Een Alkmaarsche uitvinding. Waar hebben ze jou gepakt? Nationaal hulpcomité 1940. Een burger als krijgsgevangene. EERSTE BLAD. 2 Alkmaar, Donderdag. EEN GEVAARLIJKE HOND. Gistermiddag omstreeks drie uur werden eenige jongens, die in het Heilooërbosch speelden, aangevallen door den hond van den boschwachter. Wanneer de jongens wa ren blijven staan zou er wellicht niets ge beurd zijn, maar ongeveer twaalf jarige jongens maken natuurlijk dat zij wegko men en het gevolg daarvan is geweest, dat een van hen, een zoontje van den heer K. zoo in het achterdeel werd gebeten, dat ge neeskundige hulp moest worden ingeroepen. Een Alkmaarsche medicus heeft de twee wonden waarvan er één vrij diep was ontsmet en verbonden. Het is te begrijpen, dat de kinderen vol komen overstuur waren. Nadat de jongens in een garage van den heer K. gevlucht waren is de hond daar binnengedrongen en heeft een gevecht met den aanwezigen hond geleverd. De boschwachter beweert de jongens te hebben toegeroepen, dat zij moesten stil staan, maar het is duidelijk, dat hij vol doende controle over zijn hond miste, en het dier niet behoorlijk is afgericht. Door den vader van den verwonden jongen is een klacht bij den officier van justitie ingediend. NIEUWE PLAGEN IN DEN TUINBOUW. Onze correspondent te Sint-Pancras schrijft ons: Terwijl het koolgewas nog vreeselijk lijdt onder de aardvlooienplaag, waardoor ge- heele akkers vroege kool in hun geraamte staan, is weer een nieuwe plaag opgetreden, n.l. mijter. Verschillende stukken vallen ge heel weg, terwijl weer andere akkers vele doode exemplaren tellen. Spoedige regen kan wellicht eenige verbetering geven. (Misschien zal de regen van heden uit komst brengen. Red.) NALEVING VAN VERKEERSREGELS. In aansluiting op de op Donderdag 30 Mei j.l. in dit blad vermelde publicatie betref fende het nauwkeurig naleven van de ver keersregels door alle weggebruikers (rechts- houden, het geven van teekens, het niet met 3 personen naast elkaar rijden enz.) wordt alsnog duidelijk onder de aandacht van het publiek gebracht dat door de politie streng verbaliseerend zal worden opgetreden tegen wielrijders, wier rijwielen niet voorzien zijn van het voorgeschreven helder wit gekleurde achterspatbord. VEREENIGING VAN SCHAPENHOUDERS. Zooals elders in dit nummer wordt aan gekondigd, wordt a.s. Zaterdag in het café Sleutel (aan den Dijk) een vergadering ge houden van de vereeniging van schapen houders in Nederland. Naar wij vernemen zullen op deze vergadering door den voor zitter mededeelingen worden gedaan in verband met een oproep dezer vereeniging, gedaan aan de schapenhouders, die op de Texelsche lammerenmarkt hadden aange voerd en toen slechts tegen lage prijzen konden verkoopen. Hun werd in dien op roep geadviseerd geen lammeren voor af- braakprijzen aan vleeschconservenf abrie ken te verkoopen. Voorts werd medege deeld, dat aan den uitvoer naar Duitschland wordt gewerkt. Verkoop liever aan onze kooplieden, die breken de markt niet af, aldus de oproep. De vergadering van Zaterdag zal onge twijfeld voor schapenhouders zeer belang rijk kunnen worden. ERNSTIGE AUTOBOTSING. Hedenmorgen omstreeks half 9 had op den Kennemerstraatweg in een flauwe bocht even voorbij den Heilooërdijk een botsing plaats tusschen een vrachtauto met aanhangwagen en een luxe auto. De vrachtauto kwam uit de richting Heiloo en was afkomstig uit de Haarlemmermeer. De luxe-auto, in dienst der marine, kwam uit den Helder. