Rouaan tot dusver
binnengekomen overzeesche transpor
ten onmogelijk zijn gemaakt en weg
gedrongen worden naar andere, slech
tere havens van de Fransche westkust.
De buitengewone beteekenis van Le Havre
als belangrijkste Fransche haven aan den
Atlantischen Oceaan blijkt alleen al uit het
feit, dat verreweg het grootste deel der
Fransche petroleumimporten over de Seine
opvoer. Ook bijna de geheele katoeninvoer
van Frankrijk liep over Le Havre en
Rouaan. Ten slotte hadden deze beide ste
den als opslagplaatsen voor den Engelschen
steenkoolinvoer groote beteekenis voor de
geheele industrie van midden-Frankrijk.
Het verleggen van deze belangrijke grond
stofimporten naar andere havens aan den
Atlantischen Oceaan en de Middellandsche
Zee is echter reeds daarom niet zonder
meer mogelijk, omdat noch in Cherbourg,
noch in Bordeaux of Marseille voldoende
opslaginstallaties en geschikte transportmo
gelijkheden zijn.
Aan den Boven-Rijn.
In verband met de hevige artilleriege-
ve.chten aan het Z. front langs den Boven-
Rijn, waarop de legerberichten der laatste
dagen niet nader zijn ingegaan, moet er op
gewezen worden, dat het geheele verloop
van het Duitsche front tusschen het Kanaal
en den Boven-Rijn duidelijk omvatting ten
doel heeft en dat, gezien van uit dezen ge
zichtshoek, het front langs den Boven-Rijn
geenszins het karakter draagt van een se
cundair oorlogstooneel.
Hoe sterk de Duitsche superioriteit in de
lucht is, wordt wederom bewezen in de
cijfers van het legerbericht dat tegenover
een totaal verlies van 59 vijandelijke vlieg
tuigen de vermissing stelt van drie eigen
toestellen. Daarmede heeft de tegenstander
sedert den aanvang van de nieuwe aanvals-
operaties, dus na het einde van den slag in
Vlaanderen, binnen een week 515 vliegtui
gen verloren, waartegenover een Duitsch
verlies in hetzelfde tijdvak van 58 toestellen
staat.
DE POSITIE VAN JOEGO-SLAVIE.
Naar aanleiding van de Italiaansche
oorlogsverklaring schrijft de „Vreme" in
een hoofdartikel, dat Joego-Slavië begrij
pelijkerwijze geen enkele reden heeft zijn
totdusver aangenomen houding te veran
deren, daar het vanaf het eerste oogen
blik sedert het uitbreken van den oorlog
op krachtige wijze zijn besluit kenbaar
heeft gemaakt buiten den strijd der groote
mogendheden te blijven.
De verklaring van Mussolini dat Italië
geen enkele bedoeling heeft den oorlog tot
andere staten uit te breiden, is te Belgrado
met groote voldoening vernomen.
JAPANSCHE WOORDVOERDER OVER
GEBEURTENISSEN IN NED.-INDIE.
Ongewenschte belangstelling.
Inzake door Japansche bladen gemelde
gebeurtenissen in Nederlandsch-Indië,
heeft de woordvoerder van het Japansche
departement van marine verklaard, dat de
beschieting van Japansche visschersbooten
en de landing van Britsche troepen in
het oostelijke deel van Java nog niet be
vestigd zijn. Mochten de berichten evenwel
juist blijken te zijn, dan kan Japan, aldus
de woordvoerder, deze gebeurtenissen
niet voorbij zien, want juist op het oogen
blik zou hieraan als „precedent" de groot
ste beteekenis moeten gehecht worden.
DEBAT IN DEN AMERIKAANSCIIEN
SENAAT.
Uit Washington wordt door het D.N.B. ge
meld: Bij een debat over de buitenlandsche
politiek in den senaat heeft de democraat
Holt talrijke met name genoemde Amerika
nen van ophitsing tot oorlog beschuldigd.
