DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Koning Leopold spaarde zijn volk een nog zwaarder bloedoffer. De positie van Turkije. De capitulatie van een Fransche legergroep. Wat de Engelschen in IJmuiden uitvoerden. De strijd aan Somme en Seine. Scheepvaartverkeer door het Suez-kanaal gestaakt. De interneering te Ooltgensplaat. De Giornale d'ltalia over Engeland. Het Duitsche legerbericht. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IENs Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HLRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 138 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 13 Juni 1940 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142e Jaargang Vlaanderen zegt: „De koning heeft goed gedaan". Een bijzonder manifest, opgesteld door vooraanstaande Vlamingen, typeert de stemming, welke er op dit oogenblik onder het Vlaamsche volk heerscht. Het veroor deelt in krachtige taal de vlucht der Bel gische regeering, die- haar koning heeft verloochend en het huldigt koning Leo pold. Het luidt aldus: „De koning is te midden van onze soldaten gebleven. Hij was loyaal in zijn politiek van neutrali teit. Hij was loyaal in den strijd. Toen het leger, tengevolge van gebrek aan doel matige hulp tegenover een verpletterende overmacht omsingeld was op ons laatste stukje grondgebied was hij loyaal tegen over ons volk. Als opperbevelhebber van het Belgische leger, heeft hij geoordeeld dat het in geweten niet geoorloofd was honderdduizend jonge mannen nutteloos te slachten. De beslissing tot capitulatie werd met eenparigheid „bijgetreden" door den generalen staf. De koning is zijn eed van getrouwheid aan het land volledig nagekomen. De koning heeft goed gedaan. De regeering en de volksmandatarissen die haar hebben gevolgd, hebben land en volk verlaten en terwijl zij, gesteund door het geldelijk bezit van het land, dat zij meenamen, in veiligheid honderden kilo meters verder dan Parijs vertoefden, heb ben zij beslist, dat onze jongens op het front den bloedigen onmensehelijken strijd moesten voortzetten tot den dood. Zij heb ben den koning verloochend, zij ontheffen zichzelf en den ambtenaar van hrn eed van getrouwheid aan den koning. Zij zullen morgen misschien nog verder vluchten, maar zij zullen die duizenden jongeman nen, door hen onwettig verplicht de wijk te nemen naar Frankrijk of naai Engeland, doen vechten en sterven voor hun en voor andermans belangen. Wij ontkennen aan de regeering alle recht om op afstand beslissingen te nemen over toestanden, die zij niet kan beoordee- len. Diep tragisch was het oogenblik, toen koning Leopold kort na de capitulatie, die een uitroeiing van de bloem der Belgische jeugd voorkwam, tegen de weinige getrou wen, die hem nog omringden, verklaarde, dat hij het ergste van alles nog vond, dat zijn kinderen, die nu in Frankrijk vertoe ven, zal worden verteld, dat hun vader een verrader is. Moge de dankbaarheid van het Vlaam sche volk den koning in deze voor hem zoo zware tijden een troost zijn. Men verwacht in Berlijn, dat Turkije verstandig zal zijn. De diplomatieke medewerker van de Ber liner Börsenzeitung, wijdt een artikel aan de tegenwoordige positie van Turkije. In Duitschland, zoo schrijft hij, heeft men zich nooit laten afbrengen van de verwach ting, dat Turkije zijn ware belangen zou inzien. Duitschland wenscht ook thans niet het proces der aanpassing aan den veran derden toestand te verstoren en gunt het Turksche volk iedere ontspanning en kal meering in zijn buitenlandsch politieke en economische situatie. Men wenscht de Turksche politiek op den grondslag van vreedzame ontwikkeling ge consolideerd te zien. Hoewel men begrijpt, dat van de zijde der westelijke mogendheden de rede van den Turkschen min.