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor, maar de materieele schade van beide wagens was zeer groot. Van de vrachtauto waren o. m. de wielen afgeslagen. De schuldvraag is nog niet opgelost. Proces verbaal is opgemaakt. De berijder van een driewielige melk- bakfiets, die terzelfdertijd in de richting Heiloo reed, wordt verzocht zich bij de politie te melden. DE VERSTREKKING VAN VASTE BRANDSTOFFEN. De distributiedienst te Alkmaar deelt ons mede, dat ten opzichte van de verstrek king van vaste brandstoffen voor huis houdelijke kook-doeleinden alleen het on derstaande voorschrift geldt: Het Departement van Handel, Nijver heid en Scheepvaart maakt bekend, dat het aan gasfabrieken en handelaren tot nader order is toegestaan kolen en cokes af te leveren aan verbruikers, die voor huishoudelijke kook-doeleinden niet over andere brandstoffen, noch over gas en electriciteit beschikken, onder voorwaarde, dat de af te leveren hoeveelheden beperkt blijven tot een maximum gebruik gedurende één week. WEGEN EN KANALEN IN NOORDHOLLAND. Werkverschaffing bij den aanleg ingeschakeld. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben een verslag samengesteld, waarin zij een overzicht geven van de werkzaam heden aan de provinicale wegen en kanalen gedurende de afgeloopen maanden. Hieruit blijkt, dat de aanleg van den weg Haarlem- SchipholAmsterdamDiemenBussum goed vordert. De bouw van een hooge vaste brug over de Ringvaart van den Haarlem mermeerpolder nabij den Nieuweweg is na onderhandsche aanbesteding opgedragen voor 99.370. Het pontveer van de voorma lige dubbele ophaalbrug te Ouderkerk is be gin October 1939 in gebruik genomen. Ook de bovenbouw van de brug over de Keul- sche Vaart onder Diemen is gereed geko men. Het grondwerk voor het wegvak tusschen den weg Haarlem-Westzaan-Purmerend en den weg Zaandam-Limmen voltooid. De perceelen noodig voor den aanleg van het gedeelte tusschen den Krommenieërweg en Westknollendam zijn thans in handen van de provincie, zoodat binnenkort met den aan leg van de aarden baan zou kunnen worden begonnen. De aarden baan voor den nieuwen weg door den Broekermeerpolder is vrijwel gereed gekomen; de gefundeerde klinkerbestrating is nog in uitvoering. De aanleg van de aarden baan voor het weggedeelte tusschen den Omval bij Alk maar en de zuidelijke ringvaart van de Heerhugowaard en het aanbrengen van een gewalste fundeering voor de rijbaan en een rijwielpad in die aarden baan, ondervonden ernstige vertraging tengevolge van de bui tengewone omstandigheden. Ook het asfalt- teeringswerk van verschillende gedeelten van deze weg kon niet worden afgemaakt. De arbeid aan de kanaalwerken wordt eveneens voortgezet. De aansluiting van het kanaal OmvalHuigendijk aan het Noordhollandsch kanaal is in uitvoering; de uitkomende grond wordt gebruikt voor we genaanleg. Met de werken van de gemeente Broek op Langendijk en de Provincie Noordhol land, bestaande uit het maken van een schutsluis, van losplaatsen, van boordvoor- zieningen en van grond- en baggerwerken, werd kort geleden begonnen. De bruggen in den Hoofdweg van den Groetpolder en in den Lutjewinkelerweg kwamen gereed. De in werkverschaffing te maken kanaal vakken, aansluitende gedeelten weg en bij komende werken in de. gemeenten Oude Niedorp, Nieuwe Niedorp en Winkel, welke werken een onderdeel vormen van het ka naal OudkarspelKolhorn, werden voor ongeveer 55 pet. voltooid. De berken, bestaande in het maken van een gedeelte van het kanaal Alkmaar ZeswielenHuigendijk, het vernieuwen van de Halvemaansbrug en het maken van aansluitende dijk- en weggedeelten in de gemeente Oudorp, kwamen voor ongeveer drie vierden gereed. Ook te Alkmaar een comité gevormd. Op verzoek van het Nationaal Hulpcomité 1940 is ook te Alkmaar door samenwerking van de plaatselijke overheid en de afdee- lingsbesturen van het Nederlandsche Roode Kruis en het Nationaal Fonds voor Bijzon dere Nooden een Comité gevormd voor de in zameling van gelden