Indien deze individuën, aldus zeide hij, naar
Europa gaan en Hitier tot staan willen bren
gen, zal de senaat daar geen bezwaar tegen
maken, maar menschen, die, zonder zichzelf
bloot te stellen, de Amerikaansche jeugd op
de Europeesche slagvelden willen offeren,
zijn laffe land verrad ex-s. Holt onthulde, dat
het „comité tot verdediging van Amerika
door hulpverleening aan de geallieerden" in
April tijdens een geheime bijeenkomst te
New-Yox-k is ingesteld door een groep, waar
toe o.m. Fred. Coudert, vroeger juridisch
raadgever van de Britsche ambassade, en
Thomas Lamont, compagnon van den ban
kier Morgan behoorden. Laments ophitsing
tot oorlog, aldus vervolgde Holt, is een ge
volg van zijn beleggingen in Europa.
De democraat Wheeler verklaarde, dat
iedere stap, welke de regeering doet, ten
doel heeft het land in oorlog te brengen. In
Engeland ziet men in Roosevelts belofte tot
materieele hulpverleening het voornemen
tot deelneming aan den oorlog. Daartegen
over behoort Amerika duidelijk te verklaren,
dat de groote meerderheid van den senaat
niet voor oox-log zal stemmen en dat de Ver-
eenigde Staten niet aan den oorlog zullen
deelnemen.
In het verdere veiioop van de buiten
landsche politieke debatten in den Senaat
verklaarde de democratische senator Clark
o.a.: De dagbladadvertenties, die op het
oogenblik in grooten getale verschijnen en
voor hulpverleening aan de westelijke
mogendheden pleiten, zijn een „on-Ame-
rikaansche" activiteit, welke de Ameri
kaansche bevolking op een dwaalspoor
brengt. Hij eischte, dat een commissie zou
onderzoeken waar de advertenties van
daan komen en wie ze betaalt. De demo
cratische senator Holt vroeg, of het reeds
zoover gekomen is, dat de Vereenigde
Staten moeten vx-eezen, bij het voeren van
een politiek die met de Amerikaansche
belangen overeenkomt, iemand te Londen
op de teenen te trappen. Holt oefende
voorts critiek uit op een rede van den
Amerikaanschen ambassadeur in Parijs,
Bullitt, waarbij hij de vraag stelde, of een
senator geloofde, „dat Bullitt de belangen
van de Vereenigde Staten evenzeer behar
tigt als die van Frankrijk". De democra
tische senator Wheeler sprak zich scherp
uit tegen het deelnemen van de Vereenig
de Staten aan den oorlog, waarbij hij op
merkte, dat de deelneming van Amerika
de democratie niet zou redden doch ver
nielen.
ZWITSERSCH PROTEST BIJ
FRANKRIJK.
Het Zwitsersche politieke departement
deelt aan het Zwitsersche telegraaf agent
schap het volgende mede:
Aangezien het onderzoek der bestand-
deelen van de op 5 Juni in de streek van
Krezulingen en Tegerwillen neergeworpen
bommen bewezen heeft, dat zij van Fran
sche herkomst waren, is het Zwitsersche
gezantschap in Frankrijk opdracht gege
ven om bij de Fransche regeering een pro
test in te diénen en alle rechten op schade
vergoeding voor te behouden.
De Zwitsersche gezant in Frankrijk heeft
verder instructie gekregen tegelijkertijd
te eischen, dat van Fransche zijde de
noodige maatregelen zouden worden ge
nomen om een herhaling van schendingen
van het Zwitsersche luchtruim door Fran
sche vliegtuigen te verhinderen.
De TERUGKEER DER AMERIKANEN.
Het Amerikaansche s.s. Excambion is
van Italië te Boston aangekomen met re-
patrieerende Amerikanen. Het schip had
verder goud uit Zuid-Slavië en Zwitser
land tot een bedrag van vijf millioen dol
lar aan boord.
BOUW VAN AMERIKAANSCHE
OORLOGSSCHEPEN.
Het ministerie van marine heeft opdracht
gegeven tot den bouw van twee slagschepen
van 45.000 ton en van 20 andere oorlogssche
pen en hulpschepen. De kosten van dezen
bouw bedragen in totaal 327 millioen dollar.