-president om propa gandistische redenen zoo wordt uitgelegd, dat „het lot van Turkije als tot dusver ver bonden is met dat der geallieerden", ge looft men te Berlijn toch, dat het Turksche volk te realistisch is, om van zijn kant van zulk een lotsgemeenschap te doen blijken. De lijst van landen, die het slachtoffer van Britsche garantie, en bijstandbelofteg», ge worden zijn, is naar Duitsche meeninï' reeds zoo groot geworden, dat nergens nog de neiging kan bestaan, den door hen afgeleg- den lijdensweg te betreden. Zooals de zaken er thans voor staan, kan met zekerheid verwacht worden, dat in de toekomst nog minder dan tot dusver in de economische situatie van Turkije door de westelijke mogendheden verlichting kan worden gebracht. Om al deze redenen is men te Berlijn er van overtuigd, dat een politieke en econo mische inventarisatie van Turkije zal lei den tot nuchtere en op de werkelijkheid gebaseerde constateeringen, die op de al- gemeene consolideering van het land slechts van gunstigen invloed kunnen zijn. Meer dan 20.000 gevangenen. Uit het hoofdkwartier van den Führer wordt door het oppercommando der weer macht bekend gemaakt: De bij St. Valery ingesloten Fran sche groep strijdkrachten heeft na het mislukken van verdere pogingen om over zee de troepen weg te voeren, gecapituleerd. Een Fransche generaal, die het bevel voert over een leger corps, een Engelsche en vier Fransche divisiecommandanten hebben zich overgegeven. Het aantal der gevange nen bedraagt reeds meer dan 20.000. Het buitgemaakte materiaal aan werktuigen en wapenen is onover zienbaar. Egypte verbreekt diplomatieke betrekkingen met Italië. De Kamer hechtte haar goedkeuring aan het voorstel. Ovei-eenkomstig de procedure, die door de Egyptische regeering is gevolgd bij de En gelsche oorlogsverklaring aan Duitschland heeft de minister-president, Maher Pasja, de Egyptische Kamer voorgesteld de diploma tieke betrekkingen met Italië te verbreken. De Kamer hechtte haar goedkeuring aan het voorstel. De Hollanders schoten op de Engel schen. Volgens mededeelingen van de IJmuiden- sche bevolking aan de redactie van de D. Z. gedaan, liepen op Dinsdag 15 Mei tegen 20 uur 's avonds drie Britsche torpedobooten en een kleiner oorlogsschip de haven bin nen. Eenige honderden Engelschen haastten zich aan wal en verdeelden zich over de ge heele haven. Met groote meesterschap openden zij de ventielen der in de haven liggende groote schepen en in weinig minuten lag een pas sagiersschip van 10.000 ton in de havenin gang aan den grond en een schip van 8000 ton zonk verder in de haven. Spoedig werden deze schepen gevolgd door meerdere waardevolle koopvaardij schepen en eenige moderne Hollandsche mij nenvegers. Met eenige bevreemding had de comman dant van het havenfort, kapitein de Bonte, de vernielingen door de Engelsche bondge- nooten aangezien. Hij trad in onderhande ling met den Britschen bevelhebber, die hem mededeelde, dat de Engelsche soldaten hier op last van het Opperbevel optraden. Het werd na dit vrij vruchtelooze onder houd al duidelijker, dat de Engelschen ook de groote koelhuizen in de lucht wilden la ten springen. Zij brachten groote ladingen dynamiet aan en bereidden blijkbaar alles voor op een krachtige explosie, nadat zij zelf de haven zouden hebben verlaten. Nogmaals stelde kapitein de Bonte zich in verbinding met den Engelschen bevelvoer der. Tusschen deze beide mannen schijnen toen wel zeer harde woorden te zijn geval len. De Nederlandsche officier, die aan toonde, dat een opblazen