voor de hulpverleening aan de burgerbevolking in Nederland, die door de oorlogvoering werd getroffen. Op Zaterdag 15 Juni j.l. zal daartoe een collecte worden gehouden, uitsluitend op straat. Doch om elkeen in huis in staat te stellen een bijdrage voor zijn getroffen landgenooten af te staan, wordt daarnaast, vóór dien datum huis aan huis een circu laire bezorgd met het verzoek in daarbij gevoegde zakjes een gift te doen. Deze zakjes zullen Maandag 17 en zoonoodig Dinsdag 18 Juni e.k. worden teruggehaald. Geeft het zakje aanstonds een zichtbare plaats in Uw huiskamer, dit zij een aanmoe diging voor U en Uwe huisgenooten gedu rende eenige dagen Uw giften te verzame len te vergrooten zoo mogelijk! Geeft na ernstig nadenken!!! Bij de overdenking immers van al het leed, dat anderen trof, zal het niet moeilijk vallen een gave voor hen af te zonderen. Hierbij blijken tevens de eenheid van ons volk en de dankbaarheid, die ons vervult voor wat wij mochten behouden. Het Werk-Comité voor de inza meling ten bate van het Nationaal Hulpcomité 1940 te Alkmaar, P. A. DE LANGE, Voorzitter. G. VAN SLINGERLAND, Vice-Vcorz. G. FIGEF, Secretaris. Mr. A. F. JOS. JITTA, Penningm. VERHUUR TERREIN TEN Z. O. VAN HET DR. SCHAEPMANPLEIÜ AAN HET RIJK. In bijlage no. 51 schrijven B. en W.: Bij de onderhandelingen met het Rijk over de voorwaarden en bepalingen, waar onder de verhuring, ten behoeve van de op stelling van barakken, van het perceel bouwterrein, kadastraal bekend gemeente Alkmaar, sectie F., nrs. 3096 (ged.) en 1337 (ged.), ter grootte van ongeveer 1 HA., ge legen ten Zuid-Oosten van het Dr. Schaep- manplein, waartoe is besloten in de raads vergadering van 25 Januari 1940, zal moe ten plaats vinden, is van de zijde van het Rijk de wensch naar voren gebracht, dat de verhuring niet zal geschieden voor een termijn van ten hoogste 2 jaren, zooals in Uw bovenvermeld besluit is neergelegd, doch voor onbepaalden tijd, met dien ver stande, dat de huur ten hoogste loopen zal tot 4 maanden na demobilisatie van de weermacht. Bij nadere overweging komt het ook ons voor, dat het inderdaad meer in overeen- Een winkelier te Alkmaar heeft een ont dekking gedaan, die in dezen tjjd van distributie-stamkaarten, van tekorten en rantsoeneeringen van bijzondere beteekenis is en men zal in den lande weldra opnieuw kunnen getuigen, dat van Alkmaar weder om de victorie is uitgegaan. Hij heeft een dame, die blootbeens bij hem was gekomen, niet de gevraagde kou sen kunnen leveren, maar nadat hij er zich van overtuigd had welke kleur deze cliënte in normale tijden prefereerde, heeft hij een schilderspalet en een paar tubetjes verf ge nomen en is aan het mengen gegaan. Hij heeft op de beenen dier dame een paar kousen geschilderd en het resultaat was een zoo natuurgetrouwe weergave, dat het „net echt" was. Vooral tegen het inval len van de duisternis is deze beschilderde dame niet van een onbeschilderde te onder scheiden en wie zich goed indenkt wat er hier eigenlijk gebeurd is, zal moeten toege ven, dat door de inspiratie van dezen han- digen zakenman voor de tweede maal het ei van Columbus ontdekt is. Niet, dat er hier tot dusverre nog geen beschilderde dames geweest zijn al zaten ze in het buitenland dan ook heel wat soli der onder de verf maar het schilderwerk het poeder- en schminkwerk beperkte zich tot dusver tot het hoofdeinde en voorname lijk tot de wenkbrauwen en zoolang er nog geen geschilderde hoedjes op de hoofdjes stonden kon men veilig aannemen, dat het experiment meer een vrijwillige schoon heidskuur was dan dat het door den nood der tijden werd geboden. Tegenwoordig is dat allemaal anders. De mode heeft al lang bewezen, dat dameskou sen niet voor de warmte maar voor de schoonheid gedragen worden en het doet er dus weinig toe of ze van wol, van zijde of van verf zijn. Het komt er alleen maar op aan, dat de manufacturier ze, buiten de distributiestamkaart om, voortaan in olie verf en niet in waterverf levert om te voor komen, dat men na iedere regenbui dames met afgezakte kousen ziet loopen. Het groote voordeel voor de cliënte is, dat er voortaan geen gaten meer gestopt en ladders opgehaald moeten worden en dat er in den tijd, welke daaraan tot dusverre besteed werd, voortaan heel wat nuttiger werk voor staat en maatschappij verricht zal kunnen worden. Trouwens, de uitvinding van dezen een- voudigen Alkmaarschen winkelier is niet alleen voor onze economie maar ook voor de kunst van de allergrootste beteekenis. Er zijn natuurlijk op dit gebied zekere gren zen, welke men, zelfs in den tijd van de grootste tekorten op textielgebied, nauw keurig in acht zal moeten nemen. Het is on doenlijk om de klanten met japonnen en colbertcostuums naar maat te beschilderen mede omdat de dames niet altijd in de zelfde ,jurk" willen verschijnen en ook het aangeschilderde schoeisel levert groote moeilijkheden op omdat men de tee- nen niet kan camoufleeren en dergelijke schoenen alleen op het strand bruikbaar zijn, dus in den tijd, dat men toch altijd de zoogenaamde zomerschoenen zal kunnen koopen. Maar toch, er zal nog heel wat geschil derd kunnen worden en als wij dat beden ken komt onwillekeurig de vraag naar voren: lig hier niet een nieuwe bestaans mogelijkheid voor onze beeldende kunste naars? Wij geven op het oogenblik zomerpost- zegels uit om onze schilders door den nood der tijden heen te helpen, maar zooals er in echte kousen allerlei kwaliteiten zijn, zoo zal er toch ook wel verschil zijn tusschen de -creatie van een manufacturiersbediende en de kous, die door een echten kunstschil der op het been gebracht wordt. Er zijn tot dusverre kousen van kunstzijde geweest en de kunst was dus op kousengebied al een beetje ingeschakeld, maar er zal ook voor onze noodlijdende schilders heel wat te be reiken zijn en wie met een echte Kees van Dongen-kous wil loopen zal er voor moeten betalen, maar dan ook het genoegen heb ben, dat zij de jalousie van al haar vrien dinnen kan opwekken. Voor de mannen uitgezonderd dan de manufacturiers en de schilders is het vraagstuk van minder beteekenis omdat een man gewoonlijk niet met bloote beenen loopt en dus als schildersobject niet in aan merking komt. Maar toch, waarom zouden wü, mannen, ook niet een stapje op den weg van het ge zichtsbedrog zetten? Waarom zouden wij ons niet, stuk voor stuk, een hagelwitte boord om den hals laten schilderen? Het is een beetje lastig met het strikken van dassen en zoo, maar ook daarop zal wel weer wat gevonden worden en een ge schilderde boord heeft niet alleen het voor deel, dat hij niet kreukt, niet vuil wordt en dus niet in de wasch moet, maar bovendien, dat men zich 's morgens niet behoeft te er geren aan de boordenknoopjes en veel vroe ger aan het ontbijt kan verschijnen. Het lastige is, dat men met een boord aan naar bed moet, maar ook de dames met de beschilderde kousen moeten iets dergelijks meemaken en zij schijnen er evengoed om te kunnen slapen. Het is alleen maar de vraag: wie neemt het initiatief? Wij zullen dezen onverschrokken pionier na enkele dagen van experimenteeren gaar-, ne op ons bureau ontvangen, want wij zijn er van overtuigd, dat onze lezers niet al leen nieuwsgierig zijn naar zijn eigen in drukken, maar vooral naar de vraag hoe onze stadgenooten op zijn verschijning in het openbaar gereageerd hebben. stemming met de bedoeling, waarmede het Rijk het terrein wenscht te huren, zou zijn, indien het voor den door het