van de vriesinstal- laties de totale vernietiging van IJmuiden zou beteekenen en wees op de gevaarlijke nabijheid van de ammoniakfabriek, behaal de tenslotte de overwinning. De tijdbom, welke aan het bestaan van IJmuiden een einde had moeten maken, werd niet gelegd! Intusschen waren de Hollandsche mili tairen wantrouwend geworden en toen zij de Engelschen zich bij de sluizen zagen verza melen en door de ontploffingen daar over tuigd werden, dat de Britsche soldaten de sluizen, die een groot deel van Noordhol land tegen het zeewater beschermen, tracht ten te vernietigen, grepen zij hun geweren en sleepten een mitrailleur aan, waarmede zij het vuur op de Engelsche openden. Een Engelsche officier stortte doodelijk ge troffen voorover in het water en de Britten zochten onder den Hollandsehen kogelregen haastig een toevlucht op hun schepen, die onder hevig vuur de haveningang bereikten. Zij dachten echter nog niet aan vluchten, doch gingen over tot de beschieting van de hoogovens en de sluizen, echter zonder resultaat. Men moet, zegt de Deutsche Ztg. in alle ernst aannemen, dat de Britten van meening waren met de onderwaterzetting van Am sterdam en Haarlem den Duitschen op- marsch te kunnen stuiten. CHURCHILL EN EDEN NAAR FRANKRIJK. Churchill, de minister van oorlog, Eden, en de chef van den generalen staf, Dill, hebben zich Dinsdag naar Frankrijk bege ven, waar zij hebben beraadslaagd met Rey- naud, Petain en Weygand. Gister zijn zij weer naar Engeland teruggekeerd. Gedurende acht dagen 100 K.M. terrein gewonnen. Naar van bevoegde militaire zijde aan het D. N. B. wordt meegedeeld, heeft de Duitsche rechtervleugel aan den beneden loop van de Somme tot aan den beneden loop van de Seine, gedurende de eerste 8 dagen van het nieuwe Duitsche offensief in het W. reeds meer dan 100 k.m. terrein gewonnen. De oprukkende beweging heeft echter ook op het andex-e front belangrijke terreinwinst opgeleverd. Het geheele re sultaat van de eerste week van het groote Duitsche offensief in Noord-Frankrijk kan derhalve als volgt worden samengevat: 1. Een doorbraak in grooten stijl werd tot stand gebracht, welke ten deele tot een versplintering en een omsingeling van Fransche legerafdeelingen, in elk geval echter tot het terugwerpen van het Fran sche front tusschen het Kanaal en de Champagne heeft geleid. 2. Achter het terugvloeiende Fransche front wordt de Fransche hoofdstad thans onmiddellijk bedreigd, terwijl het uit de stad naar alle richtingen uitstralende ver- keersnet ten noordwesten, ten noorden en ten oosten van de stad volkomen is ver stoord. De beide voor de ravitailleering van Parijs en Noord-Frankrijk onmisbare havens aan het Kanaal, Havre en Cher bourg, liggen onder de voortdurende be dreiging van het Duitsche luchtwapen eix hebben op hun kaden en aan hun haven installaties reeds ernstig schade geleden. 3. Door het deelnemen van Italië aan den oorlog tegen Frankrijk en Engeland moet Frankrijk thans xn eigen land een strijd op twee fronten voeren. Bovendien is de toevoer van menschen en materiaal uit zijn bezittingen in Noord-Afrika door de Mid- dellandsehe zee zeer in gevaar gebracht. Ook Engeland heeft in de Middellandsche Zee zijn eersten slag, in den vorm van een sterken en succesvollen aanval van het Italiaansche luchtwapen op het Britsche vlootsteunpunt Malta reeds ontvangen. 