Rijk wensche- lijk geachten tijd zou worden verhuurd. Met het oog hierop hebben wij tegen verhuring voor onbepaalden tijd geen bezwaar. Wij stellen U mitsdien voor Uw besluit van 25 Januari te wijzigen in bovenbedoel den zin. Daar het Rijk het begin der huur zou wenschen te bepalen op 1 Maart 1940, zou dit tijdstip in bovenbedoeld wijzigings- besluit kunnen worden vastgelegd. Het Rijk heeft een opzegtermijn bedongen van twee maanden. Opzegging van de zijde der ge meente is niet mogelijk. VERTROKKEN PERSONEN. W. van de Laar, R.K., ass. huish., van Kennemerstraatweg 2 naar Zwaag. J. Uijleman, N.H., van Dijkgraafstraat 33 naar Zandvoort. B. Germers, geen, fabrieks arbeider, van Compagniestraat 6 naar Gro ningen. L Vis, R.K., dienstbode, van Sta tionsweg 60 naar Venhuizen. H. F. L. Wensink, geen, z.b., van Prins Hendrikstraat 52 naar 's-Gravenhage. C. M. Tuinman, R.K., dienstbode, van Van Houtenkade 12 n. Heerhugowaard. M. Ooms, N.H., dienst bode, van Schoutenstraat 7 naar Oterleek. N. Sneek, R.K., boerenknecht, van Hoever- weg 7 naar Heerhugowaard. J. H. van der Drift, R.K., z.b., van Westerweg 91 naar Heiloo. G. Bosman, G.K., z.b., van Gas houderstraat 18 naar Zuilen. A. Wisman, N.H., en echtgen. en kind, van Nic. Beets- kade 47 naar Deventer. E. A. A. van Mastrigt, R.K., bakker, van Metiusstraat 15 naar Castricum. M. J. Vlaar, R.K., z.b., van Verdronkenoord 49 naar Nieuwveen. L. Indri, R.K., z.b., van Eikelenbergstraat 9 naar Amsterdam. E. W. Kooij, geen, d.b., van Pr. Julianalaan 14 naar Heerhugowaard. R. de Jong, geen, arbeider, van Overdie- straat 11 naar Groningen. H. M. van den Ham, R.K., 1.1. verpleegster, van Kennemer straatweg 2 naar Zwaag. C. Ham, OBisCl., wed. v. H. de Boer, van Schermerweg 64 n. Velsen, IJmuiden. J. van der Eng, N.H., fabr. arb., en echtgenoote, E.L., en stiefzoon, Nummer 13172 - Stalag IIA. Een Heilooër als lotgenoot. De heer M. J. Adriani Engels, die gedu rende vier weken Duitsch krijgsgevangene nummer 13172-Stalag II A was,, schrijft ons: „Waar hebben ze jou gepakt?" Hoe vaak hebben we die vraag niet gehoord en hoe vaak hebben we die niet moeten beant woorden tijdens ons verblijf in de krijgs gevangenkampen te Aken, Bocholt en Neu- brandenburg; het leek wel of ieder gesprek tusschen twee voor elkaar 'vreemde Hol- landsche militairen in gevangenschap be gon met deze zinsnede, we weten nu precies hoe in een gevangenis de opgeslotenen el kaar toespreken, alleen zal daar dan nog de vraag bij komen: „en hoeveel jaar heb jij op te knappen?" Voor alle krijgsgevangenen uit Neder land was de gevangenschap even lang, of, gelukkig, even kort, de week verschil tus schen de terugkomst van het eerste en laatste transport mogen we daarbij wel ver- waarloozen. In een maand was men „uit en thuis" met een gratis rondreis door Duitsch land, die aan niemand ook maar een pfen nig kostte aan reis- of verblijfkosten, er wa ren in ons kamp zelfs optimisten die spra ken over de goedkoopste en langste vacan- tie welke ze ooit gehad hadden. „Waar hebben ze jou gepakt?" In ons ge val was het in België, vlak bij de Neder landsche grens, waarheen we met den heer S. Keijzer uit Heiloo en nog een andere Ne derlander eveneens door vrijloting ont slagen van militaire verplichtingen ge kuierd waren uit de stad Luxemburg, waar de oorlog ons had verrast tijdens een re(- portagereis. Treinen liepen er immers niet meer in bezet België en Luxemburg tijdens de eerste oorlogsdagen. Als drie burgers in ons burgerpakje sterk opvallend temidden van tienduizenden geuniformden en fei telijk heelemaal niet thuis behoorend in een kamp voor krijgsgevangen militairen (maar we zaten er eenmaal in en zoo gemakkelijk is men er dan niet uit!) beantwoordden