4. Weliswaar heeft Engeland vele fraaie woorden over het Kanaal tot Frankrijk gericht, maar van een practischen Engel schen steun hebben de Franschen nog niets bespeurd. Men kan toch nauwelijks aannemen, dat Frankrijk de verwoesting van Fransche steden achter het Duitsche front, die zou zijn geschied en waarvan het Britsche luclxtwapen met groote vol doening melding heeft gemaakt, door Frankrijk als zeer doeltreffende hulp wordt beschouwd. Aan den anderen kant heeft het Duitsche luchtwapen ook tijdens de jongste operaties herhaaldelijk Britsche vliegvelden met succes aangevallen. De aanval van Duitsche motortorpedobooten op de Britsche oostkust zal den Engel schen hebben bewezen, dat ook de Duit sche oorlogsmarine zich tot taak heeft gesteld, in de oostelijke Britsche wateren voortdurend onrust te zaaien. Tevens zal Engeland hierdoor zijn gebleken, hoe klein zijn macht in de Noordzee is geworden. Het geldt niet voor Engelsche oorlogsschepen. In Caïro is gisteren officieel bekend ge maakt, dat het scheepvaartverkeer door het Suezkanaal is gestaakt. Slechts Engelsche oorlogsschepen mogen dit kanaal bevaren. De heer W. N. A. Kröller te Rotterdam, een van de 21, die verleden maand te Oolt gensplaat geïnterneerd werden, heeft een verklaring gezonden aan het A. N. P. waar uit blijkt, dat hij het niet noodig acht zich te rehabiliteeren aangezien „geen enkel be wijs" tegen hem voorhanden is en ook niemand hier te lande aanwezig is van wien hij eenig bewijs kan eischen, terwijl een fluistercampagne aan elke eerlijke recht spraak ontsnapt. Daarentegen is hij van oordeel dat degene, die hierin zich te reha biliteeren heeft jhr. mr. D. J. de Geer is, die buitenslands vertoeft en dus over de zeer geruchtmakende beschuldiging, die onnoemelijk veel leed over talloos velen heeft gebracht en die thans bewezen zou moeten worden, helaas hier niet ter verant woording kan worden geroepen. DE JAPANSCHE BEZETTING VAN ITSJANG. De Japansche bezetting van Itsjang aan de Yangtze-rivier, halfweg tusschen Han- kau en Tsjoengking, heeft de Chineesche troepen in het centrum des lands in een noordelijke en een zuidelijke afdeeling ge splitst. Tusschen 1 Juni, toen de Japannee- zen de rivier Han overstaken, tot 12 Juni, toen zij Itsjang innamen, zijn er 18.000 Chi- neezen gesneuveld, ?531 krijgsgevangen ge maakt en is een enorme hoeveelheid oor logsmateriaal buitgemaakt. Engeland is vijand nummer één. Engeland is voor Italië vijand nummer één, aldus de „Giornale d'ltalia" in het hoofdartikel van heden, waarin het blad betoogt, dat de rede van den Britschen minister van voorlichting Duff Cooper heeft bewezen, welk een diepe verachting het Italiaansche volk van de zijde van de Britsche bewindslieden ten deel valt. De jacht op Italianen in alle Britsche steden bewijst hoe sterk de blinde haat van de Britsche natie tegen het Italiaan sche volk is. Telkens als Italië een poging deed om zijn nationale belangen te behar tigen, is het op zijn weg steeds op het misprijzen en op de agressiviteit van En geland gestuit. Deze tientallen jaren lang door Engeland aangenomen - houding, waarvan de laatste episode wordt gevormd door de gewelddadige en bloedige betoo gingen tegen rustige, arbeidzame Italia nen, die in Engeland door den oorlog werden verrast, bewijst allen in Italië dat Engeland zonder twijfel „vijand nummer De naar de Kanaalkust gedrongen troependeelen volkomen afgesneden. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: De snelle opmarsch van de op den recht- schen Duitschen aanvalsvleugel sterke Duitsche pantserstrijdkrachten en snelle eenheden naar den benedenloop van de Seine doet, dank zij de superieure samen werking tusschen leger en luchtmacht zijn gevolgen reeds in tweevoudige richting ge voelen. De naar de Kanaalkust weggedron gen vijandelijke troependeelen zijn volko men afgesneden en bevinden zich in een toestand, die zeer veel lijkt op dien van Duinkerken. Er worden hier ook reeds wanhopige po gingen ondernomen om deze troepen op transportschepen, kleine stoomschepen en visschersbooten in veiligheid te brengen en te onttrekken aan de vernietiging. De opmarsch naar den benedenloop van de Seine is verder van beslissende beteekenis voor het Fransche economi sche leven, omdat daardoor thans alle via Le Havre en Rouaan tot dusver binnengekomen overzeesche transpor ten onmogelijk zijn gemaakt en weg gedrongen worden naar andere, slech tere havens van de Fransche westkust. De buitengewone beteekenis van Le Havre als belangrijkste Fransche haven aan den Atlantischen Oceaan blijkt alleen al uit het feit, dat verreweg het grootste deel der Fransche petroleumimporten over de Seine opvoer. Ook bijna de geheele katoeninvoer van Frankrijk liep over Le Havre en Rouaan. Ten slotte hadden deze beide ste den als opslagplaatsen voor den Engelschen steenkoolinvoer groote beteekenis voor de geheele industrie van midden-Frankrijk. Het verleggen van deze belangrijke grond stofimporten naar andere havens aan den Atlantischen Oceaan en de Middellandsche Zee is echter reeds daarom niet zonder meer mogelijk, omdat noch in Cherbourg, noch in Bordeaux of Marseille voldoende opslaginstallaties en geschikte transportmo gelijkheden zijn. Aan den Boven-Rijn. In verband met de hevige artilleriege- ve.chten aan het Z. front langs den Boven- Rijn, waarop de legerberichten der laatste dagen niet nader zijn ingegaan, moet er op gewezen worden, dat het geheele verloop van het Duitsche front tusschen het Kanaal en den Boven-Rijn duidelijk omvatting ten doel heeft en dat, gezien van uit dezen ge zichtshoek, het front langs den Boven-Rijn geenszins het karakter draagt van een se cundair oorlogstooneel. Hoe sterk de Duitsche superioriteit in de lucht is, wordt wederom bewezen in de cijfers van het legerbericht dat tegenover een totaal verlies van 59 vijandelijke vlieg tuigen de vermissing stelt van drie eigen toestellen. Daarmede heeft de tegenstander sedert den aanvang van de nieuwe aanvals- operaties, dus na het einde van den slag in Vlaanderen, binnen een week 515 vliegtui gen verloren, waartegenover een Duitsch verlies in hetzelfde tijdvak van 58 toestellen staat. DE POSITIE VAN JOEGO-SLAVIE. Naar aanleiding van de Italiaansche oorlogsverklaring schrijft de „Vreme" in een hoofdartikel, dat Joego-Slavië begrij pelijkerwijze geen enkele reden heeft zijn totdusver aangenomen houding te veran deren, daar het vanaf het eerste oogen blik sedert het uitbreken van den oorlog op krachtige wijze zijn besluit kenbaar heeft gemaakt buiten den strijd der groote mogendheden te blijven. De verklaring van Mussolini dat Italië geen enkele bedoeling heeft den oorlog tot andere staten uit te breiden, is te Belgrado met groote voldoening vernomen. JAPANSCHE WOORDVOERDER OVER GEBEURTENISSEN IN NED.-INDIE. Ongewenschte belangstelling. Inzake door Japansche bladen gemelde gebeurtenissen in Nederlandsch-Indië, heeft de woordvoerder van het Japansche departement van marine verklaard, dat de beschieting van Japansche visschersbooten en de landing van Britsche troepen in het oostelijke deel van Java nog niet be vestigd zijn. Mochten de berichten evenwel juist blijken te zijn, dan kan Japan, aldus de woordvoerder, deze gebeurtenissen niet voorbij zien, want juist op het oogen blik zou hieraan als „precedent" de groot ste beteekenis moeten gehecht worden. DEBAT IN DEN AMERIKAANSCIIEN SENAAT. Uit Washington wordt door het D.N.B. ge meld: Bij een debat over de buitenlandsche politiek in den senaat heeft de democraat Holt talrijke met name genoemde Amerika nen van ophitsing tot oorlog