we de vraag: „waar hebben ze jou gepakt?" ge drieën precies 786 maal, meestal in het Ne- derlandsch, doch verschillende malen ook in het Fransch, Duitsch en Engelsch voor de buitenlandsche militairen uit hetzelfde kamp, het speet ons dat we het verhaal niet tijdig hadden kunnen laten drukken om het aan ieder nieuwsgierigen vrager in zijn eigen landstaal uit te kunnen reiken ter be sparing van onze stembanden. Maar mochten we eigenlijk wel geïrri teerd worden door het vele gevraag van de krijgsgevangenen, die een heelen dag niets te doen hadden en zich, bij algeheel gebrek aan O. en O., zelf maar moesten amuseeren met praten, knutselen, zonnebaden, dam men, schaken (op zelf vervaardigde bor den) en kaarten? Kampleven. Om zes uur 's morgens was het al reveille, met uitzondering van eenige appèls en eeni ge malen eten halen had men tot zonsonder gang niets te doen? En toch hebben de ge vangen gehouden Nederlanders zich betrek kelijk zelden verveeld, onderling hielden ze er den moed in met de wetenschap dat het slechts kort zou duren en de enkele pessi misten waren verre in de minderheid tegen over de optimisten die met kwinkslagen en liedjes het heele kamp in vroolijke stem ming brachten. Wellicht zijn er onder onze lezers ver schillenden, wier bloedverwanten nog niet uit Duitsche krijgsgevangenschap zijn te ruggekeerd met de transporten die nog tot het midden van de volgende week voort duren. We kunnen hun uit eigen ondervin ding meedeelen dat ze zich geen oogenblik ongerust hoeven te maken over de gezond heidstoestand van de nog afwezigen; wat vermagerd doch bruingebrand zullen ze hen zien terugkeeren na een verblijf in kam pen, waarin de ligging, de hygiënische toe standen en de behandeling over het alge meen uitstekend te noemen waren en slechts het eten niet beantwoordde aan eischen die een Hollander er aan pleegt te stellen. Men bleef er echter bij in leven en na een moeilijk overgangsperiode paste na enkele dagen ook de Hollandsche soldaten- maag zich aan. Juist omdat we in drie kam pen krijgsgevangen geweest zijn (een halve week in Aken, een halve week in Bocholt en drie weken in het Mecklenburgsche vesting stadje Neubrandenburg, dat 130 km. voorbij Berlijn ligt), hebben we een ruimer over zicht gekregen dan de meeste Nederland sche militairen. Voor ongerustheid bestaat absoluut geen reden. Overal werden de Nederlandsche solda ten en officieren behandeld als „krijgsge vangenen eerste klasse" ze kregen meer voedsel en genoten meer voorrechten dan de Franschen, Belgen en Engelschen, die ook terstond aan het werk gezet werden, waarvan de Nederlanders waren vrijgesteld met uitzondering van degenen die zich daartoe vrijwillig opgaven. Natuurlijk wa ren er ook zware uren bij, een spoorreis van 21 uur met 50 man in een goederen wagen met hermetisch gesloten deuren is zeer zeker geen pretje, doch een etmaal later was men na een urenlang zonnebad (Goddank dat het weer steeds zoo mooi was!) al die reismisère weer vergeten. De uiterst correcte behandeling door de Duitsche officieren en manschappen, van wie verschillende dezer dagen wel een sou- venirtje uit Holland zullen ontvangen van hun dankbare ex-gevangenen, vergoedde veel bij het leven achter prikkeldraad. Slechts de vrijheid konden deze kampbewa kers, meest militairen boven de veertig jaar omdat de jongeren aan het front zijn, ons niet schenken, maar toen Zaterdag j.l. vast stond, dat over twee dagen het eerste transport de thuisreis zou aanvaarden, wer den we niet meer als krijgsgevangenen be handeld en terstond verleende de comman dant van ons Stammlager II A toestemming voor wandeltochten in groepen van honderd man met een ongewapenden Duitschen mi litair als leider. De