beschuldigd. Indien deze individuën, aldus zeide hij, naar Europa gaan en Hitier tot staan willen bren gen, zal de senaat daar geen bezwaar tegen maken, maar menschen, die, zonder zichzelf bloot te stellen, de Amerikaansche jeugd op de Europeesche slagvelden willen offeren, zijn laffe land verrad ex-s. Holt onthulde, dat het „comité tot verdediging van Amerika door hulpverleening aan de geallieerden" in April tijdens een geheime bijeenkomst te New-Yox-k is ingesteld door een groep, waar toe o.m. Fred. Coudert, vroeger juridisch raadgever van de Britsche ambassade, en Thomas Lamont, compagnon van den ban kier Morgan behoorden. Laments ophitsing tot oorlog, aldus vervolgde Holt, is een ge volg van zijn beleggingen in Europa. De democraat Wheeler verklaarde, dat iedere stap, welke de regeering doet, ten doel heeft het land in oorlog te brengen. In Engeland ziet men in Roosevelts belofte tot materieele hulpverleening het voornemen tot deelneming aan den oorlog. Daartegen over behoort Amerika duidelijk te verklaren, dat de groote meerderheid van den senaat niet voor oox-log zal stemmen en dat de Ver- eenigde Staten niet aan den oorlog zullen deelnemen. In het verdere veiioop van de buiten landsche politieke debatten in den Senaat verklaarde de democratische senator Clark o.a.: De dagbladadvertenties, die op het oogenblik in grooten getale verschijnen en voor hulpverleening aan de westelijke mogendheden pleiten, zijn een „on-Ame- rikaansche" activiteit, welke de Ameri kaansche bevolking op een dwaalspoor brengt. Hij eischte, dat een commissie zou onderzoeken waar de advertenties van daan komen en wie ze betaalt. De demo cratische senator Holt vroeg, of het reeds zoover gekomen is, dat de Vereenigde Staten moeten vx-eezen, bij het voeren van een politiek die met de Amerikaansche belangen overeenkomt, iemand te Londen op de teenen te trappen. Holt oefende voorts critiek uit op een rede van den Amerikaanschen ambassadeur in Parijs, Bullitt, waarbij hij de vraag stelde, of een senator geloofde, „dat Bullitt de belangen van de Vereenigde Staten evenzeer behar tigt als die van Frankrijk". De democra tische senator Wheeler sprak zich scherp uit tegen het deelnemen van de Vereenig de Staten aan den oorlog, waarbij hij op merkte, dat de deelneming van Amerika de democratie niet zou redden doch ver nielen. ZWITSERSCH PROTEST BIJ FRANKRIJK. Het Zwitsersche politieke departement deelt aan het Zwitsersche telegraaf agent schap het volgende mede: Aangezien het onderzoek der bestand- deelen van de op 5 Juni in de streek van Krezulingen en Tegerwillen neergeworpen bommen bewezen heeft, dat zij van Fran sche herkomst waren, is het Zwitsersche gezantschap in Frankrijk opdracht gege ven om bij de Fransche regeering een pro test in te diénen en alle rechten op schade vergoeding voor te behouden. De Zwitsersche gezant in Frankrijk heeft verder instructie gekregen tegelijkertijd te eischen, dat van Fransche zijde de noodige maatregelen zouden worden ge nomen om een herhaling van schendingen van het Zwitsersche luchtruim door Fran sche vliegtuigen te verhinderen. De TERUGKEER DER AMERIKANEN. Het Amerikaansche s.s. Excambion is van Italië te Boston aangekomen met re- patrieerende Amerikanen. Het schip had verder goud uit Zuid-Slavië en Zwitser land tot een bedrag van vijf millioen dol lar aan boord. BOUW VAN AMERIKAANSCHE OORLOGSSCHEPEN. Het ministerie van marine heeft opdracht gegeven tot den bouw van twee slagschepen van 45.000 ton en van 20 andere oorlogssche pen en hulpschepen. De kosten van dezen bouw bedragen in totaal 327 millioen dollar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1