zesduizend Nederland sche gevangenen uit Neubrandenburg, dat dicht bij de Oostzee ligt, hebben op deze wijze nog de schoonheid van de Mecklen burgsche bosschen en meren kunnen waar- deeren. Andere naties. Uiteraard genoten de krijgsgevangenen van andere naties, die met kaalgeschoren hoofden moesten rondloopen nadat ze „ont luisd" waren en hun vingerafdrukken wa ren geregistreerd naast de echte gevangenis foto's „en face" en „en profil" met het ge vangennummer op de borst, niet deze voor- deelen; de duizenden Franschen, Polen, Bel gen, Algerijnen, Marokkanen en Indo-Chi- neezen benevens de sporadische Engelschen uit ons kamp werden direct aan het werk gezet als landarbeider, sjouwerman of handarbeider zooveel mogelijk in overeen stemming met hun eigen beroep. Vreugde en leed. Vreugde en leed hebben we doorgemaakt in deze kampen; dolle vreugde was er op den dag toen het broodrantsoen met 20 pet. verhoogd werd en we niet meer met vijf man tezamen een kuchje moesten deelen (de kuch „liep een op vier" sindsdien), een downstemming was er toen de commandant op 23 Mei bekend liet maken dat de krijgs gevangenschap nog wel 46 weken zou du ren, maar alles doorstond men gezamenlijk zonder onderscheid van rang of stand. Ieder had zijn geld moeten afgeven om ontvluch tingspogingen te bemoeilijken, ieder was even rijk of even arm als zijn buurman, te koopen was er niets, slechts bestond er een levendige ruilmarkt in den hoek die „Water- looplein" gedoopt werd naar Amsterdamsch voorbeeld. Daar ruilde men aardappelen tegen toiletzeep» gillettemesjes tegen siga retten, pijptabak tegen zakmessen, kuch tegen sigaren enz. enz. Zooveel mogelijk deelde men met zijn „slapie", gillettemesjes werden tientallen malen gebruikt, men hielp elkaar zooveel men kon. In het kamp van Bocholt was een tekort aan eetlepels, zoodat men deze zelf sneed uit stukken hout (een nieuwe Nederland sche handwerkkunst!), in Neubrandenburg daarentegen had men zijn vaste eetlepel die bewaard werd in de rechterputtee (links was buitenmodel). Lectuur miste men over al ten zeerste, boeken waren er niet, kran ten evenmin, de kampradio diende alleen voor de belangrijkste oorlogsberichten (geen muziek) en dat leverde stof op voor de fan tastische geruchten omtrent de vrijlatings data die grif verspreid en grif geloofd werden, doch nimmer waar bleken. We verwachtten eiken dag opnieuw alles van „morgen" in overeenstemming met het lied je dat „morgen wel alles beter zal gaan", we zongen toepasselijke waarheden als „wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje", „geen geld en toch geen zorgen", steeds elkander helpend en steunend om door eendrachtige samenwerking het gemeenschappelijk lot te verlichten tot den dag der terugreis, die met het eerste transport, waartoe wij be hoorden, een ware feestreis was. In deat maand krijgsgevangenschap bij een natie, die de verslagen Nederlanders niet als vijanden behandelde doch als stam verwante buren die door een noodlottigen samenloop van omstandigheden in den oor log terechtgekomen waren, hebben we ge leerd ons vele dingen te ontzeggen die ons tevoren onmisbaar zouden hebben gesche nen, we leefden er in zindelijke barakken als een groote familie die zich Nederlander voelde, onze magen pasten zich aan bij gou- lasch met in de schil gekookte „pellkartof- feln", we lieten ons Zondagsmiddags door de Neubrandenburgsche burgerij (aan de buitenkant van de prikkeldraadversperrin gen) bekijken met herinneringen aan Artis en dat alles geschiedde onder ons motto „waar hebben ze jou gepakt?" als de sa- cramenteele openingswoorden van ieder ge sprek tusschen twee soldaten, die elkaar nog niet kenden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 2